Duurzaamheid & Energiegids editie 2 van 2024

Page 1

Groenblauwe netwerken in steden binnen 5 jaar ‘het nieuwe normaal’

Jaargang 2 | Editie 2 | maart 2024

Ontwikkelingen in de energietransitie

DEDuurzaamheid & Energiegids

by NBD & HC

Slimmere sanitaire installaties helpen drinkwater te besparen

Klimaatdaken

Lange levensduur gevelpanelen is een duurzame waarde

1
klimaatverandering
tegen negatieve gevolgen

daglichtbuizen.

Het design en de esthetiek van een vast glazen daklicht, gecombineerd met de geavanceerde technieken van een daglichtbuis.

Het design en de esthetiek van een vast glazen daklicht, gecombineerd met de geavanceerde technieken van een daglichtbuis.

jaargang 2024 2 www.powerdaylight.nl
De Powerdaylight Cradle met vlakke glasplaat maakt deel uit van onze nieuwe generatie
www.powerdaylight.nl
De Powerdaylight Cradle met vlakke glasplaat maakt deel uit van onze nieuwe generatie daglichtbuizen.

Duurzaamheid & Energiegids is een print en online uitgave van Jetvertising b.v., onder redactie van Nederlandse Bouw Documentatie en De HandelsCourant.

Uitgever

Jetvertising b.v.

Tiendweg 12

2671 SB Naaldwijk

Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 directie@jetvertising.nl

10 Ontwikkelingen in de energietransitie

14 Groenblauwe netwerken in steden binnen 5 jaar ‘het nieuwe normaal’

18 “We willen de waterbalans weer in balans brengen”

21 Lange levensduur gevelpanelen is een duurzame waarde

28 Slimmere sanitaire installaties helpen drinkwater te besparen

32 Klimaatdaken tegen negatieve gevolgen klimaatverandering

39 Prestatie van het dak precies gemeten

43 Duurzame, ranke profielen naar ieders wens voor nieuwbouw én renovatie

47 Clicksysteem voor hoogwaardig hergebruik EPDM dakbedekking

4 Kort Nieuws

26 Project in beeld

50 Agenda

Redactie

Gebouwde omgeving Nederlandse Bouw Documentatie (NBD-Online) redactie@jetvertising.nl

Industrie

De HandelsCourant (HC) redactie@jetvertising.nl

Persberichten info@jetvertising.nl

Vormgeving MSU

Nikkelstraat 1C

8211 AJ Lelystad

Advertenties

Jetvertising b.v. Tiendweg 12

2671 SB Naaldwijk

Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 rob@jetvertising.nl

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, gekopieerd of hergebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.

3
DE
& Energiegids Powered by NBD & HC
Duurzaamheid
10 28 39 43 47 32
21 18
14
Inhoud

Bron: VNG Foto: Creative Commons/G. Lanting

Agenda Natuurinclusief 2.0 is vliegwiel voor complex thema

Gemeenten herkennen de benodigde transities in de agenda die de koers uitzet naar een natuurinclusieve samenleving. De Agenda Natuurinclusief 2.0 kan hierbij dienen als vliegwiel en heeft een belangrijke aanjaagfunctie om deze transities verder vorm te geven met alle betrokken partijen.

De Agenda Natuurinclusief 2.0 is opgesteld door Natuurinclusief Nationaal Overleg (NiNO), als vertegenwoordiger van het Collectief Natuurinclusief. NiNo is een collectief van bedrijven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, overheden en inwoners.

SPANNINGSVELD TUSSEN VERSCHILLENDE OPGAVEN

Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ziet het belang om toe te werken naar een samenleving waarin op alle vlakken rekening wordt gehouden met de natuur. Gemeenten

Bron en foto: Natuur & Milieu

ervaren dagelijks het spanningsveld tussen verschillende opgaven. Deze worden op lokaal niveau goed zichtbaar, bijvoorbeeld bij de isolatieopgave. Daarbij botst natuurbescherming met de doelstelling van de energietransitie.

WERK IN SAMENHANG

Gemeenten ervaren dagelijks de complexiteit van dit thema. Dat maakt het noodzakelijk om de acties uit de Agenda concreter te maken en verder uit te werken of aan te scherpen. Daarbij is van belang dat er samenhang is met al lopende rijksprogramma’s en dat er

op een eenduidige manier aan doelen wordt gewerkt.

SLUIT GEMEENTEN VROEGTIJDIG AAN

Ook adviseert de VNG een gecoördineerde aanpak van het rijk op de voorgestelde beleidswijzigingen vanuit de Agenda. Deze moeten vanuit het rijk via de daarvoor bestemde interbestuurlijke overlegtafels en overheidsstructuren geagendeerd worden. De VNG wil aan de start van deze processen geïnformeerd zijn over beoogde doelstellingen en de benodigde bijdrage van gemeenten.

Eerste Europese siliciumfabriek op basis van hernieuwbare energie

Om de vergroening van steden te versnellen is een groennorm nuttig. Natuur & Milieu heeft een rapport overhandigd aan demissionair ministers De Jonge en Van der Wal waarin een mogelijke groennorm wordt verkend.

Een groennorm bepaalt hoeveel groen er moet zijn in een stad en aan welke eisen dat groen moet voldoen. Het rapport, geschreven door Sweco in opdracht van ANWB, Natuur & Milieu, Staatsbosbeheer en Vogelbescherming Nederland, onderzoekt diverse groennormen en biedt inzichten voor een mogelijke Nederlandse groennorm. In een tijd waarin klimaatverandering en verlies van biodiversiteit steeds meer zichtbaar worden, groeit de urgentie om actie te ondernemen en te vergroenen. Groen in stedelijke gebieden biedt niet alleen een esthetische waarde, maar het is ook essentieel voor het behoud van de biodiversiteit, het verbeteren van de gezondheid van mensen en het aanpassen aan de veranderende klimaatomstandigheden zoals verdroging, wateroverlast en hittestress. Een duidelijke groennorm is dus van groot belang.

GROEN BOVENAAN POLITIEKE AGENDA

Het onderzoek maakt duidelijk dat naast de kwantitatieve vastlegging van vergroening ook aandacht voor de kwaliteit van groen essentieel is. De focus ligt vaak op de hoeveelheid groen (75 m2 per woning), terwijl de kwaliteit ervan voor biodiversiteit en recreatie vaak onderbelicht blijft. Ook kost vergroenen serieus geld: er is per jaar ministens 1 miljard euro nodig. Het onderzoeksrapport markeert een belangrijke stap naar een groenere toekomst, waarin steden en dorpen worden voorzien van voldoende groen om te kunnen functioneren te midden van de uitdagingen van klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en gezondheidsproblemen.

jaargang 2024 4

Netcapaciteit beter benut via flexibel groepscontract voor bedrijven Amsterdamse havengebied

De Energie Coöperatie Amsterdamse Haven (ECAH) en Liander hebben in samenwerking met Port of Amsterdam een oplossing ontwikkeld waardoor het mogelijk wordt om als groep bedrijven gezamenlijk flexibel met de ruimte op het elektriciteitsnet om te gaan.

Dankzij het flexibele groepscontract in combinatie met de samenwerking in het Amsterdamse havengebied ontstaan meer mogelijkheden voor bedrijven in de haven omdat het bestaande elektriciteitsnet beter kan worden benut.

Opschalen van flexibele groepscontracten

Dit is voor Liander het eerste flexibele groepscontract dat is opgesteld binnen de nieuwe congestiemanagementregels van de Autoriteit Consument & Markt. Een belangrijke mijlpaal, maar het betekent helaas nog niet dat Liander deze oplossing direct aan meer bedrijventerreinen kan aanbieden. Een collectief contract is een op maat gemaakte oplossing en daarmee nog niet schaalbaar. Het doel is om in 2024 in ieder geval 7 nieuwe flexibele groepscontracten af te sluiten en met Energy Boards een plan te maken voor een geleidelijke opschaling. Bij de selectie van mogelijke bedrijventerreinen kijkt Liander naar de aard van het congestieprobleem, het initiatief dat

de ondernemers zelf kunnen nemen en of het op die plekken nog lang duurt voordat de verzwaring van het net klaar is. Daarnaast moet het ook passen op het hoogspanningsnet van TenneT. Om groepscontracten breder toepasbaar te maken, onderzoekt Liander momenteel ook de toepassing binnen congestiemanagement op capaciteitsknelpunten in het middenspanningsnet.

In het Amsterdamse havengebied is er een enorme diversiteit aan bedrijven en hoe zij elektriciteit gebruiken door de dag heen. Denk bijvoorbeeld aan een groot overslagbedrijf dat vooral overdag veel elektriciteit nodig heeft voor het laden en lossen van schepen en een distributiecentrum waar bestelbussen ook in de nacht op kunnen laden. De bedrijven aangesloten bij ECAH stemmen hun bedrijfsvoering op elkaar af, maar kunnen bijvoorbeeld ook samen investeren in grootschalige batterijen in dit gebied. Zo kunnen de momenten dat terug moet worden geschakeld door de bedrijven worden beperkt.

Delftse onderzoekers

zetten volgende stap naar superbatterijen

Delftse onderzoekers ontwikkelen batterijen die sneller kunnen opladen, stabielere opslag bieden en van duurzame materialen worden gemaakt die goed beschikbaar zijn. Hiermee bieden ze een goedkoper alternatief voor lithium-ion batterijen die bestaan uit zeldzame materialen en een hoge CO2 -footprint hebben.

Het gaat om de natriumbatterij. Dat is een batterij die op basis van keukenzout wordt gemaakt. De aarde is rijk aan zout, ook in Europa. Momenteel bestaan bijna alle batterijen die geproduceerd worden in de basis uit lithium en bevatten bovendien vaak kobalt. Dat zijn grondstoffen die voor landen in Europa lastig te verkrijgen zijn. De winning is milieuonvriendelijk.

Bij de natriumbatterij wordt een hoge energie dichtheid met snel laden gecombineerd. Als extra bonus blijkt het materiaal heel geleidelijk van structuur te veranderen tijdens het laden en ontladen, waardoor het ook nog langer meegaat. Het batterijen onderzoek wordt verder uitgebreid waardoor deze technologie uiteindelijk op nationale en Europese markt kan worden toegepast.

5
Nieuws
TU Delft
Maxence Werp op Unsplash
Bron:
Foto:

Nieuwbouwwoningen kunnen de biodiversiteit in een gebied aanjagen

Nieuwbouwwoningen kunnen de biodiversiteit in een gebied aanjagen. Deze conclusie trekt Heijmans uit de eerste resultaten van een langer lopende monitoringstudie die ecologen van het bouwbedrijf hebben uitgevoerd in de nieuwe woonwijk Parijsch in Culemborg. Voor het eerst is op deze schaal de functionaliteit van natuurinclusieve maatregelen onderzocht in een Heijmans nieuwbouwwijk.

Uit de monitoringstudie blijkt dat de maatregelen om de biodiversiteit in het gebied te bevorderen ook het gewenste effect hebben. Zo is zeker 30 procent van de in nieuwbouwwoningen geïntegreerde nestkasten voor vogels bewoond en zorgen de groenen watervoorzieningen in de wijk voor een levendige vegetatie met een aantrekkingskracht op nieuwe groepen insecten. Tijdens de monitoringstudie, die van april tot en met september is uitgevoerd, is vooral gekeken naar de

gebiedsverschillen bij nieuwbouwwoningen mét en zonder biodiversiteitsmaatregelen in Parijsch, vergeleken met een gebied zonder nieuwbouw.

VLEERMUIZEN EN (GIER)

ZWALUWEN

Als natuurinclusieve maatregelen zijn in veel nieuwbouwwoningen voorzieningen aangebracht ter bevordering van vogelsoorten. Die konden gebruik maken van de ingebouwde nestkasten. Dat gebeurde ook, want

daarin nestelden bijvoorbeeld zwaluw, huismus of spreeuw. “Als ecoloog wil je altijd zorgen dat er genoeg verblijven aangeboden worden, zodat dieren zelf keuze hebben in wat wel en wat uiteindelijke niet voor hen gaat werken. Opvallend was dat sommige vogelkasten dubbel zijn gebruikt. Meerdere keren in één broedseizoen met bijvoorbeeld meerdere legsels. Dit hebben we van zowel spreeuw als huismus vastgesteld,” licht Vincent Nederpel, adviseur ecologie bij Heijmans toe.

“Wij zijn als ecologen, zeker gezien de nog maar zeer jonge wijken, van nog geen jaar oud tot zeven jaar oud, erg tevreden over de huidige bezetting en kijken positief naar de toekomstige bezettingsgraad,” licht Nederpel toe.

jaargang 2024 6
Foto: Heijmans

De nestkasten zijn in trek bij onder meer huismussen, spreeuwen en mezen. Ook gierzwaluwen maken gebruik van deze voorziening. “Gierzwaluwen zijn erg kritisch op hun woonomgeving en het is daarom lastig ze in zo’n nieuw gebied te krijgen,” weet Nederpel. “Het is ongekend dat dit in nauwelijks twee jaar tijd toch is gelukt.” Ook werden speciale voorzieningen aangebracht voor vleermuizen. Aangezien zij zich onder andere voeden met de muggen in het waterrijke gebied, draagt hun aanwezigheid bij aan de leefbaarheid in de wijk.

INTRINSIEKE MOTIVATIE

De laatste jaren neemt natuurinclusief bouwen een grote vlucht. In projectomschrijvingen van opdrachtgevers staan steeds vaker eisen ten aanzien van biodiversiteit, leefbaarheid en welzijn. Heijmans speelt al langere tijd in op deze ontwikkeling en heeft inmiddels een tiental ecologen in dienst. Natuurinclusief bouwen sluit ook aan bij de sterke intrinsieke motivatie van het bouwbedrijf om voor een gezonde leefomgeving te zorgen. Door de jaren heen heeft Heijmans veel kennis vergaard over effectieve bouwmaatregelen die een gunstige uitwerking hebben op biodiversiteit en klimaat. Heijmans heeft de ambitie om een gebied na projectontwikkeling beter achter te laten qua natuurwaarden dan het bij aanvang is aangetroffen.

OVER DE MONITORINGSTUDIE

De resultaten van dit onderzoek naar de biodiversiteitsmaatregelen in Parijsch zijn de eerste uit een langer lopende monitoringstudie van Heijmans. De ecologen blijven vaak langjarig betrokken en monitoren onder andere de biodiversiteit op projecten waar Heijmans de gebiedsontwikkeling en biodiversiteitsmaatregelen heeft toegepast. Het onderzoek betreft een praktisch veldonderzoek. De onderzoeksvraag was; zorgen natuurinclusieve maatregelen in en rondom nieuwbouwwoningen voor meer divers leven in een wijk? Hiernaast de observaties en maatregelen per deelgebied in de wijk Parijsch.

Bron en afbeelding: ABN AMRO

Klimaatverandering en de Nederlandse woningmarkt

Economen van ING, Rabobank en ABN AMRO hebben onderzocht hoe klimaatverandering de huizenmarkt beïnvloedt via drie beïnvloedingskanalen: fysieke klimaatrisico’s, klimaatadaptatie en klimaatmitigatie.

De inzichten en aanbevelingen zijn relevant voor de overgang naar een CO2-neutrale en klimaatbestendige (koop)woningvoorraad.

Kosten klimaatbestendige woningmarkt voorlopig beheersbaar, maar tweedeling ligt op de loer

• Klimaatverandering en klimaatbeleid maken wonen komende jaren flink duurder

• Klimaatverandering en klimaatbeleid brengen extra kosten mee voor Nederlandse woningbezitters

• Nederland als geheel kan deze kosten dragen en de klimaatrisico’s tot de eeuwwisseling opvangen. Wel heeft een deel van de woningeigenaren hulp nodig om de woning aan te kunnen passen

• Klimaatadaptief bouwen moet de norm worden. En een plan is nodig om Nederland voor de lange termijn klimaatbestendig te maken, ook in meer extreme klimaatscenario’s na 2100

• De kosten van verduurzaming en van schadeherstel dreigen de bestaande ongelijkheid op de woningmarkt te vergroten

• Een verplicht uniform klimaatlabel kan ervoor zorgen dat klimaatrisico’s beter in de woningwaarde worden weerspiegeld. Dat voorkomt ongemerkt doorschuiven van risico’s en helpt de koper om herstel te financieren

• Beleid om woningen te verduurzamen moet rekening houden met financiële draagkracht. Daarom heeft een verduurzamingsplicht bij aankoop de voorkeur boven steeds hogere energiebelastingen Wereldwijd was 2023 het warmste jaar ooit gemeten. Bosbranden

teisterden de continenten en oceanografen geloofden hun ogen niet bij het zien van de temperaturen van het oceaanwater. In ons land werd 2023 het natste jaar sinds de metingen meer dan een eeuw geleden begonnen. Nederlanders zullen zich later misschien vooral de laatste weken van het jaar herinneren, waarin de regen geen einde leek te kennen. Het water in de rivieren steeg en steeg. Bij Deventer dreigde de IJssel zelfs de binnenstad in te stromen. Wonen wordt door klimaatverandering en klimaatbeleid duurder, omdat extra kosten moeten worden gemaakt. De grootste uitgave is het om de totale woningvoorraad energiezuiniger te maken. De kosten hiervoor tellen op tot jaarlijks ongeveer 1 procent van het bbp tot 2050. Wel verdient een deel van deze uitgaven zich terug via lagere energierekeningen en hogere woningwaardes. De tweede grootste post is het aanpassen van de stedelijke openbare ruimte aan wateroverlast, droogte en hitte (jaarlijks ongeveer 0,2 procent van het bbp tot 2050). De derde grootste kostenpost is het repareren van funderingen die verzakken of rotten door droogte en bodemdaling (jaarlijks minder dan 0,2 procent van het bbp tot 2050). De geplande dijkversterkingen tegen overstromingen door doorbraken van de belangrijkste dijken zijn - in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht –het minst kostbaar (jaarlijks ongeveer 0,1 procent van het bbp tot 2050).

7 Nieuws
jaargang 2024 8

IJskoud wint NVKL Koeltrofee 2024

De NVKL Koeltrofee 2024 is uitgereikt aan IJskoud. Het koeltechnische bedrijf ontving vanmiddag de wisseltrofee uit handen van voetbalscheidsrechter Bas Nijhuis onder toeziend oog van een deskundige jury en bezoekers op de VSK-beurs in Utrecht.

NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, reikt de NVKL Koeltrofee sinds 1989 -eens per twee jaar- uit tijdens de VSK aan een bedrijf dat een innovatie in de koude- en/of klimaattechniek heeft gerealiseerd. Innovaties die kans maken op toekenning van de trofee moeten in de praktijk toepasbaar zijn en tot succesvolle resultaten leiden in technische, economische en/of maatschappelijke zin.

Een onafhankelijke jury onder leiding

van Fons Pennartz, voorzitter van de NVKL-projectgroep KANS, heeft de negen inzendingen beoordeeld en de drie genomineerden bekend gemaakt. De inzendingen varieerden van pro-

Extra duurzaam groendak

Over Easy, bekend van de dubbelzijdige PV-panelen, en Sempergreen, expert in totaaloplossingen voor groene daken en gevels, hebben een solar-groendak ontwikkeld. De verticale zonnepanelen hebben zonnecellen aan beide zijden (bifacial), waardoor ze optimaal energie opwekken. Een dak dat niet alleen het allerbeste uit je zonnepanelen haalt, maar ook de natuur laat floreren.

Een dak waar planten en zonnepanelen samenwerken. Waarbij de planten de energieopbrengst verhogen, de zonnepanelen koel houden en de lucht zuiveren. Het Plug & Play Solarsysteem van Over Easy brengt techniek en natuur efficiënt samen.

LICHTGEWICHT SOLARSYSTEEM

EN RUIMTE VOOR GROEN

Het systeem is ultralicht en daardoor gemakkelijk op een groendak toe te passen. Groen hoeft met dit systeem geen ruimte in te leveren voor solar. Alle voordelen van een groendak, zoals geluids- en warmte-isolatie, bescherming van je dak en de aantrekkingskracht voor insecten blijven intact. Omdat de panelen verticaal worden bevestigd, blijft de ruimte voor groen gelijk aan een dak zonder zonnepanelen. Hierdoor kun je van beide duurzame oplossingen 100% profiteren.

duct- en dienstinnovaties tot technische innovaties. Uiteindelijk werd het product FreezerData van IJskoud als winnaar van de Koeltrofee uitgeroepen.

WINNENDE PRODUCT FREEZERDATA VAN IJSKOUD

Het product FreezerData van IJskoud is een digitaal platform dat alle relevante data van een koelinstallatie met een universele sensorset verzamelt en overzichtelijk maakt voor de monteur en de gebruiker. Met die data kan voorspellend onderhoud worden gedaan, waardoor de kosten van onderhoud dalen en uitval tot een minimum wordt beperkt. Het product is innovatief in het analyseren en gebruiken van data om koelinstallaties betrouwbaarder en duurzamer te laten draaien, terwijl het ook de monteur kan ontlasten. Dit is een belangrijke combinatie in een tijd van grote tekorten op de arbeidsmarkt, samen met een toename van duurzame koeltechnische apparaten in de markt, die geïnstalleerd en onderhouden moeten worden. De innovatie, het grote maatschappelijk nut en de schaalbaarheid van de uitrol van het product zorgen ervoor dat IJskoud is uitgeroepen tot winnaar van de NVKL Koeltrofee 2024.

9 Nieuws
Bron en foto: Jaarbeurs
Foto: Sempergreen

Door: Evi Husson

Tegen 2050 willen we klimaatneutraal kunnen verwarmen. Elektrificatie zal daarbij een grote rol spelen naast andere verduurzamingstechnologieën. “Om met elkaar de ambities waar te maken hebben we consistente langetermijnplannen van de overheid nodig”, stelt Frank Wiersma, senior-adviseur corporate strategist bij TenneT. Hij geeft zijn visie op de ontwikkelingen in de energietransitie.

Ontwikkelingen in de energietransitie

“Energie-efficiency, duurzame energieopwekking via zon en wind, carbon capture and storage (CCS), waterstofproductie, warmtebuffers, batterijopslagsystemen en elektrificatie zijn een aantal technologieën die essentieel zijn in de energietransitie. We verwachten dat elektrificatie daarbij een vrij grote rol zal spelen. Duurzame elektriciteit is een betaalbare en betrouwbare bron van energie en bovendien niet onderhevig aan politieke ontwikkelingen. Nederland heeft met de Noordzee een mooi potentieel aan duurzame opwek in handen. Het zal op allerlei manieren een van de meest kostenefficiënte energiebronnen worden en een grote rol spelen voor de opwekking van duurzame elektriciteit. Maar een groeiende elektriciteitsbehoefte vraagt ook om de nodige investeringen en opschaling om het beschikbaar te maken.”

OPSCHALEN

Opschaling is geen evidentie. “We doen er alles aan om de versnelling van de realisatie door te zetten, maar we lopen ook tegen allerlei begrenzingen aan, denk aan langdurige vergunningstrajecten, de beschikbare supply chain, het aantrekken van goede technici om die versnelling waar te kunnen maken enzovoort. Ons motto is ‘bouwen, bouwen, bouwen’ en daarvoor hebben we ‘Ruimte, ruimte, ruimte’ nodig. Maar het is daarbij belangrijk dat we in Nederland zorgvuldig met de beschikbare ruimte omspringen aangezien ruimte ook voor de gebouwde omgeving, zonneparken en batterijopslagsyste-

jaargang 2024 10
TenneT bouwt samen met Joulz een nieuw hoogspannings station Foto: Tennet

men belangrijk is. Het kost tijd om de goede ruimte op de juiste locatie de juiste bestemming te geven.”

LANGETERMIJNPLANNEN

Daarom is regie en een langetermijnvisie vanuit de overheid cruciaal. “We moeten met z’n allen plannen kunnen maken met betrekking tot de infrastructuren die nodig zijn voor alle technologieën die in de toekomst

verschil kunnen maken. Dat is heel belangrijk gezien de behoorlijk lange realisatietijd waarmee we te maken hebben. We (overheden, stakeholders, ondernemers, energiesector) moeten de werkaannames waar we nu vanuit gaan voor de toekomst scherp hebben met elkaar, zodat we ons daarop kunnen voorbereiden en ervoor kunnen zorgen dat de vergunningentrajecten tijdig starten.

Actueel
Frank Wiersma

Aangezien we te maken hebben met veel jonge technologieën zullen we daarnaast veel moeten leren en wellicht ook moeten bijstellen, maar we moeten vooral vooruit. Daarvoor is een consistent langjarig regeringsbeleid nodig zodat iedereen weet waar hij aan toe.”

ONDERNEMERSCHAP

Ondernemerschap en het implementeren van innovatieve technologieën betekent risico nemen. “We moeten voorkomen dat men dit risico niet durft aan te gaan omdat het beleid te veel of te vaak verandert. Als andere landen om ons heen veel meer subsidies geven of het ondernemerskli-

jaargang 2024 12
Zonnepark Delfzijl Weiwerd Foto: Tennet Werkzaamheden station Beverwijk Foto: Tennet

maat aantrekkelijker maken, hebben we daar met z’n allen last van. We hebben lange, consistente plannen nodig van de overheid, op alle gebied. Alles hangt met alles samen. We kunnen ons geen kip-ei-discussie meer veroorloven.”

NETVERZWARING

“Er wordt momenteel hard gewerkt aan het oplossen van netcongestie door onder meer netverzwaring. Onze investeringen en die van de regionale netbeheerders lopen jaar na jaar op. Daarnaast volgen we de andere ontwikkelingen op de voet. De komende tijd zal blijken welke technologieën voor welke toepas-

sing op de langere termijn het meest kosteneffectief zal zijn.”

FLEXIBILITEIT

Maar ook de industrie zelf kan alvast een bijdrage leveren. Het begint met het nemen van energiebesparing maatregelen. Vaak is het door aanpassing van processen nog mogelijk om dezelfde prestaties te leveren, met minder energie. “Daarnaast wordt flexibiliteit steeds belangrijker. Bedrijven kunnen ons helpen door hun bestaande contract om te zetten. Vaak zijn langdurige contracten afgesloten waarbij bedrijven nooit aan hun limiet komen. Maar ze kunnen ook hun contract aanpassen en hiermee andere bedrijven helpen. Bedrijven zijn voordeliger uit als ze aangeven dat ze de piekperiodes zullen mijden door ’s ochtends tussen 7 en 9 uur of ’s avonds tussen 16 en 19 uur een beperkte hoeveelheid elektriciteit af te nemen. Voor andere partijen is het dan weer interessant om te handelen op de onbalansmarkt. Ook hiermee kunnen ze helpen de pieken op te vangen.”

ZON EN WIND

Flexibiliteit wordt in meerdere opzichten steeds relevanter. “Het draagt enerzijds zoals gezegd bij om pieken op het net op te vangen. Anderzijds wordt het aanbod van duurzame wind en zon steeds sterker voelbaar op de elektriciteitsmarkt. Het is nuttig om gebruik te maken van elektriciteit wanneer deze overvloedig beschikbaar is, en dus goedkoper is. Het terugregelen of beperken zal nodig zijn op momenten dat duurzame energie schaars is. Daarom is het voor de industrie bij het verduurzamen van de processen belangrijk om na te denken welke mate van flexibiliteit in de processen kan worden geïmplementeerd.”

DUNKELFLAUTES

Naar verwachting zullen er in de toekomst periodes zijn met een hoge mate van schaarste – denk aan de zogenoemde Dunkelflautes in de koude, donkere windstille winterperiodes. “Als onderdeel van het integra-

le langetermijnplannen moeten we met elkaar een beeld hebben hoe we met die periodes om kunnen gaan. Ik verwacht dat we in de overgangsperiode naar klimaatneutraliteit steeds minder gas zullen gebruiken. Op de momenten dat er weinig duurzaam opgewekte energie beschikbaar is, zullen we in eerste instantie nog beroep doen op aardgas. Naarmate de technologieën om energie op te slaan (warmte- en batterijopslag, waterstofproductie) verder zijn opgeschaald wordt het aandeel gas steeds kleiner. En zo zetten we steeds meer stappen richting klimaatneutraliteit.”

FLEXIBILITEIT IN DE GEBOUWDE OMGEVING

Niet alleen in de industrie is flexibiliteit van belang. Ook in de gebouwde omgeving kan het bijdragen aan het voorkomen van netcongestie. Wiersma: “De elektrificatie in de gebouwde omgeving leidt tot een toename van elektrische auto’s en warmtepompen. Aandacht voor een slim gebruik ervan is nodig om pieken in het elektriciteitsnet te voorkomen. Zo is het vaak niet nodig om een auto ’s avonds tussen 16 en 19u - dus in de piekperiode – te laden, maar kan dit ook ’s nachts plaatsvinden wanneer het landelijke elektriciteitsverbruik lager ligt. Daarnaast is het gebruik van een warmtepomp vooral zinvol als er een goede isolatie is van de woningschil, waardoor er sprake is van een efficiënt gebruik. Sommige warmtepomptechnologieën maken bovendien gebruik van bodemwarmte waardoor de piekvraag in koude periodes veel minder snel oploopt in vergelijking met een lucht/lucht warmtempomp. Ook dat is een aspect waarmee men rekening kan houden.”

Hybride warmtepompen kunnen eveneens bijdragen aan een soepele energietransitie, stelt Wiersma. “Hybride varianten zullen eerst nog beroep doen op aardgas, maar op de langere termijn kan aardgas mogelijk worden vervangen door waterstof.”

Maar hoe je het ook wendt of keert, de energietransitie blijft een ingewikkeld economisch en planningsvraagstuk. “Naast individuele oplossingen kunnen gemeentes ook kiezen voor warmtenetten of warmtebuffering. Daarom is het belangrijk dat ook de langetermijnplannen op gemeentelijk en wijkniveau duidelijk zijn zodat op alle niveaus de juiste beslissingen en investeringen kunnen worden gedaan.”

13
Actueel

Steeds meer mensen op aarde leven in steden; het gaat inmiddels om meer dan de helft. In de toekomst worden dat er alleen maar meer. Door klimaatverandering, de toenemende verstedelijking en de stijging van de CO2-uitstoot door fossiele brandstoffen, zullen de steden zich moeten aanpassen. Zodat het ook in de toekomst fijne en gezonde plekken zijn om in te leven. Of zoals Hiltrud Pötz van Atelier GroenBlauw het verwoordt: “Naast mobiele netwerkinfrastructuur en energienetwerken, hebben we ook groenblauwe netwerken nodig om steden duurzaam, veerkrachtig en klimaatbestendig te maken.”

Groenblauwe netwerken in steden binnen 5 jaar ‘het nieuwe normaal’

Hiltrud Pötz is verre van een onbekende in het realiseren van groenblauwe netwerken. Zo heeft de architect al in 2016 het boek “Groenblauwe netwerken, handleiding voor veerkrachtige steden” geschreven. Daarmee wil ze gemeenten en ontwerpers handvatten meegeven voor het realiseren van dit soort netwerken. In navolging van het

boek heeft Pötz de website www. groenblauwenetwerken.nl opgezet. Sinds een paar leveren Deltares en Stichting CAS daaraan bijdragen. Ook weer om informatie op dit vlak te delen. Dat is ook meer dan nodig, willen we steden leefbaar houden. Volgens Pötz is dat alleen mogelijk als dat met veel groen gebeurt en als het hemelwater op een natuur-

lijke wijze wordt opgevangen en gebruikt. Daarnaast is een meer groene stad ook gezonder. Pötz: “Het is wetenschappelijk bewezen dat we als mensen gelukkiger en gezonder leven als er voldoende groen in de leefomgeving is. Mensen hebben minder last van depressies en de kinderen in groene wijken worden minder dik. Overigens kijken

jaargang 2024 14

wij in onze stedelijke ontwerpen verder dan alleen groen en de opvang van water; we kijken ook naar meer biodiversiteit.”

NIET TE STUITEN TREND

Inmiddels zijn steeds meer gemeenten in Nederland zich bewust van deze niet te stuiten trend in de gebouwde omgeving, zeker na de kletsnatte herfst en winter die we afgelopen jaar hebben gekend. En dat is duidelijk trendbreuk met het verleden, constateert ook Pötz. “Waar we 15 jaar geleden gemeenteambtenaren echt moesten overtuigen om die integraliteit voor elkaar te krijgen, vragen zij dit nu rechtstreeks aan ons. Het is het nieuwe normaal geworden.”

Het zoeken naar een andere oplossing voor de opvang van water in steden is zo’n 30 jaar geleden begonnen, stelt Pötz. Omdat rioleringen onderhoud vergden of vervangen moesten worden, en men steeds meer voor gescheiden rioolstelsels koos voor regenwater

en afvalwater en de verwachting ook destijds al was dat regenbuien heftiger zouden worden door klimaatverandering, werden Pötz en haar bureau gevraagd andere vormen van hemelwateropvang te bedenken. “Door te vergroenen en lokaal wateropvang aan te leggen was soms geen regenwaterriool nodig. In onze projecten werd het vergroenen van steden is betaald door de afdeling ‘water’.

Inmiddels is dat doordrongen in iedere gemeente, merkt Pötz. “Het is de afgelopen 5 jaar in een stroomversnelling geraakt, waarbij gemeenten ook heel duidelijk om bewonersparticipatie vragen. Breed draagvlak is hard nodig, niet alleen van professionals maar zeker ook van de buurtbewoners. Dat is per gemeente en buurt wel verschillend, want de ene buurt is sterk betrokken bij welke groenblauwe maatregelen we precies nemen, terwijl de andere wijk het wel prima vindt en eigenlijk een paar extra picknicktafels of straatfitness-apparaten zouden

willen. We kunnen niet alle wensen voldoen, maar door bijvoorbeeld wel 3 wensen te realiseren zorgen we voor draagvlak.”

VERSCHILLENDE GROENBLAUWE MAATREGELEN

Om welke groenblauwe maatregelen gaat het dan precies? Dat is uiteraard verschillend per bodemsoort, regio, stad, dorp, wijk, buurt en straat, stelt Pötz. “In het oosten en zuiden van Nederland met meer zandgronden is het hemelwater makkelijker op te vangen en te infiltreren dan in het westen van Nederland.” Als één van de voorbeelden noemt Pötz het project op de grens van Heemskerk en Beverwijk. “Het gaat hier om de Maerten van Heemskerckstraat, een lange straat, die vernieuwd is inclusief de riolering. Doel was om de straat te vergroenen en het regenwater van de straat en de huizen lokaal te infiltreren. In Heemskerk was het beleid al aangepast dat men overal in Heemskerk hemelwater lokaal laat

15 Actueel
Eindhoven

infiltreren in de ondergrond.”

Uit ervaringen bij vorige projecten in Heemskerk bleek dat maatregelen als ondergrondse kratten, infiltratiebuizen omwikkeld met geotextiel en waterdoorlatende verharding niet voldoende succesvol waren. Deze zijn hier dan ook niet gekozen. Maar een eerder project met een gebroken hardstenen waterbergende wegfundering bleek wel succesvol. Samen met buizenproducent Wavin is een infiltratiebuis ontwikkeld met een grotere doorsnede dan normaal (125 mm). Het hemelwater van de woningen aan de Maerten van Heemskerckstraat is afgekoppeld en wordt door middel van een infiltratiebuis naar de hardstenen wegfundering gebracht.

De straat kende weinig tot geen groen. Door het smalle wegprofiel en de hoge parkeerdruk is er ook in de nieuwe situatie weinig ruimte voor grote groenvakken. Maar de groenvakken die er wel zijn, worden volop gebruikt. En enkele bewoners hebben in samenwerking met de gemeente geveltuintjes aangelegd. Pötz: “Daaruit blijkt de participatie met de bewoners, wat extra bijzonder was omdat dit project midden in de corona-crisis speelde. We startten met de uitvoering half 2020 en is opgeleverd in de zomer van 2021.” Omdat steeds meer gemeentes eisen stellen aan waterberging bij nieuwbouw en bij herontwikkelingen om het gemeentelijk gebied klimaatbestendig in te richten, is door atelier GroenBlauw samen met enkele gemeenten een Groenblauwe Rekenhulp ontwikkeld. “Eindhoven en Enschede zijn vooroplopende gemeenten. In deze tool kun je als ontwikkelaar verschillende maatregelen invoeren en toetsen of deze aan de gemeentelijke eisen voldoen. Op basis van de kavelgrootte in vierkante meters, geeft de tool aan wat de bergingsopgave is in kubieke meters. Spelenderwijs kan dan onderzocht worden welke combinatie van maatregelen voldoet aan de bergingsopgave. De tool vraagt daarbij om de grootte van de verschillende

soorten oppervlakken, zoals van het dak, het groen, verharding en dergelijke, en hoe ze ingericht worden. Ook kunnen extra voorzieningen beschreven worden, zoals een wadi of een tank voor regenwatergebruik. Die tendens – regenwater bewaren – zien we heel duidelijk in gemeenten in Oost-Nederland, zoals Enschede en Eindhoven. Dat is natuurlijk omdat in de zomers er juist grondwatergebrek is.”

REGENWATER LANGDURIG BEWAREN

Voor andere gemeenten is het bewaren van regenwater in de gebouwde omgeving voor drogere periodes nog echt in ontwikkeling, zegt Pötz. “Het bufferen en daarna lokaal infiltreren is wel heel gangbaar geworden, noem dat gerust ‘het nieuwe normaal’. Maar het langdurig bewaren van regenwater voor drogere periodes zie je nu opkomen. Het zou mij niets verbazen als dat over 5 jaar ‘het nieuwe normaal’ is. Dat geldt ook voor de hoeveelheid groen op een bouwlocatie. In sommige gemeenten, zoals in Delft, eist de gemeente dat dit 50 procent is, met de voorwaarde dat dit groen ook in tijden van droogte van water wordt voorzien, uiteraard niet zijnde drinkwater. Dan moet je een vorm van waterberging realiseren, op bijvoorbeeld je groendak.”

Meer groen in de steden betekent ook dat gemeenten moeten nadenken over mobiliteitsbeleid. Want meer mensen in steden en meer ruimte voor groen, betekent minder ruimte voor automobiliteit. Pötz: “Het is nog lang niet in alle gemeenten aan de orde, maar we ontkomen er niet aan dat er beleid moet komen voor andere vervoersmiddelen dan alleen de auto. Denk aan een beter openbaar vervoer, en deelmobiliteit. Er zijn nu al gemeenten die alle auto’s’ – ook van bewoners – in binnensteden willen weren. Dat gaan we in de komende 5 jaar veel vaker zien”, besluit Pötz.

jaargang 2024 16

Heemskerk

17 Actueel

Doort: Evi Husson Foto’s: De WaterBank

“Droogte en overlast zijn dagelijkse onderwerpen en aandachtspunten in de wereld. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om de waterhuishouding in de wereld te verbeteren. Daar willen we met de WaterBank ons steentje aan bijdragen”, stelt Jesse Schoenmakers. Hij is, hydroloog bij adviesbureau Spatwater en bij de WaterBank BV – onderdeel van de coöperatieve verenging De WaterBank verantwoordelijk voor diverse dagelijkse taken, waaronder communicatie.

“We willen de waterbalans weer in balans brengen”

De WaterBank is twee jaar geleden ontstaan toen waterschap de Dommel en MTD uit Tilburg, leverancier van producten en diensten voor de aanleg van tijdelijke waterinfrastructuren, de koppen bij elkaar staken. Zij constateerden dat de waterbalans al enige tijd niet meer in balans is. “We hebben steeds vaker te maken met een watertekort in de zomer door extreem droge periodes en een wateroverschot in de winter. Hierdoor staat de drinkwatervoorziening en het grondwater steeds meer onder druk waardoor bijvoorbeeld agrariërs hun gewassen steeds moeilijker kunnen besproeien. Tegelijkertijd is er op andere plekken juist een groot aanbod aan restwater – denk aan proceswater, regenwater, oppervlaktewater of grondwater. Deze problematiek bracht MTD en Waterschap de Dommel op het idee om de Waterbank te starten met als missie vraag en aanbod met elkaar te verbinden en zo de druk op de drinkwatervoorziening en grondwater verlagen.”

SAMENWERKING

De WaterBank brengt diverse partijen bij elkaar. “Op dit moment bestaat de vereniging uit c.a. 35 leden, zowel publieke als private partijen. Samen kijken we naar restwatervraagstukken en proberen hiervoor oplossingen te vinden. We komen meerdere keren per jaar samen om kennis te delen en hebben een aantal werkgroepen opgericht om met specifieke problemen aan de slag te gaan.”

Zo is een werkgroep opgericht die de

jaargang 2024 18

financiering van restwaterprojecten onder de loep neemt. “Vaak is het lastig om dat de business case via de normale weg volledig rond te krijgen. De werkgroep onderzoekt alternatieve manieren om het project wel doorgang te kunnen laten vinden, bijvoorbeeld door het verkrijgen van subsidie of het opzetten van een waterbankfonds.”

ONDERGRONDSE REGENTON

Inmiddels zijn al diverse projecten gerealiseerd. Schoenmakers geeft een aantal voorbeelden. “De gemeente Bergeijk had te maken met grondwatertekorten door lange periodes van droogte. Tegelijkertijd kwam het regenwater meteen in het hemelwaterriool terecht. De gemeente vroeg zich daarom af of dit regenwater een andere bestemming zou kunnen krijgen in plaats van het meteen in het riool af te voeren. Samen met waterschap De Dommel werd daarom een ondergrondse regenton gerealiseerd. De brandweer en groendienst kunnen nu rechtstreeks het water omhoog pompen uit deze waterbuffer zodat er ook in droge periodes voldoende water is. De gemeente is nu van plan

om op meerdere plekken een bovengrondse koppeling te maken met een waterbuffer in het hemelwaterriool.”

Tunnelbakken

Schoenmakers vervolgt: “Voor Rijkswaterstaat en Waterschap de Dommel voert de Waterbank onderzoek uit naar hergebruik van water uit tunnelbakken. Binnen dit onderzoek kijkt de WaterBank of het drainagewater in de omgeving gebruikt kan worden door bijvoorbeeld natuur, landbouw of industrie. De WaterBank stelt op dit moment een monitoringsplan op, dit is van groot belang voor het hergebruiken van restwater.

GOLFBAAN

Een voorbeeld uit de recreatieve sector is te vinden in Noord-Brabant. “Prise d’eau Golf is een golfbaan die in droge periodes net als vele andere golfbanen niet de graskwaliteit kan bieden die wenselijk is. Deze golfbaan is gelegen tussen Tilburg en Gilze, en ligt in het drinkwaterwingebied van Brabant Water en het beheergebied van waterschap Brabantse Delta. Het idee ontstond om in natte periodes water in een bufferzak van 200 kubieke meter op te slaan om

het te gebruiken op een later tijdstip. Hierdoor kan de jonge aanplant worden onderhouden. Dit concept zal in de toekomst nog verder worden uitgediept. Aangezien golfbanen in de toekomst steeds efficiënter met water om moeten gaan.”

ADAPTIEF BOUWEN

Adaptief bouwen is eveneens een belangrijk thema dat door leden van de Waterbank wordt onderzocht. “Circulair watergebruik is nodig om de gebouwde omgeving leefbaar te houden. Dat vindt onder meer bouwbedrijf Heijmans. Zij zijn aangesloten bij de Waterbank omdat ze het belangrijk vinden dat private en publieke partijen samenwerken om oplossingen te vinden voor de problematiek rond weersextremen.” In het project Hart van Zuid in Rotterdam is al sprake van circulair waterbeheer. “Hier is onder meer een urban waterbuffer geïnstalleerd. Dit systeem vangt regenwater op, filtert het, slaat het op waarna het op een later tijdstip kan worden hergebruikt. Rotterdam hoopt hiermee ongeveer 20 miljoen liter regenwater te kunnen hergebruiken. Hoe het geheel werkt? Onder de

19 Actueel

Gooilandsingel werd een berging van speciale infiltratiekratten gemaakt. Dit opslagsysteem kan het water van het dak van Winkelcentrum Zuidplain en van De Gooilandsingel verzamelen. Bij hevige regenbuien kan op deze manier in één keer 2,4 miljoen liter water worden opgevangen. Na filtering en zuivering kan het later weer worden opgepompt. Verschillende ondernemingen in de omgeving kunnen het water vervolgens gebruiken voor glasbewassing, schoonmaak of het doorspoelen van toiletten terwijl ook de groendienst ervan zou kunnen profiteren. Het is wenselijk dat dergelijke initiatieven veel vaker worden opgepakt. Samenwerking is daarbij cruciaal.”

DIGITALE HANDELSPLAATS

Naast netwerk- en expertisecentrum, doet de WaterBank daarom ook dienst als digitale handelsplaats om de vraag naar en het aanbod van restwater samen te brengen. “We hebben een platform ontwikkeld met een interactieve kaart waar leden

hun watervraag of -aanbod kunnen plaatsen. Hierdoor wordt inzichtelijk waar knelpunten zijn en waar uitwisseling tussen vragende en aanbiedende partijen mogelijk is. Zodra er een watermatch is, moet je vanuit die match komen tot een waterdeal, het realiseren van de uitwisseling. Daarvoor is vaak onderzoek nodig met betrekking tot de waterkwaliteit, -kwantiteit, -infrastructuur, de juridische kant en de financiering van het project. We hebben in de Waterbank leden met veel kennis over deze aspecten: gemeenten, waterschappen, adviesbureaus, banken, verzekeraars, watertechnologiebedrijven, installatieen bouwbedrijven. Daardoor kunnen we het hele traject van match tot deal snel doorlopen en successen boeken.”

INDUSTRIE

Toch is er nog veel winst te behalen, stelt Schoenmakers. “Industriële ondernemingen beschikken bijvoorbeeld nog over veel onbenut restwater. In plaats van dat te lozen is het een relatief eenvoudige stap om de samenwerking op te zoeken met vragende partijen. Met het oog op verdere uitbreiding van de vereniging is de WaterBank dan ook in gesprek met een groot aantal potentiële nieuwe leden, zoals productiebedrijven, grote gemeenten en drinkwaterleidingbedrijven. Hoe meer partijen we kunnen samenbrengen, hoe sneller we de waterbalans weer in balans kunnen brengen.”

Private en publieke partijen moeten intensiever de handen ineenslaan om een bouwkundig antwoord te formuleren op de nattere winters en hetere, drogere zomers die ons te wachten staan. Die oproep doet Koninklijke Heijmans N.V. naar aanleiding van een verschenen rapport met klimaatscenario’s van het KNMI. Om deze oproep kracht bij te zetten, heeft Heijmans zich als eerste landelijk actieve bouwbedrijf aangesloten bij de WaterBank.

jaargang 2024 20

Plastica is specialist op het gebied van gevelbekleding en plaatmateriaal. Het bedrijf beschikt over een brede keus aan gevelproducten met duurzaam materiaalgebruik en een lange levensduur. Verkoopleider Robin van Wijk neemt ons mee langs een deel van het productassortiment en legt uit hoe Plastica met ontwerp- en projectondersteuning en adviezen over onderhoud, altijd dicht bij de klant is.

Lange levensduur gevelpanelen is een duurzame waarde

De gevel is de jas van het gebouw. Je kijkt er jaren tegenaan. Dan is het zonde dat de budgetten voor de gevel onder druk komen te staan”, zegt Robin van Wijk, verkoopteamleider bij Plastica. “Ons bedrijf is gespecialiseerd in producten voor het interieur en het exterieur. De productgroep gevelbekleding kent vier hoofdgroepen: hout, HPL, steen en aluminium.

“Onze range aan producten is esthetisch en duurzaam voor een gebouwschil die jaren meekan met gering onderhoud. Onze producten zijn top van de markt, maar in het productportfolio houden we ook rekening met de stijgende kosten voor alle partijen en hebben we ook iets goedkopere producten in het assortiment. Ons doel is dat we uiteindelijk altijd mee

21 Actueel
Bedrijfspand, Bleiswijk, Massief NT schijnvoegen Robin van Wijk
jaargang 2024 22
Smartwoningen, Aalsmeer, Alucopal

kunnen denken met de klant. ” Fazawood is daar een goed voorbeeld van. “We zochten naar een duurzaam product met een lange levensduur dat toch betaalbaar is. Fazawood is een duurzaam houtproduct uit restanten uit de verwerking van eucalyptus hardhout.” Het product is geïntroduceerd rond 2022 en is erg geliefd bij de recreatiebouw. “Maar Inmiddels zien we ook dat een groot aantal architecten steeds enthousiaster over dit product aan het worden is. Voor zowel nieuwbouw als renovatie. Het is een PEFC gecertificeerd product met een lange levensduur, dat weinig onderhoud vergt.

Een ander interessant product voor renovatieprojecten is in de productgroep HPL het Massief NT. Een product met een extreem lange levensduur in bijna 180 kleuren bijvoorbeeld in de populaire range houtdecors.

“Door in het houtdecor schijnvoegen te frezen, Krijgt het een planken effect mét behoud van de brandklasse B, het voordeel van gering onderhoud en lange levensduur.”

DUURZAAM

De lange levensduur is het duurzaamste aspect aan onze producten. Als je het product aanbrengt volgens onze montage voorschriften, zorgt voor goede ventilatie en als je de gevel goed schoon houdt garanderen wij dat de gevel zonder probleem jarenlang meekan.”

“Duurzaamheid is een continu proces”, zegt Van Wijk. “Binnen ons bedrijf worstelen we er mee. Moet je carpoolen, het menu in de kantine aanpassen? Wat we enkele jaren geleden trots vermelden is vandaag alweer mainstream. Voor ons zijn die keuzes bijvoorbeeld ook: halen we hout met vrachtwagens uit Europa of met containers over zee? Dus blijven we alert en verbeteren we waar we kunnen.” Trots is Van Wijk op de hoogwaardige toepassing van zaagafval van aluminium composiet gevelmateriaal. “Dat wordt weer gebruikt door een fabrikant als bodem van prullenbakken.”

23
Actueel

Isolatiemateriaal?

Isobooster: de hoogste isolatiewaarde op de markt

80% gerecycled

Havana,

Isobooster is een universele isolatie, toepasbaar in alle bouwdelen, bij nieuwbouw, renovatie en restauratie.

Bel 030 6666 963 of bezoek isobooster.nl voor info en technisch advies.

Missiehuis,

ISDE Subsidie (15 toepassingen!)

Hoogste R-waarde

Stofvrij

Robuust en flexibel

BCRG | Isobooster: 20210443GK | Isobooster ms voorzetwand: 20210631GK

T 030 6666 963 E info@isobooster.nl W isobooster.nl

ZinCo Benelux daktuin@zinco.nl www.zinco.nl

Weergaloos in waterbeheer.

ZinCo is marktleider op het gebied van systeemoplossingen voor alle type daktuinen en bij uitstek de specialist als het gaat om waterretentie. Of het nu gaat om het vasthouden, hergebruiken of vertraagd afvoeren van water, ZinCo heeft voor elke situatie een passende oplossing.

jaargang 2024 24
Almere
Snel toepasbaar Tilburg Framebuilding Amsterdam Kerk, Voorburg
Parkwijk, Baarn
Villa

DICHT BIJ DE KLANT

“Inkopen en het product in de markt zetten. Dat was vroeger onze werkwijze. Tegenwoordig zijn wij er om van A tot Z mensen te adviseren. We zijn er voor de architect om deze te helpen aan de juiste keuzes en ontwerp oplossingen. De aannemer kan rekenen op projectondersteuning. En in de beheerfase kunnen gebouweigenaren op ons advies ter hand nemen met betrekking tot het onderhoud. ‘Plastica is Dichtbij’ staat groot op de muur in het kantoor van Van Wijk. “Het is een sterke boodschap die door ons hele bedrijf speelt en inspireert. Of we nu kijken waar we onze producten inkopen, onze landelijke regionale aanspreekpunten en onze bereikbaarheid voor vragen en advies. We willen dicht bij onze klanten zijn en hen zo goed mogelijk ontzorgen. En deze aanpak werkt. Architecten hebben een ruime keus en worden ondersteund in het detailleren, aannemers vinden het fijn werken en kunnen de kwaliteit leveren die de klant wenst.”

In het voortraject en bij projectondersteuning is Plastica de klanten graag van dienst. “Advies van a tot z. Van de architect, projectondersteuning tot laatste nagel of het lijmpatroon op de bouw. Stuur ons de tekeningen en wij kijken; zit het goed in elkaar?” Zegt Van Wijk die een voorbeeld geeft: “We hebben een productgroep die je moet aflakken aan de kopse kanten met een correctielak. Zagen, lakken, drogen en een tweede laag lak. Bij grote projecten is het voor de mannen op de steiger best een tijdrovende klus. Wij ontzorgen de klant door op basis van de bouwtekening in onze zagerij alle planken op maat te zagen en onder geconditioneerde omstandigheden af te lakken. We leveren het op de bouwplaats als een bouwpakket aan. Dat scheelt tijd, ruimte en beperkt de kans op faalkosten tot het minimum.”

KWALITEITSBORGING

Plastica is dichtbij vertaalt zich bijvoorbeeld ook in de hulp bij de Wet kwaliteitsborging (Wkb). “Ik infor-

meerde me op seminars en webinars en er komt veel op de aannemer af wat betreft de regelgeving. Ik ben ervan overtuigd dat de Wkb goed is voor de bouw. Maar je moet bijna een raketgeleerde zijn om alle rapporten in te vullen. Wij helpen de klant met verslagen van onze projectbegeleiding en goed toegankelijke documentatie met betrekking tot certificaten.” “In het tweede kwartaal van dit jaar lanceren we een klantenportaal op onze site, Dit portaal zal onder meer alle documentatie van de producten omvatten. In een certificatenbank zijn die gemakkelijk terug te vinden. De portal ontsluit informatie over levertijden, prijzen, brochures, keurmerken en BIM bestanden.

“Onze producten zijn voorzien van een prestatieblad. Eisen en wensen voor wat betreft de brandklassen zullen door strengere regelgeving meer aandacht vereisen. ‘’Voor ons de taak om te zorgen dat onze producten aansluiten op de veranderingen in de markt.”

25 Actueel
Restaurant, Giethoorn, Fazawood

In Zuidwolde is tussen de bomen een nieuw, sculpturaal gebouw opgetrokken voor sport- en cultuurgelegenheden: Huus voor Sport en Cultuur (HSC). Het ontwerp is van bct-architecten. De houten gevel vormt zich rond het bestaande en nieuwe deel van het pand, en is opgehangen

aan een parametrisch ontworpen achterconstructie, waarmee gevelbedrijf Metadecor een BIM Award van Construsoft heeft gewonnen. De prachtige natuurlijke kleuren van het grenenhout, geleverd door Foreco, verbinden het HSC met de omgeving. Foto: Metadecor

Project in beeld

Door: Harmen Weijer. Foto’s: Hoogendoorn

“In zeker driekwart van de huidige projecten zitten we inmiddels in het bouwteam, zodat we al vroeg kunnen aangeven wat er mogelijk en nodig is.”

Het verduurzamen van gebouwen gaat allang niet meer alleen over de energievoorziening en de bouw; ook sanitaire installaties worden meegenomen in deze transitie. Dan gaat het over onder andere waterbesparing, maar ook over slimmer gebruik van hemelwater in bijvoorbeeld grijswatersystemen en om het gebruik van slimmere apparatuur. Om dit goed mee te nemen in het totale gebouwontwerp, zit de moderne sanitaire installateur steeds vaker vroeg aan tafel in het bouwteam, zoals Marco Lek, Arie Plomp en Henk-Jan Rijneveld van sanitair-installatie Hoogendoorn volop merken. “In zeker driekwart van de huidige projecten zitten wij inmiddels in het bouwteam, zodat we al vroeg kunnen aangeven wat er mogelijk en nodig is.”

Slimmere sanitaire installaties helpen drinkwater te besparen

jaargang 2024 28

Bij een groeiende bevolking en een opdrogende aarde – zelfs als je dat niet zou zeggen na zo’n kletsnatte herfst en winter – wordt het ook in Nederland steeds belangrijker goed te kijken hoe we ons kostbare drinkwater zo goed mogelijk gebruiken. Henk-Jan Rijneveld, senior werkvoorbereider bij Hoogendoorn: “Drinkwaterbedrijven hebben al aangegeven dat er in droge tijden, zoals in de zomer, steeds minder grondwater en oppervlaktewater is om te kunnen gebruiken voor drinkwater. Het is ook niet voor niets dat in ‘Den Haag’ wordt

nagedacht om wet- en regelgeving aan te passen, waarbij in die droge periode particuliere gebruikers 20 procent op hun watergebruik moeten bezuinigen.”

En hoewel demissionair minister Hugo de Jonge dit nog niet wilde opnemen in het nieuwe Bouwbesluit, beseffen sanitaire installatieontwerpers zich terdege dat ze er nu al mee aan de slag moeten. Rijneveld: “Denk in dit geval aan het opvangen van regenwater, en in het ontwerp meenemen uit welke tapwaterpunten dit water mag komen. We mogen volgens de

huidige regels regenwater gebruiken om toiletten door te spoelen. En bij woningen mogen we ook opgevangen regenwater uit de achtergevelkranen laten stromen, voor het besproeien van de tuin. Maar meer dan dit is wettelijk nog niet toegestaan.”

INVESTERING

Voor opdrachtgevers die een groen label op hun pand willen hebben, kan een dergelijk grijswatersysteem daarvoor zorgen. Marco Lek: “Wat we in de praktijk wel vaak zien, is dat een dergelijke investering toch niet wordt gedaan omdat het wordt gezien als een prijzige meerinvestering. Het drinkwater is immers nog goedkoop in Nederland. En dan sneuvelt zo’n beslissing toch regelmatig.” Rijneveld plaatst er nog een andere kanttekening bij. “Dit wordt vaak als duurzame investering gezien, maar realiseer je wel dat dit soort systemen juist meer installaties vraagt. Voor een grijswatersysteem heb je namelijk een dubbel waterleidingsysteem nodig, met een opvangtank en een extra pomp, die ook weer stroom vraagt. Kortom: nu is het een investering in de installatie om straks bij te dragen aan een duurzame, misschien wel volledig off-grid systeem.”

BELGIË ALS VOORBEELD

Een breder gebruik van regenwater zou tijdens drogere perioden wel voor meer drinkwaterbesparing kunnen zorgen. Rijneveld noemt de wet- en regelgeving in België als voorbeeld. “Daar geldt het volgende: zolang mensen niet langdurig in contact komen met het te gebruiken water, dan mag dat water van een andere kwaliteit zijn. Dus dan kun je de tappunten daarvoor ruimer kiezen, want dan kan regenwater worden gebruikt voor het spoelen van de toiletten. Ook kan dit water worden gebruikt voor wasmachines en vaatwassers.” Arie Plomp vult hem aan: “Dit is inmiddels zelfs een verplichting in België, want zij zijn op dit vlak al een stuk verder dan in Nederland.”

Niet alleen in het installatieontwerp zijn mogelijkheden tot zuiniger en

29 Actueel

duurzamer gebruik van drinkwater. Ook kranen kun je ‘knijpen’, stelt Lek. “Zo wil Schiphol het gebruik van drinkwater van handenwasgelegenheden beperken door niet meer dan 3 liter per minuut door te laten. En we krijgen steeds vaker de opdracht om in

keukens de kranen te begrenzen naar 7 liter per minuut.”

KOUD WATER

Ook in het kader van veiligheid is het belangrijk dat meer slimheid aan kranen wordt toegevoegd, zeker als

het om koud water gaat. Denk in dat geval aan automatisch doorspoelen. Lek: “Voorheen en nu nog steeds wordt dat gedaan aan de hand van een beheersplan, wat in de praktijk betekent dat iemand door het gebouw gaat en alle tappunten een

jaargang 2024 30
Steeds meer fabrikanten hebben kranen ontwikkeld, waarin intelligentie is ingebouwd, zoals sensoren. Daardoor is precies na te gaan waar in een gebouw welke kranen op welke temperatuur zijn gebruikt.

bepaalde tijd openzet. Dan zijn de leidingen in ieder geval doorgespoeld. Steeds meer fabrikanten hebben kranen ontwikkeld, waarin intelligentie is ingebouwd, zoals sensoren. Daardoor is precies na te gaan waar in een gebouw welke kranen op welke temperatuur zijn gebruikt. In combinatie met je beheersplan kun

je dan veel gerichter spoelen, want als je weet dat een bepaald tappunt vaak gebruikt wordt, hoef je dat punt natuurlijk niet te spoelen.”

In de praktijk kan dat soort intelligentie ver gaan, weet Arie Plomp. “We zijn nu bezig met het sanitair ontwerp van een sportcentrum in Rotterdam. Daar zit intelligentie ingebouwd in alle kranen, van douches tot fonteintjes, die in het gebouwbeheersysteem worden meegenomen. De gebouwbeheerder kan met een app zien wanneer er voor het laatst is gespoeld, en met welke temperatuur per tappunt die spoeling is gedaan. Dat is helemaal computergestuurd, zodat het spoelprogramma op alle tijden kan worden gestart, zelfs als het gebouwalarm aan staat. Ook thermisch spoelen gaat automatisch. Sensoren houden dan in de gaten of er niemand in de buurt is. Dit moet natuurlijk wel veilig gebeuren.”

SLIMME KRANEN

Die toegevoegde intelligentie is niet alleen goed voor de waterkwaliteit; ook het onderhoud van het sanitair zelf heeft er baat bij, weet Lek. “De schoonmaak van het sanitair kan bijvoorbeeld hierop worden afgestemd,

Hoogendoorn zorgt onder andere voor het bewateringssysteem van het Utrechtste icoonproject Wonderwoods. Waar het bedrijf normaliter het hemelwater naar binnenhaalt om af te voeren, gebeurt dit bij Wonderwoods via de balkons en langs de gevel. Dit heeft alles te maken met het bewateren van de groene gevel.

want via de sensoren is te zien hoe vaak toiletten gebruikt zijn.” Dat deze slimheid geld oplevert tijdens de exploitatiefase van een gebouw, wil nog niet zeggen dat investeerders bij de bouw of verbouw bereid zijn die investering te doen. Lek: “Daarom is het ook belangrijk dat wij zo vroeg mogelijk aan boord zitten in een bouwteam. Dan kunnen we ook uitleggen wat deze innovaties kunnen opleveren. Gelukkig gebeurt dat dus ook steeds vaker.”

31 Actueel
Vooral bij nieuwbouw is het een voordeel zo vroeg mogelijk in het bouwteam aan te geven hoe het waterleidingnetwerk kan worden aangelegd.

Door: Harmen Weijer

De tijd dat gebouwen worden gezien als veroorzaker van het klimaatprobleem wordt steeds vaker achter ons gelaten. Want gebouwen kunnen ook helpen aan het oplossen van de gevolgen van klimaatverandering. Denk aan de vemindering van het heat island effect in de zomer. Of aan de opvang van regenwater in steeds heftigere buien. Dat kan onder ander met behulp van klimaatdaken. Dat mes snijdt aan meerdere kanten, want naast de eerder genoemde effecten, kan meer groen op daken ook zorgen voor een verbetering van de biodiversiteit in de stad. Michiel van de Bunt, voorzitter van de branchevereniging voor bouwwerkbegroening (VBB) en bedrijfsleider van klimaatdakenleverancier ZinCo, vertelt hoe klimaatdaken kunnen helpen onze steden klimaatadapatief te maken.

Klimaatdaken tegen negatieve gevolgen klimaatverandering

“Het gaat om het vasthouden

van regenwater”

Bij het klimaatadaptief maken van onze steden denken we vaak aan oplossingen op of onder de grond, zoals wadi’s, klimaatpleinen en opvangkratten. Maar je kunt er al tientallen meters eerder mee beginnen, namelijk op daken. En dat dient meerdere doelen, vertelt Michiel van de Bunt. “Gemeenten benutten steeds meer gebieden in steden voor gebouwen, inbreiden zoals dat heet. Daarvoor leggen ze projectontwikkelaars duidelijke regels op om er voor te zorgen dat het nieuwe gebouw het niet nog zwaarder maakt om als stad de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Die eisen zijn breed, en hemelwateropvang is er één van. Een klimaatdak kan helpen om zowel de stad groener te houden dan wel te maken, maar ook om de biodiversiteit te verbeteren, en om de gebouwen koeler te houden. Er komt

immers wel meer verhard oppervlak in de stad, wat zorgt voor het zogeheten heat island effect. Klimaatdaken zijn eigenlijk een basisantwoord op een van de uitdagingen die op ons afkomen door klimaatsverandering.” De ontwikkeling van klimaatdaken is de afgelopen jaren heel snel gegaan, want tegenwoordig is een relatief simpel sedumdak eigenlijk niet meer voldoende. Van de Bunt: “Het is ook niet meer zo dat je kunt stellen dat een dergelijk groendak beter is dan niets, want onze branche kan zo veel meer waardoor steden aantrekkelijker worden om te wonen en te werken.”

WATER ALS RODE DRAAD

Het scala aan klimaatdakoplossingen is inderdaad een stuk uitgebreider geworden dan 15 jaar geleden: het varieert van biodiversiteitsdak en

De biodiversiteit in de drukke en volgebouwde steden in Nederland kan met klimaatdaken flink worden verbeterd.

33 Actueel

retentiedak tot aan hitterductiedak en solar groendak. Rode draad bij deze daken en bij ieder project is wel: water. Van de Bunt: “Was het een jaar 10, 15 geleden nog zo dat daken groen moesten worden; nu eisen gemeenten steeds vaker een goede sturing van het hemelwater. Dit vooral omdat de capaciteit van rioolbuizen de stortbuien van tegenwoordig niet meer aankunnen, en dan met name vanwege veel regen in korte tijd. Klimaatdaken, vooral retentiedaken, kunnen het hemelwater dat op gebouwen valt, een tijdlang vasthouden. Daar waar het regenwater voorheen via de gevel of hemelwaterafvoeren naar het riool werd afgevoerd. Door het regenwater op de daken vast te houden, tijdelijk of langer, kan het regenwater op de grond eerst worden afgevoerd, waarna eventueel water vanuit de klimaatdaken kan worden geloosd.”

In Amsterdam bijvoorbeeld eist de gemeente dat per m2 minimaal 60 liter hemelwater wordt geborgd en dat dit hemelwater binnen 24 uur wordt afgevoerd. Ook stellen gemeenten in vooral droge gebieden dat het water dat gebruikt wordt voor het irrigeren van de groendaken, geen drinkwater is. Dat is ook de reden dat bij grote daken het opgevangen regenwater wordt gemonitord, zoals bij het klimaatdak dat ZinCo in Rotterdam heeft aangelegd op het congresen concertgebouw De Doelen (zie kader). “Dit dak is een dynamisch systeem. Je hebt ook statische klimaatdakensystemen, die het water wel sturen, maar volgens een standaard proces: binnen een aantal uren na de regenbui heeft het overtollige regenwater het dak vertraagd weer verlaten. Wat je veel vaker zult zien is dat actieve, slimmere systemen meer gebruikt zullen gaan worden.”

CONSTRUCTIE

Belangrijk is wel dat de constructie deze klimaatdaken aan kan, want

jaargang 2024 34
Een klimaatdak kan helpen om de stad groener te houden en om de gebouwen koeler te houden.
35 Actueel

je hoeft geen geleerde te zijn om te bedenken dat tientallen opgevangen kuubs water tot een verzwaring op het dak leidt. “Bij nieuwbouw is dat geen probleem, want daarmee houdt de constructeur rekening in het ontwerp. Bij bestaande bouw is dat

een stuk lastiger en vraagt geregeld een aanpassing van de constructie. Dat berekenen wij als leverancier niet zelf, al zouden we dat wel kunnen. De expert daarin, de constructeur, berekent dit voor de ontwikkelaar. Het advies van de constructeur kan

leiden tot een verzwaring van de draagconstructie van het gebouw. Je kunt dat vaak ook zien aan de vegetatie op dat klimaatdak, want op die extra ondersteuning kan wat hoger groen worden geplaatst.”

Vanuit de branchevereniging voor

jaargang 2024 36
Hoewel 9 van de 10 klimaatdaken die ZinCo aanlegt op nieuwbouw wordt gerealiseerd, heeft het bedrijf vorig jaar op een bijzonder bestaand gebouw een retentiedak gerealiseerd.

bouwwerkbegroening (VBB) wordt wel druk uitgeoefend richting kabinet om de wet- en regelgeving op dit vlak aan te passen. Van de Bunt: “Dat moet je denken aan de eis dat daken worden uitgerust gelijk aan een verdiepingsvloer. Dus qua constructie veel draagkrachtiger, wat nu niet het geval is. Dan weet je zeker dat er

DE DOELEN IN ROTTERDAM

Hoewel 9 van de 10 klimaatdaken die ZinCo aanlegt op nieuwbouw wordt gerealiseerd, heeft het bedrijf vorig jaar op een bijzonder bestaand gebouw een retentiedak gerealiseerd. Het gaat om het congres- en concertgebouw De Doelen in Rotterdam, waar nu het grootste multifunctionele dak op een gemeentelijk rijksmonument is aangelegd.

De dakinrichting van de Doelen in Rotterdam biedt plaats aan 150 mm water. En dat lijkt misschien fors, maar eigenlijk gaat het hier om 75 mm waterretentie per dak, omdat het hoger gelegen dak van de Grote Zaal (2524 m²) ook op dit dak afstroomt. Reken je dit om naar dagen met zware neerslag, dan is de capaciteit op de Doelen toereikend voor 1,5 dag zware neerslag. Op De Doelen wordt eveneens het watermanagementsysteem Meteo Active gebruikt. Dit berekent aan de hand van weersvoorspellingen hoe en wanneer het water tot afstroming komt. Voorspelt Buienradar een bepaalde hoeveelheid neerslag en zit het systeem al vol? Dan zal het daksysteem ledigen op een tempo dat nodig is om de volgende bui op te vangen. Is het juist een periode droog? Dan houdt de Meteo Active het water vast voor de beplanting. Op het dak van de Doelen staan 10 van deze regelunits, die onderling het waterbeheer regelen. “In het dashboard zijn deze gegevens in één oogopslag te zien door de gebouwbeheerder”, legt Michiel van de Bunt van ZinCo uit. “Zo is de daktemperatuur en de omgevingstemperatuur te zien. Vorig jaar zomer bijvoorbeeld was te zien dat het boven het dak 6 graden koeler was dan beneden op straat. En ook zie je wat actuele waterpeil op het dak is. Het maximum op De Doelen is 228 kub. Dat niveau willen we bereiken zodra de warme dagen beginnen, in mei/juni. Dus dat betekent in de eerste maanden van het jaar: kleppen dicht!”

In het dashboard zijn gegevens als temperatuur en opgevangen regenwater in één oogopslag te zien door de gebouwbeheerder.

een klimaatdak op kan. Wij worden immers door gemeenten uitgedaagd om met klimaatdakoplossingen te komen, maar daar hebben we ook de ondersteuning van de wetgever bij nodig.”

Kaveloverschrijdende oplossingen Ook op een ander vlak zou Van de Bunt meer flexibele wet- en regelgeving willen zien. “Kaveloverschrijdende oplossingen zijn nu nog niet mogelijk, terwijl het bij veel projecten

enorm zou helpen. Nu nog moeten bijvoorbeeld woontorens met veel groen hun eigen regenwater opvangen en daarmee dat groen irrigeren. Het dak van de toren is echter een veel te klein oppervlak, terwijl het hemelwater van bij wijze van spreken de bouwmarkt die er naast ligt, kan worden opgevangen en voor het groen in de toren worden gebruikt. Maar op dit moment mag dat dus niet. Die juridische hobbel moet echt weggenomen worden.”

37
Actueel

Wil jij werken aan de gaafste projecten in de utiliteitsbouw?

Kom werken bij Hoogendoorn!

Wij zijn specialist in sanitaire installaties en partner van bouwend Nederland.

• 3 fase 100A • Duidelijke LCD display • Verkrijgbaar in diverse modellen > D, Standaard model > Bi, Met separaat register import en export > DR, Met separaat register welke welke resetbaar is > DM, met RS485 Modbus • Allen MID gekeurd, dus toegestaan voor verrekening SDM630 Modbus MID SDM72 series MID gekeurd Volledige controle over energieverbruik? E&S Electrading Distributeur van Eastron energie en kWh meters voor de Benelux • 3 fase 100A of -/5A i.c.m. stroomtrafo’s • Meet kWh Kvarh, KW, Kvar, KVA, P, F, PF, Hz, dmd, V, A, etc. • Bidirectionele meting, import en export • RS485 Modbus • MID gekeurd, mag voor verrekening gebruikt worden Direct uit voorraad leverbaar Direct naar de WEBSHOP
Projectleider Heb jij de ambitie om grote bouwprojecten te begeleiden? Check www.hoogendoorn.nl/werkenbij Join the family! Neem contact met ons op via info@hoogendoornbv.nl

Door: Ronald van Bochove

“Het dak is een extreem kostbare asset”, zegt Jeroen van de Laar, algemeen directeur van Inscio-Roofs. “En het dak krijgt steeds meer functies die grote risico’s met zich meebrengen, zoals het dragen van pv panelen, groen, en waterretentie.” Zijn bedrijf plaatst in het dak sensoren. Met de hulp van de meetgegevens van deze daksensoren krijgt de gebouwbeheerder betrouwbare informatie over de prestaties van het dak. “Realtime meetdata die ingezet kan worden voor verantwoord beheer.”

Prestatie van het dak precies gemeten

Inscio Roofs plaatst sensoren in de dakopbouw. Ze meten vocht en de temperatuur aan de boven- en onderkant van het isolatiemateriaal. De elementen communiceren via het telecommunicatienetwerk LoRaWan en sturen in een op afstand in te stellen frequentie van een paar keer per uur tot enkele keren per dag hun

meetgegevens door naar de cloud. Het bedrijf verwerkt de gegevens en presenteert die vervolgens op de app van de gebouwbeheerder of eigenaar. De sensoren worden aangebracht bij nieuwbouw en renovatie, als het dak open is, maar worden ook steeds meer geplaatst in bestaande daken. “Door continu te meten, zowel op als

onder het isolatiemateriaal, beschik je als eigenaar over de juiste informatie voor onderhoud en renovatie en kun je in geval van calamiteiten snel en gericht ingrijpen” zegt Van de Laar. De gegevens zijn bijvoorbeeld belangrijk voor grote woningcorporaties die het beheer hebben over duizenden vierkante meters dakvlak. “We

39
Actueel

brengen onze sensoren in bestaande daken aan op strategische plekken en met de hulp van onze gegevens kan de beslissing over het onderhoud aan daken worden bepaald. Het is een enorme winst als dat een aantal maanden of jaren met een gerust hart kan worden opgeschoven op basis van onze meetgegevens. Daarmee verlengt de levensduur van het

dak zonder concessies te doen aan de kwaliteit van de werking.”

VERRASSEND

Inscio verzamelt gegevens van tal van verschillende daken. Daarmee beschikt het bedrijf over objectieve data over de prestaties van diverse typen dakopbouw en materialen. De eerste analyses zijn verrassend. Zo

blijkt uit metingen in de zomer van 2022 op identieke daken met drie verschillende dakbedekkingen dat er grote verschillen en interessante overeenkomsten zijn tussen de diverse daktypen.

Van de Laar: “We kregen gegevens binnen van een zwart bitumen dak, een groen sedum dak en een dak met witte bitumendakbedekking. De

jaargang 2024 40

zomer was heel warm en het sedum droog. Het viel op dat de gemiddelde temperatuur over de hele dag, de belangrijkste indicator voor het comfort onder het dak, nauwelijks verschil vertoonde tussen een droog sedum dak en wit bitumen dak. En dat was best verrassend. Maar als het sedum vochtig is, na een zomerse bui, dan biedt het sedum dak wel degelijk

voordelen.” “Natuurlijk is een groen dak een keuze voor natuur, biodiversiteit, en schoonheid, maar wat de temperatuur betreft is de prestatie te vergelijken met een wit dak. Een dak met kiezels die het zonlicht breken, blijkt ook goed te presteren voor wat betreft de weerstand tegen warmte van de zon.”

METEN AAN BIOBASED GROENDAKEN

Babylon Daken van Eduard Beekhuizen onderwierp diverse proefvlakken groendaken aan een nauwkeurige prestatie meting met de hulp van inscio meetgegevens.

Beekhuizen: “Vooral op lichtgewicht groendaken wordt helaas nog veel gebruik gemaakt van kunststoffolies en minerale wol voor wortelwerende folies, drainagelagen en groeilagen. Die zijn lastig te recyclen. Maar als je biobased alternatieven wilt toepassen moet je natuurlijk ook gedegen onderzoek doen naar de prestaties. Het verbaasde mij enorm dat er zo weinig onafhankelijke, actuele meet- en onderzoeksdata beschikbaar is.” “Omdat de functies, voordelen en nadelen van dakconstructies tot nu toe vooral gebaseerd zijn op modelmatige berekeningen, argumenten en informatie van fabrikanten, kreeg ik behoefte aan objectieve meetdata. Door hierover vragen te stellen binnen mijn netwerk kwam ik in contact met Jeroen van de Laar van Inscio Roofs. Babylon Daken liet meetsensoren laten installeren in het project Kantoor vol Afval (KaVA). “Bij dit project onderzoeken wij, in samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf, de toepassing en prestaties van een volledig circulair biobased groendak”. “Het belangrijkste voordeel van Inscio Roofs oplossing is dat zij de temperatuursontwikkeling en andere condities in meerdere lagen van een dakconstructie kunnen meten en via de cloud toegankelijk maken. Dat heb ik nog nergens anders gezien. Je kunt natuurlijk allerlei sensoren kopen en installeren, maar dan heb je nog lang geen kant en klare meetoplossing. Via de geïnstalleerde sensoren heb ik nu elk uur inzicht in de temperatuur en vochtigheid van onze daken, oftewel 24 x 365 metingen per jaar. Deze metingen helpen ons om nog beter presterende circulaire groendaken te ontwikkelen, te installeren en preventief te onderhouden.”

WAARDEVOL

“Het verbaasde me dat de beoordeling van de kwaliteit van het dak vooral gebeurt op basis van een visuele inspectie van de dakbedekking en sporadisch ook een insnede, want dat zegt eigenlijk vooral wat over de dakbedekking. Omdat er steeds meer op het dak gebeurt, pv panelen, groen, waterretentie, nemen de risi-

41 Actueel

co’s enorm toe. Kun je dan nog wel volstaan met deze steekproefsgewijze inspectie? Het is te vergelijken met als je bij een monteur komt voor onderhoud aan je auto en hij kijkt alleen maar naar de motorkap om tot de conclusie te komen dat er iets mis is met de motor.”

De meetgegevens van het bedrijf helpen woningcorporaties, maar ook ziekenhuizen of andere organisaties

met vastgoed als ook dakdekkers aan waardevolle data om onderhoudsbeslissingen op te baseren. Daken op ziekenhuizen en daken boven datacenters bijvoorbeeld, zijn voorzien van sensoren en geven direct een signaal als er lekkage wordt gesignaleerd. “En ook bij geschillen worden onze sensoren ingezet om de plek van de lekkage te lokaliseren.”

KENNISSESSIE GRIP OP AFSTAND: ZinCo en Inscio organiseren op donderdag 28 maart in de Bouw & Infracampus in Harderwijk van 11.00 – 15.00 uur (inclusief lunch en afsluitende borrel) een kennissessie over innovatieve ontwikkelingen bij het monitoren en beheren van het multifunctionele dak. Innovatieve sensortechnologie helpt bij het monitoren en beheren van het dak, van vochtigintreding tot prestaties van een retentiedak, zowel realtime als op lange termijn. Speciaal voor de architect, ontwikkelaar, dakdekker en dakhovenier

jaargang 2024 42

Door:

Salesmanager Marc Mulders van Aliplast, schets voor ons de wereld van het innovatieve bedrijf dat dit jaar drie nieuwe producten op de Nederlandse markt introduceert. Specialist Aliplast beschikt over productontwikkeling en eigen extrusie- en poedercoatfaciliteiten. In zes tot acht weken kan de architect desgewenst een aluminium kozijn met een eigen ontworpen profiel geleverd krijgen. De bijzonder ranke schuiframen, deuren en kozijnen vinden hun weg naar de top van de nieuwbouwmarkt, maar zijn ook uitermate geschikt voor het vervangen van houten of stalen kozijnen in renovatiewerk.

Duurzame, ranke profielen naar ieders wens voor nieuwbouw én renovatie

43 Actueel
Grote schuifpuien Foto: Nick Decombel – Desender

“Aliplast is een systeemhuis”, zegt Marc Mulders. “We produceren geen afgewerkt raam, maar leveren de profielen voor een kant en klaar kozijn dat de kozijnfabrikant voor haar klanten maakt.”

Aliplast ontwikkelt systemen voor de top van de markt met bijna onzichtbare profielen. Kozijnen in soorten en maten naar ieders wens. “We richten ons op consumenten die onze uitstraling aanspreekt. Maar

onze klanten zijn de fabrikanten die de door ons ontwikkelde concepten uiteindelijk voor de klant kozijnen op maat maakt. Productspecialisten bezoeken architecten om hen te adviseren en ondersteunen in het ontwerpproces. En met onze kennis van de markt weten we bij elk project een gespecialiseerde kozijnfabrikant voor te stellen die de kwaliteit van onze producten kan garanderen.” Veelal vinden de producten hun weg

naar de nieuwbouwmarkt. Bijvoorbeeld het woonproject Louise Marie met 207 appartementen en penthouses, verdeeld over twee woontorens van 14 verdiepingen. Door de ligging aan een drukke weg is akoestiek een zeer belangrijke factor bij de keuze van de ramen. Of de architectenwoning door BAO-architecten waarin naast ramen en deuren van de Star 75 ook het Ultraglide schuifpui systeem is toegepast. Daarnaast is er

met onze partner Vorsselmans een systeem ontwikkelt dat dienstdoet als akoestisch geluidsscherm zodat de binnentuin tussen de 2 toren een oase van rust is.

OOK RENOVATIE

Een recente Bouwkennis rapportage geeft aan dat meer dan de helft van de renovatiekozijnen van hout of kunststof is. “Het is toch een prijsverschil van ongeveer 20 procent

ten opzichte van aluminium en de particuliere opdrachtgever kijkt strak in de portemonnee. Maar we zien dat de vraag naar onze producten in de renovatiemarkt groeit. Steeds meer VvE’s zoeken naar duurzame alternatieven die weinig onderhoud vergen. Producten waarmee je de originele uitstraling van houten of stalen kozijnen prima kan benaderen. Wij beschikken over de systemen die esthetisch aansluiten op de bestaan-

de situatie, met een hoge isolatiewaarde.

ALIPLAST IN EUROPA

“Wij maken een systeem voor aluminium oplossingen voor kozijnen in de breedste zin. Ze worden uitvoerig getest op wind-, en waterdichtheid. Op brand akoestiek en veiligheid. Onze partner koopt bij ons profielen, accessoires en beslag en produceert in eigen productie kozijnen op maat voor bij de eindklant zegt Mulders. De Aliplast valt onder wereldspeler Corialis Group, gevestigd in België, goed voor een omzet van meer dan 800 miljoen euro en ruim 3.000 medewerkers. “Er zijn systeemhuizen in Spanje, Portugal en Zuid-Frankrijk. Aliplast West-Europa, bestrijkt het gebied Scandinavië, Benelux en Frankrijk ‘boven Parijs’ en DACH. “Dat is het gebied met min of meer hetzelfde klimaat. Elk systeemhuis beschikt over eigen productie en eigen markt waarvoor het de producten ontwerpt. Er is ook een Aliplast Oost-Europa uit ons voortgekomen, opererend in de Oost-Europese markt.

Elk systeemhuis beschikt over een eigen extrusie faciliteit voor het maken van de buiten en binnenschalen. Daarnaast heeft elk locatie zijn eigen isoleerlijnen en het poedercoaten van de profielen. Dicht op de markt zodat de profielen zijn afgestemd op de lokale weersomstandigheden en er snel kan worden ingespeeld op de wens van de klant. “Iedere vestiging heeft een specialisme. Onze hub in West-Europa is expert op het buigen, zet- en plooiwerk.”

Onze projectadviseurs staan architecten bij die iets bijzonders willen. We kunnen dat voor hen tekenen en in de eigen fabriek extruderen. Je kunt korte slagen maken en in een tijdsbestek van 6 tot 8 weken een product ontwikkelen.

45 Actueel
Hoekraam Foto: Jaro Van Meerten – Van Doorslaer

OP DE TOEKOMST VOORBEREID

De series die we nu voeren voldoen aan de strengste isolatie eisen in de markt. “Wat de markt nu vraagt kunnen we leveren en als de isolatienorm nog strenger wordt, kunnen we het goed opvangen in de bestaande profielen en series die we nu hebben. We zoeken wel constant naar slimmer ontwerpen van het profiel om kosten te besparen. We stellen ons constant de vraag; kan ik optimaliseren, zodat het iets efficiënter kan.”

Aliplast ontving een Cradle to Cradle Silver certificaat voor 15 verschillende van haar aluminium systemen. Voor de koudebrug in het profiel kiest het voor de kunststof Noryl. “Een non-toxische kunststof met een hoge isolatiecoëfficient. Twee andere

veel gebruikte kunststoffen in deze markt zijn Polyamide, dat ongeveer 80 procent van de markt gebruikt, en ABS dat goedkoper is, maar toxische stoffen bevat waardoor het niet C2C is. Noryl combineert met haar goede verwerking en goede isolatiewaarde het beste van deze twee alternatieven. Bovendien sluiten er geen vochtbolletjes in bij het poedercoaten, wat bij polyamide wel kan optreden en de oorzaak kan zijn dat de verf open spat.

MINILINE EN NOVITEITEN

Aliplast lanceerde onlangs haar minimalistische schuifpui in de Miniline. Als een openschuivende glazen wand. Bijna alle aluminium profielen van de schuifpui zijn onzichtbaar

ingebouwd. Alleen het verticale aluminium profiel met een breedte van 20mm is zichtbaar. De ramen kunnen tot 4 meter hoog gemaakt worden. “Deze minimalistische hebben we nu als een basislijn met dubbel glas geïntroduceerd. Het is gemaakt in samenwerking met ons Portugese ‘broertje’ Lingotte in Portugal. In het vierde kwartaal van dit jaar komt er een versie met triple glas. De Miniline is echt gericht op het luxe hoge segment van de bouw.”

“In totaal komen we daarmee dit jaar met drie noviteiten. De MC55 komt in het tweede kwartaal van dit jaar en er komt een grote broer van de Ultraglide, dat een glaspakket van 59 mm dikte omsluit.”

jaargang 2024 46
Appartementen Foto: Yvan Glavie – Vorsselmans

Door: Ronald van Bochove

Met een innovatieve clickverbinding van Tectum in samenwerking met Claerhout Aluminium, is EPDM dakbedekking gemakkelijk te demonteren. Daarmee krijgt het toch al zeer duurzame dakmembraam een nog langer leven. Thomas Schorpion, marketing, salesmanager Alfred Vermeulen en Productmanager Prefab Lennert Schreurs leggen uit hoe de BossCover EPDM-dakfolie onbeschadigd een tweede leven kan krijgen. Tectum Group (CPE/Mawipex) werkt daarmee aan een duurzamer wereld en is de eerste EPDM leverancier die snijafval en resten tot nieuwe hoogwaardige producten verwerkt

Clicksysteem voor hoogwaardig hergebruik EPDM dakbedekking

EPDM is een eenlaags kunststof dakbedekkingsmembraan, gemaakt van hoogwaardige grondstoffen en beschikbaar in 2 diktes (1,14 mm en 1,52 mm). EPDM wordt gebruikt op daken met tal van bijzondere functies zoals bijvoorbeeld de IKEA in Utrecht, met een voetbalveld op het dak, en het ASML gebouw in Eindhoven. Op de daken van twaalf drijvende woningen in Rotterdam. Maar ook gewoon op het schuurtje achter de rijtjeshuizen. Lennert Schreurs “Daken waar duurzaamheid een rol speelt, maken gebruik van BossCover EPDM. Voor gebruik onder groendaken, bij wateropvang op het dak. Er vindt nagenoeg geen uitloging plaats van EPDM folie. Vandaar dat het ook gebuikt wordt bij de aanleg van biologische vijvers.”

Er zijn maar weinig EPDM producenten in de wereld. Het Belgische Tectum (CPE & Mawipex) distribueert het merk BossCover wat al sinds 1999 een begrip is op EPDM gebied. Deze EPDM folie is glad, in tegenstelling tot Europese EPDM dat een structuur heeft door het gebruik van katoendoek tijdens het productieproces. Het Amerikaanse proces gebruikt talk. Door de Talk kun je de EPDM niet vulcaniseren. Alfred Vermeulen: “EPDM kun je ook niet branden of föhnen om een verbinding te maken zoals bij een plastomeer. We verwerken BossCover EPDM daarom losliggend geballast, mechanisch bevestigd of volledig verkleefd.

CLIPVERBINDING

Lennert Schreurs: “Nu komt daar de

47 Actueel
Lennert Schreurs: “EPDM eenvoudig herbruikbaar door innovatief bevestigingssysteem”

mogelijkheid bij het EPDM met klip verbindingen vast te verbinden aan het dak. Deze nieuwe vinding, ontwikkeld door Tectum Group in samenwerking met producent Claerhout Aluminium, kunnen we nu een revolutionaire verbinding methode toepassen waarmee het membraam vastklikt in profielen zonder de EPDM dakbedekking te beschadigen of te doorboren.

Schreurs: “Voor de losmaakbaarheid ontwikkelden we met Claerhout het gepatenteerde Bosco Certefix systeem. In de kim klemt het EPDM in de overgang van dakrand naar dakrand-opstand. Thomas Schorpion: “De dakdekker kan erop vertrouwen dat de verbinding optimaal is. Dynamische wind testen bij Kiwa BDA toonden aan dat het system gelijk of beter presteert dan de verkleefde en mechanisch bevestigde systemen van vandaag. Er komt geen lijm aan te pas. Daardoor kunnen het dak én de systeemonderdelen gedemonteerd worden en kan het integrale dak onbeschadigd een tweede leven tegemoet gaan.” Weersomstandigheden zoals koude en een hoge luchtvochtigheid worden minder kritisch bij het aanbrengen van het materiaal. Vermeulen: “uiteraard dienen de vak richtlijnen gerespecteerd te worden, maar men verhoogd met dit systeem wel het aantal werkbare dagen.

DUURZAAM

De dakdekker brengt EPDM nooit in een tweelaags systeem aan, zoals bij bitumen vaak het geval is. Het dunne membraan volstaat ook op daken met zware belasting. Ook het 1,5 mm dikke membraan. Dat levert een enorme besparing op in materiaalgebruik. Maar de bouw is traditioneel. Vermeulen: “De markt is in Nederland nog voor meer dan 45 procent bitumen. De meeste dakdekkersbedrijven verwerken EPDM naast hun bitumen projecten. In België zijn er bedrijven die uitsluitend EPDM daken maken.” Op het milieugebied scoort EPDM zeer gunstig. Bij de productie is aanzienlijk weinig energie nodig. “En zelfs met onze import uit het buitenland, gekeken over de hele Levenscyclus Analy-

se (LCA), presteert BossCover EPDM beter dan regionale producenten, zegt Schreurs.

Vermeulen: “Het product kan in vellen van 930 m2 worden voorbereid. Het leggen van een dak is daardoor minder tijdrovend. Professionele verwerkers kunnen een HIBIN gecertificeerde cursus volgen bij Mawipex in Nederland maar Tectum Group beschikt ook over een eigen Tectum University in Genk (België)

EPDM is alleen verkrijgbaar in de kleur zwart. Om de zon te weerkaatsen en de opwarming van het kantoor onder het dak te verminderen, worden er witte dakbanen aangeboden, deze witte dakbedekking heeft CPE/Mawipex ook in haar assortiment. Maar Vermeulen is nuchter daarover: “We leven nu

eenmaal in een klimaat waar je meer moet warmen dan koelen.”

Het kunststof membraan volstaat als dakdekking op alle daken. Ook bij het plaatsen van zonnepanelen op onderconstructies. Schreurs: “Bij veel zonnepanelen en veel onderhoud op het dak zou je kunnen kiezen voor de dikkere variant. Maar dat is geen verplichting. De ponsweertand van het materiaal is belangrijk, en die is van BossCover EPDM uitstekend.”

RESTEN VOOR NIEUWE PRODUCTEN

En de duurzame gedachte van Tectum Group gaat verder: Thomas Schorpion: “Wij zijn vrijwel de enige fabrikant ter wereld die iets doet met snijafval en resten EPDM. Het wordt ingezameld, vermalen en/of verwerkt tot hemelwater afvoeren. Daarnaast maken we voor industriële gebouwen grote rubberen tegels van 100 x 100 cm als looppaden op daken. Voor het inzamelen van de resten zorgen we voor een kosteloze retoutbag.100% gerecyclede EPDM, dus nieuwe EPDM maken is technisch mogelijk maar door het huidige geringe aanbod wordt dit nog maar zeer beperkt toegepast Wel is de levensduur van EPDM bijzonder lang voor een bouwproduct: Een onafhankelijke Duitse studie SKZ schat de verwachte levensduur op meer dan 50 jaar. Met behoud van haar eigenschappen. Schorpion: “En die levensduur verlengen we aanzienlijk door onbeschadigde EPDM van het dak te halen in de toekomst dankzij het clipsysteem.”

49 Actueel

Vakbeurs Openbare

Ruimte Brussel

Vakbeurs Openbare Ruimte is de vakbeurs over ontwerp, inrichting, onderhoud en beheer van openbare ruimte in België. De beursvloer biedt een allesomvattend aanbod in de volgende sectoren: Bestrating, Groen, Licht, Straatmeubilair, Sport – Spel & recreatie, Advies & Beheer en Landschapsarchitectuur & Ontwerp, Mobiliteit en Klimaat.

27 - 28 maart

Locatie: Brussels Expo

Renovatie & Transformatie

Renovatie & Transformatie is slechts toegankelijk voor professionals en interessant vanwege haar marktconforme afspiegeling op de vloer en omdat zich een relevante kennisprogrammering afspeelt. Toegang, ook tot de gelijktijdige beurzen MONUMENT en HOUTBOUW, is gratis bij tijdige voorregistratie.

Bent u aannemer, installateur, adviseur, architect, interieurbouwer, calculator, werkvoorbereider, gebouwbeheerder, energie-expert of uitvoerder? Werkt u voor een schilders- of onderhoudsbedrijf, corporatie, VvE of overheidsinstantie? En bent u betrokken bij renovatie en/of transformatie Dan is dit hét event voor u.

14 - 16 mei

Locatie: Brabanthallen Den Bosch

Monument

Monument richt zich specifiek op onderhoud, herbestemming, restauratie en verduurzaming van monumenten. Hier ontmoeten aanbieders van producten en diensten voor de gebouwd erfgoedsector op gepaste afstand professionals en eigenaren op zoek naar innovatieve producten, kennis en informatie.

14 - 16 mei

Locatie: Brabanthallen Den Bosch

Houtbouw

HOUTBOUW richt zich tot professionals met interesse in hout- en hybride bouw. Leveranciers en koplopers binnen de B&U tonen er hun oplossingen, terwijl de experts in de theaters de bezoekers bijpraten over de meest actuele en relevante ontwikkelingen. Terwijl de bouwopgave steeds groter lijkt, wordt de agenda bepaald door thema’s als duurzaamheid en circulariteit. Mede ingegeven door de energietransitie en de stikstofproblematiek, dwingen bouwbesluiten, aanbestedingseisen en wetgeving tot bewustere keuzes in methoden en materialen.

14 - 16 mei

Locatie: Brabanthallen Den Bosch

Agenda

Worksafe Gorinchem

De vakbeurs voor veilig & gezond werken. Op 4 en 5 juni 2024 wordt evenementenhal Gorinchem omgetoverd tot dé ontmoetingsplek voor professionals uit de industrie die zich inzetten voor een vooruitstrevende en gezonde werkomgeving. Bij Worksafe Gorinchem draait alles om het anticiperen op trends en technologieën die de norm bepalen voor een veiligere en welzijnsgedreven werkplek.

4 - 5 juni

Locatie: Evenementenhal Gorinchem

PROVADA

Met ruim 200 exposanten uit de vastgoedsector - van projectontwikkelaars, beleggers, bouwers, architecten tot aan financiers, adviseurs, makelaars en woningcorporaties – en meer dan 70 gemeenten, provincies en het Rijk is de publieke sector goed vertegenwoordigd op deze vastgoedbeurs waar de publiek-private verbinding centraal staat in de programmering.

Elk jaar in juni is PROVADA terug te vinden in RAI Amsterdam voor een driedaagse beurs met een aantrekkelijk programma, fysieke stands en netwerkmogelijkheden.

11 - 13 juni

Locatie: RAI Amsterdam

jaargang 2024 50
Foto: PROVADA, door Mandy Brander – Brander & Brander

Hier vindt u alles wat u nodig heeft voor uw project.

51 WWW.NBD-ONLINE.NL

UW PARTNER VOOR ALLE ALUMINIUM SYSTEMEN

Aliplast Aluminium Systems biedt een totaalpakket aan duurzame aluminium systemen aan. Een team van ervaren ontwerpers en ingenieurs staat klaar om u te assisteren bij alle mogelijke projecten.

jaargang 2024 52 Project Mon Bijou - realisatie van Durama met Aliplast Aluminium Systems - Foto Yvan Glavie
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.