5 minute read

Duiken in een Ardense leisteenmijn

Next Article
BEFOS-FEBRAS

BEFOS-FEBRAS

Foto: Stefan Panis.

Dankzij de coronamaatregelen van het afgelopen jaar kon een ploeg rebreather- en opencircuitduikers het ondergelopen deel van de leisteenmijn van Morépire in kaart brengen.

Advertisement

256 treden leiden naar het bovenste niveau van de grot (-25 m).

De Ardennen strekken zich uit over Frankrijk, Luxemburg en België. Ze zijn ontstaan door een verheffing van de bodem, waarbij gesteenten uit de diepere ondergrond aan de oppervlakte zijn gekomen. Deze verhoging vindt trouwens nog altijd plaats: de Ardennen stijgen ten opzichte van Antwerpen nu nog altijd met één centimeter per jaar.

Eén van de meest voorkomende gesteenten is leisteen, die echter meestal bedekt is met sedimenten als kalk- en zandsteen. De ontginning van deze leisteen was gedurende eeuwen één van de belangrijkste industrieën van de Ardennen. De ondergrondse mijnen zijn ondertussen gesloten, maar er blijven vandaag nog enkele openluchtmijnen in werking.

De mijn van Morépire (zwarte steen in het Waals) is gelegen nabij de gemeente Bertrix in de provincie Luxemburg. De ontginning van leisteen begon er in 1884 en de mijnwerkers werkten op drie verschillende niveaus: 25, 45 en 60 meter diep. De werkomstandigheden waren hard, zeer hard. De arbeiders moesten gemiddeld 5 ton stenen per dag op hun rug via een ladder naar boven brengen, zes dagen per week. De totale lengte van de galerijen bedroeg 4 kilometer. In 1976 bleek de exploitatie niet meer rendabel en Morépire sloot de deuren. De pompen werden stopgezet en het grondwater steeg tot aan de ingang van de mijn.

Twintig jaar later, in 1996, komt sociaal assistent Yves Crul bij de gemeente Bertrix aanbellen met het gewaagde plan om de mijn terug te openen als toeristische attractie. Hij verkoopt zijn huis en richt een

Foto's (3): Patrick Swinnen.

Tekening: Stefan Panis.

Yves Crul, beheerder van Morépire.

3D-tekening van een deel van de mijn.

naamloze vennootschap op om zo 500.000 euro te kunnen investeren om één kilometer mijngangen leeg te pompen en voor het publiek open te stellen. Geen kleine klus, want er moet 50.000.000 liter water weggepompt worden, er moet licht branden en er wordt een lift voor bezoekers geplaatst (die laatste is ondertussen door een trap vervangen, nadat een marter er zo lelijk huis in gehouden had dat de herstellingskosten onbetaalbaar werden).

De site opent begin 1997 en is vandaag een belangrijke toeristische attractie voor de regio. Om veiligheidsredenen is enkel het eerste niveau op 25 meter diepte toegankelijk. De twee diepere gangenstelsels blijven verborgen onder het grondwater. Yves Crul is tot op de dag van vandaag verantwoordelijk voor de uitbating van het complex.

de mijn onder water

In maart dit jaar krijgt Yves de vraag van een ploeg duikers onder leiding van Stefan Panis om in Morépire te duiken. In normale omstandigheden is dit niet mogelijk, omdat de horeca-uitbating van het complex het grondwater zonder filtering gebruikt en alle verontreiniging moet vermeden worden. De combinatie van toeristisch bezoek en duikactiviteit is eveneens onmogelijk.

De sluiting van de mijn ingevolge de COVID-maatregelen brengt de oplossing: Stefan Panis mag met zijn team duiken in ruil voor een volledige cartografie van de diepere delen van de mijn en film- en

Foto's (3): Stefan Panis.

Einde van een duik.

In het water gaan is een hachelijke onderneming.

Industriële archeologie.

De metingen gebeuren zowel met een rolmeter als met een MNemo, een toestelletje dat op de lijn wordt gespannen en dat de lengte, de diepte en de hoek van de afgelegde weg optekent.

fotomateriaal voor een nieuw bezoekerscentrum dat in de nabije toekomst het licht zal zien. Het tijdslot is echter kort: de klus moet in drie weekends geklaard zijn. Een haast onmogelijk opgave, want er bestaan geen plannen van de ondergrondse gangen.

De ploeg zal al het materiaal (waaronder een scooter) via een trap van 256 treden naar beneden en terug naar boven moeten dragen. Dit gebeurt 8 tot 10 keren per dag… methodiek

Eerst en vooral wordt een 3D-tekening gemaakt van het droge en bovenste deel van de mijn. Tijdens de twee eerste weekends worden dan onder water lijnen gespannen en schetsen gemaakt. Een best gevaarlijke job wegens het instortingsgevaar en de vele obstakels die de duikers tegenkomen. De gangen moeten her en der vrijgemaakt worden met als gevolg dat de zichtbaarheid dikwijls tot nul herleid wordt. De duikers zijn uitgerust met rebreathers of met open-circuitmateriaal. Het water in de grot is 9°C, een vrij aangename temperatuur.

Het derde weekend wordt benut om metingen uit te voeren en foto- en filmopnames te maken. De metingen gebeuren zowel met een rolmeter als met een 'MNemo', een toestelletje dat op de lijn wordt gespannen en dat de lengte, de diepte en de hoek van de afgelegde weg optekent. Op basis hiervan zal een specialist later de gangen in 3D tekenen, maar dat kost honderden uren werk. verrassingen

Bij de sluiting van de mijn in 1976 namen de eigenaars en de arbeiders alles mee wat

nog van nut kon zijn. De duikers vinden dus geen uitzonderlijke voorwerpen terug. Ze ontdekken wel enkele schachten van proefboringen die waarschijnlijk tot op een diepte van 80 meter reiken en waarvan Yves Crul en enkele van de oude mijnwerkers, die nog in leven zijn, geen weet hadden. Maar die gangen zullen hun geheimen bewaren, want een tweede duiksessie in Morépire is uitgesloten.

Een bezoek brengen aan het droge gedeelte van de mijn is alleszins een leuke ervaring. Je kan er zelfs onder de grond van een volledige maaltijd genieten. Op de website www.aucoeurdelardoise.be/nl vind je meer info. 

PATRICK SWINNEN

Volg eerst een opleiding!

Grot- en mijnduiken zijn gevaarlijke duiken met zeer bijzondere risico’s. Het NELOS-Duikonderricht stelt dat dergelijke duiken zonder degelijke opleiding absoluut uit den boze zijn.

NELOS biedt deze opleidingen zelf niet aan. Duikers die zich hierin willen (bij)scholen kunnen zich richten tot onze Franstalige zustervereniging LIFRAS die deze opleidingen wel verzorgt (www.lifras.be).

Zweven om geen stof te maken.

Foto's (3): Stefan Panis.

45 meter onder de grond.

This article is from: