16 minute read

Bloed geven

Honderdduizenden zakjes bloed vinden jaarlijks hun weg naar de ziekenhuizen in Vlaanderen. Dat is de verdienste van de vele duizenden donoren die vrijwillig bloed, bloedplaatjes of plasma afstaan. Maar hoe gaat dat in zijn werk? Vijf vragen over bloed geven.

Bloed

Advertisement

1Wie mag (geen) bloed geven? In principe mag elke gezonde persoon van 18 jaar of ouder bloeddonor zijn. De maximumleeftijd is 66 jaar, verlengd tot 71 jaar voor wie regelmatig bloed is blijven geven. U mag maximaal vier keer per jaar bloed afstaan, met minimaal twee maanden tussen twee giften. Er zijn echter een heleboel redenen waarom u – al dan niet tijdelijk – geen bloed mag geven. Hetzij om uw eigen gezondheid niet in gevaar te brengen – bijvoorbeeld tijdens of tot zes maanden na een zwangerschap, bij lage bloeddruk of na een operatie –, hetzij voor de veiligheid van de ontvanger wanneer u bijvoorbeeld in een malariagebied hebt verbleven, een tekenbeet hebt opgelopen, een tatoeage liet zetten of onveilig seksueel contact hebt gehad. Elk zakje bloed wordt in de laboratoria van de bloedinstelling verder bereid tot rode bloedcelconcentraten, bloedplaatjesconcentraten en plasma. 2 hoe worden de bloed donoren gescreend?

Er zijn verschillende mechanismen ingebouwd om te garanderen dat bloed dat in de bloedbank terechtkomt, veilig is. Om te beginnen moet u een medische vragenlijst invullen die peilt naar uw actuele gezondheidstoestand en eventuele risicosituaties. Aansluitend zal de arts die vragenlijst met u overlopen, een beperkt klinisch onderzoek uitvoeren en beslissen of u al dan niet geschikt bent voor een donatie. Die donorselectie beschermt zowel donor als ontvanger in bepaalde situaties. Om elk risico weg te nemen vult elke donor ook een bloedbestemmingsformulier in waarop risicogedrag anoniem kan worden gemeld. In dat geval wordt het gedoneerde bloed vernietigd. De veiligheid van de bloedproducten wordt verder gegarandeerd door middel van bloedonderzoeken in het laboratorium. 3Waarop wordt het bloed allemaal getest? Op elke bloedgift worden een aantal bloedonderzoeken uitgevoerd om na te gaan of het bloed geschikt is voor de ontvanger. Elke bloedzak wordt onder andere getest op hiv, het virus dat aids veroorzaakt, het hepatitis B en Cvirus en syfilis. Voorts wordt onder meer de bloedgroep bepaald en wordt er nagekeken of de bloedwaarden van de donor, zoals hemoglobine, witte en rode bloedcellen, binnen de normale waarden liggen. Elke bloedtest die door bloed overdraagbare infecties opspoort, gaat echter gepaard met een vensterperiode: geen enkele test kan bijvoorbeeld een besmetting opsporen die pakweg de vorige dag is gebeurd. Vandaar is het erg belangrijk dat kandidaatbloedgevers zorgvuldig worden gescreend en dat ze de vragenlijst waarheidsgetrouw invullen. Zo wordt de veiligheid van de bloedproducten gegarandeerd. Als bepaalde bloedonderzoeken afwijkend zijn, wordt dat aan de donor gemeld.

Bloedplasma doneren in het bloedtransfusiecentrum. Bloed Geven in vijfvraGen5

4Bloedplaatjes of plasma doneren: wat is dat? Plasma is het vloeibare gedeelte van het bloed waarin de bloedcellen en bloedplaatjes worden getransporteerd. Het is mogelijk om alleen plasma te doneren. Er wordt dan via een aferesetoestel bloed afgenomen, het plasma wordt apart verzameld in een afnamezak en vervolgens krijgt u de gescheiden rode bloedcellen en bloedplaatjes via dezelfde naald terug toegediend. Op dezelfde manier kunt u bloedplaatjes geven. Bloedplaatjes zijn kleine celfragmenten die meehelpen om bloedingen te stoppen doordat ze een afsluitend propje vormen in de wand van het beschadigde bloedvat. 5Waarvoor worden de bloedproducten gebruikt? De zakjes bloed worden gebruikt voor mensen die bloedarmoede hebben of veel bloed hebben verloren, bijvoorbeeld na een verkeersongeval, tijdens een operatie of bij een bevalling.

Plasma wordt gebruikt voor de verzorging van brandwondenpatiënten en patiënten met stoornissen in de bloedstolling. Uit plasma worden tal van geneesmiddelen bereid, zoals stollingsfactoren, afweerstoffen en eiwitoplossingen.

Bloedplaatjes worden gegeven aan patiënten met bloedziektes zoals leukemie, of aan patiënten die met chemotherapie behandeld worden voor andere vormen van kanker.

Plasma kan in zijn vloeibare vorm maximaal een jaar worden bewaard, rode bloedcellen 42 dagen en bloedplaatjes zelfs maar vijf dagen. Er moet dus een voortdurende instroom van donoren zijn om aan de noden te voldoen. StamCellen doneren

Het Rode Kruis registreert ook stamceldonoren voor het Belgisch Beenmergregister. Stamcellen zijn nodig om bepaalde beenmergziekten te genezen, waaronder leukemie. Omdat de kans op overeenkomst tussen twee niet-verwante donoren maar 1 op 50.000 is, wordt er met een wereldwijd beenmergregister gewerkt. Via een bloedname wordt bepaald welk weefseltype u hebt, waarna uw gegevens in het register worden opgenomen. Als er ooit een match is tussen uw weefseltype en dat van een kandidaat-ontvanger, wordt u gecontacteerd. Als u zich kandidaat wilt stellen, kunt u zich aanmelden via de website www.stamceldonor.be.

Wilt u ook bloed geven? dat kan van maandag tot donderdag van 9 tot 19 uur en vrijdag van 9 tot 12 uur in het antwerpse Bloedtransfusiecentrum van rode kruis-vlaanderen, Wilrijkstraat 8 in edegem (naast de spoedopname van het Uza), info t 03 829 00 00 of www.bloedgevendoetleven.be.

NIEUW

Lower Body Therapist 1.995,-

Wereldprimeur in infraroodtherapie!

ANTWERPEN: Arak Wellness LIER 03 295 50 25 | Schrauwen BRASSCHAAT 03 645 24 79 HERENTALS 014 24 40 20 WILRIJK 03 825 69 81 ZANDHOVEN 03 464 19 16 | Van den Berg HOOGSTRATEN 03 315 75 31 | Sanik GEEL 014 58 86 70 | AquaVision BEERSE 014 35 91 71 | Fonne Smeulders KALMTHOUT 03 62 01 620 | Reborn Wellness SCHOTEN 03 685 44 50 | Alfa MECHELEN 015 27 17 89 | LIMBURG: ‘t Hoveniertje WELLEN 012 74 53 60 | Schrauwen GENK 089 30 86 20 | Varey LOMMEL 011 54 43 69 | Sleurs & Vangompel BOCHOLT 089 46 56 00 | WEST-VLAANDEREN: Spa-Wellness ZWEVEGEM 0477 59 58 13 | Ovalco OOSTKAMP 050 82 75 86 | Esento KNOKKE 050 62 83 42 | Delaere IZEGEM 051 30 11 82 | Wellness La Rose GISTEL 059 27 61 84 | Florisan VEURNE 058 31 53 15 | Vanderhaeghe IEPER 057 21 37 23 | Vermeersch KORTEMARK 051 57 52 08 | Lamo RUISELEDE 051 68 82 53 | OOST-VLAANDEREN: Aquatropic MALDEGEM 050 71 93 92 | Aquazure NINOVE 054 50 01 69 | Het Buitenhuis DENDERMONDE 052 25 61 16 | Wellness Decor KRUISHOUTEM 09 383 70 83 | Wida MELSELE 03 336 54 94 | Esento BRAKEL 055 42 76 08 | Esento GENT 055 42 76 08 | Van Poucke ZOTTEGEM 09 360 16 91 | Vepa ZELZATE 09 345 56 25 | Wellness King HAMME 052 85 99 57 | Schrauwen ST-NIKLAAS 03 766 18 17 | VLAAMS-BRABANT: Facq DIEST 0495 35 07 13 | Van Poucke LENNIK 02 582 35 03 | L’air et l’eau BEGIJNENDIJK 016 41 42 66 | Ventimec LEUVEN 016 23 39 74 | Pool+ HAACHT 016 85 09 55 | Runningmate KAMPENHOUT 016 65 05 86 | Van Diest HALLE 02 361 14 16 Volledig dealeroverzicht op www.healthmate.be

Helemaal nieuw: de Lower Body Therapist. Pakt pijn, kou en vermoeidheid doeltreffend aan. Dé oplossing voor wie weinig plaats heeft of liever niet in een cabine zit.

De Health Mate® Lower Body Therapist. Maakt u béter.

Gezond leven? Dat is in de eerste plaats verstandig eten en voldoende sportief bewegen. Maar soms is sporten geen optie. Omdat u een blessure opliep of net een operatie achter de rug hebt. Of omdat u kampt met gezondheidsproblemen die sportief bewegen onmogelijk maken.

En net dán kunt u de weldaden van Health Mate® goed gebruiken. Hebt u last van chronische of acute spierpijnen – door stress, vermoeidheid of ziekte? Kampt u met blessureleed, reuma of lage rugpijnen? De Lower Body Therapist van Health Mate® is de ideale oplossing voor wie fysieke pijn en lichamelijke ongemakken doeltreffend te lijf wil gaan.

Hij is compact en volledig ontworpen voor úw comfort. U neemt erin plaats als in een geriefl ijke armstoel.

De Health Mate® LBT verwarmt alleen de onderste helft van uw lichaam. Maar u voelt de weldoende effecten van de infraroodstralen doorheen heel uw lijf. Anders dan in een cabine ervaart u meer bewegingsvrijheid en hebt u letterlijk meer ademruimte.

In de Health Mate® LBT vindt u behaaglijke warmte, pijnverlichting en ontspanning – ook wanneer u moeilijk beweegt of weinig ruimte hebt in huis.

De Health Mate® LBT – maakt u béter.

Nieuw

33

Meer info? Surf naar DE NUMMER

www.healthmate.be

of bel ons voor een brochure: 03 295 50 25

Van condoom of pessarium tot pil of spiraaltje: anticonceptie is letterlijk verkrijgbaar in alle vormen en maten. Wat past het best bij wie? Een overzicht van de meest gebruikte methoden.

antiConCeptieà la carte

de pil Wat? De ‘gewone’ pil of combinatiepil bevat de hormonen oestrogeen en progestageen en heeft als belangrijkste effect dat u geen eisprong meer krijgt. De maandelijkse bloeding in de stopweek is geen menstruatie maar een onttrekkingsbloeding die optreedt doordat u in die week geen hormonen inneemt. Aanrader? De pil is gemakkelijk verkrijgbaar en u kunt er uw maandelijkse bloeding mee uitstellen. Verlaagt het risico op eierstok en baarmoederkanker. Er is geen verhoogde kans op borstof baarmoederhalskanker. Afknapper? U moet elke dag aan uw pil denken. Onveilig bij braken of diarree. Geeft ook zes keer meer kans op trombose of bloedklontervorming, waardoor de pil bijvoorbeeld ongeschikt is voor vrouwen ouder dan 35 die roken. Andere nevenwerkingen zijn onder meer hoofdpijn of migraine tijdens de pilvrije week, pijnlijke borsten en verhoogde bloeddruk.

De combinatiepil bestaat ook in de vorm van een vaginale ring of plakpil. De werking is dezelfde, alleen worden de hormonen verspreid via een vaginaal in te brengen plastic ring of een pleister. De ring wordt telkens 22 dagen wel en zes dagen niet gedragen. De pleister kleeft u drie weken na elkaar op uw huid, gevolgd door een week pauze. De vaginale ring en plakpil hebben als voordeel dat de werking niet wordt beïnvloed door eventueel braken of diarree en dat u er minder vaak aan moet denken.

de minipil Wat? Behoort tot de zogenaamde progestogen onlymethodes of POP’s. Bevat alleen progestageen. Heeft als belangrijkste effect dat het baarmoederhalsslijmvlies de zaadcellen niet meer doorlaat en de baarmoeder onontvankelijk wordt voor een vrucht. Er is geen pauzeweek zoals bij de combinatiepil. Aanrader? De minipil bevat geen oestrogenen, waardoor u ze ook mag nemen als u borstvoeding geeft. De enige geschikte pil bij een verhoogd risico op trombose. Afknapper? De meeste vrouwen krijgen met de minipil onregelmatige bloedingen. Een mogelijke nevenwerking zijn eierstokcysten.

POP’s zijn ook verkrijgbaar als hormonale inplanting, dat is een staafje dat wordt ingeplant in de bovenarm, als hormoonspiraaltje (zie verder) of als prikpil, in de vorm van een driemaandelijkse inspuiting. De prikpil heeft als nadeel dat u 2 à 3 kilo aankomt en dat u na stopzetting tot twee jaar verminderd vruchtbaar bent.

het hormoonspiraaltje Wat? Tvormig plastic implantaat dat in de baarmoeder wordt gebracht en daar hormonen vrijgeeft. De werking is dezelfde als bij de minipil. Aanrader? 50 tot 70% van de vrouwen krijgt na verloop van tijd geen bloedingen meer. U zit meteen voor drie jaar safe. Verlaagt het risico op baarmoederkanker. Afknapper? Als u een infectie krijgt, kan dat uw vruchtbaarheid aantasten. Gelukkig komt dat maar zelden voor.

het koperspiraaltje Wat? De meeste zien er Tvormig uit. Ze zijn gemaakt uit plastic en bevatten daarnaast koper. Dat koper is giftig voor de zaadcellen. De werking duurt drie tot vijf jaar. Aanrader? U hoeft een paar jaar niet aan anticonceptie te denken. Interessant voor wie liever geen hormonen gebruikt. Afknapper? De kans is reëel dat u iets zwaarder gaat menstrueren. Vooral in het begin iets meer risico op een infectie.

natuurlijke familieplanning Wat? Niet vrijen op de vruchtbare dagen. Dat klinkt misschien weinig

à la carte

aanlokkelijk, maar vergeet niet dat u normaal maar vier à vijf dagen per maand vruchtbaar bent. Die dagen kunt u leren herkennen op basis van de kalender, lichaamstemperatuur en het uitzicht van het baarmoederslijmvlies. U kunt de methode onder begeleiding aanleren (meer info op www.nfp.be). Aanrader? Goedkoop en geen nevenwerkingen. Als u de methode correct toepast, is de kans op zwangerschap na een jaar maar 3 tot 5%. Afknapper? Minder betrouwbaar dan de pil of het spiraaltje, en het vraagt meer discipline. Bij abnormale vaginale afscheiding moeilijk toepasbaar.

ook nog… Sterilisatie is uiteraard een veilige methode, maar is in principe onomkeerbaar. Een condoom beschermt ook tegen besmetting met hiv en andere seksueel overdraagbare aandoeningen. Een pessarium is een rond rubber kapje dat u voor het vrijen over de baarmoederhals schuift. U brengt het maximaal zes uur vooraf in en moet het nadien minstens zes uur laten zitten. Alleen veilig als u het met een zaaddodende pasta gebruikt. Het vrouwencondoom, een soort van soepel buisje met twee ringen aan de uiteinden, wordt nauwelijks verkocht vanwege het gebruiksongemak. WiSt u dat …

» de overtuiging groeit dat een anticonceptiemiddel met hormonen geen nadeel is? Integendeel: maandelijks menstrueren gedurende vele jaren zou onnatuurlijk zijn. Zonder geboorteplanning zou u immers een aanzienlijk deel van uw leven zwanger zijn of borstvoeding geven en dus veel minder vaak menstrueren. » de nieuwe anticonceptiepillen minder pilvrije dagen hebben, waardoor u minder lang een bloeding hebt? Voor uw gezondheid is het overigens niet nodig om maandelijks een bloeding te hebben. » u na het stoppen met de pil of het spiraaltje even vruchtbaar bent als een vrouw die geen voorbehoedsmiddel gebruikte? Alleen de prikpil vormt daarop een uitzondering. » het een mythe is dat vrouwen aankomen van de combinatiepil? » de combinatiepil acne vermindert? » een pessarium het meest gebruikte anticonceptiemiddel is in de Verenigde Staten? » anticonceptiemiddelen sterk verschillen in betrouwbaarheid? Afgaande op het aantal vrouwen dat na een jaar gebruik zwanger is, is de rangschikking van betrouwbaar naar minder betrouwbaar: hormonale inplanting (minder dan 0,1%), sterilisatie (0 tot 0,5%), hormoonspiraaltje (0 tot 0,6%), plakpil (0,6 tot 0,9%), prikpil (0 tot 1%), koperspiraaltje (0,1 tot 1,5%), combinatiepil (0,1 tot 3%), minipil (0,3 tot 4%), condoom (2 tot 15%), vrouwencondoom (5 tot 15%), pessarium (4 tot 20%).

De zorg die u krijgt in het ziekenhuis, staat niet los van de zorg die na het ziekenhuis volgt of die eraan is voorafgegaan. Het UZA is een onderdeel van een hele keten, die zo goed mogelijk moet worden gestroomlijnd. Hoe draagt het UZA daartoe bij? moet worden gestroomlijnd. Hoe draagt het UZA daartoe bij?

zorG

door de muren heen

voor u het UZA binnenstapt, bent u meestal al bij uw huisarts of een andere specialist langs geweest. En als een patiënt het UZA verlaat, heeft die vaak nog verdere verzorging en behandeling nodig, bijvoorbeeld in een revalidatiecentrum. Historisch gezien werkten ziekenhuizen, huisartsen, thuiszorgorganisaties, rust en verzorgings tehuizen … nogal op hun eigen eilandjes. Het besef is echter gegroeid dat dat niet het beste is voor de patiënt. ‘De sleutel ligt in samenwerking tussen de schakels in de zorgketen,’ zegt Johnny Van der Straeten, gedelegeerd bestuurder van het UZA. lijk afgestemd zijn op de noden van de patiënt,’ schetst Veerle Baekelandt, ten tijde van het interview projectmanager patiëntendoorstroming. ‘Om dat te bereiken, proberen wij als ziekenhuis andere zorgverleners te ondersteunen en ook goed met hen te communiceren en informatie uit te wisselen.’ Die zorg waarin de patiënt centraal staat en die verder strekt dan de muren van het UZA, noemen we transmurale zorg.

huisartsen en ziekenhuizen Zo onderhoudt het UZA goede contacten met de huisartsen uit de regio. Zij vormen de eerste lijn in de zorg voor de patiënt en spelen onder meer een cruciale rol in de opvolging van patiënten met chronische problemen. ‘Zo zijn er afspraken met betrekking tot chronisch vermoeidheidssyndroom of diabetes,’ zegt Van der Straeten. ‘We proberen een netwerk te vormen waarbij die patiënten in eerste instantie bij de huisarts terechtkunnen en niet meteen naar het ziekenhuis stappen.’ Het UZA organiseert ook bijscholingen voor de huisartsen waar kennis en ervaring rond concrete behandelingen worden uitgewisseld.

Een tweede belangrijke schakel in de zorgketen zijn de algemene ziekenhuizen. Zij vormen de tweede lijn. ‘Met tal van ziekenhuizen hebben we samenwerkingen lopen,’ aldus Van der Straeten. ‘Vaak gaat dat via consulentschappen: een UZAarts is consulent in een algemeen ziekenhuis, of omgekeerd. Die consulenten volgen in het andere ziekenhuis de patiënten mee op. Wanneer patiënten behandelingen nodig hebben die alleen in een derdelijnscentrum als het UZA mogelijk zijn, worden ze naar hier overgebracht. Er zijn tientallen dergelijke samenwerkingen. Voor mucoviscidose bijvoorbeeld hebben we een overeenkomst met de Gasthuiszustersziekenhuizen, voor oncologie met SintDimpna Geel, voor cardiologie met tal van ziekenhuizen.’

Bijleren van elkaar Die samenwerkingen komen meestal voort uit de praktijk. Artsen en diensten werken samen en verwijzen patienten naar elkaar door. Na verloop

De rol van het ziekenhuis verschuift naar intensievere en acute zorg

door de muren heen

van tijd worden concrete afspraken op papier gezet. Ook wordt er met de verpleegkundigen uit andere ziekenhuizen kennis gedeeld, via gespecialiseerde opleidingen bijvoorbeeld rond cardiologische verpleegkunde, geriatrische verpleegkunde, pijnverpleegkunde … ‘Overigens leren wij ook nog bij van andere ziekenhuizen,’ aldus Van der Straeten.

In dat hele model is het natuurlijk ook belangrijk dat medische en verpleegkundige gegevens kunnen worden uitgewisseld. Ook daarin neemt het UZA het voortouw. Samen met tien ziekenhuizen uit de Antwerpse regio heeft het UZA een online platform opgezet om patiëntengegevens te kunnen uitwisselen. In de loop van 2012 wordt het algemeen in gebruik genomen.

en na het ziekenhuis? Patiënten die het ziekenhuis verlaten, hebben nadien vaak ook nog zorg nodig. Zij stromen door naar een revalidatiecentrum, een woon en zorg centrum (WZC), of gaan naar huis met bijvoorbeeld verzorging door een thuisverpleegkundige. Ook met die zorgverleners werkt het UZA samen. Zo organiseren we bijscholing voor verpleegkundigen van thuiszorgorganisaties en revalidatiecentra. Voor wat de opvang van patiënten voor revalidatie betreft zijn er overeenkomsten met onder meer Revarte (Hof ter Schelde), met het AZ Monica en De Mick.

Ondanks die overeenkomsten verblijven er in het UZA gemiddeld toch een twintigtal patiënten voor wie geen plaats wordt gevonden in een revalidatiecentrum of WZC. ‘Het gaat dan voornamelijk over mensen met medisch complexe en zware zorg die thuis niet haalbaar is,’ zegt Ken Verheyden, opnamecoördinator. ‘Mensen die beademd worden, niet revalideerbaar zijn, een hoge leeftijd hebben, vaak een combinatie van factoren. Het verwijzende ziekenhuis noch de revalidatiecentra zien de opvang dan zitten. Revalidatiecentra bekijken natuurlijk ook hoeveel progressie ze kunnen verwachten, en waar patiënten na de revalidatie heen kunnen.’ Ook daar probeert het UZA een ondersteunende rol te spelen. Veerle Baekelandt: ‘We geven de verpleegkundigen van die andere instellingen bijvoorbeeld opleiding met betrekking tot beademing’

op zorghotel Een andere manier om te zorgen voor een vlottere doorstroming, is het zorghotel dat het UZA en AZ Monica samen gaan bouwen. Patiënten die lichte revalidatie nodig hebben, kunnen daar terecht. Op die manier komt er plaats vrij in het UZA, maar ook in de revalidatiecentra. ‘Zo’n zorghotel bestaat nog niet in Vlaanderen,’ zegt Van der Straeten. ‘We hopen in 2012 de eerste steen te leggen.’

Transmurale zorg is de toekomst, daar zijn we in het UZA van overtuigd. Van der Straeten: ‘Er is duidelijk een verschuiving aan de gang. Artsen kunnen hun patiënten meer en meer vanop afstand volgen, door middel van elektronische monitoringsystemen. Pas als er iets dreigt mis te lopen, komen patiënten naar het ziekenhuis. De rol van het ziekenhuis verschuift naar intensievere en acute zorg.’

This article is from: