pese Commissie haar waterstofstrategie bekend heeft gemaakt. Daarin benadrukt de Commissie dat er een specifiek waterstofleidingnetwerk moet komen. Koplopers Van der Lingen ziet ook kansen voor de toeleverende industrie in Nederland en België. De ambitieuze waterstofplannen kunnen bijvoorbeeld niet zonder een enorme groei van wind op zee. Sowieso worden er de komende decennia enorm veel windparken bijgebouwd. In de Noordzee, maar ook in de rest van de wereld. ‘Prognoses van de IEA gaan uit van een toekomstige mondiale offshore capaciteit van 3,1 terawatt. Alleen al op het Nederlandse deel van de Noordzee zal de capaciteit tot 2030 meer dan verelfvoudigen. Onder andere Duitsland, de VS en Denemarken zijn sterk in de productie van windturbines en respectievelijk -molens. Nederland en Vlaanderen zijn echter mondiale marktleiders op het gebied van waterbouw op zee, met hun grote contractors voor de offshore. Die nemen nu ook het plaatsen en onderhouden van windparken op zich. Door meer samen op te trekken kan die positie alleen maar beter worden.’ Honderd jaar Er liggen ook kansen voor de maakindustrie. Hij haalt daarbij het rapport van onder andere FME aan, waarin mogelijkheden voor de productie van electrolyzers in worden beschreven. ‘Denk ook aan de recycling van de rotorbladen van windmolens.’ Een uitdaging op zich. Ze bestaan uit vezelversterkte composieten, die net zo moeilijk zijn te recyclen als bijvoorbeeld multilayer verpakkingen. ‘Nu al kan het gerecyclede materiaal worden gebruikt als versterking van bijvoorbeeld beton.’ Maar het is mooier als er hoogwaardigere bouwstenen uit worden gehaald, weet Van der Lingen. ‘Via pyrolyse bijvoorbeeld. Ik zie hier kansen voor recyclingbedrijven, bijvoorbeeld bij North Sea Port in Vlissingen.’ Van der Lingen kent ook de plannen om van de Noordzee een “energiezee” te maken. Daarin kan de bestaande offshore-infrastructuur een belangrijke rol spelen. ‘Windenergie zal lang niet altijd in de vorm van elektronen aan wal komen, maar ook als moleculen.’
‘Onderschat niet de rol van culturele uitwisse ling. Ook niet bij uitwisselingen op zakelijk vlak.’
Op afgeschreven platforms, die anders moeten worden afgebroken, kunnen waterstoffabrieken worden gebouwd. ‘De gasinfrastuctuur in de Noordzee kan een belangrijke rol spelen bij het transport van waterstof. Het leidingennet kan nog wel honderd jaar mee.’ CO2-footprint Een deel van de infrastructuur kan ook worden ingezet voor transport van CO2, om die op te slaan in lege gasvelden (carbon capture and storage, CCS red.). Op dat vlak zijn er ook interessante ini-
tiatieven voor een Vlaams-Nederlandse samenwerking. Door bijvoorbeeld de Antwerpse industrie aan te sluiten op het enorme Rotterdamse Porthos-project voor CCS. ‘Dat is echt een positief verhaal. Er kunnen tot 2050 enorme hoeveelheden CO2 worden opgeslagen in lege Nederlandse olie- en gasvelden, waardoor ook de CO2-footprint van de Antwerpse industrie enorm kan worden verlaagd. Er is zelfs sprake van een mogelijke verbinding met het Athos-project in de IJmond.’ Mogelijkheden genoeg in ieder geval. ■ PETROCHEM 5 - 2020 13
PET O Interview.indd 13
25-08-20 16:32