
1 minute read
1 Weefsels en organen
Een goede definitie voor basisweefsel is: “een groep samenhangende, gelijkvormige cellen, met hun eventueel bijhorende tussenstof”’
In deze definitie wordt niet over functie gesproken, hoewel die bij de cellen van één basisweefsel wel globaal overeenkomt. Bv. “bedekkend” bij dekweefsel en “steunend” bij steunweefsel. De in de definitie genoemde samenhang van de cellen kan meer of minder hecht zijn: de cellen kunnen dicht opeengepakt liggen (epitheel) of enkel via dunne uitlopers met elkaar in verbinding staan (zenuwweefsel). Ook de gelijkvormigheid van cellen moet ruim worden opgevat: er zijn epitheelsoorten die meerdere celvormen kennen (bv. het epitheel van de huid). Tussenstof tenslotte wordt niet door alle basisweefselsoorten evenveel gemaakt: sommige cellen komen niet verder dan het maken van een glycocalix (een naar extracellulair stekend deel van het celmembraan), terwijl steunweefselcellen een gevarieerd scala van tussenstoffen om zich afzetten (bottussenstof, kraakbeentussenstof…)
Leerdoelen
De student kan…
• de 4 weefseltypes in het lichaam beschrijven en onderscheiden • de functies van de 4 weefseltypes in het lichaam toelichten • van elk type epitheel de relatie tussen vorm en functie omschrijven • de structuur en functie van de verschillende types bindweefsel vergelijken • de 3 types spierfweefsel in het lichaam beschrijven en onderscheiden op basis van speciale structuurkenmerken • de elementaire structuur en functie van zenuwweefsel beschrijven • verklaren hoe weefsels homeostase garanderen
1.1 Epitheel
Epitheel of dekweefsel bestaat uit cellen van regelmatige vorm, die meestal zonder tussencelstof, in een ruimtelijke mozaïek tegen elkaar liggen. Een epitheel bestaat uit één of hoogstens enkele lagen cellen. Veel lagen is niet mogelijk omdat in epitheel nooit bloedvaten liggen. Voeding van de epitheelcellen vindt plaats vanuit bloedvaten in het bindweefsel dat juist onder het epitheel ligt en van het epitheel wordt gescheiden door een dun, helder bindweefselvlies: het basaal membraan.