Het zoekend hert ° The searching deer - Trimestrieel tijdschrift - Jaargang 3 - Nr 10

Page 1

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT – JAARGANG 3 – NUMMER 10 – NOV-DEC-JAN 2012

75,0(675,((/ 7,-'6&+5,)7

10


2 FOTOGRAFIE: Marc Schoeters


WELKOMWOORD AA N LEZE RS EN DENKE RS

D

De boodschap begrijpen en weer doorgeven

e lopende lezingencyclus van ons filosofiehuis – over het ‘streven naar het ware leven’ – laat een aantal mensen niet onbewogen. Zo ontvingen wij recent een even beknopte als bitse respons op één van onze nieuwsbrieven: ‘Het ware leven is voor idioten die niet weten wat de realiteit kan inhouden’. Dat was wel even slikken. Ook omdat de persoon die het schreef nog nooit bij een lezing aanwezig was en blijkbaar niet besefte dat wij het thema ernstig pogen te doorgronden, maar toch met reserve en gepaste ironie. Bitter smaakte dit bericht vooral omdat de afzender zich nog kort voordien liet inschrijven, maar dan door ziekte verstek moest geven. Zodat een bepaalde realiteit, zoals zo vaak in het leven, de hoop op een kommervrij bestaan kwam verhinderen. Korte tijd later moesten we voor het eerst de afmelding van een spreker aanvaarden. De vrouw van de Braziliaanse bevrijdingstheoloog Leonardo Boff stuurde een droef bericht van over de oceaan. De 72-jarige filosoof en professor bleek verhinderd om naar Europa af te reizen. Een ernstige kwaal verplichtte de altijd zo bedrijvige man om horizontale rust te houden. Eerst hebben wij nog overwogen een vervanger te engageren. Na enig wikken en wegen hebben we toch het hele programma afgeblazen. Ook omdat zo’n denker niet makkelijk vervangbaar is. De volgende lezingencyclus van Het zoekend hert ° The searching deer behandelt het thema van ‘de kwetsbare mens’, die contre vent et courant actief poogt te blijven. Deze nieuwe cyclus wordt opgedragen aan twee uitzonderlijke persoonlijkheden – een volkse topschrijver en een flamboyante filosoof – van wie in maart 2012 de 100ste geboortedagen worden herdacht. Wij huldigen beiden om wie ze waren, om hoe ze stelling durfden te nemen, om wat ze realiseerden in een barse realiteit. En omdat wij denken dat hun voorbeeld nog kan inspireren. Ons kleinschalige filosofiehuis focust niet toevallig op het zoekende hert. Graag beluisteren wij het kloppende hart van de meedelende en meelevende enkeling die ook durft protesteren. Graag eren wij tevens het dierlijke hert, het ranke wezen dat in de vrije natuur zijn weg zoekt en dat al eeuwenlang symbool staat voor het kwetsbare bestaan én het levenslustige en sierlijke streven, gedreven door verlangen. Wie deze boodschap begrijpt, mag ze doorgeven. Eddy Strauven Gastheer en coördinator

Voor meer informatie: www.hetzoekendhert.be 3


ONZE TWEEDE NIEUWJAARSLEZING – EDITIE 2012

Yves Petry Over het raadsel van het jaar dat komt De tweede editie van De Nieuwjaarslezing van Het zoekend hert verschuift al meteen naar de zaterdagavond. Spreker van dienst is dan ook Yves Petry, romancier en academisch filosoof, maar toch vooral een fascinerende auteur die de avondlijke sferen meer genegen is dan de pastorale stilte van een zondagochtend. Yves Petry (1967) treedt op dubbele wijze in de voetsporen van zijn pennenbroeder Bernard Dewulf. Zoals zijn voorganger werd ook hij bekroond met de Libris Literatuur Prijs, voor zijn roman De maagd Marino, een schokkend boek over een bizarre moord. ‘Een trefzeker, intrigerend meesterwerk’, noemde de jury deze roman ‘die op elke bladzij getuigt van het geloof in de kracht van de precieze formulering’. Van Yves Petry verschenen eerder de veelgeprezen romans Het jaar van de man (1999), Gods eigen muziek (2001), De laatste woorden van Leo Wekeman (2003) en De achterblijver (2006). In 2006 kreeg hij de BNG Nieuwe literatuurprijs, in 2007 de Literatuurprijs van de provincie Vlaams-Brabant. Ook werd hij genomineerd voor de AKO-literatuurprijs, in 2004, en de Gerard Walschapprijs, in 2007. Voor De Nieuwjaarslezing in Het zoekend hert ° The searching deer krijgt Yves Petry behoorlijk de vrije hand. Wij vroegen deze romancier, wiskundige en universitair geschoolde filosoof eens vrijpostig te reflecteren over het jaar dat komen gaat en de verdere toekomst – maar vooral met aandacht voor de zorgen van een zoekende en strevende schrijver. Veel meer is uiteindelijk niet afgesproken. Dus zijn wij even benieuwd als u. “Prikkelend, intelligent, uitdagend” – De Standaard “Een ijzersterke en hoogst intrigerende roman die talloze registers bespeelt en menig stilistisch bravourestukje etaleert. 'De maagd Marino’ bevat filosofische terzijdes à volonté en levert denkstof waar je zonder overdrijven een paar weken mee toekomt.” – De Morgen

De Nieuwjaarslezing van Yves Petry vindt plaats op zaterdag 7 januari 2011 om 20u in Het zoekend hert, Koninklijkelaan 43, 2600 Berchem. Inkom: 7 euro. Met nieuwjaarsdrink. Voor meer informatie: hetzoekendhert@gmail.com of + 32 473 68 66 65. 4


TEKSTEN: Agnès Van Emelen en Eddy Strauven • FOTOGRAFIE: Marc Schoeters en Bert Steurs

Streven naar het ware leven

H

et streven naar het ware leven heeft zich in de loop van 2011 flink doorgezet. Tenminste toch met getuigenissen en theorieën, ergens in een intiem filosofiehuis bezuiden Antwerpen. Na de sterke openingslezing door Prof. Joep Dohmen en de bijdragen van Jan Geurts en Stine Jensen lieten na de zomer Dr. Jenny Slatman, Judith Uyterlinde en Sebastien Valkenberg telkens een eigen stem horen. Over het vreemde van en in ons lichaam. Over een vurige kinderwens en het vreemde van kleine mensjes adopteren. Over het dappere doordenken en het streven naar excellentie, optimisme en geluk. Een jonge schrijver en een oudere denker sluiten deze negendelige lezingencyclus af. David Mulder getuigt op zondag 18 december 2011 over ‘de zoektocht naar een excuus om te falen’. Deze schrijver/slamdichter/avonturier turfde een jaar lang alles wat hij deed – en wanneer. Meesterdenker Prof. Hans Achterhuis, in Nederland pas bekroond als de eerste ‘Denker des vaderlands’, tevens auteur van vele bijzondere filosofieboeken, reflecteert op zondag 22 januari 2012 over de valkuilen van elk utopisch wensen en willen. Dus ook die van onze innige aspiratie naar het ware leven – of iets dat daar zou op lijken.

FILOSOFISCHE LEZINGENCYCLUS OVER ACTIEVE LEVENSKUNST 5


6


5 - DR. JENNY SLATMAN – WERKEN AAN ONS ‘EIGEN’ VREEMDE LICHAAM

Ons lichaam is grotendeels veranderbaar en zelfs inwisselbaar In de zoektocht naar het ware leven worden we niet zelden beperkt door ons lichaam, dat illustere blok aan ons been. Maar waarom kan het ons zozeer beperken? We zijn toch lichaam én geest – of niet, misschien? Fysiotherapeute en filosofe Dr. Jenny Slatman gaf haar vernieuwende visie op een aloude tegenstelling. De huidige lichaamscultus contrasteert scherp met de wijze waarop traditioneel over het lichaam wordt gedacht, stelt Dr. Jenny Slatman. Van Plato tot in de middeleeuwse christelijke traditie blijft het lichaam veelal veronachtzaamd: het staat de loutering van de ziel in de weg, vertroebelt de geest of leidt tot zondig gedrag. Enkel de dood kan de eenheid van ziel en lichaam verbreken. René Descartes introduceert een dualistisch denken waarin geest en lichaam radicaal van elkaar worden gescheiden. Werd het lichaam voorheen als een belemmering beschouwd, voor de Franse filosoof wordt het een ding onder de andere dingen, een fascinerend studieobject ook, een machine waarvan de werking dient te worden ontraadseld. Voor de geneeskunde blijkt die cartesiaanse opvatting van groot belang, want als het lichaam een ding is, kan je er ook de onderdelen van vervangen. Protheses, transplantaties, lichamelijke aanpassingen zijn in ons dagelijkse bestaan gangbare fenomenen geworden. Ze worden algemeen aanvaard, zeker als het om reconstructies na een beschadiging gaat, of om cosmetische ingrepen na een aangeboren afwijking. Cosmetische chirurgie om aan een schoonheidsideaal te beantwoorden of om het verouderingsproces tegen te gaan leidt daarentegen tot oeverloze discussies, die veelal op niets uitlopen. Omdat men vanuit oude categorieën blijft redeneren, meent Jenny Slatman. Het onderscheid tussen ziel en lichaam, dat zolang het westerse denken heeft gedomineerd, laat de filosofe achter zich. Zich baserend op de fenomenologie van Edmund Husserl en van Maurice Merleau-Ponty vervangt ze de oude modellen door het onderscheid tussen het ‘ik als ding’ en het ‘ervarende ik, die ze als twee onderscheiden aspecten van het lichaam beschouwt. Als Körper verschijnt het lichaam voor mij als een ding, als iets dat mij vreemd is. Het Leib daarentegen is het voelende lichaam, ‘een vorm van zelfbewustzijn die zich in en op het lichaam aftekent’. Het ‘eigen’ lichaam heeft zodoende een dubbele bestaanswijze: het is zowel een ding als een niet-ding. Omdat eigenheid en vreemdheid samengaan, is het lichaam ook vrij makkelijk in staat vreemde indringers – een tandvulling, een prothese, een nieuw hart – te aanvaarden. Wordt de identiteit dan niet fundamenteel door zulke lichamelijke ingrepen aangetast? Kan het individu zich nog met zichzelf identificeren als het er door een operatie totaal anders uitziet? Ben ik eigenlijk nog dezelfde persoon als ik een nieuw hart krijg ingeplant? Een identiteit ligt niet eens en voor altijd vast, stelt Dr. Jenny Slatman. ‘Het vormen van iemands identiteit is een niet-aflatend proces waarin iemand zich telkens opnieuw identificeert met het körperliche van zijn of haar lichaam. Ten opzichte van ons Körper hebben we een bepaalde afstand. Daarom zeggen we ook dat we een lichaam hèbben. Het lichaam dat ik heb, is grotendeels veranderbaar en zelfs inwisselbaar. Toch staat het hebben van dit lichaam niet tegenover het zijn ervan. Lichamelijke identiteit betekent uiteindelijk niets anders dan dat ‘ik het lichaam ben dat ik heb’. Ik ben dit vreemde lichaam.’ 7


8


6 - JUDITH UYTERLINDE – HET ZOMPIGE MOERAS VAN MOEDERLIJKE GEVOELENS

Het oceanische gevoel als vorm van doodsdrift en levenslust Sigmund Freud bestempelt het oceanische gevoel, dat mensen graag oproepen door het creëren van een spanningsloze toestand, als een vorm van doodsdrift, en tegelijkertijd als het verlangen terug te keren naar de baarmoeder. Schrijfster Judith Uyterlinde opent haar lezing over ‘Het zompige moeras van moederlijke gevoelens’ met een beklijvende versie van ‘Sittin’ on the dock of the bay’. Voor haar verwijst het oceanische gevoel naar herwonnen levenslust na een allesoverheersend en fnuikend verlangen naar een kind. ‘Ik wilde van alles en een kind. Ik kreeg van alles, maar het kind niet.’ In Eisprong (2001) vertelt Judith Uyterlinde over de verenging van haar leven tot een dwangmatig streven. Miskramen, een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, IFVbehandelingen. De vergeefse pogingen een kind ter wereld te brengen doen de jonge vrouw in het ‘zompige moeras van de gefrustreerde kinderwens wegzakken’. Aan die verslindende obsessie komt pas een einde als haar moeder ziek wordt: een hersentumor, zo groot als een ei. De schok werkt eerst ontregelend: ‘Wat hebben wij toch met eieren, dat ze zich steeds op plaatsen in ons lichaam nestelen waar ze niet thuishoren?’ Maar de confrontatie met de mogelijke dood van haar moeder helpt Judith Uyterlinde vervolgens haar eigen ‘magere jaren’ te relativeren: ‘Het was of ik eindelijk naar buiten mocht, na een lange periode van eenzame opsluiting.’ Het boek eindigt dan ook met een verlossende duik in zee. Redding! In De vrouw die zegt dat ze mijn moeder is (2010) getuigt de geromantiseerde hoofdpersoon Judith van de twijfels die rijzen wanneer ze besluit een kind te adopteren. Ze verhaalt over de perikelen die de slopende procedure bij haar oproept. Hoe zal het zijn met een kind dat andere genen heeft? Met een baby die aan zijn familie en achtergrond wordt ontrukt? Van haar eigen familieverleden weet de schrijfster weinig. Als ze van haar zieke moeder een doos met brieven krijgt, duikt ze in een familiegeschiedenis vol geheimen. Ze voert lange gesprekken met alle familieleden die de oorlog nog hebben meegemaakt. Haar zoektocht mondt uit in de verrassende vaststelling dat ook de kinderen in de twee generaties voor haar niet door hun biologische moeders zijn opgevoed. Terwijl Judith eerst nog dacht met een adoptie de familietraditie te doorbreken, blijkt nu dat ze de lijn gewoon voortzet, zij het vanuit een andere ingesteldheid. Na de Tweede Wereldoorlog is aan haar eigen joodse moeder elke uitleg over de verdwijning van haar moeder ontzegd. Elk spoor werd uitgewist, soms zelfs vernietigd. Het verdriet van de kinderen is nooit erkend. Bij de adoptie die zij beoogt, wil Judith integendeel zoveel mogelijk gegevens over de achtergrond van ‘haar’ baby verzamelen. Tegen de gewoonte in ontmoet ze de biologische moeder, zodat ze het kind dat het hare zal worden later kan vertellen over zijn afkomst. Door het verleden dood te zwijgen kan enkel een problematische band ontstaan, oordeelt Judith Uyterlinde. Verlies verdringen betekent dat er geen plaats aan wordt gegeven en het niet kan worden verwerkt. ‘We kunnen niet ontkennen dat het kind met het verlies van haar moeder en haar land ook iets kwijtraakt dat wij met alle liefde die we het gaan geven nooit helemaal kunnen compenseren. We kunnen alleen ons best doen dat verlies niet te ontkennen.’ Dit boek eindigt in kalmer vaarwater, namelijk in bad, met het gelukzalige liefdesgevoel van een adoptiemoeder voor het kind op haar buik. Eureka! 9


10


7 - SEBASTIEN VALKENBERG: HET WARE LEVEN IS NIET VOOR BANGE MENSEN

Het streven naar excellentie kan een mens gelukkiger maken Ambitie is een vies woord geworden, constateert filosoof Sebastien Valkenberg. Tenminste als we het legertje cultuurfilosofen geloven die ons wondermiddelen zoals onthaasting aanreiken als oplossing voor de frustratie die inherent lijkt te zijn aan het overspannen leven dat we leiden. Tijd voor een gedurfde herbronning. Filosoof Sebastien Valkenberg relativeert de hardvochtige oordelen over onze overspannen samenleving. Uit de praktijk blijkt dat de westerling minder werkuren presteert dan vroeger. En het jachtige leven is er altijd geweest. Sla er Die Welt als Wille und Vorstellung (1819) op na, het standaardwerk waarin Arthur Schopenhauer de kloof tussen willen en kunnen belicht – en de zware kopzorgen die ermee gepaard gaan. Het hectische bestaan, aldus Schopenhauer, vloeit voort uit de manier waarop de wereld in elkaar steekt. Het is een hel, oordeelt de legendarische aartspessimist. Naar zijn inzicht is de mens een altijd hunkerend wezen, onderworpen aan het werk van een blinde ‘wil’, die hem voortdurend opjaagt. Om zijn persoonlijke ambitie te verwezenlijken, wurmt een mens zich in alle bochten en dat kost bloed, zweet en tranen. Áls het überhaupt al lukt, want daar heeft Schopenhauer geen vertrouwen in. De kater ligt toch in het verschiet. Stop daarom met willen, wees niet ambitieus, beveelt de Duitse filosoof ons aan, want de ‘wil’ kan ons enkel frustratie of verveling bezorgen. Kan misschien een zelfgekozen willoosheid het recept zijn tegen de drukte van het moderne leven? Neen, concludeert Sebastien Valkenberg. De optie van willoosheid wordt archetypisch uitgebeeld door Oblomow, het ultraluie hoofdpersonage uit de gelijknamige roman (1859) van Iwan Gontsjarov. Bij Oblomow komt inertie voort uit apathie. In hem gaapt geen frustrerende kloof tussen willen en kunnen, omdat hij elke ambitie heeft afgewezen. Voor Valkenberg bestaat het leven, anders dan bij Schopenhauer, uit meer dan frustratie en saaiheid. Dat blijkt uit de Four Stages for Learning Any New Skill, een theorie uit de jaren zeventig die in elk leerproces vier fases onderscheidt. Schopenhauers jammerklachten over de alomtegenwoordigheid van frustratie en verveling passen naadloos in de eerste drie fases. Maar de laatste fase, die van het ‘bewust bekwaam worden’, waarin de inzet wordt beloond, is essentieel. Hier ontstaat immers het Eureka!-gevoel dat Sebastien Valkenberg in verband brengt met het begrip ‘eudaimonia’ van Aristoteles. ‘Eudaimonia’ duidt zowel op een gelukkig leven als op een gelukt leven. Excellentie, daar draait het om bij de oude Griekse denker. Virtuositeit veronderstelt hard werken, maar gaandeweg werpt zulke inzet zijn vruchten af. Dan opent zich eventjes de deur naar het geluk. Leg de lat dus hoger, adviseert Valkenberg. Maar blijf realistisch: zet niet te hoog in à la Icarus, die naar de zon wilde vliegen. Is geluk verbonden met virtuositeit, dan komen in het streven ernaar nog deugden van pas zoals ijver en doorzettingsvermogen – de typische ingrediënten van een druk bestaan. Maar leiden ijver en inzet niet naar de zo verfoeide ‘rat race’? Is iemand die hard werkt automatisch een workaholic? Zulke woordkeuzes laten nauwelijks ruimte voor de idee dat stevig doorwerken niet zo slecht voor ons is. Ze laten niet toe dat mensen er, zoals Aristoteles laat zien, zelfs gelukkig van kunnen worden. Het zou daarom al een grote winst zijn als deze door de moderne pessimistische cultuurfilosofen zo geliefde termen gaandeweg in onbruik zouden raken – of in elk geval minder lichtzinnig gebruikt zouden worden. 11


MENS TUSSEN DIER EN GOD - OVER PERSOONSI DEN TI TEI T EN ZELFBEWUSTZI JN

PARADIJS DE HOEK OM VA N EN DOOR GREG HOUW ER In de nasleep van onze lezingencyclus ‘Streven naar het ware leven’ presenteert Het zoekend hert een denk- en luisteravond door de jonge filosoof, romancier en muzikant Greg Houwer. Over persoonsidentiteit en zelfbewustzijn. Over de mens als tussenwezen. Over de zoektocht naar het paradijs, ergens om de hoek, misschien? De mens is een dier. Maar niet zomaar een dier. De mens is bovenal een verlangend en sociaal dier. Hij neemt geen genoegen met het aardse hier en nu, maar heeft ook nood aan een hemel, als een dak boven het hoofd, aan een niet-hier en niet-nu waar hij, rechtopstaand, naar kan reiken. Door in te gaan op de sociale structuur van onze menselijke geest en daarmee het (eventuele) verschil af te tasten met andere dieren legt Greg Houwer uit hoe dit komt. Aan de hand van Louis Paul Boons intrigerende roman De Paradijsvogel gaat hij daarna in op de implicaties. Samen met Boon laat Greg Houwer zien dat de mens een gespleten tussenwezen is en toont hij dat de spanning tussen natuur en cultuur, het eigene en het vreemde, het individuele en het gemeenschappelijke menselijk, al te menselijk is. De lezing wordt afgewisseld met brokjes rockmuziek en passages uit eigen werk. Greg Houwer (Gregory De Vleeschouwer, 1980) is schrijver, filosoof en singer-songwriter. Hij promoveerde in 2010 aan de K.U.Leuven met een proefschrift over persoonsidentiteit. Intussen verschenen: Ik, Mezelf en Wij: Over de Constructie van onze Identiteit (2011), Into the White: Kafka and his Metamorphoses (2010) en Getekend door het Lichaam (2011). Recent publiceerde Greg Houwer in eigen beheer De ark van Birsa (2011). Meer info: http://greghouwer.wordpress.com.

Paradijs de hoek om vindt plaats op zaterdag 4 februari 2012, van 20 tot 22 uur. Inkom: !7 (studenten !5). Reservatie: hetzoekendhert@gmail.com.

Streven naar het ware leven IS EEN PROJECT VAN HET Z!EKEND HERT HET VLAAMS-NEDERLANDS HUIS

deBUREN www.deburen.eu 12

THE SEARCHING DEER


VERSLAG: Eddy Strauven • FOTOGRAFIE: Bert Steurs en Rob Willems

FREE SPIRITS FROM BRAZIL !"#$%&'()#*+,%-##'(+."%$+,#$//,.+'.0+.1'$2+'3(+"%'3.4#'.0+.3++($5. “Een mens kan opgroeien met het idee midden tussen de ‘free spirits of Flanders’ te wonen en achteraf – vele jaren later – vaststellen dat hij al die tijd onder een stolp heeft gezeten. Een dikke, maar onzichtbare stolp.” Journalist en auteur Marcel Grauls werpt tijdens onze Europalia-avond ‘Free spirits from Brasil’ meteen een scherp licht op de kloof tussen het Vlaamse platteland en het kleurrijke, gediversifieerde cultuurlandschap van Latijns-Amerika. Verslag van een geestrijke avond, gepresenteerd door Alma De Walsche van MO*magazine. Marcel Grauls schreef anno 1980, onder het pseudoniem H. Ter-Nedden, het allereerste werk over LatijnsAmerikaanse literatuur in het Nederlands: ‘Uit de bek van de hel’. Zelf kwam hij uit een dorp in Zuid-Limburg, met een kleine bibliotheek. Bij hem thuis was geen enkel boek. Hij verslond die bibliotheek en las op de middelbare school gepassioneerd verder. Uit Het Nieuwsblad Sportwereld, toen nog met een zuiver literaire bladzijde, leerde hij in 1962, zestien jaar oud, dat ene John Steinbeck de Nobelprijs voor literatuur had gewonnen. Aan de schoolbibliothecaris, ook leraar Nederlands en godsdienst, vroeg de jonge tiener het werkje De verdoolde bus, ‘The wayward bus’, “een boek dat in Vlaanderen op de index stond met een fataal hoge score”. Niet voor u, was het bitse antwoord. Dezelfde leraar uitte openlijk zijn ergernis over jongens die altijd op zoek waren naar boeken die in het hermetisch gesloten groene kastje stonden. De schuldige pervert kon er maar één zijn. In zijn lezing ‘Latijns-Amerikaanse literatuur en de onthengseling van de geest’ verhaalt Marcel Grauls over zijn evolutie van de jongste 30 jaar. Hoe hij niet naar Leuven wilde, en dan in Gent zowel Remco Campert als het verrukkulluke leven ontdekte. Hoe een generatie jonge Vlaamse intellectuelen zich laafde aan Kerouac,

13


Ginsberg, Corso en andere Amerikaanse beatpoets. De katholieke stolp gleed niet zacht van zijn schouders, maar sprong er met een luide knal vanaf: vele weekends naar Amsterdam om Provo ook in Gent te importeren, geboeid luisteren naar Prof. Uyttersprot die alle grenzen overboord gooide met het woord wereldliteratuur, een begrip dat hij bij Goethe had gehaald. Als jonge recensent ontdekte Marcel Grauls de Frankfurter Buchmesse en daar de linkse explosie van de RAF en zo hun inspiratiebronnen: de tupamaros van Uruguay, de revoluties in Nicaragua, El Salvador, Guatemala, intellectuelen als Ernesto Cardenal. Zo beleefde hij de ‘boom’ van Latino-literatuur met schrijvers van wie hier niemand een woord afwist, van boeken die er echt toe deden - “zuiver literaire werken, streng literaire werken die je bij de keel grepen.” Het verhaal van Marcel Grauls leidt naar dat van een aanwezige legende: Alice Ruiz, die haar haiku’s voorleest, haar liedteksten laat horen en verhaalt over linkse en feministische cultuur toen en nu. Een beetje verbittering toch: “Er is een nieuw feminisme. It’s called: loneliness.” In contrast hiermee de jongere Veronica Stigger, een modieuze kunstprofessor die meesmuilt met haar eigen fantasieverhalen – en elk zinnetje dat ze zegt. Last but not least Daniel Galera, schrijver en uitgever, die getuigt van de rijkdom aan mogelijkheden van de jonge generatie, waardoor enkele van zijn vrienden juist heel vertwijfeld in het leven staan. Zoveel is vandaag mogelijk in een weelderig land als Brazilië, maar waarom en waartoe? Marcel Grauls lichtte ook al een tipje van deze sluier: “Jonge auteurs krijgen vandaag het onverbiddelijke verwijt te horen: uw verhaal is niet Zuid-Amerikaans genoeg.” Bepaalde legendarische schrijvers wrikten zijn hersenen los “zowel met hun fantasie als met hun technisch vernuft”. Anderen, zoals Marquez, beweerden dat ze niets hadden verzonnen – hoe gek hun verhalen ook klonken. Maar welke jonge schrijver kan zulke erfenis voortzetten zonder frustratie? Marcel Grauls adoreert het meest zij die een universeel verhaal uit eigen klei kunnen bakken, zoals Juan Rulfo. “Zijn werk is in die zin revolutionair dat het niet moraliseert, niet de geestelijke ellende beschrijft, maar ze demonstreert; niet de revolutie predikt, maar er wel de voorwaarde voor schept. Het onderkoelde, objectieve proza lijkt te stammen van de Indiaan die zachtjes zingt, omdat binnensmonds opstandige woorden moeilijk worden verstaan.” Wij, zegt Marcel Grauls, zitten hier ondertussen nog altijd vast in een eurocentrisme, zelfs in een nieuw provincialisme, ondanks of juist door de globalisering. Meer dan ooit hebben wij nood aan bemiddelaars, go-betweens, promotoren… die ons een complete ‘tour d’horizon’ kunnen bezorgen. Daarom eindigt Marcel Grauls met een diepe buiging voor de workaholic die zoveel Latijns-Amerikaanse romans en poëzie naar hier bracht: de betreurde vertaler en auteur August Willemsen, – “a true free spirit”. •

14


KERNTEAM HZH/TSD: EDDY STRAUVEN - CHRISTEL KERSEMANS - AGNES VAN EMELEN - HELLA VAN DEN ELSHOUT

HET Z!EKEND HERT

THE SEARCHING DEER

Eros en de kwetsbare mens FILOSOFISCHE LEZINGENCYCLUS OVER GEPASSIONEERD DENKEN & GEPERVERTEERD VERLANGEN

Bij de 100ste geboortedagen van Leopold Flam en Louis Paul Boon

Nieuwe lezingencyclus met 9 bijeenkoms ten, van zondag 18 m aart 2 012 tot zon dag 27 janu ari 20 13. Weldr a meer nieuws - via www.h etzoeken dher t.be. 15


Al ge m en e r edac ti e + v era ntw oord eli j ke uitg e ver : E ddy S tr auv en, G em e e nt es traa t 237, B-3 010 K ess el- Lo | Tel ef oo n: + 32 ( 0)4 73 68 66 65 | Ma ilad res: h etzo eke nd h er t@ gm ail .c om | W ebs ite : www . hetzo e ke nd her t.b e |

P910603

REDACTIE & bereikbaarheid

BC 31257

Het zoekend hert ° The searching deer is het tijdschrift van het gelijknamige filosofiehuis, waar denkende enkelingen welkom zijn voor zingevende ontmoetingen. Onze programma’s besteden aandacht aan nieuwe ontwikkelingen in de filosofische levenshouding en aan kruisverbanden met artistieke disciplines. Tijdens het eerste weekend van het nieuwe jaar, op zaterdag 7 januari 2012, houdt schrijver Yves Petry De Nieuwjaarslezing – over het jaar dat komen gaat, in de gedachten en woorden van de winnaar van de Libris-literatuurprijs 2011. Zie ook: www.hetzoekendhert.be.

HET Z0EKEND HERT

THE SEARCHING DEER

Philosophy & overnight sensations – Koninklijkelaan 43, B-2600 Berchem (Antwerp)


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.