Theys Constant, Korte geschiedenis van Ruisbroek, Brussel, 1940, 84p.

Page 1

THEYS CONSTANT, Korte geschiedenis van Ruisbroek, Brussel, 1940, 84 p.


KORTE GESCHIEDENIS

VAN RUISBROEK (Brabant)


KORTE GESCHIEDENIS VAN

RUISBROEK (Brabant) door

CONSTANT THEYS

Penteekeningen van LEO THEYS

1940

DRUKKERij A. HESSENS BRUSSEL


Hoogachtend opgedragen aan den beer PIETER CORNELJS, Burgemeester.


VOORWOORD Van 1932 tot 1939 liet Constant Theys een reeks historische bijdragen met toeristischen inslag verschijnen, in « Tl()erisme », het orgaan van den Vlaamsehen Toeristenbond, ov.er .een tiental gemee.nten gelegen in de schilderachtige heuvelsfr.eek tusschen de Zenne en het Zoniënbosch, maar ook op de gevaarlijke plaats -·uit Vlaamsch oogpunt bekeken tusschen Bruss.el en de Taalgrens. - Dne artikels w.erden gretig gelezen .en velen spoorden Theys aan ze te bundelen en er een boek van te maken. Wij o~ok vonden dit uitstekend werk. .en wij aarzelden niet om het den schrijver gemakkelijker te maken zijn boek te verwezenlijken- het tijdschrift« Eigen Schoon », orgaan van den Geschied- en Oudheidkundigen Kring van Vlaams eh Brabant, te zijner beschikking te stellen. Th'eys is trouwens een onzer flinkste en werkzaamste medewerkers. Maar eenvoudig af te drukken wat reeds in een ander tiidschrift verscheen behoort niet tot de gebruiken van o.ns huis. Wij komen voor .den dag met :oorspronkelijk werk. En zoo moesf.en w.e .onzen vriend Theys een eerste penitentie (?) opleggen : zij.rt werk opnleuw op het aanbeeld te brengen het gro,ote:nde-els te herschrijven en, wat de geschiedenis betreft, belangrijk uit te breiden. Theys toog dan weer aan den arbeid, weer naar het archief, en de eerste uitslag van deze « herweïking » van een tijdschriftartikel is .dit boek over Ruisbroek. Wij krijgen nu, in plaats van één, een tiental boeken .' .elke gemeente het zijne. Wij zijn gelukkig het eerste van de reeks te mogen inleiden btï het lezend publiek en vooral bij de menschen van de streek. Wij zeggen hun :het is goed werk, beknopt maar betrouwbaar en eerlijk, de vrucht van e.en gewetensvolle inspanning van den schrijver, die al de bekende archlefbrolli1Jen nauwgezet raadpleegde. Wij WP:nschen het vele lezers toe. Wlï eindigen met een woord van dank aan het Gemeentebestuur van Ruisbroek dat, door zqn steun1 mede de uitgave valll dit boek heeft helpen bespoedigen. Een diepere kennis van eigen land en volk en van het verleden te helpen verspreiden bevordert het samenhoorigheldsgevoel .onder dorpsgeooien en is een daad van gezonde vaderlandsliefde. 1

Laken, 5 juli 1940.

Dr. JAN LINDEMANS, Lid der Kon. VJaamsche Academie,

Voorzitter van den Oescbjed- en Oudheidkundigen Kring van West-Brabant.


Korte Geschiedenis .van Ruisbroek

I

Ligging. Zemte. Kanaal. Bevolking. - Dit Zennedorp ligt 9 kilometer ten· Zuid-Westen van Brussel, 4 kilome·ter ten Westen van Ukkel, 7 kilometer ten Noorden van Halle, op de spoorlijn 93 (Brussel-Bergen) en langs het kanaal BrusselCharleroi, vlak in het Zennedal, tusschen ·het zachtgolvend ·Pajottenland links en de zeer heuvelachtige streek rechts. De hoogtepunten schommelen er, o zoo zachtjes, tusschen 26 en 27 meter... . Wat niet belet dat men er verschillende oude plaats-: namen met berg aantreft : ten Berghe ( 1409), de Berchstrate (1409), den Haenenbergh (1652), den Lucasbergh (1719), en den Roodenberg ( 1683). Men ziet het, alles is relatî ef. De gemeente ondervond meer dan eens last van de overstrooming. In 1712 beklagen de gebruikers van de beemden zich over << de menichvuldige vervloedingen van hunnen bempt van !het opcomm.e-nde waeter van die· Z~nne». De eeuwen door mogen we zeggen, werd naar een middel daartegen gezocht. Zoo berust er in =het Rijksarchief een kaart uit de xve eeuw, acht meter 27 lang, ·en 1 m. 18 breed, « met al de weiden, steden en gemeenten enz. gelegen langs de rivier de Zenne, van aan het dorp Ruisbroek tot Hombeek-bij-Mechelen, opge·maakt door Matheus Bollin, met het doel naar . middelen uit te zien om de overstroomi-ngen van de Zenne te voorkomen ». Vóór de opkomst van de moderne nijverheid, dus nog zoo heel lang niet geleden, was de Zenne tamelijk vischrijk en in voroeger ·eeuwen was het een klare vliet. In de xve eeuw, zoo ·lezen we in ren « Oheynsboek », ~betaalde «Jan van Elten 1 dobbelen mottoen tsjaers te kerssmisse, van den visscheden in de Zenne, van daer de scoenbuyc ( d. i. de schoonbuuk, de schoon-e beukeboom) staet ten Droghenbossche, tot aen de molene ». In « Documents concernant le canal de Bruxelles à Willebraeek », 1882, lezen we verder dat gezegd wordt dat · de Zenne in de middeleeuwen bevaarbaar was. Verschillende akten en> in ·het ~bijzonder, die waardoor het vrij leen van St-Pieters-Leeuw ten tijde van Ka·rel den Groote geschonken werd aan de kerk van Keulen, mitsgaders verschillende legenden, waarvan de oudste die is van St. Ouido van Anderlecht, welke leefde in het begin van de XI• eeuw, bewijzen dat handelsverkeer. Er bestond trouwens in oude tijden te Brussel een schippersam·bacht. Brussel zocht naar een Q.etere verbinding met Henegouwen door de Zenne tot Halle te kana1iseeren. Dit is het doel van een octrooi van 19 November 1436 : « Wandt onse

••


-

-. 10stadt van Bruessele ons heeft ghethoondt hoe mits den grooten costen die looP'en ende comen rop alle manieren van graene, victaillen ende anderen .pennewaerden die men uijt onse stadt van. BruesS'ele ende vuijtter onser zelver stadt ende lande van Brabant in onsen lande van Henegauwe met waeghenen ende peerden gewoenlijck is te brijngen... ende hebben daer omme bedacht onse riviere van der Zinnen ... te doen ruymen, diepen, rechten, ende met a-reken s·puijen ende sluijsen in al suleken staet te stellen dat m·en 'met scepen .. . daer inne opw.eert endenederweert zoude moeghen voeren ... » Van die kanaliseering kwam evenwel niets in huis, en pas tn 1827 w~rd· door de ..H.?Iland~!~1 di:~--~<!.!1.é!êlfl.Q·!:L'Yl:r~Jlj1 uJ.t-~ nemendhetd, tusschenf3russel en öfiarleroi, een vaart gegra"V-e·fl.-el·ie--·1<·5.....3-1827 ·begonnen en 22-9-1832 voor de scheepvaart in bedrijf gesteld werd. 74.200 meter lang, met 55 sluizen, kostte het werk 10.500.000 frank aan de Maatschappij en f<Ond 1845 werd he·t door den Staat overgenomen. Dit kanaal werd na den oorlog vergroot tot een vaart met groote doorsnede (zie de sohets). De s:luiz·en kunnen ineens ·vier schepen van ·elk 370 ton versassen.

. > .. ·

~ lf ... ----1!'1~-------

41"' _ _ _ _...__ _ .,. ... __,...._.... ..,:: --~-- 3U..., _ _ __.

·~m\\i~~m\\llmA

Kanaal van Charleroi naar Brussel. - .Dwarsprofiel.

Cliché Vtaamsche Toeristenbond.

••

Op..een klein &rondgebied (354 hectaren) telt Ruisbroek thans ·~IJ de 6000 tnwoners, zegge een aangroei, sinds 1840 (531 zt·elen), van meer dan 1000 % 1 ). Het is een van de hoogst~. coëfficienten van de_!3r~sselsche omgeving, en is bet natuurliJk gevolg. yan d~ na1b1Jhetd der hoofdstad, het vestigen van allerhande ntjverhetdstakken, die er een geschikt midden yonden, .doch vooral yan het aanleggen van den spoorweg, tngehuld1gd op 17 Met 1840. Sinds een paar jaar staat Rui-sbroek ook in v-erbinding met de hoofdstad door een autobusdienst Brussel (Zuid)-Lot. Van het eenvoudig dorpJe is Ruisbroek zeer spoedig gegroeid tot een modern toegeruste gemeente. Die rassc:he aangroei 'heeft spijtig genoeg zijn schaduwzijde. Hij werkt de denationaliseering geweldig in de hand. Tot eer van Ruisbroek dient te worden gezegd dat het zich tot dusver flittk geweerd heeft tegen koloniseering en verbastering. Volgens de laatste telling spreken er enkel Vlaamsch 72% en meestal Vlaamsch 86,64 o/o. Mogen ze het erf der vaderen verder fier en ongeschonden bewaren 1 :t) Dr

J.

LINDEMANS. De beweging der bevolking in het arron-

dissement Brussel fn de laatste honderd jaar (1934)

l t

11-

Een paar cijfers over bevolking en getal huizen in vroeger eeuwen zullen wellicht belang inboezemen. De oudste, maar onvolledige inlichting, is uit 1374, toen vastges.teld werd dat er 45 volwassen personen waren, welke drie jaar lang een jaarliJksche som van t·en minste een gouden mottoen konden betalen, waarvan de opbrengst bestemd was tot dekking van de uitgaven veroorzaakt door den slag van Bäsweiler. Verder vinden w·e, in 1435, 60 huizen; in 1480 nog slechts 31 (oorlog, ziekte.?); in 1496 worden de huizen bepaald· als volgt : << Bewoende 28, arme 13, onbewoende 2. Item noch een bewoent huys der erfcueren (pastorij) ende den prochiaen (pastoor) in tijde sijnde erffelijc toebe'hoerende, 1. - Item noch een bewoent huys Joebeboerende den heere van Ruysbroeck dwelke met sijnen toebeboerten een volle leen is. 1. Overbracht ende geaffir·meert 21 a maii bij Wilieme Crokaert, stadhoudere des meyers van Ruysbroeck, Peteren Couterhaghe scepene, ende Gielijse van Neerheim, oick scepene ende heylic'hgeestmeestere (armmeester) >>. In 1525 worden 58 huizen aangegeven. In 1686 : 28 hofsteden, 1 brouwerij, 5 herbergen, 1 smidse, 2 kasteelen. En nog enkele cijfers uit de XVIIIe en XIXe eeuw : 1786, 886 inwoners. In 1775 overleed een :honderdjarige << centenarius major >> Arno1d Wijnants, echtgenoot van Maria de Bacl~er. Tusschen 1679 en 1796 waren er 1295 geboorten, 630 huwelijken en 1179 ·overlijdens. In de XVIIIe. eeuw werden veel Brusselsche kinderen te Ruisbroek uitbesteed, waarvan er veel aldaar stierven. Op 12-11-1734 werd een kindJe gevonden aan den « meirewegh prope veteram ustrinum » (bij de . _ 1 oude smidse) en Jaèobus~n ijer Me~n. geheeten. Zoo ont- ""' staan familienamen ... Wij 1oeten er ec ter bijvoegen dat die mooie naam m·et hem verdween, want hij overleed toen hij nog geen 10 jaar oud was. Onder de Fransche overheersching (jaar VII) slonk het cijfer der bevolking tot 324. In 1831 : 510, en in 1846 : 645 inwoners, voor 126 huizen en 124 huishoudens. Datzelfde jaar telt men er 152 hectaren bebouwd met graangewassen, 3 met nijverheidsproducten, 42 m~et voederplan ten, 136 hec ~ taren weiden, 11 hectaren boomgaarden en 8 hectaren moeshoven. Hierna volgen de namen der oudst bekende geslachfen van Ruisbroek. Verschillende inwoners zullen er wellicht nog hun voorouders in herkennen. Verder vermelden we bovendien nog tal van geslachtsnamen. Gillis Moeken, Heintic Tiken, 1383. joes Mostinc jan Mostincs sone wilen was van Russbroec, Hendrik van der Tant" 1400. Heintic Sknibber, jan van Cutsem, jan Zwaef, Margriete Buys, jan van Scoen, Claes van Vesschen, Jan van Coudettberghe, joes de Winne,._Aert van den Bossche, Maes de Coster) jan Boete, Margriete Gielys Priems dochter. ende Oie1is de Wale huer man, Andrîes sDeckers, Willem geheten

••


-12-

-13-

de Blyck, Bertel.ma·ens Clutinc, jan van Zuene, jan Wambacy jan Hannemans, Oodevaert van Zuene, Jan tZammels, Steven lngels, V~ranc Colyns, Jan Tyke, Jan Buys, Laur·eys de Pape Aernt Tyke, jan Cauterhaghe of Cauterhaecks, Goesen Rey~ naert, Petrus Broeders, . Kathelyne Colyns, Gielis Mathys, Hughe Scoeps, Oodevaert de Sceepen, Wiltem .Halfhuys Wouter Thoeny.s, Merten.Smeets, Segher Ghysels, jan Huyge: Ja.n van der Lmden, Wtllem van Neder:hem, . Pieter tSm·et, 01elys van den Bo~sche, Jan meester Henricx, Jan Taye, jan van Elten, Jan Sctldekens geheten duvel Andries Peeters Gielys Witte, Joes Evelbaert, P~eter Clerc~, Heyn de. Cleder~ maker, jan Pauwels, Oodevaert Versoffien, Lysbet Andries jan Kerreman~, Willem Meerte, jan tSzart, Oielys Struywe; Lysbeth Sconmcx, .Jan de Maech, Joes van Volcx:hem, jan Flor-ens, jan Ohys tn Hemelryc, Margriete doc·hter wilen was Gielys Crokaerts, Daneel Wambac, jan de Smet, juffr. Kath. van den Coudenboirch, Oielys Witseman, Gillis Maes, Claes van de Oaete, Lysbet lm'brecht, Jan tSerclaes, Goessen van den Broecke geheten de vroede vrouwe, Ooes.s·en van Huldenberg~e, qoessen Reynaert, jacob Huyghe, Willem van Nederheim dtemen heet Tyke, Gillis Scoef, Hieron. Stappaerts, Wouter Mee~s, .Jacop van Ohinderachter, jan Talpe, Oovaert Soepers, Gtehs van der Sleehagen, jan van den Steene geheten van Assc'he1 Lambrecht van den Bossche Mertens diemen heet de Smet, kinderen Speeckairts, Jan sRi~

ders, Lysbet tsVos, allen uit het midden der XVe eeuw. Later te·ekenden we nog op : Jan van Saftingen, van bet hof te Haenenbergh ( 1652); Nicolaes van Cutsem diemen heet de Brier ( l663).

De S1ationstraat, mmst den kerkho.hnuur,

op het eblde van de XIX• eeuw.. Naar een foto. Cliché Vl.aamsche

Toertst~tJand.

Naam der gemeente. Plaatsnamen. Landbouw.- Ruschebruc 1179, Russebusch 1184, Ruscebruech 1210, Ruskebroch 1228, Ruschebruc 1234, Rusbroeke 1400, ~roeck 1491, enz. Volge·ns Förstemann, Ca-rnoy en Lindemans beteekent het « biez·enbroek », uit ·het Middeleeuwsch << rusch, ruisch », een soort van biezen, waarschijnlijk de mattenbies ( scirpus lacustris), die in het water groei·t, terwijl « broek » een aanvankelijk moeras is, dat, door den menschenarbeid afgewaterd, in weiland herschapen w·erd: D·e plaatsnam·en de Biest ( 1409), Biesehoeck, Bieshoeckt, Bies'houckt duiden -op die biezen, en dat Ruisbroek werkelijk een broek Î's stelt men vast in de talrijke toponiemen : Tenbro.ek, Broekgracht, Broekveld, Hoogbroek, Hooibroek, K1einbroek, Polsbroek, Zwartbroek. Men vindt er de heele graduatie van water tot bouwland. Buitenplas, Kleine Plas-, Plas, Echelput (1672), Enkelen put, Papenput, Vaenput, Zwaenput; Broeckgrac'ht ( 1677), Oemeyne gracht, Oroote gracht, Laeckt (1400), Lahbeke (1665), Middelgracht, Nuwe gracht ( 1592), Oude gracht ( 1449), Plasgracht, Zijpe; de Be·emdekens, den Bitterbeempt ( 1663), Oemeyne beempt (1409), Enxtbempt (1685), Hooibeemd, Lambrechtsbeemd ( 1409), Middelbeemd, Schoor en Schoorgat; Begijneweide ( 1685), weyde gen. Croesel ende Bausel ( 1786), Oroote weide, Jouffrouwenw,eyde, Kalverweide, Koeiweide, Papenweide ( 1748), Veulew·eide ( 1670); Boschveld, Broekveld, Dorpvel·d, Emerveld, Hoogkoute-r ( 1665), Koutergat, Labbekeveld, Lanckbunde·r, Langevelt (1663), Meerveld (1449), Nederveld (1705), Ruisbroekveld, Tarweveld (1771), Wilderveld (1663), Zwasenvelt (1409). Deze graduatie loopt van aan de Zenne in de richting van het Westen. Eindelijk treffen we een plaatsnaam in 1715 en 1768 aan « 1 dachwant lant geheeten den Wintmolen », en in 1761 de Meuldersweyde, wat sc'hijnt aan te wijzen dat aldaar een windmolen zou gestaan hebben. Buiten de ·hiervoren en elders in dit opstel vermelde plaatsnamen, telt Ruisbroek er tientallen andere die hier geen plaats vinden en waaronder er menig typische zou te vermefd:en ziJn. Ze hebben een zoo eigen Vlaams,cben vol•kschen klank en eventJes mag ·betreurd worden dat zoovele er van teloor gingen om vaak plaats te maken voor een banaliteit. Op de kaarten van Van der Maelen (1838) en Popp ( 1841) is de oude grondverdeelîng in drie strooken nog tref... fend te herkennen en tot in de XVII• eeuw nog waren al de beemden langs de Zenne « Gemeente ~, ·m. a. w. gemeen... schapp·elijk eigendom der gemeentenaren. Ten gevolge van schulden door de oorlogen veroorzaakt geraakte dat gemeen


-14eigendom vervreemd zooals we daarvan een treffend voorbeeld zien in een stuk uit 1670. Uit oorzaak dat ·het de inwoners «nyet mog.elijk en syn hunne pacht ende huere te connen betaelen ende veele ten ach1eren syn, daartoe gevueght dat d'ondergeteeckende comparanten hier voren noch hebben gehadt veele logem·enten van s·oldaten, nyet alle~en in de voorgaende oorloge, maer oock in de g.epasseerde troubl:en in de jaeren 1-668 bij den Coninck van Vrancryck in dese Nederlanden s:eer schroomelijek ende onvervaerlijck aengedaeu ende alles daerdoor syn quytgeworden ende totalyck geruineert als synde waer.achtich dat den leger van den voorseyden Coninck van Vrancryck binnen den dorpe van Ruysbroeck oock heeft gelageert den tijdt van acht daegen, jae n1et grooten stanek ende achterlaetinge van hunnen bedorven fouragien ende andere vuylichheyt, oock met de gebrande baracken syn vandae.r gesc:heyden, waerdoor de contagieuse siecktens ende andere accidenten ( daer onsen he ere Godt. ons alle af bewaere wildt) in het voorseyde dorp heeft geoccureert ende veele menschen gestorven, en henne verterende deyne effecten daer innne hebben geconsumeert, inder vuegen dat sij ondergeteekende comparanten nyet meer en connen geraecken in hunnen eersten staet gelyck sij van te voreri waeren ende noyt en sullen connen betaelen 'hunne schuldt ende in der Eeuwigheyt en sullen kunnen opbrenghen ». Die schuld bedroeg 7 496 Rg. waaronder 300 Rg. « aen den coster van Uccle genoempt Moncheaux. Om van de voors. grote schulden, ende lasten ten langen leste eens ontlast te syne voor eenen tydt van jaeren mochten derven eene partije bunderen bempts van henne gemeynten aen de comparanten campeterende van over Immemoriale tijden wesende de naersnede tot het bewijden van henne beesten ende arfdersints gelegen binnen de vs. par. van R. >> Het was voorwaar een gewichtige aangelegenheid waartoe al de « regeerders ende inneges·etenen der parochie » opgeroepen werden, nl. : heer Peeter d-e Boeck, prîestere ende pastoor, Joos Ghysels m.eier, Jan Brems, Niclaes van Volxem, Joos de Broyere, Guillam Veldemans schepenen, Niclaes de Proost, Maximiliaan Walravens, Jan de Mesmaecker, Guillam Aelvoets, GuiUam Crokaert, Jan Boschmans, Gillis de Mes... maeckere, Cornelis de Man, Ohristiaen van Volxem, Joos Hollants, Gillis van Couvv.enbergh, Andries de Greve, Gillis de Vos, jan Aelvoets, Gillis de Smeth, Joos de Mesmaeckere, Gillis Plas, Niclaes Walravens, Jan Co01nans, Peeter Van den Broeck, Hendrik van Overstraeten, Matheus van den Plas, Claude Gillis, Jacques Belsack, Quinten van der Hulst, Peeter de Mesmaecker, jan Heymans, OuilJam de Mesmaecker, Jacques de Greve, Huybvecht de Smeth, Robert van Schare (officier veldwachter), Gillis de Vos, Caret de Greve, Anthoon Wynants; Anthoon OyselsJ Gillis Walravens, Guillam Veldemans, Guitlam Huyge, Jan Neetens, Jacques Boschmans, jan de Maeght1 OuiUam van Schalckhoven,

=

-15Lucas de S~eth, aHe pachters ende huyslieden., innegesetenen der parochte >>. Werden afg.evaardigd : P. de Boeck, pastoor, en « heer ende meester Henricus Grimberchs Beentiaat in beyde de rechten ende advocaat van den Raede van Brabant ». Bij akte verleden vóór notaris Petrus Ledineurs werd dan « opdat het vs. dorp van R. noch meer soude worden geste.Jt in p~isible ruste sonder eetüge opspra.ec~e ... besloten tot het « hebten van 8000 gulden capitael op de volle tweede vriJe naersnede jaei"lijckx wass.ende op 150 bunderen gemeynte tusschen de Laeck ende de oude gracht daerinne gecompr.ehendeert de berndekens genoempt den Plas den Droisrot, de Veulenweyde, koy en calverweyde comt.'tende tegen de Zenne ende d' ander ziJde tegen den grooten bempt Iancx aen de Brugghe aen de herberghe genoempt de drye mastellen... >> Het geld werd geleend door « mheer Gillis Albert van Male Ridder heere van Stockel, meester van de Requesten van den huyse van syne maj. ende Raedt ordinaris van desselts secreten Raede », door << Jacobus Horatius Blonde! he-ere van Rye, ende vrouwe lsabella Franchoise Ie Clercq, geseyt van Oeimen syne huysv.rouwe ». Daarvoor was een erfelijke rente verschuldiad van 200 Rijnsguldens. o De financieele toestand bleef echter treurig, want in 1696 ho?ren w~e de schepenen er zich over beklagen dat « de prachte wordt overvallen door de schuldenaeren die menic'hvuldigh sijn ». Die financieele last « verbonden aen de naersnede van omtrent 150 bunderen de gemeentenaeren van outs gecompeteert hebbende in den gemeynen bempt aldaer » en « waervan sij. jae:Hjck-?C eenige partyen waeren verhuerende ende bovendten teder peerdt .ende koyebeeste de gemeynte geniet~nde ~belast met ·eene geproportioneerde settinghe tot betahnghe van den jaerelijckschen interest » woog zwaar. De renten « waeren c.royserende tegens den penninck 20, ende alsoo het aen de supplicanten tot hiertoe onmoaelyck was geweest eenige van de opgelichte penningen te re~bourseren soo doo~ <::ontinueele oorlogen, ruinen, als. de menkhvuldige vervloedmgen van ·h;tnne~ bempt >> zochten de schepenen te Ieenen tegen een klemen mterest om het eerste ·kapitaal terug te betalen. Men kreeg 3100 gulden van het « Pauscollege binnen Loven » en « de resterende 900 guldens wisselgeit uyt handen van den heer Claudius Damiens pastoor der parochie van Vorst uyt de fondafte van wijlen Laurentins Collet in synen levene pastoir der selve parochie ». Hoe het verder met die schuld verloopen is weten we nfet. In de XIX• eeuw bezat Ruisbroek in· elk geval nog gemeene beemden. In 1829lezen we daarover in een gemeente... verslag dat « alle onze gemeentelasten worden voldaan mits


-16het produkt van de opbr·engst van het ·gras der gemeenteberopden die kragtens een verdeelingsrol jaarlijks omgezet wordt tusschen alle de eigenaars van hoornbeesten die dezelve laten weiden op de gemeentebempden na het afscheeren van het hoeigras, wel~e middels meer als genoegzaam zijn om de administratiekosten te voldoen >> •. In 1838 bed·roeg de opbrengst 712 fr. verdeeld als volgt : 213 koeien tegen 3 fr. . en 73 vaarz·en tegen 1 frank.

De« zwàrte Poort» of oud Hof te Polsbroek in 1939. Penteekening van Leo Theys.

Ruisbroek bestond en bestaat nog grootendeels uit weiden, waardoorheen drie beken vloeien : de Broekgracht, de Oude gracht (thans Vuilbeekt in den volksmond) (beempts tusschen d'Neuwe gracht en d'aude, 1344) en de Laakt of Lotbeek. In de middeleeuwen bestond er reeds een steenweg : Brussel-Ruisbroek, over de Mastellebrug 1 ), die eertijds ook de « Steynenbrug » heette. Een deel van dien steenweg heet nog« Postweg». Men herkent daarin een weg, die naar den ouden postweg van Vlezenbeek over Gaasbeek liep en naar den alouden Dieweg te Ukkel en Boendaat Hoeven. -. De voornaamste landbouwonderneming was vermoedelijk de ·hoeve van het kaste·el Hemelrijk en verder de nog bestaande Zwarte Poort « te weten een pachthof 1) Zie verktaring blz. 68.

Volgens een cijnsboek van Drogenbosch uit 1524, bewaard op de Koninklijke B~bliotheek, moesten < alle die pachter$ van R. jaerflcks geven te Paeschen van bet derde wn den brugge te onderhouden atle die gitene die wagen lilebben elck tstaers 2 stuyvers ende atle die kerren hebben 1 $btyver :..

De heer PIETER CORNELIS, burgemeester.


-17-

rn·etten huyse, sc'huere, vleuge... metten vyvere rontsornme en:de boomgaerde m·etten fruytboom•en ende andere hoornen daeropstaende... geheeten de sw·eerte poorte ( 1675). Di·e gemelde << vijver ofte walle 1 ) blijven behouden het recht van

Oe « Zwarte ~oort » io 1939. Penteekening van Leo Theys, naar een foto van Ferd. Mosselmans.

O.e homf,erdjarige VIRGINIE LEDOYEN, geboren te Brussel 28 Februari 1837. Officieel gevierd 28 Februari 1937, overleden 29 November 1937.

het lossen van syn water door de meulders wijde als oock het ruymen oft slobberen op de Dammen » ( 1761). Verder : « op den pachthof metten hove bnomgaerden ende toebehoorten... geh. t!wf te Roodenberghe ende meer andere pande-n » ( 1683); een << pachthof op den Hallewegh bij de smisse aldaer » ( 1686); in 1698 wordt aan kapitein Be·rnard du Mont voor 310 Rijnsguldens verkocht een vervallen pachthof met een stuck van een huys daer op staende ende bivang daeraohter Uggende ... ter plaetse geh. den Haenenbergh ». Dat hof « zijnde een behuysde hofstede gen. den Haenbergh en gelegen voor 't grootste deel onder Ruysbroeck ende verder onder St-Pieters-Leeuw » was in 1770 bewoond door Pieter van der Roost ·en Anna-Maria Everaerts. In 1763 woedde er een hevige « haegelslagh » zoodat de huurders van de « wijktiende » afslag van huur verkregen. De landbo·uw,- in de volkskunde heeten de inwoners de « Kaasboeren » of « Melkboeren »,-werd haast geheel verdrongen door de moderne nijverheid, die er een gunstigen bodem vond. Als bijtonderste onder die nijverheidstakken gelden de ijzergieterijen, scheikundige meststoffen, tafellinnenweverîjen, suikerfabrieken en glasfabrieken.

Herbergen en kammen .of brottwerijett. - De oudst vermelde h-erberg en tevens brouwerij vinden we voor het eerst ?ermetd in 1560 bezet door « Adötf Herdinck van der caml) Die

De oude kerk.

(CHehè Vlaamaclte foerist~nbo.,d.)

wanen bestaan nog aan drle zijden.


-19-

-18men geheeten de Zwane » en is in 1663 een « pachthof... geweest hebbende eene cam,me ende be-rber,ghe geheeten de Swaene ter pla•etse geheeten op ten Steenwegh ·met ·eenen hoplochtene ... ». In 1728 is da:t pachthof zelf vervanen : « s·ekere thofstadt waerop een huys te staen placht ende al·snu alleenelyck mits hetselve is afgebrant gew·e·est, een cleyn huysiken ofte baracxken .g·enoempt, .de Swaeae J.vesende eene vrije camroe groot een oudt bunder teghens :den steenwegh ». J,n 1731 bestond clen_Hert w~a·r de :sche~·~nen verga:de;.cten en de verkoopinaëir"pla'ät'Slfadden, :nam.eJ.tjik « eene hetberghe gen. de_n he~dt groot 1/2 bunder ·e~d~ ·paelende. teg~ns de o-ude 'heiflbane ... ». In 1743 werd dte herberg yerkocht door de Wed. P. Mar~~ en in 1776 bestond ze met meer want het goed worê\Täangeduid als « geweest 'hebbende eene herber·ghe ghen. den hert >>. •• De << Zwarte Poort » was oudtijds· ook een brouwen] en wordt in een akte van verkoop uit 1756 beschreven als .volgt : << •het geheel pac:hthof roette huysinghen, schuere, stalhnghen, brouwerije ·ende alle ande11e b~u~en daer op .s~aende soo het selve gestaen ende geleghen ts ~n de parochte ende gr.aef: schappe van Ruysbr.oeck 1 ) groot mt ·g~heel mette wal.le_, dam men hof ende boomgaert daer aen wesende groot 6 dw. genoem;pt geweest hebbende het hof te Poetsbraeek ende alsnu de Swerte Poorte ... ». TO'eti: was het bew.o<?~·d door Jacobus Amelryckx ·en joanna Van Overstraeten. Btj de groo~e herstelling van de kerk in 1753 leverde Amelryckx het bl'er dat tijdens die werken, zooals -oudtijds ~het gebruik was, g·edronken werd : 20 tonnen bier voor de kerck, 2 to~nen, 1 gebrouwsel bier. Item noch voor een gebrouwset bter ~oor. de wercklieden aen de kerck in deselve swerte poorte mt Jaer 1753 = 52 g. 17 st. . . ~ . Op de groote baan s.tond 1-n 1~~6 een hms· << wesende alsnu .eene herberghe •ende brouwertJe gem. ge~n. de Handt onderwegen Halle tegens over ·het cappelleken van 0. L. V~ ter doodt commende metten eender :zeyde Hallewaerts aen de goederen der huysarmen van R. ende ntette and~re zeyde te Brusselweerts aen de groote herbane, waer doot men van den nieuwen gemaeckten casseyde was reydende van Halle naer Brussele... ». Eventtenoemd kapelletJe moet vroeger het voorwerp ge... weest zijnt::~ van een belangrijke begankenis. 0~ L. V. ter Dood werd aanr{)epen, gewoonlijk door een heele buurt,. wanneer iemand, in een zeer pijnlij~e ziekte, den dood afwac~t als een verlossing. Men aanriep 0. L. om .de a-rme ztel te komen halen en den dood te bespoedigen:·· . ... . M·et de verdwijning wtn bet kapelletje, 1n~evolge WiJZIgingen aan de wegenis, stierf de begankenis Ult. Van het beeld bestaat een sanctje in kop·erdruk, waa~­ scbijnlijk uit de XVIII• eeu~! wat bewijst .dat de begattkents vroeger bekend en belangrtJk was. 1) Ruisbroek werd graafschap in 1732.

Een ingelijst en m·et de hand verlucht exempla~r er van hangt in de kerk van Ruisbr>Dek, waar van Jijd tot tijd nog een bedevaartganger, meestal van buiten de gemeente, op zijn eentje 0. L. V. komt vereeren. Onderaan op het prentje staaf de volgende tekst . Te Ruysbroeck in M~ria' s schoot Vlucht al die zyet in den doots noot K' bid Haer ten Dooden niet en schrickt Want Sy U t' eeuwich leven schickt. Zoo wordt me bereidwillig m·eegedee~ld door den h. Paul Lindemans uit Opwijk, en het doel en de plaats der vereering beantwoorden volkomen aan den zin van bovenstaand versje~ In een verz<Oekschrift 'Dver den moeilijken toegang tot de ke1·k schrijft pastoor Verhasselt in 1727 echter : « ... ende sullen de pe·Jgrims die ünse lieve Vrouwe ten dooden kom·en beso.ecken met hunne siecke kinderkens oock ~beter kunnen gedl:ent worden ... » (zie blz. 49). Hi·eruit z.ou eenerzijds blijken dat de begankenis in de kerk z·elf plaats had ·en anderzijds dat 0. L. V. ten .dooden van ouds ook voor de zieke kinderen gediend werd ... In de verkoopakte van 1788 van de « Hand » vernemen W·e nog de volgende bijzonderheden : « sekere ·hofstadt met den huyse, schurken ende stallen daer op staende met een cleyn hofken daerachter liggende ende sijne toebehoorten soo van cammeg·ereck, cuypen, ketels, backen ende alle andere roerende alem daer van depenrderende wesende eene herberghe ende boe·rderije ». Verder 'een herber-g die in 1569 ~in gehrui1k is van Hendri·k Grokaert « geheeten Sint Hubrecht en belast met ·een rente 5 Rg. « tot behoef van de missen van het All. H. Sacrament gefundeert bij meester jan van der Blocquery;en ». In. 1663 is z·e verdwenen want in een akte staat te lezen : « .•. geheeten St. Huybrecht... daer eertyts een huys op te staen placht ende mette voorgaende oorloghe is gedestrueert » en in 1741 « ... voortyts gebeeten St. Huybrecht teghens den postwegh ... ». In 1709 woonde Jan van Cutsem in 't hooghuys; waar het stond weten we niet. Eindelijk vonden we nog de herberg Buda ; « 1 dagwant bempt op den Enxtbempt bij de herberghe Buda » (1755); den Koning van Spanje : dtf.e tha-ns nog bestaat en dle we voor het eerst ver·meld vi·ndoo in 1674 : « van Vi.gulus van Cutsem van 1/2 dw. lant achter den Coninck van Spaignien, opt velt geh. het dorpvelt tegens over de herberge den Conin.ck van Spaniên » en ten slotte de « herbergh de Slaet-. gay» op den weg van Brussel ooar Halle (1765); «de tterberghe den Engel tussoben den eersf!en en den tweeden bareet der casseyde loopende van. Brussel naer Halle gehou... den door Antonius M.arché » (179b). Welt~

bieren werden in die herbergen gedronken? Dat

weten we niet) maa.r bij ·het afsterven van Pastoor Verhasselt


--"7"

-20in 1727 lagen er in zijn ~elder 7 tonnen ~ goet bier.~>, 1 t~n « oudt middelbier », 3 tonnen « cleyn bter », terwtJl we m 1701 de vermelding vinden van « dry potten een pindt dobbel bier »~

Ontstaan. Heerlijkheid. Kasteelen. - Over de eerste nederzetHntg is ni1ets bekend. Verm-oedelij-k za·l die toch w~~·l vro~ geschi·ed zijn, wanneer men bedenkt dat de eerste tnbezttnemers de waterloopen volgden. In een akte uit 1309 wordt het kasteel « castrum » - borcht geheeten. Houdt dit verband m~~ een Frankische vestiging ? En herinnert de naam « Hem·elnJk » van het oud kasteel wellicht aan een Romeinsch of Franktsch kerkhof ? Of wel nog aan een brandbegraafplaats uit het tijdpe~k van La Tène, terwijl de naam Helle aan een put der dea Helha zou herinneren ? Dit zijn vraagstukken waarvan we de oplossino- aan desbevoegden overlaten en ten andere buiten het bestel{ van dit werk vallen. Ruisbroek was een der domeinen die hertog Godfried Hl van Leuven aan zijn zoon Hendrik schonk, toen hij trouwde m·et Mathilda van Boulogne, nicht van Filips van den Elzas, graaf van Vlaanderen. Hendrik liet dat domein over aan zijn broeder Willem. Vermoedelijk schonk dezes zoon Hendrik de heerlijkheid aan de heeren van Stalle. In elk geval verko·cht Aleidis van Stalle enkele tientallen jaren daarna·het goed aan Catharina van Landas en haar echtgenoot Jan van Aa ( 1372). Deze jan van Aa droeg een m·ooien naam, maar het was. blijkbaar maar een schavuit. Hij was r·eeds voor doodslag Ult Brabant verbannen geworden en 19-4-1381 teruggekeerçL In het groot enkwest van 1389, door de hertogin van Brabant _!ngesteld over de schreeuwende misbruiken van de plaatselijke overheidspersonen, lezen we : Jan van Landaes, zijn zwag~r w~l... licht, beklaagt zich over Jan va~ Aa,. ridder. Soldaten utt Ru~s­ broek, die naar den slag van Basweder moe~ten, hadden re~s­ geld gekregen van de overige inwoners, dte mochten thuts ... blijven. Jan van Aa, klaagt van L~ndaes, «nam ~en huer ghelt ende jaechde se uut, arme ende nke ... soe dat 1C daerom den armen ghelt leveren moeste of sij hadden huer broet onderwegen moeten bidden ... ». In 1393 kwam Ruisbroek in handen van Nicolaas de Swaef, den rijksten burger van Brusst;~ uit dien tijd. Dit mac.~­ tig geslacht bezat verschillende ·heerlt]kheden en veel van Zt]n leden bekleedden de hoogste posten te Brussel en in den ~~a

xve

)

21 -

De laatste d'Yve was << Messire Ferdinand Louis Marie Comte d'Yv.e seigneur de Ruysbroeck et de Warelies Chambellan de L.L. MM. Impé.ri~le et Royale Apostolique, Capitaine à leur serv1·ce dans Ie regtment de Saxe Kaubourg (sic) dragon ». In het hoogervermelde castrum woonden de ridders met den naam van Ruisbroek, die v·ermoedeliJk afstamden van Renaat van Ruisbroek, een der zonen van Wouter van , Kraainem. Ridder Franco van Ruyscabrouc, die aan de kloosterzusters van Terkam.eren een tiende te Ruisbroek sc·honk leefde in 1215, en in 1221 komt ridder Daniel van Ruysbroeck als leenman van Engelbrecht, ridder van Edingen, voor in een charter (akte) van een schenking. Ridder Wouter, zoon van Franco, schonk in 1244 aan de abdij van Terkameren een leen tus.schen Vorst en St-Gillis. Later nog, in 1356, tr-eft men aan Jan van Rusebroec en Wouter van Roesbroec die trouw zworen aan Ladewijk van Male, na den slag van Scheut (Anderlecht). In « H~Uensia >> vermeldt de heer van den Weghe nog een Hennektn Ruse'bruc in 1287 en een Andries van Rusbroek in 1387. Deze is een tijdgenoot van den O·elukzaligen jan van Ruusbroec ... In het kerkelijk archief lezen we verder ook nog van een yvoute~_van. Ruusbroec die op 22 Mei 1450 bij testament een JaargetiJde 111 de 0. L. V.-kerk te Vilvoorde sticht In April 1744 werd in het kasteel een castrale kapel ingew~~d ter eere van 0. L. V. Hemelv~art en het altaar toegeWIJd aan de H.H. Martelaren Aurehus en Joconda wier relikwieën in het altaar ingesloten werden. Enkele kapelanen van die kapel zijn bekend : Petrus Baudou ( 1620); joannes Boer~·mans (1635); jan van den Bro.e·cke (1644); Gillis de Greve ( 1670).

.

In de eeuw (1455) werd het een bezit van ~tdder Jan Taye en in 1509 werd het verkocht aan Hendnk van Witham heer van Beerset In 1614 ging het over aan Karel van Lal~ing, baron van Hach!court, graaf van Hoogstraten. Later aan jan van Merode, wtens weduwe het verkocht aan Fitips d'Yves d,Ostiche.

Kerk, Helle en Hetne&ijk.

(Naar een teekentng uit de XVI• eeuw.) ClfclJé Vtumtche Toeristenbond.


-22Buiten voormeld kasteel bestond er nog een ander, een paar stappen verder. Zooals kan vastgesteld worden op de afbe.elding die wij ;er getrouw van weergeven, volg·ens. een oorkonde uit de XVIe eeuw, zien 'beide gebouwen er veel belangrijker uit dan ze thans zijn. Het kasteel rechts heette het groot kasteel of de << Helle » en, misschien in tegenstel ... ling daarmee, het andere << het Hemelricke ». In de XVe ee~w vinden we in den << Cfteyns van Ruysbroeck >> de vermeldmg van een « jan Ohys In Hemelryck ». Op de plaats van het eerste staat thans een kasteel. dat, volgens den stijl, uit de XVIlle eeuw dagteekeut. Het is smdsdien weinig veranderd, wanneer men 'het vergelijkt met de afbeelding hierbij naar een teekening uit 1735 in het Prentenkabînet. In 1768 kocht de eigenaar een stuk land bij « noodigh tot het formeren ende allongeren van den dreve van syn casteel >>. In 1698 staat het Hemelrijk beschreven als volgt « seker Casteel ende huys v:an plaisantie rontsomme bewaetert geheeten het hemelryck ende het pachthof ende andere edificien daer bij staende mette dreven weyden ende landen ende alle syne toebeh. app~ ende dep. van dyen ... 30 bunder daeronder begrepen 3 h. te Bruckhem ». In 1795 werd het door den eigenaar, Franciscus Cornetius Ohislenus de Cuypers, heer van Reymenam, verkocht aan Fr. Joz. Benedictus Poot-van der <Schueren negociant te Brussel. De verkoopakte duidtt het aan als << een seker casteel gem. gen. hemelryck met. vijver, hof, boomgaert, pachthof, schueren ende staHen ». Het Hemelrijk werd in 1806 door de Fransche regeering verkocht en rond 1850 was het een hoeve) eigendom van graaf Coghen. Thans is het een hoog witgekalkt gebouw met torentje en dient het tot hoofdgebouw voor de meisjesschooL Sommigen hebben wel eens gemeend dat 't Hemelrijk het oorspronkelijk heerenhuis is. Mogelijk, hoewel de ligging vooral en ook Hoofdgebouw vatt het vroegere het uitzicht op de oude oor« Hemelrijk ,.t thans meis~boot. konden de Helle meer als (Teekening uit M~ De Bie, het eerste heerenstot moeRuusbro,ee de Wonderbare.) ten doen beschouwen .

-23Een derde kasteel bestond, in 1788 op de grens van Ruisbroek ·en Drogenbosc'h waarvan een akte _zegt dat h·et was een « s·eker schoon ende wel gelegen speelgoed rn·et de Bois·eringe, ·schilderi]'e ende spiegel ap- ·ende dependentien van dien soo hetselve gestaen ende gelegen is binnen de par. van R. omtrent de Mastelle brugge ». Bij dat goed was ook begrepen << e·enen schoonen pachthoeve ook deels op beyde gem·eenten allen in st·een gemetst ende met schalHen bedeekt ». Buiten de verschillende kloosters die te Ruisbroek eigendommen hadden, bezat het College Viglii van Leuven, er ook chijnsen als blijkt uit den volgenden tekst : « schepene maken quittantie voor Fr. Everaert over quytinghe van eenen cheyns aent college Vigli tot Loven van een cheyns ofte commer van 7 cappuynen hondert eijeren 14 pondt ende 20 schellingen payements aent selve collegie uytgegev·en hebbende op seke-· ren boomgaert ende weyde groot 10 dw. 28 r.». Die« cappuyne.n » moesten « edel van hoofde ende van steerte » zijn. Een kind van Ruisbroek was anderzijds president geweest van dat college, nl. << wijlen den E. H. Anthonius Dominicus Mosselmans in syn leven Priester ende President van het Collegie va:n Dael bi.nnen de Universiteit van Loven » ( a!kte van 1788). « Hieronymus M.osselmans innegesetene Borger oud deken ende actuelen dienenden keurmeester van het vrij vleeschv·ercoopersambacht binnen Brussel » was een zijner erfgenamen ( 1788) ». Kardinaal Granvelle had er ook bezi·ttingen : « cammende metter eender syde aen de goeden die waeren den heere Cardinaal Granvelles » ( 1693). _ In de XVIIIe e·euw zien we er zeer dikwijls eigendommen koopen door inwoners van Brussel, waaronder de volgende « boerkoez·en », waaruit we meenen te mogen afleiden dat dit ambacht, evenals nu, wat opbracht. Men lette op de schrijfwijze van 't woord. « Elisabeth Vlogaert leste weduwe van wijlen Franciscus de Smeth in sijnen levenen meester Bourkois » ( 1727); « Philippus van Herseet Borquois tot St. Gillis »; « Machiel Miebiels meester Bourkois binnen de prochie van St. Gillis 't Obrussel » (1795).

Bestuur. - Onder het oud regime behoorde Ruisbroek op plaatselijk bestuursgebied steeds tot de schepenbank van Ukkel en tot de 23 dorpen van de hoogmeierij Rode. Het laa:g-, middel- en hoogg.erecht werden er uitgeoefend door den heer van de plaats. « In. de prochie van Rusbroike al heren Claes de Zwaef toehorende » (1404). De schepenen gebruikten er achtereenv-olgens verschillende zegels, waarvan we bierbij twee afbeeldingen geven. De kleuren der gemeente zijn wit-~oen. De sch~penbank volgde de « costuymen » van Brussel.. Ze vergaderde gewoonUjk Dinsdags, meestal in de her..

berg den Hert, maar ook in de Zwaan-- Vroeger, althans in


-24-

-25-

1560, « celebreerde den prochiaen alle weeken des dysendaechs tusschen den 10 ende 11 ure de misse spedaelyck als'! genechte o.ft dingh dach (gerechtsdag) was ». Daar voor trok hij jaarlijks 5 gulden. We hebben de schepenen ook weten vergader·en te Ukkel « In den Siropot » om te « resolv·eeren te Antwerpen

brugge - seven voerderen steen te haelen tot Lembecke twee vrachten careel te haelen te Bussinghen -. vracht calck te haelen op het Vleuggat - drye vrachte-n casseye - een dagh savet gehaeH tot dienst van de brugge - seven dachueren voor degene die de brugge ·hebben helpen· decken een dag gekert met peert en kerre - in totaal een uitgave van 108 gulden ». In 1657, 1697 en 1735 werd er ook gewerkt « .aen de brugge over de Laecke ». , Wanneer de schepenen te Brussel vergaderden was het in de « Coninginne van Sweden » en om aldaar << te vaceeren » trokken ze 12 stuivers alles inbegrepen. . Als meiers van Ruisbroek zijn bekend : Jan van der Blokeryen ( 1540); Gui.Uam Crokaert ( 1586) Ján de Vleesehhouwere ( 1592); Joos Ghysels ( 1652); Willem van SchaJekhoven (1654); Joos Ghysels (1674); Hendrik de Grez (1685); jan van den Perre (1691); Caro1us Magnus Delcor ( 16·99); Willem de Vadder.e ( 1707); jeronimus Lanné ( 1711); Boudewijn van Meynsbrugghe ( 1728); Melchior Petrus Delcor ( 1738) ; Pi eter van Volxem, bO<rgem·eester ( 1770); joannes Carolus Ludovious Delcor, geauthoriseerde Drossaert ( 1771 ) . Griffiers, wat we thans ·een ·secretaris zouden heeten : Houtmond ( 1560); J. de Vleeschhoudere ( 1654); joa·nnes Alexander Hav·et (1702); Frans Lanné (1711), was tevens meier van Vorst; joannes Lanné (1739); A. J. Nuewens (1771-1793). Schepenen ~ Hendr•i1k de Smedt, .Maximi.Iiaan Wa.lravens, jan de Mesmaecker, Pi·eter Pauwels, jan Brems, Miehiel Willems, Joos Ohys.els, Willem Albeets ( 1654); Joos de Broyer (1665); Antoon Ohysels, Niklaas van Volcxem, Joos de Nayere (1669).; Willem Veldemans of Venemans (1671); Tobias Crokaert; Antoon Wynants, Willem Huyge, Matheus Schouckens (1675); Lucas de Smeth, Pietervan den Broucke {1677); Henddk van Overstraeten, Niklaas de Proost (1679); Christiaan de Oreef (1680); Jan van den Perre, Jan Hamelryckx; heer ende meester Petrus de Malder (1685); Herman de Smeth (1689); WiUem van der Hulst, Joos van Coudenbergh (1691-93); Jan Pauwels « burgimagister », overleden in 1712, 66 jaar oud. Jan Alebits ( 1692-93); Lucas Crokaert, Peeter Coomans ( 1696); Antoon de Broyer ( 1699) ; Jan van Volcxem, Niklaas van Rossum, )aak Hamelryckx (1700); Willem de Vaddere ( 1702) ; Jan van Malder, Jan de Smet ( 1705-11); Antoon van Volcxso'mt Jan Brughmans, Frederik Peeterooms ( 1723); Sebastiaan \Vynants, Egidius de Saghere ( 1725) ; Steven Verheyleweghen ( 1727}; Jaak Wynants ( 1728); Frede1ik Crabbe, Jan van Volxem (1732); Jan Wynants, Antoon CroTiaerf ( 1739); Jan Coom~ms (1743); Jaak Brughmans, Adriaan van Schalekhoven ( 1751); Victor Amelryckx ( 1755); Hendrik de Broyer, J. B. Stallaert, Pieter van Volxcem, Joris

I Oude zegels. Penteekening Leo Theys. Cliché Vlaamsche Toeristenbond.

eenigh hout te koopen om in den wegen te leggen ... van de groote herbaene... ». Zoo vernemen we mete·en waaruit de wegbedekking van die baan vroeger bestond. Die wegbedekking was vroeger de algeme·ene regel. In 1639 werden « een hondert heytsels ghelevert met noch ander hout aenghevuert om den waeghenwegh te maecken ende oock 40 daegen ibehulpich geweest van t'hout in te leggen tegen thi-en st. sydaeghs ... ende noch voor 40 daeghen totten kerckwegh ... ». In 1661 leverde Hendrik de Smet hout voor den kerkweg. In 1738 levert Gillis de Hollander « eenen boom voor het maecken van de kerckstraet ». Frederik Crahbe vervoert « fasinnen » voor hetzelfde doeL In 1731 vinden we de eerste verm~lding van het gebrurk van kasseisteeoen toen een « brugge aen de Oude Orecht ende de nieuwe casseye op het kerckhof gemaeckt » werden. Uit de rekeningen schrijven we over : « 15 guldens kalk 1<>00 ca'feel (7 g.) - cassye sreen-en - 6 blauwe decksels aen de hrugge - vastgieten met lood - bier voor de casseyers casseye gelegd voor de groote kerckdeure -· bier voor de casseyen) -· twee popelfers om te leggen omtrent de stee·ne

~


-

-26de P•roost ( 1757); Tobias Crokaert ( 1768); Nietaas de Greef, judocus van Isterdael, Frans de Sm.edt, Frans Bruggemans (1775); Petrus Bortemans, C. j. Lombaerts (1786); Willem van Isterdael, j. B. de Proost, J. B. Stallaert, Gillis van Isterdael (1793); jan van Volxem (1795); Jacob van Volxem (1797). Burgemeesters : Frans van Volxem ( 1799) ; Gillis van Isterda·el' ( 1801); Judoous Gooss•ens ( 1813-14); Baron de Frei·ns (1814-17); Jacobus van Volx,em (1825); J. F. Borf!emans ( 1829); j. F. Rons1nans; Laut'1ent van Volsom ( 1843); j. B. Hanss.ens (1855); Van M~erstraeten (1867); T. Debreuok ( 1870) ; Pi-eter Joz·ef Pauwels ( 1872) ; E. Singelé ( 1879) ; P. J. Pauwels ( 1885); Karel GUson ( 1891), 'broeder va•n toondichter Paul Gilson; P.leter Mkhi·els ( 1896); Edward De BaePdemaeker (1908); Pieter GorneUs (1919 tot ;heden toe). De ·heer Cornelis werd tot gemeenteraadslid verkozen op 15. October 1899 en tot schepen in 1907. Tijdens de ziekte en na het overlijden van burgem·eester Mkhiels, d. i. van 1908 tot 1912, was hij d.d. burgemeester. Hij verving ev·eneerrs burgem·eester De Baet'1dema,eker v~!l 1~14 tot 1921. In ~·~t bang·e tijdperk en daarna heeft htj 'bhjk gegeven v~n Z!Jn groote kennis en van zijn nooit v:ersagende offervaardtghetd. Menigma•a•l werd hij door den bezetter gevangen genomen. Vader van zes kinderen, waarvan één het leven liet op het veld van ·eer, stond hij steeds plichtbewust en vastberaden zijn man. Overal was er nood - zedelijke en stoffelijk~? overal wist hij te helpen. Geen wouder dan ook dat biJ na den vreeselijken oorlrog voorgoed tot burg:rvader van on~e geliefde gemeente werd benoemd. Z•oon mt ee~ eenvoudtg werkliedengezin, wist hij zich door eigen studie, wilskracht en opoffering tot een v:an de flinkste burg·eme·est.:-rs van. h~t arrondissement op te werken. In 193·5 werd ZIJn 35-Jartg burgemeesterschap m-et luister gevierd. In den oorl·og van 1940 ~bleef burgem·eester CorneHs op zijn post en wijdde hij zich weer geheel aan het welzijn van allen. Huidige gemeenteraad: Albert Desm·edt en Jozef Godeau, schepene~n; Fans Baut, J. B. Oovens, Ferd.inand Dandoy, Jan De L-e~ner, Jaak Huygh, Alfûns Ots, A:lf.ons Vandenbosrch, Gusta.a.f V·an lrnpe, raads~eden. Secretarissen : C. Delcor ( 1825); J. B. Bouleng1·er, 1830 (tevens se-cretaris der stad Halle); jaak jespers (1837); Frans de Greef (tevens secretaris te Huizingen) (1838); Oustaaf Verbeeck (1876), onderwijzer; Felix Leopold van Nimmen-Roosens (1876), uit St-Pieters-Leeuw; August De Wilde, uit Kalken { 1878); Oscar Durant, onderwijzer (1885); Korneet Rousmans (1888); J. B. Hanssens, van St-PietersLeeuw, sedert 1925.

Commissarissen : Marin Snij·kers, René Bosmans ..

u~t

KeS'Senich (1899).

27 --

Oorlogsieiten. ~ Ruisbroek, evenmin als de overig·e gemeenten van de streek bleef bespaard van oorlogsellenden. In een rekening uit de Rekenkamer lezen we .~at er i? 1694, gedurende de baldadige oorlogen van Lodewtjk XIV 111 onze gewesten, duizenden guldens schade ~as wegens ·het « tourrageeren van graenen, hoy, gras, verhes van koyen ende verckens, afcappen van boom en, brecken van 'huys·en, schuere ende stallingh, logement, uytcoopen van sa~vegarden soo van onse als geaUie-erde troupen, meubelen, btet, enz. » In 1696, 97 en 98 samen werden er sleehts een of twee huw:elijken ingezegend. .. . De k·erkrekeningen vermelden ook een paar fettjes 1n verband m.e:t oorlogen. Zoo worden in 1628 vijf Rg. 2 st. « t.e·r· ordonnanti·e van syn hoochwerdichheyd uitgegeven tot betaelen van s;iecke solda·eten. J,n 1691 werd « a.en de ke-rok ghelevert eene tonne bier voor de g.olstyns op ·dat sij de k>ercke niet plunderen en so.uden » ·en 2 Rg. « ghegev·en aen eenen sauvegarden », en in 1666 twe~e Rg. betaald « aen jan de Jv'{.esmaecker voor fw,ee s&ecke soJ.daeten naer t'Gas.thuys t·e voeren ». In oorloO"stiJ. d was er aan de Mastellebrug steeds een b . militaire wacht, natuurlijk op kosten van d e tnwone~s. In 1705 namelijk leverde Ruisbroek « aen den ltetenant van de wacbt aen de drij ~mastellen (au pont de Ia mastel) : 4 mesures de bois, 2 mandes de paille, 2 Iivres de chandelles, 1 pot d'·huile ». Ruisbroekenaren streden ook in vreemde legers. In 174 7 overleed Cornelius Brems te Monaco in het militair hospitaal, in dienst van den Koning van Frankrijk. De vier ·oortl~ogsjaren 1914-18 waren zeer zwaar voor de bevolking. Voor den oodog van 1940 werden 354 soldaten binnen- geroepen. Bij het .ter p~rs gaan van dit werk ~aren twee daarvan gesneuveld : Feltx De Dobbel·eer te Wervtk, en Hendrik Huygh z;oon van Jaak Huygh, gemeenten-aadslid, te Veldwez·elt. 20S soldaten war•en terug thuis ·Op 28 Juni 1940. Op Vrijdag 17 Mei deed het Engelsch leger bij zijn terugtocht alhier twee bruggen op de Zenne en vijf op de vaart springen. Ongeveer ?OO buizen werde.n daardoor beschadigd, waaronder een ttental nogal ernstig. Er waren ruim 1400 vluchtelingen, WCitarvan er een gedoo.d werd te Grevelingen. Het Duitsch leger trad de gemeente binnen op Zaterdag 18 Mei.

SchuttersgUde. - Vermelden we nog dat, zooals in alle dorpen vroegertijds te Ruisbroek een schuttersgild bestond. In "het Jaar 1565 was het aanwezig op het groot haagspel te Brussel en op 1 juni 1618 te St-Pieten~-Leeuw, om er de dooppl~chtigheden op te luistereu van graaf van Renesse, zoontje van den toenmaligen heer van Oaasbeek. We t-reffen het n(}g eens aa.n in 1574 in .een kerkrekeni,ng waarin •het 20 stuivers trekt om met de processie mee te gaan.


~

28-

Parochie en kerk. - De oudste vermelding van de kerk van Ruisbroek vinden we in een akte uit 1138 van Nicolaas, bisschop van Kame·rijk, waarbij deze aan de abdij van het H. Graf in zijn bisschoppelijke stad, het altaar van Dworp met de kapel van Ruisbroek begeeft : « Consilio Clericorum nostrorum, venerabilis Fratl'is nostri Parvini S. Sepulchri Abbatis petitioni condescendimus altare de Tornepia, cum capella de Ruschebroc ... » (Min~us. Opera Diplomatica, deel I, bl. 887). Tot in 1650, toen Ruisbroek bij een pauselijke bulle een zelfstandige parochie w·etd, bleef de kerk een filiale van·· die van Dworp. Bevestiging van een en ander leest men nog in ·een stuk uit het kerkarchief van Alsenberg « door sijne alsdan dood. hoogweerdigheydt Nicolaus Aertsbiss.chop van Cam·erijcke op 't versoeek van hertog Godefridus met den Baerde 1138 eensgelijckx verleden, m·et den gifte van den autaer ofte patroonschap der prochie van Dworp ende der Capelle van Ruysbroeck daerinne begrepen ... » De tienden hoorden toe aan den pastoor, aan de abdij van het H. Graf te Kamerijk en aan de abdij van Terkam·eren, door Hertog Hendrik I in 1201 gesticht en ter gelegenheid

De oude kerk van Ruisbroek tttgebrokeu in 1895. (CUchè uit

c:

Ruus.broec de Wonderbare ,, door Mod. do Bit.)

-29-

waarvan deze vorst aan Terkameren een erfleen schonk van ongeveer drie bunder onbebouwd land (tres mansas terrae inculta... Rus·ebroec). In 17 49 stond laatstgenoemde a:bdij haar deel in de tienden aan den pastoor af tot verboaging van zijn inkomsten en tot onderhoud van de pastorij. De kerk had tamelijk wel inkomsten uit eigen goederen en ·de pastoor deelde daar natuurlijk in. De regeerders der parochie stelle·n in 1789 vast dat de meeste pastoors van hun << eygen patrim·onium om s.oo te seggen niet met alle en hadden en nochtans eene goede successie aen ·hun erfgenaemen achterlieten >>. In 1682 maakt pastoor Petrus de Boeck den « staet vant înnecomen van den pastoor van Ruysbroeck competeerebde de s.elve pastorije » op : « Eerst de groote thinde bij vonnis van den s-esden meert 1682 aen den setven pastoor aengewesen voor sijne competentie a rate van 151 guldens tsjaers met den last van de choor te onderhouden, het welck van groote importantie is. Item noch een se deel genoempt de pastarele t'hinde jaerlijcks uytbrengende naer avenant van de voorgaende valet 37 g. 15 st. tsjaers. Item de novale thindeken valet jaerlijcks 14 g. Item noch een klijn thindeken deylende teghen de kerckenthinde valet jaerlijcks 8 g. mits den kleynen prijs van de graene. Item over het innekomen van 4 bunderen lants teghen 8 guldens ieder bunder tsjaers valet tsamen 32 g. Item over 3 1/2 daghwant bempts jaerlijcks a thien g. het bunder valet tsamen 8 g. 3 st. » . Uit de verschillende conditiën van ve-rhuring der goederen lichten wij enkele va:n de voornaamste bepalingen. 1587 : De kerk- en armegoederen worden verhuurd met den stokslag ~aan den meestbiedende, de landen voor 9 jaar, de beemden voor 6 jaar, vervallende voor de beemden te St. Martensmisse, voor de landen te St. Andries. Onder de verplichtingen van de huurders noteert men dat ze de wegen moeten onderhouden ( 1587); « schuldigh wes.en te onderhouden alle de straeten, beken, grachten, wegen en waterloopen, alle jaeren te planten op bequaeme plaetsen twee loffelijke poten op elck daghwant ende deze te onderhouden ende te verdoornen » (1685); « de selve landen binnen de leste dry jaeren van de vs. termyn niet te verhandt saeyen ten ware dat sy het -eerste jaer van de vs. dry leste jaeren hadden gebraeckt als wanneer sij alsdan de leste twee jaeren sullen moghen besayen het 1ste van de twee leste jaeren met coren ende het leste met haver, op de pene dat alsulcken verhandt sayt graen sal wesen geconfiskeert tot proffyte van de verhuerders ende sullen de huer.... linghen daeren-boven m.oeten beta-len hunnen pacht van at ... suleken verhandt sayt graen... :t ( 1724) ; « de huerlinck der

thiende sal gehouden wesen te betal-en sonder corten twee


-30-

-31-

pennisse patacons tot ciraet van de H. Maghet Maria » ( 1729) ; de huurders zijn « gehouden de molhoopen te sprijden ende te rioHen op de gewone diepte ·ende naer con.stume » ( 1729); « de huerlinck sullen hun landen het leste jaer van hunnen termijn moeten. in terwe coren ofte ·haevere stoppelen, als wanneer den aencommenden pachter soosaen het graen vant velt g·evoert sa·l wesen daer üp sal vermogen te labeuren ende besaeyen naer sijn best goetduncken » ( 1757); hij moet. .. de « n1ierhochten uitstecken ... behoorlyck labeuren en op 6 jaer twee mael mesten » ( 1757). Uit de rekeningen der kerk lichten we de volgende vermeldenswaarde posten : Aan het klooster van « Gruenendafe » 2 kapuinen üf 16 stuivers (oudste vermelding, 1548). « Aen onsen gheminden heer·e van Ruysbroeck voor een jaer erfschynse, 3 schellinghen 6 mijten. - Item aen den selven heer 5 veertelen en een halven hoop evene ofte derdendeel eender veertel ». - 1592 : « Aen den preter (veldwachter) voer een hespe, 20 st. ». - 1596 : « Aen P. van Zeverdonck van geleverden wasse, misbroot, tortsen ende wieroock ». 1596 : « Aen Marcus Kneps wyntavernier in Enghen (Edihgen) ter saecken van miswijn ».- 1653 : « Aen den coster voor bessemen om de kerck te keren ».- 1681 : << Aen Joos Hollandt voor de honden uyt dé kercke te jaeghen, 2 sisteren ». - « Aen heer pastoir, keuster ende preter ieder een paer schoenen >>, 1 Rg. 4 st. - « Aen den h. Pastoir voor prysen tot den catechismus, 1 Rg. 4 st. ». Jaarlijksche uitgaven. - 1740 : « gelevert mis en communiewijn, 17 potten a 11 st. ». Aan den bode die de brieven van den landdeken bracht werd 3 stuivers of soms 3 1/2 stuivers gegeven. Onder die brieven waren er b.v. « om alle dagen vermogen eyeren t'eten in den vasten » ( 1731); « ons vermaenende tot het H. Vroomset » (1733);- « waer door ons van wegens syne hylighyt verboden wordt eenigh asiel te geven a-en misdadigers ofte deserteurs » ( 1734); - « om te bidden voor den overleden keyser » (Karel VI) ; - « voor de uytvaert van den keyser »; - « om te bidden voor de artshertogin in haere si-eekte » (Maria Elisabeth van Oostenrijk) (1740); - « om biddagh te houden voor het weder »; - « van den heere lantdeken waer door verboden \Vert kermisse te houden ;a,; - « om te bidden voor den Paus » (1740);- « 14 januari onsen coster expresselyck gesouden naer den h. Lantdeken om te vragen waer ick (pastoor) met de h.h. hostiën in t'tabernakeJ soude blyven aengesien den autaer in peryckel is van met het welfsel, hetgene hem begeeftt geheel o·mveer te vallen, die mij heeft doen antwoorden dat ick se s~oude 1 stellen in de sacristiJe » (1743); - « uyt t bisdom om te bidden voor 't schoon weder voor den ooghst » (1745); « om te bidden voor den oorloghe en te .vercrljgen eenen vrede :. ( 1745) ; - « 4 Octobris a en eenen bri·ef uyt t'blsdo·m om te bidden voor de coninginne bevrucht sijnde »; - « met

de gebeden om bij te voegen in de misse voor den keys·er ende keyserinne » ( 1745). Uit ~e rekeningen van de inkomsten van pastoor en kerk ~an ~.et emde der XVIIJe eeuw lichten we nog dat de pastoor J~arltJkS van den koster 1 gulden 10 stuivers trok « men weet met 'Y.aerom » en 150 gulden uitgaf voor << cost, dranek etc. van SIJn m·eyssen mitsgaeders een w•erckman voor het oppassen van sijnen ·hof ». . De vroegere kerk, met haar logge ronde pijlers die het schip sc·hraagden en haar kapiteelen met druivenblad dagt·eekende uit de XIIIe eeuw. In den loop van de tijden' werd ze dikwijls verbouwd en hersteld. In. de kerkre~eningen vindt men tal van bijzonderheden over dte verbouwmgen en herstellingen van 1548 af tot aan het einde der XVUJe eeuw. Geen jaar gaat voorbij of er wordt een en ander aan het gebouw gedaan. Alleen het meest typische teekenen we aan : « beert verbesioht bij Quynten Wouters boven op den bueck van der kercken » (vermoedelijk bestond de zoldering nog uit hout), 1548. - In dit jaar werd ook een « tresorye >> gebouwd. In de rekening is spraak van het metselen van « s.ekeren ijs·eren staken » en «. ijser·en tra·eUe » in de tr~s:arye gesteld, van « een grooten Witten steen die geleet is in de venste~ van de tresorye » enz. Vermoedelijk was dit ·een bijgebouwtje van de kerk. Aan de kerk werden verder « tichelen verbesicht door Jan de W·eerdesone » en loonen betaald om ze te « verdecken ». Twee metselaars « wrochten aen het deurgat aen den torre daermen op ten bueck van den kercken gaet ». Er werd << betaelt den gelaesmaker van gelasen vensters te stellen onder den tor-re ende andere vensters te repareren ». - << aen Joos de Smet van ijseren staken ge~maict ·om te stellen in de venster aent huysken van den H. Sacrament » (1560). · In 1569 w•erden weer groote herste1lingswerken uitgevoerd. Het ging in hoofdzaak over ·het bouwen ·en welven van een nieuw koor. Meester Machiel Boets en Pieter Kint « hebben den mue·r van de choir gevisenteert om te welfen ». Er we~d 5000 « care~l » gehaald te HaUe en de koster kreeg 14 stuivers· om hem m de kerk te dragen. Pieter Kint, steenhouwer, leverde voor 18 Rg. witte steen. Hij ontving ook 16 Rg. van « de steenen oft cruys daermen op heeft gewelft ». Er· werden vensters dichtgemaakt. Men kocht 1422 voeten « bert » en jan Van de S.roeck had « zekere hoornen afgehouden daermen de stellinge mede heeft onderset ». « Lucas van Wael tymmerman met syne ges·ellen » maakten « de ferneelen ende deden ander werck voor de welfen ». « Hubrecht de Meyer met twee van zijnen gesenen schaledeckers » hebben « d'en torre ende de kercke gedeckt ». Ten slotte werden nieuwe sloten en . sleutels vervaardigd en glazen vensters gemaakt en hersteld. Voor die « ghelaesen des.er kercke » leverd·e Hendrik


-32de Haene « mannemaeker » te St. Pieters-Leeuw, in 1639 « dry wijmen ». Waartoe mocht dat wel dienen ? Dit laatste jaar waren er weer belangrijke herstellingen vermits daaraan 12 vaten kalk, tichels en andere 'bouws.toffen, « spien tot de ke-rcke gelaesen, roeykens, loot voor de gote >> enz. verwerkt w·erden. Tusschen 1650 en 1652 werden de << schaillien » vernieuwd, In 1680 w~erd het << tichelen dack » hersteld. De « schreynwercker van Halle » maakte in 1692 een raam in de sacristij. Acht jaar later kreeg de kerk weer een flinke beurt. Tien vaten kalk, waarbij « in twee reyser.. werd verteirt als den calck ende kolen gehaelt sijn bij knechten en peerden 3 g. ».Aan « Sr. Carel de Swert gelaesemaeker tot Brussel in den Steenwech werd voor het rnaeken van een nieuwt glas achter den hooghen autaer, repareren, schueren ende pleeken van de gelasen 11 g. 15 st. » betaald. Verder is er ·ook spraak van een« Leyckpoorte »,die Martinus Masson meytser « sette en meytste ». Peeter Devos steenhouwer tot Brussel werd gelast met het uytcappen van de leyckdeure het leveren van den boghe ende delpere ».. Ook aan altaar en doxaal werd gewerkt. Sr. Jacobus van Turenhout leverde « delen dienende tot den autaer ende het oxael >>. « Sr. Gysbrccht de Maegt timmerman tot Brussel » werd betaald over << synen arbeydt in het maecken van het doxael, leveringhe van 46 voeten planck van tw·ee duym om den trap te maecken ». De << hooge autaer werd geschilderd door een schilder tnet zijnen neef », die tien dagen op de pastorij verbleven. lv1en verwerkte 4 schotelen nagels, nog 900 klein nagels enz. A1en betaalde 15 Rg. voor het maken van de « trayle deur van de kercke ». In 1710 werd de kerk gewit. Bij die gelegënheid werd aan brouwer Jacobus Amelryck 9 g. betaald voor 120 potten bier << geleverf aen LambertLts de Paepe met syne knechten in het witten van de heele kercke ». De kerk werd in 1728 « nieuwt met scaillien gedeckt » door F. Cloquette. Voor « vracht ende thol » werd voor de 11>000 schaliën 34 g. betaald. Dat de kerk zooals we elders nog zeggen ni'E!t arm was blijkt uit wat pastoor N. Blondeau aanstipt : « In het jaer 1728 naer dat de kercke gedeckt was met schaHen hebbe ick en Antoon van Volsem kerckmeester alnoch bevonden in de sacristije int coffer de somme van 74 g. ende 14 s·h. Men vond er ook « ses stuyvers quaet geit :. in ! In 1733 werd voor 9 g. 5 st. lood gelegd op de kerk « daer de dieven het hadden afgehaelt :.. In 1734 laat de pastoor van een elzenboom dien hij geschonken had twee « goten :. maken, waaraan verf verwerkt werd en waarvoor de smid haken maakte. Wat ·ermee bedoeld wordt is ons een raadset In den Win~r van 1740-41 werd het koo·r gewit en bij die gelegen~heid werd aan Jacobus Neetens, Jacobus Amel-

Oelukzalige jan Ruusb.,oec. (Cliché uit Ruusbroec de Wonderbare, door J. v. d. Bogaert.)

H-et Ruusb.,oec-a'ltaar in de lrerk. (Cliché uit Ruusbrtlec de Wonderbare, door J, v. d. Bogaert.)


-33ryckx en Adriaan Vanschalckhoven voor 18 g. 2 st. bier « verteirt ». Men vraagt zich af of al dat bier verwit of verdronken werd ! Te oordeelen naar de boeveelheid bouwstoffen onderging de kerk tusschen 1750 en 1753 een ware verbouwing die vooral betrekking 'had op het koor en op de sacristij. Het metselwetk vergde 118 dagen « voor de traweeten » en 119 voor de « knaepen ». Men verwerkte 5900 papensteen, 26,600 kareel, geleverd door Pieter Walravens, Elisabeth Borremans, ·Gillis Walraevens, jan Ophalvens en << mijnheer den Confe·ssoor tot clynen bijgaerde >> (klooster). Jacobus van BeHinghen en Peeter van Hespen leverden onderschei-

Ruisbroek. -

Ander uitzicht van de oude kerl< in 1895 afgebroken. (Cliché uit Rttlisbroec de Wonderbare, door J. v.d. Bogaert.)

Ruisbroek. - Dorpshoekje en oude kerk, einde t9e eeuw. (Penteekening van Leo Theys, naar een foto.)

« ott is bet eersten castiel van Mavrouw de Ostis tot Ruysbrock genoemt de belle lansch achter » - 1783 F. J. De rotts. (Prentenkabinet Brussel.) (Cth:hf: Vfaama.che Toetlsten'b•onJ.)

denlijk « 250 voetsteenen » en « 500 witten voetsteen van Stynockerzeel ». Die steen was verm.oedelijk de steen die met twee wagens ·welke « n.aer Steenockerzeel om witten plavey steen « gehaald werd ». In andere posten vermeldt men verder « 500 groote plaveysels », « voor 200 duym plaveysel », « 110 plaveysel », ·« 400 plaveysteen »; « 200 blauw plaveysel en ... 20 potten bier ».-Een steenhouwer van Lem... beek leverde drie « blouwe steene vensters in de kerck en ·een in de sacristij ». De steenhouwer werkte 92 1/2 dagen. Als timmerhout en schrijrrhout treffen we aan : verscbiJ... lende leveringen berd, twee koopen witte boomen, « J. de La.ndas Boursieres$e tot Vorst (klooster) voor eenen coop eycken tot Halle in den ·horen»; aan Jacobus de Raeymaecker « 1646 voet abeelen berdt :.; aan J. B. van Mons drie koopen boomen; aan Frans Lindemans en Daniel Lots voor eiken boomen; aan den h. Van Vrijtbern pastoor tot Leeuw en Cor-


-34-

-35-

nelis van Cutsem voor 'hoornen ten dienste van de kerk; plus nog twee andere lev·eringen eikenhout. Ook plafonneerders werkten in belangrijke mate mee. Aan metaalwerk noteeren we 636 pond « sterckyser »,. nagelen en 42 << ijsers », lood en daghuren. Frans Jonau « meester gelaesemaecker », leverde en ver-. werkte << glas voor de kerck metende 55 voet ». Op de daken werden 11, 100 .schaliën gelegd ... Ten S!lotte, een speciale rekenmg van den schriJnwerker, Miehiel j. Colin « voor 19 pilaeren a ende voeten voor de baneken van de kercke, 7 plancken, nagelen, lijm, eens 20 en eens 32 daegen gewerckt voor de selve kercke eenen gulden daeghs ». In 1789 schetst pastoor Van Laer den staat van de kerk als volgt : << De kerck is groot genoec1h om twee ma~! de parochianen plaats te geven ... de twee baneken ter. ZI.J ~e eh oor ende sacristie sijn nieuw gebouwd... de sacnstte ts: van casse noods·aeckelijck wel voorsîen .. : de deederen vo~~. de dienaeren der kercke sijn ge passeert Jàer gemaeckt. ... SIJ heeft drij nieuwe authaers... twe; nieuwe ~ichtsto~l~il. .. een predickstoel gelyck aen een en meuwen ... me uwe stttmgevoor den eh oor ende schepenen ... ». In de XVIIIe e·euw waren et nog gekleurde ramen met de· beeltenis van heeren van het dorp. Toen de kerk te klein - zij was ~lechts 15 m. lang, het koor niet meegerekend en 13 m. breed, en bood maar plaats voor 400 man - en eenigszins bouwvallig was geworden, werd in 1844 door de Commiss.ion Royale d'Histoire et d'Archéologie, 'een ontwerp tot v-ergrooting, opgemaakt do.orbouwmeester Dumont, goedgekeurd. Het w·erd echter met uitgevoerd. Ruisbroek was inmiddels. een moderne .gemeente g·eworden, waarin. het oude eenvoudtge dorps·~erkJ~, zond:r· buitengewoon veel kunstwaarde ten andere, mtsschten eemgerwijze misstond. In elk geval, rond 1896 werd de oude kerk afgebroken en vervangen door een ruime neo-romaansche kerk van bouwmeester H. jacobs. Het was een tijd ~a.t veer oude landelijke kerkjes gesloopt w·erden : Dworp, Hutztngen, Buizingen ... Klokketoren en spil werden pas na den grootenoorlog opgebouwd· (bouwmeesters jacobs en Van ~en Eynde). Omstreeks 1900 werd rondom de kerk een traliehek (met plantsoen) aangebracht, dat onlangs heele~1aal weggebroken· werd. Dit is in menig opzicht een verbetenng. De kerk vormt een mooi ge·heel, maar z~ mist van buit~n. nog den warmen gloed, dien a11een de patine van den ttjd vermag te geven. Het interieur bledt een groots.chen doch eenigszins stroeven indruk~ Aan oude kunstscttatten is er niet veel. Alleen een schaal van gedreven koper met bloemen en ornamenten, 0 m. 30· groot7 uit de XVII• eeuw; een houten ?eeld van de H. ~nna., gerestaureerd en gep·olychromeerd, utt de XVI• eeuw, e·en geschilderd paneel verbeeldend de H. Maagd onder het Kruis. en met Christus op den schoot, uit de XVU• eeuw.

Mobilair. -Zoo bon:di·g ·mo.geliJk en zonder er veel beschouwingen aan vast te knoopen vermelden wij hierna de voorwerpen die van 1539 tot bij de Fransche omwenteling aangekocht of hersteld werden. 1539 : « gecoebt tegen Anthonis Collette goudsmet een silver monstrantie met eene ciborie daervoeren betaelt 30 R.»; de Proost van ~oudenberg consacr·eerde ze. -· 1548 : « een guyspel ». - 1548 : « tynnen vaten daermen mede theylich olysie es dragende ende daerm·en cris•ma in es doende, 30 st. ». - 1548 : << Aen Co11ette, goudsmet van een belde met silver wegende 18 Ingelsche gestelt in de vs. monstrantie, 2 Rg. »; · - noch een cybore caperen vergult, 12 Rg.; noch van drye silveren priemen tot behoef van den vaetkens van den olysie ende cris·ma, 35 st. ».

. Ruisbroek. -

De nieuwe kerk uit 1901. De toren kwam er pas

na den oorlog op.

(Cliché uit

« Ruusbroec de Wonderbare »1 door Mod. de Bie.)

1569 : << Bartholomeus van den kerchove borduerwerker voor tfaitsoen van eenen roode cassuffle metten cruyce boven een casacke bij joncker Lieven van Arckei gegeven, 28 Rg. ». 1571 : « reparatie van 3 candelaers ende eene croone, 15 st. ». 1574 : « aen de reparatien van den tabernaculen in den hoogen choir ». 1571 : « eenen quispel ». 1596 : « aen Franchois Schauvaerf een roode frauweele cazuffer met een cruys van gouden laeeken »; - « a en Carel de Coninck voor dry ellen geblompt sattyn ... twee ellen ende dry vierdeeten sattyn »; - « aen Jacobus Docquet... tot reparatie van de roode gordynen dienende tot den hoogen autaer ». 1631 : « aen de pape goudsmet tot Brussel van dry veren vaetkens daer de b. Olien in ha.waert worden, 23 Rg. ». - « Aen den geelgieter woonende tot Brussel op de hoochstraet by ons heeren straete van het wierooclcvat te repareren, 24 ~. ». - « Aen de nonnekens van Ste Oaertruyt tot Brussel

sn-


-

-· 36-

van ·het maken van twee witte armesynen dalmaticas voor diaken ende subdiaken, 8 Rg. ». - « Aen Oovaert Matthys van e·enen nieuwen biechtstoel van schrijnhout bij hem gemaect ende gestelt in deser kercke in de choor van Ste Anna, 34 Rg. ». - « Aen CorneHs. Rombout voor eenen wijwaeterketel, 4 Rg. >>. - « Aen Ouill. van Schalekhoven custer voor het maecken oft nayen van seker voorhanckselen diemen in den H. Vasten voor de autae'ren ende beelden der beylighen hangt ende daermeede deckt, 30 st. ». 1642 : « aen Melchior Serstevens twee candeleers, 3 Rg. >>. - « Aen Pe·eters Sammels voor t'maecken van twee stocken tot den kerckenvaendels, 14 st. ». 1652 : « twee eaudeleers ».- 1657 : « aen jan baptista Caillarts voor spellewerk met het belegh van armesyn tot het antependium van den hooghen autaer, 18 Rg. >>. In 1659 werd de mons.trans gestolen. Daarover vinden we in de rekening·en een uitgave van 37 stuivers « voor den bode te tracteren die de tydinghe brocht van de gestolen remonstrantie ende voor den selven te tracteren in Julio des h. pastoors die naer Antwerpen ten setven effecte trock. ». Ook de mei-er trok een bedrag « om de remoustratie t'hantwerpen ten gesetten daeghe ter>ug te becomme... ». Peeter Boets boekbinder, leverde in 1662 << een missaele met een antip honium >>. In 1665 vind~n \Ve den volgenden post in de rekening : « Item voort jaergetij van wylen Lieven de Donck tot dwelck aen dese kerck beseth is gheweest een rente van 6 Rg. en 5 st. teghen den penninck 16 bepandt opt geleghe van "vylen Jan de Mesmaeker, maer midts daer van tot 't maecken van.t kerckentafereel ghemployeert syn, alsoo hier voor des h. pastoors ende costers paert 6 Rg. ». Wat met dat tafereel eigenlijk bedoeld wordt is niet met zekerheid te zeggen. Wellicht is het een schilderij. In 1692 werd 7 Rg. 15 st. betaald voor het « vendel » of vaandel. « Aen Sr. Philippi voor het vergulden van den crans 7 g. 4 st. ». - « Aen deuselven alnoch betaelt voor eenen schoonen corporaal, twee paer meyen ende twee purpure nettens om de cruysen in de goede weke te decken, 5 g. ». « Aen Sr. Henderick van den Blook stoeldrayer van eenen nieuwen ·hemel gemaeckt, 9 Rg. ». 1699. « Aen de vrouwe die het antipendium van mevrouw Michel heeft gebrogt, 7 st. ». 1710. « Aen Fransis de Mesmaecker, mee&ter pannemaecker, voor eenen nieuwen wijwaterketel met het rel?areere~ van de Belle, 5 Rg. 7 st. » ( 1725). - « Aen Cathartna Helhnckx voor een nieuwen alp (albe) ten dienste van de kerck, 7 Rg. 7 st. ». 1728 : « Aen Juffr. Anna Carlier voor de ornamenten door haer gemaeckt ende gerepareert, 44 g. ». - 1728 : « Aen lynwaert om te maecken een alp·e ende amict, 10 g. ». 1

37 ___.;

1732 : « Aen doeck voor een corporaal waer toe eehen kant is vereert (geschonken) 1 g. 13 st. ». 1732 : « Aen de stoffe voor ·een baer kleedt, 27 g. 11 st.». - « Aen de seye voor t'cruys 31 g. 10 st. ». - << Aen t'galJonneken voor t'klyn cruys·, seye en garen, 10 st. >>. - << Aen den coster voor t'baerkleedt te maecken, 6 st. >>. 1734 : « Outfangen van Monsieur Schouten borduurder in de Oude kleercoopersstraat tot Brussel van eenen lap dammast dier was overgesc-hoten als het vaen is gemaeckt, 1 g. 8 st. ». , 1734 : « Voor eene lappeken kant om een autaerskleedt te repareren, 3 3/4 st. - Aen 19 ellen cloosterdoeck voor twee alben, 18 st. d'·elle. - Voor 'het maecken van twee alben en dry amicten met ·het lint, 3 g. 2 s.t. - .Voor 3 ellen kant staende aen de mouwen van de twee al'ben, 1 g. 1 st. Aen dry vierendeeten root catoen om onder den kant van een antependium te setten. -· Aen ses ellen en een vierendeel voor de klyn banckskens van t'roodt antependium af te setten, 1 g. 5 st. - Aen tien ellen servet voor twee dwijlen voor de autaren, 7 g. - Aen negen ellen grouw Ieynwaert om daer onder op de autaeren te leggen. - Gegeven Oilis Steens voor deselve te dragen naer den heere lantdeken om te weyden, 2 st. » . 1735 : « Maecken van een albe ende twee amicten met het lint. - Lint om te setten aen den kant van een antependium. - Aen Mr. Hospies tot Brussel voor een nieuwen witten cassuyfel, 40 g4 6 st - Aen de huysvrouwe van Gilis de Raeymaecker voor reparatie gedaen aen 't belt van Sint Rochus, 10 g. - Tien eUen cloosterdoeck ende achtien ellen voor een albe, en twee enen voor een antependium.- Twee ellen half servette om ses hantdoeckxskens te maken voor den autaer.- Betaelt aen mynen broeder Jacobus Blondeau v.oor te ·herschilderen de schilderyen van de twee seyde autaeren, 21 g. (Pastoor N. Blondeau)». 1736 : « Aen vier blom tijlen voor de kercke; aen den missael geheel te doen in staet stenen. - Aen Geeraerd Steens ende syne vrouw hebbende den nieuwen hemel met de stocken ghehaelt naer Brussel. - Reparatie gedaen aen den besten overrock voor een deel nieuwen cant daer aen geset ende voor wasochen ». Ditzelfde jaar gebeurde er weer een diefstal in de kerk : « Tusschen 15 en 16 Decembris is s'naghts het comptoir van de kerckmeesters berooft, sijnde een gadt gebroken in t'glas a-ende slincke seijde op de choor ». Op 3 Februari daarop « te Iichtmisse is hier uyt het apport ende offer... staken (blokken) maer bij gecomen, mits bestolell, de somme van 12 guldens 10 st.» (dit is nog betrekkelijk veel). Van dien diefstal werd Laurent Louris, koster en kerkmeester, betiC'ht en opgesloten op de Steenpport te Brussel. In een verzoekschrift namens zijn vrouw Adriana de Oreef verne... men we dat :haar man niet in de « gratie » stond van den h.


-38-

-39 -·

Pastoor ·en van de kasteelvrouw, mevr. d'Ostiche. M·en had de koe van den beklaagde aangeslagen en v-erkocht en de vrouw zat zonder bestaansmiddelen met haar kinderen. Er kwam een proces en de parochie werd verplicht regelmatig een bedrag uit de H. Geesttafel aan de vrouw te betalen. Hoe het ten slotte met den betichte zelf afliep vernemen we nergens. Verdere uitgaven : 1739, << gegeven tot Brussel voo-r t'wasschen van den besten overrock en de albe met den kant. - Aen een glas voor de remonstrantie aen monsieur Van de Velde silversmet tot Brussel voor iet te süder·en aen de remonstrantie ». - 1741, << maecken van flambeeuwen; twee gelaes·e ampuilekens ». - 1745 : « Aen den ketelaer tot Halle voor reparatie gedaen a ent wiroocvat en de belle ». 1750 : « voor maecken ende stellen van eenen nieuwen autaer, 350 g. >>. - Aen Mr. Hospice voor het bekleeden van het tabernakel, 32 g.- << Aen Lau·reis van Volxem, kerckmeester voor verschot aen 8 pont flambeeuwen ». 1753 : « Jos. Colin schrynwerker in voldoeninghe van 't restant voor den nieuwen autaer. - Aen deuselven voor de boiseringe in de kercke, 200 g. ». 1844 : « Twee kasuyffels, 509 fr. ». Onder pastoor Bogardt, in 1573, bezat de kerk drie altaren, benevens voldoende ornamenten, enz. Voor 1576 word vermeld dat de kerk goed hersteld was. Had ze wellicht geleden onder de gevolgen van de Hervorming ? In 1634 wordt door den Landdeken vastgesteld dat de kerk versierd was met de beelden van de H. Maagd, St. Antonius, St. Se'bastiaan en St. Rochus. In verband met de altaren teekende pastoor Blondeau in Mei 1735 een belanawekkend feitje op. Terwijl de koster met de schoon0 maak bezig was werd een kleine steen, parvum-lapid~m, die niet 0<YOed vastlag uitgenomen. Daaronder was een openmg vol stof en brokkoelinD'en van steenen waartusschen de pastoor een Iooden doosje~ pixidem plumbeam, ontdekte waarin twee briefjes ·lagen met .een Lati~nsch opsch_rift, dat in het Ned~r­ landsch luidt : « Ik Godefndus Gestellus deken van het dtstrict St. Pieters-Leeuw heb, krachtens de macht mij daartoe v·erleend, dit altaar opnieuw gewijd dat vroeg.er gewijd is geweest in honorem S.S. B. !Vlarice> jacobi Majoris et Catharince en de relikwieën van St. Stephanus, die er zich in bevonden, weer in eresloten met eigen hand en mijn zegel op. gesteld 17 Oct~er 1604 ». Dit heb ik pro memoria opgeteekend, schrijft pastoor Blondeau, den steen teruggeplaatst en gesloten 28-5-1735. Vermoedelijk werd het altaar ontwijd tijdens de beroerten van de 16~ eeuw. Op den achterkant van een klad dat ge~iend he7ft oom een verhuring van de kerkgoederen van Rutsbroek .m 1762 aan te kondigen, vonden we hiernavolgenden tekst. Vermoedelijk heeft hij betrekking op Ruisbroek, maar volle zekerheid hebben we toch niet : « Den heere hugo conincx Ucentîat in de Oodthijt ende

bidhtvader is geweest in dese Abdije ten tijdt van 21 jaer ende gestorven int jaer 1562 D·en weleken in dese kercke heeft doen rnaeken ende ghegeven 2 taffereelen,~ een misgewaet met eenenschoonen silveren vergulden kelck, als oock veel schoone boeeken ghegeven, ende alnogh gelaten een goede somm·e geldts, ende gestorven omtrent Ste Elisabetten dagh int jaer 1526 voor alle welcke weldaden ende gieften heeft hij begeirt ende gewilt dat men voor sijn ziele doen soude een jaerel. gesonghen misse van requiem m·et 3 pristers . Dit is de supstanfi.e getrocken uijt een oudt boeeken berustende onder de cantesse alhier. » (Vermoedelijk geschreven door den toenmaligen pastoor, Adriaan · Wouters). Hierna volgt nog èen lijst van voorwerpen die door Anna t'Serclaes bij testament aan de kerk. geschonken werden. « Extract getrocken uytten Inventaris gemaeckt inden sterfhuyse van wijlen vrouw·e Anna Tserclaes in haeren leven viscantesse de Breuck etc. gepasseert voor den notaris F. van der Bor·cht ende sekere getuygen op XXVIII Juny XVIc ende achtendertich, soo volght : Continuation de l'inventaire susdict faict Ie XVIII de Juny XVIc trente huict en la susdite chambre deseu la cuisine ou est loratoire de la dicte feu dame. Premierement sur l' aultel du mes me oratoire une tabel d'aultel ou tableau de tappisserie de soij representant nostre signeur portant sa croix et aultres figures. Item une petitte Imaige ayant les molures d'ebene representant St. franciscus. Item deux petittes tableaux, dalbade en forme de petit aultel representant respectivement nosh·e Sîgneur en la cr-oix et· circonsion nostte signeur. Item une petitte crucefix d'ebene et nostre Signeur de bronze. Item une petite casse d,ebene avecq une Imaige de Nostre dame dedans. Item petittes tableaux ou lmaiges d'argent avecq moulures d'ehene · ambedeux representant nostre Signeur mis enbas de Ia croix. Item deux petittes chandeliers des cuivres les pieds en triangle. Item deux pots a fleurs de cuivre. Item une piere d'aultel portative et une livre misset que Madamoiselie Kistmaecker declaire avoir entendu appartenir a. Madamoiselle van der Eycken. Item un eaussin de damas blan pour mectre J,e miss-el. Item une estoille de praistre darmoisin verde, foure de ton rouge. Item une amble avecq l'auble petit Jinge que Ie praistre meet devant mectre l'auble. .. Item deux couv-erts a couvrir l'autel l'un de soije verde et l'aultre roije rouge.


-40-

-41-

Item plusieurs petittes couronnes deseur lediet aultel. Item un drap d' aultel de taff.etus roije de co leur violette a1 ·ecq deux cortines et les draps couvrants ·les fers de mesme estoffe. Item du couste gauche un peinture de 1' effige nostre Dame de Cambrij avecq un chappeHet grains dargent et aultres entremeslez qui sont plus petit dore avecq encor une aultre petit chappellet avecq grains bleu ·entremeslez de petittes perles. Item encor au fouellet de la porte de Joratoire une peinture de leffig·e de Ia fac-e de Nostre Seigneur de la Veronique. Item deux grands boucquets de fleurs de soije avecq aussy aux pieds dyceulx aultres petittes fleurs. Item une petitte casse de cuivre quelque peu dore estans derlans un tableau d'albade en forme d'aultel repr·esentant ladoration de 3 Royes. Hem deux petits tableaux ou imaiges· d'une mesme grandeur avecq moulures d'ebene representant respectivement nostre Signeur en croix et l'aultre l'ame devote que sont trenchees. Item un·e petitte casse avecq moulures d' ebene representant l'lmaige nostre dame en cuivre couvert de ver de france. Item quelques petits ornentents de damas bleu servans par apparance aux susdits imaiges d' albade qui sont en forme . de petit aultel. Item queqlues en telles ..a orner les draps d'aultel que l'on a trouvé avecq les aultres quattres parties preeedenfes dans un petit coffre de cuivre. Item dans un petit coffre de bois deux lmaiges d' agnus dei entoure des fleurs de soye representantes ambedeux l'annonciation de nostre Dame. Item quattres petits pots avecqz fleurs .de soye les plus petits avecq les petits avecq les pid de bois dorez et les aultres de clinequant et cantilles. Item un tableau de satin rouge en brouderie ronde de forme d' assiette. Item deux petits Jhesus de cire chascun sur son chierge. Item un cassufle de damas d'lnde blan fouvillagie garnie de passement de soye blan et rouge avacqz J.es armes de Henin et Tserclaes avecqz l'estoile et manipuble de mesme estoffe . Item un devant l'autel d'armoisin blan environnez avecq les rebours d'armoisin rouge, avecq les cortines et ses dep·endances aussy darmoisin blan, garnie de rouge. Item un aultre devant 1' au tel avecq aultres dependances, et cortines de damas de Iinge entouré de dentelles. Wij heer Lambertus Bemerij pastoor Peeters Pauwels kerckmeesteren ende Ouillam Schalckltoven coster respecti.Ye der prochie van Ruysbroeck ketmen midts desen in voldoeninghe van den testamente gemaeckt by de voorschreven

vrouwe Anna Tserclaes op den XXIHen Maij XVIc 36 voor den notaris Mr Hendrick Deufkens, alsnu ontfangen te hebben uyt handen van jor Jeronimus Dequesnoy Riddere oudt Borgerneester der stadt Brussele, midtsgaders Joncker Charles de Quesnoij commissaris ordinaris ten dienste van sijne Maiesteyt als executeurs van den vs. testaments alle de stucken ornamenten als andersints hiervorens van stuck tot

De· huidige kerk met oorlogsgedenkteeken. Penteekening Leo Theys. (Cliché Vlaamsche Toerlstenl>ond.)

stuck gespecifieert heboudelijk ende op conditie nochtans dat ingevalle men naermaels bevonde den vs. missael ende aultaersteen Jemandt anders te competeeren daertoe behoirel. gericht sijnde wij de selve Indyen gevalle aen hun sullen laeten volghen, ende dit alles met Interventie ende bijwesen van jor jaecques Baron de Tserclaes visconte de Grimbergen uyt dyen deselve goeden tot Ruysbroeck heeft vercreghen by den vs. testamente die oversulckx totte vs. meubelen ende ornamenten sai gelieven toesicht te nemen. Oirconden desen XXVJin May 1639 ende was onderh~ekend Lambertus Bemerij pastor de R. peeter Pauwels 0. van Schalckhoven. :.


-42

~

In 1851 schonk « Wenceslas François Freäu, Directeur du Département des Finances », die in den Zomer te Ruisbroek op zijn buitengoed verbleef, een op hout geschilderd tafereel van de kruisafdoening op voorwaarde dat het ten eeuwigen dage in 'het koor links van het hoofdaltaar zoo gehangen worden. Volgens de verklaring van den schenker kwam het stuk voort van de nalatenschap van zijn zuster de Weduwe Mic'hel en meende hij dit « par son opinion et par celle de plusieurs experts et artis-fes peintres recommandables par leur autorité, pouvoir attribuer au pinceau de Van Dyck. .. » Dit schilderij hangt thans in de pastorij. In de kerk bewondert men een zeer mooien s~teenen predikstoel. Men treft er ook een gedenkplaat aan van. de gesneuvelden met aanduiding van de plaats waar zij sneuvelden of overleden. Ook· een plaat met de namen van de veertien slachtoffers van de spoorwegramp te Vorst-Zuid in de maand Juni 1909.

Uurwerk. - De oudste ver·melding van het torenuurwerk is van 1548. De koster trekt jaarlijks 2 Rg. 15 st. om de « horologie te stellen » en « den -orlogemaker, van den vs. orlogie te onderhouden », jaarlijks 12 st. In de rekening van 1692 trekt de koster « voor de horologie te regeeren ende de vroeghmisse te dienen 12 Rg. >>. .. Als ·herstellingen noteeren we in 1734 « aen den steenkapper voor het steenen gewight van de horologie af te kappen en voor bier 16 1/2 st. »; in 1746 « a en een catrol voor t'gewicht der horlogie ». Klokken. - De oudste vermelding over de klokk·en dagteekent uit 1560 in een rekening van 4 st. « aen eenen waelput smouts om de doeken mede te smouten ». Dat zelfde jaar werd « bij Hubrecht van Cutsem betaelt aen e·en clockseel 18 st. ». In de rekeningen van 1609 is er spraak van de uitgave van 355 g. « totte nieuwe clock » en « aen Oielis Walravens kerkmeester ter betaling van de « clockspyse » 24 g. In 1631 ~werd de groote klok hergoten door Fiacrus Marin. Terzelfdertijd werd een « hancksel van den klepel van de kloek» gekocht. Zes jaer later wordt weer een nieuwe klok, vermoedelijk een kleine, gekocht; kerkmeester Matheus Mosselmans wordt gelast te Antwerpen klokspijs te koopen. Jan Popelier « seeldrayet » levert een klokzeel voor de groote klok en Marten Huyghe twee nieuwe « hancsels tot bijder doeken ». In 1642 levert J!n.Y.9:U La~~·e!!! » eender doekriem voor de groote clock » en Merten Huyge een klokzeel en twee klokriemen. « Aen den grofsmet van Brusool ende den timm·erman » wordt in 1681, 23 g. betaald voor het hangen van de klok. Daarna duurt het tot 1728 voordat we nog iets aantreffen. Andries Crokaert, timmerman, trekt 33 g. ( ?) voor het hangen van de twee klokken. Jan Elsitoucht, smid, levert ijzerwerk en werkt aan de klokken voor 36 g. Voor 1735

-43noteeren we nog een uitgave van 7 g. 5 st. voor de « nieuwe pannen van de clyne clocke >>, in 1740 aan Jacobus de Raeymaker voor 'trad aan diezelfde klok 14 st. In 1746 vernemen we dat die klok afgevallen is; immers er wordt « betaelt aen jan. q~4 .J:I~.Z.Ç"~Jan van Volsom, den koster, Jacobus en Oilis de Raeymaeker voor het hangen van de clyne doek synde afgevallen ieder 10 st. »

Kapelanij en eeredienst van Onze Lieve Vrouw. -

Er

bestond vroeger een kapelanij van Onze Lieve Vrouw met betrekkelijk veel inkomsten, nt: : « een thiende gheleghen omtrent 't Zenne lancx de Wolfshaghen; een stuck bempts van 1 1/2 dw. in de V/aelriet aen de broeckgrecht; een dw. landts in 't broeck aen de Zînne; een cheyns van 25 stuyvers op eene weyde op dr·oeghenbosch Ianxt de Zinne aen de herbaen naar Vorst en aen de Santbeke; een erfpacht van 6 sisteren coren op een weijde op den buytenplas te droeghenbosch over de Zinne; een erfpacht van 6 sisteren corens op een bloeek eertijds weyde achter den Huybrecht. .. tegen de groetgrecht; een cheyns van een sister rocx op 1 1/2 dw. landts in den ~.a.en.putte opt meerevelt en op een geleghe met huys, schuere ende ·stalling, boomgaert... a en de beke geheeten de Lake; een bunder landts Ianx ende echter den huybrecht ende alsnu genaemt den hert... tegen de groetgrecht; 1/2 bunder 23 roeden genomt de Sype; 1/2 bunder; 3 dw. landts achter den boomgaert van Croesels achter den hert; 3 dw. Iandts half op Droegenbosch half op Ruys:broeck.» In een stuk uit de XVIIIe eeuw lezen we dat de « Capelrije van 0. L. V. getondeert is geweest in deselve kerck van in den jaere 1651 ». Dit moet ·een vergissing zijn want die stichting moet veel hooger opklimmen vermits de kerkrekening van 1574 reeds melding maakt van .« der cappelryen van onser Liever Vrouwen tot Ruysbroeck bepant op een stuck lants dwelck vs. capelrije heeft liggende ter plaetse geheeten den atboom aen de goeden wijlen meester Jeronimus van Hamme >>. In een oudere rekening, 1560, de oudste die we kennen, komt een post voor van het « scutsel van Onser L. V. choir hetaelt aen een gelte wyns, 12 st. », en een tweede voor « Willem Moenens scrijnmaker van dat hij inden choer van Onser Lieven Vrouwen heeft met scrijnhoulte geschuet ende van eenen nyeuwen lessenaer ende ban eken ... ende aen bert van witten hot.tlte daer inne de wapenrock van heer Joorys heere van Yssche ende Ruysbroeck In den hoogen choir is hangende ... 28

Rg.

».

In die van 1571 wordt 2 st. in rekening gebracht« om te spelen voir 0. L. V. ». Wat wordt hiermee juist bedoeld ? Waarschijnlijk muziekspel in de processie, vóór het beeld van 0. L. Vrouw. We bezitten weinig inlichtingen over de bediening van die kapelanie. Buiten de hooger vermelde kapelanen van het


-44kasteel, kennen w·e er geen bij naam: We ~eenen anderzijds dat er niet regelmatig een zal geweest ZIJn, want we zten meer dan eens dat de vroegmisse die door de!l kapelaan gedaan werd door vreemde kapelanen of pnesters gelezen w·erd. In eik geval er bestond een huis voor dt;n ka~el.~an zooals uit verschillende posten van de kerkrekemngen bhj~t. In 1671 wordt aan Gillis Moss!elmans een bedrag uttbetaald voor « eenen dach cleem te haelen voor het capelryen huys >> en verder << voor 3 mandelen ende half stroxe tot hetselve huys· ». Dit laatste kostte 2 Rg. 16 st., waaruit eens te meer valt op te maken dat het stroo. i~ vroeger eeuwen betrekkelijk duurder was dan nu. In 1692 vmden we nog een uitgave van 4 Rg. voor « vijf mandelen stroye om .het huys van den cappelaen te decken ». Waar stond dat huts en wat is er van geworden? . .. De eeredienst tot de H. Maagd moet er In vroeger tiJden een betrekkelijken roem gekend hebben. . In beroerde tijden werd het beeld, zooals dtt gebeurde met de beroemde beelden als dat van Alsenberg, onder meer, te Brussel in veiligheid gebracht en als h.et terugkwam was er feest, zooals in 1692, toen 2 Rg. 16 st. uttgeg~v·en werd « aen poeder als onse lieve vrou~e thuys ge~rocht 1~ van Br~ssel ». Geregeld vindt men 111 de rekemugen uttgaven 111 verband met dien eeredienst. In 1699 wordt « aen Jan bap. van volsom beltsnyer » 63 g. betaald << voor het vermaecken v~n den hoogen autaer om 0. L. V. daer in te stellen ,., Later,. ~n 1731 wordt aan Jan Van Volsom, timmerman, vermoedeliJk denz~lfde een gulden betaald « voor 'hert gelevert en geslaegen tegen twee leesten om de silvere offeranden van 0. L. V. op te hangen» en nog 17 1/2 st. « aen verf om deselve te schilderen ». Drie jaar later schonk de kerkeraad 20 g. « aen den pastoor v~or de. mo~yte van \.lesen uytgeef (rekening) en andere devmren dte 'ht] voor de ke~cke heeft gedaan hetgene hij nochtans wilt besteden tot steraet van 0. L. ». Die som werd het volgend jaar besteed aan het « vergulden en versilveren van 0. L. V. throon », wat te Halle uitgevoerd werd, want « aen de huysvrouw van Geeraerd Steens » werd 3 1/2 st. uitbetaald « hebbende den throon gehaelt naer Halle ». In die jaren heeft de begankenis blijkbaar haar grootste faam gekend. In 1736 en in 1739 werden telkens « d~y ho.~­ derd beetdekens van 0. L. V. » betaald, onderschet?enl!lk tegen 3 g. en 2 g. 2 st. In 1741 vermeldt ~e P.~stoor m ZIJn rekening « aen mijn broeder voor « schtldenJen ende het schilderen van den stoel van 0. L. V. throon, 29 g. ». Genootschappen van Brussel komen 0. L. V. geregeld vereeren. Zoo « isser op 16 October 1735 synde onse kerck:weydinghe gecomen een vergaederinghe van jonckheijt van de Hoogstraet omtrent de E. E. ~aters Capussinen tot Brussel ende hebben vereert een partenen kleedt aen het beelt van

V.

.

t

-45-

Onse Lieve Vrouw in onse kerck ». « Op 27 m·ey 1736, op den f~eestdag van de H. dryvuldicheyt 1 ) heeft de vs. jonckheyt ver·eert aen 0. L. V. eenen blouwen mantel van crepon, een fallie met eenen Brusselsehen cant om, twee craeghskens ende een mantieltje ». Op 2 juni 1738 hebben zij « gebrocht ende vereert a en 0. L. V. een kleedt met fijn goude blommen »; op 25 Mei 1739 « eenen rooden parterre mantel en op 12 juni 1740 « een wit sijden kleedt ». Die genootschappen werden telkens getracteerd : 2 juny 1738 aen de gulde van de jonçkhyt van Brussel dry potten wyn »; - « 24 mey 1739 aen wyn voor de gulde van Bruss·el te hesebineken »; - « op h. dryvuldichhytsdagh aen de jonchyt van Brussel gegeven 4 potten wyn a 12 st. »; - op denzelfden feestdag in 1741 aan dezelfden « hebbende een vereering·e gedaen aen 0. L. V. 3 potten een pint wyn ». Datzelfde jaar schonk « Mevrouw Michel van Loth aen 0. L. V. een antependium van goude leer >>. Het jaar nadien, op 18 September 1741, heeft « Mevrouw de baronnesse d'Yve D'ostiche met de Jouffrouwen haere dochters gebroght ende vereert aen 0. L. V. een seer schoon wit moore geborduert kleet en mantel ». Dit was niet het eenige dat zij aan de kerk s·chonken : In 't jaar 1731 gaf zij « een seer schoone tappyt voor den trap van den autaer ende een swert antependium ». In 1736 « vereerde de edele jouffrouw D'Ostiche drij ellen blouw tafta voor eenen schijn achter den vergulden throon ». Verder vonden we nog vermeld : « in 't jaer 1732, 3 ellen schoonen cant voor eenen corporaal » door Joanna Versees, jonge dochter, en in 1735 heeft « de huysvrouwe van Jan Crokaert op den Steenw·egh aen onse kercke vereert een paer schoone meyen van gemaeckte bloemen ende noch twee paer cleyn ». Laatstgenoemde offerde nog in 1745 een « keerse -van een pont voor ·0. L. V. ». Wij hebben reden om te veronderstellen dat de kapel van 0. L. V. een bijgebouwtje van de kerk uitmaakte. In rekeningen over herstellingen komt dit voortdurend aan het licht, o. m. in die van 1741 in een post : « 14 pannen vorsten om te leggen op t'dach van 0. L. V. cappelle en 2 vaten calck ». De laatste vermelding betreft werken en leveringen gedaan door « J. C. Collin Metre menuysier dans Ia ville d' Anghien pour 1' au tel de la Ste Vier ge et la chaire de prédication de I'Eglise ». (De rekening is in het Fransch door een ander persoon opg·emaakt Collin zelf schrijft en teekent in het Nederlandsch). « 1774. - Etat des ouvrages d'Escupture Iivré par moi J. C. Collin Metre menuysier dans la ville d'Anghien pour l'autel de la Ste Vierge et chaire de predication de l'Eglîsse paroissiale de Rousebrouck par ordre du Rd pasteur de ce lieu. 1) De oude kerk was toegewijd aan de H. Drleêenheid.


-46-

-47-

Livré Ie 28 8bre 1773 deux chapitaux ronds en plains pour l·es deux colonnes et quatre plats pour les· pilastres; deux appropriés pour les 2 pil as tres des angles d' acoté, pour les grands 12 escalins la pièce, et les petits six escalins aussi la pièce. - Faisant 21- fl. Livré deux consolles esculptée pour garnir le couronnement de l'autel, avec la coquille audessus, et les festons accoté de ladîtte coquille et deux passe audessus des consolle porte 15Au même lieu livré deux St. Esprit, l'un pour 1' au tel et 1' autre pour la chaire de predication a vee leur image du prix de 3 fl. les deux - puis deux têtes d' ange au même prix douze festons pour les pilastres, du prix de 12 patars la pièce. Porté 13~ Maart 1774. - Livré une figure du père éternel pour l'autel de la Ste Vierge avec ses rayons et ornaments, et puis une ·pour poser sur la corniche de la chaire de predication en · medaille esculpté. - Faisant 33-12-. Livré aussi au même jour un enfant fort pour porter la chaire du prix de 14 fl., puis un cul-lampe audessus et un pied douche dessous porté pour ces deux pièces. 9 flor. en tout. 23-·· Livré encore une medaille representant Ie Pastor Bonus avec les ornements des deux panneaux du devant et coté 14porté. Pour 1' ornement des dossiers qui consiste en deux consolle a coté avec un ornement dans les panneaux et 6 petits festons dans les pilas-tres des tonneaux faisant ·en tous 6Il faut les journée employée pour ayder a dres.ser l'autel avec mon frère. j'ay travaillé deux jours demis· puis pour scupts. deux jours au prix de 10 patars par jour- porté. 2-10-. » In 't ge·heel bedroeg de rekening een som van 128 gulden 6 stuiver. Van dien eenmaal bloeienden eerediens.f tot de H. Maagd is hier niets overgebleven, zelfs niet de ·herinnering ...

Voor de processie werden steeds « stroysel ende meyen » in rekening gebracht, die de koster ging halen en waarvoor hij 3 st. trok. De pastoor trok 14 st. « kermisgeit » en tracteerde op « ten ·kermisdach voer de heer en (priesters) die van buyten comen » (1574). Om te « Iuyden ende te beyaerden (luiden m€t 3 klokken) op den kermisdag trok de koster 15 stuivers. Evenals elders bestond alhier het gebruik de personen die, op de groote heiligdagen, gecommuniceerd hadden, te ontnuchteren met een slok wijn' : « betaelt van drye gelten wyns ·op ten Paesdach ende op ten Sinxendach anno '59, een gelte wyns in de kercken verbesicht bij den goeden lieden die alsdan ·hebben geconeeerf » ( 1560). Uit den volgenden post uit de rekening over 1731 « aen die ·het vaen gedragen heeft in de processie naer Alsembergh 3 1/2 st. » blijkt dat Ruisbroek oudtijds, zooals al de parochies uitLhet omliggende, een jaarlijksche bedevaart naar 0. L. V. van Alsenberg deed. Zooals overal was er te Ruisbroek een hondenverjager. Te oordeelen naar het volgende waren er in 1683 niet veel liefhebbers voor dat postje : « Item aen Gilliam Crokaert voor eene casack hem toegeseyt voor het verjaeghe der honde . uyt de kercke wanneer hy dit heeft aengenomen, 8 Rg. >>. Buiten de personen elders vermeld als zijnde in de kerk begraven vonden we opgeteekend : Petrus Van der Moesen, sartor, ik] eermaker ( 1693). Marcus de Smet ( 1694). Barbara de Proost, echtgenoote Gillis de Smet (1694). Jan van der Perre (1699). joanna Crockaert (1713). Clara de Nayer, weduwe Hendrik van Overstraeten ( 1723). Ja co bus Aemelryckx' echtgenoote, Joanna van Overstraeten ( 1738). Antot].ius van Maldere, 4 jaar. Andreas de Greef. Catharina Claessens, uit Alsenberg, weduwe van Frederik Peetroons, onderwijzer ( 1740). Zij werd begraven vóór het beeld. Twee kinderen van Victor Amelryckx en Elisabeth Schoonjans ( 1742). Beide laatstgenoemden onderscheidenlijk in 1761 en 1762. Joannes Van Malder, 83 jaar (1753). J. B. Stallaert, 34 jaar (1760). Joanna de Troyer, weduwe Andreas de Oreef, 85 jaar, vóór het altaar van de H. Anna. Barbara van der Perren, weduwe Jacobus Wijnants, 81 jaar (1769), aan den voet van het altaar van 0. L. Vrouw. Kerkhof. - Het oorspronkelijk kerkhof moet tamelijk groot geweest zijn te oordeelen naar de boomen en de fruithoomen die er in stonden. In 1548 wordt aan Pieter Meersman voor 2 Rg. en 10 st. fruit verkocht dat op het kerkhof gewonnen W·erd. Jan de Clerck heeft in 1558 « thout oft

Kerkelijke gebruiken enz. - Uit de k:erkelijke plechtigheden en ·gebruiken stippen we de volgende zaken aan. Op het jaargetijde gesticht door Martinus Van Leeuw werd « aen twelf arme personen die present sijn geweest oft voor de siele gebeden ·hebben elcke ryse 36 stuivers uitbetaald. Op « Goeden Vrijdagh ende op den paeschavont » werd op last van een fondatie steeds wittebrood uitgedeeld. Op « Palmsondagh, 0. L. V. Ontfanckenisse ende op de Drijconinghendagh » 1 ) - waarvan er een broederschap bestond, althans in 1747 - hielden « de Paters respectievelyck van Bootendael ende de paters Lieve Vrouwen Broeders hunne statie. ten huyse van h. Pastoor metten ·h. Cappelaen naer ordinaris » en verteerden telkens voor 4 Rg. In het jaar 1667 had dit geen plaats « mits datmen gheen processie gedaen en heeft ter oorsacke van de Fransehen ».

1) In 1691 werd een som van 9 Rg. 15 st. betaald« aen de secretaris van den internuntius voor te bezor,gen twee volle aflaten, den eenen op den feestdag van de Alderh. Dtfjv. ende den anderen op den feestdag van 0. H. Hemelvaert. >


-48hetsel gemaict in Dec·embris opt kerckhof en verschillende dagen aewerkt om 't vs. kerckhof te beheymen ende te begrechte~ >>. In 1560 werd een afsluitboom of hekken voor het kerkhof gemaakt. Willem de Mol en Pieter van Volxem « sagen den eyck daeraf tvs. valveken gemaict is, Willem van den Voirde ende synen sone timmermans » maken het voor 36 st. omdat « sy geweeten ende geprofiteert van den afval van desselfs houlte daeraf die valveken gemaict is ... » « Aen den smet tot Laken geheeten Joos >> wordt 26 st. betaald « van yseren wercke als hancxsele, oeygen etc. daer tvs. valveken mede hancxt »; -· Er was vermoedelijk meer dan een toegang, want in 1548 is er nog spraak van de << kerckestichelen gaende ten velde uyt ». In 1571 worden 10 « appelpoten geplant opt kerckhof » en voor 1595 vermeldt de kerkrekening « ontfaen van het fruyt gewassen op de hoornen gestaen opt kerckhof ». De laatste ontvangst van verkoop van fruit treffen we aan in 1645 onder de rubriek « ontfanck van aveuturen lycken ende .. dootschulden » : « van t'ghewas van t'fruyt : 5 Rg. ». Het kerkhof vvas beheimd met ·een haag waaraan 01hs Steens in 1734 anderhalven dag besteed om de hagen te krabben. Kort daarna wordt die haag verni-euwd, te oordeelen naar een post uit de rekening nl. « geleverf voor het kerckhof in hagen te sette!l 11 boendelen esselteren plantsoen ende 1550 ·doreleire plantsoen ». Er worden toen ook notelaars geveld en verder voor 9 g. « olme poten » geplant. Een tiental jaren later worden a-an Jan de Breyl van Dworp nog 400 « doorlere plantsoen » voor het kerkhof betaald. Pastorij. -· D·e oudst bekende pastorij moest tamelijk ver van de kerk af liggen te oordeelen naar wat pastoor Verhasselt in 1727 in een verzoekschrift schrijft : « Geen ander insicht hebbende dan de Glorie Oodts ende opdat de gemeynten altyt sou de gevoeghsaem connen bedient worden van. de h.h. sacramenten als oock op de werckende dagen souden connen bywonen het h. sacrificie der misse, hetgene den pastoor om den quaeden wegh en het vuyl weder dickwijls moet achterlaeten sullen -de pelgrims die onse lieve Vrouwen ten dooden kom·~n besoecken met hunne siecke kinderkens oock betergedient worden ... ».En verder : « Considererende hoe sy dickwijls peryckel leyden van berooft te worden van de h.h. sacramenten als oock siende, dat den pastoor dickwyls vuyl, nat ende beslyckt moet gaen tot den autaer des Heeren, niet anders en verlangen als dat het pastereel huys soude mogen gestelt worden aen de kercke ... ». In 1640 werd die pastorij reeds als een versleten gebouw bestempeld in een raming van herstellingen : « het cuerenhuys ... groot 3 dw. met allen den gronde daeraen clevende ... hetselve huys met alle reparatien die aen tselve huys noodigh souden wesen midts tselve is een oudt huys >. In de volgende jaren werd het meermaals hersteld. In 1672 werden 22 n:andelen stroo betaald om het te dekken, nl. 25 Rg.. Acht Jaar

-49later ·werd ·het nog eens gedekt en werkten steenhouwer, metselaar en glazenmaker mee aan het herstellingswerk. Op den feestdag van St. jacob Apostel, in 1727, had een bezoek plaats van den Aartsbisschop van M~·chelen, die eveneens oordeelde dat « de pastorij een oud vervallen huys. » was. Er werd beslist een geheel nieuwe te bouwen mits tusschen'komst van de Abdij van Terkameren, als voornaamste tiendehefster, voor 4/5; den Proost der Kappeliekerk te Brussel, « als hebbende daer eertijts tiende genoten en als collateur der pastorij », voor 1/5. Pastoor de Boeck had in den tuin van de oude pastorij een schuur laten bouwen. Bij zijn afsterven vorderden zijn erfgenamen, de << eersaeme » Willem Coosemans en dezes huisvrouw Barbara de Boeck den eigendom op van dat gebouwtje. Pastoor van der Boomen kocht het uitt~rhand over. Eindelijk werd de oude pastorij in 1733 voor 668 gulden verkocht aan Antoon de Rayma·ecker van Vorst door « den Eerw. heere Norbertus Blondau pastoir van alhier ter assistentie van den Z. E. H. Landtdeken Philip van der Sprot, nl. « een geleghe meft.e huysinghe, staiHnghen, schuere ende alle andere edificien daerop staende metten hof ende boomgaerf daeraen geleghen groot twee daghw. ende 1/2 ... ge~ staen ende geleghen te Ruysbroeck, cammende ter eenre .van voorén teghens tsheeren straete geheeten de Dorpstraete, ter tweeder van achter tegens de Laeke ter derder naest Halle Anthoon van Volsom ter vierder den heere Raedt Eelkens wesende het curenhuys van Ruysbroek... om met de seJve penninghe daer van voorts cammende beneffens noch andere getrocken der fbiendeheffers van het vs. R. te bouwen ende optemaeken een nieuw pastoreel·huys bij de kercke aldaer... » In 1758 en 59 werd het « pastoreet huys » hersteld. Dàartoe ·werd bekostigd : « 2000 careel, 10 vaten kalck, 4 mandelen stroy ende deckers, 175 schaliën ende deckers, s~ blouw·e dorpels ». . Deze laatste pastorij stond in het midden van een perceel dat den hoek uitmaakt van de Stationstraat en de Kerkstraat, thans ingenomen, onder meer door de herberg « De Kroon » en het gemeentehuis waarvan de « burgerlijke stand » als volgt in een gedenkteeken van den voorgevel gekapt is « Oaudet haec Domus cura. R. A. D. T. van der Biest D. R. D. L. Heymans P . D. L. Van Volsom B. M. 1854. D. L. Spaak archit. » De huidige pastorij is van bouwmeester Licot en werd rondom denzelfden tijd als de nieuwe kerk opgetrokken. Armoozorg.- Deze viel ten taste van de kerk. Wat nu de Commissie van Openbaren Onderstand is hebben we nog gekend als Arm•bestuur en dit laatste is de verleeking, na de Fransche Omwenteling, van de H. Oeesttafels.


-50-

Uit de rekeningen van de XVJe, XVIIe en XVIIIe eeuw "an Ruisbroek lichten we hier en daar een postje om zich een gedachte te maken van de verleende hulp. « Item bij den huysarmen gegeven ende geassisteert Byeken Van der Biest in ha er si eekte soo aen wittebroodt, bier, wijn, suycker". hout etc. » (1592). « Casack, broeck, paer cousen, nieuwen hoet, schoenen, lappen laecken, lynwaert, huecken, knoepen ende t'maecken van sijn cleedt » (1628). Ook geld werd er· gegeven : « aen Jenneken van den p·Iasch overmidts de bloet.... hyt huerder cl eederen » ( 1639); « aen Magdalena Hollant in haer armoede alle rnaenden eenen gulden» (1661); «... voor· een slaeplyf, blauwen voorschoot (1729); « ...baye stof ». ( 1726); « betaelt a en Fred~riç!c . .Çrë.~_I;?;LY.9-..Q,.LJ1~L!!12!.1tco~t~~!! van Anna de MesmaecKëf~'ende cleederen, hemden etc. ten behoeve van haer lichaem ... broeck, blocken ende socken etc. » ( 1733) ; << ••• betaelt drij stuyvers brandewyn als peeter Bardye is bestaeyt geweest aen den armm·eester ende officier ... » ( 1735). In 1674, 1686, 1688 vinden we posten waaruit moet opgemäakt worden dat er een voor de armen bestemd huis. was' : « aengaende het arm-enhuys daer hij neff.en~s wordt to,egelaten aen heer Cappelaen voor sijn woonste »; << ... noch geleverf voor het rnaeken van eenen hoven aen den armen ende kerckehuys soo in steen hout ·ende hovenijser. .. Voor het maecken van eenen hoven op het armen en kerckenhuys » .. Waarschijnlijk woonde de kapelaan in het kerkenhuis en· mocht hij het armenhuis ook bewonen. Waar die huizen stonden weten we. niet. Over besmettelijke ziekten valt weinig te v·ermelden. Over de melaatschheid, een onderzoek te Terbank-Leuven bekostigd door den arme (2 Rgw 18 st.) : « ... aen Guillam Albits voor syn reyse naer Ter Banken ende ~car·el lnckeIeer ». Over geneesheeren, een enkele vermelding « aen Michaet van der Eist de somme van 32 g. ende dat voor het meesteren· der arme menschen » . Pastoors.- Jan Borgeman (1475).- Hendrik Bogaert (1574).- Uytterze·el·en (1585).- Arn,old de Be,rck, tevens pastoor van Huizingen (1590). - Joannes Stevens (1594). -Eg. de Oheerdingen (1596). In 1606 was er geen pastoor. In 1607 werd de parochiebediend door J oannes de Cuyper, pastoor van Beersel; in 1608 door Pater Eg. Lantschot, van ·het klooster van Zevenbarren te St. Oenesius-Rode. Dat jaar was er te Ruistbroek noch pastoor noch desservitor noch koster. In 1609 wordt de kerk bediend door Frans van Leuve, pastoor van Beersel en die op het kasteel aldaar woonde. In 1610, door Arnold Gilbert of Gilleberf die op het klooster van Klein-Bijgaarden verbleef. In 1612, door Niklaas Verheyleweghen, pastoor van Beersel. Daarna nog door Egidius Francus, van Leeuw, pastoor van Beersel. Deze periode was een droevige tijd voor de parochle. Het gevolg van de Hervorming.

-51Van 1616 af, m·et de benoeming van Pastoor Carolus Richardot, << prefecto de Cappella .» te Brussel, heeft Ruisbroek opnieuw een vasten herder. Richardot woonde bij den meier in. - Daarna komen : Antoon Rolin ( 1632). - Lambertus Bemery (1654).- Pieter De Boeck (1670).- A. Van der Boom en ( 1688). Antoon Verhasselt (1711), overleden in April 1727, 70 jaar oud, na een 38-jarig pastoorschap. Hij werd in de kerk begraven. . 0. P.otvin, geïnstitueerd 30 ~pril ·1727. Norbertus Blondeau, « mechliniensis ». Hij was 37 jaar oud toen hij er pastoor werd « via concursu ». Hij overleed 57 jaar oud, na een instorting van een zware verkoudheid. Hij staat aangeschreven als een ijverig en voorbeeldig ·herder, en werd hegraven tegen de trap van het koor. · Adriaan Wouters, uit Norderwijk, bacheUer in de godgeleerdheid, « via concursu » benoemd door de Abdij van Kamerijk. Hij stierf in 1787, 74 jaar oud, en was 48 jaar pastoor. Daarna bedienen Petrus Rolier, minderbroeder, en L. Coeckelbergh, eenigen tijd de parochie. De volgende pastoor is Frans van Laer, geboren te Boortrfneerbeek in 1748. - J. Wouters werd zijn coadjutor en later dess·ervitor in 1801. Miehiel Van den Bergen, overleden 9 Januari 1805. Jan Verroeren, uit Zaventem, 25 Januari 1805-1 Februari 1823. Victor Van Bellinghen, 6 Februari 1823-4 Juli 1850. Jozef Vermijlen, 19 September 1850-1 Mei 1852. P. Sollie, desservitor 1852. Lodewijk Heymans, 19 Juni 1852-22 September 1891. Modest De Bie, geboren te Mol, 12 Juli 1842, gewijd 1266, onderpastoor te Alsenberg van 1885 tot 1891. Van 22 December 1891 tot 9 Septemrber 1907 pastoor van Ruisbroek. Hij schreef een werkje over Jan Ruusbroec. Hendrik Van Genechten, 7-10-1907-20-10-1935. Jozef van den Bogaert, geboren Lier 27-6-1887, onderpastoor te Schelle in 1912, pastoor te Ruisbroek sedert den 30-11-1935. Hij schreef een « Korte Levensschets van den Gelukzaligen Jan van Ruusbroec de Wonderbare ». Onderpastoors. - Loctewijk Mortiers (1821). - J. B. Wauters (1821-1823).- Karel Borgenon (1869-1875).Jozef Moors (1875-1881).- Jaak DeCort (1881-1884).Pieter Broomans {1884--1886). - Edward Van der Voorden (1886... 1887).- Lieven Cools (1887-1890). -Jan Gijsen (1890-1891). - Edmond Haerens (1891-1892). - Pieter Branders (1892-1894). - Jozef Van Parijs (1894-1895), geh. te Antwerpen in 1868, werd later aalmoezenier van de Broeders der Christelijke Scholen ti914--1934). - He·ctor Brusaelmans, uit Puurs (1895-1903), pastoor te Ramset


-52(1912-1935). -Jozef Melaerts (1895-1900), een Diestenaar, werd pastoor te Weert, in 1910. - Ferdinand Meurrens (1900-1902). -jan Janssens (1902-1904), uit Zoersel, was pastoor te Weelde van 1926 tot 1933. - jozef Van Camp ( 1903-1920), geboortig van Borgerhout, thans pastoor va? het Begijnhof te Turnhout.- Jan Maes (1904-1911), Ult Turnhout, daarna godsdienstleeraar te Halle. - Frans Verrijken ( 1911-1 935), een Boom·enaar, thans pasto·Or vart Stnombeek. -Jozef Van Roey ( 1928-1937), een Antwerpe . . naar, thans onderpastoor te Berchem (Antw). -Jan B. Gûl-· v·ers, uit Rijmenam> onderpastoor te Ruisbroek sedert 1935. - Pi eter Schellekens, uit Riel (Hol1land), evenzoo sedert 1937.

Kosterij en kosters. - D·e oudste dien we kennen is Matheus Meermans uit 1575. Dan volgen Karel van Vlesselaer (1614); Willem van Schalekhoven (1634); Jan Neetens, die 30 jaar koster was en in 1689 overleed; Hendrik Neetens (overleden in 1721); jan Neetens (1711); jacob Neetens (1740); jan Alebits (1750); Hendrik de Proost (1795); Willem Cantillon (1841); Elie van Kemenade. Onderwijs en onderwij:~Jers. - Zooals dit vroeger ··de algemeene regel was, werd he( volksonderwijs te Ruis1broek verzekerd door de kerk en, in tegenstelling met veel andere plaatsen, meestal niet door den koster gegeven. Dit blijkt uit de lange reeks kerkrekeningen van 1560 tot bij de Fransche Omwenteling, waarin regelmatig een post voor het onderwijs voorkomt. Zoo in 1682 : « aen den Schoeimeester voor thouden van de schole ende leren van de arme kinderen »; 1699 : « Item alnoch 10 st. gegeven aen joannes. Petrus De Pester voor het leeren van 2 arme kinderen den tyt van~eene rnaent >>. In 1662 werd aan Mr. jan Stevens voor « de schole van d,armen dry baneken betaelt » en in 1758 « aen den schoolmeester voor leeren der arme kinderen en d~e selve te voorsien van eenige boecken, ende noytsaecklyk schoolgerief door order van h. Pastor ende kerckmeesters : 54 guldens ». Als andere schoolmeesters vonden we nog Frederik Peetroons, die 70 jaar oud, op 22... 11-1737, overleed en in de kerk begraven werd. Er zijn er vermoedelijk nog andere geweest, wan1 in 1713 wordt het afsterven ve·rmeld van Clara de Keuster, 80 jaaroudten moeder van den« schoolmeester». In een testam·ent ui-t 1823 van pastoor Verm-eren tr-effen we als g·etuige judocus Goossens, schoolmeester, aan en i'll 1830 zien we hem 15 guldens t11ek~en voor het ~eeren der arme kinderen. Verder vonden we niet veel over oude onderwijstoestanden. In den Fransehen tijd was het .zoo goed als onbe... staande en pas in 1826 verneemt men dat de Nederlandsche regeering 100 gulden schonk voor ;het ·bouwen van een S·chooJ... lokaal. De zaak bleef aansleepen tot 1830 en dan duurde het nog tot 1864 voordat een school met 2 klassen gebouwd werd I

-53Daarom was de gemeente wel niet zonder onderwijs gebleven want, in elk geval van 1826 af, hield J. B. Neefens een school in de herberg De Kroon, waar de gemeente tevens een lokaal als gemeentehuis voor een termijn van 18 jaar gehuurd had tegen 38,57 gulden 's jaars. De sch-oolmeester vro·eg toen « schrijfbanken >> en een « leesmachien », een groot bord, banken enz. In 1831 vroeg een genaamde Oermis om een school te mogen openen, maar daar er een bestond kreeg hij geen toelating. In 1854 betaalde men 100 fr. v-oor de huur van de school. Rond 1874 werd de eerste school te klein ·bevonden en werd een nieuw gebouw naar plans van bouwmeester Hansofte opgetrokken. De eerste officieele onderwijzer was Laurent van Volxem, 34 jaar oud, in 1843 benoemd met een jaarwedde van 100 fr. In 1851 bedroeg ze 229 fr. - André Van Volxem, zoon van Laurent, volgde dezen bij zijn overlijden op in 1865 met 546 fr. w·edde. - Vervolgens hebben we : Ou staaf Verbeeck ( 1870). - Edward De j.onghe, van de normaalschool van St. Niklaas-Waas, toen onderwijzer te Zandbergen (18721885).- Vital Ooessens, uit Smeerhebbe-Vloersegem, uit dezelfde normaalschool. - Cyriel Declercq, van Deftinge (1879).- Ernest Ghisleen Tusschaens, uit Geeraardsbergen, van de normaalschool van Bergen ( 1879). - Oscar Durant, . uit Marcqt en Ghisleen Felix Daminet, uit Herne, beiden van de normaals·chooi van Bonne-Espérance ( 1879-1882). VIiHem Simeons, uit Alsenberg, van de normaalschool van Nijvel ( 1882-1897). Deze onderwijzer werd hoofdopziener van het onderwijs· en heeft naam verworven met de uitgaaf van zijn alomgebruikte rekenboeken. Basiel De vos, uit Vollezeele ( 1885-1911). - Hendrik Kuypers, uit Pepingen (1897-1900). - Victor De jonghe ( 1897). - Frans De Boeck, uit Steenhuffel ( 1900-1933) ~ Jozef fjerens, uit Breendonk (1908-1910). - Em. Van der Kuylen, uit Zemst (1910). - Nestor Leroux (1917-1923), uit Bogaarden. - Octaaf Kestens. - Flip Steens, uit Ruisbroek (1923). -jan Kellaert, uit Ruisbroek (1921).

Onderwijzeressen. - Hortens-e D·e Gryse, echtgenoote Pieter Van Parys, van de Normaalschool van Herentais (1872).- Sopbie de Beenhouwer, uit Oordegem {1880).Irma Van de Cuester (1882). - Elisa Braecke, uH Nieuwpoort ( 1885). - Elisa Cl ara Heylen, uit Drogenbos·ch. Matbilde HeyJ.emans, uit Drogenbosch (1888-1917) .. - EHsa jaoobst uitSt-Pieters-Leeuw (1888-1889).- A·nna Carharina Wintergroen (1889-1892). - Maria Andries, uit MollemBollebeek (1892).- Florine Deisate (1893-1925). -· Maria Andries ( 1896). - FID'fentine Verheyen ( 1897). - Maria Springae'l, U'it Dworp (1906). - Matria Declerck, uit Vorst (1908) .. - Magdal-ena Cantillon, uit Ruisbroek (1909). Mathilda CorneHs, idem (1910). -!.... Maria Cornelis, idem


-54(1921). - Clara Wouters-Weemael•s (1921). ~ PhH. Van Kem·enade ( 1926). - Plorine Kellaert ( 1929). Vrije jongensschool.- In 1879 opgericht door dre familîe Rey. De eerste onderwijzer was Edward D'Heurter .. Dan volgen : August Cantillon (tevens kos·ter). -· D. Oehlezer (tot 1915 of 16). - J. Van Dyck (vóór 1900, wordt later hoofd der vrije s·chool te Halle). - J. B. Weygandt ( 1902-03, schoolhoofd 1920-27). - Hector Degrieze . ( 1908-09, wordt later schoolhoofd). - Juffr. Elza Fraikin (1914). -Frans Vanhaelen ( 1920), schoolhoofd sedert 1927). Pieter Brisaer (1920). Filip Vanderpooten (1921-1932). Kamiel Vanderpooten ( 1922). - Jozef Aesseloos ( 19231938). - Leopold Van der Oost ( 1932). Vrije meisjesschool. Gevestigd in he·t oud kaste~l Hemelrijk. Hoort toe aan het Huis Rey de Oudste, dat tn October 1865 de Zusters van de Orde der HH. Harten aanstelde. Begonnen met 1 lagere klas en 1 bewaarklas. In 1900 waren er reeds 5 klassen : 3 lagere en 2 bewaarklas·s·en. Thans 7 lagere en 4 bewaarklassen. Vierde graad ingevoerd 1915. In 1912 werd op aanvraag van pastoor Van Genechten door Mevrouw G. Calmeyn van het. Huis Rey een Zondagschool voor volwassenen ingericht. De scho-ol werd in 1933 door de gemeente voor 10 jaar/aangenomen. Door Frederik Calmeyn werden bovendien bijzondere cursussen voor snit en naad en een voor middelbaar onderwijs ter voorbereiding · voor snel- en tikschrift ingericht. GesnettVlelrlen 1914.. 1918. - Jaak Beyns, Jaak Brisaer, Constant Bruggeman, Kamjet Buyse, Karel Cornelis, Niklaas Dandoy, J. B. De Bruyn, Ftans De Keyzer, Maurits De Necker, Arthur De Smet, Adriaan Evenepoel, Oscar Eveiiepoel, Pelix Hieronimus, Jan Hertog, A. Malengraux, Sebastiaan Mertens, joz-ef Monsieur, jules Popelier, Karel Ronsmans, Jozef Rousmans, J. B. Schats, Lambert Schats, Rem i Scho.Jlaert, Edmond Steels, j. B. Van Breetwater, Felix Vandersmissen, 0. Van Nieuwenhuyzen, Frans Van Parys, Adolf Van Rompaye, Jozef Van Schepdael, G. Verheilewegen, Antoon Verleyen, Karel Weemaels.

Beroemde manoen. - Niet alle gemeenten uit ons Zennedal ziJn even belangrijk v_oor het toerisme. Dat spreekt. yanzelf. Ruisbroek Hgt te mtdden van een der aantrekkehjkste streken van Brabant en zelf ·bezit het zooveel ars niets wat we als natuurmonumenten besc'houwen. Is het misschien daarom dat Moeder Natuur het ruim ver... goedde met andere waarden ? Ruisbroek is immers omgloord met den roem van enkele groote nament \vaarooo-er WiHem de Rubruquis of van Ruysbroeck; Zalige jan van Ruusbroec en Jan van Ruysbroeck bij... genaamd van den Berghe.

-55Willem van Ruysbroeck was een dominicaan, die door Loctewijk IX, koning van Frankrijk, 'belast werd met een zending in Mongolië. De reis welke van 1253 tot 1255 duurde, beschr·eef ·Willem in een boek dat meermalen i.n verschillende talen overgezet werd en nog steeds besc:bouwd \vordt aJs een van de bes·te reisverhalen en als een meesterstuk op aardrijkskundig gebied (Biographie Nationale). A. \Vauters he·et hem « de eerste Belgische reiziger ». De Gelu~kzalige Jan van Ruusbroec, de beroe.mde mystieker, we1d geboren in 1293 en overleed op 2-12-1381. Hij was kloosterling en prior in de abdij 'van Groenendaal en schreef er verschiiiende w·erken, die in veel talen overgezet werden. Zijn 1bakermat vereerde hem reeds bij menige gelegenheid o.m. door een straatnaam, een beeld in de kerk en een grootsche huldiging in 1931. Sommigen hebben blijkbaar ook hun steentje willen bijdragen door zijn naam te geven aan een « Cercle d'Art jan van Ruus:broec >> f Wat zou .de vereerde, moest hij terugkomen, wel zeggen van z·oo'n averec:htsche vereering, die de taaJ miskent welke •hem, naast zijn Geloof, het dietbaarst was, want « Hi screef niet in Iatijn mer te Di-etschen ... » en waarvan zijn biografen verklaren dat << Ie brabançon est devenu entre ses rnains un instrument d'une richesse, d'une souplesse, d'une douceur, d'une force incomparables. Son vocabulaire ·est d'une richesse étonnante ». In de « Revue d'Histoire Ecdésiastique » ( 1933, t. XXIX, bi. 387 -398), verwerpt Kan. Dom. Piac. Lefèvre, op grond van de stilzwijgendheid van de oorkonden, sommige episoden uit het leven van Ruusbroec door Pomerius, den biograaf van den heilige. Hij meent zelfs dat Ruusbroec wellicht herkomstig is uit de oude wijk Ruisbroek te Brussel (waar thans nog de. Ruisbroekstraat bestaat). Pater J. van Mierlo, in « Ons Geestelijk Erf » ( 1933, t. VII, bi. 305-340), onder den titel «. De Bloemarctinne-episode uit het leven van Gel. Jaannes van Ruusbroec, onderzoekt op zijn beurt de kwestie door Kan. Lefèvre opgeworpen en meent dat het argument van stilzwijgen door laatstgenoemde aangevoerd niet overtuigend is. Hij denkt dat niets het in glübo verw·erpen wettigt. De kerk van Ruisbroek heeft een prachtaltaar ter eere van den gelukzalige. De muurschildering is van kunstschilder A. Van Oramberen. De heilige prior IS ·er afgebeeld gezeten onder den ·brandenden lindeboom, zijn mystieke werken schrijvend. Het beeld boven het altaar is van beeldhouwer A. De V/ever, die het in 1910 vervaardigde. Het relikwieschrijn in bet m~dden van ·bei altaar bevat een heupbeen van den gelukzalige. Het behoort tot de relikwieên in St. Ooedele teruggevonden door Mgr. Evrard, pastoor-deken; bet werd 10 Februari 1911 door kardinaal Merder als echt erkend en van zijn zegel voorzi·en. De relikwie werd op 22 September 1931 door Mgr. Marinus, pastoordeken van St. Ooedele aan de kerk van Rui&broek geschonken.


~

-57-

56-.

Met groote plechtigheid, onder de leiding van Z. É. H. Van Genechten, pastoor van Ruisbroek, met de medewerking van den kerkeraad en de gemeenteoverheid werd het heilig overschot naar de parochiekerk overge·bracht (Korte levenssc-hets van den Gelukzaligen jan van Ruusbroec de Wonderbare, door J. Van den Bogaert, pastoor te Ruisbroek, 1936). Het feest van den Gelukzalige valt -op 2 December. Van Ruysbroeck, hijgenaamdjan van den Berghe (1395... 1485), was bouwmeester van FHips den Goede. Als meester... w.erken van zijn :hand word-en vermeld. 'het koor van de kerk van Anderlecht, de toren van het stadhuis van Brussel, de toren van Sinter ·Ooelen, het koor van de kerk van den Zavel, de toren van de St. Gertrudiskerk te Leuven. Een medaillon met zijn beeld, gesneden door Antoon Bouré, prijkt op den voorgevel van het Koninklijk Museum voor Schilder- en Beeldhouwkunst in de Regendestraat te Bruss·el. Buiten deze drie telde Ruisbroek nog een man, in den modernen tijd, die de ·eer genoot opgenomen te worden in de galerij van beroemde mannen van de « Biograp'hie Nationale ». Rey (Henri-Joseph) \verd geboren te 's-Ora:venbrake}, 8-5-1795. Zijn vader, Jacques, w·erd gekwetst in den slag van Fleurus en 26-6-1794 te 's-Gravenbrakel opgenomen door het gezin Desalle, waarvan hij ·<Ie dochter ·huwde. Jacques richtte er een spinnerij op, waar Hendrik 9 jaar arbeidde. Door de crisis gingen ze echter ten onq.er. Dan begonnen z·e een lijnwaadhandel, die in 1825 naar Brussel overgebracht werd. Ze kochten een Indienne-fabriek te Kuregem, waarvan de machines verbouwd en verbeterd werden doör John Cockerill. Deze fabriek werd overgelaten aan Hendriks broeders en ·hijzelf richtte in 1828 een nieuwe op te Vorst, welke door de Brusselsche muiters van 1830 geplunderd werd. Na ze in linnenbleekerij omgewerkt te .hebben, richtte hij nog een fabriek op te Lendelede ( 1845) en een spinnerij te Gent. In 1851, eindelijk, sti·chtte hij alhier, op een goed van 30 hectaren, de nog bestaande wereldbekende mechanische tafellinnenweverij met 500 \Veefstoelen. Hoewel bij slechts Jeeren lezen en schrijv·en had, was hij ·een van de grootste nijveraars van het land geworden. Hij was uiterst goedhartig en niet fier. Te Ruisbroek en te Drogenbosch had hij 80 werkmanshuizen laten bouwen en een onthouderskring en een spaarkas opgericht. Hij overleed te Nizza in December 1870. En « last not least :t, toondichter Paul QUoon; die w.et te Brussel, op de Koolmarkt op 15 juni 1865 geboren werd, doch reeds vroeg met ziJn ouders alhier in de latere jan Ruusbroecstraat het « kasteeltje » kwam bewonen. Zijn eerste muziekles kreeg hij van koster August Cantillon-. In 1886 betrad hij het Conservatorium en 3 jaar later -behaalde hij den Prijs van Rome met de cantate « Sinaï ~. In 1899. werd hij leeraar voor harmonie aan het Conservatorium te Brussel en in dezelfde hoedanigheid te Antwerpen in 1904. Bij Tinel's dood

' J

werd ·hij inspecteur-generaal van 's Rijks Muziekscholen. Oils-on's. productie is overvloedig. In 1892 verscheen zijn symfonische schetsenreeks « De Zee », dat een me·es·te·rstuk is eenig in zijn aard. Zij werd begroet als· .de dageraad van een nieuwe richting in de muziek. Hij schreef tal van orkestwerken, een veertigtal liederen, stukken voor snaartuigen, piano, verschillende gelegen!heidscantaten, tooneelw·erken, lyrische drama's, balletten, de opera's << Prinses~ Zonneschijn », « Roovers1iefde », enz. Hij maakte ook de muziek voor << Moeder » van L~ Lambrechts, uit wier woorden en muziek vooral een wondere bekoring uitgaan ; Geen zoeter beeld had ooit· een zoeter blos Noch werd voor blijder kroost op aard Door God gespaard dan dat van mijn moeder : Dat van mijn oude, goede moeder

Meester Paul Gilsou werd op 6 juni 1937 door zijn dorpsgenooten en de he·ele muziekwereld schitterend gevierd. Bij die gelegenheid werd in zijn oudershuis in de jan Ruus~ broecstraat een g-edenkplaat aangebracht, ontworpen door denh. Tibedus van St. jans-Molenbeek en gegoten door den h. Pol Van Kem·enade, een groot vereerder van Gilson, die een rijke documentati·e, vooral uit de jeugd van den Meester bezit, waarvoor hier de plaats ontbreekt, en de stof bevat voor een interessante biografie van Ruisbroeks roemrijk kind. Wie een bezoek aan Ruisbroek brengt, kuiere even langs het kanaal, met de frissche klare openheid opwaarts en afwaarts, of langs den Meerweg, v·oorbij de eigenaardige omwalde hoeve de Zwarte Poort, ofwel doorheen de << vette weilanden van Ruisbroe·k », zooals Wauters ze in 1848 heet, langs de Zenne met, op den achtergrond, de opkoepelende boschpartijen van Drogenbosch vol ... duizendvoude kerven van groenigheid in al die ongelijkig groene verven ...

dichtte GezeUe, en alwaar) door de rustige effenheid der beemden, een paadje sliert, dat langs lieve plekjes en plassen leidt. H·ebben ook dergelijke eenvoudige tafereelen niet hun roeristische aantrekkelijkheid, vraagt D. j. van der Ven in zijn werk « Ken ons Land en heb het Hef ». Hoor even boe hij zelf de schoon1he,id er v~a:n weet aan te voelen : « We hebben er gewandeld door bet booge gras m·et zijn mi11ioenen wiegelende pl•ui1nen en zijn rijpe aren, we hebben er de weila-nden gezien in den parelenden ochtenddauw, met hun kleur.enwisselende bloemenliohten, met hun malseh-groene plekken van fluweeHge zachtheid, ·Overdekt door een etherischen sluier, die boventOnze weilanden zweefde en bij bet hooger st~1 n van den goudstralenden b01l der romerzon vervl,uchti . ·. en, met zich voerend de atmosfeer va11 droomonwerkelij · · mîdzomemachtstemrnlng, die oog in de schatduw


-58bleef ·naihangen, tot ook daar dre z'Onnegloed van den opbloe·i'ende'n dag de suîskokiende 'hitte preludeerde van de Zondagsche middaguren... » . Maar ~het -heerlijk genieten er van is weggelegd voor den toenst dte, aangeboren of aangeworven, met ontvankelijk gemoed de duiz·endvoudige verscheidenheld en de onuitputtelijke schoonheid van Gods schepping weet te s~maken.

Ruisbroek. De duiventil van het kasteel. (Penteekening van Leo Theys.)

Toponymie van· Ruisbroek Het materiaal van dit plaatsnaamkundig overzic-ht van de gemeente Ruisbroek werd verzameld door CONSTANT THEYS uit de akten van de schepengriffie (t7e-t8e eeuw), het parochiaal archief ( ts·e-tse eeuw), een ei jnsboek van 1409, uit de moderne kaarten (Van der Maelen, Popp) en kadasterboe~en en enkele andere bescheiden. Op zijn geheel genomen g~ee·ft dit ·materiaal een tamelijk volledig beeld van de Ruisbroeiksche toponymie. Wij hebben dan ook gereedelijk aanvaard .dit materiaal te bewerken en de namen, naar best vermogen, te verklaren. Deze studie sluit aldus aan bij de andere toponymische monografieën die we s·edert enkele jaren aan Brabantsche gemeenten gewijd ~hebben. De naam van de gemeente. Oudste spe·llingen : Ruschebrac, 1133 ( Miraeus, Op. dipt. I, 687). Ruskenbra eh, 1154 (de Marneffe, Cartul. Afflig., nr. 93). Ruskebruc, 123·3 (id., nr. 1233). Dr A. Van Loey (Bijdrage tot de kennis van het Zuidwest-Brabants.ch in de t3e en 14e eeuw, bl. 105-106) geeft de volgende s.pelli-ng·en op (zie nade11e bronopgaven aldaar), waarbij het niet aoltij d m·et zekerhei-d vast te stellen is of we m.et de hi-er behandelde gemeente Ruisbroek te doen hebben, dan wel met ·een ·homoniem te Brussel : Ruschebruc, 1230. .Ruschebroec, 1242, 12-62, 1283, 1298, 1305. Russebroc, 1245. Ruschbroec, 1252, 1286. Russcebroec, 125.8, 1286, 1293, 1302. Rusbruch, 1268. Rusbroec, 1275, 1280. Ruscbroec, 1286. Ruscbroech, 1297. Ruscebrouc, 1302, 1305. Ruschebruec, 1303. Het landboek van St Jans-Ho·spitaal van 1356 heeft nog Rusbroech; dit van 1406, Ruysbraec. -Van Loey geeft een vor·m Ruischbroec van 1302. Homoniemen : Ruisbroek, te Brussel; -Ruisbroek-aande Schelde (Ruschebroc, 1231, Cart. Af. nr. 394); - Ruisbroek, ·re Kampenhout (Ruysbroek, 1406), gelegen bij een Rui'Sbeek (Roesbeke, 1319) 1 ) ; - Ruisbroek, te Denderiloutem (Ruysbroeck, 1650, De Patter en Broeckaert, Oem. 0. Vla.); - Ruysscherbrouck, 1470, t-e Schendelheke. 1) Dr Van Ingelgom, Het Kasteel ~a.n Ruisbeek te Kamp·enhout, In < Eigen Schoo·n :., XIII (1930). 89-93.


-60-

Het eerste lid van de. samenstelling, rusch, is een benaming voor een bepaalde soott van bies, waarschijnlijk de mattenbi·es, scirpus lacustris, die in 't water groeit. Dit woord is thans ui·t onz·e Z.uidnederla·nds.che dialecten verdwenen; het l·eeft echter nog voort in het Noordoostelijk gedeelte van ons taalgebi·e·d ( OverijS'el) en in de Friesche g·ewesten. Het Middelnederlandsch Woordenboek citeert het alleen uit Plantijn en KHiaan (rus eh oft bie se). Het bestaat in andere· Germaansche talen : Mnd. rusch, Hd. rausch en bijvormen rusclz, risch, Eng. rush, Noorweegsch dia.J. rusk, steeds met de beteekenis <<bies». Het komt nog voor in Rus·chbosch (Ruskebosclz, 1168, Cart. Affl., nr. 130; Ruscbosch, 1188 or.), een niet geïdentificeerde plaats in Z. W.-Brahant; Ruis·Cheveld, te Buggenhout (van waar de famili·enaam van Ruischevelde); Ruuschevliete (Rusgefleta, 1174, de F·lou, Wdb. XIII, 104), een plaats te IJzendijk-Oostburg. Er bestaat een ander woord rusch, ook in deze streek bekend, met de ·beteekenis << graszode, klav.erzode, aardkluit, plant met. de aarde klevende aan den wortel », Mnl. ruseh, rosch, ruysch, risc!z, resch, nog levende in bijna a.Ue Zuidneder1andsche dialecten : garsrusck (de Bo), rosch (Joos), roesch en rusch (Corne.Jissen), resch (Tuerli:nrcx, R·utten); ook bij Boekenoogen : russchen, « rietzoden, ·losdrijvende stukken riet ». Van dit woord bestaan bijvormen als ruize, ruike, ruizel (de Bo), M~nl. ruse (de D~eiftsche Bijbel van 1470 vertaalt driemaal gleba met dit ruse, zie Verdam, i.v. ris·ch). Het is dit ruse dat schuilt in Rui·se-lede (Ruslede, 1106, de Flou, XIII, 1038; de menigvuldige aldaar aangehaalde vor-m~en1 vertoonen steeds rus, zoo goed a.Is n<>oit rusch). Mansion (Voornaamste Bestanddeelen, bi. 139) had uit die vaststelling afg-eleid dat de oorspronkelijl<'e spelling van de Ruisbroek-namen ook rus moest zijn, i. p. v. rusclz. Dit is een bloote gissi.ng, die geen steek 'h<>udt wanneer men de bov·envermelde lijst van oude spelling·en in 't oog houdt. De waarheid is dat ·er twee woorden waren, rusc (bies) en rus (zode), die onvermijdelijk elkaar moesten contamineeren : rus werd rusch, doch handhaafde zich in wv.Ja. ruize, ruizel; - het echte rusch, ruisch, ruimde de baan (vervangen door bies). DH zijn zeer gewone verschij.nsels in het leven van de taal. Carnoy (reeds in 1925, in zijn Iezi.ng over « De Plaatsnamen in de Brusselsch·e Omgeving », K. Y.la. Acad., overdruk b1. 9, en nog in zijn pas verschenen « Dictionnaire ») aarzelt geen oogenblik i·n RuiS'broek het \voord rusch, « bies » te erkennen. Ruisbroek is dus wel « een broek waar biezen groeien ». Deze etymologie wordt bevestigd door andere samenstellingen als Biesbroek, Po.Isbroek, Zegbroek, Roosbroek, Me1sbroek, e. d., waadn het bepalend gedeelte steeds ingegeven werd door het uitzicht van den plantengroei (zie nader, beneden, bij nr. 128, Polsbroek).

__. 61 Dorpsstructuur.

Het grondgebied van R. vormde een uithoek van het uitgebreid domein van St.-Pieters.-L.·~euw, dat tusschen 785 en 819 aan de St.-Pieterskerk van,J\eulen ges·chonken werd 2 ). In het begin van de ge eeuw lag deze uithoek nog geheel woest. Het grootste gedeelte er van was een moeras dat, bij wintertijd, nog geregeld overstroomd werd door de Zenne. Het eerste werk van de ontginners aldaar (9e-1oa eeuw?) moet het droog-leggen van dit drasland geweest zijn. Met dit doel W·erd een lakte op den rand yan het moeras uitgegraven, waardoor het opperwater opgevang.en w·erd en naar de Zenne g·eleid. De gronden tusschen de Laak en de Zenne bleven dan, gedurende een groot gedeelte van het jaar, droog. Men hekwan1 alzoo een broek, waarva·n onderscheid~n stukken, Ruisckbroek en Polsbroek genoemd werden, naar den eigenaardigen plantengroei. Een oude verkeersw·eg loopt evenwijdig met de Lakeb eek, op drogen bodem (hoogtecurve 24) : het lijkt de kortste weg te z·ijn van Bruss·el naar Halle. Daar waar het broek het smalst is, schrijdt de baan over de Zenne (later : E.erdbrugge en Mastellebrug). Niet ver van deze plaats, tusschen de baan en de Laak, ontstond ·het Hof te Ruisbroek ( 1oe eeuw ? castrum, burcht, 136 -14e eeuw; later kasteel « de Helle »), dat het centrum werd van dorp ·en parochie (wellicht niet vóór de 11 e eeuw). Het oudste akkerland van de bewoners van dit dorp was dan e·en stuk va·n ·het primHieve « veld » (heide), het Ruisbroekveld; daarop volgde ( 12'e-13'e eeuw?) de afzonderlijk omtuinde Mere. Er zijn te R. geen kouters; alles wiJst hier op een r-elatief late ontginning van den bodem 2 bls). Terwijl aldus akkerland op de heide gewonnen werd, moest ook het broek tot beemd, voor de veevoeding, omgeschapen worden•. Een ·eerste strook weiland werd bekomen door het grav·en, parallel met de Lake, van de Oude gracht; een tw.eede, door het delven van de Waalrijt of Broekgracht. D·e strook tusschen deze laatste gracht en de Zenne bleef langen tijd onbenuttigd (modderpoelen en kreupelhout). R. was aanvankelijk een klein ronddorp, van het gewone type al-hier, dat stilaan uitgroeide tot een straatdorp. Gehuchten waren er niet. Enkele afgezonderde hoven ontstonden op den linkeroever van de Laak, op gelijken afstand ongeveer van elkaar : het Hem·elrijk, het Vagevuur en het hof te Polsbroek. Thans is R. een voorgemeente van Brussel geworden, door den uitgroei van .de groote stad, over Kuregem ...AnderIecht en Vorst, in de Zennevallei. 2) P. Bonenfant, La notice de donation du domaine de Leeuw, in Revue bel ge de Philol. et d'Hist., XIV ( 1935), 780. 2bls) Het woord kouter was echter te Ruisbroek bekend. vermits een klerk, in 1665, de benaming Hooghcouter gebruikte voor het akketland dat omgonnen werd in het Hoogbroek (Broekveld). Ook het woord koutergat komt eenmaal voor ( 1400) om een toe~ang tot een akker aan te duiden. Dit zijn echter laat ingevoerde topomemen. genomen uit den algemeetten Zuidnederlandsehen taalschat.


-62-

1.

-63 -· Vgl. Bittermeersch, te Kortrijk (de Flou, Wdb., I, 70). Het verband tusschen bi~ter en beemd, meersch, is niet duidelijk. Er zijn zure beemden en meerschen genoeg, maar bittere ? Misschien heeft bitter hier eenvoudig een pejoratieve beteekenis, zooals in zoovele uitdrukkingen? De beteekenis zou dan eenvO'udig zijn « slechte beemd ».

2. Balk. Ponceau den BaJk, 1839. - Een ijzeren voetbrug over de Zenne, tusschen Drogenbosch en Ruisbroek. ~· Bast. Onder de Me·ere, geh. den bast, 1663. - Perc·eel m de Meer.

Boomkweekerijstraat. 1930. Borgelken. Weyde geh. het borg-eiken, 1655; een pleexken erfve geh. het borghelken, 1731. 17. 18.

Borgeiken is een deminutief va-n borg. Stond hier vroeger een gebouwtje?

Vg.J. het toponiem den bleecbast (1485), te Brussegem. Bedoeld wordt .hrer de z.g. blekbast, sohors van eikenhout, verkocht aan de I~eerloorers. Er ~~s, op de M~~r .~e Ruisbroek, een eikenbosch (zie nr. 41 van deze hJst); waarschtjnhJk was bast een benaming voor dit bosch.

19. Borrestad. Item in de 'borrestadf op een halfbunder, met noch twee 'beddevoeten int naeste stuck sc·heydende te Haliewaerts op den horinck van den oaesten bempt, 1685. BorreJtad : afgepaalde bodem waarop een borré (hier : gemetste put) stond. Vgl. de andere samenstelling met stad :. hofstad, hofstede (bepaalde bodem waarop een hof), borgstad~ kamstad, molenstede, vijverstad, enz.

Beemd. Neven sheeren beempt, 1409; -

den oaesten bempt, 1685; - seker stuck beempt gel. 'Op den bempt van Ruysb~oeck aen ?e br~gghe aldaer, 1698. - AJgemeene benamrug voor wetland m het broek van Ruisbroek. 5. Beetndekens. In de Bemdekens, 1719; - de beempdekens, 1726. - Perceelen w·eiland bij de Zenne, tegen Drogenbosch. 4.

6.

Boroestraat. Ter plaetse geh. den warent aen de Borrestrate, 1723. 21. BoscltV1eld. Opt booschvelt, 1560; opt bosohvelt, 1676; op het meer ofte bos·c'hvelt, 1788. 22. Broek. Int broeck, 1540; - ter stadt geh. ten broeck, 20.

Beemdstraat. 1938.

1739, 1770.

7. Begijneweide. Tegens de begeyne weyde, 1685. 8. Berg. Opt velt boven den berghe 1409. - Zie ook Vijfwilgen. ' 9. 10.

24.

Broek\neld. Int velt geh. dbroecvelt, 1449; int broeckvelt ofte hoeyebroeck, 1780.

Deze naam komt .ook voor te Me!s.e-Wolvertem en Grimbergen. Hocht beteekent « strutk, heester » (Ktltaen Schuermans Van Loey t. a. p., al~aar ook de etymologie van het w~ord) en komt voor in d~ samenstelhngen Elshocht, Hulsbocht (o. a. te Elsene : thans Hu1shoek· en te Zemst), Hansbocht (Lembeek), Wolfsbocht (St.-Pieters-Leeuw)' Guldekens hocht (Anderlecht), enz. ' 1

1

1

~iest.

In de biest nev.en sheeren beempt, 1409. Btest bet~ekent « plaats waar biezen groeien ». - Er was een

btest, op St-P1eters-Leeuw, bij de grens van Ruisbroek.

13.. Bijgaardeostraat. 1938. onder St.-Pieters-Leeuw.

I

Broekgracht. In de gemeynte, .. beneden den waegenW·egh commende aen de laecke tot aen de tw·eede grec·ht geh. de broeckgrecht, 1677.

23.

Bergstraat. In de berchstrate, 1409. Berkweg. Tegen den Berckwegh, 1687.

11. .Bieshocht. Den Bies~oeckt, 1663; - bies·ho-ucht, 1677; - b1eshoeck, 1687; - b1esehoeck, 1781. - Waarschijnlijk dezelfde plaats als Bieshoecht, ao 1570, opgegeven door Dr Van Loey (Plaatsnamen in de gem. Elsene, nr. 14), als liggende op Drogenbosch.

/12.

Straat naar Kiein-Bijgaarden

'

14. Bijgaardsche haag. Tegens de bijgaert&haghe, 1757 • Beygaerthaege, 1782. ' ~~firtheeft hier de beteeken is van « ingesloten ruimte ,. • hier bepaa . partij 1~ll'd, ottder St-Pieters.."Leeuw, toebehoorendé aan

de voormabge pnon1 Klein-Bijgaarden, bij de grens van Ruisbroek.

15. Bijgaardsche voetweg. 1844.

Bitterbeemd. Op den bitterbempt, 1663.

16.

LIJST DER PLAATSNAMEN. Anderlecbtstraat. 1938. Ancxtbeempt, zie Engsbeemd.

Brugstraat. 1930. 26. Bruidweg. Den bruijtwegh, 1705; den bruydtwegh ofte ~ 25.

J

kerckwegh, 1757.

=

Mnl. bruyd drek. Het oudere bruydwegh heeft dus dezel·fde beteekenis als -ons modern str... straatje. Zie StaJlaert, Gl::>ssarium, i. v. -De Bruid (thans rae de la Fiancéel) was de naam van een straat te Brussel, aan den Zenneoever, alwaar men de drekstoffen van de stad in het water stortte.

27.

Brusselbaan. 1844.

28. Buda. Bij de 'herberghe Buda, 1755. De menigu1dige Bada's ontstonden, te onzent, na de beroemde herovering van deze stad op de Turken, in 1686. Vgl. de latere herbergen In Sebastopol, In Transvaal1 In den Ijzer, enz.

29. Buiteuplas. Lant gel. op den huytenplas, 1726. 30. De Baerdemaelrerstraat. 1938.. Straat genaamd ter herinnering aan burgemeester Edward De Baerdemaeker (19081914).

X. Desteobrugge. Zie Eerdbrugge. 31. Dieboud. Stuck bempts in den Dih'bout, 1672. -· Per... ceelen beemd op R. en Lot.

Persoom~maam Dieboud (Theudba1d, Theobaldus}, wellicht naam van een vroegeren eigenaar.

i ~


-64-

Doetschot, Doitsrot, Droisrot. Zie Oedsrod. 32. Dorpstraat. De Dorpstraete, 1714; 1844. 33. DorpVIeld. Op het Dorpvelt, 1781, 1836. 34. Drie Mastellen. Aen de drij mastellen, 1705. - Herberg bij de Mastellebrug (zie aldaar). 35. Drie wilgen. In den gemeynen bempt aen de . drij wilghen, 1771. 36. Droogeweide. Opt block vant hof Vigulus gel. neffens de Droogewyde, 1685. 37. Drupweg. Op het Teirfvelt paelende a en den drupwegh, 1771. 38. DuiVIestraatj1e. Het duyve straet~en, 1686, 1725; - teghens het Duyfstraetjen ofte scheyden van Ruysbroeck ende Sinte-P.eeters-Leeuw, 1792. 39. Ecbelput. Op Echelput, 1762; .opt Meervelt commende ter eenre den Echelsput oft dên Eggelsput, 1757; op het Dorp. velt... ge'h. den *enkelen put, 1787. Stuk land genoemd naar een put aldaar, waarin echels (bloedzuigers) te vinden waren. Dit toponiem is lang niet zeldzaam, ook in· de vormen Echelpoel en Nechelput In het Aalstersche treft men de benaming Leekput aan. 40. Eerdbrugge. T' destenbrugge weerts, 1663; t' eertbrugge

weerts, 1677. brug ge'heeten.

Een brug ·over de Zenne, later Mastellen-

==

Berdbrugge Brug bij een eerd. Berd (eert, ert, hert) = zoom van grasland op de oevers van een waterloop, aanvankelijk gemeenschappelijk bezit. - Vgl. : « een beemdeken gel. in de prochie van Anderlecht ter eerdsbruggen » (Cijnsboek van Duyst, 1483); er is · ook een Berdbrugge te Opwijk (Toponymie van Opwijk, nr. 357), van waar de familienaam Vereertbrugghe.

I

41. Eikenboscb. A en den Eyckenbosch onder de Mere, 1707, 1723, 1781. X· Bmerveldt. Zie Meerveld. 42. Engel. De herberghe den Engel tusschen den eersten en den tweeden barreel der casseyde loopende van Brussel naer Halle, 1790. 43. Bngsbeemd. In den anxtbeempt ( s. d. de Flou, Toponiemen in de prov. Antwerpen en Brabant); - op den enxbempt, 1674, 1685;- den enstbempt, 1716, 1732;- den engstbempt, 1745;- *Deheux bempt, kaart Van der Maelen, 1836. - Oroote partij weiland, gedeelte van de « Oemeinte :.. Eng (ing) wordt gewoonlijk als volgt omschreven : «Partij land of weide in gemeenschappelijk bezit en bl) onderscheiden personen in

gebruik, waarvan de perceelen geheind Zljn :.. Wellicht werd di.t gedeelte van het broek van Ruisbroek (het verst afgelegene) het eerste in gebeinde pereeelen aan bepaalde personen uitgegeven. De naam is,. in alle geval, zeer oud. Volk$etytno1ogi8Cbe verv'li'niingen tot angst ea hengst lagen voor de hand.

-· 6544. Engstraat. De Enxstraete, 1685; Enststraete, 1716; Engstra te, 1745; Enghstraete, 1771; encxstraete, 1789. Straat die naar den eng leidde. 45. Fabriekstraat. 1930. 46. o~eer. Ane den gheer, 1409. Geervormig stukje land.

47. o~emeenen beemd, Q,emeente. In den gemeynen beempt, 1409; ion de gemeynte, 1672, 1677; - 9 dachw. lants oft meersch wesende gemeynte, tegen den gemeynen bempt en tegen de Zenne, 1698; - in de gemijnte achter het casteel, 1744;- eenen beempt ofte weyde wesende gem·eynte, 1772; - in den gemeynen bempt gem. geh. den ·hoven eer, 1778; den gemeynen gracht, 1783. - Weiland, vroeger broek, zich uitstrekkend over een groot gedeelte van de gemeen~e, vroeger in gem·eenschappelijk gebruik bij al de ingezetenen. · 48. Oemeenteplaats. 1938. 49. Gieterijstraat. 1938. - Straat genaamd naar de zich aldaar bevindende « Fonderie et Etirage de Tubes ». 50. Groenmeer. Eusels geh. de gruen meer, 1409;- boven die grune meere, 1560. Zie Meer. 51. Groote Bijgaardstraat. 1938. .52. Groote gracht. Tusschen de grote gracht ende den meerw·ech, 1400; - opte grote gracht, 1449; -een block eertijds weijde achter den huybrecht. .. tegen de groetgrecht, 1727.Andere naam van de Lake; ook benaming voor perceel en aldaar.-· Orootgrachtvoetweg, 1844. 53. Groote weide. Benen mers•C·h oft boomgaert gen. de groote weyde, 1701. 54. Gutden bodem. In den gulden bodem te Ruysbroec, 1409; 7 1/2 da. erweten in den gulden boom, 1726. Dit is een zeer verspreid toponiem : bijna in elke gemeente treft men een gulden bodem aan. Het duidt een plaats aan waar de grond van geringe hoedanigheid is en, in oude tijden, onbebouwd was. Misschien was het de plaats waar de gulde (in de oude beteekenis van « v:>lksvergadering ») haar samenkomsten hield. Misschien was het eenvoudig een plaats waar, in de volksverbeelding, de kabouters (gulden, guldekens) huisden.

55. Haak. Een half bunder weijde gem. geh. den haeck, 1686, 1725, 1780. 56. HaatJ. Twee bunderen gem. geh. ten haene, 1713. Haenstraet, 1841, 1844. '57. Hallevoetweg, 1844. 58. Hatleweg. Op den Hallewegh bij de smisse aldaer, 1686; - een half dagw. tegens sh-eeren straete op den HaHewegh tusschen de herbergen gen. de III Mastellen onder Drogenbosch ende den Herdt onder Ruysbr., 1698. 59.. Hand. Aen de handt, 1726; land gel. boven de hand, 1779; te jardin de r auberge Ia main, 1780. - Een plaats op

x


-·66-

\I..· ;,

'

(

~

~

den ouden postweg van Brussel naar Halle, bij een· tweesprong van wegen. Daaruit de naam van een herberg aldaar.

72. Hooilbroek. In 't broeckvelt ofte hoeyebroeck, 1780; ~ in het hoeybroeck, 1788. 73. Ho.,enere. Bempt op ten hoerne, 1548; - bempt- op ten horenere, 1674, 1698; - in den beempt ge:h. den ·hoyevere, 1672; - in de gemeyne bempden aldaer gem. geh. hoveneer, 1676, 1778; - bempt geh. den hovenier suyv·er ·ende onbelast, behalvens. het recht van PastUt·agie competeerende naer den lesten snede a en de gemeynte van R., 1788; ~ Hooverbempt, 1836.- Gedeelte van het broek van Ruisbroek, waarop de gemeente het recht van zomerweide ·had.

Deze benaming komt ook elders voor. Uit de vele voorbeelden . aangehaald door de Flou (Wdb. V, 365-368), w.aaronder. ~en citaat van 149'5 kan men afleiden dat hand een teeken aandutdt op een . ·\openbare~ weg, wellicht een wegWtJzer .....

60. Hanenberg. Ter plaetse ge·h. den Haenenberch, 1652, 1698; seker huys metten schuere, stallinghe, ovenbure, hof, boomgaerdt, enz. gen. den Haenenbergh, 1725, 1770.-. Plaats bij de grens van St.-Pieters-Leeuw. Van den Weghe vermeldt een Heenkensberg, 1727, te Lot. 61. Heerweg. Onder de Mere aen .den heerw.egh, 1686. Schijnt een schrijffout te zijn voor Meerwegh

(zien~.

109).

62. Ueiblok. Heiblok, 1781. 63. Helle. Naam, bekend sedert de 16!~ eeuw, van een kasteel gelegen bij de dorpskom van Ruisbroek, zonder twijfe~ op de plaats waar het primitief he erenhof ( castrum) van Rutsbroek stond.- Henestraat (1841, P·opp). De naam trad blijkbaar in de plaats van een vroe~er Hof te· Ruisbroek. Hij ontstond als een tegenhanger van de benamx:ng van het ander kasteel geheeten Hemelrijk. In dezeLfde lijn werd een derde hof Vagevuur genoemd.

64. Hemelrijk. Jan G·hijs in hemelrijc, 1409; - tegenover die goeden geh. hemelrijck, 1540; - in de gemeyne bempden achter het casteel geh. Hemelrijck toebehoorende Mevr. Tser-claes, 1663, 1775. - Naam van een ~asteel. .

Hemelrijk is. een gewone vol~setymolog1e voor hel}lmenk, hammerik hamvormig stuk, gelegen m den ham (krommmg) van een waterÎoop. Hier ook bij dit Ruisbroeksch Hemelrijk, vormt de Lake-, beek een scherpen bocht (ham). Eenmaal hemelrijk aanvaard, konden, dAaruit de gemakkelijke tegenstellingen helle ~n vage~uur ont~taa:n. Op vele andere plaatsen vindt men twee of dne van dte benammgen naast elkaar ( o. a. te Damme, Ettelgem, Marke·, Zuienkerke, Haaltert,. Herzele, enz.).

65. Henegouwen. Zie Woud. 66. Hert. Aen den hert, 1726; - geweest hebbende eene· herberge ghen. den hert, 1776; - de straete ga ende naer de· herberge den ·hert, 1779.

Herberg genaamd naar de plaats wa~r ze g~bo~wd .werd (hert,. erf, eerd, zie Eerdbrugge~ nr. 40), ll!et begnpsverwtssehng m de homo-. nymie (hert, dier, geschtkt voor uithangbord).

67. Hoekslrett. Ter plaetse gen. het Hoogbroeck gen. het hoockxen, 1663. 68. Hofveld. Tegens het hofvelt ofte ter wilder weert, 1699. 69. Hotlestraat Hollestraet, 1836. 70. Hoogbroek. Int Hooghbroeck, 1663, 1692;- d•en Hoogbroeck, 1780; - in het hoog·hbroeck wesende gemeynte,. 1775, 1844. 71. Hoogvareut. Twee plecxkens erf op den hooghvarent,. 1707. - Zie Varem.

67-

De goede lezing schijnt wel horeneer te zijn, een personificatie met suffix -enaar op hore = modder. Beteekenis : « de natte, modde. · rige beemdèif'»:"- Dit woord· dat, in de 17113· eeuw, niet meer begrepen werd, gaf aanleiding tot tweeërlei vol·ksetymologische vervorming door contaminatie met andere woorden : hoyevere (ooievaar), hovérbe·emd,· - en hoveneer, hovenier.

I

74. Huzaar. Op het velt gen. den busart (aen grooten grecht), 1784; --den huS'aer, 1787. 75. jan Ruusbroecstmat. 1930.- Straat genaamd naar den bekenden, heiligen prior van GroenendaaL 76. jofirouwenweide. Bempt gem. ge h. de Jouttrouwen weyde met de hoornen gel. in de gemeynte den hencxbempt, 1765, 1788. 77. Kapel van 0. L. Vrouw ter Dood. Onderwegen Halle tegens over het cappeleken van 0. L. V. ter Doot aen de groote her'baene, waer ane door den nieuwe gemaeckte casseyde was reysende van Halle naer Brussel, 1735. 78. Kalverweid.e. De calver weyde commende tegen dè Zenne, 1670. 79. Karel Gllsonstraat. 1938. - Straatbenaming ter herinnering. aan burgemeester Karel Gilson (1891-1896). 80. Kasteel-voetweg. 1849. 81. Kerkenbunder. Bempt gem. geh. tKerckenbunder gel. tusschen de twee grachten, 1685. 82. Kerlreveld. 1836. 83. Kerkstraat 1844, 1930. - Aen de Kerckstraete, 1659, 1781. 1

84. Kerkweg. Tegens den wagenwech ofte kerckwech, 1781. 85. Kleio.brook. Van 1hooghbroeck tot cleynbroeck. 1762. 86. Kleine Bmgstmat. 1938. 87. Kleineopa In den cleynen plasch, 1765. 88. Kleioe Poststraat 1938. 89. .Kutbber. Weyde groot 6 dagw. gem. gen. den Knibber, 1772. (Aan ,t kasteel). "' Perceel genaamd naar den eigenaar. Er was, in de l&r e., te Ruisbroek een famUle Knlbber.


-69-6890. K!oei,eweg. 1844. 91. Koeiwe~de. Koeyweide, 1836. 92. Koning. In de zenne beemde neven den coninc gheleghen, 1356. 93. Koning van Spaoje. De herberghe den Coninck van Spaniën, 1758. 94. Koutergat. Aent coutergat, 1700. 95. Cfloesel ende Bausel. De weyde genoemt Croesel ende Bausel, 1786; achte-r den boomgaert van Croes·el ende Bausel achter den hert, 1786.

Den sleutel voor de verklaring van dit zonderling toponiem vinden we in het volg·ende : Hugo de Croesere, drossaard van Diest, en Karel van Bausele, s~chout va·n Diest, beiden levend in de eerste helft van de 17e eeuw, waren gehuwd met twee gezusters, Adriana en lsabella de Mol, dochters van Jan de Mol en Anna van W1esele (dochter van And:reas Vesalius). Waarschijnlijk hielden -de schoonbroeders (en hunne afstammelingen?) dit perceeltje weide in onverdeeld bezi~.

96. 97.

I

Ctokaerts\v.egh, 1723. l{rloke. Huys aen de croke aldaer, 1652.

Mnl. croke, kromming (in een beek of een straat). Het perceel dat in zulke croke ligt wordt dikwijls krokaard geheeten (twee plaatsen van dien naam o. a. te Opwijk). •

98. Laak. Tusschen de lake ende ae strate, 1409; - op de beke die men heet de lake; - in de gemeynte ... van a en de laecke tot aen de ... broeckgreoht, 1677; -· de Laeckt, 1685; - Laekebeek, militaire kaart. - Waterloop die ontspringt op het grondgebied van Halle en in de Zenne vloeit te Ruisbroek. ."/'

'7

Laak is de oude naam van een door menschenhanden gegraven waterloop, synoniem van led-e en lei en later ontstane benamingen als gracht en sloot. Het vroegere gehucht van St.-Pieters-Le..euw, thans zelfstandige gemeente Lot of Laakt werd naar dien waterloop genoemd. Laakt (dit is de gewone oudere spelling) is een afleiding met -t-suffix van laak en beteekent zooveel als « de plaats waar een laak is » (geen collectieve beteekenis !). De huidige uitspraak lot is volstrekt normaal : vgl. naakt, uitgesproken not. Er is natuurlijk een tusschenstadium geweest *lokt, dat we nog aantreffen in den familienaam Van der Laakt, Verlaect, Verloct, Verlodt.

99 Labeek, Labeekvleld. Opt labekeveld, 1663; over de labbeke, 1665. - Zelfde waterloop. Het Labeekveld ligt veeleer op Laakt. Labeek is een nonnale ontwikkeling uit lakebeek.

100. Lambrecbtsbeemd. Neven Lambrechts beempt, 1409. 101. Langbunder. Bempt in den gemeynen bempt gem. gen. het Ianck bunder, 1705, 1780. 102. LangettdrieselL Aen den langendriesch, 1406. 103. Langeveld. Opt langevelt, 1663. 104. Lucasberg. Een bunder lants a en den Lucasbergh, 1719. 105. Mastellebrug. In Sen na prope pontem vulgo Mastene brugge, 1761 ; - omtrent de Mastellebrugghe, 1788; -.Pont de la Mastel, 1831. - Brug over de Zenne, op de grens Ruisbroek-Drogenbosch, bij de herberg De Drij Mastellen.

~

Op de kaart van P.erraris ( 1777) geldt deze benaming ve-rkeerdelijk voor een brug, gewoonlijk Hoogvondel geheeten, gel,egen lager af, te Paapsem tegenover Waasbroek, op Anderlecht. Die vergissing werd overgenomen op een aantal latere kaarten (ook nog op de kaart bij G. van den Berghe, Anderlecht door de tijden heen). Over deze Anderlechtsche brug, die verdween toen het kanaal aangelegd werd, liep ee:n baan die de « Straat van Aa >> met de oude heerbaa·n verbond. - Een andere vraag is : waar komt dit rnastelle vandaan ? Het ligt voor de hand dezen naam in verband te brengen met het huis De Drij Mastellen ( « sekere hofstede metten huyse, ... brouwerije ende kammegere<:ke, ... wesende eene herberghe gen. de drij mastellen, vast tegen de brugghe, 171•8). Doch het zou ook kunnen dat de herbergnaam gesuggereerd werd door den naam van de brug. Dr A Van. Loey (Bijdrage tot de kennis van het Zuidwestbrabantsch in de 13re en t4e eeuw, 1937, bl. 64), ziet in rnastelle een volksetymotogische vervorming van *Masdelle, een plaatsnaam op de g·rens Buizingen ...Leeuw, waarvan de oudere grafieën zijn Macstael, 1264; maxdal, 1544, 1575; maesdal, 1651; te verklaren als *Makes-dal. De oude baan, die over d~ Mastellebrug de Zenne kruist, loopt inderdaad in de richting van dtt MaasdaL Tegen deze aan.I'okkelijke theorie moet echter ingebracht worden dat een vorm Masdelle niet bekend is; wel Maasdal. Bovendien ligt di~. Maasd~al meer dan een uur gaa:ns vap. de brug af; dt: naam er van schtjnt noott van zulke groote bekendhetd geweest te ztjn om aldus, o.p verren afstand, op een brug te zijn overgebracht. De verklarin·g van Van Loey gaat dus niet op, te meer daar M. J. van den Weghe (Uit de Geschiedenis van Lot, bi. 10) schrijft dat hij· ergens Bostelbrugge gelezen heeft als zijnde de naam van deze brug. Alhoewel Van den Weghe zijn .citaat niet dateert en het woord verkeerd verklaart, mogen we toch niet twijfelen. aan de juistheid van zijn mededeeHng. Bostélle of bestélle (De Bo), is een bijvorm van mastelle, mostelle, « klein rond koekje, vooral gebruikt om in de pap te brokken >>. Uithangborden die een s·child vertoonen met drie ronde voorwerpen (bezanten of rozen. uit de heral·diek) waren vroeger lang niet z~ldzaam. Dat de voorbijgangers. die ronde dingetjes voor mastellen gmgen aanzien behoort bij den volksehen hu.mor. - Wij zouden hier nog kunnen aan toevoegen dat de oude naam van deze brug Berdbrugge was (nooit Maksdaalbrug) en da1t deze benaming maar eerst de baan ruimde voor Mastellebrug op 't einde van de 17e eeuw.

106. Meer. Onder de Mere aen den heerwegh, 1663, 1686; onder de Mete achter den Eyckenbosch, 1707; onder den groenèn meer, 1744; omtrent de Meir, 1765; op bet Meer ofte Boschvelt, 1788. Meer (vr.) beteekent, in de Westbrabantsche toponymie, steeds

. « grens, akkerscheiding » en, van daar « gehei:nd stuk Ian.d »; nooit « staande water » : hiervoor gebruikt men de w.oorden « vijver, poel, put ». 107. Meersteen. Opt velt ond-er de Mere opt stuck aidernaest sheere·n straet ende soo voorts tot op den Meersteen in de grootgrac.ht, 1685. De beteeken-is « paalsteen .» volgt duidelijk uit het voorgaande. 108. Meerveld. Dmeervelt, 1449; op het Meerveldt tegen het Stichelgad1, 1785; op het *Emerveldt, 1784;- op het Meervelt doorsneden met de *Medekens straete ende eenen voetwegh, 1791.- Partij land onder Ruisbr. en Leeuw, hetzelfde als de Meer. • A.fedekeng $/raete is wemebt e.en vergi'SGing of een hypercorrec... tlsme voor Meerkenstrad.t. 1'11 het dialect i.s meerken ook < maagdeken, medeken ». ..


-70-71109. M1eerweg. Tussc·hen de grote gracht ende den Meerwech, 1400, 1409, 1548; Meireweg, 1844 ............ Merewegske, 1844. - Straat en veldbaan bij de Meer . De Meerweg vormt de grenss•cheiding tuss·dhen Ruisbroek en L·eeuw. 110. M·ell\Jevoetweg. 1844. 111. Middlelbeemd. Middelbempt, 1836, 1844. - Middelste partij beemd, tusschen de Laakbeek en de Oude gracht. 112. Middelgracht. Optie middelgrecht, 1540; de Middelgrecht, 1686, 1844. 113. Moelieklen. Op het velt gen. •het moilleken, 1795. Pa:rtij land. Vaak voorkomend toponiem; duidt een stuk land aan dat den vorm vertoont van een moetie of kneedtrog, d. i. met twee afheUingen naar 't midden van het stuk toe.

114. Mulders weide. De m·eulders wyde, 1761. 115. Neder\lleld. Aen tneervelt, 1705; aen het nedervelt, 1707. 116. Neervat,ent. Een plecxken erf op den Neervarent, 1707. - Zfe Varent. 117. Nieuw1egracht. Beempt... tusschen de lake ende de Nuwe gracht, 1592. - Er is een andere grac·ht die de Oude gracht heet (nr. 119). X· Noerpoorte. Zie Zwarte Poort. 118. Oedsrod. Int broeckvelt nevens de Zenne ... aen den cleynen plas ende ane een en bempt geh. Doetschot, 1592; den droisrot, 1670; tuysrot, 1685; bempt geh. het doitsrot, 1715. - Streek op beide oevers van de Zenne, vooral op Drogenbosch ( « onder den drogenhos·sche int doetsrot », 1406), palend aan 'het Oedsbroek (op Ukkel en Beersel).

Het toponymisch element oedse (uit oodse < *utese?) komt vaak voor in samensteifin.gen met -bosch, -rod en -broek. Zie'· daarover onze Toponymie van Beersel (Brabantsche Plaatsnamen, V, Vla. Top. Ver., 1935), i. v. Oedsebroek (nr. 172).- Rod is de bekende (latere) bijvorm van rode (boschrooi-ïng).

119. Oude gracht. Opte grecht geh. doude grecht, 1449. 120. Papenput. Omtrent den papenput, 1636, 1726. 12L Papenweide. W·eyde gr. 6 dagw. ge·h. de papenwijde

I

beplant met eenighe fruytboomen ende andere opgaende ende trunckboomen, 1748; in de gemeynte tegens de papenweyde, 1775. Papenpu. t en Papenweide wijzen op oude pastoreele goederen (prochiepape

= pastoor).

122. Paul Gilsonlaatt. 1938.- Straat genoemd naar den bekenden toondichter, afkomstig van Ruisbroek. 123. Pfeier Oomelisstraat 1938. - Straat genoemd naar den huidigen burgemeester Pieter CorneUs. 124. Pieter Midliel$8ttaaf.. 1930. - Straat genoemd naar burgemeester Pieter Miebiets ( 1896-.1907). 125. Pijpengat Opt velt ten pipengate, 1400; opt boschv~a aent pypengat, 1677.

/. / Pijp heeft alhier de beteekenis van « smalle gra-cht », vgl. Pijpen/t·,.zijp, te Anderlecht (Brab. Pla., Anderlecht, nr. 93), Pijpe.nbosch, te /f/ Beersel (Top. Beersel, nr. 190). Gat duidt een toegang aan tot een ,1 veld. -

,

126. Plas. Tegens den plas, 1665; op den plasch achter Droogenbos.ch, 1725; de gemeynte gen. den Plas, 1791. Beemden bij de Zenne. .El~. duidt hier een staande water aan, overgebleven van. een

over.s~ming, ook wiel genoemd. Er lagen verschillende van die

plassen bij de Zenne;o:-a. de Plas of. Zitterplas te Beersel-Lot (Top. Beersel, nr. 191). ,

127. Plasgr.acht. Den plasgrec-ht, 1781. - Gracht bij den Plas, ook Broekgracht geheeten. 128. Polsbroek. Apud pol·sbruke, 1238, Van Loey, Het Z. W. Bra:b. in de 13~ en t4e e., bi. 105; Egidius de polsbroc) 1256; bi po•Jsbroec, 1339; aent hoef van polsbroec'k, 1560; een hofstadt metten ·hove, schuere, stalle ende andere edificien daerop gestaen hebbende, den boomgaert ende vijvers daer aen liggende, m·et alle sijn andere toebehoorten, geh. thof te po.Jsbrouck, nu de S'Weerte pootie, gr. omtrent 6 dw., 1686; zes dagw. geweest hebbende het hof te Poelsbroeck ende alsnu de Swerte Poorte, 1756. - Een broek in 't Zuiden van de gemeente Ruisbroek, alwaar een belangrijk ·hof den naam overnam. Het eerste Hd van Polsbroek vinden we ook in Polspoel, een beke.nde gesl~achtsnaam ontleend· aan een Westbrabantsch plaatsnaam. Bij Poerstemanna (11, 491) staat een Pulsebroch van 1155 vermeld, geïdentifice·erd met Polsbroek, gemeente in de prov. Utrecht; een Vlerklating van dez-en naam werd, zoover wij weten, niet gegeven. - Het eerste lid is de plantnaam lJflsWeen oude naam van de lischdodde of duikelaar, typha latifolia. 1n estviaanderen leeft dit woord nog voort in de vormen pilse, pelse, puls.e. Het Idioticon van De BoSamyn omschrijft ditt woord· als volgt : << Eene laag van aaneengestrengeld vlotkrui-d en waterplanten op de vlakte van ·een moeras, éllnders ook Vlote geheeten. - Drassige grond, moeras meer of mi.n overgro.eid met hout, lisch, biezen en ander waterkru~d ». De Flou vermeldt, in zijn woordenboek, een aantal plaatsen die de Pilse heeten (XII, 723-724), ook Pi/sbrouck, a0 1245 (XII, 722) of Pulsebroec, ao 1284 (XIII, 123), een plaats te Aardenburg, Pilsenvijver, te Zedeigem (XII, 725), Pelse-vijverken, te Ruddervoo·rde, en Pelsmoertere, ·te Ruiselede (XII, 577). De Flou verklaart pi/se als volgt : « naam van velerhande moerasgronden, die met watergewassen overgroeid zijn, als bijv. in de vervallen stadsgrachten te Damme, in de Broeken .nabij Oistel, tegenaan de brug van het Minnewater te Brugge en elders ». - Aldus is Polsbroek een samenstelling in den aard van Ruischbroek, Biesbroek, ~~- (Zeebr.Q.e.k.). en wellicht Melsbroek, waar telkens het bepalend ua onll'ëeim\Ve'rd aan het uitzîcht van den plantengroei in het broek. - Pols behoort etymologisch waarschijnlijk bij de woordfamilie van poel, polder, en zou dan de algeroeene beteekenis hebben van « moerasplant ».

129. Polsput. jan de Mesmaeker ·Op syn gelege aen het hof te Polsput ge·bee~en de Cleyne Swerte poort> 1707.- Schijnt een ander ·hof t-e zijn dan dit in vorig nummer behandeld. Het lag voorzeker in de na·biJheid er van. 130. Populier. Huys geh. den populier, 1652; landt aen den pop,elier onder den groenen meer, 1744; -· bij bet popeliere gat, 1780.


-73-

-7213 t. Poststraat. 1938. 132. Postweg. Den Postw·egh, 1770, 1781, 1844; den gemeynen postwegh, 1783. -· Oude •baan van Brussel naar Halle, waar de postkoetsen over reden, vóór den aanleg van den groeten steenweg, die huiten de gemeente loopt. 133. Rare vogel. Passerelle sur la Senne a l'endroit dit den raren vogel, 1880. - Hetzelfde als << den Balk ». 134. Reystraat. 1930. - Straat genaamd naar den nijveraar H. J. Rey (t 1870), groote weldoener van Ruisbroek. 135. Rodet1berlg. Pachthoff metten hove, boomgaerden ende toebehoorten ... geh. thoff te Roodenberghe, 1683; seker paehhof gel. te R. gen. Royenbergh, 1725, 1730. 136. Ruisbrookveld. Ruysbroeckvelt, 1836. - Partij land ten N. W. van ·het dorp, waarschijnlijk het hofland van het primitief hof te Ruisbroek. 137. Schalrelebunder. Het Schaeckele bunder, 1785. 138. Scboolstraat. 1930. 139. Schoor. Teghens het Schoor, 1716; aen de goeden der pitantie .des Cloosters van Vorst ge·h. de schore, 1755;- een schoorken ofte bempdeken, 1787; - tegen de s.choorgat, 1713; - Schoorvoetweg, 1844; - Het Schoorw·eg, 1844. De algemeene beteekenis van schoor is« aangespoelde grond >; /

hier worden slibgronden aan de Zenne bedoeld.

·--

140. St. Franciscuskapel. 1841. 141. St. Huibrecht. Hofstad met 'huys gem. geh. St. Huybrecht, 1663; daer eertijds een ·huys op te staen placht ende mette voorgaende oorloghe is gedestrueert, inder vuegen ende manieren als ·hetselve tegenwoord-igh gel. is in ~e pr. v. Ruysb., voortijds geh. Ste Huybrecht, tegens den postwegh, 1741; - een half bunder landts lanx ende acht·er den huybrec:ht ende alsnu gen. den hert, 1727. 142. St Rochuskapel. 1844. 143. Slaatgaai. De herberghe de Slaetgeye, 1765; den slaetgij, 1762; den wegh gaende van den Slaetgij naer de Handt, 1761, 1779;- Slageystraet, 1842; - Slageyweg, 1844. Herberg op de grens RuiS'broek-Leeuw. Slaatgaai, van gadeslaan, < opletten, bespieden », is een plaatsnaam in den aard van Kijkuit (o. a. bij De Flou, Wdb.» VIII, 11291130), geschikt voor een herberg op een drukke baan.

144. Stallaertweg. 1844.- Weg genaa·md naar een aanpalend eigenaar. 145. Statiestraat. 1938. 146. Steenebmg. Bij de steene brugghe van Ruysbroeck, 1669, 1674; aen de brugge geh. d~ Steene brugge, 1717.. Andere naam van d~ MastelJebrug. 147. Steenweg.. Hofstadt ane den steenwech, 1409, 1449; in den Hert op den Steenwegb, 1735. 148. Steenweg op St-Piefers-Leeuw. 1938.

149. Steenweg op Vorst. 1938. 150. Stichelgat. Land 'bij den Stichelgate, 1723. Toegang tot een akker. afgesloten met een stichel, « slagboom ». ./ 151. Taalman. 2 1/2 dw. Jant geh. den Taelman, 1737.

/,l "JJ

Land gentaamd naar een eigenaar die een << taalman » was. In de Middeleeuwen was dit het woord voor « advokaat », d. i. de man die het woo·rd nam ter verdediging van een gedaagde.

I

152. Tarweschoof. Het Hof van Tarweschoof, 1844; Tervensc·hoof ( Guyot) . 153. Tarweveld (?). Op het T·eirfvelt paelende aen den Drupwegh, 1771. 154. Tursveld. Op het Tursveld, 1776. Mogelijk zij.n teirfvelt ·en flursvelt allebei verkeerde lezingen voor *turfveld. . 155. Vaanput. Partij terw·e ... op den vaenput, 1726; een half dw. lant in den vaenput, 1780. -. Stuk land. Bij dit toponiem denken we onmiddellijk aan den, door A. Wauters (Hist. Env. Brux., I, 33) beroemd gemaakten Asschevaanput van Anderlecht ( << a en den Vleeschpurt:, nu geheeten den Asschevaanput :., 1625). Hier zou, volgens een traditie, door A. Wauters opgevangen (of uitgevonden?), de heer van Assche, erfelijk standaarddrager van Brabant, bij d;en slag van Scheut, in 1356, het Brabantsch vaandel, uit lafhartigheid of verraad, in een put geworpen hebben. Het onzinnige va:n di·e verklaring springt wel dadelijk in het oog. Het bestaan van een vaanput te Ruisbroek zou, op zichzelf, ook al voldoende zijn om de onmogelijkheid er van te doen inzien. - Maar wat is dan een vaanput? Vaan << vlag » en vaan « maat », « kruik », dienen afgewezen te worden omdat zij g·een aanneembaar verband aanwijzen. Er is evenwel een toponymisch element vane dat voorhanden is in eenige W estvlaamsche plaatsnamen opgegeven door de Flou (Wdb. XVI, 58-61), o. a. te Oedelem : te Vane, 1356, en Vaenenberg, 1817; te Dudzel'e-Lissewege-Koolkerke : Vanebilk, Vaenehoek, Vanewegh, 1414; te Westvleteren : Vaen eist, 1687; te Pervijse, Vaenhouc, 1463; te Pittem : Vanewede, 1367; en de familienamen Utenvane, 1303, en van der Vane, 1424. - Bij gebrek van een ander Nederlandsch woorc;t vragen we ons af of het Onl. *fania, « slijk », waaruit veen en ven, hier niet voortleeft in een vorm vane zonder umlaut ? Vaanput, < modderpoel », zou een aanneerolijke beteekenis geven.

156. Vaartstraat. 1938. 157. Vaartvoetweg. 1844. 158. Van den Elskenstraat. 1938.- Straat genaamd naar de familie van den Elsken. 159. Varent. Ter plaetse geh. den Warent, 1723; den varent, a en de borrestrate, 1762; tegens den varick, 1731 ; in de gemeynte op den varick tegens het broeck, 1765; in de vaerick, 1788; Voorrink, 1836. - Zie ook Hoogvarent en Neervarent _/"" Een vare;nt is een plaats begroeid met varen (diat varing, varik), ...C:.. óus een W'öëitë; onbebo-uwde bodem. 160. Vetilêîîweide. De veule weyde, 1670. 16L Vierbunder beemdekletl.. Een stucxken lant eertijds bempt gen. bet vierbunderbempdeken, 1692. 162. Vijfwlgheu. Den beren eertijds gheh. de vijfwilghen, 1636. - Vgl. Driewilgen.


-74-

-75-

163. Vischland. Ben 'half dw. lants gel. op de Zenne te R. dat men he·et tvischlant, 1423; 3 1/2 dw. bempts geh. het vis·chlant bij de steene brugge gelegen, 1663, 1674, 1698, 1717; broeck geh. het Visc'hlant, 1781.

174. WollendriJescb. Een dw. bempt gel. in den wollendries, 1770.- Alleen aldaar. Waarschijnlijk vergissing (hypercorrectis·me ?) voor Waalrit (uitgesproken Woldrit ?). · 175. Woud. Eenen bempt of weyde geh. d'woudt oft· Henegouwe gr. 3 dagw., 1663, 1756; weyde otte bempt alsnu boomgaert geh. het wout ofte Henegouw, 1787; weijde geh. het wout, 1783.

Vischland, zooals men zien kan in het << Oudste domaniaal ren~ van: Halle », 14e eeuw (uitgegeven door M. J. van den Weghe, rn E!gen Sc~oon, XV, 213-240~ 1 duidt land aan waarop ·een recht van t~ vtsschen tn de Zen,ne verctJnsd was; m. a. w. de eigenaars van d!t land h:adden van den hertog van Brabant het recht v:erkregen om te vtsschen tn de Zenne en betaalden een jaarlijkschen• cijns vastgelegd op hun land. ~enb?·ek

Een benaming woud, te Ruisbroek waar geen enkel noemenswaardigboschvan hoogstammig hout aangetroffen werd, lijkt wel een onmogelijkheid. Inderdaad. Het feit dat wo1ud hier staat als synoniem van Henegouwen, zegt ons dat we de· identificatie elders moeten zoeken. Woud moet hier een verkorting zijn van gewoud. Wanneer men nu weet dat de administratieve indeelingen van Vlaamsch Henegouwen gewoud heetten (Kestergewoud, Hernegewoud), wordtde uitdrukking woud oft Herz.egouwe onmiddeUijk klaar. Hier moet een enclave gelegen hebben die, op een o.f ander wijze, va:n Henegouwen afhing. Gewoud geweld, macht, potestas, Fr. postée. ·

164. Vloedgracht. De vloetgracht, 1780. 165. Waalriet. In de waelryt, waelriet, 1409; in den waelriet 1780, in den *waelvHet, 1737; *watrit, 1836. -Naam va~ een gedeelte van de Broekgracht en van de beemden aldaar. . R~jt, « kleine ~rach! », komt vaak voor in de Kempisc·he topony-

==

176. ~aV1enberg. Een dw. lants onder de Mer·e aen den .savenberch, 1686.

mte en ts zeldzaan:t tn Zutd-Brabant; het behoort niet tot d·en gewonen woorden~chat alhter, en aldus is te verklaren dat de arehaïeke uitspraak net bewaard bJ.eef of aanleiding gaf tot een volks-etymologischen vorm vliet. Rijt, zooals Helsen (Het Plaatsnamenmateriaal in de A•ntwerpsche Kempen, Med'ed. Vla. Top. Ver., XIII 24) terecht laat opmerk~n, behoort bij rijten, « openscheuren ». _:_ Het eerste lid, waal, vtndeno we o.a. in Waalbarre (Waleborne 1203 te Assche· Waalput, een draaikolk in de Leie) te Geselgem (de Flo~, XVI, 98t) en een aant~l andere w~ternamen (de Flou, XVI, 976-984); het is hetzeLfde als dt!J-1. weel, wzelL en behoort bij wellen en wallen, « opborr-elen », welhebt met de bt]gedachte van een draaiende beweging.

Verkeerde spelling voor Zavelberg ?

177. ~nebeemden. In de zenne beemde, 1356; beempt in den zenne beempt. .. aen den langendriesch, 1406. 178. Zijpe. Een half bunder lants gen. de Zijpe, 1716, 1779; de sype, 1727; aen de zeijpe, 1784. 179. Zijstr!31at. Een stucxken bempts aen de zijstrate, 1548. 180. Zwaan. Pachthof ... gew·eest hebbende ·eene camme ende herberge geh. de Swaene, ter plaets·e geh. op ten steenwegh ... , met eenen hoplochtene, 1663; sekere 'hofstadt waèrop een •huys te staen placht ·ende alsnu aUeenlyck, mits hetselve is afgelbrant geweest, ·een deyn huysken ofte barracxken gen. de Swaene wesende een vrije camme, gr. ·een oudt bunder, 1728; in de he-rberghe de Swaen, 1762.

166. Wagenweg. Beempt... bij den wagenwe·ch, 1569; in de gemeynte... beneden den waegenw·egh, 1677; 2 bunderen tegens sheeren huys aen den waegenw,egh, 1701; van den waeghenwegh tot ·het Stichelgat soo wijt 'het dorp van R. gaet, 1762; tegens den wag.enwech ofte kerckwech, 1781. Een weg van het dorp naar de beemden. ~ 167. 'Ya~wilgen. A en den wagen wilgen, 1663. Mtsschten te verstaan als « Wagende, waggelende wilgen » ?

168. Wayem·shoek. 3 dw. landts oft weyde gel. in den Wayems'hoeck, 1708. Een wijk van Ingooigem heet den W aeyshoek (de Flou Wdb. XVI, 1003).- Daar we hier in de nabijheid van de Zenne zijn'kuame~ we denken aan een waai (wade), doorwaadbare plaats.

l69. Watervoetweg. 1844. 170. West. Daermen heet In de West, 1592. 171. Wilder, Wilderveld. Aen de goederen des hofs van Wilre, 1663; tegen het wiJ revelt, 1663; het wildervelt, 1682, 1132; tegens het hofvelt ofte ter wilder weerts, 1699 1731. - Het Hof te Wilder ligt op St.-Piet·ers-Leeuw, niet ~er van de grens van Ruisbroek. Wilder heeft hier met de primitieve beteekenis van « gehucltt :. (Lat. villare), maar wel de I:a.tere, de te onzent in de Middeleeuwen meer gangbare van « gemeentegrond :..

172. Windmolen. Een dw. lant g-em. geh. den wintmolen 1713, 1768. .J Zoover wij weten was er te R. nooit een wioomot.en.

173.

Wi~

Hoedstraat 1938.

I

/

ZwatM is een gewone, zeer verspreide benaming van oude brouwerijen. De beteekenis van dit zwaan is « open waterput» (van daar ook de vaak voorkomendoe samenstelling zwaaïï]iiif;1J:V: in den volgenden naam). De brouwerijen moesten immers eerst en vooral voorzien zijn van water.

181. Zwaanput. Een half dw. lants in den Swaenputte opt Meervelt, 1727. 182....Zwartb~k._.Jnt swart br-ouck, 1680; int sw·ert broeck tegen den gem·eynen bempt, 1694. Zwardr Mnl. swaerde, ook swert, heeft in Z.-Brab. de beteekenis va.n « grasboord », ook van « stuk grond met wilde grasbegroeiing ~.

183. Zwarte poort. Pachthof metten ·huyse, schueren, stalIinghe, brouw·erije ... geh. de Swerte Poort, 1762; de Sweerte poorte, 1675; 6 dw. boomgaert gem. ge·h. de sw·erte poort, 1709; ferme de Noerpoort, 1836. -· Latere naam van het Hof te P.olsbroek. 184. Zwasenveld. Opt zwasenvelt, 1409.

Zwase is wellicht een bijvorm van Mnl. wase c slijk ~ (vgl. zwenken en wankelen., zwabberen en wabberen, zwachtel en wikkelen, zweepen en wippen, en meer dergelijke). ..

Dr. JAN LINDEMANS en CONSTANT THEYS.


-77-

REGISTER DER P.ERSOONS- EN PLAATSNAMEN Aa, 20. Aelvoets, 14. Aesseloos, 54. Albeets, Alebits, Albits, 25, 50, 52. Aleidis van Stalle, 20. Alsenberg, 28, 44, 47, 51, 53. Amelyckx, 18, 25, 32, 47. Anderlecht, .9, 21, 55, 56. Andries, 12, 53. Antwerpen, 24, 36, 51, 52, 56. van Arckel, 35. van Assche, 12. de Backer, 11. de Baerdemaeker, 26. Bardije, 50. Bäsweiler, 11, 20. Baudou, 21. Baut, 26. de Beenhouwer, 53. Beersel, 20, 50. van Bellinghen, 33, 51. Belsack, 14. Bemerij, 40, 41, 51. Berchem (Antw.), 52. de Berck, 50. Bergen, 95, 53. van den Bergen, 51, 54, 55. Beyns, 54. de Bie, 22, 28, 51. "van der Biest, 49, 50. · de Blezer, 54. de Blijck, 12. van der Blocquerien, Blockeryen, 19, 25. Bloemardinne, 55. . Blondeau, 32, 37, 38, 49, 51. Blonde!, 15. van den Blook, 36. de Bo, 60. de Boeck, 14, 15, 29, 49, 51, 53. Boekenoogen, 60. Boete, 11. Boendaal, 16. Boermans, 21. Boets, 31, 36. Bogaarden, 53. van den Bogardt, Bogaert, 38, 50, 51, 55. Bollin, 9. Bonenfant, 60, 61. Bonne-Espérance, 53. Boom, 52. van der Boomen, 59, 51. Boortmeerbeek, 51. Bootendaal, 46. van der Borcht, 39. Borgeman, 50. Borgenon$ 51.

Borgerhout, 52. Borremans, 26, 33. van den Bossche, Bosch, 11, 12, 26. . Boschmans, Bosmans, 14, 26. Boulengier, 26. Boulogne, 20. Bouré, 55. Braecke, 53. Branders, 51. Breendonk, 53. van Breetwater, 54. Brems, 14, 25, 27. de Breuck, 26, 39. de Breyl, 48. Brisaer, 54. van den Broecke, Broucke, 12, 14, 21, 25, 31. Broeders, 12. Broomans, 51. de Broyer, 14, 25. Bruckhem, Brukom, 22. Bruggeman, 54. Bruggemans, 26. Brughmans, 25. Brussel, 9, 10, 11, 16, 18, 19, 22, 23, 25, 27, 32, 35, 37, 38, 41, 42, 44, 45, 51, 55, 59, 61. Brusselmans, 51. de Bruyn, 54. Buys, Buyse, 11, 12, 54. Buizingen, 25, 34. C, zie de meeste namen onder K. Cantillon, 52, 53, 54, 56. Carlier, 36. Carnoy, 13, 60. Charleroi, 9, 10. Cloquette, 32. Cockerill, 56. Coghen, 22. Colin, 34, 38, 45. Collette, 35. Collet, 15. Cornelis, 5, 26, 53, 54. Cornelissen, 60. Damiens, 15. Daminet, 53. Dandoy, 26, 54. de Decker, 11. Deftinge, 53. Delcor, 25, 26. Delsate, 53. Denderhoutem, 59. Desalle, 56. Oeufkens, 41.

Diest, 52!" Dieweg, 16.

van Dyck, 42, 54.


79-

78de Dobbeleer, 27. Docquet, 35. de Donck, 36. Drogenbosch, 9, 16, 23, 43, 53, 56, 57, 62. Dumont, du Mont, 17, 34. Durant, 26, 53. Dworp, 28, 34, 48, 53. Edingen, 21, 45. Eelkens, 49. EJ.isabeth van Oostenrijk, 30. Elsoucht, 42 . van Elten, 9, 12. Evelbaert, 12. Evenepoel, 54. Everaerts, 17, 23. Evrard, 55. van d!er Eycken, 39. van den Eynde, 34. Fierens, 53. Florens, 12. de Flou, 60. Förstemann, 13. Fraikin, 54. Francus, 50. de Fraye, 43. Freau, 42. de Freins, 26. Gaasbeek, 16, 27. van de Gaete, 12. Geeraardsbergen, 53. van Genechten, 51, 54, 55. Gent, 56. Germis, 53. Gestelius, 38. van Gheerdingen, 50. van Ghinderachter, 12. Ghys, 12. Ghysels, 12, 14, 25. Gijsen, 51. Gilbert, Gillebert, 50. Gillis, 14. Giison, 26, 56, 57. Godeau, 26. Goessens, 53. Golvers, 52. Goossens, 26, 52. van Gramberen, 55. Granvelle, 23. 's Gravenbrake1, 55. de Greve, de Greef, 14, 21, 25, 26, 37, 47. Grevelingen, 27. de Grez, 25. de Grieze, 54. de Grijse, 53. Grimberchs, 15. Grimbergen, 41, 62. Oroenendaat, 30, 55. van Haelen, 54. de Haene, 32. Haerens, 51. HaJfhuys. 12.

Halle, 9, 18, 19, 26, 31, 32, 33, 38, 44, 49, 52, 54, 61. Hamelryckx, 25. van Hamme, 43. Hannemans, 12. Hansotte, 53. Hanssens, 26. Havet, 25. Hellinckx, 36. Henin, 40. Henricx, 12. Herdinck, 17. Heflentals, 53. Herne, 53. van Herseel, 23. Hertog, 54. van Hespen, 33. d'Heurter, 54. Heylemans, 53. Heylen, 53. Heymans, 14, 49, 51. Hieronimus, 54. de Hollander, 24. Hollants, 14, 30, 50. Hombeek, 9. Hoogstraten, 20. Hospies, Hospice, 37, 38. Houtmond, 25. Huizingen, 26J 34, 50. van Huldenberghe, 12. van der Hulst, 14, 25. Huyge, Huygh, -Huyghe, 12, 14, 25, 26, 27, 42. ljsche, 43. lmbrecht, 12. van lmpe, 26. lnckeleer, 50. van lngelgom, 59. lngels, 12. van lsterdael, 26. jacobs, 34, 53. janssens, 52. jespers, 26. jonau, 34. de j.onghe, 53. Joos, 60. Caillarts, 36. Kalken, 26. Calmeyn, 54. Kamerijk, 28, 51. van Camp, 52. Kampenhout, 59. KeUaert, 53, 54. van Kemena:de, 52, 54, 57. van <ie Kerckhove, 35. Kerremans, 12. Kessenich, 26. Kestens, 53. de Keuster, 52. van de Ceuster, 53. de Keyzer, 54. Kint, 31. Kistemaecker, 39. Claeooens, 47.

de Ciedermaker, 12. Klein-Bijgaarden, 33, 50. de Cle·rck, 47, 53. Cl·ercx, 12. Clutinc, 12. sKnibher, 11. Coeckelhergh, 51. Colyns, 12. Conincx, de Coninck, sConincx, 12, 35, 38. Cools, 51. Coomans, 14, 25. Coosemans, 49. de Cort, 51. de Coster, 11. Koudenberg, enz., 11, 12, 14, 25. Couterhaghe, 11, 12. Covens, 26. Kneps, 30, Kraainem, 21. Crabbe, 24, 50. Crokaert, 11, 14, 19, 25, 26, 42, 45, 47. Kuregem, 56, 61. v. Cutsem, 13, 19, 34, 42. van der Kuylen, 53. de Cuyper, Cuypers, enz., 22, 53. van Laer, 34, 51. van Laethem 42. van Lalaing, 20. Lambrechts, 57. van Landaes, 20, 33. Lanné, 25. van Lantschot, 50. Leclercq, 15. Ledineurs, 15. de Leener, 26. van Leeuw, 46. Lefèvre, 55. Lendelede, 56. Le-roux,.53. van Leuve, 50. Leuven, 15, 20, 23, 56. Licot, 49. Lier, 51. Lindemans, 7, 10, 13, 19, 33. van der Linden, 12. Lombaerts, 26. van Loey, 57. Lot, 10, 45. Lots, 33. Louris, 37. de Maeght, 12, 14, 32. van der Maelen, 13. Maes, 12, 52. van Maldere, de Malder, 25, 47. van Male, 15, 21. Malengraux, 54. de Man, 14, Mansion. 60. Ma:rcelis, 18. Ma:rcbé, 19. Marcq, 53. Marln. 42.

Marinus, 55. de Marneffe, 59. Masson, 32. Mathys, 12, 36. Mechelen, 49. Meermans, 52. Meersman, 47. Meerte, 12. Meeus, 12. van der Meiren, 11. Melaerts, 52. MeiGbroek, 60. Mercier', 55. van Merode, 20. van Merstraeten, 26. Mertens, 54. de Mesmaecker, 14, 25, 27, 36, 50~ Meurrens, 52. de Meyer, 31. van Meynsbrugghe, 25. Michel, 36, 42, 45. .Michiels, 23, 26. van Mierlo, 55. Mirceus, 28. Moenens, 43. van der Moesen, 47. Moken, 11. Mol, 51. de Mol, 48. Mollem-Bolleheek, 53. Monaco. 27. Moncheaux, 14. Mongolië, 55. van Mons, 33. Monsieur, 54. Moors, 51. Mortiers, 51. Mosselmans, 17, 23, 42, 44. Mostin.cs, 11. de Nayer, 25, 47. de Necker, 54. van Nederhem, Neerheim, 11, 12. Neetens, 14, 32, 52, 53. van Nieuwenhuyzen, 54. Nieuwpoort, 53. Nijvel, 53. van Nimmen, 26. Nizza, 56. Norderwijk, 51. Nuewens, 25. Oordegem, 53. van der Oost, 54. Ophalvens, 33. Opwijk, 19. Ots, 26. van Overstraeten, 14, 18, 25, 47. de Pape, 12, 32, 35. van Parijs, 51, 53, 54. Pauwels, 12, 25, 26, 41. Payottenland, 9. Peeterooms, 25. Peeters, 12. .,. Peetroons, 47, 52. Pepingen, 53.


81-

80van den Perre, 25, 47. de Pester, 52. Philippî, 36. van den Plas, Plas, 14, 50. Poot, 22. van der Pooten, 54. P~opelier, 42, 54. Popp, 13, 59. P.otvin, 51. Priems, 11. de Proost, 14, 25, 26, 52. Puurs, 51. t..ie Quesnoy, 41. de Raeymaecker, 33, 37, 43, 49. Ramsel, 51. van Renesse, 27. Rey, 54, 56. Reynaert, 12. Richardot, 51. sRidders, 12. Riel (Nedetland), 52. Rijmenam, 22, 52. van Roey, 52. Rolier, 52. Rolin, 51. Rombout, 36. Rome, 56. van Rompaye, 54. Ronsmans, 26, 54. Roosens, 26. van der Roost, 17. van Rossum, 25. van Saftingen, 13. de Saghere, 25. Sammels, 12, 36. de Sceepen, 12. Scepers, 12. van Schalckhoven, 14, 25, 33, 36, 40, 41, 52. Schats, 54. Schauvaert, 35. Schelle, 51. Schellekens, 52. Schendelbeke, 59. van Schepdael, 54. Scheut, 21. Schollaert, 54. Schoonjans, 47. van Schare, 14. S'"'houckens, 25. Schouten, 37. van der Schueren, 22. Sciktekens, 12. Scoef, 12 van Scoen, 11. Scoeps, 12. tSerclaes) 12, 39, 40, 41. Serstevens, 36. Simeons, 53. St. Oenes.ius-Rode, 23~ 50. St. Oillis, 2. 23. St. Outdof 9. St- Jan•MoJenbeek, 57.

St. Niklaas...waaa, 53.

St. Pieters-Leeuw, 9, 17, 26, 27, 32, 33, 38, 50, 53, 61. van den Sleehagen, 12. Smeerebbe-Vloerzegem, 53. Smeets, 12. de Smet, 12, 14, 15, 23, 24, 25, 26, 31, 47, 54. van der Smissen, 54. Snijkers, 26. Sollie, 51. Spaak, 49. Speeckaerts, 12. Springael, 53. vqp der Sprot, 49. Stallaert, 25, 26, 47. Stalle, 20. Stappaerts, 12. Steels, 54. van den Steene, 12. Steenhuffel, 53. Steenokkerzeel, 33. Steens, 37, 44, 48, 53 Stevens, 50, 52. Stokkel, 15. Strombeek-Bever, 52. Struywe, 12. de Swaef (zi.e de· Zwaef). de Swert, 32. tSzart, 12. Talpe, 12. van der Tant, 11. Taye, 12, 20. Terbank, 50. Terkameren, 21; 28, 29, 49. Thoenys, 12. Tiberius, 57. Tiken, Tyke, 11, 12. Tinel, 56. de Troyer, 47. van Turenhout, 32. Turnhout, 52. Tusschaens, 53. Ukkel, 9, 14, 16, 23, 24. Uytterzeelen, 50. de Vaddere, 25. van de Vel de, 38. Veldemans, Vellemans, 14, 25. Veldwezelt, 27. van der Ven. 57 ~ Verbeeck, 26, 53. Verhasselt, 19. 48, 51. Verheyen, 53. . Verheyleweghent 25, 50. Verleyen, 54. Verroeren, 51, 52. VermUten, 51. Verrijken, 52. Versees, 45. Versoffien, 12. van Vesschen, 11. Vilvoorde, 21. de Vleeschouwere, 25.

van Vl69$elaer, 52 Vleurgat, 25..

Vlezenbeek, 16. VJogaert, 23. van den Voirde, 48. Vollezet.e, 53. van V olxem, 12, 14, 25, 26, 32, 38, 43, 44, 48, 49, 53. van den Voorden, 51. Vorst, 15, 21, 25, 33, 42, 43, 49, 53, 56, 61. de Vos, 14, 32, 53. van Vrijthem, 33. de Wale, 11. Walravens, 14, 25, 33, 42. Wambac, 12. Wauters, 51, 55, 57. Weelde, 52. Weemaels, 54. .de W eerdesone, 31. Weert, 52. van den Weghe, 21. Wervik, 27. .de Wever, 55.

I

f

!

\Veygandt, 54. Wijnants, 11, 14, 25, 47. de Wilde, 26. WHlebroek, 25. \Villems, 25. de Winne, 11. van Wtitham, 20. Witseman, 12. Witte, 12. Wintergroen, 53. W olvertem, 62. WDuters, 31, 39, 51, 54. Yves d'Ostiche, 20, 21, 38, 45. Zammels, zie Sammels. Zandbergen, 53. Zaventem, 51. Zemst, 53. Zevenborren, 50. van Zeverdonck, 30. Zoersel, 52. van Zuene, 12. de Zwaef, 11, 20, 23 .


-83-

INHOUDSTAFEL

Voorwoord . Ligging Zenne Kanaal Bevolking . . Naam der gem·e·ente Landbouw Hoeven . ~ . · · · Herbergen of kammen ·en ht~ouw·erijen . Kape~I 0. L. V. ter Dood Ontstaan . Heerlijkheid . Kasteden Bestuur . Oorlogsfeiten Schuttersgilde Parochie en Kerk . . . . Kapel·anij en eeredienst van 0. L. V.. Pastorij . Armenzorg . Pastoors . Onderpastoors Kosterij Onderwijs . . . Gesneuvelden 1914-18 . · Beroëmde mannen Toponymie . Dorpsstructuur . Lijst der plaatsnam·en . . . . Register der persoons- en plaatsnamen . Inhoudstarel

7 9 9 10

11 13 14 16 17 18 ' . . .

20 20 21 23

. .

27 27

. .

28 43

. . . . . . . . . .

48 49 50 51 52 52 54 54 59 61

. 62

. 77 . 83


RU Ij BR 0 EK.

1836 Vanciermo.elu\.. l-.TH.'ItO, t.Ue6,. 11 ':1

&.U

<U

q

?>

q ......

w

t

:;::::,

Pld.s

4(:

UJ

.....J V')

~

w

fV1

I-

"

w

41

.....

0.:.

,_

Q::

z

Bl"oekvelcJ. Hoor'brork.

...J

V)

*"

<q;

lq ~

0

~

(è"

~ ~

-1 LIJ

0

V)

Hot/èsl<tn.

0:: UJ l..JJ

co

SINT PlETERS LEEVW Kaart van Ruisbroek. volgens Ph. Van der Maelen (1836}, geteekend do·or Leo Theys.- Schaal : l/12500.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.