ABC Jaarverslag

Page 1

N

B E Z WA R E N

KE

N

N

A lgemene B ezwaarschriftencommissie R otterdam

JAAR

VE

VA

J aarverslag 2 0 0 9

T

ACH KR

IS

EN

R

2 G 009 A L S LER

B

IS

M

DA

ER

ROTT

EZ

A A W

HR C S R

IFTENCO

MM

ISS

IE

E EN EM

ALG


Het jaarverslag 2009 van de ABC Rotterdam is een uitgave van Juridische diensten, onderdeel van de Servicedienst van de gemeente Rotterdam.

Postadres Postbus 1011 | 3000 BA Rotterdam Advies en redactie Communicatiediensten, Yolan Datema Eindredactie en coÜrdinatie Theresia Soenveld, Henk Wanders Fotografie Š Arnoud Verhey, Rotterdam Ontwerp en productiebegeleiding Identity Design bv, Rotterdam Drukwerk Thieme MediaCenter Rotterdam Oplage 700 april 2010


R

IFTENCO

EM

MM

ROTT

ER

2 G 009 A L S LER

EN

ISS

DA

IE

M

EN

N

JAAR

VA

VE

B

EZ

A A W

HR C S R

ALG

B E Z WA R E N

KE

N

N

IS

IS

KR

ACH

T

E


2

Inhoud

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

Voorwoord: Tienduizend lessen Resultaten Wettelijke afhandeltermijnen Dwangsom bij niet tijdig beslissen Aantallen bezwaarschriften Trend uitkomst bezwaarprocedures Leereffecten

3 5 5 5 6 6 7

Bezwaarschriftenbehandeling Kamer I Thema-interview: ‘Niet over één nacht ijs’ Kamer II Thema-interview: Het sanctiebeleid, ‘nieuw en verbeterd’ Kamer III Thema-interview: ‘Elke zaak houdt zijn specifieke kenmerken’ Kamer IV Thema-interview: ‘Wijzer door ervaring’ Kamer V Thema-interview: ‘De winst is wederzijds begrip’ Kamer VI Thema-interview: ‘Je moet van de praktijk willen leren’ De kamers vergeleken Contrairprocedure Ontwikkelingen Aanbevelingen Resultaten pilot alternatieve geschillenoplossing

9 9 10 15 16 21 24 27 28 33 36 39 40 45 46 48 49 52

Geschillen bij de rechter Zeefwerking en beroepszaken In het oog springende beroepszaken Openbare orde Ruimtelijke Ordening Wet gemeentelijke basisadministratie Wet maatschappelijke ondersteuning Wet werk en bijstand

55 56 56

Bijlage 1: overzicht ABC Bijlage 2: Lijst van afkortingen

61 63


3 m

St

r aa

sh eij

m

Dic

s as la kk

en

Tienduizend lessen Bijna tienduizend Rotterdammers maakten in 2009 bezwaar tegen een gemeentelijk besluit. De Algemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam (ABC) en Juridische diensten behandelden bezwaren op heel veel terreinen van overheidszorg. De bezwaarschriften in de sfeer van de gemeente­ belastingen tellen we niet mee, want dat zijn er nog veel meer. Tien­duizend Rotterdammers, dat is een behoorlijke woonwijk, meer dan 2 procent van de volwassen Rotterdamse burgers. Zo bezien, zal iedere Rotterdammer minimaal een keer in zijn leven in bezwaar gaan tegen de gemeente. Van alle keren dat Rotterdammers het oneens zijn met een gemeentelijk besluit, zet in tienduizend gevallen iemand de stap om een bezwaarschrift in te dienen. Zo’n stap rechtvaardigt het, dat we een genomen beslissing opnieuw bekijken. Het bestuursrecht vraagt om heroverweging met andere ogen. In Rotterdam krijgt dat nog extra accent, doordat heroverweging plaatsvindt onder de vlag van een onafhankelijke ABC en door een organi­ satie (Juridische diensten) die los staat van het primaire proces. Daarmee brengt de gemeente tot uitdrukking dat zij veel waarde hecht aan de rechtsbescherming van haar burgers en dat burgers een serieuze, tweede kans verdienen.

Voorwoord

Wi


Tienduizend bezwaren zijn tienduizend uitingen van onvrede. Tienduizend keer gaat er iets mis in de relatie tussen gemeente en burger en loopt de gemeente het risico een burger van zich te vervreemden. De behandeling van een bezwaarschrift moet daarom meer zijn dan een juridische procedure. De opgave is om ook aan relatiebemiddeling te doen, dus te werken aan vertrouwensherstel. Met dat in het achterhoofd voerden wij in 2009 een proef uit om bezwaarschriften op een andere wijze af te doen, minder juridisch en meer oplossingsgericht. In eerste aanleg op het terrein van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), maar de resultaten zijn zo positief dat we daar ook op andere terreinen mee aan de slag gaan. Een betere relatie begint met elkaar goed te verstaan. Vandaar dat we het afgelopen jaar meer aandacht besteedden aan begrijpelijker (en minder juridisch) communiceren in woord en geschrift. Wij haalden de stofkam door onze brieven en gaan daarmee door. Tienduizend bezwaren zijn vooral tienduizend lessen. Dat besef groeide de afgelopen jaren sterk. Wij willen er meer aan doen om diensten terug te geven wat wij tegenkomen, zodat zij er hun voordeel mee doen. De hand­ boeken leren dat de bezwaarschriftenprocedure niet alleen een rechtsbeschermende functie en een zeeffunctie heeft om de werkdruk van de bestuursrechter te verlichten. Zij heeft ook een leerfunctie, in de zin dat bestuursorganen leren van fouten herstellen. Dat is echter eenvoudiger gezegd dan gedaan. Van een enkel tegemoetgekomen bezwaar leert men doorgaans niet direct. Als we uit die individuele beslissingen patronen kunnen des­tilleren en als we die inzichten goed kunnen terug­koppelen, stimuleert dat het leren. Anders gezegd: het afgelopen jaar was 20 procent van de bezwaarschriften (deels) gegrond en trokken burgers daarnaast in 10 procent van de zaken hun bezwaarschrift in. De opgave is op zoek te gaan naar wat er achter die cijfers zit: in welke specifieke gevallen, op welke specifieke gronden enzovoorts. Voor ons betekent dat ander onderzoek, anders registreren en anders rapporteren. Extra werk, maar het is de moeite waard. De gemeente meer te laten leren van bezwaren, is een weg die wij het af­gelopen jaar nadrukkelijk zijn ingeslagen. Dit jaarverslag bevat daar goede voor­beelden van. Van leren worden we sterker, kennis is kracht. Wij beseffen dat we nog maar de eerste stappen hebben gezet en staan ook zelf open om te leren. Uw reacties en suggesties zijn welkom. drs. Wim Straasheijm MPA secretaris ABC en hoofd Juridische diensten Dick Klaassen voorzitter ABC


Resultaten

5

Voor de bezwaarschriften die de Algemene Bezwaarschriftencommissie (ABC) behandelt, geldt een behandeltermijn van 14 weken en de doelstelling is om 90 procent van de zaken binnen die termijn af te handelen. Dat lukte in 2009 in 91 procent van de bezwaarschriften. De gemiddelde doorlooptijd was met 9,1 weken gelijk aan 2008. Voor ambtelijk horen is de termijn 10 weken (realisatie 92 procent) met een gemiddelde doorlooptijd van 7 weken; bijna een week langer dan in 2008. De oorzaak was een wijziging in het proces die niet goed uitpakte. Daar is lering uit getrokken en de wijziging is teruggedraaid. Bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn: Kamer ı-vı (periode 2005 - 2009)

100% 92%

89%

90%

96% 90%

92%

80% 70% 60% 50% 42%

40% 30%

28%

20% 10% 0%

2005

2006

commissie

12.000 10.000

2007

2008

2009

ambtelijk horen

11.326 9.502

9.742

9.570

9.516

10.390

9.570

9.543

9.777

9.780

Een goede samenwerking met de gemeentelijke diensten is belangrijk om de termijnen te kunnen halen en zorgvuldig juridisch advies uit te kunnen brengen. De diensten deden er in 2009 gemiddeld 2 weken over om stukken aan te leveren voor zowel commissiezaken als ambtelijk horen. In meer dan 70 procent van de gevallen lukte dat binnen de gestelde termijn van 3 weken. Dat is vergelijkbaar met vorig jaar. doorlooptijd in weken

gemeentelijke dienst (levertijd stukken)

commissie

ambtelijk horen

2009

2008

2009

2008

2,1

2,2

2,0

2,2

Juridische diensten

7,0

6,7

5,0

3,9

totale doorlooptijd

9,1

8,9

7,0

6,1

Dwa ng so m b ij nie t t ijd ig b e sl isse n De Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen vervangt sinds 1 oktober 2009 de Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen Rotterdam. De termijnen voor het afhandelen van bezwaarschriften zijn hierdoor ruimer. Voor behandeling door de commissie geldt een termijn van maximaal achttien weken. Dat is gerekend vanaf de dag na het verstrijken van de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift. In alle andere gevallen is dat maximaal twaalf weken. De verwachting is dat afhandeling van bezwaarschriften, inclusief contrair­ zaken, minder snel buiten de wettelijke termijn 10 gebeurt. Overigens leiden de ruimere termijnen 9 voor Juridische diensten niet tot minder 8 7 strakke werkwijzen. 6 5

8.000 6.000 4.000 2.000 0

2005 binnengekomen

2006

2007 afgehandeld

2008

2009

R ES ULTATEN

W ette lij ke af han deltermijnen

Voor elke dag dat de afhandeltermijn over­ 4 schreden wordt, kan een bezwaarmaker een3 dwangsom vorderen tot een totaal van maxi-2 1 maal 1.260 euro. In 2009 kwamen er 42 0% ingebreke­stellingen binnen. In vijf zaken deed 1e kwartaal 2e kwartaal Juridische diensten te lang over de afhandeling controle Juridische diensten van een bezwaarschrift en kende een dwang-

1000


10% 0%

2005

2006

binnengekomen

2005

2006

commissie

6 JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

som toe. Twee zaken hiervan verkeerden in de contrairprocedure. In contrairzaken was het bijna onmogelijk om de bezwaarschriften binnen de termijnen af te handelen. In één zaak was de complexiteit de reden van de termijnoverschrijding, in de resterende twee zaken lag de oorzaak in administratieve onzorgvuldigheid. Verder handelde de ABC vijftien bezwaarschriften af tegen de afwijzing van een dwangsom door de verschillende diensten. In vier gevallen verklaarde de commissie de bezwaren gegrond en moesten de betreffende diensten alsnog een dwangsom toekennen.

2007

2008

2009

2008

2009

afgehandeld

2007 ambtelijk horen

Ontwikkeling werkvoorraad: Kamer ı-vı (periode 2005 - 2009)

5.000

4.596

4.000 12.000 3.000 10.000

9.502

9.742

11.326 2.929 9.570

10.390

9.516

8.000 2.000

9.570

9.543

9.777

9.780

1.969

1.933

1.934

2007

2008

2009

2007

2008

2009

6.000 1.000 4.000 2.0000 0

2005

2006

werkvoorraad per 31 december

2005

2006

binnengekomen

afgehandeld

T r e nd u it ko m st b e zwa a r p­ r o c e d u r e s Ook met de Wet dwangsom en de ruimere termijnen blijft het zaak om administratief nauwkeurig te handelen. Ingebrekestellingen 100% 96% 92%en 92% blijken snel over het hoofd te worden gezien 90% 89% 90% niet 80% adequaat behandeld te worden. 70% 60% 50%

42% Aantal le n bezwaarschriften 40%

Er30%kwamen in 2009 9.777 bezwaarschriften 28% binnen en er werden er iets meer afgehandeld 20% 10% (9.780). Het aantal binnengekomen zaken lag 0% iets hoger dan in2006voorgaande jaren. De werk2005 2007 2008 2009 voorraad – het aantal bezwaarschriften in commissie ambtelijk horen behandeling – bleef de afgelopen jaren stabiel met iets meer dan 1.900 zaken.

60%

Het percentage (gedeeltelijk) gegrond ver51% 50% klaarde bezwaarschriften is met 20 procent 46% 45% 43% 42% beduidend hoger dan voorgaande jaren. Dit ligt 5.000 40% 4.596 vooral aan de afhandeling van huishoudelijk 30% 4.000 30% 28% 27% afvalzaken. Door invoering van nieuwe soft25% 25% 2.929 3.000 ware verzond de dienst Gemeentebelastingen 20% 14% 13% 13% 20% 12% de besluiten hierover vaak 1.969 10% 1.934 op grond 1.933later dan 2.000 9% 10% 5% 4% van jurisprudentie is toegestaan. Daardoor 10% 3%kon 3% 0% 1.000 0 de dienst Stadstoezicht niet tijdig stukken en 2005 2006 2007 2008 2009 bewijsmateriaal aanleveren. De commissie 0 (deels) gegrond 2005 2006 2007 2008 2009 ingetrokken verklaarde al deze bezwaarschriften gegrond niet ontvankelijk werkvoorraad per 31 december ongegrond en de dienst ging niet contrair. overige Uitslag bezwaarbehandeling: Kamer ı-vı (periode 2005 - 2009)

60% 51%

Aantal binnengekomen/afgehandelde bezwaarschriften: Kamer ı-vı (periode 2005 - 2009)

50%

46%

45%

42%

10 43% 9

40%

8 12.000 10.000

11.326 9.502

9.742

9.570

9.516

10.390

30% 9.570

9.543

9.777

9.780 20%

8.000 6.000

30%

14%

0 2.000 0

2005

2006

binnengekomen

2007

2008

2009

afgehandeld

13%

28%

10% 0%

3%

2005

2006

7 25%

6

12%

13%

5 20% 10% 4

5%

4%

3% 3

2007

2008

20091

9%

10%

4.000

27%

25%

2

(deels) gegrond ingetrokken niet ontvankelijk ongegrond overige

0%

1e kwartaal

2e k

controle Juridische di

1000 5.000

4.596

800

4.000 600 3.000

2.929

1.933

1.934

1.969

400

791

616


Leereffecten

N ie u ws brie f ‘Opgemerkt’ In de nieuwsbrief ‘Opgemerkt’ koppelen juristen van het team Bijstand van Juridische diensten hun kennis, ervaringen en inzichten terug naar de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het gaat om de leereffecten van zaken in het kader van de Wet werk en bijstand (Wwb); in aantallen het grootste rechtsgebied. De nieuwsbrief biedt tips om de juridische kwaliteit van primaire besluiten te optimaliseren, snijdt beleidsmatige kwesties aan over de uitleg en toepassing van wet- en regelgeving en signaleert trends in de rechtspraak. Het afgelopen jaar schonk ‘Opgemerkt’ aandacht aan de zogenaamde zesmaandenjurisprudentie. Hoewel aan alle voorwaarden om een uitkering terug te vorderen is voldaan, kan dit algemene rechtsbeginsel zich hier toch tegen verzetten. Juridische diensten gaf informatie over het juiste gebruik van wetsartikelen en deelde enkele inzichten uit de jurisprudentie. Een ander belangrijk onderwerp was de herhaalde aanvraag. Aan de hand van het toetsingskader dat de Centrale Raad van Beroep hanteert besprak Juridische dienst de manier waarop men die aanvraag het beste kan afdoen.

zekerheid. Proces & Advies keek in 235 beroepszaken uit 2008 en 42 uit 2009 naar de reden van gegrondverklaring en stelde daaruit enkele categorieën vast. De reden om een besluit niet te handhaven blijkt in het merendeel van de zaken terug te voeren op fouten in de procedures of onvoldoende onderzoek. Een fout in de procedure kan zijn het gebruik van verkeerde artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Goed onderzoek betreft vaak het duidelijk vaststellen van feiten. Die komen immers de motivering van een besluit ten goede. De conclusie van het onderzoek is dat het belangrijk is zich in alle stadia van het besluitvormingsproces nog bewuster te zijn dat een dossier wel eens een juridisch staartje kan krijgen, dus al vanaf het eerste contact bij de aanvraag. Steekjes die in het voortraject vallen, kunnen in het verloop van het proces grote gevolgen hebben. Dat vereist nog meer bij elkaar over de schutting kijken en goede onderlinge afstemming. Van aanvraag tot en met uitspraak van de rechter is uiteindelijk één proces. De verantwoordelijkheid voor het dossier is dus ook een gedeelde.

P r o je c t r e g ist r at ie g e g r o nd Voor bezwaarschriften op het terrein van Sociale Zekerheid en huishoudelijk afval loopt een project om de specifieke redenen te filteren uit de gegrondverklaringen. Daar zal Juridische diensten vervolgens over rapporteren aan Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Stads­ toezicht.

A na lyse ABC za k e n ov e r int e g r it e it Analyse beroepsprocedures in b ij s tand s z ak en De afdeling Proces & Advies van Juridische diensten verrichtte meer kwantitatief onderzoek naar zaken op het gebied van sociale

Naast algemeen kwalitatief en kwantitatief onderzoek kunnen bepaalde signalen ook aanleiding zijn om een afzonderlijk onderwerp nader onder de loep te nemen. De ABC kreeg signalen van onvrede uit de ambtelijke organi-

Leereffecten

Zoals in het voorwoord al gezegd: van be­zwaren kan de gemeente leren. Zien we bijvoorbeeld patronen of trends bij zaken die de ABC gegrond verklaart? Ook de feedback van de gerechtelijke instanties levert informatie op over wat er nog beter kan. Dit hoofdstuk beschrijft voorbeelden van acties die Juridische diensten op dit vlak uitvoerde in 2009.

7


8 JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

satie over haar inhoudelijke advisering op bezwaren over integriteitskwesties. Dat is het werkterrein van Kamer V: handelen volgens normen en waarden van goed ambtenaarschap en goed werkgeverschap. In bezwaar vindt een heroverweging ‘met andere ogen’ plaats. De ABC heeft hierin een onafhankelijke en onpartijdige positie. Een analyse naar dit soort zaken kan leerpunten opleveren, voor de ABC én de diensten. Juridische diensten analyseerde deze integriteitszaken. Zij bekeek 289 adviezen van half 2007 tot en met half 2009; 21 hiervan gingen over integriteitskwesties. Daarbij lette Juridische diensten op hoe de ABC het beoordelingskader bij disciplinaire straffen hanteert: ■■ de laakbaarheid van het gedrag dat plichts­ verzuim is; ■■ de mate van verwijtbaarheid en toereken­ baarheid van het plichtsverzuim; ■■ de evenredigheid van de opgelegde maatregel. Uit de analyse bleek dat de commissie dit be­oordelingskader juist hanteert. Bovendien stelt zij geen bovenmatige eisen aan zorgvuldigheid en motivering van primaire besluiten. Dit is volgens de normen die rechtbanken hanteren. De ABC zou partijen wel voor de hoorzitting beter kunnen informeren over de gespreksonderwerpen, zodat zij zich beter op de hoorzitting kunnen voorbereiden. Ook voor diensten levert dit dossieronderzoek belangrijke leerpunten op, die kunnen bijdragen aan nog betere besluiten. In zes gevallen kon het gedrag niet als plichtsverzuim worden aan­ gemerkt. Dat kwam bijvoorbeeld door on­duidelijkheid over het verweten gedrag of omdat de dienst de feiten niet zorgvuldig had vastgesteld. In veertien adviezen bleek de maatregel niet evenredig, onder meer doordat: ■■ geen rekening was gehouden met in­dividuele omstandigheden; ■■ het gedrag lange tijd was gedoogd; ■■ in vergelijkbare gevallen een minder zware maatregel werd opgelegd; ■■ de motivering van evenredigheid on­voldoende was.

De belangrijkste les is, dat primaire besluiten zorgvuldiger kunnen worden voorbereid en genomen. En dan met name in de feitenvast­ stelling, aannemelijk maken dat sprake is van laakbaar handelen en inzichtelijk maken dat er een belangenafweging heeft plaats gevonden (evenredigheidstoets).

Va kov e r l e g g e n Naast de genoemde acties organiseert Juridische diensten per rechtsgebied vakoverleggen voor haar juristen en vertegenwoordigers van diensten. En in periodieke relatiebeheergesprekken delen Juridische diensten en de dienst cijfers en trends met elkaar.


J aarverslaG 2009

kamer 覺 A lgemene B ezwaarschriftencommissie R otterdam

bezwaarschriftenbehandeling

9

Kamer 覺 adviseert over bezwaar簫 schriften tegen besluiten van de burgemeester. Het werkterrein beslaat voornamelijk openbare orde en veiligheid.


Volgens het Rotterdamse

coffeeshops in de buurt van scholen geen softdrugs meer verkopen. Daardoor moesten

‘Niet over één nacht ijs’ zestien coffeeshops hun deuren

sluiten per 1 juni 2009. Zij tekenden

daartegen bezwaar aan. De ABC

zag aanleiding om de burge­

go

ijs

ar Cl Co

r

adviseren zijn besluit te herzien.

ed

e

meester in een van die zaken te de

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

coffeeshopbeleid 2007 mogen

Xamara

10


11

Z or g vu ldig afwegen ‘In tegenstelling tot wat wel eens gedacht wordt, doet de commissie niet aan vooringenomen standpunten. De beraadslagingen gaan diep’, vervolgt Clarijs. ‘Als secretaris ben ik het juridische geweten van de ABC en stel ik kritische vragen bij hun adviezen. Nog voordat ik het advies in deze zaak op papier had gezet, was er een motie van de gemeenteraad om in een vergelijkbare situatie een coffeeshop weer te openen. De burgemeester voerde die motie niet uit en het bedrijf bleef gesloten. Ook dit heeft de commissie in haar over­ wegingen meegenomen. Zij besloot haar advies niettemin te handhaven.’

Iets aan de h a nd De Goede: ‘Ook wij gaan niet over een nacht ijs. De zaken die voor de commissie komen, zijn goed voorbereid. Bij een bestuurlijke maatregel wikt en weegt de burgemeester, het zienswijzengesprek tussen hem en de ondernemer is daar een essentieel onderdeel van. Hij legt niet altijd een maatregel op. Gebeurt dat wel, dan is er ook echt iets aan de hand. In dit geval is het besluit gebaseerd op de geldende beleids­ regels van het coffeeshopbeleid. Daarom brachten wij in deze zaak een contrairadvies uit. Een dependance geldt als school en er waren geen verhuisplannen binnen afzienbare tijd. Overigens had de voorzieningen­ rechter al bepaald dat 1 juni 2009 de richtdatum was, dus zelfs als de school kort daarna zou verhuizen maakte dat geen verschil. Het argument van de constante exploitatie en strenge regels is irrelevant, want het ging hier niet om de bedrijfsvoering.’

Onbevan g e nh e id Zowel de directie Veiligheid als de commissie varen hier hun eigen koers. ‘Dat neemt niet weg’, zegt De Goede, ‘dat we de adviezen van de commissie wel serieus bestuderen. Hier besloot de burgemeester het advies niet te volgen, maar soms biedt het nieuwe inzichten.’ ‘Dat is voor de commissie niet anders,’ vult Clarijs aan. ‘Alle contrairzaken komen bij

de voorzitter van de ABC terecht en natuurlijk bekijken wij ook de afwegingen van de burgemeester zorgvuldig. Onze taak is elke zaak objectief te beoordelen. Die onbevangenheid is een bewuste keuze.’ De ABC ziet de individuele gevallen, de gevolgen van het beleid op die ene burger, die ene ondernemer. Clarijs: ‘Het nadeel van dichtgetimmerd beleid is, dat er weinig manoeuvreerruimte overblijft wanneer je alles in regels probeert te vangen. En soms wil de commissie dan ook het beleid ter discussie stellen.’ ‘Aan de andere kant biedt dat ‘keurslijf’ juist duidelijkheid’, pareert De Goede. ‘Zonder dat ligt de willekeur op de loer. En daar is zeker niemand bij gebaat.’

Thema- interview

Xamara de Goede (directie Veiligheid): ‘De minimale afstand tussen een coffeeshop en scholen voor mbo en voortgezet onderwijs is hemelsbreed 200 meter, de loopafstand 250. Dat criterium kreeg vorm in een verkorte vergunning tot 1 juni 2009.’ Cor Clarijs is secretaris van Kamer I: ‘Het ging hier om een coffeeshop­ exploitant met veel ervaring en een jarenlange, probleemloze bedrijfsvoering. Hij hanteerde strenge regels, zoals een minimum leeftijd van 21 jaar. De school in kwestie was een tijdelijke dependance. De commissie adviseerde de burgemeester deze coffeeshop een reguliere vergunning te verlenen.’


12 JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

Kamer ı

2008

2009

afgehandeld binnen de wettelijke termijn (commissie)

94%

75%

binnengekomen bezwaarschriften

119

119

afgehandelde bezwaarschriften

141

117

werkvoorraad (op 31 december)

35

38

To el ich tin g op de cijfers De output is in 2009 iets gedaald. In 2008 verklaarde de ABC 20 bezwaarschriften tegen de aankondiging van het nieuwe coffeeshopbeleid niet-ontvankelijk. In 2009 kwamen er, net als het voorgaande jaar, in totaal 119 zaken binnen met de volgende uitkomst: ■■ 17 gegrond ■■ 62 ongegrond ■■ 11 niet-ontvankelijk ■■ 22 ingetrokken ■■ 3 doorgezonden ■■ 1 buiten behandeling gesteld ■■ 1 vervallen. De burgemeester week in 8 van de 17 gegrond­ adviezen af van het ABC-advies (zie ook het hoofdstuk Contrairprocedure). Door problemen in de sfeer van de bezetting daalde het per­ centage afhandeling binnen de termijn. De bezettings­problemen zijn inmiddels opgelost.

In he t o o g sprin gen de ontw ikkelin g e n In Kamer I komen voornamelijk besluiten op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam aan de orde. Denk bijvoorbeeld aan exploitatievergunningen, nachtonthef­ fingen, evenementenvergunningen, sluitingen van horeca-inrichtingen, vechtpartijen of schiet­incidenten. Daarnaast adviseert de kamer over burger­zaken, zoals de afgifte van paspoorten, rijbewijzen en verklaringen van Neder­ landerschap. Het jaar 2009 stond onmiskenbaar in het teken van het verbod op cannabisverkoop in coffeeshops binnen een bepaalde afstand van scholen. Het coffeeshopbeleid is al in 2007 aangescherpt, onder andere door het invoeren van dit afstandscriterium per 1 juni 2009. Die tijdige aankondiging gaf de coffeeshophouders die onder dit nieuwe beleid vallen de gelegen-

heid hun bedrijfsvoering daarop aan te passen. Een exploitatievergunning voor coffeeshops is slechts één jaar geldig. Daarom kreeg een aantal coffeeshops eind 2008 en begin 2009 een exploitatievergunning tot 1 juni 2009. Vanaf die datum mochten zij geen cannabis meer verkopen. Dit leidde tot veel bezwaarschriften in de eerste helft van 2009. De ABC adviseerde de burgemeester in al deze gevallen, op één na, de bezwaren ongegrond te verklaren. In dat ene geval besliste de burgemeester contrair. Hij week af van het ABC-advies en verklaarde ook dat bezwaar ongegrond. Over het verloop van de beroepszaken leest u meer in het hoofdstuk Geschillen bij de rechter. Meestal kan Kamer I een afgewogen advies geven, nadat zij de betrokkenen heeft gehoord. In 2009 vond zij dat in één geval niet voldoende. Er volgde een plaatsopneming bij een horeca-inrichting en bij omwonenden die bezwaar maakten tegen de exploitatie van het bijbehorende terras. Die bood voldoende informatie voor een goed advies. De kamer kreeg het afgelopen jaar te maken met een door de burgemeester bevolen sluiting van een belwinkel vanwege de handel in drugs. De vraag was of de burgemeester dit op grond van het beleid horeca-inrichtingen kon doen. De Rotterdamse bestuursrechter oordeelde daar bevestigend over. In navolging van deze uitspraak adviseerde de commissie dan ook de bezwaren tegen deze sluiting ongegrond te verklaren.


13

U itko ms t af g ehandelde bezwaarschriften Uitkomst afgehandelde bezwaarschriften: Kamer 覺

Kamer i

4%

overige

4%

15%

overige

(deels) gegrond

5%

overige

25%

55%

ongegrond

ingetrokken

ongegrond

(deels) gegrond

44%

19%

53%

ongegrond

19%

niet ontvankelijk

8%

ingetrokken

9%

niet ontvankelijk

kamer 1

kamer 2

Kamer 覺 exploitatievergunning

5%

(deels) gegrond

ingetrokken

10

13

2

3

overige

sluiting evenementenvergunning

27% paspoort/rijbewijs

ongegrond

19%

nietontvankelijk

4

Nederlanderschap door optie ontheffing sluitingstijden Drank- en Horecawet overige totaal16%

niet ontvankelijk

percentages 2009 (2008)

kamer 5

1

11

1

41%

33%

1

totaal

2

63

816%

1

18

(deels) gegrond

8% 1

ingetrokken

1

6 3

3

3

1 niet ontvankelijk 1

15

3

32%

1 1

overige

2%

32

ongegrond ingetrokken

ongegrond

6 overige 2

4

(deels) gegrond

kamer 3

2

4

7

17

22

11

62

5

117

15% (9%)

19% (11%)

9% (31%)

53% (45%)

4% (4%)

100%

kamer 6

n


14


J aarverslaG 2009

kamer ıı A lgemene B ezwaarschriftencommissie R otterdam

bezwaarschriftenbehandeling

15

In Kamer ıı komen bezwaar­schriften aan de orde tegen collegebesluiten op tal van gemeentelijke terreinen. De kamer behandelt onder­werpen als bouwvergunningen, de Gemeentelijke Basis­administratie, huishoudelijk afval, leerlingen­ vervoer, schoolverlof, marktzaken, schoolhuisvesting en subsidie­ besluiten.


De afschaffing van

16

tot een nijpende situatie. Stadstoezicht liet het bestaande sanctiebeleid los om meer armslag te hebben

Het sanctiebeleid:

in geval van zware overtredingen. Uiteindelijk

‘nieuw en verbeterd’ leidde dat tot de ontwikkeling van een nieuw beleid.

Lou

va

n Le

e

uw

en

s

St

een

bergen

en

em

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

sanctiebeleid leidde in 2009

Cl


17

Stevige argumentatie Clemens Steenbergen is secretaris van Kamer II. Hij zag in 2009 inderdaad forse sancties voorbij komen. ‘Een dergelijke zware sanctie tast ondernemers in hun inkomen aan, dus dan moeten de argumentatie en de gronden stevig zijn. De commissie had wel eens de indruk dat sancties willekeurig werden toegekend. We willen zeker niet het gezag van de marktmeester en van Stadstoezicht onderuit halen, maar we vonden de motivering bij sommige sancties ontoereikend en dat vraagt om heroverweging. De commissie heeft in haar ad­viezen aan Stadstoezicht aangegeven dat het wenselijk was opnieuw sanctiebeleid vast te stellen.’

Leren van e l k a a r

D u id e l ijk e n w e r k ba a r

Van Leeuwen: ‘Het is het goed recht van de marktkoopman om bezwaar aan te tekenen als hij het met een besluit oneens is. Wij leren van die bezwaarprocedures en uitspraken. Net zoals je leert van onderling overleg. We hebben regelmatig contact met de secretarissen van de algemene bezwaarschriftencommissie. Soms hebben ze vragen over een besluit, soms willen ze meer kennis opdoen over het reilen en zeilen van het marktwezen en onze dienst.’ Steenbergen is het met Van Leeuwen eens: achtergrondinformatie helpt ook de commissie om tot deugdelijke adviezen te komen. Steenbergen: ‘Het is de taak van de commissie om recht te doen. In mijn advies houd ik altijd rekening met de vraag of de redenering stand zal houden voor een rechter.’ ‘Verschijnen voor de commissie of de voorzieningenrechter vind ik persoonlijk een uitdaging’, zegt Van Leeuwen. ‘Het triggert me om scherp te blijven en goed te weten waar ik voor sta en waarom een bepaald besluit genomen is. Uiteindelijk wil ik gewoon ‘winnen’, omdat ik achter onze besluiten sta.’

Steenbergen vertelde al dat de commissie nieuw sanctiebeleid adviseerde, omdat er behoefte is aan eenduidigheid. Van Leeuwen reageert: ‘Hoewel onze werkwijze van het afgelopen jaar niet experimenteel was, tast je op deze manier wel af waar de grenzen liggen. Het afgelopen jaar bleek dat een omschreven sanctiebeleid toch nodig was. Stadstoezicht heeft nu een ruimer beleid ontwikkeld, dat ook voorziet in die zware overtredingen. Het resultaat is duidelijkheid voor de marktkooplieden en een goed werkbaar instrument voor ons.’ Van Leeuwen: ‘We hebben het nieuwe beleid besproken met de belangenverenigingen van de marktkooplieden’, vertelt Van Leeuwen. Zowel hij als Steenbergen beseffen het belang van dergelijke organisaties als volwaardig gesprekspartner voor Stadstoezicht. Van Leeuwen constateert dat zij nog onvoldoende een afspiegeling zijn van de markt: ‘Dat moeten ze verder optuigen. Rotterdam kiest voor een actieve benadering. We doen meer dan faciliteren; we zorgen ook voor onze kooplieden en de consument door een gevarieerd aanbod te stimuleren. Goedfunctionerende belangenorganisaties hebben daar een rol in.’ Ook op dat gebied zijn dus nog lessen te leren.

Thema- interview

‘Het oude beleid beschreef alle mogelijke overtredingen en de sancties die daar tegenover stonden’, legt Lou van Leeuwen, juridisch adviseur van Stads­ toezicht, uit. ‘De maatschappelijke ontwikkeling is er een waarin geweld tegen overheidsambtenaren en hulpverleners steeds vaker voorkomt. Dan moet je kunnen zeggen: handen af en respect tonen. Die mogelijkheid ontbrak. Daarom lieten we het sanctiebeleid los en besloten we per voor­komende overtreding de sanctie te bepalen. De zwaarste sanctie die we kunnen opleggen is de vergunning definitief intrekken. ’


18

Kamer ıı

2008

2009

afgehandeld binnen de wettelijke termijn (commissie)

92%

87%

afgehandeld binnen de wettelijke termijn (ambtelijk horen)

95%

91%

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

binnengekomen bezwaarschriften

3.641

3.975

afgehandelde bezwaarschriften

3.392

4.162

werkvoorraad (op 31 december)

791

616

To el ich tin g op de cijfers De output steeg in 2009: 4.162 afgehandelde bezwaarschriften tegen 3.392 in 2008. In 2008 kwamen er 3.641 zaken binnen, in 2009 waren dat er 3.975, waarvan: ■■ 25 procent gegrond ■■ 44 procent ongegrond ■■ 19 procent niet-ontvankelijk ■■ 8 procent ingetrokken ■■ 4 procent overige, onder andere doorgezonden. Het hoge aantal (deels) gegrondzaken betreft een incident bij huishoudelijk afvalzaken en is niet structureel. De volgende paragraaf geeft daarop een toelichting.

In he t o o g sprin gen de ontw ikkelin g e n Huishoudelijk afvalzaken Elke Nederlandse gemeente heeft een eigen manier om onjuist aanbieden van huisvuil tegen te gaan. Rotterdam past in die gevallen spoedeisende bestuursdwang toe en brengt de kosten hiervan in rekening bij de overtreder. Constateert de gemeente een overtreding van de Afvalstoffen­verordening Rotterdam 2009, dan ontvangt het bedrijf of de burger die de overtreding heeft begaan een beschikking. Hierin staat om welke overtreding het gaat en wanneer die is geconstateerd. Tegen de beschikking kan de burger of het bedrijf bezwaar maken. Een medewerker van Juridische diensten handelt deze zaken af namens het College van B en W. Ruim 25 procent van de bezwaarschriften gaat over huishoudelijk afval. Alleen in het kader van de Wet werk en bijstand (Wwb) zijn meer bezwaarschriften ingediend. Opvallend is het hoge percentage (deels) gegrond verklaarde bezwaarschriften: in 33 procent van de gevallen

kreeg de burger gelijk. In 2008 was dat nog 12 procent. Daar is wel een verklaring voor. Stads­ toezicht heeft de verzending van deze besluiten belegd bij de Gemeentelijke Belastingdienst Rotterdam. Door problemen bij de invoering van nieuwe software werden er in de eerste helft van 2009 nauwelijks besluiten verzonden. Vanaf 1 juni verzond de Gemeentelijke Belasting­dienst die alsnog. Veel van de bezwaarschriften daartegen werden gegrond verklaard vanwege een van de volgende redenen. De gemeente moet het besluit zo snel mogelijk op schrift stellen. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet zij het uiteindelijke besluit binnen een redelijke termijn verzenden, na constatering van de overtreding. In een aantal zaken oordeelde de ABC dat die redelijke termijn verstreken was. Daarnaast gebeurde het dat de dienst de stukken waarop het besluit was ge­baseerd niet (tijdig) aanleverde. Ook hiervoor lag de oorzaak in de genoemde software­problemen. Een besluit kan niet blijven staan, als het onderliggende bewijs­ materiaal ontbreekt. De geschetste situatie in de tweede helft van 2009 is uiteraard uitzonderlijk. De eerste helft van het jaar is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Van alle in die periode afgehandelde huishoudelijk afvalzaken was 14 procent gegrond. Dit zijn de belangrijkste redenen daarvoor: ■■ Uit bewonersonderzoek blijkt dat een onjuiste persoon is aangeschreven. ■■ De afstand tussen woonadres en de straat waar de overtreding is geconstateerd. Dit speelt vooral bij bedrijven. Een bedrijf wordt ten onrechte aangeschreven, wanneer een klant een doos (met het adreslabel van het bedrijf) onjuist als afval aanbiedt. ■■ Afwezigheid ten tijde van de overtreding, bijvoorbeeld omdat bezwaarmakers kunnen


19 Kamer ii

bewijzen dat ze in de betreffende periode op vakantie waren. ■■ Tegenstrijdig of onvoldoende bewijs. Deze gegevens zijn voor Stadstoezicht van belang om de kwaliteit van de besluitvorming verder te verbeteren. Marktzaken De commissie constateerde dat de communicatie tussen vertegenwoordigers van Stads­ toezicht en de marktkooplieden nog steeds een punt van aandacht was. Zij moest het afgelopen jaar haar oordeel vellen over een aantal sanctiebesluiten wegens overtreding van de Rotterdamse marktregels. Twee sanctiebesluiten vielen bijzonder op, namelijk sancties op verbaal geweld en agressie tegen marktmeesters. Het ging om twee schorsingen voor de duur van drie maanden voor alle Rotterdamse markten. De commissie besteedde de nodige aandacht aan de context van deze besluiten en nam de omstandigheden op de Rotterdamse markt mee in haar oordeel. Zij vindt dat het behoud van het gezag van de marktautoriteiten zwaar weegt. Anderzijds beseft de commissie dat – juist op marktgebied – de goede orde niet tot stand kan komen zonder een 4% gezonde dosis overige flexibiliteit en inlevingsvermogen van15% de orde(deels) gegrond handhavers. Meedenken met de Rotterdamse marktkoopman is de komende tijd meer dan ooit op zijn plaats. De rechten van de markt­ vergunninghouders53% moeten voldoende 19% geresingetrokken pecteerd worden, ongegrond voor en na overtredingen. Bij het werk op straat is meer aandacht voor de (latere) bewijsvoering door Stadstoezicht zeer welkom.

ingetrokken. Op basis van de kennis uit de bezwaarprocedure deed de commissie het afgelopen jaar de aanbeveling een nieuw sanctiebeleid op te stellen voor de rechtszekerheid en om willekeur in het sanctioneren te voor­ komen. En nieuw beleid lijkt er te gaan komen. Het afgelopen jaar kan dan ook gezien worden als een brug van oud naar nieuw sanctiebeleid. Tegen deze achtergrond heeft de commissie de sanctiebesluiten bekeken. Sanctiebesluiten verdienen een gedegen motivering, zeker als onderliggend beleid ontbreekt. Bij een van de twee genoemde sanctiebesluiten adviseerde de commissie de schorsing terug te brengen tot een maand om de sanctie in proportie te brengen met de nuances van de zaak. Bij het andere sanctiebesluit adviseerde de commissie het oorspronkelijke besluit te handhaven onder aanvulling van de motivering. Zij vond daarbij het individuele belang van bezwaarde onder­ geschikt aan het geschonden algemeen belang.

U it ko m st a f g e h a nd e l d e b e zwa a r sc h r if t e n Uitkomst afgehandelde bezwaarschriften: Kamer ıı

4%

overige

25%

(deels) gegrond

44%

55%

ongegrond

ongegrond

19%

niet ontvankelijk

8%

ingetrokken

9%

niet ontvankelijk

Een pijnpunt voor de commissie was het ontbrekenkamer van sanctiebeleid. De ‘Beleidsregel 1 Sanctiebeleid Warenmarkten Rotterdam 2007’ is op 16 december 2008 om praktische reden

5%

overige

kamer 2

kamer 3

2%

overige

16%

8%

ingetrokken


20

Kamer ıı

(deels) gegrond

ingetrokken

nietontvankelijk

ongegrond

overige

totaal

908

109

473

1.275

24

2.789

parkeervergunning

11

117

108

215

19

470

wegsleep tweewieler

79

8

101

2

190

huishoudelijke afvalstoffen

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

GBA

5

16

52

38

10

121

subsidie

5

24

29

17

3

78

11

15

21

16

bouwvergunning

1

7

9

30

13

60

dwangsom

7

8

10

16

10

51

leerlingenvervoer

5

11

8

17

41

subsidie kansenzones

1

5

12

20

38

afval container

4

8

5

20

37

wegsleepregeling

5

6

26

37

schadebesluit/schadevergoeding

4

1

2

7

6

20

Wet openbaarheid bestuur

5

2

2

3

8

20

2

2

9

markt

planschade schoolverlof

1

voorkeursrecht

1

2

hennepkwekerij rooivergunning

1

standplaats

1

1

9

totaal percentages 2009 (2008)

13 1

13

3

9

3

2

2

7

2

1

2

6

3

1

bestemmingsplan overige

63

13

6 4

4

2

7

15

9

52

85

1.057

335

773

1.841

156

4.162

25% (9%)

8% (10%)

19% (22%)

44% (55%)

4% (4%)

100%


J aarverslaG 2009

kamer ııı A lgemene B ezwaarschriftencommissie R otterdam

bezwaarschriftenbehandeling

21

Kamer ııı behandelt en adviseert over bezwaarschriften die gericht zijn tegen besluiten van de gemeenteraad.


22 JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

2009

17%

50%

binnengekomen bezwaarschriften

8

22

afgehandelde bezwaarschriften

12

22

werkvoorraad (op 31 december)

6

6

In 2009 handelde deze kamer 22 bezwaar­schriften af. Bezwaarschriften tegen besluiten op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) zijn de oorzaak van de stijging ten opzichte van het vorige verslagjaar (twaalf in 2008). Vijf achterstandszaken uit 2006 en 2007 werden ingetrokken. Daarnaast adviseerde de ABC de gemeenteraad over de genoemde voorkeurs­rechtzaken, over een zaak op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en over een zaak in het kader van de Wegenwet (wegonttrekking).

In het oog springende ontwikkelingen

4%

overige

Voorkeursrecht In 2009 kreeg Kamer III weer te maken met het fenomeen voorkeursrecht. Het vestigen van het voorkeursrecht is voor de gemeente een in­stru­ ment om een betere uitgangspositie op de grondmarkt te krijgen voor de uitvoering van ruimtelijke ontwikkelingen. De raad wijst de gronden aan waarop het voorkeursrecht van toepassing is. Bij het gevestigde voorkeursrecht behoren een kaart en een lijst met de percelen die onder het voorkeursrecht vallen. Wanneer de eigenaar van de 4% overigevalt zijn 15% grond die onder het voorkeursrecht (deels) gegrond grond wil verkopen moet hij die eerst aan de gemeente aanbieden. 25%

bouwgebied daar tot woningbouw. Veel eigenaren woonachtig in de polders waren het daar niet mee eens en tekenden bezwaar aan. Een veel gehoord bezwaar was dat het voorkeursrecht te vroeg was gevestigd. Artikel 5 van de Wvg maakt het echter mogelijk om al een voorkeursrecht te vestigen wanneer er nog geen bestemmingsplan of projectbesluit ligt voor de beoogde bestemming van het gebied. Onduidelijkheid over de concrete in­vulling van het gebied is in dit stadium dus inherent aan dit artikel. De gemeenteraad moet wel binnen drie jaar meer duidelijkheid geven door een structuurvisie vast te stellen. Een andere klacht was dat de vestiging van het voorkeursrecht de uitbreidingsmogelijkheden van de glastuinbouwbedrijven beperkt. Schaalvergroting en in­vesteringen zouden niet meer mogelijk zijn. De ABC vond echter dat het voorkeursrecht in­vesteringen niet onmogelijk maakt. Zij vond de belangenafweging door de raad niet onredelijk.

U it ko m st a f g e h a nd e l d e b e zwa a r sc h r if t en Uitkomst afgehandelde bezwaarschriften: Kamer ııı

5%

overige

18%

ingetrokken

46

(deels) gegrond

44% 19% ongegrond De raad besloot eind 2008 de polders Nieuwland ingetrokken 19% te wijzen en Krimsloot in Hoek van Holland aan niet ontvankelijk als gronden waarop het voorkeursrecht van toe­ passing is. Zij deed dat in verband met de beoogde 8% ingetrokken 9% transformatie van een groot deel van het glastuin-

egrond

rond

2008

afgehandeld binnen de wettelijke termijn (commissie)

Toelichting op de cijfers

53%

%

Kamer ııı

55%

ongeg

23%

ongegrond

niet ontvankelijk

niet ontvankelijk

Kamer ııı

(deels) gegrond

kamer 2

ingetrokken

nietkamer 3 ontvankelijk

ongegrond

5

11

voorkeursrecht schoolhuisvesting

5%

overige

overige

16%

ingetrokken 0% (17%) (deels) gegrond 18% (0%)

percentages 2009 (2008)

(deels) gegrond

41%

ongegrond

33%

ingetrokken

8%

4

32%

niet ontvankelijk

1 1

4

totaal

19%

16

1

overige

totaal kamer 4

1

2%

Wet openbaarheid bestuur

overige

4 5

12

1

22

23% (25%)

54% (58%)

5% (0%)

100%



24 rm

in

e He uv el

Ell

en

va

n

a

L

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

Ge

n

sb

er

ge

n

‘Elke zaak houdt zijn specifieke kenmerken’ De ABC kreeg het afgelopen jaar in Kamer III te maken met voor haar relatief nieuwe zaken rond het voorkeursrecht. De gemeente heeft daarbij het eerste recht om grond te verwerven, die te koop wordt aangeboden. Dat leidde onder meer tot een samengevoegde zaak van ruim twintig bezwaar­ makers. Een uitdaging voor de commissie.


25

B ij z ond ere z aak ‘Het ging hier om een fors gebied met veel belanghebbenden, die bezwaar maakten’, aldus Lansbergen, ‘Wij behandelden 23 bezwaarschriften in één hoorzitting.’ Heuvel: ‘Dat maakte de zitting speciaal. Die vond plaats op een andere locatie met veel meer mensen. Dan moet je als voorzitter nog meer de regie in handen houden. Maar tegelijk hoor je ook bijzondere, humorvolle, ont­ roerende verhalen, zoals van

een meneer die op zijn grond een klein museum had ingericht. Daar wil je dan bijna zelf gaan kijken. De werkwijze is dezelfde als voor alle andere zaken. Je bereidt je grondig voor, leest de stukken zorg­ vuldig en stelt kritische vragen. Alleen heb je door de omvang veel meer werk te doen. En ook al is het een samengevoegde zaak, je moet elk geval op zijn eigen specifieke kenmerken beoordelen.’

Dorpje in G r o ning e n ‘Zo’n nieuwe zaak vraagt veel extra research, wat zegt de wet en hoe moet die worden uit­ gelegd bijvoorbeeld. Daarmee aan de slag gaan is een uitdaging en daar leer je van. Ik verdiep me dan ook graag in een onderwerp. Speciaal voor deze zaken heb ik bijvoorbeeld een abonnement op het AD met de Waterwegpagina aan­ gehouden’, vertelt Lansbergen. ‘Het leuke van dit werk vind ik dat je breed geïnformeerd raakt over uiteenlopende beleidsterreinen van de gemeente Rotterdam. En laten we wel zijn: het is geen dorpje ergens in Groningen.’ De secretaris voorziet de commissieleden van alle relevante informatie, zodat zij een afgewogen advies kunnen geven. Heuvel: ‘Het is heerlijk om te kunnen koersen op de juridische kennis van de secretaris. De weging van een zaak is aan de commissie, maar de input van de secretaris is erg belangrijk.’

G r e nze n b e pa l e n De woningen en bijbehorende bebouwing waren in deze zaak buiten het voorkeursrecht gelaten. De tuinen en erven kwamen daar ook voor in aanmerking, zag de commissie in. Tenslotte passen woningen en tuin als woonbestemming in de toekomstige bestemming van het gebied. ‘Dat maakte van de begrenzing van de percelen ook meteen een belangrijk discussie­punt’, licht Lansbergen toe. ‘Waar houdt de tuin of het erf rond de woning op en hoort de oprit of de schuur bij de woning of juist niet? De commissie hield vijf zaken aan in afwachting van verder onderzoek naar die grens­ bepaling.’ De ABC adviseerde uiteindelijk het gevestigde voorkeursrecht in vier bezwaarzaken te wijzigen.

Thema- interview

‘Zelf hadden wij er nog niet eerder mee te maken gehad, omdat het niet vaak voorkomt’, openen Ellen van Lansbergen en Germine Heuvel. Zij be­handelden deze zaken als respectievelijk secretaris en voorzitter van Kamer III. Lansbergen: ‘De gemeente vestigde het voorkeursrecht in Nieuwland en Krimsloot, twee glastuinbouwgebieden in Hoek van Holland. De gemeente wil hier woningbouw ontwikkelen. Met het eerste recht op koop versterkt zij haar positie in de gewenste ontwikkeling en voorkomt zij prijsopdrijving.’ ‘Aan de andere kant beperkt het voorkeursrecht de eigenaren in hun vrijheid de grond te verkopen’, vult Heuvel aan, ‘en voelen tuinders in dit gebied zich geschaad, doordat het hun uitbreidingsmogelijkheden beknot.’ De commissie vroeg de gemeenteraad een open blik te houden voor individuele gevallen.


26


J aarverslaG 2009

kamer ıv A lgemene B ezwaarschriftencommissie R otterdam

bezwaarschriftenbehandeling

27

In Kamer ıv komen bezwaar­schriften aan de orde tegen besluiten van het College van B en W op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), gehandicapten­parkeer­

kaarten, woonruimteverdeling, volks­ huisvesting en diverse subsidies die daarmee samenhangen.


Sinds 2007 voert de gemeente de

steuning (Wmo) uit. Voor zowel de dienst Sociale Zaken en Werk­ gelegenheid als voor klanten

‘Wijzer door ervaring’ veranderde er veel. Onwennigheid en onduidelijkheid leverden

bezwaarschriften op tegen de

terugvordering van persoons­ gebonden budgetten en de indicatiestelling.

n

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

Wet maatschappelijke onder­

se

28

Mar

Bar

ba ra

va

n

Yp

er

en

l

ize

Ja

n


29

E ff ectieve aanpassingen Van Yperen: ‘Er waren com­ plicerende factoren. Mensen kregen bijvoorbeeld in 2008 met terugwerkende kracht een pgb over 2007 toegekend en uitgekeerd. In ons verantwoordingsverzoek over 2008 noemden wij één totaalbedrag, zonder dat uit te splitsen over 2007 en 2008. Ook kwam het voor dat mensen de huishoudelijke verzorging van december 2008 pas in 2009 betaalden en dat bedrag niet opgaven in de verantwoording van 2008. Die ervaringen gebruiken we om onze werkwijze te verbeteren. We passen nu de bedragen en

jaartallen in onze verantwoordingsverzoeken handmatig aan. Kleine aanpassingen kunnen heel effectief zijn. Sommige klanten dachten dat ze de eigen bijdrage, die geldt voor zorg in natura en voor het persoonsgebonden budget, konden betalen van het pgb. Dat kwam in 2008 al minder voor dan in 2007. Veel klanten hadden geleerd van het eerste jaar. Daarnaast verbeterden wij onze informatie: we vertellen nu duidelijk dat de eigen bijdrage niet van het pgb mag worden betaald.’

Helderheid ‘Goede informatie en duidelijkheid zijn onontbeerlijk’, meent Jansen. ‘De ABC vindt dat So­ciale Zaken en Werkgelegenheid een eenduidig beleid moet hebben op terugvordering.’ ‘We zijn bezig nieuwe beleidsregels op te stellen’, legt Van Yperen uit. ‘We denken bijvoorbeeld aan de verplichting om zorgverleners altijd via de bank te betalen. Dan dient het bankafschrift als betalingsbewijs. Klanten kunnen de administratie van hun pgb ook via de Sociale Verzekeringsbank laten regelen. Zij hebben dan automatisch twaalf afschriften die ze kunnen overleggen bij de verantwoording. En misschien moeten we mensen zelfs ad­viseren om te kiezen voor zorg in natura, zeker als zij moeite hebben met de administratie of de taal. We kunnen in elk geval duidelijk de voor- en

nadelen van het persoons­ gebonden budget schetsen.’

E x t r a a a nda c h t Jansen: ‘In 2009 rondden we de pilot Alternatieve geschillen­ oplossing Wmo af. In persoonlijk contact met de klant probeerden we te achterhalen waar precies de ‘pijn’ zat. Vaak kwam daar extra informatie uit. Aan de hand daarvan herzag Sociale Zaken en Werkgelegenheid al dan niet het besluit. Loste dat de zaak niet op, dan kwam hij alsnog voor de ABC. ’ Van Yperen vult aan: ‘Je ziet dat extra uitleg bij klanten soms leidde tot een ‘Oh, maar dan is het duidelijk’ en dat zij alsnog hun bezwaar introkken. In de aanvraagfase kunnen we bezwaren al voor­ komen, door tijdens huis­ bezoeken meer uit te leggen als dat nodig blijkt. Tegelijk moet je ervoor waken dat je een klant niet overvoert met in­formatie.’ Circa de helft van de bezwaren werd ingetrokken. ‘Klanten willen gehoord worden en met goede informatie en duidelijke uitleg valt veel te winnen’, besluit Jansen.

Thema- interview

‘Als iemand recht heeft op huishoudelijke verzorging ’, begint Barbara van Yperen, Juridisch adviseur Individuele Voorzieningen bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ‘dan kan hij kiezen tussen zorg in natura of een persoonsgebonden budget (pgb). Met het pgb organiseert en betaalt men zelf de zorg. Achteraf moeten mensen de uitgaven van het persoons­ gebonden budget verantwoorden. Kunnen zij niet (volledig) aantonen waar ze het pgb aan hebben uitgegeven, dan vorderen we dat bedrag terug.’ Marlize Jansen is secretaris van kamer IV: ‘In de bezwaaraf­ handeling bleek dat mensen vaak niet begrepen wat die verantwoording of zelfs het persoons­gebonden budget precies in­houdt of dat zij de administratie lastig vonden.’


30

Kamer ıv

2008

2009

afgehandeld binnen de wettelijke termijn (commissie)

89%

85%

afgehandeld binnen de wettelijke termijn (ambtelijk horen)

91%

76%

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

binnengekomen bezwaarschriften

646

634

afgehandelde bezwaarschriften

898

514

werkvoorraad (op 31 december)

114

237

To el ich tin g op de cijfers Het aantal binnengekomen zaken bleef ongeveer gelijk aan 2008. De output in 2009: 514 zaken, terwijl dat er in 2008 nog 898 waren. Dit valt mogelijk te verklaren door de grote hoeveelheid ingetrokken bezwaarschriften over herindicatie Wmo huishoudelijke verzorging in het begin van 2008. Het onderdeel Individuele Voorzieningen (IV) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zag regelmatig aanleiding om een positief besluit te nemen. De meeste bezwaarmakers waren daarmee tevreden en trokken hun bezwaarschrift in. Net als in 2008 viel ook nu weer het relatief grote aantal ingetrokken bezwaarschriften op. In totaal trokken 98 burgers hun bezwaar over Wmo huishoudelijke verzorging in op een totaal van 251 bezwaarschriften over dit onderwerp. Dat kan liggen aan de grote hoeveelheid zaken over terugvordering van het persoonsgebonden budget (pgb), waarbij IV naar aanleiding van het bezwaarschrift en de alsnog door bezwaar­ makers geleverde gegevens besloot dat het pgb toch volledig verantwoord was. Dit was voor bezwaarmakers aanleiding om hun bezwaarschrift in te trekken. In totaal kwamen er wel veel minder bezwaarschriften over Wmo huishoudelijke verzorging binnen dan vorig jaar, waarschijnlijk omdat er dit jaar niet zo veel herindicatiebesluiten waren. Het aantal ongegrondzaken steeg in verhouding met 2008, maar in vergelijking met de jaren ervoor was het aantal in 2008 uitzonderlijk laag.

In he t o o g sprin gen de ontw ikkelin g e n Indicaties Centrum Indicatie Zorg Een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam had in 2009 consequenties voor de afhandeling van bezwaarschriften van overgangscliënten die al onder de Algemene Wet Bijzondere Ziekte­kosten (AWBZ) recht hadden op huishoudelijke verzor-

ging. In eerste instanties nam IV deze Centrum Indicatie Zorg (CIZ) indicaties over en verlengde de geldigheidsduur met een jaar. Na die verlenging moesten deze cliënten worden geïndiceerd volgens de normtijden die IV hanteert. Dit had vaak een achteruitgang in uren tot gevolg. Uit de uitspraak van de Rechtbank volgt dat bij de beoordeling van het benodigd aantal uren huishoudelijke hulp ook de eerdere rapportage van het CIZ moet worden betrokken, op grond waarvan meer uren huishoudelijke verzorging zijn toegekend. De werkwijze is daarop aangepast: bij een achteruitgang van één klasse vraagt IV standaard de CIZ-indicatie op en kijkt of het verschil tussen beide indicaties te verklaren is. Informatievoorziening De commissie behandelde in 2009 veel bezwaarschriften over de terugvordering van te veel ontvangen persoonsgebonden budget (pgb) voor huishoudelijke verzorging. Hierbij viel het de commissie op dat bezwaarmakers in eerste instantie alleen het verantwoordingsformulier hoeven in te vullen zonder bewijsstukken aan te leveren, zoals bankafschriften. De ABC vindt dat er een duidelijk beleid moeten komen over de manier waarop mensen het pgb moeten verantwoorden. Ook bleken bezwaarmakers het verwarrend te vinden dat betaling van het pgb per vier weken plaatsvindt, terwijl zij zelf hun hulp vaak per maand uitbetalen. Daarnaast waren er wat misverstanden over de financiering van de eigen bijdrage uit het pgb. Verder weten veel mensen niet dat ze de Sociale Verzekeringsbank (SVB) kunnen inschakelen voor hulp bij hun pgb-administratie. Volgens de commissie verdient het aanbeveling om de werkwijze van IV bij terugvordering nog eens tegen het licht te houden. Ook de informatieverstrekking aan cliënten moet beter. De commissie verwacht dat de wetswijziging die 1 januari 2010 in werking treedt daar-


De commissie verzocht in de beleidsregels meer aandacht te besteden aan personen met een chronisch psychisch probleem of psychosociaal probleem in relatie tot het normale gebruik van de woning. Strikte toepassing van de beleids­regel en de toelichting met betrekking tot bouwkundige of woontechnische kenmerken van de woning zou de doelgroep van de Wmo bij een indicatie voor een woonvoorziening te veel kunnen inperken.

De commissie deed ook een aanbeveling aan IV over aanvragers met een psychosociaal probleem. Uit de wetgeschiedenis valt op te maken dat er sprake is van een psychosociaal probleem bij verlies aan zelfstandigheid en een gebrek aan deelname aan het maatschappelijk verkeer als gevolg van problemen met de sociale om­geving. In de Verordening staat dat iemand aanspraak kan maken op een individuele voorziening, als die langdurig noodzakelijk is om mensen te ont­ moeten, sociale contacten te leggen 5% en de woning 4% overige erige normaal te kunnen gebruiken. In de beleidsregels 18% en de toelichting op de Verordening staat datingetrokken een aanvrager wordt geïndiceerd voor een woonvoor25% (deels) gegrond ziening, zoals een tegemoetkoming in de verhuis55% 23%is om en inrichtingskosten, als die noodzakelijk ongegrond niet ontvankelijk 19% belemmeringen te compenseren in het normale ontvankelijk gebruik van de woning. Deze belemmeringen moeten het gevolg zijn van bouwkundige of 8% ingetrokken woontechnische kenmerken van de woning. Kamer ıv kamer 3

Wmo - huishoudelijke verzorging

16%

(deels) gegrond

32%

et ontvankelijk

Wmo, verhuiskostenvergoeding De commissie wijst op de toename van wensen van aanvragers, zoals woongenot en woonduur, waarmee in het wegingsmodel rekening moet worden gehouden. Meer woningaanpassingen kunnen financiële consequenties hebben voor de gemeente. Individuele Voorzieningen moet zich hierop beraden met betrekking tot regel­geving en beleid.

U it ko m st a f g e h a nd e l d e b e zwa a r sc h r if t e n Uitkomst afgehandelde bezwaarschriften: Kamer ıv

2%

overige

5%

(deels) gegrond

46%

32%

ongegrond

ingetrokken

16%

niet ontvankelijk

(deels) gegrond

ingetrokken

nietkamer 4 ontvankelijk

ongegrond

overige

totaal

11

98

43

95

4

251

Wmo - woonvoorziening

5

16

7

47

1

76

gehandicaptenparkeerkaart

3

20

8

46

1

78

huisvestingsvergunning

1

6

5

13

Wmo 8% - rolstoelvoorziening

25

4

5

4

11

ingetrokken Wmo - vervoersvoorziening

1

7

4

12

2

26

Woningonttrekking

2

3

5

2

1

13

Wmo - overige

5

2

3

10

overige

3

3

5

11

totaal percentages 2009 (2008)

24

27

163

81

234

9

514

5% (2%)

32% (57%)

16% (18%)

46% (20%)

2% (3%)

100%

31 Kamer iv

aan bijdraagt. Dan is duidelijker vastgelegd dat een burger zelf niets hoeft te regelen als hij een voorziening in natura wenst. Hierdoor is het uitgesloten dat hij ongewild werkgever of opdrachtgever is van een alfahulp of zelfstandige wordt bij het verkrijgen van huishoudelijke verzorging in. De burger kan ook kiezen voor een persoonsgebonden budget. Dan krijgt hij van de gemeente een toereikend bedrag – vergelijkbaar met natura – waarmee hij zelf de voorziening inkoopt. Gemeenten zijn verplicht hun burgers goed en begrijpelijk te informeren over de gevolgen van hun keuze. Dat heet geïnformeerde toestemming.



J aarverslaG 2009

kamer v A lgemene B ezwaarschriftencommissie R otterdam

bezwaarschriftenbehandeling

33

Kamer v behandelt bezwaar­schriften over rechtspositionele aan­ gelegenheden van (voormalige) Rotterdamse ambtenaren. Onderwerpen zijn ontslag wegens ongeschiktheid, ziekte of plichts­ verzuim, overplaatsing, financiële zaken over wachtgeld, terugvordering bezoldiging of plaatsing in de functionele schaal, functie­ beschrijving en -waardering.


34 JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

Kamer v

2008

2009

afgehandeld binnen de wettelijke termijn (commissie)

78%

83%

binnengekomen bezwaarschriften

261

229

afgehandelde bezwaarschriften

312

220

werkvoorraad (op 31 december)

114

128

To el ich tin g op de cijfers

I n h e t o o g sp r ing e nd e o ntw ik k e l ing e n

De commissie van Kamer V bracht dit jaar advies uit in 220 bezwaarschriften gericht tegen een rechtspositioneel besluit. Dat zijn er bijna 100 minder dan vorig jaar. Er kwamen dit jaar ook minder rechtspositionele zaken binnen; 229 om 261 in 2008. De uitkomsten van de afgehandelde zaken wijken niet substantieel af van 2008. De top 5 van diensten met de meeste bezwaarschriften is nauwelijks veranderd: 1 Stadstoezicht: 54 2 Sport & Recreatie: 38 3 SoZaWe: 21 4 Bestuursdienst: 19 5 Roteb: 18

Hoewel er minder zaken binnenkomen ervaart de commissie dat elke zaak de nodige aandacht vraagt, meer dan voorheen. ‘Er zit geen simpele zaak meer tussen!’. Ook is het aandeel ontslag en disciplinaire besluiten groter. Deze zaken liggen gevoelig bij zowel bezwaarmakers als de diensten en vragen alleen al daarom de nodige aandacht. De commissie is zich ervan bewust dat de gemeente Rotterdam in haar rol als werkgever integriteit hoog in het vaandel heeft staan. Niet alle diensten gaan daar hetzelfde mee om. Afhankelijk van de opbouw en samenstelling van het personeelsbestand geeft elke dienst een eigen invulling aan het beleid.

Van de 19 zaken onder de noemer Bestuursdienst zijn er 13 zaken, waarin de bevoegdheid tot ontslag bij de wethouder ligt. Medewerkers van de directie Middelen en Controle van de Bestuursdienst bereiden deze besluiten voor en daarom staan ze onder Bestuursdienst vermeld. Als we die 19 zaken verder uitsplitsen blijkt het volgende: Ontslagzaken: ■■ Stadstoezicht: 5 ■■ Bestuursdienst: 3 ■■ Roteb: 3 ■■ Wereldmuseum: 1 ■■ dS+V: 1 Overig: ■■ Bestuursdienst (o.a. bezoldiging en studiefaciliteiten) ■■ Voil/RET (schadevergoeding) ■■ Centrumraad (wachtgeld)

Analyse ABC-adviezen over integriteit In 2009 vond onderzoek plaats naar adviezen in het kader van integriteit. Signalen die de commissie bereikten over onvrede over de (inhoudelijke) advisering op dit punt, waren aanleiding voor dat onderzoek. Uit de analyse bleek niet dat de ABC het beoordelingskader onjuist hanteert. Ook stelt zij geen bovenmatige eisen aan zorgvuldigheid en motivering van primaire besluiten. Dit is conform de normen die rechtbanken hanteren. De ABC zou partijen wel voor de hoorzitting beter kunnen informeren over de gespreksonderwerpen, zodat zij zich beter op de hoorzitting kunnen voorbereiden. Uit dossieronderzoek komen ook voor diensten punten naar voren die de besluitvorming kunnen optimaliseren. Zij kunnen bijvoorbeeld primaire besluiten zorgvuldiger voorbereiden en nemen. Denk dan aan de feitenvaststelling, aannemelijk maken dat sprake is van laakbaar handelen en inzichtelijk maken dat er een belangenafweging heeft plaats gevonden (evenredigheidstoets).


9%

niet ontvankelijk

Ukamer it ko 1m st a f g e h a nd e l d e b e zwa a r sc h r if t e n

Werkbezoek In het kader van integriteit bracht de commissie in juni 2009 op uitnodiging van de dienst een werkbezoek aan Roteb. Tijdens het bezoek kregen de commissieleden een rondleiding op de locatie aan het Kleinpolderplein en lichtte Roteb aan de hand van een presentatie zijn specifieke integriteitsbeleid toe. Een positief en leerzaam bezoek, vond de commissie. Niet alleen de kant van Roteb kwam aan bod. De commissie kon ook haar positie verduidelijken en een toelichting geven over de juridische context waarin zij opereert (meer daarover in het interview).

kamer 2

Uitkomst afgehandelde bezwaarschriften: Kamer v

Kamer v

5%

overige

(deels) gegrond

41%

ongegrond

33%

ingetrokken

16%

niet ontvankelijk

kamer 6

(deels) gegrond

ingetrokken

nietontvankelijk

ongegrond

overige

totaal

11

10

3

9

5

38

bezoldiging

5

7

12

9

1

34

disciplinaire straf

6

6

1

10

1

24

schorsing - in belang dienst

5

6

1

4

functiebeschrijving

6

3

aanstelling

4

3

2

9

ontslag

functiewaardering

16 1

10

5

2

2

9

beoordeling

1

2

3

2

8

herplaatsing

1

5

overplaatsing schadevergoeding

2

1

7

3

1

6

2

1

1

1

5

overige

10

19

5

18

2

54

totaal

41

73

36

59

11

220

19% (19%)

33% (29%)

16% (20%)

27% (28%)

5% (4%)

100%

percentages 2009 (2008)

2

over

19%

27%

ongegrond

kamer 5

Kamer v

35


36

Smit

s ps

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

L

s oe

Sas

kia

Co

o

‘De winst is wederzijds begrip’ Nadat een aantal bezwaarprocedures rond integriteitskwesties in Kamer V anders liep dan verwacht – de ABC stelde scherpe vragen bij de werkwijze van Roteb – nam Roteb het initiatief voor een werkbezoek in juni 2009. De commissie ontving een uitnodiging om het bedrijf, de medewerkers en de specifieke werkomstandigheden te leren kennen.


37

V e r g aande hul p verlenin g ‘En die kritische vragen voelen soms wel onterecht’, vindt Smits. ‘We bereiden ons goed voor en gaan zorgvuldig met onze medewerkers om. Ik geef een voorbeeld: als een medewerker meerdere keren onder invloed op het werk verschijnt, bieden wij hem een hulp­ programma om dat aan te pakken. Wij gaan behoorlijk ver in onze hulpverlening. In hoeverre moet een bedrijf zich blijven inspannen als de medewerker terugvalt in het oude gedrag? Als zo’n zaak tot een bezwaarschrift leidt, dan lijkt de commissie soms wel erg op de hand van de medewerker te zijn. Aan de andere kant kun je ook lering trekken uit de feed-

back, want ook al doe je je uiterste best: er kan best eens een steekje vallen.’

Gelijke mo nnik e n Coops: ‘Bij ons is na het werk­ bezoek het beeld blijven hangen dat er zoveel meer achter deze dienst zit. Roteb doet inderdaad heel veel op het gebied van begeleiding van medewerkers. Ons bezoek aan een buurtserviceteam was echt een eyeopener.’ Smits vult aan: ‘Die teams houden wijken schoon met mensen die, zoals dat heet, een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. De leiding­gevende is daar niet alleen functioneel leiding­ gevende, maar ook vader en hulpverlener voor zijn mensen. We richten ons op het sociale aspect en op prestatie. En juist in deze groep is het plichtsverzuim hoog.’ ‘De commissie toetst puur juridisch aan de Rotterdamse regelgeving’, geeft Coops aan. ‘Dat toetsingskader is hetzelfde voor alle dertienduizend medewerkers van de gemeente Rotterdam, van Roteb-medewerker tot GGDarts. Dat is wel eens moeilijk voor de commissie en natuurlijk ook voor een dienst als de Roteb.’

‘Lesson s l e a r ne d ’ ‘Dit soort zaken raakt heel erg aan het gevoel van mede­ werkers’, beseft Smits. ‘Wij moeten puur de feiten weer­ geven, gespeend van emoties. Het is aan ons om kritisch te

zijn in de voorbereiding. Leren we van bezwaren? Ja, in zekere zin: we proberen te anticiperen op de vragen van de commissie. En soms levert het oordeel van de ABC nieuwe inzichten. Zo hebben we bijvoorbeeld ons alcohol- en drugsbeleid verduidelijkt, omdat in de bezwaar­ behandeling bleek dat er ruimte was voor interpretatieverschillen over de rol van de leidinggevende. Ik merk overigens dat de commissie nu wel genuanceerder is in haar kritiek.’ De winst van het werkbezoek is wederzijds begrip. Zowel Coops als Smits zijn voorstander van regel­ matige werkbezoeken, en niet alleen bij Roteb. Coops: ‘We blijven objectief toetsen, maar wel met deze ervaring in het achterhoofd.’

Thema- interview

Loes Smits is unitmanager HR Advies bij Roteb en was nauw betrokken bij de organisatie van het werkbezoek: ‘De commissie was al eerder op werk­ bezoek geweest, maar dat was alweer vijf jaar terug. Wij vonden dat er genoeg aanleiding was voor een nieuw bezoek. We wilden de commissieleden en de secretarissen laten zien hoe serieus we omgaan met gevoelige integriteitszaken, wie onze medewerkers zijn en waar zij mee te maken krijgen.’ Saskia Coops zat aan de andere kant van de tafel, zij is secretaris en operationeel coach van Kamer V: ‘Vaak gaat het in deze zaken om ontslag of schorsing. We kunnen niet anders dan daar kritische vragen bij stellen.’


38


J aarverslaG 2009

kamer v覺 A lgemene B ezwaarschriftencommissie R otterdam

bezwaarschriftenbehandeling

39

Kamer v覺 behandelt bezwaar簫schriften tegen besluiten op het gebied van sociale zaken en werkgelegen簫heid.


40

en

Ra

gh

o en

at

sk

h

Sa a

i

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

Pa r v e

La

ns

be

rge

n

‘Je moet van de praktijk willen leren’ De rol van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe) en Juridische diensten in de bezwaarafhandeling overlapt elkaar op punten. Zij besloten met twee pilotprojecten te onderzoeken of ‘ontdubbelen’ mogelijk is en wat het oplevert. Dat is niet het enige wat deze diensten doen om te leren van bezwaren. Ook de nieuwsbrief ‘Opgemerkt’ is daarin een belangrijk middel.


41

Voor- en nadelen De pilots zijn bedoeld om te kijken of een efficiëntere werkwijze mogelijk is. ‘De aanleiding waren de dubbele taken in het proces’, legt Parveen Raghoenath uit. Zij werkte namens SoZaWe mee aan ‘Van A-Z’. ‘Een voordeel is dat het besluit op bezwaar sneller volgt. Voorheen gold een periode van drie weken voor heroverweging door SoZaWe, voordat een bezwaar doorging naar Juridische diensten. Een nadeel voor SoZaWe-medewerkers is de extra werkplek. Naast je kantoor en het Werkplein is daar het kantoor van Juridische diensten bijgekomen, waar we het besluit op bezwaar schrijven. Dat drukt weer op de tijdwinst. Om een efficiencyslag te maken, moet je dus alles heel

goed inplannen. Ik concludeer nu dat de oude situatie ook zo gek nog niet was, maar ik verwacht wel dat we waardevolle aanpassingen uit de pilots kunnen halen.’

‘Opgemerkt’ Vier keer per jaar geeft Juridische diensten de nieuwsbrief ‘Opgemerkt’ uit. De uitgave is bedoeld voor SoZaWe, leden van de ABC en medewerkers van Juridische diensten. Ook daar werkt Lansbergen aan mee: ‘Wij signaleren trends in besluit­ vorming bij de diensten en in de rechtspraak. In de nieuwsbrief schrijven wij daarover. We geven tips om de juridische kwaliteit van besluiten te ver­ beteren. Een voorbeeld? SoZaWe zette tijdelijk de uitkering stop van cliënten, die niet meewerkten aan een traject om werk te vinden. Uit de jurisprudentie blijkt dat je de uitkering alleen mag stoppen, als het recht erop niet is vast te stellen. Dat onderwerp hebben we uitgewerkt in de nieuwsbrief.’ Raghoenath: ‘En dat werkt. Die boodschap is mede door ‘Opgemerkt’ geland en het onderwerp is besproken op de Werkpleinen. De input uit de nieuwsbrief is structureel een onderwerp in ons overleg. Als we vinden dat de informatie van Juridische diensten schuurt met ons beleid, dan geven we dat door aan de afdeling Beleid en Strategie en dat kan leiden tot aanpassing of verduidelijking van het handboek.’

Conclusies Raghoenath en Lansbergen vinden allebei dat je moet willen leren van de praktijk. Raghoenath: ‘Gegrondver­ klaringen bespreken we met de medewerker die het betwiste besluit heeft genomen, maar dat moet ook breder zodat alle medewerkers ervan kunnen leren. Datzelfde geldt voor ‘Opgemerkt’; dat werkt door het actief op te pakken en te bespreken op de werkvloer.’ ‘Ook de pilot is leerzaam’, vindt Lansbergen. ‘Ik heb meer inzicht gekregen in de actuele situatie op het Werkplein en kan daar sneller op reageren.’ Allebei hebben ze meer waar­ dering en begrip voor elkaars werk gekregen en geloven zij dat de pilots in elk geval dat als positief effect hebben.

Thema- interview

Saskia Lansbergen van Juridische diensten was betrokken bij de pilot ‘Van A-Z’: ‘De kern van deze pilot is dat één medewerker het bezwaar behandelt, waar voorheen zowel een medewerker van Juridische diensten als van SoZaWe daar een aandeel in hadden. Er is dus geen overdracht meer nodig. In de pilot ‘Selectie aan de poort’ beoordeelt een medewerker op het Werkplein of het bezwaar doorgaat naar Juridische diensten of naar SoZaWe voor behandeling. Dat is afhankelijk van of er wel of geen bijstelling van het besluit te verwachten is.’


42

Kamer vı

2008

2009

afgehandeld binnen de wettelijke termijn (commissie)

96%

95%

afgehandeld binnen de wettelijke termijn (ambtelijk horen)

96%

94%

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

binnengekomen bezwaarschriften

4.895

4.798

afgehandelde bezwaarschriften

4.788

4.745

werkvoorraad (op 31 december)

874

944

To el ich ting op de cijfers Er kwamen 100 zaken minder binnen dan vorig jaar en het aantal afgehandelde zaken daalde met 40. De input steeg de tweede helft van 2009 tot gemiddeld 430 zaken per maand. De organisatie is erop ingericht om tijdig maatregelen te kunnen nemen. Er ontstonden dus geen achterstanden en de behandeltermijnen werden niet langer. De uitkomst van de afgehandelde zaken komt nagenoeg overeen met 2008.

In he t o o g springende on tw ikkelinge n Re-integratie en maatregelen Een belangrijke doelstelling van de Wet werk en bijstand (Wwb) is de zelfstandigheid van uitkeringsgerechtigden te bevorderen. De dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe) heeft de taak uitkeringsgerechtigden een traject aan te bieden naar arbeid of scholing. Houdt men zich niet aan de voorwaarden van dit traject, dan volgt in veel gevallen een maatregel. Dat houdt in een verlaging tussen 5 en 100 procent van de uitkering, gedurende een of meer maanden. Bij herhaling wordt de maatregel verdubbeld. In 2009 dienden 158 burgers een bezwaarschrift in tegen maat­ regelen van 100 procent verlaging van de uitkering. Het merendeel van de maatregelen was opgelegd omdat mensen een baan weigerden. Ook als mensen hun werk niet behouden volgt een maatregel van 100 procent. Klanten die stelselmatig niet meewerken aan hun arbeidsinschakeling worden aangemeld bij een projectmedewerker van SoZaWe. Hij biedt de klant een contract van drie maanden bij Roteb aan als medewerker Buurtserviceteam. De functie bestaat uit het schoonhouden van de wijk. Men ontvangt hiervoor het minimumloon en de uitkering stopt. Als reden van

bezwaar voor het weigeren van deze baan stelt men vaak dat het werk maar voor drie maanden is. Daarna valt men weer terug op de uit­ kering. Maar de praktijk is anders. Als de medewerker zijn werk goed doet, krijgt hij een contract van zes maanden aangeboden. Er zijn al meerdere succesverhalen van medewerkers die binnen Roteb hogerop zijn gekomen en inmiddels een vast contract hebben. In slechts vier zaken adviseerde de commissie de bezwaren gegrond te verklaren. Hier had SoZaWe niet goed naar de medische omstandigheden gekeken. Daardoor betrof het geen passende baan. De weigering is in dat geval niet verwijtbaar. Bij het opleggen van een maatregel van 100 procent kijkt de commissie of de gevolgen daarvan niet onevenredig zwaar zijn. Onlangs oordeelde de Centrale Raad van Beroep in een Rotterdamse zaak dat een maatregel van 100 procent verlaging, wegens stelselmatig werk weigeren, voor twee maanden, vervolgens weer twee maanden en aansluitend vier maanden niet onevenredig is. De bezwaarmaakster had vanaf het begin aangegeven het aangeboden werk niet te kunnen verrichten omdat haar talenten op een ander vlak liggen en zij ongeschikt is voor het aangeboden werk. De commissie beveelt aan dat SoZaWe de achtergrondinformatie voor de aanmelding van een baanaanbod bij Roteb in de stukken opneemt. Daarnaast vindt de commissie het belangrijk dat de voorwaarden van het werkaanbod goed aan de uitkeringsgerechtigde worden uitgelegd. Hierover moet SoZaWe duidelijk en objectief rapporteren.


ID-banen Na de ‘topjaren’ 2007 en 2008 kwamen er in 2009 maar zes bezwaarschriften op dit terrein binnen. Opvallend is dat niet alleen werk­ nemers, maar ook werkgevers bezwaarschriften indienden. Daarbij ging het om een verlaging of terugvordering van verstrekte loonkostensubsidie. Bijvoorbeeld omdat de betreffende werknemer gedurende het jaar uit dienst trad. Zeven bezwaarmakers trokken hun bezwaarschrift in, omdat zij alsnog werk vonden of tot overeenstemming kwamen met SoZaWe. De uitspraken op bezwaarschriften door het College van B en W leiden naar verhouding niet vaak tot beroepszaken. In 2009 waren dat er acht, veelal in reactie op beslissingen op bezwaar in 2008. De rechtbank achtte elf beroepen in 2009 ongegrond of niet-ontvankelijk. Dat laatste bijvoorbeeld doordat men inmiddels ergens anders een baan had gevonden. Een aantal beroepszaken loopt ook nog. Er is één uitspraak door de Centrale Raad van Beroep bekend: gegrond op basis van een vormfout.

Zelfstandigen De commissie constateerde dit jaar bij de behandeling van bezwaarschriften op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) dat deze rijksregeling (AMvB) niet goed op de doelgroep (sociaal zwakkeren of bijstandsgerechtigden) is afgestemd. Uit de behandelde zaken blijkt dat de doelgroep in het algemeen niet binnen een redelijke termijn aan de harde economische criteria van de regeling kan voldoen. Zij zouden de activiteiten moeten staken en zich op de arbeidsmarkt moeten begeven (solliciteren enzovoort), terwijl zij door de huidige economische crisis vrijwel kansloos zijn en dat geldt vooral voor de 50+’ers in deze groep. De commissie geeft SoZaWe in overweging om in haar contacten met het Ministerie aan te dringen op aanpassing van deze regeling, zodat de doelstelling – een steun in de rug voor startende ondernemers vanuit de bijstand – kan worden bereikt. Op deze groep zou eigenlijk hetzelfde regime van toepassing moeten zijn als bij de verlening van bijstand op grond van de Wwb. De inkomsten die zij verwerven kunnen gewoon op de reguliere bijstandsuitkering worden gekort, al dan niet met vrijlating van een gedeelte. Belanghebbenden blijven dan actief, zijn niet geheel afhankelijk van een bijstandsuitkering en kunnen zichzelf gedeeltelijk bedruipen. Het zeer strikt hanteren van het levensvatbaarheidcriterium werkt averechts voor deze groep. Wanneer de economie weer aantrekt, is het bovendien een pre dat zij bij een eventuele sollicitatie kunnen aantonen dit soort activiteiten te hebben ontplooid. De commissie vindt dat zowel de bevoegdheid tot borgstelling als de bevoegdheid tot verlening van een uitkering op grond van het Bbz 2004 in één hand moet worden gebracht om de effectiviteit en de transparantie van de regeling te bevorderen.

43 Kamer vi

Wet inburgering In 2009 behandelde de commissie 55 bezwaarschriften over de Wet inburgering. In de meeste gevallen ging het om bezwaren tegen vaststellingsbesluiten en ontheffingen van de inburgeringsplicht. Het eerste type besluit stelt vast dat men behoort tot de categorie inburgeringsplichtigen, het tweede type besluit speelt bijvoorbeeld als er medische beperkingen zijn. Het contact tussen de verantwoordelijke afdeling Inburgering van SoZaWe en Juridische diensten verloopt goed. Dat resulteerde in een tijdige afhandeling van alle bezwaarzaken. Ook op het gebied van beleid is er een goede verstandhouding tussen Juridische diensten, Jeugd, Onderwijs en Samenleving en de afdeling Beleid en Strategie van SoZaWe. Zij houden elkaar op de hoogte van ontwikkelingen binnen de bezwaarpraktijk, de Rechtbank Rotterdam en de Centrale Raad van Beroep. De diensten stemmen onderling af en kijken waar zij van elkaar kunnen leren en zaken kunnen verbeteren.


8%

ingetrokken

9%

ontvankelijk

44

Uitko ms t afgehandelde bezwaarschr if t e n kamer 2

kamer 4

Uitkomst afgehandelde bezwaarschriften: Kamer vı

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

19%

2%

overige

kken

8%

16%

(deels) gegrond

s) gegrond

%

kamer 3

ingetrokken

41%

ongegrond

32%

niet ontvankelijk

kamer 6

Kamer vı

(deels) gegrond

ingetrokken

nietontvankelijk

ongegrond

overige

totaal

bijzondere bijstand

155

99

299

659

25

1.237

terugvordering

182

61

247

326

24

840

afwijzing uitkering

51

28

131

117

12

339

langdurigheidstoeslag

50

23

110

124

5

312

buitenbehandelingstelling

39

19

99

94

6

257

beëindiging

36

28

115

67

5

251

aflossingsbedragen

52

17

65

55

11

200

hoogte uitkering (norm/toeslag)

38

20

72

58

4

192

ingangsdatum/beëindiging

23

11

44

84

3

165

maatregel fraude/agressie

31

4

51

72

maatregel overig

30

4

39

70

re-integratie

13

7

41

68

opschorting

9

7

80

26

IOAW, IOAZ en BZ nieuwe beslissing op bezwaar WIN, kinderopvang

158 143 4

133 122

8

11

20

42

1

82

49

1

7

13

3

73

3

2

34

22

1

10

40

1

52

2

41

koppelingswet

61

beslaglegging

3

3

20

13

toestemming vakantie

3

1

17

4

25

afwijking van eerder genomen besluit

3

4

9

3

19

ID-banen

1

7

2

7

dwangsom

3

1

4

overige totaal percentages 2009 (2008)

1

10

17 5

13

2

13

782

359

1.523

1.968

113

4.745

16% (16%)

8% (6%)

32% (34%)*

42% (41%)

2% (3%)

100%

* Hierin zitten veel zaken die naar aanleiding van het indienen van een bezwaarschrift alsnog zijn opgelost. Onder meer door het nemen van een nieuw besluit dat tegemoet komt aan de bezwaren. Om die reden is er geen belang meer het bezwaarschrift verder af te handelen en wordt het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.


92%

96%

92%

90%

De kamers vergeleken

9.570

9.543

Ruim 90 procent van de bezwaarschriften wordt binnen de wettelijke termijn afgehandeld. Uitschieters naar beneden zijn de Kamers I en III. Kamer I kende problemen in de bezetting, maar die zijn inmiddels opgelost. En Kamer III heeft te maken met een langere besluitvormingsprocedure van de gemeenteraadsbesluiten. In vergelijking met de andere kamers gaat het echter om een klein aantal 9.777 9.780 zaken. Via ambtelijk horen worden bezwaarschriften vaker binnen de behandeltermijn afgedaan, maar de verschillen zijn klein.

vergunningen. Kamer IV zag vanaf juni een stijging in zaken over Wmo huishoudelijke verzorging.

2009

2008

2009

2008

2009

119

119

141

117

Kamer ıı

3.641

3.975

3.392

4.162

8

22

12

22

Kamer ıv

646

634

898

514

Kamer v 3

261

229

312

220

7

6 Kamer ııı 5 4

Kamer vı 2

4.895

4.798

4.788

4.745

1 totaal

9.570

9.777

9.543

9.780

0%

Kamer ı

75%

nvt

Kamer ıı

87%

91%

Kamer ııı

50%

nvt

Kamer ıv

85%

76%

Kamer v

83%

nvt

Ontwikkeling werkvoorraad per kamer

Kamer vı

95%

94%

1000

90%

1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

controle Juridische diensten expirimenteel Juridische diensten Ook in de werkvoorraad – bezwaarschriften in behandeling – zijn de geschetste ont­ wikkelingen terug te zien.

944 874

92%

791

800

616

600

Net als vorig jaar was het aantal afgehandelde bezwaarschriften in evenwicht met het aantal 1.969 ontvangen bezwaarschriften (bijna 9.800). Per kamer zijn er wel verschillen. Kamer II handelde minder zaken af dan er binnenkwamen. In 2009 waren er periodes waarin de 2009 output op basis van werkvoorraad plaatsvond (oude zaken). Dat waren zaken met een langere looptijd, dus niet over huisvuil en parkeer­

400 237 200

114 128

114 35 38

6

0

kamer I

kamer II

31 dember 2008

6

kamer III

kamer IV

kamer V

kamer VI

31 december 2009

(deels) gegrond

ingetrokken

nietontvankelijk

ongegrond

overige

totaal

17

22

11

62

5

117

Kamer ıı

1.057

335

773

1.841

156

4.162

Kamer ııı

-

4

5

12

1

22

Kamer ıv

27

163

81

234

9

514

Kamer ı 43%

28%

25%

13%

20% 10%

4%

3%

Kamer v

41

73

36

59

11

220

Kamer vı

782

359

1.523

1.968

113

4.745

totaal percentage 2009 (2008)

2008

2008

Kamer ı 8

ambtelijk horen

Uitkomst afgehandelde bezwaarschriften 42%

afgehandelde bezwaarschriften

commissie

2009

totaal

1.934

10 9

bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn 2008

binnengekomen bezwaarschriften

2009

1.924

956

2.429

4.176

295

9.780

20% (13%)

10% (13%)

25% (28%)

43% (42%)

3% (4%)

100%

De kamers vergeleken

2008

45


46 JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

Het aantal zaken dat niet-ontvankelijk was, ligt in Kamer VI een stuk hoger dan in de andere kamers. Dat komt doordat de zaak toch nog opgelost kon worden naar aanleiding van het indienen van het bezwaar. Als de dienst alsnog volledig tegemoet kwam aan de bezwaren, was er geen belang meer voor verdere afhandeling. De commissie verklaart het bezwaarschrift dan ‘kennelijk niet-ontvankelijk’. Dit komt voor in ongeveer 20 procent van de zaken.

Contrairprocedure De ABC behandelt alle bezwaarschriften, uitgezonderd die van de Gemeentelijke belastingdienst Rotterdam. Zij brengt een advies uit aan het bestuursorgaan dat het oorspronkelijke besluit nam, meestal het College van B en W. Een advies van de commissie heeft geen vrijblijvend karakter: het bestuursorgaan kan daar alleen gemotiveerd van afwijken. Adviseert de ABC een bezwaarschrift gegrond te verklaren, dan geeft het hoofd van Juridische diensten – als secretaris van de commissie – het organisatieonderdeel dat het besluit voorbereidde de gelegenheid te reageren op het conceptadvies. Een organisatieonderdeel kan het bestuursorgaan adviseren af te wijken van het ABC-advies door een contramemorie uit te brengen. Beide adviezen gaan naar het bestuursorgaan, dat uiteindelijk de knoop doorhakt. Als het bestuursorgaan van het ABC-advies wil afwijken, moet het de reden daarvoor gemotiveerd vermelden in de beslissing op het bezwaarschrift.

Kamer I De kamer verklaarde zeventien zaken gegrond. De burgemeester week in acht daarvan af van het ABC-advies. Vorig jaar gebeurde dat in zeven van de acht zaken. En dat is relatief gezien een daling. Kamer II In Kamer II speelden twee contrairzaken. In beide gevallen volgde het college het contrairadvies. In één zaak ging de bezwaarmaker in beroep, waarop het bezwaar deels gegrond verklaard werd. Kamer III en IV Net als vorig jaar waren er in deze kamers geen contrairzaken. Kamer V De commissie adviseerde dit jaar in 41 zaken het bezwaar gegrond te verklaren. In tien van die zaken diende de betrokken dienst een contrairadvies in. Uiteindelijk volgde het college in zeven zaken het advies van de com­ missie en in de drie andere het advies van de dienst. Dat is dus in 30 procent van de gevallen. In 2008 was dat 33 procent en in 2007 nog 50 procent. Zoals vorig jaar aangekondigd zijn de contrairzaken waarop beroep werd ingesteld, verder gevolgd.


contrair 2007 Kamer v

contrair 2008

20

15

6

4

Bij acht van de achttien beroepszaken kwam de rechtbank tot hetzelfde oordeel als de commissie in de bezwaarfase: gegrond. In zes daarvan onderschreef de rechtbank letterlijk de overwegingen van de commissie. Opvallend is, dat de rechtbank ĂŠn de commissie concludeerden dat in al deze disciplinaire zaken het plichtsverzuim helemaal niet of slechts deels kon worden vastgesteld. Daarom vonden zij dat een straf opleggen niet aan de orde kon zijn of dat de opgelegde straf niet evenredig was. Kamer VI In 2009 kende de kamer vier contrairzaken, die allemaal gingen om een maatregel wegens agressie. In alle gevallen volgde het bestuursorgaan toch de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid, omdat er sprake zou zijn van principezaken. Dat gebeurde overigens tegen het advies van de afdeling Bestuurlijke, Juridische en Internationale Zaken (BJI) in. In twee zaken tekenden bezwaarmakers beroep aan. Begin 2010 behandelt de rechtbank deze zaken.

totaal contrair

10

beroep ingesteld

45

18 (40%)

nog geen uitspraak

ingetrokken

gegrond (op basis van andere over­wegingen dan de commissie)

totaal

4

2

2

18

In 2008 ging Sociale Zaken en Werkgelegenheid uiteindelijk in twee zaken contrair. Er waren wel meer meldingen, maar die zijn of in onderling overleg opgelost of SoZaWe besloot na beraad niet contrair te gaan.

C o nc l u sie Het beleidskader contrair uit 2007 lijkt zijn vruchten af te werpen. De commissie ziet een daling van het aantal contrairzaken. De doelstelling van het beleidskader is alleen zaken met een beleidsmatige of financiĂŤle uitstraling van enig belang aan het college ter besluitvorming voor te leggen. In 2009 vond evaluatie van het beleidskader plaats en dat leidde tot een kwaliteitsimpuls. Een dienst hoeft nu alleen een contrairbeslissing op bezwaar aan te leveren. Daarin gaat zij in op het ABC-advies en geeft zij argumenten voor een andersluidende beslissing. Een contramemorie is niet meer nodig. Dit stimuleert om korter, scherper en beter te motiveren.

47 Contrairprocedure

gegrond ongegrond (rechtbank nam (rechtbank nam advies ABC over) contrairadvies dienst over) resultaten beroep bij contrairzaken

contrair 2009


48

Ontwikkelingen

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

Organisatorisch Nieuwe kamerindeling Om haar werk goed te kunnen doen, is de ABC opgesplitst in zes kamers. In 2009 stelde de raad een nieuwe kamerindeling vast. Ook de kamers II en IV hebben nu een meer thematische grondslag volgens rechtsgebieden. Dat bracht duidelijkheid, ook naar buiten toe. Het maakt meer specialisatie in de kamers en ambtelijke ondersteuning mogelijk. De nieuwe indeling sluit ook beter aan op de beleidsterreinen van de gemeentelijke diensten. Dat versterkt de wisselwerking tussen de diensten en de commissie. Zij wisselen gemakkelijker informatie uit over nieuwe beleidsontwikkelingen en jurisprudentie. De commissie koppelt ook kennis, ervaringen en inzichten terug naar de diensten, die zij opdoen door de behandeling van bezwaren. Kamer II behandelt nu het omgevingsrecht in brede zin en het daarmee verbonden hand­ havingsrecht. Het werkgebied van Kamer IV be­slaat de rechtsgebieden bestuursrecht algemeen en subsidierecht. De individuele voorzieningen van de Wmo vallen tegenwoordig onder Kamer VI, die ook de overige taken van de dienst Sociale zaken en Werkgelegenheid (waaronder andere prestatievelden van de Wmo) omvat. De verordening is op deze punten aangepast. Nieuwe voorzitter ABC Mevrouw Kuijper aanvaardde in 2009 een nieuwe functie en zij legde het voorzitterschap van de ABC neer. De heer Klaassen neemt deze taak nu op zich tot de gemeenteraads­ verkiezingen. Advocaat in dienstbetrekking Sinds half 2009 heeft Juridische diensten een aantal advocaten in dienstbetrekking. Hiermee helpt zij de kosten van externe inhuur terug te dringen en de kennis binnen de organisatie op te bouwen en efficiënter te benutten. Op 19 november 2009 organiseerde Juridische

diensten een eerste landelijk seminar voor advocaten in dienstbetrekking – een mooie gelegenheid om van elkaars ervaringen te leren.

Dienstverlening Digitaal bezwaar De gemeente wil zoveel mogelijk drempels voor Rotterdammers wegnemen als het om dienstverlening en rechtsbescherming gaat. Zij kunnen sinds 1 juli 2009 daarom ook digitaal bezwaar maken tegen besluiten van de gemeente via het digitale loket op www.rotterdam.nl. In 2009 maakten negentig Rotterdammers gebruik van die mogelijkheid. Juridifoon Bezwaarschriften afhandelen levert veel kennis en inzicht op. Via Juridische diensten deelt de commissie die kennis met medewerkers binnen de gemeente. Uiteindelijk is dat weer goed voor de burger en daar draait het om. Als diensten over toereikende juridische kennis beschikken in het stadium van de aanvraag, kunnen zij bezwaarschriften voorkomen. Sinds 1 januari 2009 is er de Juridifoon, een telefonische helpdesk. Achter het nummer (010) 267 57 77 schuilt een team van allround juristen die iedere vraag binnen 24 uur beantwoorden. Dat scheelt collega’s veel uitzoekwerk. Het aantal juridische fouten vermindert en daarmee het aantal rechtszaken. De meest gestelde vragen komen op intranet. Ook weer een mogelijkheid om leereffecten terug te koppelen. Doorlopend klantenonderzoek Vanaf eind 2009 stuurt Juridische diensten met elk besluit op bezwaar een feedbackkaart mee. Ze nodigt hiermee burgers uit suggesties te doen voor verbetering van de dienstverlening. En dat werkt. Klantenonderzoek leidde in 2009 tot een betere telefonische bereikbaarheid en duidelijker, minder juridisch taalgebruik in brieven. In 2010 staat het taalgebruik in de beschikkingen op de agenda.


Aanbevelingen Weekmarkten versus verlevendiging marktpleinen De commissie deed de aanbeveling duidelijkheid te scheppen over het beleid voor reguliere weekmarkten versus het beleid ter verlevendiging van de marktpleinen en daarover eenduidig te communiceren. Resultaat: De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) wijzigde in 2009 en zal weer wijzigen. Sanctiebeleid warenmarkten Rotterdam De commissie gaf in overweging dat Stads­ toezicht de marktmeesters goed informeert en instrueert over de wijzigingen in het sanctie­ beleid. Resultaat: Nu de beleidsregel Sanctiebeleid warenmarkten is ingetrokken, grijpt men voor het sanctioneren van overtredingen van de marktvoorschriften terug op de bestaande sanctiebepalingen. Rotterdamwet Een van de eisen voor een huisvestingsver­ gunning voor bepaalde Rotterdamse buurten is dat de aanvrager zes jaar onafgebroken in Rotterdam of de Stadsregio woont. Die eis leidt in de praktijk soms tot schrijnende situaties. De Commissie zag graag dat deze bezwaarzaken bij de komende evaluatie van de Rotterdamwet worden meegenomen. Resultaat: Dit gaat nog gebeuren. Wmo, woonvoorzieningen De commissie deed de aanbeveling de grenzen voor de balans tussen wensen van de bezwaarmaker en de doelmatigheid en kostenefficiëntie van een voorziening preciezer in beleids­ regels te formuleren. Resultaat: Dit is nog steeds in ontwikkeling.

Wmo, terugvordering persoonsgebonden budget huishoudelijke verzorging Het viel de commissie op dat het bedrag in de terugvordering vaak niet klopte. Resultaat: het probleem had onder andere een rekentechnische achtergrond. Dit deel is inmiddels opgelost. Mediation Om de inzet van Mediation te stimuleren stelde de commissie een nieuwe werkwijze voor. Als de ABC constateert dat een geschil zich beter leent voor mediation, kan zij een tussenadvies geven. Zij vraagt daarin het college de dienst opdracht te geven om positief mee te werken aan mediation. Resultaat: Het college nam de aanbeveling over en communiceerde de nieuwe werkwijze naar commissieleden en medewerkers. Daarbij was er aandacht voor goede voorlichting door te informeren over indicaties voor en tegen mediation. Vooralsnog leidde dat (nog) niet tot meer mediations. Contraircriteria De commissie gaf het college in overweging om nogmaals te kijken wat een grotere terughoudendheid in de weg staat bij de mogelijkheid contrair te adviseren in de kamers I en V. Resultaat: De contraircriteria gelden formeel niet voor besluiten van de burgemeester. Toch vormen ze in de praktijk van Kamer I het toetsingskader om te bepalen of voor de burgemeester aanleiding bestaat om contrair te gaan. Uit de cijfers van de afgelopen jaren blijkt dat het aantal contramemories voor Kamer I weliswaar daalde, maar nog altijd substantieel is. In Kamer V zijn er relatief veel contrairzaken. Ook dat is een vertrouwd beeld. Het lijkt bijna inherent te zijn aan rechtspositionele zaken.

A anbevelingen

A anb eve ling en 2009

49


50

Aanb eve lingen 2010

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

Om de aanbevelingen concreter te maken beschrijft de ABC nog preciezer voor wie de aanbeveling bedoeld is. Aanwezigheid vertegenwoordigers van diensten tijdens hoorzitting In bepaalde gevallen heeft de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van een dienst meerwaarde. De commissie ziet dat in de praktijk de diensten hun vertegenwoordiging op verschillende manieren invullen. Zij vindt dat niet altijd even effectief en ziet graag meer uniformiteit op dit punt. Juridische diensten inventariseert wat er per categorie nodig is. Daarna wordt dit met de diensten afgestemd. Aanbeveling voor de directeur Stadstoezicht Het verdient aanbeveling om meer aandacht te besteden aan de bewijsvoering in sanctiezaken. Dat betekent een volledig procesdossier en een gedegen motivering van besluiten. De commissie weet dat het sanctiebeleid is ingetrokken vanwege uitvoeringsproblemen. Zij geeft in overweging nieuw sanctiebeleid vast te stellen. Aanbeveling aan de burgemeester De commissie geeft in overweging de neven­ effecten van een sluiting van een horeca-inrichting nadrukkelijk mee te wegen. Zij meent dat de bestuursrechtelijke sanctie van een sluiting feitelijk al snel ‘uitpakt’ als een straf. Als voorbeeld geeft de commissie een faillissement van een horeca-inrichting als gevolg van een sluitingsbevel voor de duur van zes maanden. Aanbeveling voor de directeur Publiekszaken Strikte toepassing van regelgeving in GBAzaken over vreemdelingen kan tot zeer schrijnende situaties leiden. De ABC beveelt daarom aan te kijken of er andere wegen zijn om op humanitaire gronden tot een aanvaardbare oplossing te komen.

Aanbevelingen voor de directeur OBR Bij bezwaren tegen subsidiebesluiten kansen­ zones ziet de commissie regelmatig dat OBR het verweer te weinig toespitst op de concrete casus. Meer concretisering en individualisering komen de zaak ten goede. Aanbeveling voor de directeur Kunst en Cultuur Het advies van de kunstcommissie, dat de directeur van de dienst Kunst en Cultuur overneemt, is zeer summier. Dat valt de ABC op bij het beoordelen van kunstsubsidiezaken. Het behelst eigenlijk alleen de conclusie van de kunstcommissie. Volgens de commissie zou het advies meer inzicht moeten geven in de feiten waarop de kunstcommissie haar conclusie baseert en zou die haar advies uitgebreider moeten motiveren. Aanbeveling voor de directeur dS&V Hennepzaken De commissie heeft de indruk dat bij de hennepzaken te gemakkelijk de eigenaar van een pand wordt aangeschreven, terwijl het redelijker is de huurder aan te schrijven. Verder zou dS&V meer individualisering toe kunnen passen. Woningonttrekking Volgens de commissie zou dS+V aanvragers van een vergunning voor studentenhuisvesting eerder duidelijk moeten maken – waar dat van toepassing is – dat het indienen van een aanvraag weinig kans van slagen heeft. Vaak blijkt het quotum voor uitbreiding kamerverhuur al te zijn overschreden. Aanbevelingen voor de directeur Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wmo, verhuiskostenvergoeding De commissie wijst op de toename van wensen van aanvragers, zoals woongenot en woonduur, waarmee in het wegingsmodel rekening moet worden gehouden. Meer woningaanpassingen kunnen financiële consequenties hebben voor de gemeente. Individuele Voorzieningen moet zich hierop beraden met betrekking tot regel­ geving en beleid.


WMO, woonvoorzieningen De commissie vraagt in het bijzonder aandacht voor aanvragers met psychische problemen. De beleidsregel en de toelichting op de Verordening worden strikt toegepast met betrekking tot bouwkundige of woontechnische kenmerken van de woning. Dat kan de doelgroep van de Wmo, die ook personen met een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem omvat, bij een indicatie voor een woonvoorziening te veel inperken. Re-integratie De commissie beveelt SoZaWe aan de achtergrondinformatie voor de aanmelding van een baanaanbod bij Roteb in de stukken op te nemen. Daarnaast vindt zij het belangrijk dat de dienst de uitkeringsgerechtigde goed informeert over de voorwaarden van het werkaanbod. SoZaWe moet hierover duidelijk en ob­jectief rapporteren. Zelfstandigen Bij de behandeling van bezwaarschriften op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) constateerde de commissie dat deze rijksregeling (AMvB) niet goed op de doelgroep is afgestemd (sociaal zwakkeren en/of bijstandsgerechtigden).

De commissie geeft SoZaWe in overweging in haar contacten met het ministerie aan te dringen op aanpassing van deze regeling. Door aanpassing kan de doelstelling worden bereikt, namelijk een steun in de rug te zijn voor startende ondernemers vanuit de bijstand. Op deze groep zou eigenlijk hetzelfde regime van toepassing moeten zijn als bij verlening van bijstand op grond van de Wwb. De inkomsten die zij verwerven kunnen gewoon op de reguliere bijstandsuitkering worden gekort, al dan niet met vrijlating van een gedeelte. Belanghebbenden blijven dan actief, zijn niet geheel afhankelijk van een bijstandsuitkering en kunnen zichzelf gedeeltelijk bedruipen. Het zeer strikt hanteren van het levensvatbaarheidcriterium werkt averechts voor deze groep. Wanneer de economie weer aantrekt, is het bovendien een pre dat zij bij een sollicitatie kunnen aantonen dat zij dit soort activiteiten hebben ontplooid. Daarnaast zou het de effectiviteit en de transparantie van de regeling bevorderen, als zowel de bevoegdheid tot borgstelling als de bevoegdheid tot verlening van een uitkering op grond van het Bbz 2004 in één hand werd gebracht.

51 aanbevelingen

Wmo, terugvordering persoonsgebonden budget Bezwaarmakers begrijpen vaak niet welke bewijsstukken zij nog moeten leveren. Het is hun niet duidelijk dat betaling van het persoonsgebonden budget (pgb) per vier weken plaatsvindt en niet per maand. En dat de eigen bijdrage niet uit het pgb betaald mag worden. De commissie geeft Individuele Voorzieningen (IV) in overweging nog meer te communiceren met hun cliënten. Het valt de commissie op dat cliënten bij hun verantwoordingsformulier geen bewijsstukken hoeven te leveren. Er zou een helder beleid van IV moeten komen over verantwoording van het persoongebonden budget. De commissie geeft ook aan dat IV de toekenning van het aantal uren huishoudelijke verzorging niet of onvoldoende motiveert in de beslissing.


Resultaten pilot alter­natieve geschillenoplossing

52 JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

2007

jk horen

10.390

2007

ndeld

Doe le n

92%

89%

9.516

De gemeente Rotterdam hield van 1 april 2008 tot 1 april 2009 een pilot alternatieve geschillenoplossing. De aanleiding was een motie waarin de raad het college verzocht vroegtijdige en alternatieve vormen van conflictbemiddeling te stimuleren. De pilot levert ook een bijdrage aan de uitvoering van het kabinets­ beleid. Een van de speerpunten is de verbetering van de publieke dienstverlening in combinatie met de administratieve lastenverlichting voor burgers.

96%

2008

9.570

In92%de Rotterdamse pilot ging het erom geschillen met burgers op een minder juridische manier te behandelen. In conflictsituaties tussen een burger en de gemeente nam de behandelaar van een aanvraag of bezwaarschrift persoonlijk contact op met de burger om het conflict op te lossen. Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dS&V en Juridische diensten hanteerden deze andere werkwijze in een 2009 aantal geselecteerde zaken, waarbij de effecten zijn gemeten. De rechtsgebieden betroffen de Wet maatschappelijke ondersteuning en bouwvergunningen.

90%

9.543

2008

Het algemene doel van de pilot was voldoende informatie te genereren om na afloop een betrouwbaar beeld te hebben over de effecten 9.777 9.780 van de inzet van alternatieve geschillenoplossing in de gemeente Rotterdam. Daarnaast had de pilot vier inhoudelijke doelen: ■■ stijging burgertevredenheid; ■■ daling aantal bezwaarprocedures; ■■ stijging medewerkertevredenheid; 2009 ■■ inzicht in effectiviteit inzet ‘andere aanpak’.

Enkele cijfers De cijfers hebben alleen betrekking op de Wmo; de input aan bouwvergunningen was te gering om er conclusies aan te verbinden. De experimentele groep binnen Juridische diensten handelde 71 zaken af. De controlegroep voerde de reguliere afhandeling uit: in totaal 214 zaken. In de experimentele groep werd bijna anderhalf keer zo vaak een zaak ingetrokken. Verder viel op dat er in de alter­ natieve aanpak minder gegrondzaken waren. alternatief

controle

ingetrokken

63%

43%

gegrond

1%

3%

ongegrond

17%

30%

niet-ontvankelijk

10%

17%

overig

9%

7%

Burgertevredenheid Conflicten in de bezwaarprocedure gaan vaak niet alleen over de inhoud. Er is bij de bezwaarmaker sprake van miskenning, misvattingen en verkeerde aannames: misverstanden en miscommunicatie. Tevredenheidcijfer 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0%

1e kwartaal

2e kwartaal

controle Juridische diensten

3e kwartaal

4e kwartaal

expirimenteel Juridische diensten

1000

944 874

800

791


53

Medewerkerstevredenheid In deze aanpak staat de probleemoplossing centraal in plaats van het juridische gelijk. Het gaat om denken vanuit ‘de Rotterdammer’ en niet om een benadering vanuit de organisatie en/of de wet- of regelgeving. Medewerkers zeggen goed uit de voeten te kunnen met de nieuwe werkmethode. Het geeft voldoening. Wel blijkt het in de praktijk lastig als er geen speelruimte is voor onderhandeling. Tijdsbesteding Er zijn aanwijzingen dat deze aanpak niet meer tijd hoeft te kosten. Algemene uitspraken zijn echter niet mogelijk, gelet op het beperkte aantal zaken en de afbakening naar een specifiek rechtsgebied. Dat is onderwerp van vervolgonderzoek.

C onclus ie s De conclusies zijn dat de alternatieve aanpak leidt tot: ■■ een stijging van de burgertevredenheid met een punt; ■■ een stijging van de tevredenheid van de medewerkers; ■■ meer intrekkingen tijdens de bezwaarfase, in deze fase is de aanpak het effectiefst. De pilot was dus succesvol. Aan de hand van de onderzoeksresultaten zijn daarom criteria ontwikkeld om te bepalen welke andere typen zaken geschikt zijn voor deze afhandel­ methode. Juridische diensten heeft een inven-

tarisatie gemaakt. In 2010 zal de uitbreiding zijn beslag krijgen. U leest daar meer over in het volgende jaarverslag.

R esultaaten pilot alternatieve geschillenoplossing

Burgers zijn gemiddeld meer te spreken over de alternatieve methode. Het tevredenheidcijfer van de experimentele groep lag gedurende de pilot één punt hoger dan bij de controlegroep.


54


J aarverslaG 2009 A lgemene B ezwaarschriftencommissie Rotterdam

geschillen bij de rechter

55

Na de bezwaarschriftprocedure staat de beroepsprocedure open. De rechterlijke uitspraken vormen soms weer leerpunten voor de bezwaarschriften足behandeling en de primaire besluitvorming. Die kennis versterkt de kwaliteit van dienstverlening aan de burger.


56

Zeefwerking en beroepszaken

JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

Als iemand het oneens is met een uitspraak op een bezwaarschrift kan hij in beroep gaan bij de rechtbank. In 2009 gebeurde dat in 8,2 procent van de gevallen. In 69 procent van de beroepszaken stelde de rechter de gemeente in het gelijk. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met 2008. Opvallend bij de zeefwerking van de bezwaarprocedure en de uitkomst in beroep is het verschil tussen Wwb-zaken en Awb-zaken. Bij bijstandszaken is het aantal bezwaarmakers dat in beroep gaat bijna het dubbele van de Awbzaken, namelijk 10,7 procent tegen 5,6 procent. Het zal hier zeker een rol spelen, dat het een

laatste voorziening is in de noodzakelijke kosten van het bestaan. Het percentage beroepszaken dat stand houdt bij de rechtbank is bij de Wwb-zaken een stuk lager dan bij Awb-zaken: 65 procent tegen 74 procent. Op dit moment kijken Juridische diensten en Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de oorzaken en aanknopingspunten voor verbetering. In het volgende jaarverslag daarover meer.

zeefwerking bezwaar­ procedure beroepszaken dat stand houdt bij de rechtbank

Wwb

Awb-overig

89,3%

94,4%

65%

74%

totaal Kamer ı - vı

2005

2006

2007

2008

2009

zeefwerking bezwaarprocedure

91,7%

93,5%

91,5%

92,8%

91,8%

60%

70%

68%

69%

beroepszaken dat stand houdt bij de rechtbank

In het oog springende beroepszaken Ope nbare orde Onder openbare orde en veiligheid vallen onder andere exploitatievergunningen, het sluiten van horeca-inrichtingen en het optreden tegen hennepkwekerijen. Dit jaar kostte de behandeling van coffeeshopzaken veel tijd. Door het nieuwe coffeeshopbeleid mocht een aantal coffeeshops slechts tot 1 juni 2009 open blijven, omdat zij binnen een straal van tweehonderd meter hemelsbreed zaten van scholen voor mbo en voortgezet onderwijs. Daartegen zijn veel beroepszaken en voorlopige voorzieningen aangespannen, waarbij de grondslag van het nieuwe

beleid aan de orde werd gesteld. Ook behandelde Juridische diensten al in de bezwaarfase zaken. Daarnaast spanden coffeeshopexploitanten zaken aan omdat zij hun winkel wilden verplaatsen. De burgemeester had daar een negatief besluit over genomen, omdat ook dat niet past in het nieuwe coffee­shopbeleid. De rechtbank Rotterdam liet de besluiten van de burgemeester in stand in alle zaken op één na, waar de coffeeshop verplaatst werd nadat het pand gevaarzettend werd. De rechtbank oordeelde onder meer dat het nieuwe beleid


In vrijwel alle zaken stelden de bezwaarmakers hoger beroep in. De eerste uitspraken volgen in het eerste kwartaal van 2010. Andere opvallende uitspraken Op de valreep van 2009 volgde er een voor­lopige voorziening in een door de burgemeester opgelegde gebiedsontzegging. In een poging om de rust bij de viering van oudjaar te waarborgen, kregen ruim veertig mensen een gebiedsontzegging voor het centrum van Rotterdam. Dit waren mensen die (onder meer) betrokken waren bij de rellen op het strandfeest in Hoek van Holland. Voor mensen die alleen bij dat incident waren betrokken, lagen artikel 172 lid 3 van de Gemeentewet en subsidiair overtreding van artikel 2.10.1 van de APV Rotterdam aan de gebiedsontzegging ten grondslag. Opvallend was dat de voorzieningenrechter eerst inging op de subsidiaire grondslag. Hij vond dat daarin geen bevoegdheid lag voor een gebiedsverbod voor het centrum van Rotterdam voor iemand die alleen verdacht wordt van betrokkenheid bij het incident in Hoek van Holland. Artikel 172 lid 3 van de Gemeentewet geeft die bevoegdheid wel. Maar in het betreffende geval ondersteunden te weinig feiten de vrees dat die persoon met oudjaar de openbare orde zou verstoren. De voorzieningenrechter wees het verzoek toe. Bestrijding jeugdoverlast Katendrecht In de wijk Katendrecht klaagden de bewoners over de overlast door kinderen die (zeer) baldadig gedrag vertonen, ook in de latere avonduren. De burgemeester heeft de ouders van negen kinderen jonger dan twaalf jaar aan­ geschreven, nadat hij de gegrondheid van de klachten had vastgesteld. In die brief stond dat de politie of een andere toezichthouder het kind zou meenemen en thuisbrengen, als het overlast veroorzaakt of zich na negen uur ’s avonds zonder een van de ouders op straat bevindt.

De ouders en hun advocaat zagen deze brief aan voor een Awb-besluit. Zij voelden zich daardoor in hun vrijheid en rechten aangetast en vochten het besluit aan bij de bestuursrechter. In twee instanties werd hun beroep niet-ontvankelijk verklaard. In laatste instantie door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 18 november 2009, nummer 200902262/1/H3. De rechter stelt vast dat de burgemeester met de brief niet een in rechte afdwingbare verplichting oplegt of enig recht onthoudt. De waarschuwing verandert niets aan de rechtspositie van de ouders of die van hun zoon. De rechter voegt daaraan toe dat de burgemeester er terecht vanuit gaat dat de toezichthouders ook zonder een brief een jong kind mogen thuisbrengen, als zij het ’s avonds zonder toezicht op straat aantreffen. Dat laatste betreft volgens hem een feitelijke handeling. Huisverbod De Wet tijdelijk huisverbod trad op 1 januari 2009 in werking. De burgemeester mag iemand voor 10 dagen uit zijn woning zetten, als er een ernstige dreiging van gevaar is voor de huisgenoten. Deze periode kan verlengd worden tot maximaal 28 dagen. In Rotterdam heeft de hulpofficier van justitie het mandaat om het huisverbod op te leggen. De burgemeester besluit zelf over verlenging van het verbod. Hij krijgt hierbij advies van de GGD, mede gelet op hulpverleningstrajecten voor een pleger en de achterblijvers. In 2009 waren er in Rotterdam 451 huisverboden van kracht. Juridische diensten stonden de GGD bij. Zij hielp bij de juridische beleidsadvisering aan de burgemeester in de concrete gevallen van huiselijk geweld en bij allerhande juridische vragen rond deze wet. Dit laatste vooral vanwege de nieuwe materie en de nauwe samenwerking van de gemeenten Barendrecht, Lansingerland en Rozenburg met de GGD Rotterdam Rijnmond. De Wet tijdelijk huisverbod biedt in geval van bezwaren directe toegang tot de rechter, via een beroepsprocedure en eventueel een voorlopige voorziening. Ondanks de grote hoeveelheid huisverboden maakten relatief weinig belang-

57 G eschillen bij de rechter

redelijk is en bevestigde dat de twee grondslagen – artikel 13b van de Opiumwet en artikel 174 van de Gemeentewet – de juiste zijn.


58 JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

hebbenden de gang naar de rechter. De oorzaak hiervan is onduidelijk. Mogelijk speelden de kosten van die procedure een rol. Sinds september zijn de kosten echter aanzienlijk lager, doordat de rechtbank geen griffiegeld meer in rekening brengt. De rechtbank behandelde in 2009 slechts negen Rotterdamse beroepsprocedures over het tijdelijk huis­verbod. Juridische diensten trad hierin namens de burgemeester op. Twee belanghebbenden trokken hun beroep weer in en de rechter verklaarde twee zaken gegrond en de overige vijf ongegrond. Tegen een van de gegrond verklaarde procedures loopt appel bij de Raad van State. Het lijkt aannemelijk dat het aantal gerechtelijke procedures zal toenemen, gelet op de trend: zeven van de negen procedures vonden in het laatste kwartaal plaats. Kwaliteit school Ibn Ghaldoen Als de onderwijsinspectie een school aanmerkt als zeer zwak, kan een gemeentebestuur om het onderwijs te verbeteren de ouders van leerlingen van die school benaderen met informatie, aanbevelingen en hulp. Dat is in rechterlijke uitspraken vastgesteld. Eerder dachten veel mensen dat alleen de minister van Onderwijs – in de persoon van de inspecteur van Onderwijs – zich mocht uitlaten over en bemoeien met de kwaliteit van onderwijs. In het belang van het onderwijs mag het Rotterdamse gemeentebestuur ouders van leerlingen van een zeer zwakke school, schriftelijk informeren over die kwalificatie. Het gemeentebestuur mag hen aanraden een nieuw bestuur voor hun school te zoeken en aanbieden om hun kinderen te helpen zoeken naar een andere school. De brief werd gepubliceerd op de website van de gemeente. Voorgeschiedenis De onderwijsinspectie merkte de Rotterdamse school voor voorgezet onderwijs Ibn Ghaldoen aan als zeer zwak. Zij publiceerde dat via het internet. Het hof concludeert dat de gemeente redelijkerwijs kon oordelen dat Ibn Ghaldoen onvoldoende deed om de onderwijskwaliteit op de school te verbeteren (LJN:B19947, 7 juli 2009 Arrest van het Gerechtshof te s’-Gravenhage). De

brief en webpublicatie zijn volgens het hof rechtmatig. Het advies van de wethouder aan ouders om een andere school te kiezen is volgens het hof een praktische en door de ouders naar eigen keuze te gebruiken oplossing. Het hof ziet in de gang van zaken geen principiële kwestie, maar een praktische. Dat er nog vier andere zeer zwakke scholen zijn vindt het hof geen argument, omdat die scholen wel mee­ werken met de gemeente. Evenmin was er sprake van onjuiste of ongegronde informatie en van lichtvaardige verdachtmaking. De wethouder schreef de brief pas nadat hij tevergeefs het schoolbestuur op het verzuim had aangesproken. De rechtbank Rotterdam vond de brief eerder wel onrechtmatig. De gemeente handelde ‘disproportioneel’, vooral door ouders te adviseren een andere school voor hun kind te kiezen. Daar hoort een wethouder zich niet mee te bemoeien, meende de rechter in kort geding.

R u im t e l ijk e O r d e ning Maasvlakte 2 Het bestemmingsplan Maasvlakte 2 is onherroepelijk van kracht na de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 4 november 2009. Als een donderslag bij heldere hemel kwam ruim vijf jaar geleden (26 januari 2005) de uitspraak van de Afdeling. Die vernietigde voor een belangrijk deel de planologische kernbeslissing (pkb) van de Ministerraad en Project Mainportontwikkeling Rotterdam, bestaande uit de drie deelprojecten Bestaand Rotterdams Gebied, Landaanwinning, en 750 hectare natuur- en recreatiegebied. Die waren goed goedgekeurd door Tweede en Eerste Kamer van de Staten. De bestuursrechter oordeelde toen, dat de rechterlijke toetsing zich vooral richt op de vraag of de rechtsgevolgen van de pkb duidelijk zijn. Het was van belang dat die pkb werd gevolgd bij de vaststelling van andere plannen naar aanleiding van de Wro en nadere besluitvorming over grote projecten van nationaal belang en dat er geen zienswijzen tegen die pkb konden worden ingediend. Het onderzoek


Met de Afdelingsuitspraak van eind 2009 kwam een einde aan de procedurelijn voor de implementatie van het project Mainportontwikkeling Rotterdam. Dit project is het modernste voor wat betreft het onderzoeksniveau en de breedte daarvan. Het is tegelijk ook een gevolg van samenwerking tussen overheden en de NV Havenbedrijf Rotterdam. En van intensief overleg met natuur- en milieuorganisaties, buurgemeenten en andere direct belanghebbenden. Dit overleg leidde tot overeenkomsten waarin de gesprekspartners afspraken hoe zij de ontwikkeling van de Maasvlakte in de komende jaren nauwlettend kunnen volgen.

W et ge me ente lijke basisadmin istratie Het vorige jaarverslag beschreef al een zaak bij de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (ABRS) over de vraag of een in de Wet gemeentelijke basisadministratie (Wgba) genoemde bewaartermijn van een jaar van bepaalde gege-

vens in overeenstemming is met een Europese richtlijn op dit terrein. De ABRS vroeg het Hof van Justitie in Luxemburg (het Hof) hoe de richtlijn moet worden uitgelegd. De ontvangen conclusie van de Advocaat-Generaal stemde niet positief. In het afgelopen jaar deed het Hof uitspraak, waarbij het de Advocaat-Generaal niet helemaal volgde. Het Hof heeft aangegeven dat de bewaar­termijn toelaatbaar is, als aan­getoond kan worden dat een langere bewaartermijn tot buitensporige lasten leidt. Naar aan­leiding van die uitspraak is de procedure bij de ABRS weer opgepakt. Na uitgebreid overleg met het betrokken ministerie bleek dat niet aangetoond kan worden dat sprake is van een buitensporige last bij een langere bewaartermijn dan een jaar geldt. De ABRS oordeelde dat de betreffende bepaling in de Wgba in strijd is met de Europese richtlijn. De consequentie hiervan is dat Nederland de Wgba op het punt van deze bewaartermijn moet aanpassen. Dat geldt ook voor de nieuwe wetgeving, die nu in voorbereiding is en die de Wgba moet vervangen. Er moet een motivatie komen waarom voor die (nieuwe) termijn is gekozen. De uitspraak van het Hof is daarbij de leidraad. Totdat de wetgeving is gewijzigd, doen Nederlandse gemeenten er goed aan de gegevens waarop de bewaartermijn betrekking heeft in ieder geval langer te bewaren dan een jaar. Anders handelen zij in strijd met het Europese recht. De gemeente Rotterdam heeft de bewaartermijn inmiddels aangepast.

Wm o , c o l l e c t ie f v e r v o e r Een aanvraag voor een autokostenvergoeding is afgewezen, maar de aanvrager kreeg een vervoerspas voor Vervoer op Maat toegekend. De rechtbank stelde het college in het gelijk, waarna de aanvrager hoger beroep instelde. Voor de zitting bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) hebben Proces & Advies (P&A) en SoZaWe/Individuele voorzieningen intensief overlegd. De CRvB zou zich namelijk voor het

59 G eschillen bij de rechter

dat aan de pkb vooraf ging moest volledig zijn en gemotiveerd inzicht bieden in de mogelijkheden van realisering van de bestemming. Juist omdat de pkb een definitieve planologische keuze neerlegt met betrekking tot de bestemming van een gebied. Een ruim genomen ruimtebeslag voor een bepaalde activiteit of een globale invulling waren niet voldoende. Volgens de bestuursrechter viel niet uit te sluiten dat de landaanwinning gevolgen heeft voor het vislarven- en slibtransport langs de kust in noordelijke richting. En dat die significante gevolgen kon hebben voor de speciale beschermingszone, in de zin van artikel 4 lid 1 van de Vogelrichtlijn, de Waddenzee. De Afdeling vond nader onderzoek op dat punt noodzakelijk. De Afdeling onderschreef veel keuzen van het pkb en verklaarde de daartegen gerichte beroepsgronden ongegrond in zijn 34 pagina’s tellende uitspraak. Deze eerste uitspraak van de bestuursrechter wierp nieuw licht op de omvang en de volledigheid van een onderzoek dat de basis is voor een pkb en besluit tot vaststelling. Hij sloeg bovendien een aantal piketpaaltjes voor de toekomst.


60 JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

eerst uitdrukkelijk uitlaten over het collectief vervoer onder de Wmo. De zaak werd geclusterd behandeld met nog twee andere gemeenten: Den Haag en Tilburg. De Vereniging Nederlandse gemeenten (VNG) hield de zaak goed in de gaten. Als een systeem als collectief vervoer niet zo mocht worden uitgevoerd, zou dit een enorme slag zijn voor veel gemeenten en gebruikers. De CRvB overwoog dat het college onderbouwde overwegende bezwaren heeft. Hij concludeert dat het college vanwege deze bezwaren in beginsel niet is gehouden om een keuze aan te bieden tussen een vervoerspas voor Vervoer op Maat en een persoonsgeboden budget. De wet stelt dit wel. De CRvB stelt dat de gemeente altijd moet voldoen aan het compensatiebeginsel. Door deze uitspraak kan collectief vervoer als een individuele voorziening gezien worden, als aan het compensatiebeginsel wordt voldaan. De gemeente moet zorgvuldig onderzoek doen naar alle relevante feiten en omstandigheden om de beperkingen te compenseren die betrokkene ondervindt in zijn zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Denk daarbij aan persoonskenmerken, behoeften en financiële mogelijkheden om zelf in vervoersmaatregelen te voorzien. Maatwerk dus. In dit specifieke dossier oordeelde de CRvB dat er een nieuwe beslissing op bezwaar moest komen, omdat onder meer de vervoersbewegingen en de financiële draagkracht van de betrokkene onvoldoende waren onderzocht. Juridisch gezien is dit een prachtige uitspraak, waarbij het collectief vervoer als voorziening overeind bleef.

We t w erk en bijs tand Een groot aantal Chinezen vroeg in Rotterdam een bijstandsuitkering aan. Omdat de aanvragers geen verblijfsvergunning hadden, wees Sociale Zaken en Werkgelegenheid de aanvragen in eerste instantie af. De Chinezen waren dus illegaal in Nederland. De beslissing op bezwaar handhaafde deze afwijzing. De advocaat van de Chinezen stelde beroep in en vroeg een voorlopige voorziening aan bij de recht-

bank. In deze procedure vond er intensief overleg plaats tussen P&A, de medewerkers van team Bijstand, en het Bedrijfsbureau en Beleid & Strategie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Nader onderzoek tijdens de beroepsprocedure wees namelijk uit dat meer dan de helft van de aanvragers geen verblijf of adres in Rotterdam had. Tijdens een arbeidsproductieve lunch maakten Juridische diensten en Sociale Zaken en Werkgelegenheid nadere afspraken. Daarbij kwam ook het belang naar voren om de stappen uit de wet te volgen. Als iemand niet daadwerkelijk in Rotterdam verblijft, kan Rotterdam de aanvraag niet innemen. Ook als de verblijfplaats onduidelijk is, kan Sociale Zaken en Werkgelegenheid de aanvraag af­wijzen. De ABC en P&A behandelen nieuwe zaken volgens de gezamenlijke afspraken. De rechtbank wees de voorlopige voorzieningen af. In de bodemprocedure ging de helft van de zaken terug voor een nieuwe beslissing. De aanvragen werden weer afgewezen met als motivering dat niet is vast te stellen dat de aanvragers in Rotterdam verblijven. In de rest van de zaken stelde de rechtbank het college in het gelijk. De Chinezen die door de rechtbank in het ongelijk zijn gesteld, zijn inmiddels in hoger beroep gegaan.


Bijlage 1 Overzicht ABC Kamer I Voorzitter Mevrouw mr. E.L. Kuijper tot 1 juli 2009 Plaatsvervangend voorzitter De heer mr. G.A. Dorsman De heer D. Klaassen Lid De heer T. Harreman De heer E.P. van Heemst Mevrouw mr. J.S. de Kam De heer A.S. Mosch De heer A.H. Stenhuys Plaatsvervangend voorzitter/plaatsvervangend lid Mevrouw mr. M.E. Eikenboom De heer J.W. de Haas Plaatsvervangend lid De heer mr. N. van Eck De heer mr. A.B. Engberts De heer mr. E.C.D. de Kort De heer drs. J. de Prieëlle Kamer II Voorzitter De heer P.J.H.M. van Dijk Plaatsvervangend voorzitter De heer mr. G.A. Dorsman De heer mr. drs. C.O.W. Dubbelman Mevrouw ir. E.J. Groosman-van den Brandhof Mevrouw mr. W. Taal-van den Hoek De heer Th. Woudenberg Plaatsvervangend voorzitter/lid De heer drs. J.C. van Duin Mevrouw mr. M.C.E. Eikenboom De heer J.W. de Haas

Lid De heer L.C. Bruijn De heer M. Heijmen Mevrouw mr. G.E. de Jong De heer mr. E.C.D. de Kort De heer A.S. Mosch De heer drs. J. de Prieëlle De heer J.C. Siemons De heer drs. ing. R.A.C.J. Simons De heer J.C.M. Soijer De heer mr. J.W.M. Velthuizen Plaatsvervangend lid Mevrouw mr. J.S. de Kam De heer H. Lengkeek De heer A.H. Stenhuys Mevrouw M.D. Teenstra-Verhaar De heer mr. D.C. Vissers De heer mr. W.G. van Yperen Kamer III Voorzitter Mevrouw drs. G. Heuvel Plaatsvervangend voorzitter/lid De heer mr. D.C. Vissers Lid De heer J.C. van Duin Plaatsvervangend lid De heer mr. W.G. van Yperen Kamer IV Voorzitter Tijdelijke vervanging door mevrouw mr. E.L. Kuijper tot 1 juli 2009 Plaatsvervangend voorzitter/lid De heer M. Cetin De heer P.J.H.M. van Dijk De heer drs. M. Jaliens Mevrouw mr. E.L. Kuijper tot 1 juli 2009 Mevrouw M.D. Teenstra-Verhaar

B ijlage 1 Overzicht A B C

Algemene Bezwaarschriftencommissie Voorzitter Mevrouw mr. E.L. Kuijper tot 1 juli 2009

61


62 JaarverslaG 2009  A lgemene Bezwaarschriftencommissie Rotterdam

Plaatsvervangend voorzitter/plaatsvervangend lid Mevrouw E.M. Hellwig-Kuipers De heer D. Klaassen De heer mr. W.B. Rietveld De heer mr. Th.J. van Tienen Plaatsvervangend lid Mevrouw mr. O.A.M. Floris Mevrouw mr. G.E. de Jong Mevrouw L.H.M. Kruse De heer R.A. Motta Kamer V Voorzitter De heer F.J. van der Heijden Plaatsvervangend voorzitter Mevrouw mr. I.M.C.V.T. Kiebêrt De heer drs. L.T. van Ravenhorst Ph.D. De heer mr. J.M. van Stel De heer Th. Woudenberg Plaatsvervangend voorzitter/lid Mevrouw drs. G. Heuvel De heer A.H. Stenhuys Lid De heer mr. N. van Eck De heer mr. B. Engberts De heer G.W.M. Geraedts Mevrouw B. Gülmüs De heer mr. E.C.D. de Kort De heer mr. Th.J. van Tienen Plaatsvervangend voorzitter/plaatsvervangend lid Mevrouw M.A. Knol Plaatsvervangend lid De heer mr. J.A. Sureveen De heer mr. J.W.M. Velthuizen

Kamer VI Voorzitter Mevrouw M.A. Knol Plaatsvervangend voorzitter/lid Mevrouw E.M. Hellwig-Kuipers Mevrouw drs. G. Heuvel De heer mr. W.B. Rietveld Plaatsvervangend voorzitter De heer mr. drs. C.O.W. Dubbelman De heer F.J. van der Heijden Mevrouw mr. I.M.C.V.T. Kiebêrt De heer drs. L.T. van Ravenhorst Ph.D. Mevrouw drs. M.J. van Ravesteyn-Kramer De heer mr. J.M. van Stel Mevrouw mr. W. Taal-van den Hoek Lid Mevrouw mr. R.A. Badal De heer drs. A. Cain Mevrouw mr. O.A.M. Floris Mevrouw L.H.M. Kruse De heer H. Lengkeek Mevrouw mr. M. Lint-Zwagemakers De heer drs. R.H. Maasdam Mevrouw D.K. van der Marel De heer R.A. Motta De heer H.A. Sonius Mevrouw J. Strörmann De heer mr. J.A. Sureveen De heer mr. D.C. Vissers Mevrouw P.M. Wijntuin Plaatsvervangend lid De heer M. Cetin De heer G.W.M. Geraedts De heer drs. M. Jaliens


Bijlage 2 Lijst van afkortingen

B Bbz 2004 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 B en W Burgemeester en Wethouders BJI Bestuurlijke, Juridische en Internationale Zaken C CIZ CRvB

Centrum Indicatie Zorg Centrale Raad van Beroep

D dS+V dienst Stedebouw en Volkshuisvesting G GBA Gemeentelijke Basisadministratie GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst voor Rotterdam e.o. I IV Individuele Voorzieningen P P&A pgb pkb

Proces & Advies persoonsgebonden budget planologische kernbeslissing

R RET

Rotterdamse Elektrische Tram

S SoZaWe dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Rotterdam W Wgba Wet gemeentelijke basisadministratie Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning Wro Wet op de ruimtelijke ordening Wvg Wet voorkeursrecht gemeenten Wwb Wet werk en bijstand

B ijlage 2 Lijst van afkortingen

A ABC Algemene Bezwaarschriftencommissie ABRS Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State AMvB Algemene Maatregel van Bestuur APV Algemene Plaatselijke Verordening Awb Algemene wet bestuursrecht AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

63


64


Het jaarverslag 2009 van de ABC Rotterdam is een uitgave van Juridische diensten, onderdeel van de Servicedienst van de gemeente Rotterdam.

Postadres Postbus 1011 | 3000 BA Rotterdam Advies en redactie Communicatiediensten, Yolan Datema Eindredactie en coÜrdinatie Theresia Soenveld, Henk Wanders Fotografie Š Arnoud Verhey, Rotterdam Ontwerp en productiebegeleiding Identity Design bv, Rotterdam Drukwerk Thieme MediaCenter Rotterdam Oplage 700 april 2010


N

B E Z WA R E N

KE

N

N

A lgemene B ezwaarschriftencommissie R otterdam

JAAR

VE

VA

J aarverslag 2 0 0 9

T

ACH KR

IS

EN

R

2 G 009 A L S LER

B

IS

M

DA

ER

ROTT

EZ

A A W

HR C S R

IFTENCO

MM

ISS

IE

E EN EM

ALG


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.