NIEUWSBRIEF JAARGANG 4 • NUMMER 2
Van de voorzitter Oscar Hausdörfer is springlevend, daar kan niemand iets tegenin brengen, hijzelf het allerminst. Kijk maar naar de vele zelfhulpactiviteiten die er zijn. In Rotterdam is een nieuwe zelfhulpgroep opgericht en ook in Noord-Holland wordt initiatief genomen een zelfhulpgroep van de grond te tillen, helemaal gericht op natuurlijk spreken volgens Oscar Hausdörfer. Dat vereist hard werken hoor, en veel netwerken vooral, om maar eens een modieuze klank te laten horen. Kun jij dat eigenlijk, netwerken? Of spreekt je dat als stotteraar niet zo aan en blijf je liever in je
eigen, kleine kringetje ronddraaien? Niet doen, maar geef jezelf een kans op groei en verdere ontwikkeling. Lift mee met al deze netwerken van mensen die er vertrouwen hebben in dat natuurlijk spreken voor hen tot de mogelijkheden behoort. Een compliment aan allen die direct of indirect een bijdrage leveren aan de zelfhulpactiviteiten; als deelnemer, als organisator, als contactpersoon, als p.r.-man of –vrouw, als bestuurslid of als donateur. Geïnspireerde netwerken kunnen bergen verzetten. Deze nieuwsbrief is daarvan het levende bewijs. Lilian Briggeman
De schaduwzijde van vroegtijdig ingrijpen Op 22 oktober jl. was het ‘wereldstotterdag’ en de laatste week van oktober organiseerde de Nederlandse Federatie Stotteren (NFS) de ‘nationale stotterweek’ met het thema ‘Vroegtijdige onderkenning van stotteren bij jonge kinderen’. Er werd voorlichting gegeven, folders verspreid en er verschenen artikelen in kranten en tijdschriften. ‘Vroegtijdige onderkenning’… maar dan? Stotteren wordt meestal wel vroegtijdig onderkend door ouders, maar wat doe je er dan mee? Het advies van de NFS komt neer op ‘vroegtijdig ingrijpen’, liefst door een logopedist of stottertherapeut. Afhankelijk van HOE wordt ingegrepen, kan dit echter ernstige gevolgen hebben. De schaduwzijde van ‘vroeg ingrijpen door een therapeut’ wordt vaak onderschat en/of onderbelicht. Voordat je naar een therapeut stapt, zou je je moeten realiseren, dat ieder kind zijn spraak in de eerste 4 jaren ontwikkelt op een eigen manier en in een eigen tempo. De taalontwikkeling lijkt in 95% van alle gevallen vanzelf te gaan en goed te verlopen (bron: ‘Oetsiekoetsie’ van Verrips, de meeste gestelde vragen over kindertaal en meertalig opvoeden’, uitgeverij Kosmos in Utrecht). Als bij een kind stotteren optreedt, gaat dit in 75% van alle gevallen vanzelf weer over. Als een kind in die periode in behandeling is bij een logopedist of stottertherapeut, dan lijkt het, alsof de behandeling tot resultaat heeft geleid. De kans, dat het beginnende stotteren zich juist gaat ontwikkelen door therapeutisch ingrijpen, is echter veel groter dan wanneer niet zou worden ingegrepen. Dit blijkt o.a. uit de Monster Study van Wendell Johnson in 1939. Helaas horen wij hierover maar weinig tot niets vanuit de beroepsgroepen, waarschijnlijk mede doordat naar dit effect van logopedie/stottertherapie (voor zover mij bekend) na 1939 geen onderzoek meer is gedaan… Als een kind - op welke wijze dan ook - bewust wordt (gemaakt) van stotteren of überhaupt van zijn spreken, kleeft daaraan een groot gevaar. Een sensibel kind, dat bijvoorbeeld vanwege slissen, de articulatie, een achterstand in de taalontwikkeling of gewoon vanwege ‘late spraakontwikkeling’, bij de logopedist terechtkomt, kan daardoor juist beginnen te stotteren. Als een kind al stottert als het bij de logopedist komt, is de kans op een negatieve ontwikkeling van het beginnende stotteren erg groot, ongeacht de werkwijze van de behandelaar. Deze kans neemt
alleen toe als een kind specifiek voor stotteren wordt behandeld. Daarom adviseer ik ouders om het kind in de eerste vier jaren eerst zelf de kans en de tijd te gunnen, die nodig is voor de ontwikkeling van zijn spraak! Als een kind jonger is dan 4 jaar en plotseling begint te stotteren, acht ik vroegtijdig bijsturen van groot belang…, maar dan zodanig, dat het kind niet bewust wordt (gemaakt) van zijn (niet goed functionerende) spraak. Dus NIET naar een behandelaar gaan en proberen te voorkomen dat het kind zich bewust wordt van functies, die bij het spreken autonoom behoren te verlopen, zoals bijvoorbeeld de ademhaling en de mondstanden. Om het beginnende stotteren in goede banen te leiden, zullen de begeleiders van het kind exact moeten weten, wat stotteren is en hoe het zich kan ontwikkelen. Instituut Natuurlijk Spreken (INS) kan ouders hierbij helpen. Door ons (kosteloze) advies krijg je een goed inzicht in (het ontstaan van) stotteren. Door middel van aanwijzigen en nuttige tips leer je, hoe je als ouder zélf kunt bijsturen. Daarmee neem je geen risico en ben je in staat om de ontwikkeling tot chronisch stotteren te voorkomen door de voedingsbodem aan het beginnende stotteren te onttrekken. Mocht je na het doornemen van dit advies nog vragen hebben, bel dan gerust met INS voor ondersteunende informatie. Uit de vele ervaringsberichten van ouders, die je aantreft op www.natuurlijkspreken.nl blijkt, hoe nuttig het advies van INS kan zijn voor ouders van stotterende kinderen van 0 t/m 7 jaar. Indien het kind al wat ouder is, is een twee dagen durende cursus aan te bevelen, waarbij (liefst beide) ouders nauw worden betrokken. Na de twee basissessies volgen nog ten minste drie terugkomdagen, waaraan één van de beide ouders kan deelnemen. Als je kind niet stottert, maar je daar wel bang voor bent (bijvoorbeeld omdat stotteren in de familie voorkomt en/of omdat het kind erg sensibel van aard is), kan dit advies ook van betekenis zijn. Ik hoop dan ook van harte, dat je hiervan gebruik zult maken en dat je vrienden en/of familie, waarin stotteren voorkomt, over deze mogelijkheid zult informeren. Met een kleine inspanning kan namelijk veel erger worden voorkomen! Jan Heuvel (INS), tel.: (074) 2776183, ins@natuurlijkspreken.nl 1