WAT VERMAG G LEKKER LOKAA ALL? De potentie van meer lokale voedselproductie De kilte van de hoogtechnologische voedingsindustrie met zijn lange, complexe internationale ketens vervreemdde ons van boer en koe. Poolse paarden die voor Hollandse runderbiefstuk moeten doorgaan en dodelijke bacteriën op rauwkost vormen de kiem voor een nostalgisch verlangen: terug naar de lokale voedselproductie. Verser, lekkerder en beter voor het milieu. Of niet? HARRY VAN DOOREN
V
transportnetwerk de sleutel, waarbij met bezorging aan huis de grootste slag wordt geslagen. Bij voorkeur met elektrisch vervoer.
17 miljoen monden Bij de huidige eetgewoonten kan de Nederlandse bodem in zo’n 50% van onze voedselbehoefte voorzien. Om één persoon te voeden is ongeveer een kwart hectare nodig. Met bijna 17 miljoen landgenoten zou de totale oppervlakte van Nederland, 4 miljoen hectare (inclusief water), één grote akker moeten zijn. Telen we alleen gewassen voor menselijke consumptie, dan is de helft van het landoppervlak genoeg, zolang we het niet 100% biologisch willen. “Het rendement van biologische landbouw is zo’n 30% lager. Je hebt dus meer ruimte nodig voor dezelfde opbrengst. Overigens heeft biologische teelt wel twee belangrijke voordelen: die houdt meer CO2 vast en er wordt geen kunstmest gebruikt. De productie daarvan vreet energie en gaat dus gepaard met veel uitstoot.” Kunnen we productiecapaciteit toevoegen met kwekerijen in leegstaande kantoorgebouwen en varkensflats? “Technisch is veel mogelijk, maar je moet ook veel uit de kast halen. Als je bedenkt dat in de afgelopen jaren
HANSENN | DREAMSTIME.COM
erser en lekkerder zijn sterke argumenten voor lokale voedselproductie, maar milieuvoordeel is minder makkelijk te behalen, meent Jan Eelco Jansma, onderzoeker Stadslandbouw aan Wageningen UR. “De eerste gedachte is dat wat van ver komt wel een zware transportlast zal hebben, maar het tegendeel is waar. Internationaal voedseltransport gaat met zulke grote volumes en is zo efficiënt geregeld, dat de reisafstand een marginale impact op het milieu heeft. Het zijn juist de boodschappenkilometers in ons eigen autootje die de voetafdruk per kilo voedsel fiks doen toenemen.” Als we met zijn allen in de auto stappen om verse melk en fruit in het ommeland te gaan halen, spannen we het paard dus achter de wagen. Maar er is wel degelijk winst te behalen door ketens korter te maken en dat is lokaal heel wat makkelijker dan internationaal. Jansma beschrijft de reis van een Noord-Hollandse bloemkool die via een verpakkingscentrum aan de andere kant van de Afsluitdijk en een distributiecentrum in het midden van het land een paar dagen later in de schappen van een supermarkt belandt, op enkele kilometers van de akker waar de bloemkool werd geoogst. Om milieuwinst te behalen is een fijnmazig efficiënt
26 MILIEUMAGAZINE | NR 10 | NOVEMBER 2013