A-krant juni 2024

Page 1

buurtkrant van het A-Kwartier, Groningen jaargang 40 nummer 2 2024

Koos

een Groninger parelduiker

De kleine koster oorlogsherinneringen in de A-kerk Platform Gras architectuur en stedenbouw

krant

De A-krant is een uitgave van buurtvereniging Het A-Kwartier in Groningen en wordt vier keer per jaar in een oplage van 2300 exemplaren huis-aan-huis verspreid in de hele buurt. Bij een teveel aan kopij kan de redactie besluiten de kopij verkort, niet of in een volgend nummer te plaatsen. Ingezonden brieven worden niet anoniem geplaatst en de schrijver/ ster is verantwoordelijk voor de inhoud.

De A-krant beoogt te voldoen aan de behoefte van de lezers. De redactie schrijft en stelt de krant samen zonder rechtstreekse of zijdelingse beïnvloeding.

Leden van Het A-Kwartier ontvangen - per email - automatisch ook het A-mail bulletin met actuele informatie over ontwikkelingen en aktiviteiten. Niet-leden kunnen zich daar voor inschrijven: stuur een email naar hetakwartier@gmail. com o.v.v. 'aanmelding A-mail bulletin'.

Nog geen lid en woon of werk je in het A-Kwartier?

Persoonlijk lidmaatschap ¤ 12,50 per jaar. Meerpersoons-lidmaatschap ¤ 17,50 per jaar.

Informatie op de website: www.a-kwartier.nl

Buurtvereniging Het A-Kwartier Banknummer: NL33INGB0005031398

Kamer van Koophandel: 40025343

Website: www.a-kwartier.nl

Email: hetakwartier@gmail.com

Email A-krant: Aredactie@gmail.com

Buurtpand De Oude Drogisterij

Lage der A 4: Hans Imelman, 050-3125020

Post voor Het A-Kwartier en de redactie van de A-Krant: Reitemakersrijge 18, 9711 HT Groningen

Bestuur van Het A-Kwartier:

Trinet Holtslag (voorzitter)

Klaas van der Meulen (secretaris)

Ella Onrust (penningmeester)

Marieke Kremer (e-mail en leden)

Evelien (Eef) Alkema (activiteiten)

Mark Hömmen

• Politie: 0900-8844

• Meldpunt Overlast: 050-5875885

• Wijkpost Binnenstad: voor klachten over uw woonomgeving 050-3678910

• of: www.gemeente.groningen.nl/ overlast-en-zorg-melden

Verspreiding van de A-krant: Hans Mulder, Schuitemakersstraat 7a 06-26769660 / 050-3120413; email: ormu@home.nl

Hier kunt u zich ook aanmelden als u wilt meehelpen de A-krant te bezorgen. Voor het plaatsen van advertenties: informatie via Aredactie@gmail.com

2

van de redactie

De maand mei is net voorbij. De maand waarin wij doden herdenken en bevrijding vieren. In de wetenschap nu dat er elders in de wereld nog oorlog wordt gevoerd, mensen sneuvelen en veel verdriet is. In sommige van deze conflicten lijkt er sprake van een nogal zwart-wit agressor/geagresseerde frame, maar is wellicht het zwart-witte in historisch perspectief ook weer niet heel zwart-wit. In een ander conflict lijkt het zoeken naar verbinding volledig zoek. Het is ook van alle tijden dat mensen zich met hun mening ingraven en daarmee, als ze al opkijken, dingen op een andere hoogte zien.

Wat wij proberen als A-krant, is om perspectief te geven, aan onze buurt, aan onze buurtgenoten, ook als ze zijn overleden. Het gaat om betekenis. Zo iemand van betekenis is Koos Huizenga (geweest en nog). Maar ook Wijnand van Smeden, aldus ook Peter Michiel Schaap. Volg dat Platform GRAS. Kluften, waaronder de kluft A-Kwartier, 'zijn onderdeel van het DNA van Groningen'.

Het gaat goed in het A-Kwartier volgens Peter Michiel maar het kan beter, veel beter. Wat mij betreft ook in de Schuitemakersstraat. Daar is de opgave groot. Maak er een fraaie toegangsweg (vooruit, toegangsstraat) van naar de A, één met de A van Allure!

Wij wensen u veel leesplezier en een heel fijne zomer. (HSM)

Redactie:

Dick Veen, Hans van de Sande, Tjitske Zuiderbaan, Esther Klaver, Henk Sytze Meerema (eindredactie), Han Santing (vormgeving & foto's)

Medewerkers aan dit nummer:

Klaas van der Meulen, Karlijn Donders, Sacha Landkroon (gedicht)

Drukkerij Scholma, Groningen

Kopij voor A-krant 2024 | 3 inzenden vóór 15 augustus 2024

3 omslagfoto: Han Santing
colofon

De kleine koster

oorlogsherinneringen in de A-kerk

tekst & foto's: Han Santing

Het is in enkele jaren uitgegroeid tot een mooie en bijzondere traditie: begin mei wordt onder de naam Open Joodse Huizen/Huizen van Verzet, aandacht geschonken aan plekken die de tragedie van de Tweede Wereldoorlog levend houden. Dit jaar werden in 17 Nederlandse steden ruim 200 huizen, winkels, scholen en andere gebouwen opengesteld om stil te staan bij de Joden en verzetsmensen die ooit op deze locaties woonden en werkten. De organisatoren: het Joods Cultureel Kwartier en diverse lokale organisaties, willen de gevolgen van de oorlog door middel van persoonlijke verhalen invoelbaar maken. In Groningen werd samengewerkt met het Oorlogs- en Verzetscentrum (het OVCG) en gingen op 3 mei op 18 plekken de deuren open voor herinneringen. De bijeenkomsten hebben een vaste opzet: op elke locatie vertelt een huidige bewoner, een nazaat of een specialist in 15 tot 20 minuten het verhaal van de plek en zijn bewoners of gebruikers waarin persoonlijke herinneringen centraal staan. Elke bijeenkomst duurt maximaal 45 minuten waardoor het mogelijk is om op één dag alle locaties te bezoeken.

Dit jaar was voor het eerst de A-kerk een van de plekken met een oorlogsverhaal die bezocht kon worden. In de kerk vertelde oudonderwijzer Harry de Munck (76) naast zijn eigen herinneringen, het verhaal van zijn grootvader Harm Wagenborg die van 1937 tot 1963 koster was van de A-kerk.

Voor De Munck was de kerk, en de aan de zuidzijde ervan gelegen kosterswoning, zijn tweede huis. Zijn ouders, die in 1948 trouwden, hadden beiden een drukke baan: vader werkte voor de Groninger textielindustrie, moeder bij Kahrels thee en koffie in de Pelsterstraat. En omdat ze door hun werk veel van huis waren, groeide de kleine Harry vooral op bij zijn grootouders. Daar leerde hij kruipen, lopen en zelfs brommer rijden. Hij had in het kostershuis zijn eigen kamer en met zijn vriendjes uit de toen kinderrijke buurt speelde hij veel bij en -niet in de laatste plaats- ín de kerk. Die heeft voor Harry de Munck dan ook geen geheimen meer. In een portret van hem in het

5
• Kostershuis A-kerk ca. 1920. foto: P.B. Kramer (RHC Gron. Archieven)

Dagblad van het Noorden van 23 oktober 2015 (toen hij als gids rondleidingen in de A-kerk verzorgde) wordt verteld over die jeugdherinneringen. "Op vrijdagen kroop hij twee keer per nacht zijn bed uit ... schuifelde achter zijn opa en de stoker aan om de vier immense potkachels vast warm te stoken voor de zondagdiensten. Later nam hij vriendjes mee, de nauwe trappen op tot diep in de gewelven van de kerk."

De Kleine Koster werd hij genoemd.

Hoewel de Tweede Wereldoorlog het thema van de dag was, ontkwamen de toehoorders van rasverteller Harry de Munck natuurlijk niet aan een levendige samenvatting van de eerdere geschiedenis van de A-kerk. De Duitsers waren namelijk niet de eerste buitenlandse bezetters.

De eerste onderdrukkers waren de Spanjaarden. In 1580 werd Groningen door de Spanjaarden ingenomen. De, na de Beeldenstorm van 1566, protestants geworden kerk werd weer een katholieke. Veel ontzag hadden de bezetters niet voor het godshuis: zij gebruikten de kerk als kazerne, paardenstal en opslagplaats. Het duurde tot 1594 voor de stad weer eigen baas werd en de kerk opnieuw protestants.

De tweede bezetter was Frankrijk. Van 1810 tot 1813 maakte Groningen deel uit van het Franse keizerrijk. Hoewel de Fransen gelijkheid van geloof propageerden, was het grootste deel van de soldaten Frans en katholiek. Ook nu was er weinig respect voor de andersdenkende bevolking: de kerk werd opnieuw een paardenstal. De mest liet men liggen. Bovenop

• boven: Koster Harm Wagenborg in 1963 (foto: NvhN)

• midden: ansichtkaart van het interieur van de A-kerk in 1940 nog met kerkbanken (RHC Groninger Archieven)

• onder: A-kerk 1600-1700. Aquarel van R. Usinck (RHC Groninger Archieven)

6

de (protestantse) graven die toen nog de hele vloer van de kerk bedekten (nu alleen nog in het koor). Een bewuste vernedering.

En dan komen in mei 1940 de Duitsers. De kerk wordt geconfisqueerd en gaat op slot. Van de Nederlanders krijgen alleen de koster, de organist en de protestantse dominee een sleutel.

Maar ook een speciaal ingevlogen Duitse dominee krijgt namens de Wehrmacht-Kirche toegang tot de kerk. "Het was een gekke tijd", herinnert koster Harm Wagenborg zich bij zijn afscheid in 1963, "om de veertien dagen, zondagsmorgens op 9 uur bad de Duitse legerpredikant ten overstaan van soldaten voor de Führer en in de daarop volgende dienst bad de Nederlandse dominee ten overstaan van ons voor de koningin..."

Bij beide diensten zat de kerk stampvol.

'Klein verzet' bestond in de kerk uit -wat Harry de Munck noemt- 'gemene dingetjes' van organist Cor Batenburg die ook tijdens de Duitse diensten in het voorspel van de gezangen en psalmen op het enorme Schnitgerorgel kleine stukjes van het Wilhelmus of liederen als 'In naam van Oranje..' verstopte. Dat opa Wagenborg de kerk openzette voor vriend en vijand werd hem na de bevrijding aangerekend. Hij zou 'geheuld' hebben met de bezetter. Maar de Groningers wisten dat de koster te goeder trouw had gehandeld, want ook het verzet gebruikte de kerk om samen te komen en te vergaderen. Dat deden ze 1 of 2 keer per week onder het mom van een 'Vesperdienst'. Tijdens die samenkomsten schaarde men zich ook rond de kansel waar in de ui-vormige onderkant een clandestiene radio was verstopt waarmee men naar radio Oranje kon luisteren.

7

Harry's ouders leerden elkaar ook in de A-kerk kennen. Hilda was de dochter van koster Wagenborg, Jaap de Munck wilde zich niet melden om in Duitsland voor de bezetter te werken en dook drie jaar lang onder waarvan een tijdje in de A-kerk. Een onderduiker had uiteraard geen inkomen, maar kreeg ook geen bonnen om dingen te kunnen kopen. Daarvoor had men de hulp nodig van familie en vrienden. En daarvoor was geld nodig. Het toekomstige echtpaar bedacht een manier: ze maakten een kalender. Overgebleven bonnen werden op een karton geplakt met in het midden een plaatje van een fiere Nederlandse leeuw boven een zin uit het Wilhelmus: 'Het Vaderlant ghetrouwe blijf ick tot in den Doet' waarbij fijntjes de strofe van het 'Duytschen Bloet' ontbrak. De kalendertjes, die ze kregen ze van een drukker uit de Akerkstraat, werden onderaan het 'bonnenbordje' geniet. Hilda de Munck-Wagenborg herinnert zich later: "Samen met mijn vrienden en vriendinnen ging ik ermee op pad. Het waren er niet veel. De eerste ging naar mijn directie van de firma Kahrels thee en koffie ... Daar kwamen wel vaak heren die er verschillende hebben 'gekocht'. Er was geen prijs voor, maar gewoon een gift en dan kon Jaap weer even vooruit."

's Winters was het koud in de kerk. De Duitsers hadden van het koor een opslagplaats gemaakt voor kolen en cokes, bedoeld voor het verwarmen van het Scholtenshuis aan de Grote Markt en de privé-woning van de Sicherheitsdienst (SD) -commandant Robert Lehnhoff nabij het Koude Gat. Onder leiding van koster Wagenborg werd kolen weggehaald en gedistribueerd onder de hofjes in de buurt. Dat er gestolen werd hadden de Duitsers natuurlijk snel door en ze besloten de berg af te dekken met wit krijt zodat elke diefstal zichtbaar zou worden.

• Duitse soldaten voor het Scholtenshuis (RHC Gron. Archieven)

Maar het verzet was niet voor één gat te vangen: de zuilen in de kerk hadden door de eeuwen heen een huid van wel zeven lagen kalk gekregen. Die kalk werd er afgebikt en in koffiemolens gemalen om daarmee de sporen van de kolenroof te verdoezelen.

8
collectie Harry de Munck

De A-kerk kende tijdens de bezetting alleen diensten op zondag. Door de week was de kerk gesloten waardoor veel mogelijk was. Zo konden er Engelse piloten worden ondergebracht die neergehaald waren, maar het overleefd hadden. Zij werden door het verzet naar Groningen gebracht en verstopt in het kostershuis, maar ook op de gewelven, de beroemde 'olifantsruggen' (foto links). Meestal duurde dat verblijf niet langer dan 4 dagen. Daarna gingen de vliegeniers mee met het zgn. Pyreneeën-transport, door Nederland, België, Frankrijk en Spanje om van daaruit met een boot terug te keren naar Engeland. Toen de Wehrmacht-dominee (door de koster en zijn gezin liefdevol 'Onkel Heinrich' genoemd) in 1952 nog eens terugkwam in Groningen vertelde hij dat het hem tijdens de bezetting was opgevallen dat er soms in de kerk Engels gepraat werd. Hij had dat altijd voor zich gehouden.

In januari 1945 moeten 70.000 Limburgers huis en haard verlaten vanwege het oorlogsgeweld. Een groot deel van Limburg is bevrijd, maar delen in het oosten tussen de Maas en de Duitse grens, met name het gebied tussen het dorp Mook en Roermond is in de frontlinie komen te liggen. De Duitsers komen -in samenspraak met de bisschoppen- met een evacuatiebevel omdat het gebied te onveilig is. Vanuit het Duitse Brüggen worden de evacués met in totaal 16 treinen vervoerd naar de drie noordelijke Nederlandse provincies. Daar komen ze eind januari aan. Ook in de stad Groningen. Koster Wagenborg herinnert zich in 1963: "En dan die tijd van die Limburgse vluchte -

• links: voorbeeld van een Duits evacuatiebevel uit januari 1945. Hier dat van Tegelen (bron: NIOD)

• onder: De concertzaal van de Harmonie in Groningen ingericht als slaapzaal voor vluchtelingen, 1945. (Collectie NIOD Beeldbank WO2)

9
foto: Klaas A. Mulder

• boven: Limburgse evacués op het Zuiderdiep ter hoogte van de Gelkingestraat, 1945 (bron: NIOD, fotograaf onbekend)

• onder: Grote Markt noordzijde met doorkijk naar de A-kerk na de bevrijding. april 1945 (RHC Groninger Archieven)

lingen... Er waren er meer dan duizend in de Korenbeurs ondergebracht. Maar je kon het daar niet goed warm krijgen en daarom werden de 125 baby's -die bij aankomst soms vier dagen niet uit de luiers waren geweest- gewassen in de consistoriekamer (de ruimte waar de kerkeraad vergadert h.s.) van de A-kerk. Dat deden de nonnetjes en de zusters diaconessen." Die nonnen (de Zusters van Onze Lieve Vrouwe van Amersfoort) zaten in het klooster tegenover de kerk op de hoek A-kerkhof ZZ/ Schoolholm.

Dat het om veel vluchtelingen ging wordt duidelijk uit het aantal inwoners van de stad Groningen: aan het begin van de oorlog waren dat er 124.000, in 1945 zijn het ruim 150.000.

En dan volgt de bevrijding van de stad. Het wordt een keiharde strijd waarbij een groot gedeelte van de binnenstad verwoest wordt. Van 13 tot 16 april 1945 vechten Canadese strijdkrachten van de 2e Canadese infanteriedivisie tegen Duitse Wehrmachtsoldaten en Nederlandse en Belgische SS'ers.

Harry de Munck noemt het een wonder dat de torens in de binnenstad de strijd hebben overleefd: het Duitse afweergeschut stond op Noorderhoogebrug, bij het van Starkenborgh-kanaal. De Canadezen kwamen vanuit het zuiden, via Paterswolde en Haren en zij hadden dáár hun geschut. Als je op de kaart een lijn trekt tussen deze twee geschutslocaties zie je dat die recht over de binnenstad gaat.

In de binnenstad wordt van straat tot straat, soms van huis tot huis gevochten. Wanneer de Canadezen via de Schoolholm de binnenstad binnentrekken rijden ze af op de hoge, gesloten en gebarricadeerde zuidkant van de A-kerk en

10

moeten om de kerk heen om verder te kunnen. De Duitsers weten dat ook en plaatsen machinegeweernesten aan beide kanten van de kerk om de Canadezen in een kruisvuur te lokken. Koster Wagenborg voorkomt een bloedbad door de deuren aan de zuidkant wagenwijd open te zetten. De Canadezen lopen dwars door de kerk en komen zo uit bij de relatief onbewaakte noordkant van de kerk.

Op deze manier wordt ook betrekkelijk weinig schade aan de kerk aangericht. Dit in tegenstelling tot de Martinikerk, waar nog steeds sporen van de oorlogsschade zichtbaar zijn.

De geschiedenis is verteld; wat resteert zijn de mooie verhalen die misschien wel mythes zijn. Zo kom je in boeken en publicaties over de A-kerk tegen dat onderduikers en gestrande piloten niet alleen op de gewelven, maar ook in het monumentale Arp Schnitgerorgel uit 1702 verstopt werden. Ik heb het nog even aan Harry de Munck gevraagd, maar hij betwijfelt of het ook echt gebeurd is. Wat wel op feiten lijkt te berusten is de bijzondere functie die de kerk na de bevrijding kreeg. Volgens schrijver/journalist Jeroen Wielaert -in zijn boek 'Oorlogspad'- namen de Canadezen hem "in gebruik als filiaal voor het prostitutiebedrijf aan de Nieuwstad. Het kwam voor dat ook de kosterswoning gebruikt werd voor vredesontspanning met de dames." Daarover heb ik Harry de Munck niet gehoord.

• Gaat er achter uw huis/winkel/café een bijzonder verhaal schuil? Meld uw locatie dan aan voor Open Joodse Huizen/Huizen van Verzet 2025. De organisatie in uw woonplaats neemt dan contact met u op. Opgave via mail: gerben.post@jck.nl

11
Grote Kromme Elleboog 8 telefoon 050 31 88 451 www.leuklekker.nl De culinaire cadeaushop

Protest in Harmonie

Tjitske Zuiderbaan

Het tentenkamp van RUG-studenten op het pleintje van Aletta Jacobs biedt een vreedzame aanblik. De studenten, lichtelijk alternatieve types, echte koorballen zie ik er niet tussen, kijken serieus uit hun ogen. Toch wordt er ook wel gelachen. De zaak waarvoor ze 'vechten', is een ingewikkelde. Zoals zo vaak hebben beide strijdende partijen motieven die je je, soms weliswaar met moeite, kunt indenken. Maar de studenten hebben duidelijk partij gekozen. Arjen Lubach gaf in zijn Avondshow van 25 oktober 2023 een verhelderende uitleg over het Israëlisch-Palestijns conflict en het was toen al bijna onmogelijk om na het zien ervan géén partij te kiezen. (Even googelen op YouTube)

Onlangs was ik met mijn Lief op bezoek bij oude mensen, ouder nog dan ikzelf. De stokoude man was een oud-collega van wijlen Liefs vader. Vol trots liet hij me zijn moestuin zien, die hij met kromme rug en versleten heupen en knieën, al kruipend en leunend toch maar mooi draaiende hield, want eten van eigen grond, daar ging niets boven.

'Dat die Palestijnen dat niet kunnen,' zei hij plompverloren. 'Ze hebben grond, maar doen er niks mee. De Israëli's kunnen dat wel.' Te verbouwereerd door deze uitspraak om adequaat te reageren, je wilt mensen die de oorlog hebben meegemaakt ook niet voor het hoofd stoten, zweeg ik in alle talen. Wel rezen mijn haren te berge en wist ik meteen aan welke kant ik zelf sta.

Toch kom ik niet zoals de studenten in actie.

Mijn verzet beperkt zich tot het lafjes ondertekenen van petities van Avaaz bijvoorbeeld en een diep gevoel van empathie jegens alle mensen die in het horrorscenario van onderdrukking en oorlog moeten zien te overleven. Alsof ze daar wat aan hebben…

Toen ik zelf nog jonger was dan de studenten, bestond mijn protest tegen de Vietnamoorlog eruit dat ik tijdens het kerstdiner in hongerstaking was. Ook tekende ik kaartjes voor Amnesty met soldaten als druipkaarsen en kanonnen waaruit kerstballen kwamen in plaats van bommen. Het heeft niets geholpen. Ik wens de studenten van nu meer succes met hun protest.

13

Een Groninger parelduiker

Koos Huizenga (1942-2015)

tekst: Hans van de Sande

14
tekening: Maarten Voorzanger, gedicht: Winston Bakker

Als je de gevel van het bekende café de Sleutel beziet, springt boven de deur meteen het grote, in bladgoud uitgevoerde huisnummer 72 in het oog. Ik heb het hem zelf, toen hij het gevoel had dat de restauratiewerken aan het vroegere graanpakhuis nu wel voltooid waren, zien aanbrengen en hij was er zeer tevreden over. Weinig kon hij vermoeden dat hij hier op het pand waar hij het langst gewoond en gewerkt heeft en dat hij als zijn meesterstuk in het leven beschouwde, tevens het getal zijner jaren had aangebracht. Gouden jaren, in dubbel opzicht.

Zonder twijfel is Koos een van de Groninger cultuurscheppers geweest die het gezicht van de stad in belangrijke mate heeft beïnvloed. Dat hij vooral in onze buurt zijn sporen heeft nagelaten is als een zegen te beschouwen. De eerste cafés van zijn hand, de Vlaamse Reus, de Drie Gezusters en de Blauwe Engel bleken niet opgewassen tegen de golf van massaconsumptie en ordinariteit die het uitgaansgebied rond de Grote markt en de Poelestraat in de jaren 70 overspoelde. Maar in het kleinere uitgaansgebied in onze buurt heeft hij een standaard neergezet die nog lang na zijn dood gezichtsbepalend zal zijn. Wat hij aan ons naliet, de Wolthoorn, de Sleutel en de Sigaar was zo fraai van sfeer, zo goed afgestemd op het gebruik en tevens, mede dankzij zijn levenslange vriendin Olga Wiese, zo kunstzinnig dat ze navolgenswaard bleken en op de monumentenlijst kunnen. Kenmerkend voor zijn manier van doen was het onsystematische. Er zat geen vooraf bepaald plan achter de zaken die hij aanpakte, de planning ontstond gaande het werk en had steeds een innige band met het al bestaande. Zo hadden onze voorvaderen het altijd aangepakt en zo deed Koos het ook, niet uit filosofische of conservatieve overwegingen, maar omdat hem dat het beste leek. Hij werkte eigenlijk als een parelduiker: steeds op zoek naar verborgen schatten.

• Noorderhaven 72, café De Sleutel. (foto: Google)

• onder: met Martijn Fernhout in De Sleutel, 2007. (foto: Han Santing)

15

De eikenhouten lambrisering van het café de Wolthoorn bijvoorbeeld, was in eerdere tijden op last van mevrouw W. met hardboardplaten afgetimmerd die in een onbegrijpelijk lelijke kleur waren geschilderd. Lekker makkelijk schoonmaken en geen stofnesten. Zo was eigenlijk het gehele café in de loop der jaren gemoderniseerd geraakt. Koos begon met ergens een stukje weg te halen en algauw zag hij dat de ondergrond nog in goede staat was. Toen maar hulp erbij gehaald en algauw was het café van zijn hardboard ontdaan, werden enkele structurele zaken aangepakt, werd het geheel van een fraaie Belgische tapkast voorzien en bleef voor hem het restauratiewerk. Dat heeft hij maandenlang gedaan, tot ook hij het perfect vond en de eerste gasten binnengelaten konden.

• Koos aan het werk in het Rijtuigmuseum, ca. 1965. (uit het boek Koos, foto: RHC Gron. Archieven, collectie D. v.d. Veen)

• onder: de omnibus Bloemendaal - Haarlem. (foto: Rijtuigmuseum, Leek)

Toen bleek een ander aspect van zijn persoon: hij kon best wel leuk achter de tap staan wezen, en de klanten waren meestal dol op hem, maar hij hield dat niet zo lang vol als de klandizie. Op een goeie dag sloeg hij dan door en dat moet je niet te vaak hebben als uitbater van een gelegenheid. Restaureren van schilderwerk lag hem kortom meer dan het restaureren van cafébezoekers.

In de tweede helft van de jaren 60, toen hij als meester-schilder voor het Rijtuigmuseum werkte, heeft hij in de loop der seizoenen vijf koetsen van wrakken tot pronkstukken gerestaureerd en u kunt ze nog bezichtigen. Kijk maar eens naar de omnibus, de laatste die hij deed. Puntgaaf. Hij verscheen en verdween in Leek als het hem uitkwam en dat vonden ze daar uiteindelijk wel okee. Voor een geregeld leven was hij immers niet geschikt. Teveel persoonlijkheid. Maar voor het restaureren was hij een hele beste. Mits men zich niet te veel met zijn manier van leven bemoeide.

Ook ging hij regelmatig naar België, omdat de sfeer hem daar beviel en hij ontdekte dat er nogal wat fraaie oude café inventarissen en meubilair in opslagplaatsen lagen te verkommeren. Toen hij tijdens een langdurig herstel van een beenbreuk bij zijn vriend

16

Wouter Hoogland in Onderdendam woonde, en in die plaats het initiatief ontstond tot het oprichten van een sociëteit, 'O' genaamd, kon hij allerlei adviezen geven voor de inrichting en hij wist ook waar geschikte elementen te vinden waren. Zo is het begonnen en zo rolde het eigenlijk steeds maar door. Het gebruik maken van het toeval en dat waar mogelijk verbeteren, dat was de kern van zijn instelling.

De Sociëteit O, hoe gezellig en hoogcultureel ook, bleek na twee enorm leuke jaren economisch niet houdbaar en men besloot dan maar in de stad iets dergelijks op te zetten. Alle cafés waren in die tijd nog een soort huiskamer en daar kon voor de jongere intellectuelen en kunstenaars van Groningen nog wel een huiskamer bij. Aldus geschiedde en zo verrees voor het eerst in Groningen (en misschien wel in Nederland en dus in de wereld, want buitenlanders hebben een ander begrip van gezelligheid) een Bruin Café op de plaats waar zich een jaar daarvoor nog slagerij Sluiter bevond.

• Café de Vlaamse Reus, Poelestraat, 1970. (foto: Frank Straatemeier, RHC Gron. Archieven)

• onder: beeldmerk grand café de Drie Gezusters, Grote Markt.

Het café, de Vlaamse Reus, was een groot succes en begon na enkele moeilijke beginmaanden aardig op te leveren, maar voor Koos was de lol er eigenlijk al een beetje af. Bouwpastoors hebben immers niet steeds zin in preken. Het succes was er, maar nu wilde Koos, geïnspireerd door België, wat meer grandeur want dat bestond nog niet in Groningen.

De gebroeders Hoogland, van de makelaarsfamilie, hadden er wel oren naar en zo werd een vervallen hoekpand aan de Grote Markt aangekocht en op de langzamerhand al bekende wijze van door Koos opgespoorde coulissen en meubilair voorzien. Omdat zowel Koos als de Hooglands drie zusters hadden noemden ze de zaak de Drie Gezusters, met welke naam een latere eigenaar van de tent, de beruchte Sjoerd Kooistra, er in slaagde een -nogal tijdelijk- horeca-imperium in 8 steden op te bouwen. Hij vermeldde dan wel in de reclame dat de 3 zussen dochters waren van Peter Stuyvesant, dat paste prettiger in zijn benauwde denkraam.

17

Onze held woonde ten tijde van de Vlaamse Reus in het A-Kwartier en dat is tot zijn dood zo gebleven. Achtereenvolgens woonde hij in de Grote Kromme Elleboog, (in het pand dat uitkijkt in de Turftorenstraat), in de Visserstraat, aan de Noorderhaven, even in de Lutkenieuwstraat en tenslotte in de Kleine der A. Hij was in dat eerste pand bijna buurman van Olga Wiese, met wie hij in 1973 de buurtvereniging Centrum Noord West oprichtte. In 1985 heeft die buurtvereniging een anderenaam gekregen en wel…het A-Kwartier. Kenmerkend is dat de Buurtvereniging CNW opgericht was om gezamenlijk leuke activiteiten te ondernemen en daarvoor een motor nodig had in de persoon van Koos. Toen die motor andere dingen ging aandrijven doofde het wat uit. In 1985 werd het initiatief weer opgerakeld, maar nu tevens als verzet tegen vervelende dingen als overlast of nalatigheid van de gemeente. Dat bleek ook zonder motor een succesformule. Vreemd is de mens.

Koos was een man van tegenstrijdigheden, ik noemde al zijn ongeduld met caféklanten. Maar daar stond tegenover dat hij het buitengewoon leuk vond om voor een niet drinkend publiek op te treden. In de Sleutel heeft hij jarenlang een radioprogramma gehuisvest, Muziekmelange heette het en dat was een doorslaand succes.

• boven: Olga en Koos.

(uit het boek 'Koos', foto: Frank Straatemeier)

• Feest in de Turftorenstraat, georganiseerd door buurtvereniging Centrum Noord West, ca. 1975.

(uit het boek 'Koos', foto: Frank Straatemeier)

• Smartlappenorkest de Stio's in 1968. Rechts: Koos Huizenga, links met baard: Jan Rosenstein.

(Persfotobureau D. van der Veen RHC Gron. Archieven)

• onder: ter gelegenheid van 100ste aflevering van Muziekmelange. (foto: RTV Noord)

18

De ster van het programma was natuurlijk Koos zelf, die een uitgebreid repertoire aan smartlappen beheerste, maar ook door dichters als Jean Pierre Rawie en Driek van Wissen geschreven verzen, die door zijn vriend Wouter de Koning op muziek waren gezet. Allerlei vormen van lokaal talent kregen daar de gelegenheid hun kunsten te vertonen en dank zij Koos' tact verliep dat eigenlijk altijd goed. Hadden we nog maar zoiets!

Dat zingen had eigenlijk ook zijn bron in de sociëteit O, want daar was het smartlappenorkest de Stio's (van STItswerd en Onderdendam) ontstaan. Onder daverende bijval zong Koos-met-de-bronzen-stem (een uitdrukking van de toenmalige commissaris van de koningin, Henk Vonhoff) dan het wonderschone 'Hallo Bandoeng" of 'Aan de muur van 't oude kerkhof'. Koos zong niet alleen mooi, hij zong ook graag en menigmaal, als de situatie hem dat ingaf, vergastte hij ons op het Anti-Friezenlied van Driek of de Hogelandster Ballade van Luppo Klapp (pseudoniem van Jean Pierre Rawie):

Ware liefde laat zich niet binden, hartstocht kent geen gebod en geen wet.

Ware liefde verblindt de beminden en eenmaal verloren wordt niemand gered.

We hebben al aardig wat overhoop gehaald, maar iets verdient tenslotte toch wel een beetje aandacht, want van de trits Wein, Weib und Gesang hebben we eigenlijk alleen nog maar de laatste term behandeld. Wel, Koos hield ook van de eerste twee. En hoe! Het is niet kies om uitgebreid met naam en toenaam op alle dranken in te gaan die in de loop der jaren zijn keelgat passeerden, laten we het er dus op houden dat hij een kenner was.

Ook was hij een geschikt man voor vriendschappen, zowel met heren als met dames. Hij was lid van het illustere Dikkens genoot-

• boven: hoes van de plaat 'Smart, de Stio's Live in Groningen' 1968. (met foto van John Stoel)

• De Stio's met centraal Koos Huizenga en rechtsboven een portret van de schrijver Belcampo.

19
illustratie: Olga Wiese

schap, een club van merendeels academisch gevormde heren met een hoog gezelligheidsgehalte.

Maandelijks togen we naar Westerwijtwerd, waar in het bekende café Hazekamp (foto links) de avond in gepaste vreugde werd doorgebracht.

De academici dronken een soort ZuidFranse foezel, door de secretaris, de bekende organisator van badpakkenshows Herman Boeije, zorgvuldig uitgezocht. Koos sprak dan de magische woorden: 'Dou mie mor een brandewientje met suker, vraauw Hazekamp' aldus zijn positie benadrukkend en tevens accepterend. Vrouw Hazekamp, voor vrienden Eke, schonk hem dat dan in met de liefste lach die ze in huis had, want hij was van alle jongens haar favoriet. 'En dou der dan ook mor een balletje gehak bie, want ik heb ja nog nait eten'. Dan placht vrouw Hazekamp stilletjes naar de keuken te verdwijnen om even later met een van haar fameuze ballen terug te komen en die liefdevol voor hem neer te zetten.

In later jaren, toen cafe Hazekamp in andere handen was overgegaan, hebben we nog een tijd vergaderd in de 'Stille Knip', die Koos in zijn nieuwe bewoning aan de Kleine der A had ingericht, nog later verplaatsten de vergaderingen zich naar de Drie Vlasblommen, maar dat was noodgedwongen, omdat Koos het niet meer aankon.

• Dikkens Genootschap bijeen aan de Kleine der A met Koos Huizenga aan het hoofd van de tafel

En zo kwam dan, op 5 juli 2015 een einde aan een prachtig leven. En leven waar de velen die van hem hielden enorm geprofiteerd en genoten hebben. Zelf had hij perioden dat hij wat minder van dat leven genoot, want bij tijd en wijle was hij wat somber gestemd, maar grotendeels leefde hij een leven zoals hij dat zich gewenst had. De sporen zijn in onze buurt voorlopig nog volop aanwezig.

20

Drag Bingo Show met Lola Lasagna

zondag 16 juni

Groningen kleurt een jaar lang roze tijdens Queer Year 2024. Lola Lasagna, tijdelijk directrice van Museum aan de A, heeft voor het museum een spectaculair programma samengesteld. Welkom bij Lola's Lucky Bingo! Tijdens deze hilarische middag spelen we, onder leiding van drag queen Lola Lasagna, enkele bloedstollend spannende rondes bingo.

Dit onder het genot van een drankje, een hapje en heerlijke muziekjes.

De grote vraag is: wie gaat er naar huis met de hoofdprijs, de enigmatische PENIS BODYPILLOW?

Naast dit handgemaakte meesterwerk zijn er nog onder andere boobiepillows, vaginapillows, conceptuele piemelkunst en nog veel meer geweldige prijzen te winnen! Alle prijzen zijn gemaakt door textielkunstenaar Jurjen Galema.

Met gastoptredens van Polly Darton en Levi's 501 Jameson uit Zircus Zorry Zaloon.

Locatie: Museum aan de A Tijd: van 16.00-18.00 uur. Deelname is €5 p.p. (inclusief bingokaart) aanmelden is niet nodig.

van het bestuur

tekst: Klaas van der Meulen

Het zijn mooie tijden. Na een paar jaar met vijf nieuwe bestuursleden begint onze vereniging smoel te krijgen. We werken vanuit het principe dat het A-Kwartier een goede wijk moet zijn om in te wonen, te werken en te leven. En plezier te hebben en te recreeren voeg ik er graag aan toe. De vereniging organiseert bijna maandelijks activiteiten: gezellig, leerzaam of sportief: zeg 't mor. De laatste drie woorden in de vorige zin zijn Gronings en tevens de titel van het lesboek dat door het CGTC (Centrum Groninger Taal en Cultuur) wordt gebruikt. Dat lesboek zou wat sommige verenigingsleden aangaat wel vaker gebruikt mogen worden, want er wordt in het A-Kwartier (veel te) weinig Gronings gesproken.

foto:

Nadat we bij de nieuwjaarsborrel enkele Albertus Magnusbestuursleden ontvingen werden de contacten bestendigd. Dat leidde tot deelname van studenten aan onze maandelijkse opschoonactie. De laatste keer, begin mei, waren er, naast vijf wijkbewoners, maar liefst zeven studenten actief met een papierprikker.

Deze door Ellen Spits (foto links) aangevoerde groep gaat zelfs zo ver dat er met een bezem peuken worden opgeveegd. Wie weet bereiken we in Nederland ooit de situatie dat het achteloos op straat gooien van peuken niet meer geaccepteerd wordt. Je hoeft geen Bojan Slats te zijn om te weten dat de fijne plastic microvezels in peuken slecht zijn voor de natuur.

De RUG heeft een op groen en verduurzaming gerichte afdeling The Green Office. We willen met hen in gesprek omdat ook wij vergroening en verduurzaming van belang achten. De eerste contacten zijn gemaakt. Binnen enkele weken zijn er geveltuinen aangelegd voor RUG-burelen in de Visserstraat. Dit biedt hoop op meer in de toekomst.

Nog even iets leuks over de AKRO-werkgroep. Na ruim een jaar is er een splitsing opgetreden in de werkgroep die zich met de ruimtelijke ontwikkeling in ons kwartier bezighoudt. Naast een beleidsmatige tak is er nu de H.u.d.M.-tak die graag de handen

23 • • •
Han Santing

• uit de mouwen steekt. Het is opvallend met hoeveel plezier en elan onze vereniging actief is en groeit. In het secretarieel overzicht over 2023 kom ik op acht werkgroepen en commissies van onze vereniging of aan onze vereniging gelieerd met een afvaardiging, waarin zo'n tien procent van onze leden zijn vertegenwoordigd.

De buurtvereniging houdt zich ook bezig met de waterkwaliteit in de Diepenring , nadat ons uit gesprekken met -veelal niet onbemiddelderecreatievaarders is duidelijk geworden dat men het niet zo nauw neemt met de (strenge) wet- en regelgeving op het gebied van lozing van 'zwart water'. Zeg maar toiletwater inclusief fecaliën. Een vaarrecreant noemt het op het oppervlaktewater lozen van zwart water 'common practice'. En dat terwijl aanleggen aan de parel van Groningen, vergeleken met de stadscampingtarieven idioot laag zijn.

Bezoek B&W. We zijn vereerd als we horen dat op dinsdag 23 april het voltallige College van Burgemeester en Wethouders een bezoek aan onze wijk wil brengen. Hoe gaat de voorbereiding? Op de dag dat we de vraag voorgelegd krijgen stellen we een voorbereidingsgroepje in met Trinet, Mark en ondergetekende. We horen dat men wil vergaderen, lunchen en de wijk verkennen. Wij worden uitgenodigd voor de laatste twee onderdelen. We mailen onze leden met de vraag of men iets met B&W wil delen. Dat levert een tiental reacties op met vragen, klachten en meer. We nemen de beslissing het ontbijtcafé

Luhu aan Munnekeholm de eer te gunnen gastheer te zijn en de lunch te verzorgen. Onze voorzitter licht e.e.a. over onze wijk toe en Engelien en Dennis van Luhu praten ons bij over het door doven gerunde Luhu. Mark bedenkt het 'elevator's pitch'-concept: bij de wandeling krijgen buurtbewoners de kans in anderhalve minuut een idee te pitchen

24

waarop het college, bijgestaan door een batterij ambtenaren, kan reageren. Het wordt een bijzondere wandeling, waarbij problemen (fiets- en auto-congestie, daklozen, lawaaioverlast, enz.) en fraaie eyecatchers (straatrenovaties, geveltuinen, toeristische trekkers) voorbijkomen. Han Santing fotografeert en Mark legt verslag op de website. Het wordt een mooi en nuttig bezoek.

• De met een vierde lid uitgebreide geveltuinjury staat dit jaar een andere aanpak voor. Buurtbewoners wordt gevraagd een foto van hun (of andermans) geveltuin in te zenden, waarna op een middag in oktober in de Wolthoorn, men de gelegenheid krijgt via een stemming de hoofdprijs Het Gouden Schepje toe te kennen aan de winnaar. Er komen al foto's binnen.

Ook worden bijeenkomsten bezocht over het strategisch kader Geleide Groei in ontwikkeling. Het moet helpen goede keuzes te maken in de binnenstad over waar welke functies wenselijk zijn, de inrichting van de openbare ruimte en het ontwerp van de gebouwen om ervoor te zorgen dat de historische uitstraling en vernieuwing goed samengaan. Belangrijk voor onze historisch waardevolle wijk.

Het Harmoniecomplex wordt in het kader aangemerkt als bijzondere ontwikkellocatie. Ons is toegezegd dat wij en omwonenden tijdig geïnformeerd zullen worden over de ontwikkelingen en ook gehoord zullen worden bij de planontwikkeling. Maar zover is het nog niet, de ideeën zijn nog vers en waaieren uit van sloop/nieuwbouw tot verbouw.

Met de regelmaat van de klok worden we uitgenodigd mee te denken en in te spreken over op ontwikkelingen en renovaties gerichte zaken in de gemeente. Zo gaan twee van onze bestuursleden naar de presentatie van het gemeentelijke bomenplan. De gemeente stelt zich ten doel de komende tijd 5.000 bomen aan te planten. Nog een interessant en vooral uiterst concreet doel: het is wenselijk dat vanuit elk huis in Groningen, minimaal drie bomen te zien zijn. Buurtverenigingen, energie- en groenbedrijven denken en praten mee in het voormalige gemeentehuis in Haren.

25
foto: Han Santing

De mobiliteit in Groningens centrum vereist veel aandacht. Het delicate samenspel van voetgangers, fietsers, automobilisten vergt de nodige denkkracht. Aanmodderen is geen optie, er moeten keuzes worden gemaakt, keuzes op het gebied van de verdeling van ruimte, op het gebied van toelaatbaarheid van vervuiling en vooral ook op het vlak van veiligheid, waarbij veelal kleinere persoonlijke belangen moeten wijken voor het grote groepsbelang. Onderzoeken wijzen uit dat aanvankelijke weerstanden uiteindelijk worden omgetoverd in gevoelens van succes en vooruitgang, als voorbeeld bij deze stelling moge het ooit verketterde en later door vriend en vijand omarmde VCP dienen.

Ons bestuur heeft de eerste mutatie achter de kiezen.

Ella Onrust (foto rechts) is de nieuwe penningmeester. We hebben de naar Drentse oorden verhuisde Giorgio

Achterbosch op de algemene ledenvergadering op gepaste wijze uitgeluid.

Eind maart lichtten gemeentelijke woordvoerders plannen toe om te komen tot een zero-emissie-zone in de stad. Een groep voor wie beslissingen in deze richting van groot belang zijn, zijn o.a. de marktkooplieden. Het was interessant om te zien dat in deze groep concrete stappen naar oplossingen worden gezet, bijvoorbeeld door gezamenlijk elektrisch vrachtvervoer in te kopen. Dat de gemeente prudent omgaat met mogelijke gevolgen van verkeerstechnische veranderingen blijkt uit het zeer grote aantal ontheffingsregelingen dat is opgetuigd om van een zachte implementering verzekerd te zijn. Hoe geruststellend!

Tot slot.

De columnistengroep zorgt tweewekelijks voor een column op de website Drie vrouwen en drie mannen (één van de zes onder pseudoniem) schrij ven een column. In het verslag van hun jaarvergadering lezen we: 'En dan, wat wordt lezers voorgeschoteld? We zien: culinaire recensies, humor, persoonlijke ontboezemingen, filosofische en sociologische ingevingen, ironie, liefde voor de wijk/stad, bezorgdheid omtrent ontwikkelingen, lichtvoetige Prinzipienreiterei, betrokken openhartige wijsneuzerij, lichte agitatie cq opwinding, maatschappijkritische ontboezemingen, dagboekachtige aantekeningen, politiekangehauchte stellingen, interessante ontmoetingen, reisverslagen, kortom alles wat bij columnistiek hoort en alles goed geschreven.'

26
• • •
foto: Han Santing

Vooravond

Toen zag je achter glas paspoppenkoppen; hoedjes en handtassen, gespiegeld in stilleven of hoe noem je dat, vastgeklampt aan tanden des tijds, destijds.

Roaring 20s, dirty 30s: normvervaging, putsch in die Bierkeller & schijnbaar democratische toenadering, onvoorstelbare haargrensbedekking en hoed u voor namaak, voor valse profeten, voor mensen die denken iets zeker te weten, je dood staat in vreemde tekens op het lint rond je schedel geschreven.

De veren nog klets van gitzwarte inkt. Eén grote bric-à-brac van onafwendbaarheden in de vensterbank, maar de druk druk druk is ongekend hoog en onbekend maakt onbemind en wij moeten nog polders droogmalen en zeeën verleggen.

Nu zie ik op het scherm poppenkopjes; doekjes en handtassen, verankerd in stilzwijgen of hoe noem je dat, ze zijn uit de tijd gekropen, gelijk kuikens uit het ei – wij lijken uilskuikens, geboren met doppen en oogkleppen op.

Twenties again! De zeeën rood van het bloed van je broeders. Ooit waren wij salonfähig, maar van de hoed en de rand bedekt nog slechts het vilt onze ogen. Onafwendbaarheden in vensterbanken, die als etalagebenen waarschuwen voor erger. De dood komt van boven en wij beloven onze ogen open, maar

totdat we in actie komen wensen we. Tot het te laat is slapen we.

Oude
Kijk in 't
(bron: Facebook)
Jatstraat: hoeden en petten van Vorsselen, 1932
dichter bij toen sacha landkroon 27

Met werk van Beeldend

Kunstenaar Annuska ‘t Hart

Geopend op afspraak en iedere zaterdag van 13.00-17.00 u

Pottebakkersrijge 13 9718 AG Groningen

Telefoon 06-30109303

Website www.annuska-t-hart.nl

Kunstatelier Noes

Het schip de Alida van de beroemde Ploegkunstenaar George Martens (1894 - 1979) krijgt een nieuwe plek bij het Kunstcentrum De Ploeg in Wehe-den Hoorn. Op maandag 27 mei was de verhuizing van de 15 ton wegende tjalk uit 1903. Wagenborg Nedlift takelde het voormalig varend atelier van de binnenplaats van Museum aan de A in de Brugstraat om het vervolgens te vervoeren naar Wehe-den-Hoorn.

Rob Martens was 75 jaar lang betrokken bij het Noordelijk Scheepvaartmuseum en zorgde dat het tjalkje 37 jaar geleden op de binnenplaats van het museum terecht kwam (foto linksonder). Het schip uit 1903 was daarvoor zo'n vijftig jaar lang eigendom van zijn vader, de Groninger Ploegschilder George Martens. Hij maakte er verschillende tochten mee met andere Ploeg kunstenaars als Johan Dijkstra, Jan Wiegers en Jan Altink. Hij noemde het schip Alida, naar zijn

Tjalk Alida naar Kunstcentrum De Ploeg in Wehe-den Hoorn

overleden vrouw Alida Pott , eveneens lid van de Groninger kunstbeweging en de ontwerpster van het Ploeg-logo dat nog steeds gebruikt wordt. Het fraaie schip werd in 1903 in Friesland gebouwd voor het vervoer van kaas. Onder schipper A. Rooze deed ze jarenlang dienst als kermisscheepje en vervoerde een 'Kop van Jut' totdat Martens het kocht.

29
foto's: Joost Nuijten

Hoe het uitzicht wordt beloond

De hele winter kijken we vanaf ons huis uit op de Nova Cura, de klipper met zijn grote speciale vlag. Een vlag van de stad met daarin het wapen van de provincie. Een pracht van een uitzicht. Wij vinden het mooi dat in de winter grotere schepen in de A liggen, het geeft iets historisch aan deze aan de scheep vaart gerelateerde buurt. In de zomer de jachten, ook leuk maar toch net een tandje minder. Op een mooie zondagmorgen valt er een briefje in de bus. Ik lees het en zie dat het een uitnodiging is om met de Nova Cura een tocht mee te maken over het Reitdiep van stad tot Zoutkamp als het schip zijn winterplek verlaat. Dit omdat het schip, gedurende de hele winter voor de deur liggend, vast ook wel eens voor overlast heeft gezorgd. Ik pak mijn agenda, zie dat we de genoemde dag kunnen en loop direct naar het schip. De schipper staat achterop en ik vertel hem dat wij heel graag van de uitnodiging gebruik maken.

De Opvarenden

De eigenaren, opwonenden en het varend personeel blijken Judith de Bruin en Paul Wijk te zijn. Twee mensen die er samen voor zorgen dat het varende erfgoed de Nova Cura ook inderdaad varend blijft. Paul is de schipper en Judith matroos, zeilinstructeur, kok , regelaar en zelfs wandelcoach. De reizen die ze met het schip en de passagiers maken zijn zeer divers. Nieuwe Zorg zoals het schip in de vertaling heet en bij de aankoop van het schip al heette is voor hun geen zorg maar een droom die werd verwezenlijkt. Natuurlijk veel werk, maar niet: koop een boot en werk je dood, maar koop een boot en geniet van je leven. De hele dag buiten, de hele dag bewegen, de tijd laten vertragen en met gehesen zeilen proberen los te komen van het jachtige bestaan.

Het Schip

In 1905 gaven de broers Gerrit en Dirk Stavast uit Oudshoorn de opdracht aan de werf De Dageraad (wed J. Boot) om een schip voor ze te bouwen. Dit werd de 25.13 meter lange en 5.50 m brede zeilklipper de Johanna Hendrika. Het schip mat ongeveer

31

130 ton en zou worden gebruikt voor het vervoer van gebakken stenen van steenfabriek naar bouwterrein. Misschien ook wel vanaf de aan de Waal gelegen steenfabriek Vogelensangh die de stenen voor ons huis heeft gebakken. De mannen voeren tot 1922 de bakstenen naar de plekken waar ze verwerkt werden tot huizen, fabrieken of kantoren. In 1922 verkochten ze het schip aan Dirk Gijsbrecht van Breda, die een vast contract had om van de steenfabriek bij Arnhem bakstenen te vervoeren naar de afnemers. De nieuwe naam luidde Albert.

De Werf

In 1847 werd de scheepswerf Dageraad opgericht. De werf was eigendom van J. Boot en was gevestigd te Woubrugge. Er werden alleen houten schepen gebouwd. In 1896, tijdens een te waterlating van een nieuw schip raakte ook Boot te water. Het schip bleef drijven maar Boot verdronk. Zijn kranige weduwe zette de werf voort maar wilde ook vernieuwen. Ze vroeg een Hinderwetvergunning aan om ijzeren schepen te bouwen. Een vrouw als eigenaar van een werf vond de gemeente niets en de vergunning werd dan ook geweigerd. Geen probleem voor de weduwe, de werf voor houten schepen bleef in Woubrugge en die voor ijzeren schepen werd net over de gemeentegrens in het dorp Oudshoorn gevestigd. Op de werf voor houten schepen werden nog precies 0 schepen gebouwd maar de werf voor ijzeren schepen was erg succesvol. Alleen al in 1905, het jaar waarin de Johanna Hendrika werd gebouwd, liepen er twintig schepen van de helling. Waaronder zeilschepen, motorschepen, schepen met zijschroef en zelfs recreatievaartuigen.

Market Garden

Ook in de oorlog is het schip nog in handen van de familie Van Breda. Montgomery had blijkbaar niet overlegd met Van Breda, want de grote Duitse troepenmacht rond Arnhem was een verrassing voor hem. Er wordt hevig gevoch-

32

ten en de bommen en granaten vliegen in het rond. Een daarvan raakt de klipper en het schip zinkt.

Gelukkig was de familie Van Breda net voor de inslag met hun bijbootje naar de wal geroeid. Ze worden door de Engelsen gevangen genomen en verhoord en ze vertellen de reden van hun vlucht over het water.

Boven Water

Na de oorlog laat Van Breda het schip lichten. Het boven gekomen schip moet een droevig aanblik hebben gegeven, alles kapot, vies en onbruikbaar. Gelukkig wil scheepsmakelaar De Koning uit Rotterdam het schip wel overnemen. Door oorlogsschade is er veel gebrek aan laadruimte en dus knappen ze het vaartuig op en bouwen het om van zeilschip naar motorschip. In 1950 is het klaar en kan er een nieuwe eigenaar worden gezocht.

Nova Cura

Een schipper uit Oude Tonge koopt het schip en vaart er mee door heel Nederland. Hij geeft het schip zijn huidige naam. Een grappig feit (tenminste dat vind ik) is dat er tegelijk met de Johanna Hendrika een schip werd gebouwd met de naam Nova Cura. Ze lagen tegelijk op de werf in Oudshoorn en hebben zelfs het zelfde brandmerk, namelijk 668BLeiden1928, alleen de metingsnummers verschillen. Ga197N en R27161N. Nu zijn er dus twee Nova Cura's met hetzelfde brandmerk.

Het schip kreeg diverse eigenaren en wordt in de zeventiger jaren woonschip en komt in Leeuwarden te liggen.

Hulde voor Roswitta en Robert

Het schip gebouwd om te werken en te varen ligt stilletjes in Leeuwarden als Roswitta Bockholt aan boord stapt en het schip koopt. Zij ziet de potentie van het schip en bouwt het om tot wat het was, een zeilend schip, in dit geval een zeilend passagiersschip. In 2003 doet ze het schip over aan Robert Rinzema, havenmeester in Leeuwarden.Deze laatste restaureert het schip met veel liefde en aandacht tot het varende monument dat het nu is. Het maakt korte zeiltrips met passagiers en wordt gebruikt als B & B. In 2018 krijgen Judith en Paul de Nova Cura in handen (foto rechts) en zorgen voor het bewaren van het schip voor het nageslacht.

De Tocht

Nou leuk geweest met het (iets te lange waarschijnlijk) feitenrelaas, vertel nou eens over de tocht! O ja, doe ik. 25 april om negen uur. Inscheeptijd. Samen met enkele andere buurtbewoners stappen we aan boord. Eerst even handen schudden en een praatje en dan om half tien trossen los en varen. De Nova Cura verlaat zijn winterplek en vaart het zomerse avontuur tegemoet.

33

Heel leuk om onze buurt eens te verlaten via het water i.p.v. de weg. We varen onder mooie luchten zonder neerslag naar de spoorbrug waar we even moeten wachten op de opening. Daarna nog wat oponthoud omdat het verkeer op de ringweg niet te veel mag wachten voor de scheepvaart maar om 12 uur liggen we in de Dorkwerdersluis. Inmiddels gaat de koffie met Groninger koek en/of tompouce rond en varen we via de Platvoetbrug het Reitdiep op richting Zoutkamp. We staan allemaal op het achterdek rond het stuurwiel. Er is wind genoeg om te zeilen maar de smalle vaarweg leent zich hier helaas niet voor. Dus ronkt de Daf in de machinekamer vrolijk en varen we het prachtige landschap via deze oude waterweg tegemoet. De wolken beginnen te lekken en zodra de neerslag echt regen genoemd mag worden staan Paul en ik nog eenzaam en alleen op het achterdek. De rest had plotseling een functie elders. Brood smeren, koffie zetten, nader kennismaken, geen idee wat maar in ieder geval op een droge plek. We genieten van het varen, de rust, het landschap, de natuur en de door Judith verzorgde broodjes.

Na Garnwerd klaart het weer op en mogen we het schitterende Reitdiep landschap verder aanschouwen. De meanderende waterweg langs velden en een enkel dorp heeft plotseling weer de aandacht van de volledige bemanning en passagiers. Rode Haan, Electra en (nu al?) Zoutkamp komen achtereenvolgens in het vizier. Net voorbij de oude sluis meren we af en nemen we, zoals het hoort, een ankerborrel op de voorspoedig verlopen reis. Het samenzijn met de buurtgenoten, vaste en winter, aan boord van dit varende erfgoed was een geweldige belevenis. Met dank aan Judith en Paul namen we afscheid om met de bus de terugweg aan te vangen. Ook een ommelandse reis, maar anders.

De hele winter een pracht uitzicht en als beloning een vaartocht, dat kon minder zou ik zeggen. In de postbus van de Nova Cura is een kaart gekomen, niet met een uitnodiging om een vaartocht te maken, maar om een drankje te komen doen, geen ankerborrel deze keer maar een borrel om de nieuwe vriendschap te vieren.

34

Graduation Show 2024 15-20 juni, Museum aan de A, Brugstraat 24

Samen met 10 culturele instellingen laten kunstenaars, ontwerpers en kunstdocenten van Academie Minerva hun werk zien tijdens de Graduation Show. Bij ons in het museum zullen studenten van de opleidingen Vormgeving en Docent Beeldende Kunst en Vormgeving hun werk tonen.

Dagtocht over het Reitdiep met de historische garnalenkotter ZK4

Het Visserijmuseum in Zoutkamp, Museum aan de A en Het Groninger Landschap organiseren t/m september weer een aantal bijzondere dagtochten over het Reitdiep. Het

Reitdiepgebied behoort tot de oudste cultuurlandschappen van Europa. De sterk meanderende Hunze (nu Reitdiep) verbond ooit Groningen met de zee. Niet voor niets was dit gebied vaak onderwerp in de werken van het Groninger kunstenaarscollectief De Ploeg. Op zaterdag vaart de ZK4 van Zoutkamp naar Groningen. De vaardata zijn: 22 juni, 6 en 20 juli, 7 en 28 september. De dagtocht is van 9.15 - 17.30 uur en kost per persoon ¤ 75,- inclusief koffie/thee en lunch. Beschermers van Het Groninger Landschap en Vrienden van Museum aan de A krijgen korting en betalen ¤ 65,- per persoon (max. 2 personen). Aanmelding: www. museumaandea.nl/zien-en-doen/zk4

35

Balans in Stad

hoe het vastgoedbeheer beter kan

tekst: Tjitske Zuiderbaan

Wij, bewoners van het A-Kwartier mogen best blij zijn met onze wijk, vindt Peter Michiel Schaap. Zeker wanneer je het A-Kwartier vergelijkt met andere delen van de binnenstad waar de opgaven nog een stuk groter zijn. Maar het kan natuurlijk altijd beter. Veel beter. Peter Michiel is directeur van GRAS, het onafhankelijke architectuurcentrum van Groningen. Hij studeerde Kunst en Kunstbeleid (KKB) en Kunsten Architectuurgeschiedenis aan de RUG en werkte onder meer voor de gemeente Haarlemmermeer, de Architekten Cie, het Kwaliteitsteam van de Regio Groningen Assen en de Rijksbouwmeester.

Pop uit de Poort

GRAS is, zo je wil, een luis in de pels van projecten binnen de stadsregio Groningen. De organisatie maakt zich sterk voor een hoge kwaliteit van de leefomgeving en goed ontwerp. In zijn rol als luis in de pels, hield Peter Michiel onder meer de plannen voor 'exploitatiemonster' de Nieuwe Poort kritisch tegen het licht. Hij raadt de gemeente aan De Oosterpoort te behouden als plek voor klassieke en lichte muziek en elders een geweldige nieuwe popzaal te bouwen. "Door de pop uit de Poort te halen, ontstaat letterlijk en figuurlijk lucht om op de juiste plekken het beste te doen voor de stad."

Gelukkig

Waarom we best gelukkig mogen zijn met onze wijk, heeft meerdere redenen. "Het AKwartier profiteert al volop van de vernieuwing van de openbare ruimte die aan deze kant van de stad is gestart met het busvrij maken van de Brugstraat en de herinrichting van

36

het plein naast de Akerk. De vraag is natuurlijk wel wie er het meest profiteert van die investeringen. Zijn dat de bewoners en de bezoekers of vooral de eigenaren van het vastgoed?"

Voor de hele stad geldt dat heel veel panden tegenwoordig in bezit zijn van een relatief kleine groep. Dat zie je ook in het A-Kwartier, waar een aantal eigenaren heel veel bezit hebben. Een daarvan is Wijnand van Smeden.

"Er is van alles aan te merken op dat wat veel 'grootgrondbezitters' in de stad doen - of juist niet doen. Maar eigenlijk heeft het A-Kwartier het met Van Smeden helemaal niet zo slecht getroffen. Het kan veel erger. Daarbij heeft Van Smeden de laatste jaren een aantal projecten (mede) ontwikkeld die van hoog niveau zijn, zoals de nieuwbouw aan de Hoge der A, Agaathhof en Akerkstraat 20, waar nu restaurant Niemeijer huist. Dat gebeurt duidelijk met aandacht voor de context."

Een schril contrast met de voormalige en deels nog altijd leegstaande prostitutiepanden in de

• Nieuw pleintje bij de A-kerktoren. (foto: Stadsstromen)

• Ontwerptekening van de Agaath-hof, Lutkenieuwstraat. (illustratie: De Zwarte Hond)

• Brugstraat in 2017 nog met bus. (foto: Han Santing)

• onder: Restaurant Niemeijer, Akerkstraat. (foto: Beauvast)

37

Hoekstraat, waar andere eigenaren de scepter zwaaien. "De balans tussen de verschillende soorten eigendom is in een stad erg belangrijk. Het liefst wil je een goede verhouding tussen particuliere eigenaren die zelf ook in hun pand wonen en/of ondernemen, een mooi aandeel corporatie-eigendom, een deel met een meer coöperatief karakter en marktpartijen, het liefst met een beetje liefde voor de stad. De Hoekstraat is helaas nog altijd een voorbeeld van een plek waar die goede balans ver te zoeken is."

Kei des Aanstoots

Louter uitspraken doen over het A-Kwartier vindt Peter Michiel lastig. Je kunt het ene stadsdeel namelijk niet los zien van het andere. Zijn visie betreft de hele stad en de omgeving. "Veel dingen die voor het A-Kwartier gelden, spelen ook elders in de stad. Waarbij je het A-Kwartier zou kunnen beschouwen als een leerschool voor dat wat elders nog moet gebeuren. Zo is er in het gebied rond de Oosterstraat en de Peperstraat nog ontzettend veel te winnen, net als rond de Ebbingestraat. "Daar zit de sleetsheid in en is heel veel vernield."

Maar ook het A-Kwartier heeft echt nog wel een steen des aanstoots: het Harmoniecomplex, met name het nieuwe deel ervan. Gelukkig zit daar beweging in. Zowel de gemeente als de RUG hebben de ambitie om ermee aan de slag te gaan. Verder ligt er een enorme kans bij het nieuwe Museum aan de A. "Ik hoop dat het lukt om daar een regionaal topmuseum van te maken met landelijke uitstraling. Het kan, daar ben ik van overtuigd. Bovendien is het nodig als impuls in het museale aanbod. Ga niet zitten kruidenieren. Pak het op, investeer erin. Dat

• boven: Hoekstraat (foto: kamer.nl)

• Harmoniecomplex, daaronder: ideeën voor herinrichting van het gebied richting Onderwijskwartier. (beleidsnota Geleide Groei)

38

betaalt zich altijd uit." Daarin gaat het niet alleen om het museum zelf, maar ook over de relatie met de omgeving. "De bestaande binnenplaats kan een mooie luwe, groene plek in de stad worden. Dat vergroenen is sowieso van groot belang want we zijn in de afgelopen decennia ontzettend veel groen kwijtgeraakt. Veel voorheen open binnentuinen zijn vol gezet. Doodzonde en achteraf ontzettend dom want we hebben dat groen keihard nodig."

Gat in de Vastgoedmarkt

Terug naar het eigendom, die op veel plekken in de stad totaal uit balans is. "Eigenaren die het goed doen en waarde teruggeven: daar heb ik geen enkel probleem mee. Het is zelfs goed. Toch is het voor de stad als geheel nodig om na te denken over waardebehoud. Collectieve investeringen in de openbare ruimte moeten duurzaam doorwerken op onderhoud en het karakter van het vastgoed. Niet minder belangrijk is het borgen van diversiteit en betaalbaarheid voor zowel bewoners als ondernemers. Daarvoor moeten er meer partijen aan boord komen die een maatschappelijke doelstelling vooropstellen en niet per se gaan voor het hoogste rendement dan wel voor snel geld verdienen op de korte termijn. Dat kan door het gat op te gaan vullen dat ontstaan is tussen 'de markt' en dat wat vroeger de woningcorporaties deden." Als voorbeeld haalt hij de Folkingstraat aan. "Veel panden zijn daar nog van Patrimonium. Omdat winkelpandvastgoed geen onderdeel is van de volkshuisvestingstaak, moeten zij wel wat verdienen op de verhuur van de winkels, om dat weer in goede betaalbare woningen te steken. Er is dus rendement. En toch zijn de huren daar substantieel lager dan bij een winkelpand van een particuliere eigenaar of belegger. Precies daardoor is de Folkingestraat ook nog altijd een leuke diverse straat met een breed aanbod aan winkels. Worden de huren hoger, dan verschraalt het aanbod."

Hoe doen onze Zuiderburen dat?

GRAS kijkt graag naar hoe ze hier in Vlaanderen hiermee omgaan. "Veel steden hebben daar eigen gemeentelijke ontwikkelbedrijven die voor de collectieve zaak vastgoed aankopen en ontwikkelen. Zo'n type club heb je eigenlijk ook in Groningen nodig. Mijn ultieme droom is dat we daarnaast een soort van burger-ontwikkelbedrijf opzetten.

Zoiets als Land van Ons, een burgerinitiatief waarin landbouwgrond wordt aangekocht om natuurontwikkeling te bewerkstelligen. Maar dan voor vastgoed: Stad van Ons, of Dorp van Ons. Samen als inwoners van Groningen vastgoed aankopen, eens van ons, altijd van ons. Niet renderend voor de eigen portemonnee, maar voor de stad. Als je als bewoner of liefhebber van Groningen participeert in zo'n stichting - ook al is het maar voor 30 euro per jaar - ga je je eigenaar voelen van het geheel. Dan voel je je betrokken en verantwoordelijk. En dat hebben we als stad hard nodig. Het is de basis."

39

Parkeren in Stad

Tekst: Klaas van der Meulen deel 1

Als onze buurtvereniging in 2022 een verontrustend bericht ontvangt over een fietsenparkeerprobleem aan Lage der A kan ik niet bevroeden dat prof. drs. Max van den Berg er ruim een jaar later zijn licht over laat schijnen na afloop van een lezing over het verkeerscirculatieplan in het Museum aan de A. Ik ga me wat verdiepen in het onderwerp parkeren in het centrum van Groningen en kom allengs tot het inzicht dat het onderwerp steeds breder wordt: verkeer in de binnenstad.

Vooraf. Een opmerkelijk verschijnsel doet zich voor: nadat je hebt aangekondigd te verhuizen naar Groningen word je overstelpt met adviezen en waarschuwingen. De stad met een auto binnenrijden zou onmogelijk zijn, parkeren een ramp en de studentenpopulatie op zijn best alleraardigst, maar als het erop aan komt niets dan overlast. Het is allemaal erg meegevallen. Wat, eenmaal wonend in de binnenstad, wel opvalt is de constante van het klagen over parkeren. Kommer en kwel alom. Het is duur, er zijn te weinig parkeerplaatsen en de fiets bedreigt de auto, als een rat een kuiken. Ik besluit op onderzoek uit te gaan en toon verderop aan dat nieuwkomers in Groningen kunnen kiezen uit maar liefst zeven parkeeropties. Van gratis tot prijzig.

Ook wordt de bezetting per parkeervak in drie straten onderzocht en 'opinion leaders' en 'decision makers' gevraagd naar hun opvatting over het parkeeronderwerp. Ik beschrijf dat met A.I. een gedifferentieerder kostenbeleid per parkeervak een uitkomst kan zijn. Tenslotte beschrijf ik wat de gemeente Groningen doet op parkeergebied en het fenomeen autodelen; ik sluit af met conclusies en aanbevelingen voor de wijkwethouder binnenstad, mevrouw Wijnja.

foto's: Klaas van der Meulen

Drie straten

Ondertussen ga ik eens kijken bij Lage der A. Mijn mond valt open van verbazing. Keurig in rekken weggezette fietsen en een enkele omgewaaid erbuiten. Maar wel te weinig rekken. Fietsers blijven de fietsen tegen de uitpuilende rij plaatsen zodat de voetgangers- rollator- en rolstoelpassage

40

verengt. Tegelijkertijd zie ik lege autoparkeervakken. Aan de Pottebakkersrijge hetzelfde: overvolle fietsenrekken en open parkeervakken. Opvallend is de neiging om de fietsen bij elkaar te plaatsen, buiten de rekken maar toch lekker naast elkaar als campers op clandestiene camperparkings aan de Portugese kust. De fietspsycholoog ziet daarin een goed teken: men wil wel maar het lukt niet. Dan de net buiten het A-kwartier liggende Praediniussingel: aan twee zijden parkeervakken die zelden vol staan en slordig geplaatste fietsen voor studentenhuizen. Slordig, ja, want fietsenrekken ontbreken. Vraag een schoolklas uit primair of voortgezet onderwijs, hoe je het probleem van een gebrek aan parkeerruimte het best regelt, en de conclusie volgt snel: verdelen. Simpeler kan het niet. Parkeren heeft alles te maken met ruimte, ruimte verdelen. Als de ruimte schaars is, gaat er iets wringen. Maak een optelsom van het aantal auto's in je gebied en van het aantal fietsen, kijk naar de benodigde vierkante meters per vervoermiddel (auto's 20 m² en fietsen 2 m²) en verdeel de ruimte en plak daar vervolgens, voor auto's, een prijskaartje op.

Een parkeerchip

Autobezitters willen graag hun auto dichtbij parkeren. Wat opvalt en eigenlijk uiterst bijzonder is, is dat maatwerk ontbreekt: de parkeervakken zijn overal gelijk terwijl de grootte van auto's enorm verschilt. Als een plattelandsschool die niet aan het maatwerk van Magister wil, blijft Groningen vasthouden aan gestandaardiseerde unimaten bij parkeerplaatsen. Hummers naast Clio's, Dodge Ram Vans naast VW Ups. Grote auto's mogen leiden tot interessante neologismen als autobesitas, maar nauwe binnenstadsstraatjes (kijk eens naar Lutkenieuwstraat) en uniparkeervakken zijn vaak niet berekend op grote bakken. Mijn eerste idee is: differentieer parkeervergunningen naar autoafmetingen. Later bedenk ik dat je ook eenvoudig, met hulp van slimme algoritmen toegepast bij A.I., meer variabelen kan gebruiken om de parkeerruimte eerlijker te verdelen. Bedenk een ingenieus puntensysteem dat per ingevoerde factor op- of afloopt, voorzie de vierwielers van een chip, pas die toe in een app en beslis dan hoe hoger het aantal punten is, des te verder verwijderd de parkeerplaats ligt. Bijvoorbeeld:

"Vraag een schoolklas uit primair of voortgezet onderwijs hoe je het probleem van een gebrek aan parkeerruimte het best regelt, en de conclusie volgt snel: verdelen."

• Vierkante meters per auto: per extra m² 5 extra punten.

• Energiesoort: naarmate de brandstof vervuilender is vijf punten erbij.

Dus elektrische auto's 0, LPG 5, benzine 10, diesel 15.

• De leeftijd per auto verdisconteren: per vijf jaren leeftijd vijf punten meer.

41

• De frequentie van autogebruik: hoe vaker gebruikt des te meer punten.

• De lichamelijke gesteldheid van de gebruiker: des te fitter des te meer punten.

• De leeftijd van de gebruiker: per 10 jaren boven de zestig 5 punten in mindering.

• Het aantal personen/gezinnen dat gebruik maakt van de auto: des te meer personen/gezinnen, des te minder punten. Per extra huisnummer minus vijf. Dit om het gebruik van deelauto's te stimuleren.

Ook (bak)fietsen en scooters worden toegerust met een chip³, die eigenaar, adres en toegestane parkeerlocatie registreert. Als honden en katten met een chipje kunnen worden toegerust, dan toch ook fietsen? Voor stewards wordt het dan een koud kunstje om de fietsen te traceren bij fout parkeren en indien nodig actie te ondernemen.

Parkeeropties en kosten

Allemaal mooi en aardig, maar kijk eerst even naar de feitelijke situatie. To the point. Welke mogelijkheden heeft de autobezitter die zijn auto in Groningen wil parkeren? En hoe duur zijn alle opties? Deze vraag hebben wij ons bij onze komst in 2021 naar Groningen ook gesteld. Ik kom op maar liefst zeven mogelijkheden, variërend van gratis tot prijzig. Als je bereid bent een stukje te lopen nadat je je auto hebt weggezet of een vouwfietsje achter in je auto te leggen en dan heen en weer te fietsen van en naar je huis of parking dan kun je gratis parkeren.

kosten per jaar kosten per maand kosten per dag locatie

¤ 0 ¤ 0

¤ 0 ¤ 0

¤ 120,45 ¤ 10,04

¤ 343,10 ¤ 28,59

¤ 1.009,20 ¤ 84,21

¤ 1.815,- ¤ 151,25

¤ 0 Aan de rand van de stad

¤ 0 P & R Haren

¤ 0,33 Vergunning buiten diepenring

¤ 0,94 Vergunning binnen diepenring

¤ 2,76 Buurtstalling

¤ 4,97 Ondergronds Beauvast

¤ 2.676,- ¤ 223,- ¤ 7,33

Privéterrein in open lucht (aan Ubbo Emmiussingel en Coehoornsingel)

¤ 7.066,84 ¤ 321,22 ¤ 19,36 Westerhaven parkeergarage

Ter vergelijking: een dag bij het CS in Amsterdam kost ¤ 32,50. In gesprekken met mensen die zuidelijker dan Zwolle wonen krijg je ongelovige gezichten als je vertelt dat je in de binnenstad van Groningen al een vergunning kan krijgen voor de prijs van twee sinaasappels op de markt: nog geen euro. Dat net buiten de diepenring parkeren per dag slechts 33 centen kost is best bijzonder.

42

Aantallen parkeervakken

Maar hoe zit het met de beschikbaarheid van een parkeerplaats? Ik verplaats me in een bewoner van binnen en buiten de diepenring. Buiten de diepenring: Lage der A en Pottebakkersrijge. Binnen de diepenring: Praediniussingel. Hoeveel parkeerplaatsen vind je hier?

En dan, hoeveel parkeerplaatsen blijven op wisselende dagen en op verschillende tijden onbezet? Een telling (in september/oktober 2023) van de beschikbare parkeervakken levert het volgende op:

• Praediniussingel woningzijde: 33 (6 voor E-auto's en 1 voor Green Wheels)

• Praediniussingel waterzijde: 36 (waarvan 1 voor invaliden)

• Pottebakkersrijge woningzijde: 5

• Pottebakkersrijge waterzijde: 21

• Lage der A: 35 (waarvan 5 met een wit kruis op straat geschilderd voor huizen met een garage).

Praediniussingel

Eerst de Praediniussingel. Helaas wordt mijn onderzoekje (herfst 2023) aan de Praediniussingel gedwarsboomd doordat de straat aan de waterzijde is opgebroken vanwege graafwerkzaamheden, zodat er enkel aan de woningzijde kan worden geparkeerd. Mijn verwachting is: dat is niet zo best, dat zullen de reguliere parkeerders niet leuk vinden en ik voorzie paniek, acties, gelehesjesdemonstraties, waterkanonnen.

Maar wat gebeurt er? Niets. Afsluiting van 50% parkeerruimte aan de rand van Groningens binnenstad schijnt de automobilist niet te deren. Nog steeds zijn er open vakken aan de woningzijde. Ook opvallend is de creativiteit van autobezitters die het achteruitrijden vaardig zijn. Die rijden namelijk vanaf de rotonde bij het Emmaplein achteruit de Praediniussingel in en zetten het karretje breed uitgemeten neer in het straatgedeelte dat aan één zijde afgesloten is. Hier zal ongetwijfeld een zeker waterbed-effect optreden: de parkeerdruk elders in de stad zal toenemen, men neemt een wat langere wandeling voor lief, of men leent in de ongemakkelijke periode de auto uit aan een op grote afstand wonende dochter of zoon en men fietst wat vaker.

Pottebakkersrijge

Eerder noemde ik over de Pottebakkersrijge al eens dat vergeleken met de tweewielers, de vierwielers een dominante, onevenredige, geprivilegieerde status hebben; de ruimte voor gestalde fietsen is krap en die voor auto's ruim, om niet van extra large te spreken.

43

De parkeervakken aan de Pottebakkersrijge waterzijde zijn zo ruim vanwege het boldereffect. Op de kade zijn bolders geplaatst. Niet om schepen permanent te kunnen laten aanleggen, maar meer bedoeld voor schepen waarvan de nerveuze kapitein de vaardigheid mist de schuit een sur-place te geven en graag even aanlegt totdat de vaarroute vanwege een gesloten Museumbrug weer vrij is. Deze stalen obstakels verhinderen auto's daar te parkeren en maken de parkeervakken tot soms twee keer groter dan vereist. Ideaal voor de campereigenaar die ruim wil staan.

Aan de A-brug-zijde van de Pottebakkersrijge is een goed geoutilleerde fietsenparking met beugels. Beugels zorgen ervoor dat fietsers de fiets geordend (kunnen) plaatsen. Deze fietsvakken zijn permanent vol tot overvol. Opvallend: je ziet hier bijna nooit foutief geparkeerde tweewielers.

Uit gesprekken met enkele ondernemers aan de Pottebakkersrijge (ik spreek medewerkers van een dameskledingzaak en een architectenbureau) blijkt dat cliënten vaak in de Westerhaven-parkeergarage parkeren omdat men daar de auto de hele dag kan laten staan, maar ook omdat men niet graag parkeert aan de A omdat men uit- en in- moet stappen aan de waterzijde. Een andere medewerker parkeert zelf in een buurtstalling aan de Sledemennerstraat.

Men heeft wel een parkeervergunning voor gasten, die op jaarbasis nog geen ¤ 0,18 per dag kost. Mijn zegsvrouwe is content met de parkeermogelijkheden, zeker vanaf het moment dat betaald parkeren in de binnenstad van Groningen werd ingevoerd. Voordien waren er importparkeerders (toeristen die de binnenstad bezochten en andere gasten van binnen de diepenring) die de Pottebakkersrijge als favoriete parkeerplek verkozen en de straat verstopten.

Lage der A

Opvallend: soms is het totaal aantal geparkeerde auto's plus vrije plaatsen aan de Lage der A 29 en soms 33. In het laatste geval staan er kleinere auto's dicht op elkaar, die zich van de vakken niets aantrekken.

Gelukkig maar want die vakken zijn erg breed voor de huidige, iets kleinere, stadsauto. Af en toe staat een auto half op een wit kruis geparkeerd, iets wat ook gemakkelijk en zonder overlast voor de garagehouder kan. Witte kruisen: aan de Lage der A zijn op het wegdek vijf witte kruisen geschilderd. Voor garage-uitgangen, ben je al snel geneigd te denken. Royaal is er ruimte gereserveerd voor automobilisten die moeilijk achteruit kunnen rijden. De garagedeuren meten elk nog geen 2,5 meter en de gereserveerde parkeerruimte is meer dan vijf. Een nader onderzoek levert op dat van de vijf vrijgehouden parkeervakken slechts één door een actieve automobilist wordt gebruikt.

44

De andere vier witte kruisen op straat staan voor een atelier/werkruimte, een fietsenhok, een deur naar een blinde muur (!) en de vierde biedt plaats aan een oldtimer, die sporadisch naar buiten mag. Uit een gesprek met de eigenaar van een woning met een garage die een wit kruis voor de deur heeft hoor ik dat problemen met parkeren hem onbekend zijn. Nogmaals: slechts één van de vijf gereserveerde plaatsen wordt dagelijks gebruikt. De nadenkende lezer zal concluderen dat hier, met een kleine herschikking, vier keer vijf = twintig meter voor fietsen te winnen is.

Op onderzoek via steekproeven

Als een verslaggever van de 'Keuringsdienst van Waarde' ga ik wandelend op onderzoek uit. Twintig keer kuier ik langs de Lage der A en de Pottebakkersrijge op wisselende tijden en dagen. Ik inventariseer het aantal vrije parkeerplekken. Mijn vermoeden, een enkeling spreekt van mijn verborgen agenda, wordt bewaarheid. Zelden of nooit is alles vol. Op twee momenten is er aan één van beide straten geen parkeervak vrij, maar dan wel op ongelijke tijdstippen. Soms vind ik zelfs 10 onbezette parkeerplaatsen.

Datum Dag Tijd Pottebakkersrijge Lage der A vrije plaatsen vrije plaatsen

45
26-9 dinsdag 05.00 6 2 22-9 vrijdag 06.00 5 1 18-9 maandag 07.00 5 2 29-9 vrijdag 08.00 5 8 27-9 woensdag 09.00 6 10 29-08 dinsdag 10.00 6 10 19-9 dinsdag 11.00 7 7 12-09 dinsdag 12.00 7 7 15-9 vrijdag 13.00 0 3 4-10 woensdag 14.00 6 8 16-9 zaterdag 15.00 8 8 21-08 maandag 16.00 9 8 20-08 zondag 17.00 9 4 3-10 dinsdag 18.00 4 0 9-10 maandag 19.00 4 5 28-9 donderdag 20.00 2 1 30-08 woensdag 21.00 9 4 1-10 zondag 22.00 1 4 8-10 zondag 23.00 8 8 7-10 zaterdag 24.00 5 7

● Lokaal en enthousiast team

● Specialist in aankoop- en verkoop van woningen

● Gevalideerde taxaties

● Zekerheid, eerlijkheid & transparantie

● No Cure No Pay

Een gratis waardebepaling van uw woning of een vrijblijvend gesprek?

Altijd welkom aan de Westersingel 3!

Lana, Maaike, Norbert & Marissa

Westersingel 3 I 9718 CA Groningen I 050 - 760 17 77 Groningen@iQMakelaars.nl I www.iQMakelaarsGroningen.nl

UW MAKELAAR IN DE BUURT!

conclusie

De automobilist, rijdend vanaf de Visserbrug richting Lage der A en Pottebakkersrijge vindt altijd een vrije parkeerplaats. Vergeleken met de fietsenstallingen is dit een bijzondere situatie, want die zijn (altijd) overvol. Een oplossing voor het regelen van het schaarseruimteprobleem komt neer op verdelen. De oplossing ligt voor de hand: offer enkele autoparkeerplaatsen op en richt de ruimte in voor fietsen.

In de volgende aflevering van dit onderzoek komen de gebruikers aan het woord. Ik heb een enquête uitgezet onder 22 inwoners van het A-Kwartier. Bij de reacties valt op dat de hard-core-autobezitters wat achter blijven bij de beantwoording. Hoe zou dat komen, vraag ik me af...

• rechts: Klaas van der Meulen overhandigt zijn onderzoek aan wethouder van Verkeer & Vervoer, Philip Broeksma (Groen Links)

DESIGN MEUBELEN

VERLENGDE VISSCHERSTRAAT 1 9718 JA GRONINGEN

TELEFOON 050 - 314 36 22

MOBIEL 06 - 30 899 191

INFO@HOEKJEGRONINGEN.NL

WWW.HOEKJEGRONINGEN.NL

47
foto: Han Santing

Een interessante ontdekking

tekst: Hans van de Sande

Omdat het me interesseert hoe de stad Groningen vroeger in elkaar zat, was ik op internet op zoek naar oude plattegronden. Google geeft dan hopen afbeeldingen en die kun je weer vergroten en dat is aardig werk.

Op de de site van Beeldbank Groningen van de Groninger Archieven (www.beeldbankgroningen.nl/) bekeek ik een kaart van Groningen uit ca. 1910. Een interessante kaart trouwens, waarin de slechting van de vestingwerken

en de daarna komende bebouwing verwerkt zijn en bovendien een fraaie, goed leesbare kaart met nogal wat reclame en in rood aangegeven het traject van de elektrische tram. Wat u te zien krijgt op uw scherm (hierboven), is de plattegrond met aan de linkerkant de gegevens van de afbeelding en rechts de vertikale groene balk voor in- en uitzoomen,

48

draaien, selecteren etc.

Maar de verrassing kwam toen ik het schuifje rechtsonder zag met een groen balletje en de titel 'Kaartlaag' (in de rode cirkel).

Door het balletje naar rechts te schuiven, opent een tweede venstertje ernaast met de titel ' Transparantie'.

De oude kaart (of een detail) staat nu op zijn plaats 'boven' een hedendaagse kaart. Zo kun je soepel de ontwikkeling van de stad vergelijken over een periode van een eeuw. Schuifje naar rechts: 1910, schuifje naar links: 2010, schuifje in het midden: beide kaarten door elkaar.

Daar heb ik me wel even mee geamuseerd en omdat ik dacht onder de lezers gelijkgestemden aan te treffen geef ik u het (verkorte) internetadres: http://tinyurl.com/2shwvtfk

Het kan gebeuren dat u linksboven '< naar overzicht' moet aanklikken om de kaart die u wilt uit te kiezen.

Ik zoomde vervolgens in op het Harmoniecomplex (afb. midden).

Het schuifje staat hier rechts, dus u ziet de oude Harmonie met concertzaal en de toen net nieuwe

Sint Martinuskerk tegenover het eveneens net nieuwe academiegebouw. Schuifje naar links toont het huidige Harmonie-complex en de UB. De kaarten zijn wel een beetje ten opzichte van elkaar verschoven, maar dat mag geen probleem zijn. Probeer het maar eens, u zult er geen spijt van hebben.

49

V.l.n.r.: 'Sleddermennen' | Indirecte zonsondergang in De Laan | 'Opkruipend tandvlees' noemt mijn tandarts dat; ook bij kinderkopjes? | Gouden dagen voor de steigerbouwers, 4 panden tegelijk in een halve Hoge der A | Boogramen verfraaien Turftorenstraat 42, maar zwart? | Wat wachten we hier al lang op. En schiet het nou op? Visserstraat | Hotel du Lac heeft een Nederlandse eigenaar, Lutkenieuwstraat 40 | Op het voormalige koelhuis prijkt weer de HB-steen. Koud bier binnen? Lutkenieuwstraat 40 | Foto's: Han Santing

50
foto: Toos Bruins

De A-krant is het wijkorgaan van het A-Kwartier in Groningen en wordt 4x per jaar in een oplage van 2300 exemplaten huis-aan-huis verspreid.

Advertenties kleiner dan A5 zijn altijd liggend.

Aanleveren graag kant en klaar in PDF. Hebt u (nog) geen advertentie, dan kan onze vormgever deze tegen een bescheiden meerprijs leveren.

Dat gaat altijd in goed overleg met de adverteerder.

De nota wordt achteraf verstuurd, dus over het voorafgaande kalenderjaar.

Voor meer informatie: hetakwartier@gmail.com t.a.v. Ella Onrust.

1/4 pagina (11,8 x 4,5 cm) ¤ 68,75

1/3 pagina (11,8 x 6,2 cm) ¤ 92,-

1/2 pagina (11,8 x 8,7 cm) ¤ 137,50

1/1 pagina (11,8 x 18 cm) ¤ 275,-

Wilt u adverteren in de A-krant?

www.napoligroningen.nl A-straat 9 9718 CP Groningen tel. (050) 314 49 91 lunch: 13.00 - 16.00 diner: 16.30 - 22.30 (ook op zon- en feestdagen)

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.