22 minute read

Atelier Rogier Cornelisse

Next Article
Koken Maanzaadcake

Koken Maanzaadcake

Advertisement

Al bijna drie jaar tekent RogierCornelisse iedere dag een vogeltje met daaronder een toepasselijke tekst. Zijn vogels hebben menselijke trekken en emoties. “Mijn tekeningen gaan over de zin van het bestaan, maar dan op een luchtige manier.”

Rogier (47) studeerde Nederlands in Groningen en Amsterdam en maakte carrière als copywriter. Drie dagen in de week werkt hij bij een reclamebureau en één dag geeft hij les in creative writing aan de Willem de Kooning Academie. De rest van de week is hij te vinden in zijn atelier. “Soms sta ik extra vroeg op en ga ik voordat ik naar mijn werk nog even tekenen, heerlijk.” Zijn atelier bevindt zich op het oude GGZ-terrein Park Vogelenzang in Bennebroek. Er staan meerdere gebouwen, in een daarvan worden Oekraïners opgevangen, in een ander pand wonen nog psychiatrische patiënten. Vanaf een dakterras wijst Rogier de verschillende gebouwen aan. Op het terrein loopt een man, hij groet luid en zwaait naar boven. “Deze patiënt wandelt hier de hele dag en doet vogelgeluiden na.” Rogier luistert even naar het fl uiten van de man. “Fantastisch.” Een projectleider heeft de panden opgekocht en wil er appartementen in maken. “Ons pand is een monument, zolang er gedoe is met de gemeente over het plaatsen van ramen en dakkapellen kunnen wij hier blijven.” De kunstenaar heeft drie grote atelierruimtes ter beschikking. In een daarvan staat in het midden zijn tekentafel, daarnaast een karretje met potloden, potjes inkt, krijt en kwasten. Er ligt papier klaar op het tekenblad. Aan de wand hangen knipsels die hem intrigeren of inspireren. Rogier serveert verse muntthee met cashewnoten, druiven en chocolade. HET ‘DAGVOGELTJE’ GEBOREN “Het is niet zo dat ik altijd al met vogels bezig was, ik heb niet eens zoveel met ze. Enkele jaren terug zat ik bij een a ›

saaie cursus en begon uit verveling te tekenen.” Hij pakt een papiertje en tekent een soort golfjes. “Ik ontdekte dat die twee lijnen tegen elkaar met een oog erbij opeens een vogel werden. Dat ben ik wel honderd keer gaan uitproberen: pootjes erbij, een snaveltje, staart, met of zonder kuifje. Later kwamen er emoties bij. Dit vogeltje is boos of verdrietig, deze wil iets zeggen. Eronder schreef ik korte zinnetjes. Het dagvogeltje was geboren.” Rogier is al langer gefascineerd door mensen die zichzelf een dagelijkse routine aanmeten. “Een gedicht schrijven of iedere dag een foto maken van hetzelfde beeld, mooi vind ik dat.” Hij besloot dagelijks een vogel te tekenen met een tekst erbij. “Op 1 januari 2020 begon ik. In het begin hadden ze allemaal die eenvoudige golfjesvorm als lijf, dat heb ik later losgelaten en werk nu veel vrijer.” Hij tekent een vliegende vogel zoals kinderen dat doen, twee boogjes naast elkaar, als een uitgerekte letter m. “Je ziet maar één vogeltje in de lucht. Het is grappig als die vogel dan zegt: Waar is iedereen?” Hij lacht. De copywriter geeft sinds vijf jaar les op de afdeling advertising van de kunstacademie in Rotterdam. De meeste docenten daar hebben zelf ook een kunstacademie afgerond. “Ik niet. Het eerste jaar was ik bang door de mand te vallen dat ik geen kunstenaar ben. Ik gaf daar weliswaar schrijfl es, maar hield het gevoel dat ik ook iets kunstzinnigs moest doen. Ook daarom ben ik met de dagvogeltjes begonnen.”

HELE DAG LUMMELEN

Op de vensterbank tegen het raam staan tekeningen. Op een daarvan vliegt een zwerm spreeuwen in een sierlijke beweging één kant op. “Ze bewegen bijna tegelijk, superknap. Hoe kan het dat ze allemaal steeds dezelfde richting op gaan?” Onder de tekening staat: ‘Jongens, Carla is haar telefoon vergeten’. “Humor vind ik dat.” Samen met vriend en kunstenaar David de Winter heeft Rogier een tijd terug een jaar lang een column in Het Parool gehad. Wekelijks beschreef hij het uitzicht vanaf een terras waar ze zaten. David maakte er tekeningen bij, dat leidde uiteindelijk tot het boek Toen we daar zo zaten. “Ik vond de dwang lekker, dat er iedere week iets af moest zijn. Als er geen opdracht of deadline is kan ik de hele dag lummelen. Het fi jne aan de dagvogels is dat ik er van mezelf dagelijks eentje moet maken. Ik heb er nu duizend. Het is een tof project geworden. Het begon met een krabbeltje en nu zijn het echte vogels.” Tekenen doet hij zijn hele jeugd al. De kunstenaar vindt het jammer dat hij op jonge leeftijd niet gestimuleerd is om naar de kunstacademie te gaan. “Op mijn middelbare school kon je pas tekenen als je iets heel precies kon natekenen en dat lukte me niet. Dat werkte heel demotiverend. Ik was creatief, schreef voor de schoolkrant, zat in de schoolband, maar blijkbaar telde dat niet. Ik stortte me op het schrijven en werd copywriter.” Drie jaar geleden was het commerciële werk bij het reclamebureau niet meer bevredigend genoeg. “Ik wilde iets voor mezelf doen en niet alleen maar werken in dienst van de klant. In de column met David kon ik weliswaar mijn ei kwijt, maar hij was de tekenaar en dat wilde ik ook. Mijn dagvogels, een combinatie van beeld en tekst, zijn de ideale oplossing.”

VOGELTJES SAMEN IN EEN BOEK

In de tweede atelierruimte van Rogier liggen tekenmappen gestapeld op de grond. In elke map zitten dertig tekeningen. Hij is een boek van zijn vogels aan het maken. “Ik ben nu alles aan het uitzoeken. Van de duizend vogels komen er tweehonderd in het boek. Het is enorm leuk om te doen, maar ook heel veel werk. Ik vind het interessant om de ontwikkeling van het vogeltje te zien. Soms verbaast het me wat ik allemaal gemaakt heb.” Hij pakt een map en haalt het elastiek eraf. “Dit is de allereerste tekening. Je kunt hier heel duidelijk de twee golfjes zien die het vogeltje vormen. Op een lullig papiertje nog met potlood en houtskool en daaronder een zinnetje in kleine letters.” De vogels zijn inmiddels behoorlijk geëvolueerd. In het begin tekende Rogier altijd het hele lijfje, nu durft hij meer te variëren. Steeds vaker is alleen de kop van de vogel afgebeeld. Hij toont een tekening van vier grote vogelkoppen recht van voren

‘Vogels hebben de meest bijzondere vormen’

met lange snavels en brillen op. Het moeten The Beatles voorstellen. “De tekeningen van het afgelopen jaar vind ik de beste. Van een aantal zie ik wel dat ze mislukt zijn. Ik had mijn dag niet of geen zin, wat best vaak voorkomt. De discipline om toch te tekenen is inmiddels voldoende aanwezig. Uiteindelijk is er altijd wel iets te verzinnen, de ene dag gaat dat soepeler dan de andere.”

FILOSOFISCH OF PLAT

Rogier begint meestal met potlood te tekenen, daarna met pastelkrijt wat het effect heeft van waterverf. Eventueel brengt hij nog met kleurpotlood, aquarelverf of inkt accenten aan. Hij tekent meestal op wit A4-papier. “Ik kan de vogel uitknippen en op zwart papier plakken, dan is het nacht. Humor en zelfspot zijn belangrijk voor mij. Ik hou niet van mensen die zo serieus zijn over hun werk. Mijn vogels zijn bijna menselijk, waardoor ik ze goed iets kan laten zeggen over ons. Ik kijk naar het vogeltje en vraag me af wat hij denkt, voelt of wil uiten. Is dat een filosofisch zinnetje of juist iets heel plats. De tekst onder de vogels heeft voor mij een toegevoegde waarde. Ik zet mijn dagvogels altijd op Instagram. Als ik precies de goede zin bij het beeld heb gevonden, krijg ik gelijk leuke reacties.” Op een tafeltje in een van de ruimtes liggen meerdere vogelboeken. Eentje is opengeslagen op de close-up van een vogelkop. “Hier zie je goed dat ze bijna menselijke karaktertrekken hebben in hun koppen. Moet je al die veren en kleuren zien.” Rogier bladert door het boek. “Vogels hebben zulke bijzondere vormen. Mijn vogels zijn niet realistisch, ik maak soms zulke vreemde dat ik denk dat die nooit kunnen bestaan. En toch als ik in dit boek kijk, zie ik echt heel rare vogels.”

SERIE VOGELVEREN

Rogier is ook bezig met een serie vogelveren. Hij werkt graag conceptueel en ontdekte dat de gemiddelde vogel 10.000 veren heeft en dat er zo’n 10.000 vogelsoorten zijn. “Stel ik maak 10.000 veren, dat staat dan voor één vogel of juist voor alle vogels. Zover ben ik nog lang niet, maar het is een leuk volgend project.” Het idee voor de veer ontstond spontaan. Hij laat zien hoe. Met een natte kwast maakt de kunstenaar een veervorm op papier, voegt een druppeltje ecoline toe en houdt het papier schuin zodat de inkt naar beneden loopt. Vervolgens trekt hij met kleurpotlood een streep naar beneden. “En kijk, je hebt een veer. Het is iedere keer een verrassing hoe het eruit gaat zien. Toevallig is het weer iets van een vogel of is dat geen toeval? Rogier de vogelman, tegen wil en dank”, zegt hij lachend. “Ik noem mezelf ‘dagvogelaar’. Net even anders dan vogelaar.” Zijn werk gaat niet over politiek of de actualiteit, dat past niet bij hem. Rogier houdt meer van filosofie en poëzie. Zijn tekeningen gaan over het mens zijn en over hoe ingewikkeld dat soms is. “Het is een onderzoek, soms autobiografisch. Ik had een paar keer een eenzame vogel gepost op Instagram. Mijn moeder belde gelijk om te vragen of het wel goed ging met me. Ik vind het leuk als mijn vogeltjes mensen in verwarring brengen. De tekeningen gaan over de zin van het bestaan, maar dan op een luchtige manier. Ik ben ervan overtuigd dat die zin er niet is. Niet als bedoeling, dat maken wij er van. We zijn te slim geworden om alleen maar in het bos dieren te doden en druiven te plukken. De enige zin van het bestaan is het bestaan zelf. Een mensenleven betekent niets in verhouding tot de ouderdom van de aarde. Daar gaat mijn werk over met een dosis humor. Eigenlijk verdienen de dagvogels een podium, een vaste rubriek in een krant, dat zou te gek zijn.” ✶

Ook te zien in Anno Haarlem, Grote Markt. Het boek DAGVOGELS van Rogier Cornelisse is vanaf 4 november te koop bij de Haarlemse boekhandel en op www.dagvogels.nl voor € 36,-.

Haarlem

decor voor film over MIEP GIES

Treinreizigers richting Haarlem zullen raar op hebben gekeken toen zij op Centraal Station uitstapten. Onder andere het station was namelijk tijdelijk verbouwd tot een vooroorlogse omgeving voor de opnames van de serie A Small Light over het leven van Miep Gies.

Hermine Gies-Santrouschitz was een Nederlandse verzetsstrijdster in de Tweede Wereldoorlog. Ze zorgde voor onderduikers in het Achterhuis, maar ook voor het bewaren van het dagboek van Anne Frank. Miep was in dienst van het bedrijf van Anne’s vader Otto Frank. Jarenlang bracht zij in het geheim etenswaren naar het Achterhuis. Het Amerikaanse productiebedrijf Disney+ zal dit bijzondere verhaal vereeuwigen in een serie gewijd aan Miep.

Het verhaal laat niet alleen het perspectief van de onderduikers zien, maar ook dat van Amsterdammers die hun leven hebben geriskeerd voor het verzet. De naam van de serie A Small Light is gebaseerd op een uitspraak van de verzetsvrouw. Miep wilde geen held genoemd worden, omdat zij het gevoel had dat men aangaf speciaal te moeten zijn om een ander te kunnen helpen. Volgens haar kon een doodnormale huisvrouw of secretaresse ook een klein licht laten schijnen.

De Engelstalige serie zal internationaal worden aangeboden Hoofdrollen zullen worden vervuld door acteurs en actrices uit andere landen, maar de bijrollen worden gespeeld door Nederlanders. Naar verwachting zal de serie in het voorjaar van 2023 online. te zien zijn.

‘Ik wil erkenning voor het leed dat mij is aangedaan’

EEN OPENHARTIG GESPREK MET... STELLA KAMPER

Stella Kamper is geboren in Colombia en op tweejarige leeftijd geadopteerd door een echtpaar uit Haarlem. Via een oproep op Facebook heeft ze na 42 jaar haar moeder teruggevonden. Ondanks dat Stella haar leven inmiddels aardig op orde heeft, zorgt het trauma dat ze opliep door de adoptie nog steeds voor problemen. “Helaas hebben mijn beide moeders geen aandacht voor wat ik verloren ben”

Stella met haar Colombiaanse familie (tweede van links haar moeder)

Stella (47) is een opvallende verschijning. Ze heeft donker krullend haar en zwarte ogen. Ze draagt een lange blouse met opgerolde mouwen en een legging met tijgermotief. Om haar polsen zitten vrolijk gekleurde armbandjes. Ze spreekt gepassioneerd en heeft haar antwoorden snel klaar. Tijdens het gesprek raakt ze meerdere keren geëmotioneerd. Op tafel ligt het boek De kracht van kwetsbaarheid. ”Daar heb ik veel aan gehad.”

De adoptieouders van Stella hebben lang geprobeerd zelf kinderen te krijgen, maar zonder resultaat. Uiteindelijk kozen zij voor adoptie. De oudere zus van Stella komt uit India. Ze wilden eigenlijk nog een kindje uit dat land, maar haar adoptievader was 42 en volgens de officiële regels te oud om te adopteren. “Een kennis van mijn ouders ging adoptiekindjes ophalen in Colombia. De vrouw bood aan ook voor hen een kindje mee te nemen, daar zijn ze op ingegaan. Nadat ik per fax was goedgekeurd door mijn adoptieouders is alles in gang gezet. Er werden een foto en reisdocumenten gemaakt en drie dagen later was ik in Nederland. De adoptieprocedure van mijn zus via het Bureau Interlandelijke Adoptie heeft twee jaar geduurd, mijn procedure was in drie weken rond, volkomen illegaal. De papieren klopte niet, veel was doorgestreept of niet ingevuld zoals de naam van mijn vader. De naam van mijn moeder stond er wel bij. Door het gebrek aan gegevens was het voor mij heel moeilijk om mijn geschiedenis te achterhalen.” Ze pakt de oude reisdocumenten erbij. Kopieën zijn het, ze is de originele papieren kwijtgeraakt bij een van haar vele verhuizingen. De foto toont een angstig kindje. “Ik was pas drie à vier weken zonder mijn moeder, hoe radeloos zal ik geweest zijn. Ik begreep er natuurlijk niets van.”

NAÏEF EN EGOÏSTISCH

Stella is lang boos geweest op haar adoptieouders. Ze begrijpt niet waarom ze nooit getracht hebben uit te vinden of haar adoptie wel legaal was. “Ze wisten niet eens waar ik vandaan kwam, of mijn moeder mij vrijwillig had afgestaan en of ik in een kindertehuis had gezeten. Ze hebben nergens over nagedacht, zelfs de vrouw die mij meenam naar Nederland wist van niets. Onbegrijpelijk. Mijn adoptieouders wilden per se een kindje en vonden dat het belangrijkste. ‘We hebben het niet geweten’, gaven ze mij als antwoord. Dat vind ik naïef, dommig en egoïstisch. Mijn adoptievader is vorig jaar oktober overleden en mijn adoptiemoeder zie ik niet meer. Dat contact is te ingewikkeld.”

De relatie met haar adoptiemoeder is van het begin af aan gecompliceerd. Volgens Stella had ze verwachtingen van de adoptie die niet uitkwamen. “Mijn adoptiemoeder is altijd gekwetst geweest dat ze zelf geen kinderen kon krijgen. Ik heb het gevoel dat ze met de adoptie een gat wilde opvullen. En toen kwam ik, een meisje uit Colombia met een enorm temperament met wie ze veel botsingen had. Ik heb een heel ander karakter dan mijn zusje, een lief en zachtaardig meisje. Zij klampte zich vast aan mijn adoptiemoeder, die was daar heel blij mee. Ik hield afstand. De roze wolk viel uiteen, maar daar werd niet over gesproken. Er werd sowieso weinig over emoties gesproken, ook niet over hoe ik me voelde.”

BUITENSTAANDER IN HET GEZIN

De eerste acht maanden in Nederland sprak Stella niet. Ze was boos en verdrietig, hoorde ze jaren later. Met een Spaanse tolk hebben haar adoptieouders geprobeerd haar aan het praten te krijgen, maar tevergeefs. “Logisch als je je beseft dat ik zo kort daarvoor gescheiden was van mijn ›

Stella (rechts) met haar adoptieouders.

‘Er is te weinig aandacht voor wat ik verloren ben’

moeder. Ik zal continu op zoek zijn geweest naar haar.” Stella is zich nooit thuis gaan voelen in het Haarlemse gezin. Ook op de basisschool voelde zij zich een buitenstaander. Daarbij kwam dat haar (grijze) adoptieouders zo’n vijftien jaar ouder waren dan de meeste ouders op school. “Klasgenoten vroegen of mijn adoptievader mijn opa was, pijnlijk. Ik zag geen uiterlijke overeenkomsten met deze mensen, ook niet met mijn zusje. Ik was anders en had thuis niemand om een verbinding mee te maken. In Molenwijk waar ik opgroeide zaten maar vier donkere kindjes op school. Ik was altijd jaloers op vriendinnetje met blond en steil haar. Niemand wil anders zijn.”

Stella ontwikkelde faalangst, durfde haar mond niet open te doen op school en werd een bangig meisje. Ze was altijd hyper-alert en zich zeer bewust van haar afwijkende uiterlijk. Ook op latere leeftijd liep ze tegen problemen aan die hun oorsprong vinden in de adoptie. “Terugkijkend op mijn leven ontdekte ik dat ik altijd geworsteld heb in werksituaties. Ik kon nooit aarden en bleef van baan wisselen. Het aangaan van relaties vind ik eveneens ingewikkeld, ik kan me niet volledig geven. De angst blijft dat ik verlaten word. Door de scheiding van mijn moeder heb ik een trauma opgelopen waar ik nog steeds last van heb.” In de adoptiefolders in de jaren zeventig stond: ‘Geef het kindje liefde’, maar dat konden haar adoptieouders niet, meent Stella. Ze hebben nooit gezegd dat ze van haar hielden, het was geen warm gezin. “Ik ging als kind op slot, hier is weinig te halen, dan ga ik ook weinig geven, dacht ik. Mijn adoptiemoeder was er altijd, ze werkte niet. Waarschijnlijk was dat haar manier van liefde en veiligheid geven, maar ik had meer nodig. Er was geen aandacht voor wat ik verloren ben. Mijn moeder, mijn taal, mijn cultuur, mijn land, mijn Colombiaanse identiteit. We maken er een net Nederlands meisje van, hebben mijn adoptieouders gedacht. Pittig zijn mocht niet meer, voor mij was dat het bewijs dat ik niet kon zijn wie ik werkelijk ben. Dit knaagde enorm, in de puberteit ging dat alleen maar meer vlammen. Ik wilde gehoord worden, erkenning krijgen voor al mijn verdriet en pijn. En die kreeg ik niet.”

TV-PROGRAMMA SPOORLOOS

Van jongs af aan had Stella de behoefte haar moeder te ontmoeten. Ze was altijd op zoek en heeft zelfs contact gehad met de redactie van het televisieprogramma Spoorloos. Dat liep op niets uit. Door de illegale aspecten rondom haar adoptie wilden de programmamakers hun vingers er niet aan branden. “Ik vond het zelf ook doodeng. Straks is de waarheid te heftig, dacht ik. Misschien is ze overleden of wil ze me niet kennen, dat zou een dubbele afwijzing zijn. In 2017 brak ik met mijn adoptiemoeder. Het enige wat ik wilde was vertrekken naar Colombia. Naar het land waar ik geboren ben, om het te voelen en te ervaren. De reis was fantastisch. Ik werd omringd door mensen die op mij lijken, de geuren, de kleuren, ik voelde me er helemaal thuis.” Tijdens haar bezoek ontdekte Stella dat ze in Nederland een typisch Colombiaans huis heeft, de wanden van haar woning hebben ook allemaal een kleur. Ook haar ‘rommeligheid’ zag ze terug bij de Zuid-Amerikanen. “Mijn adoptiemoeder vond die karaktertrek verschrikkelijk, ze neigt naar smetvrees, dus je kunt je de strijd thuis wel voorstellen.”

Terug in Nederland werd de behoefte haar moeder te vinden nog groter. In 2018 deed Stella een oproep op Facebook, die was na drie weken al 70.000 keer gedeeld. Het werd zelfs opgepikt door een Colombiaanse krant. “Al snel daarna schreef een vrouw me: ‘Ik denk dat ik je tante ben en mijn zus je moeder’. Het licht ging uit, zo heftig vond ik het. Een paar dagen daarna sprak ik mijn moeder zelf aan de telefoon. Stella was de naam die zíj mij gegeven heeft, daar was ik zo blij om. Ik kreeg mijn geboorteakte onder ogen

‘Ik voel me afgewezen en dat sleep ik de rest van mijn leven mee’

waaruit bleek dat ik drie maanden ouder ben. Geen waterman, maar een boogschutter. Ook was ik in een andere stad geboren. Het werd mij toen helemaal duidelijk dat mijn adoptiepapieren vervalst waren. Ik vroeg haar waarom ze me had afgestaan. Ze vertelde dat ze op haar negentiende zwanger van mij raakte en dat mijn vader gelijk met de noorderzon vertrok. De eerste zes maanden woonde ik bij mijn oma, mijn moeder werkte in een andere stad. Ze kreeg een nieuwe relatie en is met mij bij die man gaan wonen. Dat heeft anderhalf jaar geduurd, een nare relatie met veel psychisch en fysiek geweld. Op een gegeven moment heeft hij mijn moeder gedwongen te kiezen tussen mij en de relatie. Ze koos voor adoptie en heeft me meegegeven aan mensen die het voor haar zouden regelen. Na drie à vier weken kreeg ze spijt en is ze teruggegaan, maar toen was ik al in Nederland.”

PLEASEN EN OVERPRESTEREN

Voordat Stella haar moeder kende nam ze haar niets kwalijk. “Ze heeft vast een goede reden gehad om mij af te staan.” Na het horen van de werkelijke motivatie was ze enorm teleurgesteld. Stella krijgt tranen in haar ogen. “Als zij die keuze niet had gemaakt, was mijn leven heel anders verlopen. Hoe kan je dit doen als moeder? Ik kan dat niet bevatten. Je eigen kind is belangrijker dan welke man ook en hij was niet eens goed voor haar. Het is verdrietig als je moeder niet voor jou kiest. Ik voel me afgewezen en dat sleep ik mijn hele leven al mee. Het gevolg is dat ik altijd wil pleasen, angst voor falen heb en de neiging om te overpresteren. Helaas kan ik dit niet met mijn moeder bespreken. Wat dat betreft lijkt ze op mijn adoptiemoeder, heel jammer. Ik heb juist geleerd dat nare onderwerpen dragelijker worden als je ze bespreekt.”

In maart 2019, exact 42 jaar later, gerekend vanaf de dag dat Stella in Nederland kwam, zag ze haar moeder terug in Colombia. “De hele familie stond mij op het vliegveld op te wachten. Ik heb haar omhelsd. Het was zo emotioneel, ik kon niet praten. Als ik die filmpjes terug zie, moet ik nog huilen.” Ze laat een mapje zien met foto’s van haar familie in Colombia. “Mijn moeder ging gelijk voor me zorgen, eten koken, alles regelen, maar knuffelde me niet. Ik wilde in drie weken inhalen wat ik al die jaren gemist had, maar dat ging niet. Dat vond ik heel moeilijk.”

Stella reisde afgelopen zomer opnieuw naar Colombia, dit keer samen met haar twee zoons. Drie jaren geleden werd ze ontvangen als de verloren dochter, iedereen was blij en uitgelaten. De familie was onafgebroken bij elkaar. Dit keer was de ontvangst anders. “Het bijzondere was weg, mijn broertje kwam niet eens uit bed. Alsof het normaal was, terwijl ik er veel voor moet ondernemen. Het is moeilijk een emotionele band op te bouwen met een familie 8000 kilometer verderop. Ik mis ook bij hen de erkenning voor wat mij is aangedaan. Ik heb niet om de adoptie gevraagd. Maar goed, het is iets waar ik zelf mee moet dealen. De eenzaamheid een plek geven, het is mijn geschiedenis en dat gaat gelukkig steeds beter. Ik heb een heel moeilijke tijd achter de rug, maar mijn leven is nu aardig op orde.”

Op de vraag of ze liever niet geadopteerd was geweest, antwoordt ze: “Wat een rotvraag.” Ze begint hard te lachen. “Dit is echt een vreselijke vraag, hoe kan ik die nou beantwoorden? Als ik kijk naar mijn familie in Colombia, dan had ik daar prima kunnen leven, maar ik heb in Nederland een bestaan opgebouwd. Als ik hier niet was opgegroeid, dan had ik mijn zoons niet gehad. Soms denk ik wel: had me daar gelaten, dan had ik deze overlevingsstrijd niet hoeven voeren. Ik ben dan ook tegen interlandelijke adoptie. Zorg ervoer dat kindjes in eigen land geadopteerd worden, geef daar geld voor vanuit Nederland. Je cultuur behouden is geen garantie voor geluk; adoptie blijft heftig, maar in je eigen land opgroeien maakt het wel minder erg.” ✶

This article is from: