Gazette nr 2

Page 1

Giesbaergske koleuren gazette

giesbaergske gazette vordat de koleuren goe zoan vermingen

Onafhankelijk multicultureel gazetje ter verdubbeling van de integratie die niet enkelvoudig kan werken. Giesbaergske koleuren gazette is een realisatie en uitgave van Studio Schrever en Uitg. Eigenbegeer

Met dit tweede nummer van de Giesbaergske Koleuren Gazette willen we u opnieuw welkom heten in de kleurenkaart van stad en gemeente GerARTsbergen: want vele kleuren bij elkaar heet vaak kunst (ART) te zijn, toch?!

Over communicatie zijn al heel wat dikke boeken geschreven, dunne ook.

Daarover willen we het hier niet hebben, maar feit is dat in communicatie onze mensentaal een heel belangrijk –zoniet het belangrijkste- hulpmiddel is. Het is de

Licht op de stad

interface waarmee we elkaar kunnen toespreken, elkaar een fijne dag kunnen toewensen, waarmee we onze verhalen kunnen vertellen, die dan weer kunnen worden verder verteld, door middel van hetzelfde praat-apparaat. Eenvoudig als dat.

Taal is het uitgangspunt voor de Giesbaergske Koleuren Gazette.

Taal in al haar vormen, in al haar kleuren. Om te benadrukken dat taal wel anders kan klinken, maar toch hetzelfde wil zeggen. In de ene taal klinkt het zus, in de andere taal klinkt

In deze rubriek willen we het licht zetten op een opvallend deel van onze stad, een straat, een steeg met een verhaal.

Deze bocht is op z’n minst gezegd een bekende: dit beeld doet bij menig Giesbaergeneir en ook bij heel veel wielerfans en -toeristen een belletje rinkelen: het is de fameuse bocht naar de hel van de Muur, de Muur van Geraardsbergen, die sinds 1950 beslist scherprechter heette in de befaamde Ronde, de Ronde van Vlaanderen.

Wanneer de renners in deze bocht opdraaiden naar het rechte steile stuk van ruim 20% wisten ze het zwaarste nog vóór zich en dat ze alle krachten zouden nodig hebben om hier het verschil te kunnen maken en als eerste in het zicht van de vaste camera te komen.

De vaste camera keek jaarlijks van boven aan dat steile stuk op de uitgedaagde renners neer. De renners plooiden in allerlei houdingen hun lichaam naar de Hoogheid die de Muur was: als ze dit stuk overwon-

nen konden ze de riemen losgooien en in volle vaart naar de eindstreep in Meerbeke spurten.

In onze (recente) herinnering zitten de beelden van Edwig van Hooydonck, van Johan Museeuw, van Tom Boonen en van Fabian Cancellara die hier het verschil maakten op de rest en als overwinnaars met de armen in de lucht en blijde tranen uitwrijvend als eerste de eindmeet haalden.

Omdat het leven soms rare bochten neemt, zullen we de renners van de Ronde van Vlaanderen niet meer op de Muur zien passeren.

De Ronde neemt een andere bocht, maar niet meer deze. Niet meer na de hel de verlossing die erop volgde naar het stulpje, de Kapelmuur, die de renner in een kleine sprong hogerop bracht naar het spirituele hoogtepunt van de oude berg, de alom aanprezen Onze-Lieve-Vrouwekapel.

Is het wel verstandig om in een andere wending het spirituele dan links te laten liggen? (WiSch)

het zo, bv. als we elkaar begroeten. En over dat laatste interviewden we verschillende allochtone mensen: hoe klinkt het als ze elkaar groeten in hun moedertaal? En horen daar speciale gebruiken of handelingen bij? Welke woorden gebruiken ze in de straat en welke als ze in familiekring zijn?

We kunnen daaruit weerom concluderen dat we allen dezelfde dingen zeggen, enkel de woorden klinken anders.

In deze tweede editie van de multiculturele Giesbaergske Koleuren Gazette hebben we ook enkele nieuwe rubrieken toegevoegd. We sommen ze even op: in ‘SOS Kwizien’ brengen we telkens een uitheems gerecht; in ‘Koleur Kaffee’ hebben we het over muziek in de wereld, uit welke vreemde landen die muziek eigenlijk komt, in de rubriek ‘BM-schap’ praten we met een ‘Bekende Migrant’; in ‘Petitistwaar’ publiceren we verhaaltjes van jonge mensen uit verre landen; en tenslotte in ‘Boeddhistische Blik’ interviewen we kenners en beoefenaars -de tweede pijler van de Gazette is immers het uitdragen van een boeddhistische levenshouding.

‘Giesbaergske koleuren gazette’ is online leesbaar op de website van de krant: www.giesbaergskekoleurengazette.be en is ook op Facebook. Veel lees- en kijkplezier in deze nietmis-te-verstane 1 april krant! De redactie (krom van het lachen).

Intussen

in de wereld ‘Menslief, ik hou van jou!’. Deze spreuk, bedacht door Phil Bosmans, is meteen ook de titel van zowat het best verkochte boek in Vlaanderen. Het is een bundeling van kernachtige spreuken, die sedert 1957 door de Bond zonder Naam maandelijks worden verspreid. Phil overleed op 17 januari, bijna 90 jaar oud. n Ook van ons heengegaan is de Poolse dichteres Wislawa Szymborska (88). In 1996 won zij de Nobelprijs voor Literatuur. Op 1 februari verliet zij deze wereld. Ze werd 88. n Na 11 jaar afwezigheid vulde Urbanus vorige december 4 maal het Sportpaleis in Antwerpen en is hij nu terug in de theaters: alle info op zijn website www.urbanuszelf.eu n Track, de stadstentoonstelling van het SMAK die op verschillende locaties doorheen Gent doorgaat, van 12 mei tot 16 september, krijgt een broertje:

Inhoud

Voorwoord van de redactie

Inhoud

Licht op de stad

Intussen in de wereld

Boniface Agboka Koku, Togo

Remzi Yldiis, Kurdistan

Een Boeddhistische Blik, een gesprek met

Frans Goetghebeur - deel 1

SOS Kwizien, André Ntambwe

Aslan & Rosa, Tsjetjenië

Fatih Kurtuldu, Turkije

Stan Islas, Aruba

Petitistwaar, Meti Radueva

Gazetteproat

Boekentip

ZH de Dalai Lama: bezoek aan Yeunten Ling op 24 mei 2012

Koleur Kaffé, in ‘t Bruggenhuis

BM-schap, Arman Eranosjan ‘Joe dikken’

Metta-cursiefje, Kasho

Fotocollage: “Multi-Culti”

Colofon

ZH de Dalai Lama, citaat

Sint-Jan, een tentoonstelling in de Sint-Baafskathedraal. Tot 1540 was de kathedraal gekend als de SintJanskerk, vandaar ook de naam van de tentoonstelling. De naam verwijst ook naar Jan Van Eyck (Het Lam Gods) en Sint-Jan de Doper of naar ... Jan Hoet: voormalig directeur van het SMAK, Jan Hoet, is curator. ‘Ons initiatief past bij de tijd, waarin alles marketing is en de overheden er veel geld tegen aan gooien. Er is geen enkele rem meer. In zulke momenten is het goed terug te gaan naar het spirituele en de oorsprong van de kunst. Voor Sint-Jan doen we het zonder budget.’ Er is geen concept, iedereen is vrij en de kunstenaars zijn verantwoordelijk voor wat ze doen. Ook Michaël Borremans (Geraardsbergen,1963) en Wim Delvoye nemen eraan deel. Deze expo opent met een gratis receptie op het SintBaafsplein op 12 mei en loopt tot 29 juli. n Op 3 april werd Schotland wakker in de sneeuw: door fiks winterweer was de temperatuur er gezakt tot -2 graden, terwijl het kwik er de week eerder nog opgelopen was tot 23,6 graden -meteen goed voor een record. Maar in de nacht van 2 op 3 april sloeg de situatie helemaal om en viel er tot 19 cm sneeuw in Avemore (Highlands). (LieBe)

1ste jaargang, nummer 2, 1 april 2012
pagina 1
p 1 p 1 p 1 p 1 p 2 p 2 p 3 p 5 p 6 p 6 p 7 p 8 p 8 p 8 p 8 p 9 p 10 p 11 p 11 p 12 p 12 p 12
1 ste jaargang nummero 2 1 april 2012 Redactie-adres Buizemontstraat 19 9500
Giesbaergen www.giesbaergskekoleurengazette.be
Geraardsbergen
© Studio Schrever

‘Mijn vaderland is Togo, in WestAfrika, tussen Benin, Ghana en Burkina Faso.

Het is een land van ong. 5 miljoen inwoners, verdeeld over 36 etnische groepen die elk hun eigen taal spreken. De twee grootste groepen zijn de Ewé (34%), die in de zuidelijke kuststreken wonen, en de Kabyé (16%) meer in het noorden. Ikzelf ben ook een Ewé.’

‘Het land is officieel een republiek en de officiële taal is er Frans.’

‘Togo is een land met een oppervlakte van ong. 56.000 km2, dus bijna twee maal zo groot als België.’

‘Het grootste deel van de bevolking, zo’n 70 %, hangt er inheemse geloven aan –Voodoo is ook ont-

Boniface Agboka Koku, Togo “Soyez mon invité”

staan in Togo; op reis door Togo zal je in de meeste dorpen Voodoo-beelden vinden en frequent geconfronteerd worden met de typische rituelen.’

‘Desondanks is het christendom toch wijdverspreid in het zuiden en ook de Islam vind je er terug (vooral in het centrum); deze laatste zijn echter een minderheid (7%) en behoren tot de bevolkingsgroep de Kotokoli.’

‘Bij de inheemse geloofsleren is er een sterk geloof in de voorouders, dat zij nog steeds over ons waken; zo houden wij ons voor in mijn familie dat bv. mijn grootvader ons nog steeds beschermt tegen het onheil, tegen de wilde kracht van de natuur.’

‘Die inheemse geloofspraktijken maken deel uit van onze cultuur en zijn ook geintegreerd in het Christendom en de Islam: ook in die religies hebben wij in Togo bepaalde rituelen uit de Voodoo overgenomen.’

‘Het was een Duitse handelaar, Gu-

stave Nachtigal, die in 1884 een verdrag sloot met enkele stamhoofden zodat Togo, of tenminste een deel van de kuststreek, onder Duits protectoraat kwam, onder de naam ‘Togoland’. Het was een zelfbedruipende kolonie en werd daarom ook als een model-kolonie gezien in binnen- en buitenland. Dat bleef zo tot 1914: het begin van WO I betekende meteen ook het einde van de Duitse kolonie toen Franse en Britse troepen het land binnenvielen. Togo stelde militair niet veel voor en capituleerde snel. Na WO I werd het land verdeeld onder Frans en Brits mandaatschap. Het was een rechte grenslijn die Togo in twee delen opsplitste, dus de bevolkingsgroepen werden uit elkaar gehaald. In 1957 werd Brits Togoland opgenomen in het onafhankelijke Ghana; Frans Togoland bleef in Franse handen tot 27 april 1960: Frankrijke doorknipte toen de banden met Togo dat vanaf dan een onafhankelijke staat werd.’

‘In onze taal, het Ewé, is het alfabet hetzelfde als dat van jullie, op uitzondering van enkele letters die er bijgevoegd zijn: ons alfabet telt

“Dankbaar voor nieuwe kansen”

Remzi (44) is van Koerdische afkomst (een volk zonder land) en kwam vanuit het Turkse Ankara naar ons land. Na een verblijf in Laken en Beersel verblijft hij nu met zijn gezin in een opgeknapt huis op de flanken van de Oudenberg. Na

jaren werken in een grootwarenhuis is hij nu, na een strenge selectie, buschauffeur geworden bij ‘De Lijn’.

“In Turkije begroeten de mensen elkaar met ‘Merhaba’ (goede dag) en in de Koerdische taal is dit ‘Roj bâs’. Jongeren wachten af of de oudere hen de hand reikt. Dan wordt verwacht dat je de rughand kust en deze wordt dan zacht tegen je voorhoofd gedrukt.

Elkaar helpen en zeker ouderen helpen is een vanzelfsprekendheid. Op de bus is het vanzelfsprekend dat jongeren hun plaats afstaan aan oudere passagiers. Helpen opstappen en uitstappen is ook vanzelfsprekend. Vooral bij mijn werk als chauffeur let ik ook sterk op deze hulpvaardigheid.”

Remzi onderstreept dat het niet vanzelfsprekend is om hier bij ons een plaats te verwerven. “Eerst moet je de taal leren. Je moet wat harder werken om aan een job te raken. Ook het vertrouwen winnen

in totaal 30 letters.’

‘Als we in Togo elkaar in de straat ontmoeten, schudden we elkaars hand en zeggen we ‘Essobedo’ wat zoveel wil zeggen als ‘Helaba, hoe gaat het?’. De andere antwoordt dan met ‘Dosso’, wat ook gewoon ‘Helaba’ betekent.’

‘Dit is echt een begroeting onder vrienden; maar als we familieleden, en ook ouderen, ontmoeten is de begroeting veel meer respectvol, met een hiërarchie in leeftijd. Dan zegt de jongste eerst ‘Ndi’, ‘Goeiedag’, en de oudere antwoordt dan met ‘Ndi, ofo nuièdéa’, ‘goeiedag, hoe gaat het?’’

‘Dat is een heel andere begroeting met veel respect naar de oudere toe.’

‘Kom gerust ’s kijken hoe het eraan toegaat in Togo: ik zal je met veel plezier rondleiden. Soyez mon invité!’ (WiSch)

is niet vanzelfsprekend. Soms bots je ook op een niet correcte benadering. En de vooroordelen als ‘je pakt onze job af’ blijven helaas bestaan…Maar zelf wil ik eerlijk en correct blijven en mezelf wat beschermen. En ik ben ook jullie land en bestuur dankbaar voor de nieuwe kansen die ik hier kreeg...” (AMa)

1ste jaargang, nummer 2, 1 april 2012 pagina 2 Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be
Remzi Yldis, Kurdistan

Een Boeddhistische Blik, gesprek met Frans Goetghebeur - deel 1

“Iedereen

heeft spiritualiteit nodig”

Voor het tweede nummer van de Giesbaergske Koleuren Gazette hadden we Frans Goetghebeur op bezoek. Met zijn ervaring in verschillende interlevensbeschouwelijke organisaties is Frans Goetghebeur, die 10 jaar voorzitter was van de Boeddhistische Unie van België (BUB) en tot eind 2011 voorzitter van de Europese Boeddhistische Unie (EBU), een boeiend spreker over de status van spiritualiteit in onze samenleving en wat hij bedoelt met acculturatie van het boeddhisme in het Westen.

Hij ijvert voor een interlevensbeschouwelijke dialoog: een dialoog binnen de verschillende westerse levenbeschouwingen evenals binnen de boeddhistische organisaties. Waaruit dan zou mogen blijken dat we met z’n allen, ongeacht welke traditie of religie we aanhangen, nood hebben aan spiritualiteit, aan een levensbeschouwing met dezelfde diep-menselijke waarden die ons het leven veel aangenamer kunnen maken.

In dit nummer van de Giesbaergske Koleuren Gazette, het eerste deel van het interview. Het tweede en laatste deel verschijnt in de volgende Gazette (1 juli 2012).

‘Schrijf maar op dat ik een bijzondere sympathie heb voor jullie project en ondanks mijn voornemen om lange tijd geen interviews meer te geven of op vriendelijk vraagbezoeken in te gaan, ik met heel veel plezier op jullie invitatie inging’. Zo opende hij ons gesprek dat we

op een rustige zondag in februari organiseerden, in een resto in de Vredestraat. Op onze uitleg vanwaar die straatnaam komt (een foutieve verfransing van de originele ‘Piensjstroate’, de ‘Pensstraat’, in ‘Rue de la Paix’, die dan nadien weerom vervlaamsd werd in de hui-

dige ‘Vredestraat’, n.v.d.r.), lacht hij tevreden: ‘De Vredestraat, dat kan écht geen toeval zijn’. Met die uitspraak was meteen een hartelijke band gelegd met de stad. Het zou meermaals blijken in ons gepsrek.

‘Ik ben hier in Geraardsbergen trouwens nooit eerder geweest en ik moet zeggen er ís hier wel iets: een samenvloeien van energieën, vanuit de historie van de stad. Deze plaats heeft karmisch gezien iets te maken met spiritualiteit en verbondenheid. Dat is niet onbelangrijk. Het legt ook een aantal dingen uit. Dit te weten geeft ook inspiratie en kracht als je dingen onderneemt, wanneer dat overeenkomt met de ondergrond van de geschiedenis van zo’n plaats’. Als welkomstwoord kon dat tellen.

‘Uw boeddhistisch pad begon op uw 22ste, toen u eensklaps uw beide ouders en zus verloor in een auto-ongeluk; had u daarvoor al een interesse aangevoeld voor spiritualiteit in het algemeen, en boeddhisme in het bijzonder?’

‘Vroeger al, was ik sterk geïnteresseerd in werk van mensen zoals bv. de dichter Rainer Maria Rilke; Antonin Artaud (Frans avant-gardistisch toneelschrijver- en criticus, dichter, acteur en regisseur (1896 – 1948, n.v.d.r.) in de toneelwereld of Nietzsche in de filosofie boeiden me wel. Ik vond het bijzonder dat zij de moed en de durf hadden om door te denken en dat je ook voelde dat ze dat met hun hele lijf en leden deden.

De abrupte dood van mijn beide ouders en zus en het daarmee gepaard gaande lijden, sloeg een groot gat in mijn jonge leven. Op dat moment, dat keerpunt, bleek dat ik nog niet zoveel levenservaring had. Je bent ook wel het noorden kwijt. Het heeft toch wel een aantal maanden geduurd vooraleer ik alles weer op z’n plooi had, dat spreekt voor zich.

Vanaf dan heeft het boeddhisme, dat toen ook druppelsgewijs in onze westerse maatschappij begon binnen te sijpelen, me heel sterk geholpen: de werken die ik toen gelezen heb, de mensen die ik ontmoet heb en later ook de grote reis naar India die ik ondernam, hebben me iets bijzonder doen inzien, nl. dat er ondanks de zovele dingen

die in het leven gebeuren een onvernietigbare kern in je geest is. Dat je daar kan op kunt betrouwen, dat je je van daaruit kunt ontplooien. Er is een vierkante meter in je hart waar je altijd kunt zitten om alles te overschouwen.

Wanneer je die kern kunt vinden, kun je zijn zoals bomen: soms zijn ze onderhevig aan stormwinden, maar ze bewegen mee en hoeven niet noodzakelijk ontworteld te worden. Je behoudt die diepe kernkracht: de hoge takken vangen veel wind en gaan wild tekeer in de harde stormvlagen, maar de kern die in je geest aanwezig is, die blijft, en die houdt je overeind, wat er ook gebeurt. Dat heb ik toch wel in kritieke momenten die nadien ook nog volgden steeds onthouden en daaraan heb ik me kunnen optrekken.’

‘Toen u dat boeddhistische pad begon, vond u het dan moeilijk om uw levensstijl daarin aan te passen?’

‘Wel, in het begin was ik natuurlijk een fundamentalistische boeddhist, dat gevaar is er altijd. Je gaat absoluut geen alcohol meer drinken, je wil absoluut geen vlees meer eten, je wil absoluut, te pas en te onpas, gaan zitten mediteren en je vindt voorál dat alle andere mensen het verkeerd voorhebben. (lacht) Ik trek het nu een beetje in het belachelijke... Tot je écht wakker wordt. Dat is de ontwaking waarover de Boeddha het heeft: namelijk, er is niets zo gevaarlijk als de verblinding van je eigen overtuiging (denkt na). Dus dat was, ook voor mij, een revelatie! Vanaf die periode ben ik pas echt boeddhist geworden: op het ogenblik dat je ziet dat er ook waarden zijn als relativiteitszin, een beetje humor, het recht geven aan iedereen om van alles en nog wat te denken en te doen, ook al zijn dat vergissingen, dan evolueer je in positieve zin. Een beetje bescheidenheid is in die zin ook niet ongepast. Maar dat zijn dingen die je na verloop van tijd leert. Voor mezelf kan ik zeggen dat, vanaf dat moment, het leven gemakkelijker is geweest. Ik heb als boeddhist niet echt problemen gekend dankzij de ontdekking van die soepelheid en verdraagzaamheid. Eens ik tot dat inzicht kwam, heeft het me geen moeite gekost om mijn levensstijl aan het

Giesbaergske Koleuren Gazette 1ste jaargang, nummer 2, 1 april 2012 pagina 3 www.giesbaergskekoleurengazette.be

boeddhistisch gedachtegoed aan te passen en omgekeerd het boeddhisme aan mijn leven.

Zenleraar Frank De Waele (biedt het onderricht, de beoefening en de overdracht van de zenboeddhistische spiritualiteit aan in Zen Sangha; alle info op www.zensangha.be, n.v.d.r.) heeft het in die zin over de wittebroods’maanden’ waarin je geest zich voelt: als je pas het boeddhis-

“Elke traditie in het boeddhisme is een beetje a-typisch”

me leert kennen leef je een onbezonnen blijheid, een verrukking dat je hét gevonden hebt.’

‘Maar Frank is trouwens een heel goede leraar’, verduidelijkt Frans ons tussendoor, ‘één van de beste leraren in België. Hij doet goed werk. Ik was ook heel blij toen Frank in België begon met zijn activiteiten. Hij is uit het goede hout gesneden en heeft de kwaliteiten van een echte leraar, dat beseffen de meeste mensen die hem kennen. Want er zit hier in het westen veel carriérisme en opportunisme in het boeddhisme.’

We gaan even op zijn zen-zijsprong in: ‘Maar is het zenboeddhisme dan geen buitenbeentje van de boeddhistische leer?’

‘Alle boeddhistische tradities zijn een beetje a-typisch. Als je met alle verenigingen aan tafel zit, dat zijn zo’n verschillende karakters, zo’n verschillende overtuigingen, zo’n verschillende benaderingen van het boeddhisme. Je houdt het niet voor mogelijk. Toch kan dat allemaal samen bestaan. Iedereen kan kiezen, mensen kunnen naar al die verschillende instituten en groeperingen gaan luisteren, gaan voelen en ervaren welke leraar of lerares hen het beste ligt. Die veelvuldigheid binnen het boeddhisme is net haar rijkdom. Dat is het bewijs dat het gaat over een traditie die veel interpretaties mogelijk maakt. Alle mensen kunnen hun gading vinden. Maar je vraag is natuurlijk heel westers, want dat is wat ons westerlingen zo bezighoudt: ‘Wie is de beste?’ Het enige wat je jezelf kunt vragen: ‘Is dit het beste voor mij?’ Daar is niets op tegen. Maar je hoeft daarom niet in absolute termen te spreken alsof dat dan meteen het beste voor iedereen moet zijn. Dat is typisch westers.’

‘In diezelfde westerse zin, wat mogen we dan verstaan onder ‘westers boeddhisme’?’ ‘Tja, westers boeddhisme, daar

hoor je wel ‘s over spreken: wat een pretentie… (zoekt zijn woorden), ik kan het niet anders zeggen, het is een pretentie om nu al te gaan stellen dat de leer van het boeddhisme die toch meer dan 2.500 jaar oud is, dat wij westerlingen daarvan al een westers model, een westerse variant van zouden hebben gevormd… We kunnen wel stellen dat het boeddhisme geïntegreerd is in de westerse samenleving en zich ook heeft aangepast aan heel wat zaken. Daarom mogen we nog niet vergeten dat het boeddhisme vijfentwintig eeuwen oud is, terwijl wij in het westen zo’n veertig jaar bezig zijn met boeddhisme! Natuurlijk gaat alles hier en nu veel sneller. Toch vind ik dat je de geschiedenis haar werk moet laten doen en dan zal binnen een paar generaties wel duidelijk blijken dat er hier in onze westerse wereld een andere vorm is ontstaan, een variant van het boeddhisme.

Maar om nu al manifesten te schrijven over westers boeddhisme, daar ben ik niet voor te vinden. Wél ben ik te vinden voor het feit dat het boeddhisme voor haar verantwoordelijkheid gesteld wordt, dat boeddhisten bijvoorbeeld ook moeten leren nadenken en spreken over ethische vraagstukken. De Boeddha heeft ons natuurlijk niet onderricht in ethische kwesties zoals abortus, of stamcelonderzoek. Hij heeft ons niet meegegeven of we daar best voor- of tegenstander van kunnen zijn. Maar in onze wereld, in onze tijd, moeten wij daarover wel nadenken. Vanuit de raadgevingen van de Boeddha moeten we dat durven bekijken en ook een standpunt innemen als er ergens onrecht geschiedt. Een boeddhist

“we zien het boeddhisme best als een dienst aan de samenleving”

mag zeker wel geresponsabiliseerd worden, een actieve burger zijn van het land waarin hij terechtgekomen is. Maar om nu al van ‘westers boeddhisme’ te spreken, daarvoor zitten we nog een paar generaties te vroeg.’

‘Je hoort ook wel eens spreken over ‘hedendaags boeddhisme’. ‘Dit geeft minder aanleiding tot manifesten. Hier is meer sprake van een synergie tussen onze westerse leefwijze en de boeddhistische traditie die naar hier komt. Er is zeker niets op tegen om van boeddhisme een hedendaags boeddhisme te maken. Als het maar geen catechismusles-

sen worden: ook in het christendom is gebleken dat louter gezagsargumenten of opdreunen van geloofspunten niet meer werken.’

‘Vanuit Nederland kreeg ik de vraag om mee te werken aan de uitbouw van een centrum rond de nieuwe tijd: er zijn vandaag nieuwe wendingen in vele domeinen die tot nieuwe visies te hebben over de mens en over de samenleving leiden. En ook over wat ons te doen staat. De mensen die ik ontmoet in spirituele kringen benadrukken alle het belang om eerst de basis van diepmenselijke kwaliteiten te leggen en aan te wakkeren. Dan pas kunnen mensen kiezen bij welke religie ze zich het beste voelen. Religie is een manier om de humane kwaliteiten die er zijn, waarover elke mens beschikt, tot ontwikkeling te brengen. Religie komt dus niet op de eerste plaats.

Begrijp me goed, de bedoeling is niet om een nieuwe religie te gaan ontwikkelen. Dat zou dom zijn. Ten eerste, spirituele tradities, of deze nu godsdienstig zijn of niet, zijn al heel oud en hebben hun belang en waarden ook bewezen. Een exclusivistische keuze lijkt me ook niet zo goed. Ik heb ook een beetje schrik voor overtuigde boeddhisten, dat zijn gevaarlijke mensen. Die beginnen de anderen lastig te vallen. Als voorzitter van het boeddhisme, tien jaar lang in België, en ook tijdens mijn voorzitterschap in Europa, heb ik altijd benadrukt om de woorden van de Boeddha niet te vergeten. De Boeddha zegt:’Je respecteert de wetten van het land waarvan je het water drinkt’: we zien het boeddhisme best als een dienst aan de samenleving. Als een manier om mensen te helpen om goede burgers te worden. Om aangename personen te worden voor hun omgeving. Dat is de bedoeling. We hoeven niet –zeker niet!- met z’n allen boeddhist te worden. Dat heb ik altijd proberen te benadrukken. Want dan krijg je snel spirituele boksmatchen: welke leer haalt het van de andere?

Gelukkig wordt dit tot hier toe in de meeste Europese landen, en dus ook in België, zo beleefd. Maar je hebt toch altijd een aantal al te overtuigde mensen en dat is spijtig. Verblind door zichzelf. Ze gebruiken het boeddhisme om zichzelf op te blazen.

Weet je, godsdiensten zijn eigenlijk interpretatieschema’s, symbolische verhalen en opvoedingsstrategieen, middelen om bestaande kwaliteiten tot ontplooiing te brengen. Maar eerst moeten die kwaliteiten aangeleerd worden. Leren over de betekenis van tevredenheid. Dat kinderen het belang leren kennen van vriendjes te hebben, van geduldig te zijn, van tegenkanting aan

te kunnen. Hierin is de rol van de ouders en leerkrachten belangrijk. In de lessen moraal en godsdienst wordt daar niet meer over gesproken. Ofwel heel moraliserend en dat is honderd jaar te laat.’

‘Hoe komt het dat we die basishumane waarden niet meer zien in onze samenleving?’

‘Jammer genoeg hebben we in het westen het kind met het badwater weggegooid. Er zijn heel veel zaken uit de gemeenschappelijk moraal en spiritualiteit weggewist. Omdat men dacht: ‘We moeten van de clerus af en een seculiere samenleving opbouwen’. Terecht, maar de grondstof die iedere mens nodig heeft is spiritualiteit, of je nu godsdienstig bent of vrijzinnig. En

“Bij het vuur zitten en geen onderscheid meer hebben”

die hebben we ook meteen weggegooid. Spijtig. Ieder mens heeft beslist een spirituele dimensie nodig in zijn of haar leven. Dat is echt mijn stokpaardje. Maar alles wat met spiritualiteit te maken heeft, daarvan werd gedacht dat het met de clerus te maken had. Dus dat moest allemaal wijken. Dit is niet alleen de fout van de vrijzinnigen, maar ook de fout van de godsdiensten die alles hebben willen inpalmen, soms

op een gewelddadige wijze. Ook dat conflict heeft ervoor gezorgd dat we niet veel meer moesten hebben van spiritualiteit die we in elke religie en in elke levensbeschouwing terugvinden: alle tradities, religies en levensbeschouwingen dragen dezelfde basiswaarden uit. Gewoontes die bijdragen tot een vredevol samenleven.

Vandaag leven we terug in een tijd dat zowel de vrijzinnige mensen als de

1ste jaargang, nummer 2, 1 april 2012 pagina 4
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette

christelijke mensen voelen dat deze spirituele dimensie belangrijk is.’

‘In 2007 is er in Frankrijk een boek uitgegeven van André ComteSponville (André Comte-Sponville is een Frans filosoof en sinds 2008 lid van ‘Comité consultatif national d’éthique’, n.v.d.r.). met als titel: ‘L’esprit de l’athéisme: introduction à une spiritualité sans Dieu’. Dit boek werd in het Nederlands vertaald, maar de ondertittel is weggelaten! Dat is een spijtige zaak, want dit was net een belangrijke boodschap vanwege vrijzinnigen, nl. dat zij ook nood hebben aan spiritualiteit.

Dat is waar ik me de voorbije dertig jaar ondermeer ook heb mee beziggehouden. Bruggen maken tussen de vrijzinnigen en de theïsten. Ik heb veel voordrachten gegeven in de Loges van de vrijzinnigen, maar ook in kloosters, bij monniken en nonnen die hiervoor openstonden,

die beaamden dat alle religieuze en levensbeschouwelijke tradities diezelfde waarden nodig hebben als basis, als fundering.

In 2014 komt in Brussel het wereldparlement van de religies samen, een conventie die om de vier jaar vanuit Chicago wordt georganiseerd. Het is een immense organisatie met een tiendaags programma, voor zowat tienduizend mensen. De organisatoren hebben als bedoeling dat er daarna, in het land waar de conventie plaats had, dat er dan op het terrein, tot in alle kleine verenigingen iets moet veranderd zijn, dat er een brug moet gebouwd zijn tussen mensen, tussen visies. Nu hadden ze me de vraag gesteld, vanuit Chicago, wat ik zou willen veranderd zien na de samenkomst in 2014, hier in Brussel. Vanuit mijn vijftien jaar ervaring in de Interlevensbeschouwelijke Dialoog heb ik hen geantwoord dat de conventie pas zou geslaagd zijn als de program-

Koleur Kwizien, André Ntambwe - Kongo

“Kongolese Moambe”

‘SOS Kwizien’ is de rubriek waarin we u een typisch recept uit een ver land voorstellen. André Ntambwe bijt de spits af met een gerecht uit zijn thuisland Congo: ‘Moambe met kip’. Bon appétit!

‘Kip met Moambe is een typische Kongolees gerecht; je kan het zelfs de nationale Kongolese schotel noemen. Bij officiële bezoeken van president Mobutu stond het gegarandeerd op het menu.’

‘Moambe betekent letterlijk acht, een verwijzing naar het aantal ingrediënten dat traditioneel in een moambe werd gebruikt.’

‘In moambe heb je veel verschillende soorten en kwaliteiten: de verse moambe (die kan je vinden in natuurvoedingswinkel De Voedingspyramide op het Stationsplein, Geraardsbergen) is natuurlijk het lekkerst. En in blik of doos vind je verschillende merken in het betere goortwarenhuis.’

‘Moambe is gemaakt op basis van het sap van palmnoten en heeft een zeer

ma’s van de conventie in het teken zouden kunnen staan van de kleine achterhoede gevechten die nog bezig zijn tussen vrijzinnigen en religieuze mensen. Tussen theïsten en non-theïsten. Als zij een programma kunnen opstellen rond dit thema en zodoende komen tot een productieve dialoog, en wanneer eens en voor altijd mensen uit de beide bevolkingsgroepen een gemeenschappelijke woordenschat zouden hebben leren spreken, dan zou die conventie in Brussel een geslaagde organisatie zijn. Want in die vijftien jaar dat ik van mijn leven doorbracht op allerlei mogelijke congressen en initiatieven van Interlevensbeschouwelijke Dialoog is dat nog niet veel meer geweest dan een paar beleefdheidsformuleringen in de vestiaire, zo van ‘Ik ben blij van je te zien’, ‘Ik ook’. We willen allemaal hetzelfde: vrede op aarde. Vage formules, maar dat is voor mij geen waarachtige In-

‘Op die status zijn de vrouwen ook bijzonder trots; elke moeder is op haar beurt ook telkens weer de grote inspiratiebron, de encyclopedie voor de kookkunst; en die kennis geeft ze graag ook door aan haar dochter(s), die op hun beurt hetzelfde doen.‘ ‘Ikzelf ben opgegroeid in Kassai (provincie in centraal-zuiden van Kongo), op zo’n 130 km van Kananga. Ook mijn moeder was de basis van ons gezin. ‘Koken’, zei ze vaak, ‘dat is zoals muziek maken waarbij de moeder de componist van het stuk is en de gezinsleden de muzikanten zijn die a.h.w. de door de moeder aangebrachte mu-

Het

specitfieke smaak. Het is vaak vergeleken met de Griekse Moussaka: als je in Kinshasha een goede moamberestaurant zoekt kan je ook vragen naar ‘moussaka’; dat is net hetzelfde in Kinshasha.’

‘In Kongo is de keuken het domein van de vrouw, van de moeder; iedere vrouw, ongeacht de leeftijd, wordt er ook steeds ‘maman’ genoemd. Slechts heel uitzonderlijk zal de Kongolese man eten klaarmaken: het is de moeder die ervoor zorgt dat haar man en kinderen goede voeding te eten krijgen; zij vormt daardoor de basis van het gezin –zonder gezond voedsel kunnen haar gezinsleden zich niet ten volle ontwikkelen- en ze is daardoor dus ook de bewaker van de morele, sociale en culturele waarden van de maatschappij.’

terreligieuze Dialoog. Interreligieuze Dialoog, dat is zoals Pierre-Francois de Béthune (Franse benedictijn, n.v.d.r.) zegt: ‘Bij het vuur zitten en geen onderscheid meer hebben tussen de gastheer en de gasten.’ Het vuur is dan de warmte van de inspiratie, waarrond we allemaal zitten. Ieder luistert vanuit zijn eigen overtuiging naar de ander. Allemaal samen denken we na over wat wij samen kunnen ondernemen om voor een upgrading van de samenleving te zorgen. Ik zoek tevergeefs naar initiatieven waar dat op een ernstige manier gebeurt. Tot hiertoe zijn ofwel alle initiatieven beperkt tot pogingen om dicht bij de macht te komen ofwel tot heel formalistische rituelen waar men heel beleefd is voor elkaar, maar waar niet de nodige diepgang en eerlijkheid aanwezig is om ernstig werk te leveren.’ Het tweede deel van het interview kan u lezen in de derde Gazette, die op 1 juli 2012 verschijnt. (WiSch)

zieknoten naar waarde smaken.’ André Ntambwe publiceerde al verscheidene boekjes over de Kongolese keuken. ‘La moambe en 12 questions’ is er een van. Daarin vinden we verschillende manieren om moambe met kip klaar te maken. André consulteerde daarvoor verschillende Kongolese huismoeders naar hun keuken-geheimen. Om zich niet te hoeven beroepen op slechts één heiligmakend recept, maakte hij een analyse van verschillende bereidingswijzen om tot een algemene synthese te komen. Hieronder kan u het volledige recept terugvinden. (WiSch)

recept Moambe met kip

A. De ingrediënten:

n 1 volledige kip (ong. 1 kg.)

n 1 liter moambe

n 1/2 blik geconcentreerde tomaat

n 1 blik gepelde tomaten

n 2 uien

n 1 rode peper

n 1 piment

n 1 koffielepel muscaatnoot

n zout

n 2 blaadjes laurier

B. Bereiding van de kip:

1. Snij de kip in stukken en was ze grondig; voeg zout toe; vul een kom met 1 liter water en voeg de stukken kip toe.

2. Breng de kom aan het koken gedurende een halfuur; giet daarna af en bak vervolgens de stukken kip mooi bruin in olie of boter.

3. Intussen de moambe opwarmen samen met een halve liter water en dit gedurende twintig minuten. Blijf voort-

durend roeren. Giet nu de olie af die op de moambe bovendrijft.

C. Bereiding van de saus:

1. Warm de olie op in een pan en voeg achtereenvolgens de ajuin, de pepers, de geconcentreerde tomaat en de muskaatnoot toe.

2. Voeg de rest van de gepelde tomaten toe, samen met de overige versneden ajuinen alsook de in reepjes gesneden pepers, twee blaadjes laurier en één volledige piment. Goed laten doorkoken tot een homogeen en sappig geheel.

3. Voeg nu de moambe toe en vermeng deze met de kokende saus. Laat nu nog een tiental minuten doorkoken. 4. Voeg aan de saus de bruingebakken stukken kip toe en vermeng goed. Laat het geheel nu gedurende een kwartier zachtjes doorsudderen, totdat de saus goed in het vlees is doorgedrongen. Bon appétit!!!

Giesbaergske Koleuren Gazette 1ste jaargang, nummer 2, 1 april 2012 pagina 5 www.giesbaergskekoleurengazette.be

Familie Aslan en Roza Nukhanov, Tsjetsjenië

“Vooral de echte gastvrijheid”

Tsjetsjenië was hun geboorteland. Dit olierijke deel van Rusland maakte al heel wat bloedige oorlogen mee. Negen jaar terug vluchtten ze vanuit de hoofdstad Grozny naar Geraardsbergen.

De jonge veertigers werden Belg en hebben zes kinderen, vijf dochters en een zoon die school lopen

in Geraardsbergen. De kinderen zijn van nature meertalig. In onze stad werkt moeder Roza in een restaurant en Vader Aslanbek is vrachtwagenchauffeur in het binnenland. Hun huis aan de Verhaegenlaan is een gastvrije plek waar regelmatig buren op bezoek komen. Ze voelen zich hier gelukkig.

‘De dika doyl’ betekent goede dag. Goede morgen is ‘uri dika yoyl’ en goede avond betekent ‘suri dika yoyl’. Mannen die elkaar ontmoeten geven elkaar meestal de hand. Vrouwen slaan de hand rond elkaar; de ouderen doen dat op schouderhoogte en de jongeren kiezen de middel. Vanuit hun godsdienst kennen ze de ramadan die afgesloten wordt met het Suikerfeest. Met kerstmis staat er een versierde kerstboom in de woning. Er is ook een vrouwendag op 8 maart en in september voor de oudere dames. Roza: “Een ongehuwde dochter blijft thuis wonen. De zonen kunnen

Fatih Kurtuldu, Turkije

“Eerlijkheid is

Fatih (40) woont met zijn twee dochters in Smeerebbe-Vloerzegem. Al in ’96 kwam hij in ons land terecht en woonde eerder in Moerbeke. Als steenkapper komt hij hier aan de kost. Fatih woonde voorheen in de Turkse miljoenenstad Izmir. “In de stad minder dan op het platteland begroeten we elkaar met ‘merhaba’ (=goede dag). Daarbij komen twee kussen als het om bekenden gaat. Een diepgewortelde traditie is dat

de oudere aan de jongere de rug van zijn aangereikte hand laat kussen en het dan tegen het voorhoofd van de jongere drukt. Ieder jaar keer ik nog terug voor een langere vakantie naar mijn geboorteland. Tussendoor ga ik ook een paar keren naar mijn land. Diepgeworteld bij de Turkse gemeenschap is het respect voor ouders en ouderen. Ouders die zorgbehoevend worden, worden

wel buitenshuis gaan wonen. Het zijn de zonen die ook verantwoordelijkheid nemen om de ouders, die ziek en zorgbehoevend zijn, op te nemen in hun gezin. Want een bejaardenhuis kent men niet. Gelukkig is het nu wat rustiger in ons geboorteland en wordt er volop gewerkt aan de wederopbouw.“ (AMa)

heel belangrijk”

dikwijls opgenomen bij de kinderen, bij voorkeur bij een zoon. Mannen en vrouwen zijn op veel terreinen gelijk. Niet vergeten dat de vrouwen in Turkije al stemrecht hadden in 1923. Hier in België was dat maar kort na het einde van wereldoorlog II! Hoofddoeken en gelaatsbedekking zijn hier gewoon verboden.”

Fatih vernoemt nog twee specifieke

kenmerken van zijn volk. “Eerlijkheid staat hoog in het vaandel van de meeste mensen. Het gebeurt vaak dat een buur wordt gevraagd om bij afwezigheid het winkeltje of de zaak even over te nemen. En levenslange conflicten in families tracht men ook meestal op te lossen door toch opnieuw te spreken met elkaar...” (AMa)

1ste jaargang, nummer 2, 1 april 2012 pagina 6 Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be

Stan, Aruba

“Kontabaj is Papiaments voor goeiedag”

‘Het is nu pas vier maand dat ik in Geraardsbergen woon; daarvoor heb ik ook nog achtereenvolgens in Brussel, Aalst en Parike gewoond.

‘Toen ik pas vanuit Nederland naar Brussel kwam wonen heb ik enkele maanden in mijn auto gewoond, een Ford Escort; dan reed ik ’s avonds door de straten van de hoofdstad, op zoek naar een rustige plek om de nacht door te brengen. Mensen op straat keken soms angstig, als ze me zagen in de auto zitten; ik begrijp dat wel, dat is heel normaal. Ik vond het zelf ook leuker als ik eenmaal een woonplaats gevonden had in Brussel (lacht).

‘Geboren ben ik in Aruba; mijn beide ouders waren Surinaams en hadden zich op Aruba gevestigd om een gezin te stichten. We waren bij, ons thuis met elf, een hele hoop dus.

‘Toen ik 8 was besloten mijn ouders een betere toekomst in Nederland te gaan zoeken en toen zijn we, in verschillende groepjes, naar Nederland gereisd. Dat was met het vrachtschip, een reis van 8 dagen over de grote plas! Voor mij als achtjarige was dat nogal een ervaring, zeg! Hoho, dat kan je wel indenken; ik zag die eindeloze oceaan, het veranderen van de kleur van het water –van azuurblauw naar diepgroen-, en dan waren er ook vliegvissen op het dek! De matrozen vingen die dan en roosterden ze op een vuurtje op het dek. En wij smullen! Heerlijke tijd!

‘In Nederland bouwde mijn vader een decoratiebedrijf uit, van schilder- en behangwerken. Hij had veel werk en deed dat goed. Hij had gehoopt dat ik zijn bedrijf zou verderzetten – ik werkte al bij hem in de zaak- maar daar pastte ik toch voor; eigenlijk wou ik liever gaan leren dansen maar dat mocht toen

niet van mijn ouders. Als schilder/ decorateur ben ik dan nog lang aan slag geweest, maar steeds in dienst.

Op een bepaald moment –ik woonde toen in amsterdam- begon ik toch met een dans-opleiding; klassieke dans was dat. Ik was toen al 27 jaar. En bij mijn eerste auditie na de opleiding was het meteen raak: ik mocht dansen in ‘Alice in Wonderland’!

‘Vanaf dan ben ik van mijn koffer gaan leven: ik deed audities in de hele wereld. Het waren telkens heel intense periodes, maar ook telkens weer van korte duur. Het dansen heeft me overal gebracht: Parijs, Londen, New York, Cuba… noem maar op, de hele wereld heb ik gezien. Het was fantastisch!

‘Naast mijn job als lasser –in een bedrijf in Lokeren- geef ik nu ook hier danslessen Salsa: Salsa is een heel specifieke dans, niet iedereen kan het. Ritme is heel belangrijke en dat kan je eenieder aanleren, maar als je dat niet in je hebt, dan heeft dat niet veel nut. Met Salsa is dat

net zo: je kan het, of je kan het niet. Zo eenvoudig is het.

‘Nog niet zo lang geleden heb ik de contrabas ontdekt –of beter, de contrabas heeft mij ontdekt (lacht): ik volg lessen notenleer in de Muziekacademie en een leraar uit Zottegem leert mij de contrabas bespelen.

‘Wat ik daarna liefst zou willen, eenmaal ik de contrabas onder de knie heb, is terug naar Aruba gaan en daar in een hotel muziek spelen voor de gasten. Dat zie ik wel zitten. ‘Als we in Aruba elkaar dag zeggen klinkt het zo: ‘Kontabaj’; dat is Papiaments voor ‘goeiedag’. Dat gebruiken we in de straat en ook thuis, in familiekring; daar is geen onderscheid.

‘Aruba maakt, samen met Bonaire en Curaçao, deel uit van de Antillen (voor de kust van Venezuela). De drie eilanden worden ook wel de ABC-eilenden genoemd en de voertaal is er Papiaments, dat veel invloeden heeft uit het Portugees en het Spaans. (De naam Papiaments is afgeleid van de Portugese termen voor brabbelen, n.v.d.r.) Naast Papiaments zijn ook Nederlands en Engels er officiële talen.

’s Avonds zeggen we op z’n Papiaments ‘Bonnotsji’. (WiSch)

Giesbaergske Koleuren Gazette 1ste jaargang, nummer 2, 1 april 2012 pagina 7 www.giesbaergskekoleurengazette.be

“Dansen en vooral gelukkig zijn”

We vergeten het wel ‘s, maar tussen de vele BV’s in het gelijknamige medialandschap, zitten ook veel BM’s, Bekende Migranten, die feilloos zijn gaan inpassen in het bekendzijn. Net als de V’s bewe-

Arman verblijft en danst nu al 13 jaar in ons land. Hij voelt zich hier echt thuis. Ook zijn ouders en broer wonen en werken hier. Zelf heeft hij hier een gezin met drie schattige dochters. Hun huisje staat in Deftinge.

Arman (37) werd hier erg beroemd na zijn succesvolle optredens in het VTM-programma ‘Sterren op de dansvloer’. Daar hielp hij zijn bekende danspartners, Martine Jonckheere en Sonja Kimpen, aan het beste resultaat. Ruim twee jaar gaf hij dansles aan jong en oud in ‘Zaal Europa’ in Parike. We zochten hem even op toen hij daar wegging om een nieuw dansproject te beginnen in zaal ‘Manneken-Pis’ aan de Unalsite.

gen de M’s zich in showbizz, televisie- en filmwereld als was het hun natuurlijke biotoop. Arman kennen we van ‘Sterren op de dansvloer’ (VTM). Dansen doet hij al zijn hele leven.

al eens zweven, maar komt best ook altijd goed met zijn twee voeten op de grond. En als dansleraar wil ik graag nog lang en enthousiast doorgaan!” (AMa) BM-schap, Arman Eranosjan

Werken in een nieuwe dansschool

“Ik heb heel mijn leven al gedanst en begon er al mee op vijfjarige leeftijd. Aanleg en talent kreeg ik mee van mijn ouders. Volgden een verdere opleiding en veel en hard trainen, want dansen vraagt heel veel van je lenigheid, gevoel voor ritme, coördinatie en opperste concentratie. Er waren competitie-optredens in veel landen. In mei ga ik voor de vijfde Belgische titel latijnsAmerikaanse dansen, mijn specialiteit. Natuurlijk beoefen ik ook andere dansen. De competitie vergde heel veel van mijn lichaam,” vertelt de frisse atleet.

Intussen wordt hard doorgewerkt om de nieuwe dansschool in orde te krijgen in ‘Manneken-Pis ‘ aan de Gaverstraat. “Binnenin is zowat alles vernieuwd. De dansvloer met 213m² parket, spiegels… bieden plaats voor danslessen en feestjes. Veel mensen, jongeren en ouderen, worden aangesproken door dans. Ik wil vanaf einde april het ruime aanbod dat er al is in Geraardsbergen verder aanvullen en versterken.”

De nieuwe Belg herinnert zich zijn geboorteland vooral omwille van het mooie klimaat. “Om de twee jaar kom ik er nog eens terug. Ik

ben natuurlijk gelukkig met de geboden ontwikkelings- en groeikansen van België. Mijn ambitie is niet om beroemd te zijn, maar vooral om gelukkig te blijven. Een danser mag

1ste jaargang, nummer 2, 1 april 2012 pagina 8 Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be
Een rara-atje: waar hebben we deze foto genomen?

‘Joe, dikken!’ de bomen

En hoe zit het met ons eigen taalgebruik? En kennen we dat nog?

In Geraardsbergen, net als in andere steden, hebben we rare gewoonten. Een ervan -en niet in het minste raar te noemen- is de volkse manier van begroeten, met de gevleugelde Giesbaergske woorden ‘Joe, dikken’.

Het mag populair, populistisch en zelfs vulgair klinkend aanvoelen -zeker als we het anderen horen doen, op de hoek van de straat-, toch zullen we er allen graag ‘s mee uitpakken. Het is alsof die woorden ons eigen zijn, alsof die uitspraak ons past als een goede schoen. Of een lekkerzittende jas. Zonder speciefieke aanleiding voelen we de drang opkomen even onszelf te zijn, zoals we zijn, en dat ook te uiten. Onbeschaamd zeggen we het, zonder omzien. Het vraagt ook meteen de aandacht van de omstaanders: dit pleonastisch taalgebruik valt op z’n zachtst gezegd, op.

Dat is zeker het geval als we ons buiten de stadsgrenzen bevinden. Wie het voor het eerst hoort, kan er makkelijk aanstoot aan nemen, of het ronduit lachwekkend vinden.

Marginaal, kan men het ook noemen.

Er zullen over dat taalgebruik wel degelijke linguistische en geschiedkundige -of volkskundige- studies voor handen zijn. Beslist.

Zuiver gevoelsmatig echter kan het inhouden dat we daarmee ‘dikke vriend’ bedoelen; dat we eigenlijk willen zeggen ‘jij bent mijn dikke vriend’.

En wanneer je het gebruikt, voelt het ook zo aan. De beide woorden bekken als geen ander duo en de klinkers drukken sterk een betrokkenheid, een band uit.

In die optiek gezien mag het beslist een heilzaam ‘slang’ (informeel taalgebruik en uitdrukkingen die niet tot de standaard taal behoren, n.v.d.r.) genoemd worden. Elkaar ‘dikke vriend’ noemen, wat kan daar nu tegen zijn?

Ook van de Boeddha zijn er vele beeltenissen in die zin, die wat ronder uitgevallen zijn en die ons meestal ronduit lachend aankijken, als een ‘dikke vriend’.

Check it out, on Google, Dikken. (JoEd)

Ze zijn er altijd, we zien ze niet steeds: de bomen. Een ander zicht erop.

Bomen, je hebt ze in alle maten en gewichten. In kleuren ook.

Over bomen kan je heel kort zijn, of ook heel lang. Je kan ze even bekijken, ofwel wat langer. Af en toe of constant.

Je kan ze zien van ver, als ze groot zijn. Je kan eromheen lopen. Je kan ze bekijken van alle kanten en in alle kleuren.

Een boom kan groot zijn, of klein. Wijd of smal. Sommige bomen zijn recht, andere dan weer wat krommer.

Je hebt ze groen, meestal in lente- of zomerseizoen, en ook bruin en alle kleuren in de maanden die naar herfst en winter geuren. Er zijn bomen met vruchten en ook bomen met enkel blaadjes. Je hebt bomen waar je kan gaan onderstaan en bomen waar je liever omheen loopt. Bomen langs het water en bomen in het bos. Bomen uit een sprookje en bomen in de stad.

Je hebt gewoon heel veel bomen, als je er maar ogen voor hebt. (B.Oom)

“Stilte geeft je de kans om je adem te voelen.”

Morgen vertrek ik op retraite. Voor vijf dagen verblijf ik in het Naropa Instituut in Nederland. Ik voel me als een kind dat morgen op kamp vertrekt. Letterlijk kriebels in de buik. Snel doe ik nog een grote schoonmaak in huis. Het fornuis blinkt weer, de voorraadkast is weer netjes, het karton is gesorteerd, nog even dweilen, nog even stofzuigen. Klaar. Ik wil manlief in een proper huisje achterlaten.

Ik vertrek alleen, maar ik weet dat ik te midden zal zijn van gelijkgestemden. Mannen en vrouwen die net zoals ik even terug uitkijken naar een ontmoeting met de stilte. Ik hoef me helemaal niet te verantwoorden. Ik kijk zelfs uit om nieuwe men -

“Imagination is more important than knowledge...“ Albert Einstein.

sen te ontmoeten. Maar ook om de vertrouwde gezichten weer te zien. Om te luisteren in aandacht naar het verhaal van anderen, om te praten in aandacht. Om mijn meditatiebeoefening weer aan te scherpen. Je stelt je misschien de vraag of ik nu noodzakelijk op retraite moet gaan om stilte te ervaren? Dan zeg ik ja en neen. Ik ontmoet stilte in mijn geboortestad ‘Giesbaergen’ tijdens een wandeling. Tijdens het drinken van een koele pint op het terrasje van het Bruggenhuis. Tijdens het fietsen. Tijdens een boek lezen. Dat is zeker waar. Er zijn in ons dagelijks leven zoveel momenten om even te genieten van stilte. Van gewoon te zijn. En toch zijn er in ons dagelijks leven ook heel veel momenten van lawaai, van drukte, van moeten. Zodat er soms maar weinig stilte meer overblijft. Op een retraiteplaats kan je net in contact komen met een constante en intense stilte, omdat iedereen die deelneemt, zich houdt aan de afspraak om samen te leven in stilte. Het is geen opgelegde stilte, maar een stilte waar iedere deelnemer met respect mee omgaat. Het is niet mijn eerste boeddhistische retraite. Mijn allereerste retraite van twaalf dagen deed ik enkele jaren terug. Twaalf dagen van ‘ontwaken’, ‘wakker worden’. Ik heb toen ontdekt dat stilte heel krachtig en luid kan zijn. Stilte scherpt je zintuigen aan. Stilte geeft je de kans om je adem te voelen. Om je hartslag te voelen. Stilte is als een vriend geworden. Als je ruimte geeft, ontmoet je de stilte altijd. ‘Retraite’, letterlijk vertaald als ‘zich terugtrekken’, klinkt soms raar in de oren. Ik ben wel eens bang voor reacties van anderen. ‘Wat heb je daar te zoeken?’, ‘Waarom doe je dat nu?’, ‘Waarom vertrek je alleen?’ En dan kan ik alleen maar antwoorden: Stilte doet me goed. In het Japans wordt retraite een ‘sesshin’ genoemd. Dat laatste wordt in het Engels vertaald als ‘touching the heartmind’. Dat zegt genoeg, om nu effe te zwijgen… (Kasho)

Giesbaergske Koleuren Gazette 1ste jaargang, nummer 2, 1 april 2012 pagina 9 www.giesbaergskekoleurengazette.be
metta- cursiefje

Petitistwaar

In ‘Petitistwaar’ plaatsen we verhalen van jonge mensen: Meti Radueva is 12 jaar en gaat naar school in het Sint-Jozefsinstituut. Ze schreef een kort verhaaltje voor de Giesbaergske Koleuren Gazette.

Fleur zat weeral te huilen op haar kamer. Waarom wou papa niet dat ze schreef?

Gelukkig heb ik mijn dagboek nog, die pakt niemand van me af, niemand weet zelfs dat ik hem heb want ik leg hem onder een losse plank in mijn kamer Fleurs ouders maakten altijd ruzie zelfs nu waren ze bezig. Daarom is fleur vandaag vroeger in bed gegaan zodat ze het gezeur van haar ouders niet moet horen En zo ging dat jaren door, niemand wist dat fleur in haar dagboek schreef en haar ouders maakten nog steeds ruzie. Maar vandaag was Fleur er klaar voor, ze ging haar vader vragen waarom hij schrijven haatte. En daar zat ze aan tafel op het stoeltje voor haar vader. “Zo, je wou me spreken?” Vroeg haar vader. “Euh… ja” kwam er met moeite uit haar mond “Ik luister” zei hij “Euhm … papa…waarom wil je niet dat… ik schrijf? Meteen verdween het lachje op haar vaders gezicht ”ik vermoedde al dat je dat zou vragen. Maar het antwoord zeg ik je niet..” “Maar papa…” Voor Fleur nog iets kon zeggen werd haar vader kwaad

“Ga slapen klein mormel” Zei hij met een luide stem. Fleur stond op, maar toen ze juist voor de trappen stond, bleef ze staan, ze heeft haar vader nooit durven aanspreken ,dit is haar kans ,dacht ze Ze draaide zicht om en zei : Nee papa, 7 jaar heb je mij nooit verteld waarom ik niet mocht schrijven, vanaf mijn zevende schreef ik niet meer maar ik ben nu 15 en dat zal alles veranderen, je gaat me eindelijk vertellen wat het probleem is, waarom mijn droom van schrijfster nooit zal uitkomen Haar moeder toonde met gebaren dat ze liever weg zou gaan, maar Fleur bleef staan “Zeg nu!” Zei Fleur ongeduldig “Mijn vader was journalist en hij schreef altijd zijn mening, hij loog nooit maar door al die artikelen en meningen waren ze hem beu!!!” Schreeuwde haar vader luid uit. “Beu?” vroeg Fleur? “Ze hebben hem doodgestoken” zei haar vader. En verdwijn uit mijn ogen zei hij Fleur begon er niet over te discuseren en liep woedend weg Maar juist toen ze wou oversteken zag ze niet dat er een vrachtwagen voorbijreed. Haar vader liep er met tranen naartoe maar het was te laat… Meti Radueva, 12 jaar.

• Een kleinkind bladert door de kinderfoto’s van oma, in een oude schoendoos; het zijn zwartwitfoto’s uit oma’s thuisland, Engeland. Zonder verpinken stelt het kleinkind, ‘Ah maar oma, ik wist niet dat jij vroeger in een grijs land woonde..’

• Tijdens de wekelijkse rit op zondagvoormiddag praten twee wielervrienden

over het wel en wee in de wereld, en hebben ze het over de klimatologische veranderingen. Ze zijn het erover eens dat de natuur veel sterker is dan de westerse mens die wel vaker denkt dat dat omgekeerd is. ‘Een beetje meer bescheidenheid’, besluiten ze fietsend, ‘zou ook daar best op z’n plaats zijn’.

“Alles staat met elkaar in verbinding. Niets bestaat op zichzelf,” zegt de Boeddha.

Deze waarheid sijpelt stilaan door in brede lagen van onze samenleving: van het bedrijf tot in de school, van de supermarkt tot thuis, van het parlement tot op het publieke forum.

uit ‘Onzichtbaar aanwezig; De stille kracht van het boeddhisme’, Frans Goetghebeur, Publicatie : 2010, Uitgeverij :ASP-Kunchab+, ISBN : 978-90-5487-663-2, Formaat : 15 x 21 cm, Pagina’s :144

• In een interview in de weekendkrant van De Standaard (10/03/2012) zegt Nederlandse taal-speelster Paulien Cornelisse dat wij mensen, sinds de uitvinding van de taal, elkaar nog nooit zo slecht begrepen hebben, en dat dat komt omdat we te genuanceerd (willen) zijn. Verder in het interview bekent ze openlijk -zoals veel Nederburen- de Vlaamse taal schattig, feeëriek, grappig en absurdistisch te vinden en dat haar favoriete Vlaamse uitdrukking ‘kraantjeswater’ is. Helder als water is dat.

• Wat taalgebruik in Nederland dan weer betreft: een kopje koffie wordt er ook wel ‘s “een bakje pleur” genoemd. Zegt genoeg. Pleur.

• Op z’n Giesbaergs noemen we het ook wel ‘s plastisch “n zjatte kaffée”.

Boekentip

“Frans Goetghebeur weerlegt de vele clichés en misverstanden die de ronde doen over de boeddhistische levensvisie en wijst positief op wat de inbreng kan zijn van het boeddhisme op onze samenleving. Het boek spettert van inzichten, inspirerende citaten, ook overzichten die wijzen naar een nieuwe, hoopgevende toekomst waar een boeddhist constructief aanwezig wil zijn.”

Pater Benoît Standaert “Een aanrader voor al wie gezond van geest en lichaam door het leven wil gaan” Mark Eyskens, Minister van Staat

Op donderdag 24 mei 2012 bezoekt Zijne Heiligheid de Dalai Lama voor de vijfde keer het Instituut Yeunten Ling. Een heuglijk nieuws en een ware zegen!

Om 13.30 uur zal Zijne Heiligheid de nieuwe Tempel en het Boeddhabeeld inzegenen en aansluitend een onderricht geven over Liefdevolle vriendelijkheid.

Zoals steeds verwachten we enkele duizenden bezoekers. Over het hele domein zal het mogelijk zijn om het gebeuren op grote videoschermen te volgen.

Na het ceremoniële gedeelte in de tempel, zal het publiek dat voor de tempel op het grote gazon geïnstalleerd is, live van het tweede gedeelte van het programma kunnen genieten, te weten het onderricht van Zijne Heiligheid over Liefdevolle Vriendelijkheid. Op het gehele terrein en in de tempel kan het publiek op grote schermen dat deel van het programma volgen waaraan het niet live deelneemt. Bo-

vendien wordt de verplaatsing tussen het kasteel en de tempel zo gepland, dat nagenoeg alle aanwezigen de gelegenheid hebben om de Dalai Lama werkelijk te zien.

Als Zijne Heiligheid zijn toestemming verleent aan het voorgestelde programma, hebben we op de beste wijze de wensen van velen ingevuld, en dit in het licht van de beperkte infrastructuur waar wij over beschikken. Wij hopen van harte u op deze heuglijke dag te mogen begroeten.

Lama Karta en het organisatiecomité

Instituut Yeunten Ling Château du Fond l’Evêque 4 promenade Saint Jean l’Agneau B-4500 Huy www.tibetaans-instituut.org

1ste jaargang, nummer 2, 1 april 2012 pagina 10 Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be
Gazetteproat

“Muziek is de brug bij uitstek”

In deze nieuwe rubriek ‘Koleur Kaffé’ (naar analogie van Serge Gainsbourg’s ‘Couleur Café’) werpen we onze blik op de muziek en wat die met ons doet. Is muziek een tijdverdrijf tegen de stilte of kunnen we er een boodschap in vinden? En vanwaar komt die muziek eigenlijk? Welke uitheemse, exotische klanken horen we?

We starten de rubriek met een gesprek met de sympathieke ‘Hollandse’ cafébaas Rob, die sinds enkele jaren samen met Magda, ‘In ’t Bruggenhuis’ aan de Dender in Boelare uitbaat, over –by all meansmuziek.

‘Het café is een van de laatste plaatsten waar nog geluisterd wordt’, opent Rob het interview op het caféterras aan de oever van Dender, terwijl een vroege lentezon onze rug en biertjes opwarmt. ‘Hier luisteren mensen nog ’s naar elkaar, hier wisselen we nog onze verhalen uit, aan de toog of aan een tafel. Hier staat de tijd even stil.’ Rob is van Nederlandse origine, ‘een hollander’, zoals hij zelf graag zegt met Raymonds –h uit ‘Ik hou van Hollanders’ . En dat hij ‘dat altijd zal blijven’, gaat hij dan verder, ‘want dat is net de rijkdom, dat ik niet verword tot een Vlaming –dat kan ik ook nooit kunnen. Door mijn Hollander-zijn kunnen anderen juist weer zien dat zij bv. Vlamingen zijn, dat is net de rijkdom van de multiculturele samenleving: we hoeven niet te verworden tot iets anders, tot wat de ander is. Onze andere accenten zijn er net de rijkdom van om met zoveel nationaliteiten samen te leven.

De essentie is dat je de verschillen moet leren zien, en naar waarde schatten; dat is in de muziek net zo. En met name zeker in de Jazz die alle invloeden toelaat en net daardoor altijd weer Jazz blijft: andere

invloeden vermengen zich met de authentieke Jazz en daaruit vloeit op heel natuurlijke wijze een nieuw authenthieke vorm. De kern blijft behouden; de kern laat de invloeden toe en vermengt er zich mee. Dat is net de rijkdom van die muziek.

Jazz staat altijd open voor alle invloeden; alle invloeden worden erin geabsorbeerd.’

Rob staart even over de Dender die in Boelare als een plaatselijke Styx door de weiden kronkelt –‘meanders’ zo noemt men dat.

‘Wist je trouwens wat ‘All that Jazz’ wil zeggen? ‘Al die rotzooi’! Dat

die muziek, en ook al die invloeden uit andere landen haal je er nog zo uit: invloeden uit Turkije, uit India, Moorse elementen, van de Spaanse Flamenco –die een oosterse toonladder is-, van Balkan-muziek en de Joodse muziek, ook van de muziek van de zigeuners.

Die ‘vreemde’ inbreng hoor je bovendien eigenlijk in alle soorten muziek: zelfs in de klassieke muziek!

Denk maar aan de Turkse Mars van Mozart.

Muziek is onmiddellijk begrijpbaar voor iedereen en dat maakt het ook leuk natuurlijk.

Vroeger hadden we het hier meer over ‘etnische muziek’, of ‘volksmuziek’ en dan waren het selecte groepen geïnteresseerden die daar op af kwamen. Vandaag spreken we generaliserend over ‘wereldmuziek’. Door de festivals is de interesse opengebroken, en dat is op zich zeker een verrijking voor de muziek geweest.

Maar pas op, want dat kan soms toch ook een verschraling van de authentieke (etnische) muziek zijn; dat de oorsprong, de puurheid verdwijnt.

Want muziek is zoals een religie: echte gedreven muzikanten willen er hun boodschap in kwijt en die vinden een spiritualiteit in hun muziek. In die muziek herkennen wij als luisteraar veel sneller –onbewust- die diepere betekenis en kan die ons makkelijker raken. De (spirituele) boodschap in de muziek is op die manier toegankelijker voor ons allen.

zegt toch genoeg!

De origine van Jazz, net als van Blues, ligt in Afrika en via Amerika belandden beide muziekstijlen veel later ook in Europa. Maar in Afrika was de Jazz al eeuwenoud; daar kenden ze Jazz en Blues al veel langer.

De authenticiteit hoor je nog altijd in

toegekend.

‘Hier in Geraardsbergen hebben we ook een Congoleese muziekband met een erg religieuse naam ‘Mara-

Goede muzikanten zijn ook steeds heel religieus of spiritueel: kijk bv. maar naar Bach die een heel godsdienstig man was, of John Coltrane (Jazz) die heel spiritueel aangelegd was en ook vaak meditatie gebruikte. Hij speelde trouwens vooral Indiase ragas, dat zijn melodielijnen zonder eind.’

Op Wikipedia lezen we dat, in tegenstelling tot westerse klassieke muziek waarin een muziekuitvoering voor een groot deel vastligt, Indiase muziek gebaseerd is op improvisatie. De raga is het raamwerk, een aantal vaste regels waarbinnen de muzikant improviseert. Ook worden aan ragas bepaalde emoties

neta’, wat wil zeggen ‘Kom tot mij, Heer’. Uit die naam blijkt toch ook duidelijk hun spirituele pad. Die jongens hebben al verschillende keren in ’t Bruggenhuis opgetreden; en dan merk je dat hun muziek geen aframmen van netjes geplaatste noten is, maar dat ze elke noot heel secuur plaatsen, om hun boodschap te kunnen overbrengen. Een muzikant met een boodschap is een muzikant met een eigen taal, en zulke mensen herken je meteen aan hun manier hoe ze de noten ‘kneden’; net als Thelonious Monk (Amerikaans jazzmuzikant, 19171982), die zijn nummers enkel met dissonanten opbouwde.’

‘Ikzelf ben een fervente Jazz-liefhebber, maar ik hou van alle muziek die kracht heeft, ongeacht vanwaar die komt. In muziek heb je sowieso ook veel afwisseling nodig, anders blijf je steeds bij hetzelfde en dan kom je nergens. Je moet blijven openstaan voor andere interpretaties, andere inzichten, andere mensen. Vooroordelen horen niet thuis in de muziek.

‘Muziek is de brug bij uitstek tussen verschillende culturen, omdat muziek een taal is zonder woorden. Muziek verenigt. Het

Giesbaergske Koleuren Gazette 1ste jaargang, nummer 2, 1 april 2012 pagina 11 www.giesbaergskekoleurengazette.be
Koleur Kaffé, in ‘t Bruggenhuis - Overboelare

kent geen grenzen, spreekt de universele taal van de emoties van alle mensenkinderen. Muziek maakt het universele in de mens los en brengt ons samen: het doet de verschillen oplossen.

In ’t Bruggenhuis krijgt de muziek een prominente plaats. Alle genres komen hier ook aan bod: Jazz, Wereldmuziek, Chanson, Klassiek,… noem maar op.

We gebruiken de muziek hier ook niet als achtergrondmuziek, maar wel om naar te luisteren. En dan zeker tijdens live concerten. Dan draait alles rond de muziek.

Nathan Daems heeft hier onlangs opgetreden: zijn muziek is sterk beïnvloed door Balkan- en Indiase muziek (Het Nathan Daems Quintet werd in 2011 winnaar van de wedstrijd Jong Jazztalent Gent, n.v.d.r.).

We hadden hier ook al Bao Sissoko, die de Malinese Kora bespeelt (een Kora is een snaarinstrument uit West-Afrika dat tot de harpen wordt gerekend en met beide handen wordt bespeeld., n.v.d.r.) –dat was samen met violist Wouter Vandenabeele die hier opnieuw te gast is op 31 maart e.k.’

‘In de toekomst hopen we nog veel meer muziek te programmeren, die de grenzen tussen mensen en genres overstijgt.’

Muziek die bruggen bouwt; ‘in ’t Bruggenhuis’; dat kan geen toeval zijn. Het interview loopt ten einde, net als de vroege lentedag: aan de horizon zakt de zon als het ware in de delta van Dender.

Alle info en concertkalender op www.bruggenhuis.be. (WiSch)

Education and knowledge by themselves do not bring inner peace to individuals, families or the society in which they live. But education combined with

warmheartedness, a sense of concern for the well-being of others, has much more positive results. If you have a great deal of knowledge, but you’re governed by negative emotions, then you tend to use your knowledge in negative ways. Therefore, while you are learning, don’t forget the importance of warmhear-

Dalai Lama

Hoofdredactie:

Redactie:

Fotografie & Vormgeving:

Tekst:

Productie:

Uitgeverij: Uitg. Eigenbegeer

Redactie-adres: Buizemontstraat 19 9500 Geraardsbergen

Werkten

Website: www.giesbaergskekoleurengazette.be

Gratis inschrijven op de gazetteletter kan door op de website op ‘inschrijven’ te klikken: de Giesbaergske Koleuren Gazette wordt dan als een pdf-bestand naar uw emailadres gestuurd.

1ste jaargang, nummer 2, 1 april 2012 pagina 12 Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be
H.
H.
Wim Schrever
Wim Schrever Nele
Armand
Lieven Beernaert
De Winde
Matthijs
Thierno Sow
©
Studio Schrever
Wim Schrever Nele
Winde
De
Lieven
Armand Matthijs
Beernaert
Studio Schrever
Webdesign
MD
nummer: Stefaan Van Brabandt Frank De Waele Walter Van Roey Guido Mareels Colofon
mee aan dit
multiculturèl
Giesbaergen
© Studio Schrever

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.