Gazette nr 11

Page 1

Giesbaergske koleuren gazette

Inhoudstafel Editie Zomer ‘14 Licht op de stad

Hijaz:

Muziek

Youssef

Bernie

koekjes bakken voor vrede

Intersangha Retreat

Dalai Lama:

bezoek in Rotterdam

Literatuur:

Fernando Pessoa

Stilte beleven op school

Notre Dame à la Rose

Jean Marquebreuck:

Geraardsbergen en Lessen

Joren Kallaerts: JNM

Franklin Santos:

kunst als oefening

Walter Aelvoet: Fietspraat

Ivan Godfroid: Rwanda

Frans Goetghebeur: een wereld voorbereiden

Repair Café

Els Vansant: Freecycling

Fietscampagne

‘We Cycle this City’

Wim Schrever:

Tout est foutu

Dana-principe

Fotocollage - Colofon

Citaat Dalai Lama

Een rivier heet een symbool, een ader in het landschap waarlangs nieuwe ‘stromingen’ kunnen worden aangevoerd. Een kanaal dat mensen voedt en laat verder kijken.

De watergang lokt de kijker om te turen naar de einder en naar wat er achter zit. Het is een eindeloze bron, niet alleen van water maar ook van inspiratie. En dat is net wat er nodig is in een samenleving. Dat is altijd zo geweest en dat is nu niet anders. Nieuwe manieren om oplossingen te zoeken voor problemen die zich stellen, alternatieven voor wat misschien beter anders kan.

Het water vloeit, net als het

Intussen

in de wereld Bij haar overlijden liet een vrouw uit Eeklo haar hele fortuin van 916.350 euro over aan Oxfam-Solidariteit. De ontwikkelingsorganisatie liet weten blij verrast te zijn met deze gift, de grootste die ze in vijftien jaar tijd mocht ontvangen. ‘We zullen het geld goed besteden aan een van

leven, en reikt nieuwe ideeën en verse initiatieven aan.

Het is goed voor een maatschappij, voor een gemeenschap, om te overleven in een voortdurend evolueren.

Er zijn vandaag veel nieuwe inzichten en daaruit voortvloeiend andere wijzen, met goede intenties, om het leven verder vorm te geven.

Ga ‘s vaker langs het water staan en zie wat de stroom binnenbrengt. (WiSch)

onze ontwikkelingsprojecten in Afrika, Midden-Amerika of Zuidoost-Azië’, klonk het.  Alfredo Moser, een Braziliaanse man, heeft met een simpele uitvinding het leven van heel wat mensen vergemakkelijkt én veranderd. De man verlicht zijn bescheiden huis overdag met simpele plastic flessen, die hij deels vult met water en vervolgens bevestigt in het dak. Dankzij de refractie van zonnestralen lijken de flessen wel lampen die echt licht geven.

 Een onbekende Brusselse jurist, Paul Otlet, die in 1934 het ‘Mundaneum’ oprichtte als massa-archief van alle kennis

mag beslist de pionier heten van wat we vandaag kennen als het internet, bijhorende sociale media incluis. Samen met de politicus Henri La Fontaine -die in 1913 de Nobelprijs voor de Vrede ontving-, bedacht en realiseerde Otlet het ‘Mundaneum’ aan het eind van de negentiende eeuw om de volledige menselijke kennis samen te brengen en voor iedereen toegankelijk te maken, met als doel de wereldvrede te stimuleren. Het kenniscentrum in Brussel groeide uit tot een massa-archief van zo’n 16 miljoen papieren steekkaarten, met alles wat toen geweten was, zorgvuldig thematisch gesorteerd.

Mensen konder per post of telefonisch vragen om info, die dan door medewerkers werd opgediept uit een van de duizenden bergkasten. Otlet droomde ervan zijn Wikipedia avant-la-lettre via een wereldwijd informatienetwerk te kunnen verspreiden, terwijl er in zijn tijd nog lang geen sprake was van computers. Met zijn ‘Mundaneum’ was hij een pionier en visionair die zich niet tot de theorie beperkte. (Bron: DS Online)

giesbaergske gazette vordat de koleuren goe zoan vermingen Onafhankelijk multicultureel gazetje ter verdubbeling van de integratie die niet enkelvoudig kan werken. Giesbaergske Koleuren
een realisatie en uitgave van Studio
Uitg. Eigenbegeer 3 de jaargang nummero 11 1 juli 2014 Redactie-adres Buizemontstraat 19 9500 Geraardsbergen Giesbaergen 1 2 3 4 7 9 10 12 13 14 17 20 23 24 25 26 27 30 31 32 33 34 36 37 38 39 40 Licht op de stad Intussen in de wereld Voorwoord van de redactie
inhoud
Gazette is
Schrever en
Korte
van alle culturen
Kobo:
is a moral duty
II Nico Goethals: beleven zoals het is Marnic De Lange: keramiek Bert-Jan Oosterbeek: ‘hey hey you you’ Stampmedia: ramadan Bob Van Laerhoven: reflex van romanschrijver
Optimism
Koleurenfeest
Glassman:
© Studio Schrever
www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 1 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014

Voorwoord

Ook dit elfde nummer van de vrijwillige, onafhankelijke en interculturele Gazette, wil een positief alternatief bieden en de lezers inspireren mee in te stappen om op een andere manier in het leven te staan. Om sommige dingen anders te gaan bekijken en daar op een bewuste manier mee om te gaan. Om het verschil te maken met wat gangbaar is.

Niettemin wil de redactie niet de ogen sluiten voor wat goed fout zit. We laten Youssef Kobo aan het woord om ons een duidelijk beeld te scheppen over hoe het nu écht zit met de superdiverse maatschappij. Het is goed de zaken vanuit een juist standpunt te analyseren. Maar ook hij rondt af met een positieve noot, ‘Optimism is a moral duty’.

We laten u ook al een blik gooien op de affiche van Koleurenfeest II, het vrijwillig en onafhankelijk straatfeest van de Giesbaergske Koleuren Gazette voor buren&culturen dat op zaterdag 6 september plaats vindt. Het straatfeest werkt van onder uit, met de mensen zelf. Iedereen is meteen hartelijk welkom!

De Gazette biedt ook ‘lekkere’ lectuur, over het leven als een keramist, de avonturen van een oorlogsverslaggever en een rondleiding in het sublieme museum Notre Dame à la Rose. Alleen de naam al, doet u verderdromen...

Veel lees-, kijk- & bladerplezier in dit elfde nummer van de Giesbaergske Koleuren Gazette!

Wim Schrever, hoofdredacteur

In muziekcafé ‘t Bruggenhuis ontmoetten we de superdiverse muzikanten van Hijaz, die er hun nieuwe Cd kwamen voorstellen: p. 3

Activist Youssef Kobo heeft een klare kijk op de superdiverse samenleving, ‘Er is nog heel veel werk’: p. 4

Keramist-kunstenaar Marnic De Lange organiseert jaarlijks een houtstook in zijn unieke Anagama Noborigama: p. 10

Een bijdrage van Stampmedia, persagentschap door jongeren, over de betekenis en praktijk van de ramadan: p. 13

Auteur Bob Van Laerhoven combineerde zijn romans met oorlogsverslaggeving. Wat dat doet met een man: p. 14

Een interview met Amerikaans zenleraar en grondlegger van de Zen Peacemakers , Bernie Glassman, door Kees Klomp: p. 17

Boeddhistische Blik: een verslag en foto-indruk van de InterSangha Retreat in Frandeux: p. 20

In het museum Notre Dame à la Rose (Lessines) is heel wat te zien. We gingen op ontdekkingstocht: p.26

Zijn inzet en enthousiasme voor Notre Dame à la Rose brachten Jean Marquebreuck terug naar zijn roots in Lessines: p. 27

Joren Kallaerts heeft het voor de natuur: bij JNM, de jeugdafdeling van Natuurpunt, kan hij dat delen met vrienden: p. 30

Ivan Godfroid werkt voor Vredeseilanden in Rwanda en schrijft over zijn belenissen ter plaatse p.31

Het concept van Repair Café is al goed verspreid: een verslag van het eerste Repair Café Geraardsbergen: p. 37

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 2 www.giesbaergskekoleurengazette.be

Het sublieme Muziekcafé Het Bruggenhuis verzorgt een mooie programmatie Jazz- en wereldmuziek. Enige tijd geleden ontmoetten we er ook Moufadhel Adhoum, Rui Salgado en Chryster Aerts van Hijaz: een multicultureel ensemble dat met hun muziek bewijst dat superdiversiteit werkt.

Multi-etnische Jazz-band Hijaz bestaat al acht jaar en is met ‘Nahadin’ aan een derde CD toe.

Het kwartet (dat soms ook uitbreidt tot een sextet of een achtkoppig ensemble) is opgebouwd rond een dialoog tussen het Arabische instrument de oud en de piano.

Arabische muziek is het startpunt dat, vermengd met klare Jazz-invloeden, openstaat voor alle muzikale culturen. Het resulteert telkens weer in een harmonieus geheel vol warmte en muzikale schoonheid.

Ook in de derde pas verschenen CD slaagt het vierkoppig ensemble er in om verschillende muzikale culturen naadloos te verenigen: het resultaat is een bewijs dat superdiversiteit werkt.

De vier muzikanten, Moufadhel Adhoum (Oud), Niko Deman (Piano), Rui Salgado (Bass) en Chryster Aerts (Percussie) volgden een opleiding aan het Conservatorium, waar ze elkaar leerden

Koleurencafé In ‘t Bruggenhuis Muziek van alle culturen

kennen. Wat opgezet was als een eindproject om hun studie af te ronden, is uitgelopen in het kwartet dat ze na acht jaar nog steeds samen vormen. Het was van bij het begin een zoektocht naar een versmelting tussen culturen, met name de Arabische en de Zuid-Europese, hoewel een Oosterse invloed ook niet ontbreekt.

‘Moufadhel speelt de oud en bracht een Tunesische invloed mee, terwijl pianist Nico voor een Griekse touch zorgt’, vertelt Chryster ons, die het slagwerk voor z’n rekening neemt. ‘Ook de Portugese input van bassist Rui -die met zijn Fado-ensemble ook optreedt op Koleurenfeest II, red.- is goed merkbaar. En dat maakt het een boeiende muzikale kruisbestuiving, een melting pot van de verschillende culturen die ons ensemble rijk is.’

Door de universele taal van de muziek begrijpen de multi-ethnische muzikanten elkaar, om er een kleurig geheel van te maken, zonder elkaars persoonlijkheid te vergeten. Het wordt wel vaker gesteld, dat muzikanten net door de muziek makkelijker gaan openstaan voor andere invloeden.

‘Met Brussel als uitvalsbasis zitten we goed: doordat het een stad is van minderheden, is het een stad van uitwisseling tussen culturen. Net zoals Istanbul’, verklaart de Portugese Brusselaar Rui ons. ‘Mijn roots, ik blijf ze missen. En net daardoor blijf ik zoekend in de muziek om me van hieruit te verbinden met mijn moederland. On cherche toujours de ce qu’ on a peu. Dat is de bron van zowat ieders zoektocht.’

Met hun derde CD “Nahadin” grijpt de band terug naar de basis, waarin grenzen vervagen en er enkel een organische vorm van muziek overblijft. Hijaz is klaar voor de rest van Europa. (WiSch)

Meer info Hijaz: www.hijaz.be

Meer info ‘t Bruggenhuis: www.hetbruggenhuis.be

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 3 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014
Het kwartet Hijaz Het Bruggenhuis programmeert een fijne selectie Jazz-muziek

Met dit citaat zal hij straks dit interview afsluiten; maar eerst blikt Youssef Kobo kritisch op de samenleving van vandaag. Hij is activist, rechtenstudent aan de VUB en bestuurslid bij KifKif, een interculturele beweging die strijdt voor gelijkheid en tegen racisme: ‘Er is een grote nood aan een degelijk maatschappelijk debat om de ongelijkheid en de discriminatie ten gronde aan te pakken.’

‘In dit klimaat kunnen we geen vooruitgang boeken: op gebied van discriminatie, achterstelling van minderheden, armoede en ongelijkheid moet een degelijk maatschappelijk debat gebeuren en met het huidig politiek beleid is daarvoor weinig of geen ruimte. Zo eenvoudig is het. Er zou nog heel wat moeten veranderen, er is nog veel werk aan de winkel.’

Eerst moet de politiek ten gronde veranderen?

Abslotuut, we kunnen niet anders. Zijn er dan helemaal geen partijen die verandering kunnen brengen?

Er wordt bij sommige partijen -CD&V, SPa, Groen, Pvda- wel met streefcijfers gewerkt, maar daar blijft het bij. Ik ben daar niet van overtuigd: je moet ook zien wat die partijen de afgelopen jaren, decennia zelfs, hebben uitgevoerd op het vlak van bestrijding van ongelijkheid, discriminatie en armoede. En dan zie je daar helemaal niets van. In tijden van verkiezing passen ze hun programma natuurlijk wat aan, afhankelijk van naar welke groep ze zich richten: als eender welke partij gaat praten over ondernemerschap, hebben ze het over positief ondernemerschap, lastenverlaging enz. en als ze praten voor een groep minderheden dan zeggen ze ongelijkheid en discriminatie te gaan aanpakken, maar er is geen vooruitgang.

Wat vooral ontbreekt is een maatschappelijke draagvlak om dat probleem aan te kaarten. En zeker als je kijkt naar de reacties van de vox populi, is de reactie ronduit negatief.

Wat bedoel je daarmee, dat er geen

draagvlak is?

De modale burger staat negatief tegenover ingrijpende maatregelen, zoals het afschaffen van het hoofddoekenverbod, om de disriminatie op de arbeids- en huisvestingsmarkt aan te pakken. We hebben nog een lange weg af te leggen. Bij momenten zetten we zelfs een stap achteruit!

Hoe kan dat maatschappelijk draagvlak groter worden?

Er zijn daarin twee belangrijke actoren, die daarin veel verandering kunnen brengen: enerzijds de media, anderzijds de politiek, omdat deze twee actoren het maatschappelijk debat aanzwengelen.

En het discours over rechten en plichten en het neutraliteitsdebat: voor mij zijn dat twee politieke instrumenten om discriminatie verder te bewerkstellingen i.p.v. het tegen te gaan.

De vrijheid van burgers blijft daarin beknot, bv. in het hoofddoekenverbod. Stel je voor dat politici morgen in het parlement bespreken of een vrouw in minirok de publieke ruimte al dan niet mag betreden of achter het loket van een openbare functie mag staan.

De media, dat is nog een ander verhaal: het grote probleem in Vlaanderen is dat er te weinig gekleurde mensen op de redacties werken. Redacties zijn vooral blank, met journalisten uit de middenklasse en die ook schrijven voor een middenklasse: zij willen niet te veel gaan botsen met de opvattingen van het publiek waarvoor ze schrijven. Dus zal je in de media niet veel tegengestelde meningen terugvinden.

Vanuit hun commercieel perspectief -media moeten verkopen- willen sommige redacties wel diversifiëren om zich aan te passen aan de demografische veranderingen van de maatschappij, maar ze doen niet veel moeite.

Dat is ook wat Bleri Lleshi (activist en auteur van o.a. ‘De neoliberale strafstaat’ (uitg. Epo), red.) zegt: het debat wordt gevoerd door het foute soort mensen: blanke, hoogopgeleide burgers uit de middenklasse. Dat klopt. Er wordt vaak gesproken

óver minderheden, maar niet bij minderheden. Probeer je ‘s voor te stellen dat er morgen in Terzake een debat is over de vakbonden, maar men laat daarbij niemand van de vakbonden aan het woord. Dat is onvoorstelbaar. Maar bij minderheden gebeurt dat dus al jaren, al decennia. Ze hebben het over die mensen, maar ze gaan de dialoog niet aan. Dat is werkelijk schandalig. Als je de integratiemonitor van minister Bourgeois bekijkt, blijkt daaruit dat een op twee Vlamingen wantrouwig staat tegenover minderheden. Uit onderzoeken is verder gebleken dat het net die mensen zijn die nooit contact hebben met minderheden, die daar wantrouwig tegenover staan! Dus waar halen die mensen hun informatie over de minderheden? Uit de media, die een negatief beeld geven van de minderheden. De beeldvorming is cruciaal in onze samenleving. En die staat negatief tegenover minderheden. Zo zal je bijvoorbeeld de woorden ‘fundamentalistisch,’ ‘radicaal’ en ‘extremistisch’ enkel terugvinden in berichtgeving over moslims. Ik heb die woorden nog nooit gelezen of gehoord bij berichtgeving over christenen of orthodoxen. Door de kracht van de herhaling in de media worden die begrippen ook geïnternaliseerd door die groepen zelf! Ook moslims gaan mee in dat verhaal en zich de vraag stellen ‘zitten we met een probleem in onze gemeenschap?’.

Als volgende week moslim-jongeren in Antwerpen iets fout doen, zorgt dat in de mainstream-media voor minstens drie weken overbelichting van die feiten, met debatten die dan gevoerd worden over ‘waar gaan we heen met onze multi-culturele samenleving?’.

Daarentegen staat dan dat als er betogingen en rellen zijn in Vlaanderen, er helemaal niet wordt gewezen naar religieuze of culturele achtergrond van de relschoppers; die mensen vormen geen gevaar, want ze maken deel uit van de dominante meerderheid. Dat heten dan

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 4 www.giesbaergskekoleurengazette.be
Activisme
Youssef Kobo
‘Optimism is a moral duty’
Youssef Kobo
Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 5 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014

ongeregeldheden. Terwijl er bij eender welk feit met moslimjongeren meteen gesproken wordt over rellen, met de bijhorende media-heisa waarbij politici zich maar al te graag voor de camera werpen en zware maatregelen eisen. Er is dus een enorme ongelijkheid in de beoordeling. Datzelfde geldt voor berichten over het gevaar voor terrorisme: als een moslim zich ergens in de wereld opblaast, dan is dat terrorisme -terecht-, maar als een niet-moslim dat doet dan is dat een eenzame gek, een zonderling.

Onlangs met die jongeman die de VRT wilde opblazen, had men het er over dat hij eigenlijk een briljant student is, maar een beetje zonderling; maar er wordt niet gesteld dat het terrorisme zou zijn, helemaal niet. En met die jonge moslim die in januari een boodschap op zijn Facebook zette waarin hij opriep om beter niet nieuwjaar te vieren op de Grote Markt, koppen alle media meteen ‘Terroristen dreigen met aanslagen’.

Ook Breivik is -volgens die stelling- een eenzame gek, maar zeker geen terrorist.’

KifKif

‘Deze week ontmoette ik Bear Grills (Rachid Abourig (36), alias ‘Bear Grills van Aantwaarpe’ is een hit op sociale media, red.), na een interview bij Terzake. Dat is een heel sympathieke, bescheiden man. Maar zijn oproep om blanco te gaan stemmen, is een onbezonnen boodschap. Met organisaties zoals KifKif proberen we jongeren met een allochtone achtergrond bewust te maken van wat er speelt in de wereld, hoe ze kunnen deelnemen aan het maatschappelijk debat, met de nodige dosis zelfkritiek. Wat Rachid doet met zijn videoboodschap is net de jongeren depolitiseren. Je moet weten dat politiseren van jongeren een werk is van lange adem. Het omgekeerde is gebeurd in een vingerknip.

Kan een actie zoals die van Rachid, waarbij hij allochtone jongeren wil aanspreken, het verschil maken?

Het is knap hoe hij via sociale media veel jongeren van de allochtone gemeenschap kan bereiken, maar een goede begeleiding ontbreekt.

Want een blanco stem, zeker vanuit die groepen, is voor politici een geschenk uit de hemel, omdat zij op die manier geen rekening moeten houden met die groep mensen. Alle politiekers uit het hele politiek spectrum redeneren op dezelfde manier: ze richten het beleid van hun politieke partij deels op de ideologie van de partij, maar vooral op de vraag ‘waarmee halen we onze meeste stemmen?’. Het werk van hun studiediensten is na te kijken welke groep mensen ze nog moeten overtuigen om voor hun partij te stemmen en met welke maatregelen ze dat kunnen bereiken? Als allochtone jongeren blanco stemmen dan hoeven politici met hen geen rekening te houden.’

In België

‘De toestand is dramatisch: gezaghebbende internationale organisaties duiden ons voortdurend op rapporten waaruit blijkt dat er een structurele discriminatie en achterstelling is van minderheden in België: zowel wat betreft de schoolachterstand en discriminatie in huisvesting en tewerkstelling. Verschillende factoren blijven dat in de hand werken, zoals de onwetendheid en het ontbreken van de erkenning van het probleem. Een schrijnend voorbeeld daarvan is een schepen

van diversiteit in de tweede grootste stad van België (Liesbeth Homans, red.) die openlijk stelt dat ‘racisme relatief is’! In een stad waar de helft van de jongeren een migratie-achtergrond heeft! En die stelling bevestigt ze nog ‘s in Knack. Zij minimaliseert en marginaliseert het bestaan van discrimantie. We doen niets aan die ongelijkheid, ondanks dat in elk rapport opnieuw wordt bevestigd door vooraanstaande organisaties zoals Verenigde Naties, Amnesty International, Europese Unie, Oeso: allen bevestigen keer op keer de structurele discriminatie en achterstelling van minderheden in ons land. En er gebeurt verder niets mee!’

Wat kunnen organisaties zoals KifKif daarin betekenen?

‘Met KifKif houden we de vinger aan de pols. Maar dat is een te kleine organisatie om veel verandering te kunnen brengen. KifKif telt een drie-tal werknemers en de rest van de medewerkers zijn, zoals ikzelf, vrijwilliger.

Als samenleving moeten we nu starten met te investeren in jongeren, i.p.v. die hele generatie jongeren met allochtone achtergrond te negeren. We vergeten vaak dat we allemaal in dezelfde schuit zitten: de vergrijzing hangt ons als een zwaard van Damocles boven het hoofd. Er komen steeds meer gepensioneerden en dan wordt een hele generatie jongeren nog uitgerangeerd. Onbegrijpelijk.

Bij veel jongeren met allochtone achtergrond kan je een houding van onverschilligheid zien: ze zijn het beu, omdat ze al van jongs af aan gediscrimineerd worden. Men verwacht niets van die jongeren, ze worden genegeerd. Integendeel worden ze vaak onderworpen aan politiecontroles zonder aanwijsbare reden. Dat werkt enorm in op die jongeren, zeker als ze merken dat hun Vlaamse vrienden dat niet hoeven te ondergaan.

Als moslim wordt je constant neergesabeld. Je zou de nieuwsberichten ook ‘s moeten lezen vanuit het standpunt van de minderheden en dan kan je daar heel ander beeld over krijgen.

Wat nu gebeurt is dat we door die houding van discriminatie een hele generatie weggooien en we gaan daar allemaal de prijs voor betalen.’

Ondanks dat blijf je alles wat er gebeurt op vlak van ongelijkheid en discriminatie op de voet volgen en erover berichten in kranten en tijdschriften. Je lijkt er zelfs heel positief over...

‘Optimism is a moral duty maar zoals ik al zei: er is nog veel werk, nog heel veel werk.’

Dankuwel voor dit gesprek. (WiSch)

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 6 www.giesbaergskekoleurengazette.be
Bleri Lleshi, auteur van ‘De neoliberale strafstaat’

Cursief Nico Goethals Beleven zoals het is

In 2004 verloor Nico Goethals bij een auto-ongeluk zijn linker onderbeen. Sindsdien heeft hij een andere kijk op het leven, waarover hij regelmatig schrijft op zijn persoonlijke blog www.voorbijdepijn.com.

Op donderdag 29 mei was ik aanwezig op een bijeenkomst georganiseerd door de Zen Peacemakers Lage Landen met als thema “Hoe spiritueel omgaan met ziekte”. Twee woorden zijn de kern van de middag geweest. Spiritualiteit en ziekte.

Spiritualiteit

Dat woord heeft bij mij een hele metamorfose ondergaan en het heeft ook mezelf als persoon al enorm getransformeerd. Als ik denk aan wat die woorden dan weer betekenen, transformatie, metamorfose, dan denk ik verandering, bewustwording, inzien, inzicht, omvormen. Ik denk aan „worden” in zijn breedste begrip, het steeds opnieuw worden waarbij het „zijn” het „nu” is wat ons zo dikwijls ontgaat. Dus gaat spiritueel zijn dan om “zijn” en “worden”?

Ik heb hier alles behalve het antwoord op. De Zen Peacemakers hebben niet voor niets het begrip „niet-weten” als één van hun grondwaarden, waarbij men tracht het „niet-weten” te omarmen i.p.v het om te buigen naar antwoorden, oplossingen, zekerheid en duidelijkheid. Ik denk dat spiritualiteit voor een deel gaat om het vertoeven in het nu, zonder het te willen veranderen of zelfs te benoemen. Vandaar onze beoefening van zazen, kinhin, werkmeditatie, koan als delen van onze zenpraktijk.

Ziekte

En zo denk ik dat omgaan met ziekte, bij jezelf of bij een ander, ook een vorm van beoefening kan zijn. Ziekte dwingt je in zekere zin om in het nu te kijken, te zien wat er is, zonder het te kunnen veranderen, zelfs misschien zonder het te kunnen genezen. Als we aan ziekte denken, denken we aan pijn, aan verdriet, aan de vergankelijkheid van onze gezondheid, ons lichaam. Ieder van ons krijgt er vroeg of laat mee te maken, is het niet nu, dan wel morgen of binnen twintig jaar of ten laatste bij de dood zelf.

En als ik de Boeddha goed begrepen heb dan is het niet zozeer die ziekte of pijn die het ons zo moeilijk maakt, maar eerder de gedachten die we er aan vasthangen. Daar gaat het over als de Boeddha het heeft over de twee pijlen die iemand

treffen. Als iemand ziek wordt dan is er de eerste pijl, die van de fysieke pijn, de fysieke ongemakken. Maar direct daarop volgend is er een tweede pijl, de pijl die de fysieke pijn, het ziek zijn, niet wil aanvaarden. Integendeel, als we ziek zijn of pijn hebben dan willen we daar zo vlug mogelijk van af. Daar is onze westerse maatschappij ook op gebaseerd als het gaat om gezondheid. Ziek zijn is slecht, pijn hebben is onnodig. En dus is er voor zowat alles wat we maar kunnen bedenken een pilletje op de markt. Veel van die medicatie is natuurlijk welgekomen, ik zeg niet dat iedereen pijn moet lijden en niet mag genezen van zijn of haar ziekte. Maar we zouden veel verder moeten durven kijken dan dat. Die eerste pijl, het lichamelijk lijden, daar kunnen we niets aan doen, die is er gewoon. Dat is ook wat de eerste van de vier edele waarheden zegt: alle leven is lijden. Dat lijden kan Boeddha en niemand van ons veranderen of doen verdwijnen. Wat we wel kunnen aanpakken is onze kijk erop, hoe we er mee omgaan.

Spiritualiteit en Ziekte

Het besef dat we aan de ziekte en de pijn misschien niets meer kunnen doen, maar wel aan hoe we er naar kijken, hoe we er mee omgaan, daar ligt die transformatie binnen het spiritueel omgaan met ziekte. We willen allemaal gezond en gelukkig zijn. Dat eerste hebben we helaas niet in de hand, dat tweede wel, denk ik.

En dat is wat spiritueel omgaan met ziekte voor mij betekent; vlucht niet weg van je ziekte of je pijn, probeer er bij te blijven en het te beleven zoals het zich voordoet. Dit geldt zowel voor de mensen die ziek zijn of pijn hebben alsook voor de mensen die werken met mensen die ziek zijn en pijn hebben. Die middag werd me duidelijk: „Ik kon helemaal niets doen op dat moment. De persoon waar ik bij was ging dood en dat was vreselijk. Het enige wat ik kon doen was bij die persoon blijven, samen dat moeilijk moment beleven”.

Er bestaat geen leven zonder dood, geen gezondheid zonder ziekte, geen vreugde zonder pijn. Allemaal maken ze deel uit van het grote geheel waar ook wij toe behoren. Daar getuige van zijn en liefdevol actie ondernemen waar mogelijk, terwijl we verblijven in het niet-weten. Daar is veel moed voor nodig. Dat is voor mij zen in actie. Spiritualiteit in zijn doe-vorm zonder de pretentie te hebben het allemaal al te weten, maar nog meer zonder de ogen te sluiten voor alles wat dit leven omvat. Dat maakt voor mij de Zen Peacemakers zo waardevol en zinvol. (GoNic)

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 9 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014
Nico Goethals

In het tweede nummer van de Giesbaergske Koleuren Gazette hadden we al ‘s eerder een gesprek met Marnic De Lange, over de houtstook die de keramist jaarlijks organiseert in zijn unieke Anagama Noborigamaoven (zie: http://issuu.com/wimschrever/docs/giesbaergskekoleurengazette3/18).

In de lente van zopas organiseerde De Lange het stook-event voor de tiende keer. We zochten hem op voor een relaas.

‘Het gaat elk jaar beter’, opent hij met een voldane blik. ‘De resultaten zijn beter, de organisatie loopt vlot, de samenwerking is top’.

Ook dit jaar kwam er veel volk op af om hem bij te staan in de helse karwei die de stook in zijn Japanse Anagama Noborigama elk jaar is. ‘Dat is ook nodig’, vertelt de artiest, ‘want de hele klus duurt twee weken. Eerst zijn er vijf dagen om alle stukken in te laden. Dan volgen vijf dagen intensief stoken: dat gebeurt in ploegen, want het is een delicaat werk om de temperatuur stilaan op te drijven tot 1350° C, én die ook op

Keramiek & Kunst Marnic De Lange

peil te houden’. Hij kijkt ernstig terwijl hij met kennersblik een afgewerkt stuk keramiek aanschouwt. ‘En daarna moet de oven nog vijf dagen afkoelen, vooraleer we de potten, urnen en kunstwerken er kunnen uithalen. Deze keer stonden er in totaal 870 stukken in de oven. Dus dat kan tellen.’

Inspiratie

De Lange is een autodidact die al 19 jaar met keramiek werkt. Tien jaar geleden bouwde hij eigenhandig een oven naar Japans model. De meeste van zijn keramieke kunststukken maakt hij met een gasoven, maar die jaarlijkse houtstook is de kers op de taart. De collega-keramisten die hem bijstaan in het vakwerk brengen ook eigen werk mee om te bakken in de oven. Intussen bouwde het team heel wat ervaring op. ‘De resultaten niet zijn alleen beter, ook het stoken zelf hebben we verbeterd. Dat komt grotendeels doordat we de schouw verhoogd hebben tot vijf meter, waardoor de verbranding in de oven beter is verlopen en we niet alleen minder hout maar ook minder lang hebben gestookt.’

Als we zijn verhaal aanhoren vragen we ons spontaan af hoe hij die kennis allemaal vergaarde en waar hij inspiratie opdeed voor de oven, die de enige is van zijn soort in België. ‘Naar Japan ben ik nooit geweest’, lacht hij luid. ‘In La Borne (sinds de 12de eeuw een gemeenschap van keramisten in centraal Frankrijk, red.) heb ik het vak geleerd, gewoon door te oefenen. En daar heb ik ook inspiratie opgedaan om mijn eigen oven te

Gemeenschap

Het ambacht van de keramiek vormt ook een wereldwijde gemeenschap: ‘Onder keramisten over de hele wereld is er een afspraak dat wanneer je een collegakeramist met eigen oven over de vloer krijgt, dat je hem of haar dan een slaapplaats aanbiedt. En dat was met de houtstook

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 10 www.giesbaergskekoleurengazette.be
‘Volgend jaar is al gepland’
bouwen.’ De Anagama Noborigama in de achtertuin van zijn woonhuis is een indrukwekkend geheel. Marnic De Lange

van dit jaar niet anders: het was weerom een internationaal gezelschap met pottenbakkers uit Polen, Engeland en Amerika.’

Het stook-event pas achter de rug, werden meteen plannen gesmeed voor de volgende editie: ‘Voor volgend jaar is alles al afgesproken: de oven zit al vol, alle plaatsen zijn al besteld.’

Noteer het alvast in uw agenda: het is de moeite waard om een kjkje te gaan nemen. (WiSch)

Alle info op de website: www.marnic.be

Keramist De Lange is gespecialiseerd in het maken van urnen: enkele van de keramieke stukken uit de houtoven van dit jaar.

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 11 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014

Cursief

Bertjan Oosterbeek

Ineens wordt het helder

Bertjan Oosterbeek schrijft reflecties en ervaringen neer in -vaak grappigeverhalen uit het leven van een zenmonnik.

Het is even wennen. Sinds een maand of twee heb ik – na jaren niet gespeeld te hebben – mijn gitaar weer opgepakt. Een akoestische, met stalen snaren. En wat me tijdens het spelen telkens weer opvalt, is hoeveel gitaarspelen en zentraining eigenlijk op elkaar lijken. Het is allebei een kwestie van stug doorbijten en niet opgeven.

Bijna tegen beter weten in. Bijna…

Op het moment ben ik ‘Hey Hey My My’ van Neil Young aan het instuderen. Op zich niet eens een zo heel erg moeilijk nummer, ware het niet dat Neil Young een aparte techniek gebruikt om de snaren te spelen. Aan het begin en tussen de coupletten in zit er een kleine riff. Niks bijzonders. Bij elkaar nog geen tien noten, maar die moet je spelen alsof het akkoorden zijn. Daardoor gaat alles net iets soepeler in elkaar over, en dan krijg je dus die typische Neil Young sound. Maar het valt nog niet mee om jezelf dat aan te leren. Het gaat tegen je intuitie in. En daarom doe je het telkens – als vanzelf – weer verkeerd.

Het heeft me wel een week gekost om het beetje onder de knie te krijgen. Eerst eens heel langzaam proberen… dan nog langzamer… en nóg langzamer… Maar wat je ook probeert, het wil maar niet lukken. Het klinkt nergens naar. Om gek van te worden. Dan bekijk je nog maar eens het YouTube-filmpje waarin het allemaal precies – noot voor noot – wordt uitgelegd. En dat probeer je precies zo na te spelen. Je kijkt nog eens naar je aantekeningen, naar het schema

waarin je hebt uitgewerkt hoe en wanneer je de snaren moet aanslaan. Maar het helpt allemaal niks. Het blijft een rommeltje. En dan opeens – vanuit het niets – ‘hoor je’, dat je het een keer goed gespeeld hebt. Je snapt niet waarom, want voor je gevoel doe je helemaal niks anders. En als je het nog eens probeert, klinkt het dan ook weer net zo beroerd als eerst. Maar dan lukt het nog een keer… en nog eens… Langzaam aan begin je het door te krijgen, te begrijpen. Alhoewel: begrijpen is niet het juiste woord. Het is meer, dat om de een of andere reden iets wat eerst steeds maar niet lukte, nu ineens wel lukt. Maar waarom dat zo is? Géén idee.

M’n zentraining gaat me precies zo af. Uren zit ik op m’n kussentje te knokken, zonder te begrijpen wat ik aan het doen ben. Zonder te weten ook wat ik zou moeten doen. En hoe goed ik me er ook op heb voorbereid, hoeveel boeken ik er ook op heb nageslagen… als ik daar dan eenmaal zit, heb ik gewoon géén idee. Ik weet het gewoon niet.

En dan wordt er ineens –vanuit het niets – iets helder.

“Ooooh, dát!” Niet dat ik het dan wel begrijp. Sterker nog: zodra ik het probeer te begrijpen, is het meteen ook weer weg en lukt het niet meer. Het is alleen maar: “Ooooh, dát!”

There’s more to the picture, that meets the eye… hey hey, my, my (BeJaO)

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 12 www.giesbaergskekoleurengazette.be
Bertjan Oosterbeek

Jongeren in de pers Stampmedia

Moreel en religieus kompas

C.H.I.P.S. StampMedia is het eerste persagentschap in Vlaanderen – erkend als ‘algemeen nieuwsmedium’ door de Vlaamse Vereniging van Journalisten – dat een stem geeft aan alle jongeren in de media. En dat niet alleen. StampMedia wil de berichtgeving over jongeren corrigeren en hen vooral zelf aan het woord laten. Zeker daar waar hun mening van belang is en weinig gehoor vindt in de mainstream kanalen.

Kortom: StampMedia is een persagentschap door jongeren met nieuws voor iedereen die het wil horen.

Over enkele dagen start de ramadan. Dat is een belangrijke maand voor moslims in de hele wereld. Ook in Antwerpen zullen heel wat moslims mee vasten. Maar de ramadan draait om veel meer dan (niet) eten. “De ramadan is een oefening voor de ziel.”

Meer dan vasten alleen Op 28 juni start de vastenmaand. Een traditie voor moslims, maar niet exclusief voor de islam. “Het vasten is geen vernieuwing van de islam: de conventie bestaat ook in andere monotheïstische godsdiensten”, vertelt Jonas Slaats, vrijwilliger bij Expertisecentrum voor Islamitische Culturen MANA.

“Dat vasten heeft verschillende aspecten. Eén daarvan is solidariteit met de armen: ervaren wat het is om te leven met bijna niets. Leren delen hoort er ook bij.”

“Daarnaast kun je vasten zien als een soort verzet tegen de consumptiemaatschap-

pij. Bovendien is het ook een schoonmaakbeurt voor de ziel. Mensen sporten wel of eten gezond, om hun lichaam vitaal te houden. Maar aan de ziel wordt minder gedacht. Tijdens de ramadan maak je je ziel helemaal leeg, om hem weer te laten vullen door Allah”, vertelt de theoloog.

Flexibele regels

In vergelijking met de christelijke vasten, staan er in de Koran erg duidelijke regels voor de ramadan. Tussen zonsopgang en zonsondergang mag een moslim niet eten, drinken, roken, of seksuele handelingen stellen. Ook vloeken of ruziemaken is uit den boze. Na zonsondergang mag er wel gegeten en gedronken worden, maar de bedoeling is dat deze maaltijden sober zijn.

“De ramadan kent veel regels, maar ze zijn zo opgesteld dat het vasten normaal gezien door de hele gemeenschap volgehouden kan worden”, aldus Slaats. “Het is

immers niet de bedoeling dat je jezelf pijn doet. Zo mogen zwangere vrouwen, ouderen, mensen die op reis zijn, enzovoort, wel drinken en eten als dat nodig is.” Die mensen mogen het vasten dan later inhalen, indien mogelijk. De ramadan dient dus vooral als een soort reset-knop voor het morele en religieuze kompas. “Omdat men zich niet moet bezighouden met eten en drinken, is er meer tijd om bezig te zijn met religieuze zaken. Zo wordt tijdens de ramadan ook de volledige Koran gereciteerd, en er wordt meer gebeden”, concludeert Slaats.

Moeilijker in de zomer

De ramadan is de negende maand van het moslimjaar. De moslimkalender is gebaseerd op de maan, niet op de zon zoals onze reguliere kalender. Daardoor schuiven het moslimjaar en ook de ramadan elk jaar op tegenover onze kalender. Dat betekent dat de ramadan doorheen de

tijd ook in verschillende seizoenen plaatsvindt.

Nu de ramadan in de zomer plaatsvindt, blijven heel wat moslims langer in België, alvorens op vakantie te gaan naar hun land van herkomst. Daar is het immers warmer, wat het vasten een stuk moeilijker maakt. Onze islamitische Rode Duivels Marouane Fellaini, Nacer Chadli en Moussa Dembélé stellen het vasten dan weer even uit tot ze weer in België zijn. Onze reporter ging na of ook Antwerpse moslims vasten en waarom. Bekijk het filmpje: http://vimeo.com/99219629

© 2014 – C.H.I.P.S. StampMedia – tekst: Maya Witters, video: Bahram Maaruf, Samir Taif en Maya Witters

C.H.I.P.S. StampMedia – jongerenmedia-agentschap p/a Mediahuis voor jongeren Prekersstraat 25 2000 Antwerpen

[t] +32 (0)3 294 68 38

www.stampmedia.be

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 13 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014
De koran © Studio Schrever

Bob Van Laerhoven

Reflex van een romanschrijver

Bob Van Laerhoven (1953), auteur van o.m. ‘De Wraak van Baudelaire’ die in 2007 de Knack Hercule Poirotprijs voor beste thriller van 2007 ontving, is gastspreker op het Koleurenfeest II, het straatfeest van de Giesbaergske Koleuren Gazette op zaterdag 6 september e.k. (affiche zie blz. 7).

We gingen hem opzoeken om wat meer te weten te komen over zijn boeken en wat er hem aanspoort tot het schrijven ervan.

Hij is onrustig, kijkt bezorgd voor zich uit. Zijn lievelingspaard -de leider van de vierkoppige kudde in de weide achter zijn woonhuis- is gisteren zwaar ziek geworden. ‘Ik ben volledig van slag’, voegt hij toe. ‘Die paarden zijn mij zo dierbaar, en als daar dan wat mee gebeurt kan ik me zo onmachtig voelen’. Het is duidelijk dat Bob geraakt is door het lijden dat het dier trof. Tot hij begint te vertellen, dan herleeft hij in de cadans van zijn levensverhaal.

‘Ik heb wat meegemaakt! Wat ik allemaal gezien heb! Ik ga u nu al mijn conclusie meegeven: het is zeker zo dat elk oorlogsconflict aangestookt is door macht, geld en sex. Oorlog maakt het lelijkste in de mens vrij.’ Het belooft een boeiend gesprek te worden.

Grenzeloos

Eind jaren tachtig -Bob had toen al enkele romans op zijn actief staan- ging hij ook als oorlogsverslaggever aan de slag. ‘En het is allemaal toevallig gekomen: ik werkte in die tijd als tekstschrijver en ontwerper in de reclame. Eind jaren ‘80 kreeg ik van Artsen Zonder Grenzen de vraag of ik meeging naar Somalië, eigenlijk meer om te begeleiden, en ook om er dan een verslag over te maken. Maar helemaal niet als

oorlogsjournalist. Wat dat was ik niet! Daar was ik veel te bang voor! Dat was meteen duidelijk op die eerste reis: Jongen, daar heb ik schrik gehad! Er woedde een hevige oorlog tussen verschillende clans, met alle gevolgen vandien. Verschrik-ke-lijk!

En in Somalië viel het dan nog mee: er was een vredesmacht die de situatie min of meer onder controle had. Het was de volgende reis waar ik pas echt ervaren heb wat een oorlogsgebied is. Want na die eerste ervaring in Somalië, kreeg ik opnieuw een vraag van Artsen Zonder Grenzen om een goederenvlucht te begeleiden naar Sarajevo, waar toen hevige strijd werd gevoerd in de Bosnische oorlog. En ik dacht al wel wat oorlogservaring te hebben opgedaan, na één oorlogsreis in Afrika! (hij lacht cynisch) En dus ging ik mee. De bedoeling was opnieuw met het transportvliegtuig mee te gaan, om na te zien of alles wel ter plaatse kwam. Het was helemaal niet het plan dat ik binnen de omsingelde stad zou gaan! Want eens geland bleef het transportvliegtuig met draaiende motors op het vliegveld staan, om meteen opnieuw te vertrekken. Maar terwijl het vliegtuig werd uitgeladen, ving ik een gesprek op van twee Franse journalisten met een Franse luitenant, of hij hen kon binnen de belegerde stad smokkelen. En voor ik er erg in had zat ik mee in die jeep, op weg naar het hart van de strijd!’.

Was je werk ter plaatse dan berichtgeving over de oorlogssituatie, zoals andere oorlogsjournalisten dat doen?

‘Dat was inderdaad mijn taak, maar ik was daarin niet onpartijdig. Ik schreef het er ook bij, dat dat mijn ervaringen en gevoelens waren. Het was een mengeling van journalistiek met een dagboek, want ik ben altijd een romancier gebleven.’ Voor welke publicaties werkte je?

‘Meestal voor Nederlandse tijdschriften en kranten. De uitgevers waren wel kritisch maar ik heb eigenlijk wel altijd mijn ding kunnen doen.’

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 15 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014

Pittig

Maar waarom ben je dan als romancier naar dat strijdveld getrokken?

‘In die tijd (eind jaren ‘80) was ik pas gescheiden en dat had me van mijn sokken geblazen, ik zag het niet meer zitten en ik wilde een nieuwe uitdaging. Toen ik de vraag kreeg van AZG dacht ik helemaal niet aan het gevaar, het was de nieuwe situatie die me aantrok.

Ik was zo groen als gras en van de ene op de andere dag stond ik middenin de oorlogsstrijd. Geen enkele ervaring had ik en ik was meteen tot in het diepste van mijn wezen geschokt!

Terug thuis heb ik er een vlammend stuk over geschreven, waarin ik dus niet naliet om mijn persoonlijke gevoelens en bedenkingen te uiten, want ik was helemaal overstuur... Dat is toen ook nog in Humo verschenen.’

En je had zin in meer van dat?

‘Wel, op het tweede voorstel van AZG, om een transport van hulpgoederen te begeleiden naar Sarajevo, kon ik niet nee zeggen: het triggerde me hoewel ik nog niet wist waarom en dus ging ik mee.

Het was een omsingelde stad die dag en nacht onder vuur lag, waar je heel moeilijk weer weg raakte. En toen ik er, na achttien dagen, eindelijk weg kon, met een vlucht van het Engelse leger, was ik enorm opgelucht. Dat kunt ge u niet voorstellen. Terwijl die Engelsen eerst nog met me zitten sollen hadden, dat ik niet meemocht want zegden ze ‘zo’n langharige hippies, dat nemen we niet mee’. Dat was om te lachen, natuurlijk, maar ik was er toch niet gerust in. Tot het vliegtuig opsteeg. Dat was nogal een ontlading!’

Hoe kan je als romancier verslag uitbrengen van zulke gruwelijke situaties?

‘Zoals ik mezelf in een verslag ‘s genoemd heb, was ik eigenlijk een oorlogstoerist. Ik bracht verslag uit, maar ik liet niet na om daarin ook mijn eigen gevoelens en mening mee te geven. Want dat verwijt ik de mainstream-media wel: wat je hier te zien krijgt is een geknipt video-verslag, meestal met een voice-over waaruit geen enkel aanvoelen spreekt van de verslaggever of van de slachtoffers. Mijn verslaggeving was anders, meer betrokken. Redacteurs vroegen zich vaak af of het niet te zwaar was. Ik heb daarin gelukkig niet te veel toegevingen moeten doen.’

zijn echt natuurlijk.

De reflex van de romanschrijver kwam weer bovendrijven, hoewel ik er mezelf altijd voor behoedde om die verschrikkelijke situaties niet uit te smeren als heldhaftige verhalen. Langs de andere kant kan je in een boek natuurlijk een meer samenhangend geheel brengen, terwijl verslaggeving altijd slechts momentopnames zijn.’ Hoelang heb je die oorlogsverslaggeving gedaan? ‘Op een bepaald moment had ik er genoeg van, dat moet in 2004 geweest zijn. Ik had een opdracht in Iran, na de zware aardbeving in de stad Bam (26 december 2003, red.) . En dat was er teveel aan. En een incident van het jaar ervoor waarin ik nogal hardhandig aangepakt was door Israëli’s in Gaza heeft er waarschijnlijk ook mee te maken dat ik er genoeg van had. Ik voelde dat het genoeg was geweest. In de filosofie lezen we wel ‘s dat er in elk mens een dodelijk dier schuilt, maar als je dan echt ziet waar mensen in een strijd toe in staat zijn, dan schrik je toch. Een mens doet dat niet vanuit een instinct, zoals dat bij een dier het geval is, maar áltijd vanuit geldbejag: macht, geld en sex zijn de drie grote drijfveren van elk oorlogsconflict. Het belang om tot een land, een groep te behoren speelt daar ook in mee, maar dat wordt op een sluwe manier misbruikt door anderen die aan die oorlog enorm veel geld verdienen. Er wordt nergens zoveel geld verdiend als in een oorlog.

Dagboek

Zijn je oorlogsverslagen ook in boek-vorm gepubliceerd?

‘Dat is een keer gebeurd. In ‘Ver van huis’ (uitg. Prometheus Amsterdam - 1995, red.) heb ik een aantal lichtjes bijgewerkte verslagen gebundeld, afgewisseld met stukken uit mijn dagboek en brieven aan familie en vrienden die ik nooit verstuurd heb. Telkens wanneer ik in oorlogsgebied was, dacht ik heel vaak aan concrete situaties thuis. Want ver van huis kom je dichtst bij jezelf. Dat is zo. En ook, het leven dat je achterliet werd zoveel belangrijker als je ver van huis was in een uitzichtloze situatie. En dan gebeurde het vaak dat ik wel ‘s dacht aan wat ik nog wilde vertellen of bespreken met familie of vrienden. Ik maakte daar dan soms een nota van, om het niet te vergeten. Of om er hen een brief over te schrijven. Maar dat heb ik dus nooit gedaan. Het is pas jaren later, terug thuis, dat ik die brieven dan heb uitgeschreven voor het boek ‘Ver van huis’. Dus in die zin is het een beetje een vervalsing, omdat ik die brieven niet ter plaatse heb geschreven. Maar de verslagen en uittreksels uit mijn dagboek

Het recht van de sterkste geldt er. Dat is een heel abstract gegeven, maar als je ziet hoe dat daadwerkelijk wordt uitgevoerd, waarbij de sterkste de lusten kan botvieren op een ander menselijk wezen, dan heb je daar geen woorden voor. Men ontneemt de menselijkheid van de tegenstander. Na die laatste opdracht in Iran heb ik me volledig toegelegd op het schrijven van romans. Maar al mijn ervaringen reflecteren wel in mijn boeken natuurlijk, zoals ‘Alejandro’ s Leugen’, die geïnspireerd is op mijn wedervaren in Chili. Vele jaren na de junta (junta in Chili onder Augusto Pinochet 19731990, red.) ben ik er getuige geweest van gruwelijke situaties. En dat heb ik dan uitgeschreven in het verhaal. Wat staat er nu nog op je verlanglijstje?

Ik droom ervan om mijn laatste jaren zo kalm en vredig mogelijk door te brengen, met zo weinig mogelijk verplaatsingen. Misschien nog een paar mooie boeken schrijven. En dat mijn lievelingspaard snel weer beter wordt!’.

Hij kijkt even in de verte. ‘Misschien is het door wat ik allemaal meegemaakt heb, maar waar ik nu, in deze fase van mijn leven, heel erg naar verlang is peis en vree.’ (WiSch)

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 16 www.giesbaergskekoleurengazette.be
Alle info over de boeken van Bob Van Laerhoven: www.bobvanlaerhoven.be Covers van enkele boeken van Bob Van Laerhoven

Een interview met Bernie Glassman Ik heb niet veel helden. Maar Bernie Glassman is er onmiskenbaar één van. Ik heb al jarenlang grote bewondering voor de oprichter van de Greystone Bakery; een op boeddhistische beginselen gebaseerde bakkerij – en mijns inziens één van de meest betekenisvolle bedrijven ter wereld – in New York waar thuislozen werken. Dit interview verscheen eerder in Boeddhamagazine, dat me vroeg om Bernie Glassman te interviewen in het kader van het dertigjarige lustrum van de bakkerij en het tienjarige lustrum van het boek Zen in Actie dat Bernie Glassman over The Greystone Bakery schreef.

Terwijl ik me nestel achter een laptop op het kantoor van Boeddhamagazine in Rotterdam komt Bernie Glassman via Skype in beeld in Yonkers, New York. Het eerste wat me opvalt is dat hij oud oogt; een beetje broos zelfs. Glassman nadert de 80 en dat zie je ook. De broze indruk verandert echter onmiddellijk als Glassman zijn mond open doet. Met

Boeddhisme in de praktijk Kees Klomp

Koekjes bakken voor vrede

krachtige en vitale stem begint hij vol enthousiasme te vertellen over het succes van de Greystone Bakery: ‘Greystone is een schoolvoorbeeld geworden dat wordt bestudeerd op de universiteiten en hogescholen in Amerika. Yonkers was 30 jaar geleden een hele slechte wijk; de sociale problemen waren gigantisch. Drugs, Aids, geweld, armoede. Het was hier allemaal, en in gigantische proporties. Het had procentueel zelfs de meeste thuislozen van heel Amerika. Uit onderzoek is gebleken dat het daklozen-cijfer in Yonkers met 75% is gedaald. Terwijl het gemiddelde in andere Amerikaanse wijken en steden is gestegen. Dat is de verdienste van de Greystone Mandala (red: een verzameling door Glassman opgezette for-profit en not-for-profit organisaties in Yonkers, met de Greystone Bakery als warm kloppend hart) die op verschillende manieren bijdragen aan het bestrijden van sociale problemen aldaar. We zijn in de loop der jaren een reële factor van belang geworden.’

Wachtlijst

Kun je die impact bedrijfsmatig kwantificeren voor de lezers?

‘In de eerste jaren had Greystone Bakery een omzet van minder dan 100.000 dollar per jaar. Dat was in de tijd dat de bakkerij diende als levensonderhoud voor onze zen-gemeenschap, en we primair ambachtelijk brood en cakes bakten. Er werkte toen slechts een handjevol mensen die dit vakmanschap beheersten. Toen we na een aantal jaren een deal maakten met Ben & Jerry’s – we werden de huisbakker van de brownies en cookies die zij in hun ijsjes gebruiken – schoot de omzet in één keer omhoog naar een kleine miljoen dollar per jaar. Dit was ook het moment waarop we over-

gingen op simpeler productiewerk en dak- en thuislozen in dienst konden nemen. Na de overname van Ben & Jerry’s door Unilever is hun business – en daarmee dus ook onze business – continu gestaag blijven groeien. We zitten nu op zo’n 15 miljoen dollar omzet per jaar en hebben continu meer dan 200 mensen in dienst in meer dan 15 bedrijven en organisaties’.

Dat klinkt alsof het bedrijf ingrijpend in veranderd…

‘Alles is veranderd. Maar tegelijkertijd is er ook niks veranderd. Greystone is qua omvang big business geworden en qua organisatie heel professioneel, maar de spirituele intenties en het daarbij horende intra persoonlijke en interpersoonlijke groeipad hebben daar niet onder geleden of aan kracht ingeboet. We nemen nog steeds dezelfde hulpbehoevende mensen aan op dezelfde manier als 25 jaar geleden. En we helpen de mensen nog steeds op dezelfde, spirituele wijze op weg uit hun benarde sociale situatie.

Vertel daar eens wat meer over… ‘Wij nemen sinds jaar en dag aan via open hiring. We doen geen antecedentenonderzoek en houden zelfs geen sollicitatiegesprekken. We weten van te voren al dat alle mensen die zich bij ons aanmelden kampen met serieuze sociale problemen. We brengen daar geen enkele categorisering of priorisering in aan. Ieder persoon en ieder probleem is even welkom. We werken daarom met het first come, first serve principe. Mensen melden zich aan en schrijven zich in. Als er werk is, is degene die boven aan de lijst staat aan de beurt. We zijn door ons succes ondertussen wel een dusdanig populaire werkgever in Yonkers geworden dat mensen graag bij ons willen werken, en er wachtlijsten zijn. We kunnen de mensen die op de wachtlijst terecht komen geen baan bieden, maar proberen ze wel te helpen; door ze een job training te bieden. Ze kunnen dan weliswaar niet op korte termijn bij ons terecht, maar kunnen ze in ieder geval een grotere kans geven bij andere werkgevers’.

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 17 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014
Bernie Glassman

Werkwijze

Jullie zijn natuurlijk zo’n populaire werkgever geworden omdat jullie aanpak werkt. Hoe gaat dat in zijn werk?

‘Wij werken met een programma wat mij het Pathmakers-programma noemen. Omdat we te maken hebben met een groep kwetsbare mensen, is het geen kwestie van alleen maar zorgen voor een opleiding, een baan en een inkomen. Er komt veel meer bij kijken. Iedere nieuwe werknemer krijgt daarom een tailor made pad aangeboden dat is gebaseerd op de 5 Boeddhafamilies. We vragen ze wat ze van ons nodig hebben. Wat willen ze qua werk bewerkstelligen? Wat qua educatie? En wat qua relaties? En tenslotte wat sociaal en spiritueel? Zo ontstaat er een holistisch plan van aanpak waarin we intensief en doelgericht

met mensen aan de slag gaan en zij zichzelf en hun leven ten diepste en ten volste transformeren.

Toekomst

Maakt dit Greystone tot een – primair – spirituele onderneming in plaats van een sociale onderneming? ‘Absoluut. Greystone is geen conventionele sociale onderneming. Het is veel meer een spirituele onderneming. Het is zelfs een expliciet boeddhistische onderneming. Maar het mooie is dat het die signatuur helemaal niet meer nodig heeft. Toen ik er dertig jaar geleden mee begon was het heel nadrukkelijk het idee om een boeddhistisch bedrijf te beginnen. Ik had als zen-leraar in die tijd een belangrijk inzicht. Ik ervoer het lijden van de hongerige geesten, en kreeg een enorme behoefte om ze te bevrijden. Dat lijden vond niet zozeer plaats

in de zendo, maar buiten in de maatschappij. In het normale leven. Daar wilde ik dan ook naar toe. Ik ging op zoek naar manieren en mogelijkheden om mijn boeddhistische beoefening van het meditatiekussen te verplaatsen naar de maatschappij. Ik wilde de maatschappelijke upayas vinden. Ik vond –en vind – de maatschappij een buitengewoon interessante plek omdat het zo echt is; daar gebeurt het leven heel direct. Greystone was in eerste instantie dus de belichaming van socially engaged buddhism. Het was letterlijk de plek waar ik alle 5 de boeddhafamilies op één geografische locatie kon verenigen. Ik heb me de eerste jaren intensief bezig gehouden met de bakkerij. Later heb ik jarenlang bewust afstand genomen. Ik vond dat de medewerkers en directie hun eigen stempel op het bedrijf moesten kunnen drukken. Sinds kort werk ik er na een intermezzo van meer dan 15 jaar weer één keer per maand. Ik werk als vrijwilliger in de bakkerij, ondersteun de Pathmakers en ben een klankboord voor de directie. Ik beleefde op één van die werkdagen onlangs een memorabel moment. We vierden Mandala Day. Alle medewerkers van alle bedrijfjes en organisaties binnen de Greystone Mandala waren bij elkaar, om met elkaar ervaringen uit te wisselen, en de woorden te vinden die de cultuur van Greystone het best beschrijven. Het was prachtig om te zien tot welke bewoordingen de nieuwe generatie Greystone’ers kwamen. Mensen noemden spontaan wederzijdse afhankelijkheid, liefdevolle vriendelijkheid, openheid, dienstbaarheid en generositeit. Prachtig toch?

Het zijn exact dezelfde boeddhistische beginselen die ik 30 jaar geleden – bewust – in het bedrijf heb gestopt. En dat terwijl er nu geen of nog nauwelijks boeddhisten werken bij de Greystone Bakery. Het manifesteert zich vanzelf’. Hoe ziet de toekomst van Greystone eruit?

Goed. We groeien gestaag verder. We werken ondertussen goed samen met Unilever. Ze supporten de sociale missie van Ben & Jerry’s en van Greystone. Dat opent nieuwe deuren en dimensies voor ons. Greystone begint aan een super spannend nieuw hoofdstuk. We zijn in een vergevorderd stadium om het Greystone-model te gaan exporteren naar andere plekken in de wereld. De eerste plek waar we dat willen doen is Israël, in een stad op de grens van de Westbank. De stad kent een ongeveer gelijkmatige verdeling van joden en moslims, en wordt doorklieft door

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 18 www.giesbaergskekoleurengazette.be
Bernie Glassman en Jeff Bridges op de cover van ‘Shambala Sun’

de muur die de Israëli’s daar neer hebben gezet. Het is een uiterst disfunctionele en destructieve samenleving. Wij willen letterlijk bij die muur een nieuwe Greystone Bakery beginnen waar joden en moslims samen gaan werken – onder leiding van een vrouwelijke moslim CEO -in de hoop en verwachting dat goed samenwerken een gunstige invloed heeft op samen leven. Deze bakkerij gaat dan brownies en cookies bakken voor Ben & Jerry’s in Europa; hetgeen voor Unilever gunstig is wat transport en supply chain management betreft. Maar voor ons geldt: we gaan koekjes bakken voor vrede!’

Actie

Ik weet uit eigen ervaring dat er veel – vooral jonge – mensen zijn, die op spirituele wijze willen ondernemen. Heeft u – gebaseerd op uw ervaring met de Greystone Bakery – tips voor deze mensen?

‘Ik ben sinds jaar en dag onderdeel van het Social Venture Network (red: een internationaal netwerk van sociale ondernemingen). Ik zie daar onmiskenbaar dat sociaal ondernemerschap in opkomst is. Ik hoor veel positieve geluiden bij jonge mensen. Er waait duidelijk een andere wind dan 30 jaar geleden. Dat is goed nieuws. Maar ik heb twee kanttekeningen; ik zie ten eerste dat het sociale ondernemerschap vooralsnog beperkt blijft tot relatief kleine ondernemingen. De grote multinationals praten wel mee, maar doen niet mee; terwijl ze natuurlijk wel een enorme macht vertegenwoordigen. Ten tweede zie ik dat veel initiatieven tot sociale initiatieven beperkt blijven. Sociaal is goed, begrijp me niet verkeerd, maar het heeft een spirituele dimensie nodig om mensen echt te transformeren. Anders blijft het bij helpen. En helpen wordt wat mij betreft nooit self-sufficient. Ik raad mensen daarom aan om te werken via de 3

principes die wij bij de Zen Peacekeepers hanteren: diep luisteren, getuige zijn en liefdevolle actie. Begin altijd met diep luisteren. Met open vizier. Verdiep je zonder vooropgezet plan en/of mening in het lijden. Alleen zo kun je het lijden echt zien. Alleen zo kun je ontdekken waar behoefte aan is, en welke dienst je kunt vervullen. Zo zag ik, pas toen ik in Yonkers was, het thuislozenprobleem. Met mijn eigen ogen. En wilde ik daar wat aan doen. De vraag die dan vervolgens opkomt is: wat ga ik dan doen? Die vraag kun je beantwoorden door de volgende stap te zetten: het getuige zijn van het lijden. Wordt er één mee. Zoals je wellicht wel weet ben ik tussen de thuislozen in New York gaan leven. Ik wilde hun lijden eigenhandig ervaren. Ik wilde me in hun leven kunnen verplaatsen. Het is de ultieme manier om kennis te vergaren. In mijn geval ontvouwde zich zo het plan voor Greystone. Ik heb van te voren nooit het idee gehad om een bakkerij te beginnen. Het diende zich aan. Ik kon uit eigen ervaring opmaken wat wel en wat niet zou werken. Tenslotte ga je over tot liefdevolle actie. Je zet je intenties om in dienende daden. Je doet wat er nodig is om mensen en hun lijden te transformeren. En als je dan aan de slag gaat, moet je je elke dag bewust blijven van de zes rijken. Je zult ze

elke dag tegenkomen. Dat hebben wij bij Greystone ook ervaren. Toen we Ben & Jerry als klant kregen, waren we in het hemelse rijk aangekomen. Het was een droomcontract met een pracht bedrijf, die ons in staat stelde enorme hoeveelheden koekjes te produceren en dus veel mensen aan het werk te zetten. Het betekende echter ook dat we in korte tijd enorm moesten groeien. Waarmee we binnen de kortste keren in de hel belandden. Die was er letterlijk tegelijkertijd. We hadden weliswaar een grote opdracht, maar nog niet de faciliteiten en/of de skills om dit waar te maken. We hadden machines, mensen, recepten en ingrediënten nodig. De bank leende ons geld, en we gingen aan de slag. We stopten tijd, geld en energie in research & development, maar het lukte ons maar niet om goede koekjes te maken. Ben & Jerry’s begonnen te morren. En daarmee ook de bank. Die wilde hun geld terug, maar we hadden nog geen inkomsten. We zijn letterlijk toen langs de afgrond gegaan. Heel nederig makend. De kunst is alle omstandigheden gelijkmoedig te ontvangen; als je in de hel bent kan het alleen maar beter gaan. En als je in de hemel bent, kan het alleen maar slechter gaan. (KeKlo)

Alle info over Zen Peacemakers: www.zenpeacemakers.org www.zenpeacemakers.nl

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 19 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014
Bernie Glassman in Auswitch Bernie Glassman

In mei had de tweede Inter-Sangha Retreat plaats in een domein bij het Belgische Frandeux (Rochefort). Het werd een speciale ontmoeting in de familie van de Sangha’s.

Boeddhistische Blik Inter-Sangha Retreat

Een impressie van Intersangha

to life?’, was de eerste vraag die Amy Sensei Hollywel stelde tijdens haar dharmavoordracht. Vanuit een ervaring van diepe wanhoop veroorzaakt in ons leven, hebben we ook geproefd van een diep vertrouwen, ‘faith’. Je kan dit gevoel niet voelen, wanneer het ‘ik’ overschaduwd wordt door allerlei gedachten, oordelen en gevoelens van angst. Maar op een of andere manier kennen we de ervaring van ‘overleven’, gesteund door een basisgevoel van vertrouwen.

‘Faith’, ‘innerbonding’ waren doorheen de dharmavoordrachten dan ook sleutelwoorden die vaak terugkwamen.

Deel uitmaken van een groter geheel. Het voelde aan als ‘one body’, ‘een lichaam’, ‘niet twee, maar één’. Verbinding en de ander ontmoeten stonden centraal in deze sesshin. Los van oorsprong, afkomst, taal of meditatieervaring. De zenboeddhistische vorm en de rituelen zorgden er zelf voor dat iedereen zijn aandeel kon inbrengen en de afspraken met respect invullen. ‘What’s your commitment to practice zazen? What’s your commitment

De teisho’s waren heel voedend voor hart en geest. Met de nodige humor, prachtige poëzie en inspirerende woorden, gebracht door de leraren, maar ook door de deelnemers. In een ceremonie die doorheen de hele week liep, werd Michel Oltheten tot Sensei ingeweid, als afsluiten van zijn lange opleiding. Het was een intens en vreugdevol gebeuren waar de deelnemers getuige van konden zijn. De verbinding tussen de leraren onderling was sterk aanwezig. Zij noemen elkaar dan ook niet toevallig ‘dharmazuster’ of ‘dharmabroeder’. Doorheen de jaren hebben ze elkaar ontmoet en samen ervaringen gedeeld waar Genno Chaterine Pages Roshi getuige van was. Ook de verbinding met Bernie Glassman Roshi, die meerdere Sensei’s geïnspireerd heeft en transmissie heeft gegeven, was voelbaar. Net als de rechtstreekse verbinding met Taizen Maezumi Roshi: hij bracht Sotozen naar het Westen in 1956 en was de grondstichter van de White Plum Asanga. Het was een vreugdevolle beleving waarin de beoefening bekrachtigd en gesteund werd door de hele sanghafamilie. (NeW)

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 20 www.giesbaergskekoleurengazette.be
Het domein bij Frandeux
www.giesbaergskekoleurengazette.be Foto’s
Studio Schrever & Harry Aaldering

Giesbaergske Koleuren Gazette maakt voortaan ook deel uit van Zen Peacemakers, waarvan zen-leraar Bernie Glassman de geestelijke vader is.

Zenmeester Bernie Glassman Roshi geeft al jarenlang zenonderricht en is actief in het Sociaal Geëngageerd Boeddhisme. Bernie is stichter en bezieler van de Zen Peacemakers. De Zen Peacemakers gemeenschap gaat uit van het samengaan van spirituele beoefening met sociale actie. Zen Peacemakers eren hun eigen leven door een instrument te zijn voor het bevorderen van vrede. (GoWa)

Zen Sangha Geraardsbergen is een zitgroep die wekelijks samenkomt om te mediteren volgens de zenboeddhistische traditie zoals die in de Zen Sangha beoefend wordt.

We mediteren in stilte, zittend op een kussen, bankje of stoel.

Voorkennis van zen of meditatie is niet vereist.

Nieuwkomers krijgen een korte instructie over de zenmeditatie. Kom een kwartier voor het begin. We starten stipt om 19.30u.

Draag comfortabele, ruimzittende kledij, liefst in ingetogen kleuren.

Zitkussens en matjes zijn ter plaatse beschikbaar, maar je kan ook je eigen kussen of zitbankje meebrengen.

Elke laatste donderdag van de maand is er bij Zen Sangha Geraardsbergen een infoavond, waarbij we even tijd nemen om samen the te drinken en wat bij te praten. Het is een ideaal moment voor nieuwkomers om ‘s een kijkje te komen nemen in onze Zendo en ons te leren kennen.

Iedereen is welkom.

Waar & Wanneer?

Kerk Sint-Bavo, Hoge Buizemont 165, Geraardsbergen, wekelijks op donderdag van 19.30u. tot 21.30u.

In het najaar van 2014 is de zitgroep nog open op donderdagen 4, 11, 18 en 25 september; 2, 9, 16, 23 en 30 oktober; 6, 13, 20 en 27 november; 4, 11 en 18 december.

Gesloten tijdens schoolvakanties.

Alle info op de websites www.zensangha.be en www.zengaardsbergen.be

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 22 www.giesbaergskekoleurengazette.be
© Studio Schrever

Boeddhistisch Dagblad Joop Hoek

Geschenk voor de Dalai Lama

Reproductie van Made in China. Airco Caravan, een flamboyante kunstenares, vond het een grote eer om die ochtend de Dalai Lama te mogen ontmoeten en haar werk onder zijn aandacht te brengen. Vlak erna gaf ze een eerste reactie aan het Boeddhistisch Dagblad.

Chinese ambassade in Den Haag een verjaardagstaart zou worden aangeboden.

Op 6 juli ontving De Dalai Lama voor zijn verjaardag een door de Amsterdamse beeldend kunstenaar Airco Caravan samengesteld en bedacht schilderij ‘Made in China’. Het werk is in delen door zestien kunstenaars in China gemaakt, zonder dat ze wisten waar ze mee bezig waren. Airco stelde het in Nederland samen. Bij het vorige bezoek aan Rotterdam, op 12 mei j.l., kreeg de Dalai Lama in het Parkhotel in Rotterdam alvast een reproductie van het schilderij overhandigd.

Het originele 16-delige schilderij, dat 120×160 cm groot is, zal de Dalai Lama worden aangeboden door International Campaign for Tibet, de Tibet Support Group en het internationale United Nations for a Free Tibet. Zij zullen het schilderij naar Dharamsala sturen of het persoonlijk aan de Dalai Lama aanbieden. In het Kunstfort Asperen in Acquoi hangt een op dezelfde wijze vervaardigd exemplaar, maar dan met een afmeting van vier bij drie meter. Het maakt onderdeel uit van de expositie Boeddha in de Linie, waaraan Airco Caravan in maart dit jaar deelnam.

‘Het was heel bijzonder, ik zweef nog een beetje, zogezegd. Tsering Jampa (directeur van de ICT, de International Campaign for Tibet) had de ontmoeting geregeld. Ik had een kleine reproductie bij me van het portret ‘Made in China’. Ik stond dus met een beetje slappe knieën en klamme handen in de lobby van het hotel. Op een gegeven moment gingen de beveiligingsmensen druk doen, mensen wegsturen en in hun oortjes praten, en toen wisten we dat His Holiness naar beneden zou komen! En daar was hij! Wat een speciaal moment. Hij zag me meteen staan, hij zei lachend “Ah, all red!”, terwijl hij naar mijn haar, kleding en voeten wees. Tsering vertelde in het Tibetaans kort even aan de Dalai Lama hoe het schilderij tot stand is gekomen. Hij vond het mooi, legde zijn hand op mijn arm en zei “Thank you”.

De Amsterdamse beeldend kunstenaar Airco Caravan liet via Nederlandse bedrijven in Chinese schilderateliers in China, delen van het gelaat van de Dalai Lama maken. De een schilderde een oor, de ander een mond zonder dat de kunstenaar op de hoogte was van het geheel. Een afbeelding van de spirituele leider van Tibet is in Tibet en China streng verboden is. Eenmaal afgeleverd in Nederland monteerde Airco de zestien doeken een elkaar, zodat een portret ontstond van de Dalai Lama.

Ahoy Rotterdam.

Vorig jaar, op de verjaardag van de Dalai Lama, toonde Airco het grote doek bij de Chinese ambassade in Den Haag, waar in aanwezigheid van onder andere Tsering Jampa het personeel van de

Het nog grotere werk Made in China was nog tot eind mei te bezichtigen in Kunstfort Asperen. Voor meer informatie Bezoek ook de Facebookpagina voor actuele informatie over het unieke project Boeddha in de Linie.

Boeddha in de Linie

In de maanden maart en april 2014 verbleven vier boeddhistische kunstenaars op Fort Werk aan het Spoel. Ze werkten in het atelier en sliepen in één van de bomvrije ruimten van het fort. Twee weken lang gingen ze het isolement aan met de natuur, de kunst en de boeddhistische beoefening. Geen vervoer, geen mobiele telefoon, geen wifi… De boeddhistische omroep en het Boeddhistisch Dagblad volgden dit experiment op de voet. Op 14 september 2014 zendt de omroep een documentaire uit over dit unieke project.

Op 10 mei opende de expositie Boeddha in de Linie in Kunstfort Asperen. Vanaf zondag elf mei was de expositie te zien voor het publiek. In woord, beeld en film werd duidelijk wat het verblijf tussen de bunkers en de rivier met de vier kunstenaars heeft gedaan. Grote thema’s als vergankelijkheid en leegte waren duidelijk herkenbaar in het werk van Leen Kaldenberg en Raoul Deleo. Het kwaad, de woede en de agressie zijn in dit experiment naar boven gekomen in het werk van Airco Caravan. Op de dag dat Wilders om minder Marokkanen scandeerde liep Airco Caravan gehuld in een felblauwe boerka over de Lekdijk in Culemborg. De vierde kunstenaar, Mark Schalken stortte zich op de bron van het leven. In de installatie met Walnootbomen en Wilgen lijken de walnoten aan een infuus te groeien. (JoHo)

(Bijdrage uit Boeddhistisch Dagblad, online leesbaar op deze webiste: http://boeddhistischdagblad.nl)

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 23 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014
Dalai Lama

Nahid Mohammadi Biografie van dromen en mijmeringen

In de rubriek ‘Literatuur’ werpen we onze blik op taal- en verhaalkunde doorheen verschillende culturen. Onze literatuur-medewerkster, Nahid Mohammadi, vertelt ons in deze bijdrage wat meer over het ‘Boek der Rusteloosheid’ van Fernando Pessoa.

Zoals Portugal gekend is omwille van de zweem van mediterrane romantiek, de vergane glorie van een volk bedreven in verre ontdekkingsreizen, is het Zuideuropees land dat ook omwille van de pittoreske kleine vissershavens, de zuiderse sfeer en de bars waar fado-zangeressen de toeschouwers ontroeren met de melancholie van hun lied, dat de voornaamste eigenschap van de Portugezen zou zijn.

Wie doorheen Brussel loopt, zal misschien al opgemerkt hebben dat een deel van het Flageyplein het “Pessoaplein” noemt. Daar kan je een standbeeld vinden van de Portugese schrijver Fernando Pessoa, rusteloos en in gedachten verzonken. De locatie is uiteraard gekozen omwille van de grote populatie Portugese inwijkelingen die er sinds vele jaren wonen, gevlucht voor de dictatuur van Salazar of om hier in de mijnen te komen werken. Je merkt de Portugese aanwezigheid aan verschillende winkels en restaurants. Er is in Brussel nóg een plaats waar je een afbeelding van Fernando Pessoa kan zien: de muur van de perrons van de Brusselse metrostation Kruidtuin. De Belgische kunstenaar Jean-Michel Folon maakte de tekeningen en de Portugese Julio Pomar, herwerkte ze onder de vorm van een reeks muurtegels, naar de traditie van de Portugese azulejos.

Wie Lissabon reeds bezocht zal zich mis-

schien, wellicht niets vermoedend, hebben laten fotograferen aan het standbeeld van Pessoa, een man met een hoed zittende aan een tafeltje, net voor het café A Brasileira.

Fernando Pessoa werd geboren in Lissabon in 1888. Hij verloor zijn vader toen hij nog een jong kind was. Zijn moeder, afkomstig uit een vooraanstaande familie uit de Azoren, hertrouwde met een commandant, waarna de gehele familie verhuisde naar Zuid-Afrika. Pessoa leerde er verschillende talen, verdiepte zich in de Engelstalige en Franse literatuur en groeide op met zijn halfbroertjes en halfzusjes.

Hij keerde terug naar Lissabon toen hij 17 was en ging inwonen bij zijn twee tantes en zijn grootmoeder. Aan de studie literatuur waaraan hij begon, gaf hij al gauw de brui.

Pessoa startte een drukkerij, maar ook deze drukkerij was geen lang leven beschoren. Vanaf 1908 werd hij freelance vertaler en handelscorrespondent, wat hij bleef tot aan het einde van zijn leven. In zijn ‘Boek der Rusteloosheid’, verwijst hij er vaak naar.

Wat Fernando Pessoa zo kenmerkt is het feit dat hij onder verschillende heteroniemen publiceerde. Het waren elk complexe en van elkaar heel verschillende persoonlijkheden.

“Bernado Soares” (de auteur van het Boek der rusteloosheid), leek nog het meest van al op Pessoa zelf.

Pessoa was een eenzame persoon met

een zwaar drankprobleem. Ook psychologisch maakte hij verschillende crisissen door. Zijn isolement beschouwde hij soms als zijn roeping, soms als zijn lot. Hij stond in zijn omgeving gekend als een kille, sfynx-achtige en afwezige man, die weliswaar altijd beleefd bleef. Hij stierf op 30 november 1935 aan een alcoholvergiftiging. Zijn laatste versregel zou geweest zijn “Geef mij nog wat wijn, want het leven is niets”.

Pessoa’s literaire nalatenschap, die na zijn dood gevonden werd in zijn legendarische kist, bestaat uit meer dan 27.000 manuscripten, gekrabbeld op kladblokjes, losse vellen, caférekeningen, kranten, enz… Naast proza en poëzie laat Pessoa ook politieke en sociologische pamfletten na. De Nederlandstalige vertaling van het ‘Boek der Rusteloosheid’ omvat een 500tal fragmenten met zowel humoristische als bittere teksten over de manier waarop de auteur de wereld aanschouwde. Hij schreef er gedurende 20 jaar aan en het boek bleef onafgewerkt bij zijn dood.

Het is een biografie van dromerijen en mijmeringen. Het is tijdloos, zonder geschie-

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 24 www.giesbaergskekoleurengazette.be
Literatuur
Nahid Mohammadi Fernando Pessoa,

denis of een echte ontwikkeling. Het is vooral de beschrijving van gedachten en emoties die centraal staat en die de lezer tegelijk overal, maar uiteindelijk nergens heen brengt.

“Ik moet kiezen wat ik verafschuw – dromen, waaraan mijn intellect een hekel heeft, of handelen, waarvan mijn gevoel van gruwt; handelen, waartoe ik niet geboren ben, of dromen waartoe niemand geboren is.

Omdat ik beide verafschuw, kies ik geen van beide, maar omdat ik soms óf moet dromen óf moet handelen, vermeng ik het een met het ander. “

“Iedere emotie een persoonlijkheid geven, iedere zielstoestand een ziel.

Ze kwamen de hoek van de straat om gelopen, een grote groep meisjes. Ze zongen en hun stemmen klonken gelukkig. Wat ze waren, weet ik niet. Ik luisterde

een tijdlang uit de verte naar hen, zonder noemenswaardig gevoel. Verdriet om hen nam bezit van mijn hart. Vanwege hun toekomst? Hun onbewustheid? Niet echt om hen, maar, wie weet, slechts om mijzelf?”

Een flard muziek of droom, iets wat me bijna laat voelen, iets wat me niet meer laat denken.”

“Als het hart kon denken, stond het stil.”

“Misschien is het tijd om voor de eerste keer en enige keer eens goed naar mijn leven te kijken. Ik zie mijzelf midden van een immense woestijn. Ik spreek over wat ik gisteren literair gezien was en probeer mijzelf uit te leggen hoe ik hier ben beland.”

“Om te kunnen begrijpen heb ik mijzelf vernietigd. Begrijpen is afzien van liefde. Ik ken niets wat tegelijk zo onjuist en bete-

Een experiment met impact

kenisvol is als de uitspraak van Leonardo da Vinci dat je iets pas kunt liefhebben of haten als je het hebt begrepen.

Eenzaamheid maakt me wanhopig, gezelschap is een kwelling. De aanwezigheid van een ander leidt mijn gedachte af; ik droom die aanwezigheid met een bijzondere verstrooidheid die ik met al mijn analytische aandacht niet kan definiëren.” (NaMo)

Fernando Pessoa, ‘Boek der Rusteloosheid’, Uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam- Antwerpen, 2013, 649 blz.

Stilte beleven op school

In deze tijden waarin heel veel nadruk ligt op ‘kennisoverdracht’, ‘productiviteit’ en ‘individualiteit’, vroeg ik me af of jongeren ook behoefte hebben aan ‘stilte en rust’? En hoe kan je dit concreet maken binnen een schoolgemeenschap?

zitkussens werden in de plaats gezet. Het is beslist nodig hiervoor ruimte te maken en naast de traditionele klaslokalen een plek aan te bieden voor jongeren waar ze even kunnen verpozen, de kans krijgen om ervaringen en gevoelens te delen.‘

Niet alleen ‘doen’, maar ook ‘aanwezig leren zijn’. We hadden een gesprek met directrice Anne Wynant van het Sint-Catharinacollege waar nieuw leven werd gegeven aan de oorspronkelijke winterkapel en crypte binnen de schoolgebouwen. Alle overbodige prikkels, materialen werden weggehaald zodat een sobere, klare en vooral stille ruimte tot stand kwam. Geen stoelen en banken, maar

Deze ruimte is voor leerkrachten godsdienst een meerwaarde en zorgt voor verdieping tijdens hun lessen. Het was een experiment, maar al snel merkten we op dat er heel veel mogelijkheden ontstaan om thema’s uit te werken met de leerlingen’.

‘Wat gevoeld wordt, wil geleefd worden’ ‘Van zodra leerlingen de gang van het hoofdgebouw binnenkomen, hangen aan de muur 28 kunstwerken die elk een levenswaarde uitdrukken. Ook tijdens bezinningsdagen wordt gewerkt met deze kunstafbeeldingen van levenswaarden en dit wordt besproken. Verrast ben ik iedere keer over hoe rijk en eerlijk jongeren hun dromen, idealen, maar ook twijfels en onzekerheden durven te delen. Hierin herkennen jongeren elkaar vaak en dit is vaak steunend en verbindend. Een stille ruimte wordt al snel een plek waar wederzijds respect en openheid aanwezig is.’

Deze stilteruimte wordt niet alleen tijdens lesmomenten gebruikt, maar ook kunnen jongeren vrijwillig deelnemen aan gebedsmomenten tijdens de middagpauze. Ook kunnen leerlingen er het hele jaar door yogalessen volgen. ‘Dit zijn kansen om jongeren kennis te leren maken met technieken die de nadruk leggen op het lichaamsgerichte en gevoelsmatige. Jongeren ervaren soms stress, prestatiedruk en onzekerheid. Via stilte, kringgesprekken, meditatie, gebed en bewuste bewegingen bouwen ze zelfvertrouwen en innerlijke rust op Aspecten die niet meer weg te denken zijn in onze schoolcultuur.’

Zittend in de crypte rondden we dit gesprek af en kon ik onmiddellijk het cocon-effect van deze crypte ervaren: gezellig, intiem en zo heerlijk stil. (NeW)

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 25 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014
Winde
Nele De

Vlak over de taalgrens, in stad-aande-Dender Lessen (Lessines), bevindt zich een museum dat de moeite waard is. De gerenoveerde site van het voormalige klooster kaapte al verscheidene prijzen weg, dat het project terecht extra in de verf wil zetten. Tekst en uitleg door medewerkster ‘Reizen’ Mieke Herregodts.

Een bijzondere plek, dat is het minste dat je kan zeggen van L’Hôpital Notre-Dame à La Rose. Net over de taalgrens, in Lessen, bevindt zich aan de oever van de Dender, dit intrigerend stukje geschiedenis. Het hospitaal is één van de laatste voorbeelden van een volledig autarktische hospitaalsite met naast zijn hospitaalen kloostergebouwen een eigen kruidentuin, ijskelder, boerderij en kerkhof. Tot het einde van de jaren ‘80 was het hospitaal in de vergetelheid geraakt. Máár, een dikke pluim aan de vrijwilligers die onder de renovatie hun schouders hebben gezet. Het resultaat dat hun harde werk heeft opgeleverd is schitterend. Ze zijn er in geslaagd dit ongewone oord in eer te herstellen, en er een boeiend en leerrijk monument van te maken.

Zonder twijfel bezit dit kostbare stukje geschiedkundig patrimonium een bijzondere, levende atmosfeer.

Ik loop, met mijn dochters in het kielzog, door de poort naar het onthaal. Langs de ene zijde ligt het Hospitaal, langs de andere kant wat ik later mag ontdekken, de kruidentuin. Net was ik nog in het stadscentrum van Lessen maar éénmaal hier binnen getreden slorpen de Middeleeuwen me op. De dame aan het onthaal legt me uit dat ik beneden mijn bezoek kan beginnen en biedt me een audioguide aan. We nestelen ons voor de maquette van het gebouwencomplex, drukken op de NLknop en krijgen een filmpje te zien dat ons een beeld geeft van de geschiedenis van het Hospitaal. Knap montagewerk en spots bij de maquette triggeren onze nieuwsgierigheid en de dochters en ik gaan op ontdekkingstocht.

Eerst krijgen we een fiks aantal schilderwerken voorgeschoteld, gaande van Het Laatste Avondmaal uit de 16de eeuw, tot een Ex-Voto uit de 17de eeuw elk met hun eigen verhaal. Het pijltjesparcours voert ons naar de gangen van het gebouw en we lopen vertrekken in en uit. De serene kloostersfeer is hier nog echt voelbaar. De

kloosterzusters leefden volgens de regel van St. Augustinus, liefde stond bij hen centraal. De liefde voor God, liefde voor de natuur en liefde voor de medemens. Is het nu de doorbrekende zon die alles mooi en kleurrijk maakt of is die liefde hier nog steeds voelbaar?

“De natuur is een arts voor de zieken.” We komen in de apotheek van het hospitaal. Hier staan grote vitrinekasten met potjes waar de zusters hun aftreksels en extracten in bewaarden en lades voor droge kruiden en geneeskrachtige planten. De ruimte daarnaast diende voor de bereidingen.

Reeds vanaf de 11de eeuw was de streek rond Lessen bekend om het kweken van geneeskrachtige planten.

Ik hoor de audioguide zeggen dat men beweerde dat wanneer men een kikker in de hand hield, onder de oksel stak of rond de hals bond, dit neusbloedingen stopte, en wanneer men hem op de navel bond, dit aambeien genas. Ik glimlach.

Na de verschijning van het Heilige Hart vonden de zusters Helkiase uit. Een wondermiddel dat hen wereldwijde faam bezorgde. Het was een zeer krachtig besmettings- en bederfwerend middel en zeer doeltreffend bij de behandeling van huidziektes en zweren.

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 26 www.giesbaergskekoleurengazette.be

Kort voor de tweede wereldoorlog werd de verkoop gestopt, hoogstwaarschijnlijk door de gevaarlijke bijwerkingen van het kwikzilver in de Helkiase.

Het museum beschikt over een indrukwekkend groot arsenaal aan medisch materiaal. In de vele vitrinekasten in de gangen, en de ziekenzaal staat het allemaal zorgvuldig uitgestald. Klisteerspuiten, laatmesjes, driepoten en amputatiezagen spreken tot de verbeelding. Het idee dat amputatie vaak de enige, maar ook uiterst pijnlijke, remedie was om infecties tegen te gaan doet me huiveren. Vaak overleefde de patiënt deze ingreep niet, zij het door de pijn of door een alsnog opgelopen infectie.

In de eetzaal kunnen we de beladen sfeer terug van ons afgooien en staat een rij schermen opgesteld die een werk van Marina Abramovic tentoonstellen. Vreemd genoeg lijkt het plaatje te kloppen, hedendaagse kunst met een sterk karakter in contrast met deze statige eetzaal. Op de binnenplaats staan werken van beeldend kunstenaar Ivàn Argote en ook hier is hun hedendaagse karakter een frisse toets in een klassieke omgeving.

We zetten onze rondwandeling verder en terug aan de ingang gekomen beslissen we buiten ook nog even op verkenning te gaan. Daar ontdekken we nog het neerhof, tot groot jolijt van mijn dochters, en een keurig verbouwde groententuin. Ook de kruidentuin bleef mooi bewaard en is nog steeds een plek waar het heerlijk toeven is, door de ommuring blijft het er beschut van de wind en is het de ideale plaats om te genieten van groeiers en bloeiers. In de achterhoek van de tuin is een trapje dat ons naar de ijskelder brengt, niet veel meer dan een heuvel met een deurtje, maar vroeger was dit heel belangrijk om de provisie koel te houden en de zusters te voorzien van ijs voor compressen. In de winter werd ijs uit de Dender gezaagd dat ze hierin in grote hoeveelheden stapelden zodat ze er in augustus nog van konden gebruiken, een ingenieus systeem.

Deze oase van rust midden in het centrum brengt je naar een andere plek in tijd en ruimte. Als herboren verlaat ik de binnentuin en vraag me af waarom ik hier nog niet eerder was geweest. (MiHe)

Ver weg van dichtbij

Notre Dame à la Rose

Altijd een Giesbaergeneir

Geraardsbergenaar Jean Marquebreuck is sinds jaar en dag een vaste waarde in het museum van Notre Dame à la Rose, aan de oevers van de Dender in Lessen.

Na zijn job als informaticus kwam hem een vacature ter ore, om rondleidingen te geven in het voormalige klooster. Hij solliciteerde en kon meteen aan de slag.

‘Eigenlijk ben ik onbewust teruggegaan naar mijn roots: mijn vader was een geboren Lessenaar. Pas op, hij was geen ‘pupiter’ (een Vlaams woord voor ‘lessenaar’, afgeleid van het Franse ‘pupitre’, red.), maar wel een inwoner dus van de stad Lessen.’ - Naast een veelweter is Jean ook een humorist.

Als jongeling en voor de liefde is Jean’s vader uitgeweken naar het naburige Geraardsbergen. Niettemin kwam Jean in zijn kinderjaren vaak op bezoek bij zijn grootouders, vlakbij de Lessense steengroeven die in ‘t Giesbaergs steevast ‘de karrielen’ genoemd worden. Hij herinnert zich nog zeer levendig de vele familie-uitstappen: ‘Rond die grote putten waar vooral porfier en gralex gedolven werd, was er altijd wel iets te beleven. Ge kunt u inbeelden hoe wij als jonge gasten geboeid waren door al die grote machines!’.

Kwinkslag

Sinds 1998 is Jean museumgids in Notre Dame à la Rose. ‘Ik doe dat nog steeds met veel inzet en vol enthousiasme.’ Zijn ogen schitteren als om zijn uitspraak kracht bij te zetten.

den. Dat vraagt soms wel wat organisatie.’

Als enige geeft Jean ook nog rondleidingen in de actieve steengroeve van Lessines. ‘We moeten er wel strikte veiligheidsvoorschriften in acht nemen. Dat is wel nodig, zeker als we dan kunnen een kijkje nemen in de ‘conkasseur’, waar de grote rotsblokken worden verpulverd tot kleine stenen. In het mooi Nederlands noemen we dat toestel een kaakbreker’, voegt Jean met een kwinkslag toe.

Fotoreportage op p.28 en 29

Hij is intussen ook vrijwilliger in de Lessense Kringwinkel, waar hij sinds enkele jaren graag komt helpen in de afdeling boeken. ‘Als echte boekenwurm kan ik er altijd wel een interessante uitgave vinden. Maar daar is mijn echtgenote niet altijd blij mee..’. Jean’s wederhelft, Régine, is eveneens gids. Zij verzorgt toeristische rondleidingen in Geraardsbergen. ‘We hebben inderdaad dezelfde passie. Toevallig hebben we ons verdeeld over twee ste-

Ondanks zijn inzet voor de Denderstad Lessen, ligt zijn thuisstad Geraardsbergen Jean nog het meest aan het hart. Hij is wat al te blij om die twee liefdes samen met zijn echtgenote te kunnen delen. ‘Na de zomer willen we er samen met de Dienst Toerisme van Geraardsbergen werk van maken om de kerk van het Sint-Catharinacollege open te stellen voor publiek. Dat zou een mooie aanvulling zijn op wat de Oudenbergstad te bieden heeft kwa monumenten.’ Eens een Giesbaergeneir, altijd een Giesbaergeneir. (WiSch)

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 27 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014
Jean Marquebreuck
jaargang, nummer 11, 1 juli 2014
© Studio Schrever

Op de VlaamseArdennendag in de Helix ontmoetten we Joren Kallaerts van JNM, de jeugdafdeling van Natuurpunt. Als milieubewuste beweging willen ze jongeren meteen bewust maken van het milieu dat ons omringt.

Van jongsaf

JNM is een jeugdbeweging voor kinderen en jongvolwassenen van 7 tot en met 26 jaar. JNM zelf is de afkorting voor Jeugd Natuur en Milieu. Deze jeugdbeweging heeft als intentie hun leden op een speelse en aangename manier bewust te maken van alles wat te maken heeft met ons leefmilieu (de verschillende soorten planten en dieren in onze eigen, directe omgeving).

Jeugd & Natuur

Verdraagzaamheid en ecologisch denken

‘Uiteraard zijn onze leden cruciaal, deze worden in 3 subgroepen opgedeeld volgens leeftijd. De 7 tot en met 12 jarigen behoren tot de jongste groep, namelijk de‘Piepers’. Wanneer zij de overstap maken naar het secundair onderwijs (12 jaar) behoren zij tot de ‘”ini’s. Al wie ouder is dan 16 wordt aanzien als ‘ouderen’, zij organiseren activiteiten voor de jongere leden.’

ganiseren we enkele knutselactiviteiten (bij de leiders zelf) of (zoals in de wintermaanden) gaan we schaatsen of zwemmen.’

NiGer (Ninove-Geraardsbergen) en telt ongeveer 80 leden.

Bewustzijn

‘We trachten ook een engagement aan te gaan als jeugdbeweging en mede te ijveren voor het behoud van onze planeet. Op evenementen als de Big Jump, trein naar Warchau, Dag van de jeugdbeweging,Vlaamse Ardennen dag, beheerheerswerken van Natuurpunt zijn we tevens aanwezig om ons steentje bij te dragen en zo de klimaatsverandering aan te kaarten. Kortom, milieu bewustzijn en een actieve bijdrage hiertoe (hoe klein ook) zijn zeer belangrijke aspecten.’

Tijdens het weekend van 27 en 28 september 2014 organiseert JNM de eerste activiteit van het nieuwe werkjaar (2014-2015) namelijk het startweekend/startdag. Verdere informatie hieromtrent kan u vinden op de site van JNM NiGer.

Wanneer u vragen heeft omtrent JNM, stuur dan gerust een mailtje ( (jorenkallaerts@ hotmail.com) of neem contact op met iemand anders van de leiding van JNM. (WiSch)

Alle info over JNM en de lokale afdeling Geraardsbergen-Ninove, Niger: www.jnm.be

Activiteiten

Op een regelmatige basis, 2 tot 3 keer per maand, komen ze op een afgesproken plaats samen waar onze georganiseerde activiteiten plaatsvinden. Over dit alles wordt gecommuniceerd in het tweemaandelijks afdelingsboekje ‘Het dikkopje/ Den dikkop’ (naargelang de leeftijd). Verder organiseren ze nog per jaar enkele daguitstappen en tijdens de zomermaanden enkele zomerkampen.

‘Tijdens deze activiteiten spreken we geregeld af aan de ingang van een bos of natuurgebied. In dat gebied hebben we dan samen met onze vrienden oog voor de plaatselijke natuur. Zo determineren we plantjes of allerlei diersoorten en spelen er enkele spelletjes. Verder or-

Afdelingen

Concreet heeft JNM 50 afdelingen in Vlaanderen en Brussel. De afdeling voor de streek rond Ninove en Geraardsbergen kreeg de naam

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 30 www.giesbaergskekoleurengazette.be
Joren Kallaerts
Joren Kallaerts JNM op uitstap in het Hallerbos

Superdiverse kunst Franklin Santos Silla Kunst als spirituele oefening

Nog niet zo lang geleden ruilde Franklin met partner Hilke en hun baby Ludon de Brusselse binnenstad in voor de Oudenbergstad. Ze vonden hun plek langs de bergflank in Onkerzele. De roots van Franklin zijn op z’n minst gezegd multi-divers: geboren in Portugal, grotendeels opgegroeid in Engeland en sinds enkele jaren voltijds in Belgenland.

graag in een performance. Tijdens de recente Home Art, waarbij kunstenaars van Geraardsbergen hun atelier openzetten voor publiek, had hij zijn tekeningen opgesteld in het atelier, waarbij de vloerbedekking bestond uit geurige rozen terwijl de muziek in de achtergrond het geheel afrondde.

‘Wat poëzie betreft laat ik me heel graag inspireren door de Brontë-zusters (beschreven het Victoriaanse milieu in 19de eeuw, red.). Vooral de roman ‘Wuthering Heights’ kon me al meermaals aanzetten tot bepaalde tekeningen. Ook in het werk van John Keats, een Engelse dichter uit het tijdperk van de Romantiek, voel ik me thuis.’

De tekeningen van Franklin zijn opgebouwd uit hele kleine, soms minuscule patronen, die oneindig vaak herhaald worden. ‘Yes indeed, er zit heel veel werk in mijn tekeningen. Sommige van mijn grotere werken vragen een jaar werk.

Om op zo’ n manier te werken met literatuur en poëzie voelt voor mij heel erg spiritueel aan. Ik verdiep me in een andere kunst om daaruit weer een nieuw kunstwerk te maken.’

Naar thema zijn de werken gesorteerd in verschillende collecties. Zo is er ook een collectie ‘Van Gogh’, die teruggaat op diens sublieme schilderijen.

Franklin reist met zijn werken ook graag de wereld rond, om nieuwe indrukken

en inspiratie op te doen. In 2012 nog had hij een tentoonstelling van zijn collectie ‘Brontë’ in Yorkshire (U.K.) de voormalige woonplaats van de drie zusters.

‘In kunst gaat het voor mij altijd om de drie zintuigen, die we allemaal hebben: horen, zien en ruiken. Door de combinatie ervan kan ik een bepaalde atmosfeer creëren, zodat de toeschouwer het geheel kan aanschouwen’. (WiSch)

Sinds zijn prille jeugd is hij gebeten door kunst. Een blik in zijn persoonlijke kunstcollectie.

‘Het is belangrijk dat kunst niet te eenzijdig bekeken wordt, anders heb je alleen maar dat ene voorwerp. Ikzelf maak er steeds werk van om mijn pentekeningen in een mooi geheel te plaatsen in een samenloop van tekeningen, poëzie en muziek.’

Na zijn opleiding Muziek aan het Conservatorium, wilde hij zich niet beperken tot deze ene vorm. Muziek, samen met poëzie, als inspiratiebron voor zijn grafisch werk combineert hij sindsdien

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 31 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014
Franklin Santos Silla Enkele van de werken van Franklin

Een franse kuitenbijter van formaat

In ‘Fietspraat’ brengt Walter Aelvoet, voorzitter van de Fietsersbond Geraardsbergen-Lierde, een stukje met zijn ervaringen als fervent fietser in het dagdagelijkse leven. In dit verhaal kan u weer lezen hoe hoe vrolijk het leven is met een fiets aan je zij...

De lente in-fietsen

De lente is het seizoen bij uitstek om weer op de fiets te springen indien je die, en ook jezelf, een winterslaap gegund hebt. En wie nu toch de auto neemt voor een ritje kan bezwaarlijk het regenachtige voorjaar als excuus inroepen! Onder het motto ‘jong geleerd is oud gedaan’, trokken de kinderen in de Freinetschool naar jaarlijkse gewoonte per fiets op kamp. Onder begeleiding van twee leerkrachten en twee vrijwiligers van de lokale Fietsersbond Geraardsbergen-Lierde, laveerden de vierentwintig dappere gastjes tussen de regendruppels door naar Gooik. Er was geen ontkomen aan: het regende pijpenstelen. De kids zijn geen doetjes en dus trappen maar, om uitgeregend en wel aan te komen op de kampeerplaats. Bij aankomst stond hen zowaar een ‘natje’ en een ‘droogje’ te wachten. Hun weekje in Gooik vloog voorbij en de volgende vrijdag stonden ze ons, de begeleiders, al op te wachten voor de terugtocht naar de Klaproos. Voor deze rit onder een stralende hemel tekende ook ik present, met dank aan de weergoden. Maar niet alleen kinderen ontdekken de fiets in het voorjaar. Het MPI in Viane nam voor het tweede jaar op rij deel aan “Bike to Work“. De deelnemers engageerden zich opnieuw om gedurende zes weken naar het werk te fietsen en de auto wat rust te gunnen. Nele en Marhilde, de drijvende krachten

achter dit initiatief, konden weerom 45 collega’s over de streep trekken. Een prachtig resultaat, we zijn alvast benieuwd hoeveel fietsers er volgend jaar zullen zijn en wie de fietsoefening verder zet voor de rest van het jaar. Dit moet zeker ook anderen kunnen inspireren: misschien kan u uw collega’s in het bedrijf, de school of de stad ook overhalen?

Voor vakanties en uitstappen is mijn ligfiets een trouwe metgezel. Het Hemelvaartweekend van Natuurpunt naar Cap Gris Nez bood weer de kans om nog eens lekker ligfietsend van het leven te genieten.

Ik zoek dan altijd de waterwegen op, ook al betekent dit een omweg. Het is er natuurlijk vlak en je loopt geen risico om de weg kwijt te geraken, alleen opletten om niet wegdromend in het water terecht te komen is de boodschap. Bovenal en onbetaalbaar is de rust, ik kan je het alleen maar aanraden om het zelf eens uit te testen! De knooppunten-fietsroute is een ideale compagnon daarvoor . En wil je niet achteloos verloren rijden neem dan ook de knooppuntenkaarten mee. Bij een bordje dat ontbreekt of verdraaid is, kan alleen de kaart nog redding brengen. Het

kanaal Bossuyt voerde mij en mijn liggende tweewieler gezwind naar Kortrijk en daar volgden we de Leie tot Menen. Dan kwam Ieper in zicht en een boogscheut daarvandaan logeerden we in Poperinge.

Het is altijd leuk om te overnachten en ontbijten op een gastadres van “vrienden op de fiets” en bovendien nog goedkoop. De gastheer of -dame doet het gewoon uit sympathie voor de reiziger die te voet of met de fiets op pad is. Een ontmoeting tussen gelijkgestemde zielen geeft direct een warm gevoel. Dat ik bovendien hun eerste gast ben -ze wonen hier pas drie maanden-, maakt dat ik dubbel in de watten werd gelegd. Ik wenste een avondmaal? Geen probleem. En vegetarisch? Geen probleem. Vertrek je morgen vroeg of laat? Ik had het maar uit te kiezen.

Voor mij is het een unieke ervaring om vast te stellen hoeveel vertrouwen mensen nog kunnen hebben in een “wildvreemde”, nu ja wild is misschien wat te sterk uitgedrukt maar toch. Die ochtend vertrok het gastkoppel vroeger naar het werk; ze vroegen enkel erop te letten de deur achter mij goed dicht te trekken bij het verlaten van hun woonst. Klaar als een klontje.

De ‘schreve’ over, begroetten we de Franse dorpen Herzeele, Wormhout, Bollezeele, Watten, Zouafques en Hardinghem . Wat die ‘Zoeaven’ hier kwamen zoeken is me nog altijd niet duidelijk, maar de naam van het dorp blijft wel hangen.

Het is een heuvelachtig landschap, met nog heel wat natuur, en dat maakte er een pittige tocht van. Fietspaden of zelfs suggesties ervan bestaan er niet, maar langs rustige kleine ‘departementales’ is het best aangenaam fietsen.

De laatste helling naar Cap Gris Nez was een kuitenbijter. Een Franse toerist tilde even mijn zwaar beladen fiets op en besloot fluitend: ‘La dernière montée vers le Cap, tu t’en souviendra’. Er was geen letter van gelogen. (WaAe)

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 32 www.giesbaergskekoleurengazette.be
Fietspraat Walter Aelvoet

Ivan Godfroid werkt voor Vredeseilanden in Rwanda. Met gepaste projecten probeert hij er de landbouw een haalbaar leven in te blazen. Hij schrijft regelmatig over zijn belevenissen voor het magazine MO*, zoals het hier volgende stuk.

Ik dacht dat het om een gewone afspraak ging om een verkennend gesprek te voeren over mogelijke samenwerking in Bukavu tussen onze beide organisaties. Dat het bij Noëlla thuis doorging en bovendien op een zondag mag dan een tikkeltje ongewoon klinken, in Congo zijn de mensen echt wel soepel. Aan een dergelijke wending had ik me dan ook totaal niet verwacht. Het ging eerst wel degelijk over samenwerking. De plaats en invloed van de vrouwen in de rijstcoöperaties van de vlakte van de Ruzizi in Zuid-Kivu is zonder enige twijfel een onderwerp van belang. Het zijn immers de vrouwen die, zoals in de meeste landbouwketens, het gros van het werk doen, terwijl het hun mannen zijn die zich de financiële opbrengst ervan toe-eigenen. Stof genoeg om over na te denken hoe we daar mee omgaan.

EindelijkToen we aan de conclusies toekwamen zag ik in mijn ooghoek de buitendeur opengaan en hoorde ik Nono zeggen: “ah, ben je daar Ivan, kom binnen”. Ik keek op. Ze had het niet tegen mij maar wel degelijk tegen de knaap die samen met een oudere vrouw – zijn moeder, zo zal later blijken – binnenkwam. “Kom maar hier en groet Ivan,

Vredeseilanden in Rwanda

Ivan’s dubbelganger

we zijn net klaar met onze vergadering.” De jongeman keek me zelfverzekerd in de ogen terwijl hij me de hand schudde. “Daar heb ik nu al die jaren op gewacht en eindelijk is het dan zover”, hoorde ik hem glunderend zeggen. Er hing een zweem van plechtigheid in de lucht, maar ik had nog niet begrepen waarom. “Ivan”, zei Nono, “voor die jongen is dit wel een heel bijzonder moment. Je drukt nu de hand van Ivan Godefroid Bisimwa”.

“Nu ken ik eindelijk de persoon naar wie ik ben vernoemd”, vulde de knaap aan. Het leek wel of hij mijn hand nooit meer zou loslaten. Het duurde even voor ik de onsamenhangende geluiden die uit mijn keel opwelden weer kon ballen tot woorden voor een verzoek tot verduidelijking.

Bleek dat zeventien jaar geleden een kind werd geboren net op het moment dat ik op werkbezoek was in Kavumu bij onze toenmalige partnerorganisatie ADI-Kivu. Nono mocht als meter de naam kiezen. Omdat die naamkeuze vaak wordt geïnspireerd door mensen waarvan men graag de goede eigenschappen zou willen zien overgaan naar de boreling, en omdat ze me wel mocht (haar woorden), gaf ze maar ineens mijn beide namen mee. Mijn familienaam is hier immers een voornaam, ook al moet er dan wel een ‘e’ worden toegevoegd. En zo leeft die knaap dus al die jaren al met de vraag wie toch die kerel zou kunnen zijn naar wie hij is vernoemd. StaatsexamenDat is intussen twee maanden geleden. Af en toe wisselden we SMS-berichtjes uit, ik maakte een emailadres voor hem aan dat in één letter verschilt van het mijne, maar hij moet zich het manipuleren van het internet nog eigen maken. Vandaag, nu ik opnieuw in Bukavu ben, is hij me komen opzoeken in mijn hotel, alleen. De zoveelste stroomonderbreking had me net opnieuw het werken belet, dus zijn bezoek was een welkome afwisseling. Ik had hem wel op het hart gedrukt zich niet verplicht te voe-

len langs te komen. Maandag, dinsdag en woensdag vindt namelijk het grote nationale staatsexamen plaats dat toegang geeft tot hogere studies, en ik zou niet willen dat hij studietijd verliest aan mij. Maar hij stond erop. Hij had me verzekerd dat hij absoluut zou slagen, want hij had me al aangekondigd dat hij graag landbouwkundig ingenieur zou willen worden. En dat niet eens omdat zijn naam-voorganger dat ook is. Het is wel degelijk een eigen keuze, maar het blijft mooi meegenomen dat op die manier de naam-overdracht wel lijkt te hebben gewerkt.

Evident is dat nochtans niet, slagen in het staatsexamen. Ik ken vele jongeren die vier of vijf keer hebben moeten hun kans wagen. En er is niet altijd een duidelijke band tussen intelligentie en resultaten. Slimme jongeren scoren wel vaker eerder slecht. Ligt dat aan de machinale verwerking van de multiple choice vragen, aan de manipulatie van de resultaten voor de meest biedende, aan slordigheden tijdens de verwerking waardoor namen dooreen geraken?

Geen mens die het weet. Het is een echt kopbreken voor de Congolese jeugd die hogerop wil geraken.

Ik begrijp meteen waarom hij deze keer alleen is gekomen. Hij wil vrijuit kunnen spreken. De beleefdheidsformules met navraag naar de gezondheid van de mijnen werkt hij snel af om zijn verhaal te kunnen doen.

Een FUSO en twee vrouwenToen hij in het vijfde jaar van de lagere school zat, barstte er thuis een bom. Zijn vader kondigde aan dat hij had besloten een tweede vrouw te nemen. Zijn eigen vader had er twee, al zijn broers hadden er twee, hij zou er ook twee nemen. “Het was erfelijk bepaald”, zei Ivan.

Sindsdien brak er iets in zijn jonge hart. Zijn vader, met wie hij altijd een innige band had gehad, vervreemdde van hem, deels omdat zijn nieuwe vrouw hem daar toe aanzette. Ze bracht zelf al drie kinderen mee uit een vorige relatie en die hadden ook affectie nodig. “Daarna heeft hij nog acht kinderen gehad met zijn tweede vrouw, terwijl mijn

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 33 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014

moeder in totaal zes kinderen heeft ter wereld gebracht”.

“Wat doet je vader dan wel als beroep, dat hij zich zoveel kinderen kan veroorloven?”, vraag ik voorzichtig.

“Hij heeft een vrachtwagen FUSO, dat is alles. Maar de zaken gaan niet zo goed de laatste tijd. Ik ben bang dat hij mijn studies niet zal kunnen betalen. Mijn oudere zus zit nu in haar tweede jaar universiteit en studeert “ontwikkeling”. Mijn vader heeft het al moeilijk om haar studies te betalen. Dus die van mij… “. Hij kijkt lipbijtend naar een voorbij zwevende wolk.

“Hij heeft er wel spijt van hoor. Hij heeft me op het hart gedrukt niet te doen zoals hij, en nooit een tweede vrouw te nemen. Hij heeft dat zonder nadenken gedaan, omdat het zo hoorde, omdat iedereen het deed. Mocht hij kunnen herbeginnen, hij zou het niet meer doen. Maar nu moet hij natuurlijk wel zijn verantwoordelijkheid blijven opnemen. Hij was wel wat nijdig toen de biologische vader de volledige bruidsschat van de twee oudste dochters was komen opeisen bij hun huwelijk, terwijl hijzelf ze al die jaren had opgevoed. Maar niets aan te doen, die vader had er volgens het gewoonterecht gewoon recht op.”

“Nooit ofte nimmer zal ik polygaam worden”, verzekert Ivan me met klem. “Zie je wel dat het niet erfelijk bepaald is”, antwoord ik hem. Het is gewoon je eigen beslissing. Niemand is voorbestemd tot wat dan ook.”

RevolutieHij wil nog weten wat ik dan wel voor werk doe. Ik leg het hem in

detail uit. Hij hangt aan mijn lippen. Ik spendeer veel tijd aan de moeilijkheden die de boeren ondervinden met de staatsinstellingen. Een overdaad aan officiële belastingen, gecombineerd met een massa vanuit een positie van machtsmisbruik afgedwongen onderhandse betalingen voor de geringste handelstransactie. Een landbouwwet die werd goedgekeurd en afgekondigd maar nog altijd dode letter blijft door politieke onwil. Beleidsmakers die zich liever verrijken op de kap van de consument door elk jaar voor anderhalf miljard dollar aan voedingsmiddelen in te voeren in een land dat het potentieel heeft om het hele continent te voeden vanuit zijn eigen productie. Een regering die vrij spel wil geven aan buitenlandse kapitaalsinvesteerders die honderdduizenden hectaren willen omvormen tot agro-industriële parken, de gezinslandbouw gaan beconcurreren en de boeren gaan recycleren tot onderbetaalde landarbeiders. Dat de echte prioriteit van dit land niet de Revolutie van de Moderniteit is (het stokpaardje van de president), maar een Revolutie van de Mentaliteit.

Hij begrijpt het allemaal bijzonder snel voor zulke jonge knaap. “Zorg nu maar eerst dat je slaagt in je examen”, benadruk ik nog, en in september, als ik de volgende keer in Bukavu langskom, moet je me maar vertellen wat je zelf denkt over alles wat ik je nu heb gezegd. Dat is nog altijd een paar weken vóór het begin van het academisch jaar”, en ik geef hem een knipoog. Ik zie

en hoe we daaraan vanuit een spirituele visie kunnen werken, om tot meer geluk en gelijkheid te komen.

Frans opende zijn voordracht met het goede nieuws dat er heel wat zaken aan het veranderen zijn in onze wereld. Niettemin gaat dat gepaard met heel wat tegenstand.

zijn gezicht opklaren. Ik kijk achterom en zie dat de lamp in de hotelreceptie nog steeds niet brandt. Van werken zal er niet veel meer in huis komen. “Komaan”, zeg ik, “laat ik je alvast maar eens testen voor maandag. Dan heb je het examen algemene kennis, zeg je? Hoe heet de president van Frankrijk? Wat is het grootste eiland van Afrika? Noem mij de vier belangrijkste graangewassen in de wereld. Wat is de hoofdstad van Senegal? Hoe heten de twee grote Afrikaanse woestijnen? In welk jaar had de Franse revolutie plaats? Hoe noemden de onafhankelijkheidsstrijders van Kenya?”.

Hij trekt zich behoorlijk uit de slag. Als hij het niet weet vraagt hij me drie keuzemogelijkheden en dat helpt. Hij kon niet de planeten van ons zonnestelsel in de juiste volgorde opnoemen, maar dat zou een doorsnee-Vlaming ook niet kunnen. En als ik vraag naar de eerste man in de ruimte: naam, jaartal en nationaliteit, slaat hij de bal wel erg mis met zijn “Belg”. Maar hij doet het kranig en verliest op geen enkel moment zijn zelfvertrouwen.

Dit moet lukken, denk ik. Het wordt nog even wachten tot 15 juli eer de uitslagen van het staatsexamen zullen worden gepubliceerd. Maar als hij me in september ook nog iets zinnigs kan vertellen over de Revolutie van de Mentaliteit, is hij, wat mij betreft, geslaagd in zijn toelatingsexamen tot de universiteit.

MO*)

Op 28 juni j.l. gaf Frans Goetghebeur een workshop ‘Een nieuwe wereld voorbereiden’, in Stiltehoeve Metanoia (Damme).

Frans Goetghebeur, die we eerder interviewden voor deze Gazette (Gazette 2 en 3), mag de aanbrenger van boeddhisme in onze contreien heten. Hij was vele jaren vast verbonden aan het Tibetaans Boeddhistisch Instituut.

Vanuit zijn kennis en ervaring in het boeddhisme reflecteer hij op de samenleving

‘Dat is makkelijk uit te leggen aan de hand van een Afrikaans spreekwoord dat zegt ‘Een oude boom die valt, kraakt met veel lawaai. Een heel nieuw woud groeit geruisloos.’ In de schaduw van wat zichbaar is, groeien op alle niveaus kleine signalen, vanuit onszelf, om de dingen anders te gaan aanpakken’.

‘Ik kijk de toekomst optimistisch tegemoet: er staat heel wat positiefs te gebeuren om een betere samenleving te bereiken.’ (WiSch)

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 34 www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 35 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014
© Studio Schrever

Deel-maatschappij

Repair Café in Geraardsbergen

Stilstaan en actief deelnemen

Kringwinkel. Op deze manier kon je ook eens een kijkje nemen in de mooi ingerichte winkelruimte, op het industrieterrein van Geraardsbergen.

Fietsersbond Geraardsbergen-Lierde, Kringwinkel ‘t Vierkant en Vormingplus blikken terug op een geslaagde eerste editie van het Repair Café in Geraardsbergen. Er kwamen een veertigtal mensen op af om spullen te laten herstellen.

Repair Café

Sinds 2013 verspreidt Netwerk Bewust Verbruiken het Repair Café-concept in Vlaanderen en Brussel. Momenteel komen er steeds nieuwe Repair Cafés over heel Vlaanderen bij. Zo zijn er al meer dan vijftig Repair Cafés verspreidt over Vlaanderen en Brussel. Ook de start van het eerste Repair Café in Geraardsbergen op zaterdag 24 mei was meteen een succes. Het team van meer dan twintig vrijwilligers kon de bezoekers blijgezind ontvangen. Dit kwam tot stand door een fijne samenwerking van de initiatiefnemers, Fietsersbond Geraardsbergen-Lierde, Kringwinkel ‘t Vierkant en VormingPlus Vlaamse Ardennen.

Doorheen de dag kon je langskomen met een defect aan fietsen, huishoudtoestellen en textiel. De vrijwilligers beschikten over het nodige herstelmateriaal en dito kennis om samen met de aanbrenger het probleem op te lossen. Er kwamen ook geïnteresseerden langs uit sympathie voor deze bijeenkomst. Zowel jong als oud werden vertegenwoordigd.

Onder de vrijwillige medewerkers van het Repair Café Geraardsbergen waren heel wat interculturele deelnemers. Met dit initiatief dat driemaandelijks zal plaatsvinden, wordt een alternatief aangeboden voor het zomaar weggooien

van defecte toestellen, wat de afvalberg in sterke mate kan helpen afnemen. Het gaat er immers ook om een mentaliteitsverandering tot stand te brengen, nl. om stil te staan en actief deel te nemen aan een meer duurzame samenleving.

Ontmoeting

Dit evenement is tevens een sociaal gebeuren waarin je elkaar kan ontmoeten. Daarvoor was -zoals het in een Repair Café hoort- een cafégedeelte met drankjes en taart voorzien. Want ook de kans om andere mensen te ontmoeten hoort bij dit concept. Een bijkomend voordeel was dat het Repair Café verbonden was met de

Drukte en gezelligheid werden mooi gecombineerd. Bij iedere gelukte herstelling weerklonk een luide bel en gejuich van de aanwezigen. Aansluitend kon je een infomoment bijwonen over het handige alternatieve ruilsysteem ‘Letsen’. Deze letsvereniging is al meer dan 1 jaar actief in Geraardsbergen.

Wees er de volgende keer (opnieuw) bij. Ook wie interesse heeft om als vrijwilliger deel te nemen, aarzel niet om contact op te nemen via dit emailadres: repaircafegeraardsbergen@gmail.com. Het eerstvolgende Repair Café Geraardsbergen is gepland op zaterdag 27 september 2014. (NeW)

Alle info over Repair Café Geraardsbergen op deze link: www.repaircafegeraardsbergen.be

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 36 www.giesbaergskekoleurengazette.be
Vrijwilligers van Repair Café Geraardsbergen

Alternatief

Vrijwilliger in de kijker

Burenvervreemding tegengaan

trokken is met dit project? Wat is haar intentie?

Alternatieven om problemen in onze samenleving aan te pakken worden meestal door vrijwilligers gedragen. Een portret van zo’n vrijwilliger, Els Vansant, die we ontmoetten op het Repair Café.

Freecycling

Het is niet zo toevallig dat zij zich engageert als vrijwilliger voor een concept zoals Repair Café.

Zelf is ze heel actief betrokken bij de Facebookgroep ‘Freecycle Vlaamse Ardennen’. Het concept is opdat mensen elkaar gratis dingen kunnen aanbieden, en dit liefst zo lokaal mogelijk. De aankondiging gebeurt telkens met een bericht op de Facebook-groep. De beweging om ons overaanbod aan voorwerpen weg te geven en te schenken aan iemand die het wel kan gebruiken, voelt heel goed aan. Het vrijelijk weggooien zonder verwachting of voorwaarden.

We vroegen aan Els waarom ze zo be-

‘Enerzijds als reactie tegen de ‘overconsumptie-manie’ in onze maatschappij. De prijzenconcurrentie wordt zo hard gespeeld, dat het allemaal uit de hand begint te lopen. Anderzijds vind ik ‘geven’, en ‘delen’ gewoon leuk. Het geeft een gemeenschapsgevoel, je ontmoet iemand nieuw uit je eigen omgeving. Zo sprak ik eens af met een vrouw die kinderkledij nodig had. Ik ontmoette haar aan het station, ze trakteerde me op een drankje en we babbelden nog even na. Dit moet natuurlijk niet altijd, maar het was wel een leuke attentie en vooral een leuke ontmoeting. Dit vergeet je niet zomaar. Op deze manier kan je burenvervreemding tegengaan. Het is ook een groeiproces. Ikzelf volg en beheer de berichten op de Facebookpagina, zodat alles eerlijk en vlot verloopt tussen de uitwisseling en contacten. Maar conflicten zijn er nog niet gebeurd.’

Antwerpse ‘Chaletter’

‘Ik woon zo’n zes jaar in Lierde en werk als kleuterleidster in Geraardsbergen. Ik laat me graag inspireren door initiatieven uit Antwerpen, waar ik opgroeide en lange tijd woonde. Zo was het ook met ‘Chaletter’, dat een boekcrossingsysteem is. Deze houten kastjes gemaakt van gerecycleerde materialen worden ontworpen door kunstenaars, samen met jongeren. Op tal van publieke plaatsen in Antwerpen, zoals bv. op de Groenplaats kan je deze huisjes terugvinden.’

In deze huisjes kan je beschut tegen regen en wind, een boek te leen leggen of zelf gaan ophalen. Je hebt even een vrij moment, of je vindt een boek dat je interesseert, je neemt het mee en nadien bezorg je dit boek of een ander boek terug in een ‘Chaletter’. Op deze manier kunnen boeken een nieuw leven

krijgen, op een makkelijke en originele manier. Zo denkt Els eraan om dit ook op te starten in onze streek, in samenwerking met een lagere school voor het maken en bouwen van enkele ‘Chaletter’-huisjes. (NeW)

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 37 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014
Els Vansant Chaletters in Antwerpen

In het MPI Viane-Deftinge, een zorginstelling voor licht tot zwaar mentaal gehandicapten die zo’n tweehonderd personeelsleden telt, werd op donderdag 19 juni de actie Bike to Work succesvol afgerond.

Mobiliteit Bike to Work Werken aan mobiliteit

Bike to MPI

Initiatiefnemers en werknemers van het MPI Nele De Winde en Marhilde Vander Mijnsbrugge werkten het programma van de Fietsersbond voor het tweede jaar op rij uit. Bike to Work is een jaarlijkse lente-actie die mensen wil aanzetten om woon/werk verplaatsingen vaker per fiets af te leggen.

‘Voor deze tweede Bike to Work in het MPI konden we 44 mensen aanzetten

om gedurende twee maand de fiets te gebruiken voor het woon/werk verkeer. In totaal legden we zo 5.033 km af’, vat Nele De Winde het succes samen. Ook personeelshoofd van het MPI, Marleen Van Sinaey, kijkt tevreden terug op de fietsactie. Ze nam ook zelf deel aan de Bike to Work: ‘Als bedrijf kunnen we op die manier een steentje bijdragen om het mobiliteitsprobleem te helpen oplossen’.

De lokale afdeling van de Fietsersbond, Fietserbond Geraardsbergen-Lierde, is opgetogen met de inzet van de fietsers en beloonde een van de deelnemers met een jaarabonnement bij de Fietsersbond. Afgevaardigden van de lokale afdeling, Judith Postelmans en Wim Schrever, kwamen de prijs overhandigen. ‘We hebben voor alle deelnemers

ook een infobrochure van de Fietsersbond meegebracht. Als belangenvereniging van de fietsers in Vlaanderen en Brussel maakt de nationale organisatie er werk van om op het beleid -zowel op lokaal, regionaal en federaal vlak-, druk te blijven uitoefenen voor een betere fietsinfrastructuur’, sprak Judith Postelmans de fietsers van het MPI aan. ‘Hoe meer leden de Fietsersbond telt, hoe meer we allen samen kunnen doorwegen op het beleid’, spoorde ze de fietsende werknemers van het MPI nog aan.

Een van hen lanceerde alvast voor de actie van volgend jaar een nieuwe team-naam: ‘Met de wind van achter’. Dat zegt genoeg over hun enthousiasme voor het fietsen.

To be continued... (New)

De redactie van de Giesbaergske Koleuren Gazette werkt ook een eigen Fietscampagne ‘We Cycle this City’ uit.

Het conceptidee is om aan te tonen dat je beter niet met de auto in de stad rijdt: je neemt (veel te veel) plaats in, je stoort je medemens met

lawaai, gevaar, overlast, vervuiling en bovendien stoor je ook jezelf, want je raakt je auto niet kwijt, je moet veel betalen voor een parkeerplaats, je staat heel vaak in de file temidden van andere automobielen en je wordt er heus niet blijgezind van, van dat autogedrag.

‘Cycle’ staat voor de cyclus

die we moeten maken om onze (im)mobiele maatschappij weer leefbaar te maken en natuurlijk ook voor ‘cycling’, het Engelse woord voor ‘fietsen’.

De volledige campagne staat te kijk op http://www.giesbaergskekoleurengazette.be/ fietscampagne.htm

www.giesbaergskekoleurengazette.be/fietscampagne

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 38 www.giesbaergskekoleurengazette.be

Blik op de straat Wim Schrever

In het hart van Europa

Bij het Centraal Station van Brussel sprak ik een man aan. Hij zat doelloos in een stripverhaal van Kuifje te staren. De lege koffiebeker die voor ‘m op de grond stond was het enige nut van zijn zitten. Een faillissement had hem de nek omgedaan en in allerijl was hij met zijn vrouw en kind naar zijn geboortestad gespoord, in de hoop er een oplossing te vinden voor hun uitzichtloze situatie. Aan zijn kledij en houding kon ik opmaken dat hij er wel goed had ingezeten.

Dat hij hier sinds twee dagen komt zitten, de mensen nauwelijks durft aan te kijken. En dat ze onderdak gevonden hebben bij de ‘Marocains’, wees hij met z’n hoofd naar ‘t Zuid van de Europese hoofdstad. Een vrouw had hem wat stripverhalen langsgebracht, voor z’n dochter. ‘Tout est foutu’, bevestigde hij nogmaals en hij toonde me de foto van zijn twaalfjarige dochter, in betere tijden van glamour en glitter.

Si je pouvais faire quelque chose pour elle, en ik stopte hem wat euromunten toe die ik al klaar had. ‘Courage’, zei ik, ‘courage’, terwijl ik hem breekbaar aankeek. Hij gaf me de hand. Tweemaal. Een warme hand.

Zijn verhaal liet me even de tijd vergeten. Ik zie plots in dat ik een trein te halen had, nam nogmaals afscheid en spoedde me naar de ingang van het station. De trappen per drie aflopend verzwichtte ik m’n voet. Ik haalde de trein nog net op tijd.

‘s Avonds in bed kan ik de slaap niet vatten. De verstuikte voet gloeit na maar deert me niet. Ik denk aan de man bij het station en beeld me in hoe hij probeert de slaap te vatten. Ik hoor de opmerkingen al, dat hij toch wat slimmer had moeten wezen en niet zo voor het grote geld had moeten gokken. Inderdaad, dat zouden we allen, wat slimmer moeten geweest zijn, en ons niet zo hebben laten inpakken door die neoliberale strafstaat, waarover activist en auteur Bleri Lleshi het heeft in zijn recente boek, ‘De neoliberale strafstaat’.

Misschien een tip voor uw vakantielectuur, aan de rand van het zwembad. (WiSch)

Giesbaergske Koleuren Gazette www.giesbaergskekoleurengazette.be pagina 39 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014
Wim Schrever

Giesbaergen multiculturèl

“These days, in our materialistic culture, many people are led to believe that money is the ultimate source of happiness. Consequently, when they don’t have enough of it they feel let down. Therefore, it is important to let people know that they have the source of contentment and happiness within themselves, and that it is related to nurturing our natural inner values.”

H. H. Dalai Lama

Hoofdredactie:

Wim Schrever

Eindredactie:

Wim Schrever

Redactie:

Wim Schrever

Nele De Winde

Nahid Mohammadi

Hilke Muyldermans

Fotografie & Vormgeving: © Studio SchreverAll rights reserved

Tekst:

Wim Schrever

Nele De Winde

Nahid Mohammadi

Kees Klomp

Walter Aelvoet

Kees Klomp

Joop Hoek

Mieke Herregodts

Bertjan Oosterbeek

Nico Goethals

Productie:

Studio Schrever

Uitgeverij: Uitg. Eigenbegeer

Redactie-adres:

Buizemontstraat 19

9500 Geraardsbergen

Werkten mee aan dit nummer: Bonniface Agboka Koku

Wie wenst kan de werking van de vrijwillige, onafhankelijke en interculturele Giesbaergske Koleuren Gazette ondersteunen via een vrijwillige bijdrage.

Alle bijdragen zijn welkom op rekeningnummer BE25 7370 1096 4982 van Uitg. Eigenbegeer, Buizemontstraat 19, 9500 Geraardsbergen, met vermelding ‘bijdrage werking Gazette’.

Giesbaergske Koleuren Gazette 3de jaargang, nummer 11, 1 juli 2014 pagina 40 www.giesbaergskekoleurengazette.be
Colofon
© Studio Schrever Verantw. uitgever: Wim Schrever, Buizemontstraat 19, 9500 Geraardsbergen
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.