Veekijkernieuws rund juni 2025

Page 1


Hemorragische enteritis en sterfte bij kalveren

Eind januari belde een melkveehouder de Veekijkertelefoon voor meer informatie over de sectieuitslag van één van zijn kalveren. Het kalf was 1 dag oud en, ondanks een goede start na de geboorte, plots gestorven. Op de sectie-uitslag werd een bloederige ontsteking van de lebmaag en de darm beschreven, veroorzaakt door Clostridium spp. In de sectie-uitslag werd melding gemaakt van ijzerpigmenten in epitheelcellen van de lebmaag.

De veehouder gaf aan dat hij zijn kalveren sinds ongeveer zes weken een ijzerbolus toediende kort na de geboorte. Hij was hiermee gestart na een bericht van de kalvermesterij waarin werd vermeld dat de kalveren van de desbetreffende veehouder vaak een laag hemoglobinegehalte hadden en dat ijzersuppletie daarom verstandig was. Voorafgaand aan het ingeven van de ijzerbolussen is geen aanvullende diagnostiek uitgevoerd om de hemoglobinegehaltes in het bloed te bepalen. Sinds hij was gestart met het verstrekken van de ijzerbolussen aan de kalveren, stierven plotseling drie kalveren, waaronder het dier dat was ingestuurd voor pathologisch onderzoek.

De kalveren op het bedrijf worden gevoerd met verse koemelk en er wordt geen poedermelk gegeven. Koemelk bevat over het algemeen minder ijzer dan poedermelk, dat vaak is verrijkt met ijzer. Bacteriën zoals Clostridium spp. gebruiken ijzer en kunnen in aanwezigheid van voldoende ijzer snel vermeerderen. Het is dus mogelijk dat door het toedienen van de ijzerbolussen een gunstiger milieu is gecreëerd voor de aanwezige Clostridiumbacteriën. De door deze bacterie geproduceerde toxines kunnen dodelijk zijn voor het kalf. De veehouder besloot direct te stoppen met het toedienen van de ijzerbolussen. Geadviseerd is om ook kritisch naar de droogstand van de melkkoeien te kijken voor sterke en vitale kalveren. Verder overweegt hij om over te stappen op melkpoeder. In een vervolgcontact met de veehouder enkele weken later gaf hij aan dat er geen kalveren meer zijn gestorven sinds het stoppen met de ijzerbolussen.

White Muscle Disease

In februari benaderde een dierenarts de Veekijker met vragen over de resultaten van een bloedonderzoek en sectie van een 3 maanden oud kalf. Het kalf vertoonde spierzwakte nadat het samen met de moeder naar buiten ging na de stalperiode. Een dierenarts in deze praktijk herkende de symptomen van White Muscle Disease. Het betrof een kalf dat werd gehouden op een extensief zoogkoeienbedrijf. Op dit bedrijf vertoonde een tweede kalf dezelfde symptomen. In het bloedonderzoek van het kalf waren de gehaltes voor koper, selenium en zink verlaagd. Ook het vitamine E-gehalte en Beta-caroteen waren fors verlaagd. Op sectie was een acute degeneratie van skeletspier en hartspier te zien. Ook werd een kopertekort in de lever aangetoond. Dit sectiebeeld past bij White Muscle Disease en het lage selenium en vitamine E-gehalte in het bloed ondersteunt deze diagnose.

De veehouder is geadviseerd om de mineralenvoorziening van de verschillende leeftijdsgroepen te controleren en indien nodig te supplementeren. Vers gras is een goede bron van vitamine E en Beta-caroteen.

Via VeekijkerNieuws houden wij u elk kwartaal op de hoogte van nieuws uit de monitoring van diergezondheid bij rundvee. Mocht er tussendoor iets belangrijks spelen dan sturen wij u daarover een bericht.

Aanmelden

sectiemateriaal

U kunt dieren 24 uur per dag, 7 dagen per week aanmelden voor pathologisch onderzoek via www.gddiergezondheid.nl/ophaaldienst of 088 20 25 500. Wij halen dieren die ’s avonds voor 22.00 uur zijn aangemeld de eerstvolgende werkdag op. Voor een optimaal onderzoek is het belangrijk om een volledige anamnese toe te voegen. Ook is het van belang vers materiaal in te sturen (koelen in warme tijden en bij strenge vorst op een droge afgeschermde plek binnen plaatsen) en een dier te selecteren dat representant is van het probleem.

De impact van blauwtong (BT) op de rundergezondheid

De sterfte van runderen ouder dan 1 jaar op melkveebedrijven is vanaf het vierde kwartaal 2023 verhoogd (figuur 1). De toename hangt samen met de BTV-3-uitbraak in 2023 en 2024. Ook volwassen runderen op zoogkoebedrijven hadden een hogere sterfte door BT. Daarnaast was zowel voor niet-geoormerkte als voor geoormerkte kalveren in het derde en vierde kwartaal van 2024 de sterfte hoger dan verwacht op zowel melkvee-, zoogkoe als vleeskalverbedrijven (alleen geoormerkte kalveren).

Uit verdiepend onderzoek naar de impact van BTV-3 op de rundergezondheid bleek dat het melkvee op bedrijven met een

Rundersterfte >1 jaar op melkveebedrijven per jaar

BTV-3-besmetting in 2023 in 2024 een verminderde vruchtbaarheid had. De klauwgezondheid was niet verschillend van de periode vóór blauwtong. De klauwgezondheid is echter alleen bekend van de ongeveer 1.900 deelnemers aan Digiklauw. In Digiklauw worden door klauwverzorgers alleen afwijkingen aan de klauwen gescoord en geen typische blauwtongverschijnselen zoals stijfheid en zwelling van de kroonranden. Bedrijven die in 2023 niet of nauwelijks besmet waren met BTV-3 en in 2024 waarschijnlijk wel, hadden in 2024 een wat verminderde uiergezondheid en hoger antibioticumgebruik dan vóór de blauwtongperiode.

van

>1 jaar op melkveebedrijven per rollend jaar in de periode van het vierde kwartaal van 2019 t/m het vierde kwartaal van 2024.

Kalveren met zenuwverschijnselen en congenitale hersenafwijkingen

Sinds begin januari kreeg de Veekijker veel meldingen van kalveren binnen met zenuwverschijnselen, variërend van ‘domme/slome’ kalveren tot sterrenkijkers en zenuwverschijnselen als trillen omvallen. De eerste meldingen betroffen jonge kalveren op melkveebedrijven, gevolgd door dieren op vleeskalverbedrijven. Veel van deze dieren verslechterden of konden zichzelf niet meer redden en werden geëuthanaseerd. Pathologisch onderzoek toonde congenitale hersenafwijkingen aan zoals hydrocephalus (waterhoofd) en hydranencephalie (afwezigheid van grote hersenen). Met name in

Genetische afwijkingen

Als opvolging van een eerder bericht vanuit de monitoring over afwijkende kalveren van de stier American Expeditie zijn op een nieuw bedrijf afwijkende kalveren geboren. De op dit bedrijf gebruikte pinkenstier bleek een nakomeling te zijn van de

het eerste kwartaal van 2025 werd vaker deze diagnose gesteld dan in eerdere periodes. Ook bij verworpen vruchten werden vaker hersenafwijkingen vastgesteld. Aanvullend onderzoek toonde bij meerdere dieren blauwtongvirus en/of antistoffen tegen blauwtongvirus aan. Van BTV-8 is beschreven dat het aanleiding kan geven tot congenitale hersenafwijkingen indien de moeder vroeg in de dracht wordt geïnfecteerd. Van BTV-3 is dit nog niet bekend. Een pilotonderzoek is gestart vanwege de opvallende stijging.

desbetreffende stier. Bij de kalveren werden zeer specifieke afwijkingen gevonden zoals grote oren, huiddefecten onder de gehoorgang met open verbinding naar de keelholte en monddelen (tandelementen en een lip) onder de gehoorgang.

Figuur 1. Sterfte
runderen

Rundveegezondheid in Nederland, eerste kwartaal 2025

DIERZIEKTEN

SITUATIE NEDERLAND

Categorie (AHR)

Resultaat monitoring eerste kwartaal 2025

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van Animal Health Regulation (AHR) 2016/429 (Categorie A-ziekte)

Lumpy Skin Disease (LSD) Virusinfectie. Nederland officieel vrij.

Mond-en-klauwzeer (MKZ) Virusinfectie. Nederland officieel vrij sinds 2001.

A, D, E Nooit infecties vastgesteld.

A, D, E Geen infecties vastgesteld.

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van Animal Health Regulation (AHR) 2016/429 (Categorie B t/m E)

Blauwtong (BT) Blauwtong serotype 3 uitbraak Nederland sinds september 2023 (zie §3.2.1).

Bovine genitale campylobacteriose

Bacterie.

Nederland vrij sinds 2009. Bewaking van KI- en embryostations en bij dieren voor export.

Bovine Virus Diarree (BVD) Virusinfectie.

Bestrijding op melkveebedrijven verplicht, op vleesveebedrijven vrijwillig.

C, D, E Geen verdenkingen van nieuwe infecties, Studies ‘Impact BTV-3 en vaccinatie’ en ‘Bedrijfsprevalentie BTV-12’ gepubliceerd.

D, E Campylobacter fetus spp. veneralis niet aangetoond.

C, D, E 91,3 procent van de melkveebedrijven heeft BVD-vrijstatus of BVD-onverdachtstatus.*

20,1 procent van alle niet-melkleverende bedrijven heeft een gunstige status (vrij of onverdacht).

*BVD-status bepaald aan de hand van GD-programma Brucellose (zoönose, infectie via diercontact of onvoldoende bereid voedsel)

Bacterie.

Nederland officieel vrij sinds 1999. Bewaking via afweerstoffenonderzoek in bloedmonsters van verwerpers.

Enzoötische bovine leucose Virusinfectie.

Nederland officieel vrij sinds 1999. Bewaking via onderzoek op afweerstoffen in tankmelk en bloedmonsters van slachtrunderen.

Epizootic Hemorrhagic Disease (EHD) Virusinfectie. Sinds 2022 vastgesteld bij rundvee in Europa (Spanje, Italië, Portugal en Frankrijk).

Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis (IBR) Virusinfectie. Bestrijding op melkveebedrijven verplicht, op vleesveebedrijven vrijwillig.

Miltvuur

(zoönose, infectie via diercontact)

Paratuberculose

Bacterie.

In Nederland niet aangetoond sinds 1994. Bewaking via bloed-uitstrijken van plotseling gestorven runderen.

Bacterie.

In Nederland bestrijding op melkveebedrijven verplicht. 99 procent neemt deel.

B, D, E Geen infecties vastgesteld.

C, D, E Geen infecties vastgesteld.

D, E Geen infecties vastgesteld. Vaccin tijdelijke autorisatie in Nederland.

C, D, E 83,1 procent van de melkveebedrijven heeft IBR-vrijstatus of IBR-onverdachtstatus.

21,8 procent van alle niet-melkleverende bedrijven had een gunstige status (vrij of onverdacht).

D, E Geen infecties vastgesteld.

E 83 procent van de melkveebedrijven heeft PPN-status A of IPP-status 6.

DIERZIEKTEN

SITUATIE NEDERLAND

Virusinfectie.

Vervolg tabel

Categorie (AHR)

Resultaat monitoring eerste kwartaal 2025

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van Animal Health Regulation (AHR) 2016/429 (Categorie B t/m E) Rabiës (hondsdolheid) (zoönose, infectie via bijt- of krabwonden)

Rundertuberculose (TBC) (zoönose, infectie via diercontact of onvoldoende bereid voedsel)

Nederland officieel vrij sinds 2012 (illegaal geïmporteerde hond).

Bacterie.

Nederland officieel vrij sinds 1999. Bewaking via slachtrunderen.

Trichomonas Parasiet.

Nederland vrij sinds 2009. Bewaking van KI- en embryostations en bij dieren voor export.

B, D, E Geen infecties vastgesteld.

B, D, E Geen infecties aangetoond.

C, D, E Tritrichomonas foetus niet aangetoond.

Q-koorts (zoönose, infectie via stof of onvoldoende bereid voedsel)

Bacterie.

In Nederland bij rund andere stam dan op geitenbedrijven en relatie met ziektegevallen bij mens niet vastgesteld.

Vanaf eerste kwartaal 2023 weer standaard onderdeel van verwerpers-sectieprotocol.

E Twee infecties aangetoond bij een verworpen vrucht.

Artikel 3a.1 Melding zoönosen en ziekteverschijnselen ‘Regeling Houders van Dieren’ van Wet Dieren

Leptospirose

(zoönose, infectie via diercontact of onvoldoende bereid voedsel)

Bacterie.

Bestrijding op melkveebedrijven verplicht, op vleesveebedrijven vrijwillig.

Listeriose (zoönose, infectie via onvoldoende bereid voedsel)

Salmonellose (zoönose, infectie via diercontact of onvoldoende bereid voedsel)

Yersiniose (zoönose, infectie via diercontact of onvoldoende bereid voedsel)

Verordening (EG) nr. 999/2001

Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE)

Bacterie.

Besmetting incidenteel bij rundvee aangetoond.

Bacterie. Bestrijding op melkveebedrijven verplicht, op vleesveebedrijven vrijwillig.

Bacterie.

Besmetting incidenteel aangetoond bij rundvee, met name bij verworpen vruchten.

Prion-infectie. Nederland bij OIE-status ‘verwaarloosbaar risico’. Sinds 2010 bij bewaking geen gevallen meer vastgesteld (totaal 88 gevallen tussen 1997-2009).

- 98,1 procent van de melkveebedrijven heeft leptospirosestatus “vrij”.

30,6 procent van de niet-melkleverende bedrijven heeft leptospirosestatus ‘vrij’

Meer aanvoer van dieren met een lagere status dan leptospirose-vrij dan vorig kwartaal.

Eén nieuwe leptospirosebesmetting.

- Negen infecties aangetoond bij ter sectie aangeboden runderen of bij verworpen vruchten.

- 96,8 procent van de melkveebedrijven heeft een gunstige tankmelk uitslag (landelijk programma).

- Geen infecties aangetoond.

- Geen infecties vastgesteld. >>

Royal GD

Arnsbergstraat 7

Postbus 9, 7400 AA Deventer

DIERZIEKTEN

T. 088 20 25 500

info@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl

SITUATIE NEDERLAND

Overige infectieuze aandoeningen bij rundvee

Boosaardige Catarraal Koorts (BCK) Virusinfectie.

In Nederland komen infecties met Ovine herpesvirus type 2 incidenteel voor.

Leverbot Parasiet.

Leverbot komt algemeen voor in Nederland, vooral in waterrijke/natte gebieden.

Neosporose Parasiet.

In Nederland een belangrijke infectieuze oorzaak van verwerpen.

Categorie (AHR)

Tekenziekten

Uitwendige parasiet die infecties kan overbrengen.

Teken besmet met Babesia divergens, Anaplasma phagocytofilia en Mycoplasma wenyonii komen voor in Nederland.

Resultaat monitoring eerste kwartaal 2025

- Twee infecties vastgesteld bij sectie.

- Op 49 bedrijven infecties vastgesteld en zeven keer bij ter sectie aangeboden runderen.

- Geen infecties aangetoond in ingezonden verworpen vruchten.

- Geen onderzoek meer mogelijk.

Monitoring Diergezondheid

Sinds 2002 voert Royal GD de diergezondheidsmonitoring in Nederland uit in nauwe samenwerking met onder andere de diersectoren, het bedrijfsleven, het ministerie van LVVN, dierenartsen en veehouders. De informatie die in de monitoring wordt gebruikt, wordt op verschillende manieren verzameld waarbij het initiatief gedeeltelijk bij dierenartsen en veehouders en gedeeltelijk bij Royal GD ligt. De informatie wordt integraal geïnterpreteerd om de doelstellingen van de monitoring, het snel signaleren van diergezondheidsproblemen enerzijds en het volgen van trends en ontwikkelingen anderzijds, te bereiken. Samen werken we aan diergezondheid in belang van dier, dierhouder en samenleving.

Vervolg tabel

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.