Herkauwer 103 - februari 2021

Page 1

VOOROP IN DIERGEZONDHEID

herkauwer Februari 2021 - nummer 103

REPORTAGE JONGVEEOPFOK ‘Houd het simpel’

ONDERZOEK

Oorzaken scherp-in bij runderen

UIERGEZONDHEID

Aan de slag met de ‘natte meting’


HIPRABOVIS SOMNI/Lkt

Geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia ® Geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni enemulsie Mannheimia haemolytica leukotoxoïd (Lkt) in injecteerbare voor runderen. haemolytica leukotoxoïd (Lkt) in injecteerbare emulsie voor runderen. Geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia ® / voor runderen. haemolytica leukotoxoïd (Lkt) in injecteerbare emulsie

HIPRABOVIS SOMNI Lkt Geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia haemolytica leukotoxoïd (Lkt) in injecteerbare emulsie voor runderen. PREVENTIE LONGONTSTEKING PREVENTIE LONGONTSTEKING VANDAAG VANDAAG MELKPRODUCTIE VAN PREVENTIE LONGONTSTEKING VANDAAG MELKPRODUCTIE VAN DE DE TOEKOMST TOEKOMST PREVENTIE LONGONTSTEKING VANDAAG MELKPRODUCTIE VAN DE TOEKOMST MELKPRODUCTIE VAN DE TOEKOMST dairyvet43 dairyvet43 dairyvet43 dairyvet43

ca

HIPRA BENELUX M Nieuwewandelinga n62 nhe 9000 Gent i m ia België

ol

yti

HIPRABOVIS SOMNI Lkt HIPRABOVIS SOMNI Lkt

LEUKOTOXINE van

: geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia haemolytica leukotoxoïd in injecteerbare emulsie voorrunderen.SAMENSTELLINGPERDOSIS(2ml):MannheimiahaemolyticabiotypeAserotypeA1,geïnactiveerdecelvrijesuspensiemetleukotoxoïdELISA > 2,8 (*) en geïnactiveerde Histophilus somni Bailie-stam MAT > 3,3 (**). (*) Ten minste 80% van de gevaccineerde konijnen heeft een ELISA-waarde van > 2,0; de gemiddelde ELISA is > 2,8. (**) Ten minste 80% van de gevaccineerde konijnen heeft een log2 MAT-waarde van ≥ 3,0; de gemiddelde log2 MAT > 3,3. INDICATIES: Voor de vermindering van klinische verschijnselen en longlaesies veroorzaakt door Mannheimia haemolytica serotype A1 en Histophilus somni bij kalveren vanaf 2 maanden oud. TOEDIENINGSWEG: Voor subcutaan gebruik. DOSERING: 2 ml/kalf van 2 maanden ® oud. Deze dosis van/2 ml moet na 21 dagen worden herhaald. Vaccineer kalveren via een subcutane injectie in het prescapulaire Toediening emulsie : geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia haemolytica leukotoxoïdgebied. in injecteerbare van®de dosis aan afwisselende zijden heeft de voorkeur. BIJWERKINGEN: Na elke vaccinatie kan er een tijdelijke temperatuurverhoging (tot 2ºC) voorrunderen.SAMENSTELLING PER DOSIS(2ml):MannheimiahaemolyticabiotypeAserotypeA1,geïnactiveerdecelvrijesuspensiemetleukotoxoïdELISA / optreden, maar deze verdwijnt na 4 dagen. Gevaccineerde dieren kunnen na toediening van het vaccin op de injectieplaats een zwelling emulsie : geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia haemolytica leukotoxoïd in lokale injecteerbare > 2,8 (*) en geïnactiveerde somni Bailie-stam > 3,3 (**). (*) Tenverdwenen minste 80% van deingevaccineerde konijnen heeftin een ELISA-waarde hebben van Histophilus 1 totPER 7 cm. Deze(2ml): zwelling kan 14MAT dagen na de vaccinatie of A1, duidelijk omvang afgenomen zijn, maar sommige voorrunderen.SAMENSTELLING DOSIS Mannheimia haemolytica biotypeAserotype geïnactiveerde celvrijesuspensie metleukotoxoïd ELISA van > 2,0; de gemiddelde is > 2,8. (**) Ten minste 80%aanhouden. van de gevaccineerde konijnen heeft een van ≥ 3,0; deeen gemiddelde gevallen naELISA de tweede toediening tot wel 4 weken CONTRA-INDICATIES: Vaccineer geenlog2 ziekeMAT-waarde dieren en vaccineer niet bij > 2,8 (*) en geïnactiveerde Histophilus somni Bailie-stam MAT > 3,3 (**). (*) Ten minste 80% van de gevaccineerde konijnen heeft een ELISA-waarde overgevoeligheidVoor voorde devermindering actieve bestanddelen, het adjuvans of hulpstoffen. WACHTTIJD: 0veroorzaakt dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: log2 MAT > 3,3. INDICATIES: van klinische verschijnselen en longlaesies door Mannheimia haemolytica serotype ® van > 2,0; de gemiddelde ELISA is 2,8.: (**) Ten minste 80%met van de gevaccineerde konijnen heeftophaemolytica een MAT-waarde van ≥ 3,0;komen. de gemiddelde / >mogen gezonde dieren gevaccineerd worden. hetHistophilus vaccin voordat hetVoor wordt toegediend een log2 temperatuur van +15 geïnactiveerd vaccin somni en Mannheimia leukotoxoïd in +25°C injecteerbare emulsie A1 en HistophilusAlleen somni bij kalveren vanaf 2 maanden oud.Laat TOEDIENINGSWEG: subcutaan gebruik. DOSERING: 2 tot ml/kalf van 2 maanden log2 MAT > 3,3. INDICATIES: deDOSIS vermindering van klinische verschijnselen longlaesies door Mannheimia Schudden voor Voor gebruik. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN, te nemenen door degene dieveroorzaakt het diergeneesmiddel toedient: Dit haemolytica product bevat serotype voor SAMENSTELLING PER (2ml): Mannheimia haemolytica biotype A serotype A1, geïnactiveerde celvrije suspensie met leukotoxoïd ELISA oud.runderen. Deze dosis van 2 ml moet na 21 dagen worden herhaald. Vaccineer kalveren via een subcutane injectie in het prescapulaire gebied. Toediening minerale olie. Onbedoelde injectie/zelfi njectie kan pijn en zwelling veroorzaken, vooral als de injectie in eenDOSERING: gewricht of vinger plaatsvindt. In A1 en Histophilus somni bij kalveren vanaf 2 maanden oud. TOEDIENINGSWEG: Voor subcutaan gebruik. 2 ml/kalf van 2 maanden > 2,8de(*)dosis en geïnactiveerde Histophilus somni Bailie-stam > 3,3 (**). (*)als Ten minste 80% van de er gevaccineerde konijnen heeftbewaren een ELISA-waarde van aanzeldzame afwisselende zijden heeft de voorkeur. BIJWERKINGEN: Na vaccinatie kan een temperatuurverhoging (tot 2ºC) gevallen kan ditdagen leiden worden tot verlies van MAT de aangetaste vinger erelke niet onmiddellijk medische hulp tijdelijke wordt verleend. Gekoeld en oud. Deze dosis van 2 ml moet na 21 herhaald. Vaccineer kalveren via een subcutane injectie in het prescapulaire gebied. Toediening van > 2,0; maar de gemiddelde ELISA is tot >4 2,8. (**) Ten minste 80% van konijnen een log2 3,0; gemiddelde transporteren bij (+2 +8°C) en beschermd tegen licht. Nietde in gevaccineerde de vriezer VERPAKKINGSGROOTTEN: 10 per flvan acon≥(20 ml)de en 50 optreden, deze verdwijnt na dagen. Gevaccineerde dieren kunnen nabewaren. toediening vanheeft het vaccin opMAT-waarde dedoses injectieplaats een lokale zwelling van de dosis aanINDICATIES: afwisselende zijden heeft deINFORMATIE: voorkeur. BIJWERKINGEN: Naof elke vaccinatie kan er een tijdelijke temperatuurverhoging (tot 2ºC) doses per flDeze es (100 ml). raadpleeg de bijsluiter kijk www.hipra.com. REGISTRATIENUMMER: REG zijn, NLhaemolytica 10460 log2 MAT > 3,3. Voor de OVERIGE vermindering van klinische verschijnselen en op longlaesies veroorzaakt doorafgenomen Mannheimia serotype hebben van 1 tot 7 cm. zwelling kan 14 dagen na de vaccinatie verdwenen of duidelijk in omvang maarUDD. in sommige optreden, maar deze verdwijnt na 4 dagen. Gevaccineerde dieren kunnen na toediening van het vaccin op de injectieplaats een lokale zwelling VERGUNNINGHOUDER: LABORATORIOS HIPRA, S.A. Avda. la Selva, 135. 17170 Amer (Girona) Spanje. Tel. +34(972) 430660 – fax +34(972) A1 en Histophilus somnitoediening bij kalverentotvanaf oud. TOEDIENINGSWEG: Voor subcutaan DOSERING: van niet 2 maanden gevallen na de tweede wel 2 4 maanden weken aanhouden. CONTRA-INDICATIES: Vaccineergebruik. geen zieke dieren 2 enml/kalf vaccineer bij een op verantwoorde wijze. hebben van 1 tot430661. 7 cm.Gebruik Deze geneesmiddelen zwelling kan 14 dagen na de vaccinatie verdwenen of duidelijk in omvang afgenomen zijn, maar in sommige

HERMING T ESC EG TB

EN

HIPRABOVIS® SOMNI/Lkt

ME

860 likes 860 likes 860 likes dairyvet43 gevaccineerd dairyvet43 NetNet gevaccineerd tegen longontsteking met dairyvet43 Net gevaccineerd tegen longontsteking met 860 likes Hiprabovis SOMNI/Lkt! tegen longontsteking Hiprabovis SOMNI/Lkt!met #gezondgroeien dairyvet43 Net gevaccineerd Hiprabovis SOMNI/Lkt! #toekomstigemelk #gezondgroeien tegen longontsteking #BRDpreventie met #leukotoxinenstrijd #gezondgroeien #toekomstigemelk Hiprabovis SOMNI/Lkt! #toekomstigemelk #leukotoxinenstrijd #BRDpreventie #gezondgroeien #leukotoxinenstrijd #BRDpreventie #toekomstigemelk #leukotoxinenstrijd #BRDpreventie

hae m

HIPRABOVIS SOMNI Lkt

oud. Deze dosis van 2 ml na 21 dagen worden kalverenWACHTTIJD: via een subcutane injectie in het prescapulaire gebied. Toediening overgevoeligheid voor demoet actieve bestanddelen, hetherhaald. adjuvansVaccineer of hulpstoffen. 0 dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: gevallen na de tweede toediening totheeft wel 4deweken aanhouden. CONTRA-INDICATIES: Vaccineer zieke dieren en vaccineer niet bij 2ºC) een van degezonde dosis aan afwisselende zijden voorkeur. vaccinatie kan op ergeen een tijdelijke temperatuurverhoging Alleen dieren mogen gevaccineerd worden. Laat BIJWERKINGEN: het vaccin voordatNa hetelke wordt toegediend temperatuur van +15 tot +25°C(tot komen. overgevoeligheid voor de actieve bestanddelen, het adjuvans of hulpstoffen. WACHTTIJD: 0 dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: optreden, deze verdwijnt na 4VOORZORGSMAATREGELEN, dagen. Gevaccineerde dieren te kunnen nadoor toediening op de injectieplaats zwelling Schudden maar voor gebruik. SPECIALE nemen degenevan diehet hetvaccin diergeneesmiddel toedient:een Dit lokale product bevat Alleen gezonde dieren mogen gevaccineerd Laatna hetde vaccin voordatverdwenen het wordt toegediend op temperatuur van zijn, +15 maar tot +25°C komen. hebben tot 7 cm. Deze zwellingnjectie kanworden. 14kan dagen vaccinatie of als duidelijk in een omvang in sommige mineralevan olie.1 Onbedoelde injectie/zelfi pijn en zwelling veroorzaken, vooral de injectie in eenafgenomen gewricht of vinger plaatsvindt. In Schudden voor SPECIALE tot VOORZORGSMAATREGELEN, te nemen door degeneVaccineer die het diergeneesmiddel toedient: Dit productbijbevat gevallen de gebruik. tweede toediening wel van 4 weken aanhouden. CONTRA-INDICATIES: geen zieke dieren en vaccineer zeldzamena gevallen kan dit leiden tot verlies de aangetaste vinger als er niet onmiddellijk medische hulp wordt verleend. Gekoeld niet bewareneen en minerale olie. Onbedoelde injectie/zelfi njectie kan pijn en zwelling veroorzaken, vooral als de injectie in een gewricht of vinger plaatsvindt. In overgevoeligheid voortotde+8°C) actieve bestanddelen, het adjuvans WACHTTIJD: 0 dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: transporteren bij (+2 en beschermd tegen licht. Niet in of de hulpstoffen. vriezer bewaren. VERPAKKINGSGROOTTEN: 10 doses per flacon (20 ml) en 50 zeldzame gevallen kanmogen dit leiden tot verlies worden. van de aangetaste vingervoordat als er het nietwordt onmiddellijk medische wordt verleend. Gekoeld bewaren en Alleen dieren gevaccineerd Laat hetde vaccin toegediend op eenhulp temperatuur van +15 komen. doses gezonde per fles (100 ml). OVERIGE INFORMATIE: raadpleeg bijsluiter of kijk op www.hipra.com. REGISTRATIENUMMER: REGtotNL+25°C 10460 UDD. transporteren (+2 tot +8°C) en beschermd tegen licht. Niet in de te vriezer bewaren. VERPAKKINGSGROOTTEN: 10 doses per flacon (20 ml) en 50 Schudden voorbijgebruik. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN, nemen door Amer degene die hetSpanje. diergeneesmiddel toedient: Dit– product bevat VERGUNNINGHOUDER: LABORATORIOS HIPRA, S.A. Avda. la Selva, 135. 17170 (Girona) Tel. +34(972) 430660 fax +34(972) doses per fles Onbedoelde (100 ml). OVERIGE INFORMATIE: raadpleeg de bijsluiter of kijk op vooral www.hipra.com. REGISTRATIENUMMER: REG NLplaatsvindt. 10460 UDD. minerale injectie/zelfi njectie kan pijn en zwelling veroorzaken, als de injectie in een gewricht of vinger In 430661. olie. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. VERGUNNINGHOUDER: HIPRA, S.A. Avda. la Selva, Amer (Girona) Spanje. Tel.wordt +34(972) 430660 – faxbewaren +34(972) zeldzame gevallen kan ditLABORATORIOS leiden tot verlies van de aangetaste vinger 135. als er17170 niet onmiddellijk medische hulp verleend. Gekoeld en 430661. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. transporteren bij (+2 tot +8°C) en beschermd tegen licht. Niet in de vriezer bewaren. VERPAKKINGSGROOTTEN: 10 doses per flacon (20 ml) en 50 doses per fles (100 ml). OVERIGE INFORMATIE: raadpleeg de bijsluiter of kijk op www.hipra.com. REGISTRATIENUMMER: REG NL 10460 UDD.

Hiprabovis Ad 220x280.indd 1

Tel. (+31) 235 - 332526 HIPRA BENELUX Fax. (+31) 235 - 401125 Nieuwewandeling benelux@hipra.com HIPRA BENELUX 9000 Gent www.hipra.com Nieuwewandeling

62 62

België 9000 Gent België HIPRA BENELUX Nieuwewandeling 62 Tel. (+31) 9000 Gent235 - 332526 België Fax. (+31) 235 235 -- 332526 401125 Tel. (+31) benelux@hipra.com Fax. (+31) 235 - 401125 www.hipra.com benelux@hipra.com Tel. (+31) 235 - 332526 www.hipra.com Fax. (+31) 235 - 401125 benelux@hipra.com www.hipra.com

5/02/19 09:14


voorwoord

EERSTE VOORWOORD “Dan ga je toch gewoon ergens anders werken?” Ik zit naast het bad. Mijn zoon Jack kijkt me aan. Hij heeft een zelfverzekerde blik terwijl hij nog een boogje water spuugt. Ik moet toegeven, hij heeft een punt. Dat is inderdaad ook een manier om naar mijn worsteling met het schrijven van dit voorwoord te kijken. Mijn man geeft me ook nog een geruststelling. “Er is toch niemand die het voorwoord leest.” Ook hij heeft misschien een punt. En toch vind ik het spannend om mijn eerste voorwoord te schrijven. Herkauwer heeft namelijk heel veel lezers. Na het bericht over mijn nieuwe functie kreeg ik al veel leuke reacties. Van buren, vaders en moeders van school, ouders van de voetbal, collega-dierenartsen uit het veld, relaties uit de industrie en ga zo maar door.

Maar daarom een andere baan? Nee hoor. Herkauwer heeft ook deze keer heel veel te bieden. Bijvoorbeeld Karin, die op het bedrijf van haar ouders de kalveren met hart en ziel opfokt. Of het artikel over scherp-in bij runderen. Goed om weer even scherp op rondslingerende materialen te zijn. En ook het artikel over leptospirose, voor het eerst in lange tijd zien we weer meerdere uitbraken. Of de WASP, een fantastisch nieuw apparaat in ons lab. Prachtige artikelen over een sector om trots op te zijn, ook vanuit mijn nieuwe functie. Daar verandert een ‘voorwoord schrijven’ helemaal niets aan. Nu de scholen gesloten zijn en je verder toch bijna niemand ziet, is dat voorwoord ook zo weer vergeten. Tot het tijd is voor de volgende Herkauwer. Linda van Duijn, manager afdeling rund

inhoud 04 Actueel 07 Kalender 08 Leptospirose, wat was dat ook alweer?

Bereikbaarheid U kunt Royal GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en 9,95 euro basiskosten.

11 Overzicht kengetallen KalfOK 12 Reportage: aandacht voor jongveeopfok

08

loont

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: via het aanmeldformulier op www.gddiergezondheid.nl of telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

17 VeeOnline: nieuw dashboard Mastitis Tankmelk

18 Monitoring: oorzaken van scherp-in bij runderen

COLOFON Herkauwer is een uitgave van Royal GD Redactie Sietske Haarman, Linda van Duijn, Jet Mars, Kari Stormink, Inge Nijhoving, Linda van Wuijckhuise | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Jessica Fiks | Redactieadres Royal GD, Marketingsupport & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Abonnementen Herkauwer wordt gratis toegezonden aan relaties van Royal GD. Een jaarabonnement (drie nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 19,20 euro (exclusief btw) | Advertenties Royal GD en de redactie zijn niet verantwoordelijk en daardoor niet aansprakelijk voor de inhoud van de geplaatste advertenties en advertorials. Adverteren: Dock35 Media B.V., T. 0314 - 35 58 52 | Verschijningsfrequentie drie keer per jaar | Suggesties Heeft u suggesties voor dit blad, dan kunt u deze via redactie@gddiergezondheid. nl doorgeven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever. ISSN: 1875a-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770 (lokaal tarief). Vraag naar klantdatabeheer, of stuur een e-mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.

21 Selectief ontsmetten van klauwen 12

22 Aan de slag met uiergezondheid 24 Analyse worminfecties in 2020 25 Mycoplasma bovis-antistoffen in tankmelk

27 WASP: belangrijke stap automatisering bacteriologie

29 Relatiebeheerders 18

31 Vraag en antwoord 32 Diergezondheid volgens Gijs van Poppel Herkauwer, februari 2021 - 3


Samen werken aan diergezondheid

GD-magazine - november 2020 - nummer

herkauwer

102

REPORTAGE

Vader en zoons werken aan toekomst

MONITORING

Inzicht in de diergezondheidsstatus

LEVERBOTQUIZ

Maakt u ‘m foutloos?

001_HE102 cover.indd 1

Dit jaar drie GD-Herkauwers

26-10-20 16:00

Herkauwer verschijnt in 2021 drie keer, dat is een nummer minder dan u tot nu toe gewend bent. De inhoud blijft ongewijzigd, we geven nog steeds actuele informatie op het gebied van diergezondheid, delen tips, geven resultaten van onderzoeken en vertellen verhalen van de veehouders.

KoeData- en KalfOKrapportages inzien op VeeOnline Wist u dat u de score van de KoeData en KalfOK kunt raadplegen op VeeOnline? De KalfOK-score geeft inzicht in de kwaliteit van de kalveropfok op uw bedrijf. De KoeData-score laat zien hoe het staat met de diergezondheid op het melkveebedrijf. Dierenartsen kunnen ook uw KoeData- en KalfOK-rapportages inzien op VeeOnline áls u daarvoor een machtiging heeft afgegeven. U VINDT HET MACHTIGINGSFORMULIER OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/KALFOK

4 - Herkauwer, februari 2021

U koopt een koe en krijgt paratbc als ziekte toe Aangevoerde dieren zijn een risicofactor voor insleep van dierziektes. In KoeData krijgen veehouders dan ook 10 punten voor een gesloten bedrijfsvoering. Ter voorkoming van insleep van ziektes wordt bij aanvoer van dieren van bedrijven met een lagere of onbekende status een aanvoercontrole uitgevoerd. Zodoende worden aangevoerde runderen van 2 jaar en ouder aangestuurd voor paratbc-bloedonderzoek. Voor paratbc betekent dit dat aangevoerde runderen van 2 jaar en ouder in bloed moeten worden onderzocht. Het wordt geadviseerd om bij aangevoerde runderen van 1 tot 2 jaar paratbc-mestonderzoek te doen. In 2020 werd bij de aanvoer van Jerseykoeien uit Denemarken via mestonderzoek bij verschillende dieren paratbc aangetoond. Dit leidde niet alleen tot directe schade door afvoer van de aangetoonde dieren, ook later kan er nog schade optreden. Een paratbcbesmetting kan namelijk ook later pas tot uiting komen, waardoor andere dieren op het bedrijf besmet kunnen raken. In een Deense studie is beschreven dat paratbc vaker wordt aangetoond: 1. bij Jerseys; 2. bij oudere koeien (pariteit hoger dan vier); 3. in eerste maand na afkalven; 4. op grotere bedrijven. Dus niet alleen de aanvoer van runderen, ook het ras (of type bedrijf) kan een risicofactor zijn. Niet aanvoeren is dus het veiligst. Is dit toch nodig, raadpleeg dan eerst de Risicocheck van GD op www.gddiergezondheid.nl/risicocheck. Aangestuurd onderzoek kan worden gecombineerd met niet-aangestuurd onderzoek.

Ringschurft Ringschurft wordt door een schimmel, Trichophyton verrucosum, veroorzaakt en is een zoönose. Goede hygiënemaatregelen na contact met een dier zijn belangrijk om infecties bij de mens te voorkomen. Bij runderen met een zichtbare infectie worden vaak eerst rond de ogen de typisch ronde plekken waargenomen, met in het centrum een korst en daaromheen haarverlies. Over het algemeen hebben de dieren er geen last van, maar kan ringschurft wel effect hebben op de ontwikkeling en productieresultaten van het dier. Ringschurft behandelen kan door dieren met een antischimmelmiddel te wassen of te besproeien. Tevens heeft zonlicht een positief effect op herstel. Preventief kan er gevaccineerd worden tegen ringschurft en helpt een goede weerstand van uw veestapel tegen infectie.


actueel

Eerste winnaar Anne Veenbaas­penning bekend De eerste Anne Veenbaas-penning is voor varkensdierenarts Rudolf Raymakers. Deze penning is in het leven geroepen in 2019, het jaar waarin Royal GD het honderdjarig bestaan vierde en het Anne Veenbaas Fonds werd opgericht. “Hij verdient deze penning vanwege zijn enorme bijdrage aan de verbetering van de varkensgezondheid in Nederland. Zo was hij betrokken bij het terugdringen van het antibioticumgebruik in deze sector en is hij een enorme verbinder van dierenartsen, varkenshouders, bestuurders en wetenschap”, aldus voorzitter Geart Benedictus van het Anne Veenbaas Fonds. In verband met de huidige coronasituatie ontvangt Rudolf de prijs nu nog niet, maar volgt de uitreiking op een later moment. De benadering van Anne Veenbaas, het in het veld gebruiken van bestaande en nieuwe kennis, wil het Anne Veenbaas Fonds uitdragen. Daarom wordt jaarlijks de Anne Veenbaas-penning met een bijbehorende financiële waardering van 500 euro uitgereikt aan iemand, of een groepje personen, die een significante bijdrage heeft geleverd, nog levert of een goed idee heeft om de diergezondheid in Nederland te verbeteren. Dat kan iedereen zijn: dierenarts, wetenschapper, veehouder of burger. Ook u kunt een kandidaat voordragen via de website. KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.ANNEVEENBAAS.NL

Terugkijken webinars uiergezondheids­ management Onze specialisten uiergezondheid praatten in januari in vier webinars iedereen bij over de laatste stand van zaken en de nieuwste ontwikkelingen over hoe te handelen bij uierontsteking. De bijeenkomsten werden mede mogelijk gemaakt door een bijdrage vanuit ZuivelNL en het publiek-private onderzoeksprogramma 1Health4Food. HEEFT U EEN OF MEERDERE WEBINARS GEMIST? U KUNT DEZE TERUGKIJKEN OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/WEBINARS

Aan­ en afmelden voor nieuwsbrieven

Water: blijvende problemen in de stal? Houdt u na het reinigen en/of desinfecteren van uw watersysteem blijvende problemen met de kwaliteit van het drinkwater in de stal? Dan is het wellicht de moeite waard om vast te stellen of er iets met de leidingen in de stal aan de hand is en deze moeten worden vervangen. De kwaliteit van de leidingen en de methode van plaatsen zijn namelijk van grote invloed op de kwaliteit van het water. Door niet-gasdichte materialen of verkeerd geplaatste leidingen kan bijvoorbeeld ammoniak uit de stal door de leidingen heen in het drinkwater terechtkomen. Dit verhoogt de kans op bacteriële groei in het water en omzettingen naar het schadelijke nitriet, bij zowel leidingwater als bij eigen bronwater. Ook ophoping in dode leidingen of leidingen met veel bochten leidt vaak tot bacteriële groei in het water. Zorg ervoor, ook als u gaat verbouwen of bij nieuwbouw, dat de leidingen strak worden opgehangen en niet door de mestput lopen. Kies ook het juiste en KIWA-gekeurd materiaal. Zo kunt u problemen met waterkwaliteit al voor een groot deel voorkomen.

Onze wereld wordt steeds digitaler en ook wij communiceren steeds meer digitaal. Bijvoorbeeld via onze nieuwsbrieven, die u meerdere keren per jaar ontvangt en waar u zich voor kunt aanmelden. Ontvangt u onze nieuwsbrieven al? Dan kunt u wijzigingen in het e-mailadres zelf digitaal doorvoeren. Mochten er in de toekomst wijzigingen zijn rond het aan- of afmelden voor een nieuwsbrief dan kunt u dit gemakkelijk regelen met de knoppen gegevens wijzigen en afmelden. Deze knoppen vindt u onderaan de nieuwsbrieven. AANMELDEN NIEUWSBRIEF VIA WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ AANMELDEN-NIEUWSBRIEVEN

Herkauwer, februari 2021 - 5


DÈ DROOGSTANDBOLUS VOOR EN RONDOM HET AFKALVEN

4 maanden werkzaam

Gezonde klauwen

Droogstand

Vruchtbaarheid

Aantal koeien met klinische klauwproblemen per maand

Zonder Biotine

FERTI DRY

Met 20 mg Biotine per dag

50 40 30 20 10 0

Mei

J

J

A

S

O

N

D

J

F

M

A

M

Onderzoek is afkomstig van een universitaire studie met 2700 Holstein koeien.

VERKRIJGBAAR BIJ UW DIERENARTS, BESTEL VIA VETANIMALCARE.NL OF BEL +31 (0)548 54 53 45


kalender

Alvast nadenken over komend weideseizoen Met een evaluatie van vorig jaar en een plan voor het komende weideseizoen kunt u klachten door longworm proberen te voorkomen. Hoe ging het vorig jaar? Hoestte het jongvee bijvoorbeeld, of juist de koeien? Hadden de melkkoeien veel antistoffen tegen longworm?

FEBRUARI MAART APRIL

Vaccinatie tegen longworm kan zinvol zijn, maar houd rekening met een aantal zaken. Zo moeten dieren die voor het eerst naar buiten gaan twee keer worden gevaccineerd. Vervolgens moeten ze een weidebesmetting oplopen. Dat houdt in dat ze moeten weiden in een gebied waar dragerdieren het weiland hebben besmet. Dragerdieren zijn dieren die de infectie doorgemaakt hebben en het jaar erna in lage hoeveelheden larven uitscheiden. Zijn er geen dragerdieren aanwezig of krijgt het jongvee geen weidegang, dan is het jongvee na het weideseizoen nog steeds gevoelig. In die gevallen is het verstandiger om de vaccinatie pas uit te voeren bij de vaarzen. Overleg dit met uw dierenarts. KIJK VOOR MEER INFORMATIE OVER WORMINFECTIES OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/WORMINFECTIES

Drie tips voor een goede start van het weideseizoen

De winst van schone koeien De hygiëne van koeien heeft een directe relatie met de uiergezondheidsstatus. Bij schone koeien zijn namelijk minder bacteriën aanwezig die een uierontsteking kunnen veroorzaken. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat bij elk punt lagere hygiënescore, het tankmelkcelgetal 40.000 tot 50.000 cellen per milliliter lager ligt. Op bedrijven met een celgetal boven 250.000 cellen per milliliter lopen zelfs vijf keer meer koeien met score 4 dan op bedrijven met een celgetal onder de 150.000. Vuile koeien hebben anderhalf keer vaker subklinische mastitis dan schone koeien. Een eenvoudig instrument als de GD Hygiëne-scorekaart brengt de reinheid van uw koppel goed in beeld en geeft u praktisch inzicht in de hygiëne van de koeien en de huisvesting op uw bedrijf. DE HYGIËNE-SCOREKAART IS TE VINDEN OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/UGATOOLS

Voordat de koeien over zo’n anderhalve maand weer naar buiten gaan, is het goed om bij een aantal zaken stil te staan. Hierbij geven we enkele tips. 1. Zorg dat de drinkbakken schoon zijn en vul ze met vers schoon water. Controleer of de afrastering van de weide nog in orde is en of de kavelpaden vrij zijn van steentjes en andere onregelmatigheden. 2. Bied de dieren de eerste weken ’s morgens vóór ze de weide ingaan nog een redelijke portie van het winterrantsoen aan. De overgang van een winterrantsoen naar een rantsoen met vers gras (eiwitrijk en structuurarm) heeft invloed op de verteringssnelheid in de pens. Probeer deze overgang zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen. 3. Besteed extra aandacht aan de juiste mineralenvoorziening voor het jongvee, om de groei en gezondheid ook tijdens de weidegang op peil te houden. Onder gemiddelde Nederlandse omstandigheden bevat vers gras een tekort aan selenium, koper, kobalt en vaak ook jodium.

Herkauwer, februari 2021 - 7


IN 2020 WEER BESMETTINGEN WAARGENOMEN

Leptospirose, wat was dat ook alweer? De Nederlandse melkveestapel is al lang nagenoeg vrij van leptospirose, op enkele sporadische besmettingen na. In de eerste drie kwartalen van 2020 zijn echter besmettingen op twaalf melkveebedrijven waargenomen. Wat is leptospirose ook alweer? En wat kun je doen om besmetting van je bedrijf te voorkomen? Leptospirose wordt veroorzaakt door een bacterie die bij verschillende diersoorten voorkomt. In de melkveehouderij is dat met name Leptospira hardjo. Het is een infectie die van dier op mens kan overgaan, ook wel melkerskoorts genoemd. Gelukkig komt dit in Nederland nauwelijks meer voor. Sinds eind jaren negentig zijn alle melkveebedrijven verplicht om deel te nemen aan het leptospirose bestrijdingsprogramma.

8 - Herkauwer, februari 2021

Voor niet-melkleverende bedrijven is deelname vrijwillig en zien we een langzaam afnemende belangstelling. Symptomen en besmetting Een infectie met de L. hardjo-bacterie verloopt bij runderen vaak zonder symptomen, maar de ziekte kan zich ook uiten in een plotselinge daling van de melkproductie, verwerpen, een verhoogd celgetal en afwijkende melk in één of meerdere kwartieren (yoghurtachtig). Als een rund in aanraking komt met de L. hardjo-bacterie, dringt deze actief het lichaam binnen via intacte slijmvliezen van oog, neus of baarmoeder en beschadigde huid, of door opname via de mond van met L. hardjo-besmette druppels urine. De uitscheiding van de bacterie begint vijf tot tien dagen na de infectie. Besmette dieren kunnen de L. hardjo-bacterie zeer lange tijd blijven uitscheiden, met name via de urine (soms meer dan een jaar).


leptospirose

Katrien van den Brink, rundveedierenarts infectieziekten

Verspreiding binnen het bedrijf Binnen een bedrijf kan de infectie zich verspreiden door het opspatten van urine op de roosters of het opsnuiven van urine door dieren die aan een (tochtige) koe snuffelen. Daarnaast spelen met urine verontreinigde waterbakken of voer een rol. Een besmette (pinken)stier kan een grote rol spelen in het verspreiden van de infectie binnen de koppel, want ook via sperma wordt de bacterie uitgescheiden. Mensen kunnen flink ziek worden De ziekte wordt bij de mens melkerskoorts genoemd. Besmette runderen kunnen de mens besmetten via direct contact met de urine. Risicoprocessen zijn melken in de melkput, werken met de hogedrukspuit en het helpen bij afkalvingen. Melkerskoorts geeft bij de mens vrij algemene ziekteverschijnselen, die nog het meest lijken op griep. Denk aan onder andere plotseling opzettende en doorgaans hevige hoofdpijn, koorts en spier- en gewrichtspijnen. Soms worden lever- en nierstoornissen (zoals geelzucht) geconstateerd. Naast het advies om bij besmetting onder de dieren beschermingsmiddelen te dragen bij bovengenoemde risicoprocessen, wordt ook aangeraden geen rauwe melk meer te drinken en kinderen, zwangere vrouwen, ouderen en mensen met een verminderde weerstand uit de stallen te weren.

Besmette runderen kunnen de mens besmetten, bijvoorbeeld tijdens het melken en direct contact met de urine.

Insleep is een risico De belangrijkste insleeproute voor een bedrijf is aankoop van besmette dieren. Denk hierbij vooral aan dieren uit het buitenland, maar ook binnen Nederland vormen dieren van bedrijven zonder leptospirose-vrijstatus een risico. Het advies is om dieren van niet-leptospirosevrije bedrijven altijd voor te screenen. Zorg bij voorscreening in het buitenland dat een gevoelige test wordt gebruikt. In het buitenland gebruikt men nog vaak een test die minder gevoelig is dan de ELISA die in Nederland wordt gebruikt. Deze test kan een half jaar na infectie alweer negatief zijn, terwijl de dieren nog wel infectieus zijn.

Niet-melkleverende bedrijven: bewaking via slachtlijn Naast melkveebedrijven nemen ook niet-melkleverende bedrijven deel aan de certificering, denk hierbij aan vleesveebedrijven en jongveeopfok-bedrijven. Bij deze bedrijven, waar geen tankmelk voorhanden is, wordt bewaakt via slachtlijnbemonstering. Hier wordt in het bloed van de geslachte dieren gekeken of antistoffen aanwezig zijn. Voordelen voor niet-melkleverende bedrijven om deel te nemen aan de certificering zijn het tijdig opsporen van een eventuele infectie (en bijbehorende kans zelf besmet te raken) en het vrij kunnen verhandelen met bedrijven onder de leptospirose-vrijstatus.

Zorg daarnaast bij aanvoer dat de dieren via één-op-één transport naar Nederland komen en plaats ze eerst vier tot zes weken in quarantaine, want ook tijdens transport kan besmetting plaatsvinden. Als de dieren direct na aanvoer al zijn onderzocht, onderzoek de dieren dan aan het einde van de quarantaineperiode nogmaals. Het duurt namelijk een paar weken voordat er antistoffen aangetoond kunnen worden.

Besmetting? Route ‘behandeld’ Wanneer een besmetting is vastgesteld bij een koppel runderen volgt deelname aan de route ‘behandeld’. Eerst wordt door middel van bloedonderzoek bij alle runderen ouder dan 12 maanden gekeken hoe ver de infectie zich heeft verspreid. Wordt een actieve infectie vastgesteld? Dan wordt de hele veestapel met een hoge dosis antibioticum behandeld.

Leptospiroseprogramma en -bewaking Alle melkveebedrijven worden drie keer per jaar gescreend door middel van een tankmelkonderzoek. In de tankmelk wordt gekeken of er antistoffen aanwezig zijn tegen de bacterie. Daarnaast worden alle runderen die van niet-vrije bedrijven worden aangevoerd in bloed onderzocht en wordt ingestuurd bloed van elke verwerper ook op antistoffen tegen de leptospirosebacterie onderzocht. Zo wordt de leptospirose-status van deelnemende bedrijven al meer dan twintig jaar bewaakt en gemonitord.

Runderen aanvoeren? Doe de Risicocheck! Om leptospirose en andere dierziekten buiten de deur te houden is niet aanvoeren van dieren het veiligst. Soms wilt u er toch voor kiezen om dieren aan te voeren. Dan helpt onze Risicocheck u om de risico’s op insleep te beperken en vervelende gevolgen voor uw diergezondheidsstatus te voorkomen. U VINDT DE RISICOCHECK OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/RISICOCHECK

Herkauwer, februari 2021 - 9


Blijft u IBR/BVD vrij? Bezoekers

Aanvoer dieren

Besmet Vrij, maar onbeschermd Vrij en beschermd door vaccinatie

IBR en BVD blijven op de loer liggen. Lang niet alle rundveebedrijven in Nederland zijn vrij.

Ga voor zekerheid en vaccineer tegen IBR en BVD. Bekijk hoe vaccinatie u kan helpen op www.ibrbvdtest.nl of scan de QR-code: MSD Animal Health Postbus 50, 5830 AB Boxmeer www.my-msd-animal-health.nl/rundvee

©2020 MSD Animal Health B.V. Alle rechten voorbehouden.


cijfers

Inge Nijhoving, rundveedierenarts en Inge Santman-Berends, onderzoeker

WAT KUNT U MET DE RESULTATEN?

KalfOK: een overzicht van kengetallen Het is sinds 1 januari 2018 mogelijk om vrijwillig deel te nemen aan KalfOK. Ruim 95 procent van de melkveehouders doet dit inmiddels. Door de aandachtspunten in KalfOK gericht aan te pakken, kunt u de situatie van het jongvee op uw bedrijf optimaliseren. Sinds de implementatie waren er in de melkveesector veel ontwikkelingen op het gebied van kalvergezondheid. Dit zien we in de KalfOK-scores: de gemiddelde score was 75 punten in 2017, vóór implementatie van het programma, en is gestegen naar 80 punten in 2020. De kengetallen ‘succesvolle vaarskalveren vanaf 56 dagen tot 2 jaar’, ‘antibioticagebruik’ en ‘salmonellastatus’ komen tussen oktober 2019 en september 2020 vaak naar voren als sterk punt in de kalveropfok. In het meest recente kwartaal kwamen deze kengetallen op minder dan 10 procent van de bedrijven naar voren als aandachtspunt (figuur 1). De opfok-kengetallen in de groep kalveren tot 56 dagen leeftijd komt minder vaak naar voren als sterk punt in de kalveropfok. Het valt op dat het kengetal ‘levende geboorten’ in het afgeloGeboorte

pen jaar bij minder dan 10 procent van de bedrijven als sterk punt naar voren kwam. Dit kengetal wordt berekend als 1 min het percentage kalveren dat sterft voor het moment van oormerken. Hierbij wordt gekeken naar slappe en niet levensvatbare kalveren, maar ook naar verworpen kalveren die zijn opgehaald door de destructor. Bij te veel doodgeboorten door verwerpers kan het zinvol zijn om, naast het verwerperbloedonderzoek, een vrucht met nageboorte in te sturen voor pathologisch onderzoek om een infectieuze oorzaak uit te sluiten. Bij te veel slap geboren of niet levensvatbare kalveren kan pathologisch onderzoek inzicht geven of problemen optraden tijdens het geboorteproces, of dat een genetisch aandoening of infectie de oorzaak is. Daarnaast is het belangrijk de droogstand goed in beeld te krijgen, zoals management van droge koeien op het gebied van huisvesting, dierstromen en voeding. Diagnostisch onderzoek naar de voedingsstatus van droge koeien geeft inzicht in de energie-, mineralen- en vitaminenstatus en kan helpen de vitaliteit van de kalveren te verbeteren. Bij problemen bij vaarzen is het belangrijk te onderzoeken of ze voldoende passend voer krijgen, voldoende ruimte hebben om te vreten en andere stressfactoren te minimaliseren.

Sterke punten

Aandachtspunten

Opfok

Levende geboorten Succesvolle stierkalveren t/m 14 dgn Succesvolle vaarskalveren t/m 14 dgn Succesvolle kalveren vanaf 15 tot 56 dgn

Antibioticagebruik voor luchtwegproblemen bij kalveren tot 56 dgn Antibioticagebruik voor diarree bij kalveren tot 56 dgn Antibioticagebruik bij kalveren vanaf 56 dgn tot 1 jr

Bedrijfsgezondheid

Antibioticagebruik

Succesvolle vaarskalveren vanaf 56 dgn tot 2 jr Antibioticagebruik voor overige problemen bij kalveren tot 56 dgn

BVD-status IBR-status Salmonella-status 0%

10%

20%

30%

40% 50% 60% Percentage van de bedrijven

70%

80%

90%

100%

Figuur 1. Overzicht van de twaalf kengetallen in KalfOK, met het percentage melkveebedrijven waarbij deze kengetallen volgens KalfOK als sterk of aandachtspunt in de kalveropfok zijn geclassificeerd.

Herkauwer, februari 2021 - 11


“We verversen elke dag de brok en het hooi in de bakken, zodat het smakelijk blijft.“

12 - Herkauwer, februari 2021


Jessica Fiks, redacteur

reportage

VEEL AANDACHT VOOR JONGVEEOPFOK LOONT

“Houd het simpel en verklein de foutenkans” De 25-jarige Karin de Brouwer uit Someren-Heide heeft haar hart aan kalveren verloren. “Tijdens mijn studie probeerde ik mijn blik wel te verbreden, maar ik kwam toch steeds bij de jongveeopfok terug.” Op de boerderij van haar ouders is ze, met haar moeder en zus, verantwoordelijk voor het jongvee en ze behalen mooie resultaten. Haar vader houdt zich bezig met de melkkoeien. Het traditionele melkveebedrijf telt 160 melkkoeien en zo’n 90 stuks jongvee, de opfok doen ze zelf. Karin: “Dan kun je het op je eigen manier doen en ben je niet afhankelijk van de werkwijze van een ander. Daarbij spelen andere belangen, zoals kostenbesparing, ook een rol. We kregen de kalveren niet altijd terug op een manier die je vooraf hoopt. Wij wilden graag een bepaalde mate van groei en ontwikkeling zien bij het teruggekomen jongvee. Vooral de periode na het spenen, wanneer de kalveren veel veranderingen te verduren krijgen, vallen ze vaak terug. Of nadat ze een ander rantsoen krijgen rond 6 maanden, dan kunnen ze flink verschralen, dat zagen we dan ook terug. We hebben ook de mogelijkheden om ze zelf te houden. Als er nu iets niet goed gaat, dan kun je de schuld alleen bij jezelf zoeken.” Ervaring opgedaan in het buitenland Karin studeerde aan de HAS in ’s Hertogenbosch, waar ze de richting Dier- en Veehouderij volgde. Tijdens haar stage draaide ze een kalfseizoen mee in Nieuw-Zeeland. En na haar studie werkte ze negen maanden in de staat Michigan, in Amerika. “Daar heb ik enorm veel geleerd. Het was een bedrijf met 1.500 koeien en de dame die verantwoordelijk was voor de kalveren, stopte ermee. Ik heb een maand met haar meegewerkt en

Herkauwer, februari 2021 - 13


“Ik denk dat we nog lang niet alle kennis hebben over biest.” kreeg daarna de vrijheid om zelfstandig te werken. Je moet natuurlijk roeien met de riemen die je hebt, het waren wat verouderde stallen. Hoe krijg je de omstandigheden zo goed mogelijk en kun je toch de weerstand verhogen, als de omgeving niet optimaal is? De stal is aangepast, ze hadden eerst een drinkautomaat met drie boxjes, voor zestig kalfjes. Dat vond ik veel te veel, als er één kalfje ziek wordt heb je gelijk een groot probleem. Daarom heb ik dit veranderd naar individuele huisvesting van kalveren tot en met spenen. Daarnaast heb ik protocollen gemaakt, zodat iedereen hetzelfde werkt; ook de nachtwerkers. Qua biestmanagement was het een beetje vallen en opstaan. Hoeveel geef je en hoe lang voer je door? Naar mijn mening kun je er niet genoeg van geven.” Voerprotocol Weer terug in Nederland werkt ze nu als kalveropfok- en lammerspecialist bij Vitalvé. Daarnaast draait Karin mee in het bedrijf van haar ouders. Elke dag probeert ze minstens één voerbeurt in de stal te zijn, in de weekenden maken ze samen de hokjes schoon en vullen de protocollen in voor de volgende week. “Het belangrijkste is om het simpel te houden en te zorgen dat iedereen op dezelfde manier werkt. Zo verklein je de kans op fouten. Wij werken met een protocol. Op een whiteboard schrijf ik iedere zaterdag de werkzaamheden voor de komende week. Welke kalveren moeten hoeveel biest of kunstmelk krijgen en tot wanneer? Hoeveel kalfjes zitten er in het strohok, welke milkbars horen bij welk hok et cetera. We hebben alles ook genummerd, zodat dit voor iedereen duidelijk is. Brok en hooi

14 - Herkauwer, februari 2021

Karin noteert op het whiteboard wat er die week moet gebeuren bij de kalveren.

voeren we ‘beperkt onbeperkt’. De kalveren hebben altijd voer tot hun beschikking. De melk is 50 procent magere melkpoeder, waardoor krachtvoeropname extra goed gestimuleerd moet worden. We verversen elke dag de brok en het hooi in de bakken, zodat het vers en smakelijk blijft. We werken ook met een weegschaal voor het melkpoeder. Ik schrijf op het whiteboard hoeveel kilogram melkpoeder er in de liters melk moet, 150 gram in één liter melk. Dat wegen we af, we merkten dat iedereen één schep melkpoeder anders inschat. Dan krijg je verschillen en is het bij de ene persoon duizend gram en bij de ander achthonderd”, legt Karin uit. Biestmanagement “Een kalf wordt na de geboorte zo snel mogelijk in een hokje gelegd en krijgt biest van de eigen moeder. Ons streven is om deze biest binnen twee uur na de geboorte in het kalf te krijgen, met de fles en als dat niet lukt via een de sonde. In die eerste ronde geven we vier liter biest met minimaal 22 procent brix, binnen 24 uur willen we de 300 gram IgG halen. De rest van de biest en die van de volgende melking bewaren we in de koelkast en deze wordt de eerste drie dagen gegeven.“ Karin vertelt verder: “Ik denk dat we nog lang niet alle kennis hebben over biest en dat het heel belangrijk is er zoveel mogelijk van te geven aan de kalveren. Na drie dagen geven we


reportage

Jessica Fiks, redacteur

kunstmelk met 50 procent magere melkpoeder, met een niet te hoog vetpercentage en voldoende eiwitten en mineralen. We zijn gestopt met de stierkalveren volle melk te geven. We hadden een vrij hoog vetpercentage in de melk en dan krijg je zoveel meer kans op voedingsdiarree. Dus hebben we, ook voor het gemak, nu alles op 50 procent magere melkpoeder staan.” Overgangen soepel laten verlopen Een zo hoog mogelijke groei, met zo min mogelijk problemen; dat is wat Karin graag wil bereiken. Met onder de 4 maanden een groei van minimaal 950 gram per dag, van 4 tot 8 maanden 900 gram per dag en van 8 tot 14 maanden 850 gram per dag. Het uitvalspercentage, zonder doodgeboorten, was de afgelopen jaren 0 procent. Wat haar fascineert aan het opfokken is het goed omgaan met de verandering die het dier doormaakt van zuigeling naar herkauwer. We houden een afkalfleeftijd aan van ruim 22 maanden en proberen alle overgangen zo soepel mogelijk te laten verlopen. “Het spenen is altijd een lastige periode. We halen de kalveren rustig van de melk af. Zo kunnen ze er vast aan wennen. Op het moment dat ze worden verplaatst, is op die manier weer één ding niet nieuw. De kalfjes staan in groepjes van vier, om te voorkomen dat een ziek dier alle kalveren besmet. Is de jongste van de groep 8 weken? Dan beginnen we daarna met een week een liter minder te voeren per voerbeurt. De week daarop geven we alleen een avondvoeding van twee liter per kalf, de week daarop halen we deze kalveren helemaal van de melk af. Nog een week later verplaatsen we ze pas. We zitten er dicht op tijdens de overgangen. Binnen enkele maanden gaan de kalveren van een iglo, groepshok met stro naar een box met roosters. Ze krijgen geen melk meer, maar brok en ruwvoer. Dat vraagt nogal wat van een dier. Vandaar onze begeleiding in alle fasen. Als ze van de biest afkomen hebben de vaarskalfjes toegang tot brok met hooi.”

Longgezondheid blijft aandachtspunt De afkalfpiek ligt in december/januari, qua weer niet het meest ideale moment. “Het koude en vochtige weer doet geen goed. We proberen zo goed mogelijk een inschatting te maken van wat het weer gaat doen en hoe we het windbreekzeil bij de groepshokken daarop goed kunnen sturen. We beschikken niet over mechanische ventilatie in de stallen. Longgezondheid blijft dan ook een aandachtspunt.” Mooie resultaten Trots is ze op de vitaliteit van het jongvee van het bedrijf. “Uit het ingevulde KoeKompas komt ook dat de kalveren er goed uitzien en het goed doen. Mijn vader geeft ook aan dat ze vlot tochtig worden en makkelijk opstarten. De vaarzengroep doet het goed, je hebt er dan weinig werk meer aan en het jongvee levert als volwassen melkkoe goede resultaten op. In het algemeen is kalveropfok iets waarvan veel veehouders wel weten dat het belangrijk is, maar je hebt zoveel taken. Het aspect tijd en arbeid is echt een ding. Wij krijgen er echt energie van en hebben er passie voor. Vitaal jongvee levert ook een mooi homogeen koppel melkkoeien met een goed productieniveau en lange levensduur. Zo werken we samen aan dit bedrijf.”

Ze gebruiken een weegschaal, om weegfouten te voorkomen.

Hygiëne belangrijk De kalveren staan los van de melkveestal in een aparte huisvesting, tot ze zijn geïnsemineerd. De looplijnen zijn gescheiden van het melkvee. Na elke drinkbeurt worden de drinkbakken grondig schoongemaakt. De speenemmers en milkbars worden na elk gebruik gespoeld met warm water. En eens per week worden ze gereinigd met reinigingsmiddel. De biestsonde of -fles wordt na elk gebruik grondig gereinigd met reinigingsmiddel. “Iedereen herkent het wel: op het moment dat het goed gaat, verslapt je aandacht soms en schieten zaken als hygiëne er als eerste bij in. Maar heb je last van crypto? Dan kost het tien keer meer tijd en energie. Daar proberen we altijd alert op te blijven”, zegt Karin.

“Mijn vader geeft ook aan dat het jongvee vlot tochtig wordt.” Herkauwer, februari 2021 - 15



VeeOnline

NIEUW: DASHBOARD MASTITIS TANKMELK Deelnemers aan Mastitis Tankmelk ontvangen zes of tien keer per jaar de uitslag van Mastitis Tankmelk. Zo krijgen zij in één oogopslag inzicht in de uiergezondheid van de hele koppel melkvee. Binnenkort bekijken deelnemers de uitslagen gemakkelijk en overzichtelijk via VeeOnline. Samen met een gebruikersgroep van veehouders en dierenarts ontwikkelden we het ‘Dashboard Uiergezondheid’. U ziet dan met een paar klikken wat er speelt en met welke vervolgstappen u aan de slag kunt. Ons uiergezondheidsteam is dagelijks bezig met aanpak en advisering rond uiergezondheid. Alle informatie die bij kan dragen aan een goed advies is dan welkom. Het nieuwe dashboard wordt ontwikkeld samen met veehouders en dierenartsen. Snel en gericht advies Melkveeveehouder Joop Hofs uit Heelweg maakt deel uit van de gebruikersgroep. “Ik vind het belangrijk dat je snel gericht en goed advies ontvangt. En dat het overzichtelijk in beeld staat. De uitslag van Mastitis Tankmelk bespreek ik maandelijks met mijn dierenarts. Meestal weet ik zelf wat te doen en bij uitschieters gaan we op zoek naar een oplossing. Een dashboard helpt daarbij.” Ook dierenarts Thijs Koekkoek van dierenartspraktijk Noord Oost Twente werkt mee in de gebruikersgroep. “Ik kan gericht adviseren aan de hand van de uitslag. Dat is heel waardevol. De uitslag kan in mijn ogen nog meer preventief worden gebruikt, om zo te werken aan een goede uiergezondheid. In het dashboard heb je straks alles op één plek beschikbaar, makkelijk en overzichtelijk. Nu is het soms even zoeken in VeeOnline naar de uitslag, omdat je deze niet per post of mail krijgt. De historische uitslagen zijn voor mij erg belangrijk, hiermee kan ik de door mij geadviseerde aanpak evalueren met de veehouder, en waar

nodig bijstellen. Door een goede toegankelijkheid en hierdoor praktische toepasbaarheid van het dashboard hoop ik nog meer veehouders te kunnen motiveren om de uiergezondheid op hun bedrijf te verbeteren door deel te nemen aan Mastitis Tankmelk. Een goede uiergezondheid is immers één van de pijlers voor een optimaal renderend melkveebedrijf.” Voorop in uiergezondheid GD loopt voorop in uiergezondheid, voor gezonde uiers en meer melk. Anton Gosselink is één van onze uiergezondheidsspecialisten. “Voor mij is het belangrijk snel een overzicht te hebben van de belangrijkste mastitisverwekkers die op een bedrijf voorkomen en in welke mate. Hoge aantallen van bepaalde bacteriën geven al een duidelijke richting waar problemen kunnen zitten. Het nieuwe dashboard laat dit zien en daarnaast is een overzicht van de voorgaande uitslagen handig. Hoe is het verloop in de tijd? Bestaat het probleem al langer of is het een incident? Factoren die helpen bij het vinden van de oorzaken. En vervolgens praktische handvatten waarmee de veehouder of dierenarts weer verder kan. Aan de hand van gevonden bacteriën kan als extra onderzoek de gevoeligheid voor antibiotica worden bepaald. De beste behandeling tegen de bacteriën die op het onderzochte bedrijf voorkomen. De koppeling van werkzame stoffen naar merknamen in de medicijnkast is goed om in beeld te hebben. Weten wat er speelt en met welk medicijn de koe het beste hersteld. Daar wil je naartoe.” MEER OVER VEEONLINE VINDT U OP WWW.VEEONLINE.NL

Herkauwer, februari 2021 - 17


SECTIEONDERZOEK 2005-2019

Oorzaken van scherp-in bij runderen Scherp-in bij runderen is een ernstig ziektebeeld. De oorzaak is het opvreten van scherpe voorwerpen die zich in het voer bevinden. Scherp-in bij runderen wordt regelmatig aangetroffen bij sectieonderzoek. Om te onderzoeken of er misschien trends in de tijd bij dit ziektebeeld waren, hebben wij een analyse uitgevoerd van de sectiebevindingen bij runderen, die bij ons zijn onderzocht in de periode 2005 tot en met 2019.

Scherpe voorwerpen kunnen in theorie de voormagen, de lebmaag en het darmstelsel passeren zonder schade te veroorzaken. De kans is echter aanzienlijk dat zulke voorwerpen de wand van de netmaag binnendringen en kunnen doorboren, door de samentrekkende bewegingen van de spierwand van de netmaag ten behoeve van de passage van het voer. Als de netmaagwand wordt doorboord ontstaat een buikvliesontsteking met bijbehorende ziekteverschijnselen, die in ernst toenemen als ook organen die in de buurt van de netmaag liggen worden aangeprikt, zoals de milt, de lever, het middenrif, de linker long of het hart. Percentage runderen met scherp-in neemt toe Uit onze analyse blijkt dat zowel het aantal als het percentage runderen met scherp-in, ten opzichte van het totaal aantal runderen ingestuurd voor sectieonderzoek, toeneemt. Vooral vanaf 2015 is een duidelijke toename zichtbaar: van 5,4 procent in 2015 naar 9,8 procent in 2019. Runderen met scherp-in zijn voor 93,3 procent melkvee ouder dan 1 jaar. Materiaal afkomstig van eigen bedrijf Bij het merendeel van de runderen met verschijnselen van scherp-in werd geen scherp voorwerp meer aangetroffen. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn dat de scherpe voorwerpen in die gevallen het maagdarmkanaal al hebben verlaten, niet gevonden zijn door inkapseling in ontstekingsweefsel, te klein zijn om waar te kunnen nemen of al door het lichaam zijn opgelost.

Figuur 1. Voorbeelden van schroeven en spijkers die bij koeien met scherpin zijn aangetroffen.

18 - Herkauwer, februari 2021

Als er wel een scherp voorwerp werd gevonden, was het metaal dat waarschijnlijk afkomstig was van het eigen bedrijf, zoals spijkers, schroeven, metaalboortjes, stalen veegborstelharen, afrasteringdraad en ijzerdraad afkomstig uit autobanden waarmee een kuil werd afgedekt (zie figuren 1 en 2). Het is dus belangrijk om secuur te werken bij het klussen en verbouwen. Plaats ter preventie van scherp-in magneten op de opraapwagen en voermengwagen. Een duurdere oplossing is om alle koeien preventief een kooimagneet in te geven, alleen werkt een kooi-


monitoring

Evert van Garderen, patholoog

Figuur 3. Kooimagneet. Door de specifieke vorm kan de kooimagneet alleen effectief zijn bij het wegvangen van scherpe delen in de netmaag als deze scherpe delen magnetisch zijn en binnen de afmetingen van de kooi passen.

magneet alleen bij magnetische scherpe voorwerpen met een dusdanige kleine afmeting dat insluiten van het scherpe voorwerp binnen de kooi van de magneet mogelijk is (zie figuur 3). (Kooi)magneten hebben geen effect bij niet-magnetische metaaldelen, zoals roestvrij staal. Zwerfafval onwaarschijnlijke oorzaak Op basis van de analyse van deze sectiebevindingen kunnen wij berichten die regelmatig in het nieuws verschijnen over een toename van scherp-in bij runderen veroorzaakt door opgegeten zwerfafval, zoals verhakselde (drank)blikjes en stukjes hard plastic, niet bevestigen. Slechts éénmaal bleek een geval van scherp-in bij een melkkoe veroorzaakt te zijn door een scherp stuk plastic. Het is ook onwaarschijnlijk dat scherp zwerfafval een belangrijke oorzaak is geweest in die gevallen, waarbij tijdens sectieonderzoek geen oorzakelijk voorwerp werd gevonden. Immers, als scherp zwerfafval een belangrijke oorzaak zou zijn van scherp-in, dan was zulk materiaal ook aangetroffen bij die gevallen waarbij het scherpe voorwerp wel kon worden geïdentificeerd en dat was niet het geval.

Al sinds 2002 houdt Royal GD zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving. Figuur 2. Voorbeelden van metaaldraad die bij koeien met scherp-in zijn aangetroffen.

Herkauwer, februari 2021 - 19


o ig em z D we n aa

De hoogste kwaliteit medische scanapparatuur

12 inch screen Touch screen

60 GB geheugen Probe 1-14 MHz

Nu ook lease!

Vraag een vrijblijvende demo aan!

Doppler: Colour, Power, Pulse Wave

info@draminski-retail.eu • T 0646 038 514

WWW.DRAMINSKI-RETAIL.EU

AGRI SERVICE JEUKEN B.V. A

+ B

C

M

Y

CM

MY

CY CMY

K

RISORSA®AGRI EASY SERVICE JEUKEN B.V. Nieuwee! formul

Dip spray producten en te

gebruiken bij melkrobotsystemen Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1

A

C

M

Y

CM

MY

CY CMY

K

C

M

Y

CM

MY

CY CMY

K

+ B

voor celgetal

Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1

+ B

A

De oplossing

+ B

problemen

Schubert straat 33, 6566 DL Millingen a/d Rijn (nl) ® RISORSA STRONG Tel: +31 481 433661 Vormt een + B bescherming A lichte Nieuwe e! formul Fax: +31 481 432075 ® ® Mob: +31 (0)6 53195804 RISORSA BARRIER RISORSA BARRIER Vormt een extreme bescherming www.agriservicejeuken.nl Nieuwe ule! form

ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE? Neem contact op met: Marcel Koot T +31 (0)314 - 355 852 E marcel.koot@dock35media.nl I www.dock35media.nl


Aan de slag

Menno Holzhauer, rundveedierenarts

KLAUWGEZONDHEID VERBETEREN MET EEN GESTRUCTUREERDE AANPAK

Selectief ontsmetten van de klauwen Koeien met een goede klauwgezondheid vreten beter, produceren meer en worden sneller drachtig. Met een gestructureerde aanpak helpen we u, aan de hand van zeven stappen, op weg naar een goede klauwgezondheid. Met deze keer aandacht voor het punt selectief ontsmetten van klauwen. Preventie van infectieuze klauwaandoeningen, zoals Mortellaro en tussenklauwontsteking, is de voornaamste reden voor het regelmatig ontsmetten van (de huid rondom de) klauwen. Zijn deze aandoeningen niet aanwezig op het bedrijf? Dan kan de frequentie van het toepassen van voetbaden fors naar beneden worden bijgesteld. Is er veel Mortellaro? Dan is het nodig de frequentie juist flink te verhogen. Alternatieven voetbaden Start met het lokaal (vaak onder verband) behandelen van de aangetaste koeien. Een paar dagen na het verwijderen van het verband kunt u starten met klauwontsmetting. Systematische ontsmetting wordt op veel bedrijven via voetbaden toegepast. Alleen kleven daar, behalve de arbeidsinzet, ook andere nadelen aan, zoals slechte doorstroming van de koeien in de melkstal,

7

Besteed aandacht aan klauwgezondheid bij de stierkeuze en voer koeien met steeds terugkerende (>drie keer) klauwaandoeningen af.

6

5

1

Zorg voor een schone, droge stalvloer en comfortabele ligboxen.

Manage de lichaamsconditie (schaal van 1-5) van de koeien en zorg voor een maximale afname van 0,5-1 punt na het afkalven.

Voer een uitgebalanceerd rantsoen voor een optimale klauw- en huidweerstand (vitaminen, spoorelementen en mineralen).

irritatie door de formalinedampen in de melkstal en verontreiniging van het bad. Alternatieven zijn het ontsmetten van de klauwhuid met een rugspuit, het gebruik van een sproeimat en het gebruik van een koematras. Deze alternatieven voor het formalinevoetbad kunnen per week twee tot vier dagen worden toegepast. Door het gebruik van een rugspuit treedt minder verspilling op want deze is nauwkeurig toe te passen. Ervaringen uit het veld zijn positief. Op onze website vindt u meer informatie over verschillende alternatieve middelen om het formalinevoetbad te vervangen. Alle genoemde middelen moeten zeker de eerste vier tot zes weken na de overgang twee tot drie dagen per week worden toegepast en ook daarna minimaal twee aaneengesloten dagen per week. Afwijken van dit schema leidt meestal tot tegenvallende resultaten voor wat betreft preventie van Mortellaro en tussenklauwontsteking. MEER WETEN OVER HET 7-PUNTENPLAN? WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/KLAUW

2

3

Controleer de klauwen van alle koeien voor het droogzetten, herhaal dit 2-3 maanden na afkalven (registreer dit).

Behandel kreupele koeien direct (registreer dit).

4

Maak selectief gebruik van desinfectie, afhankelijk van de ernst van de infectieuze klauwgezondheidsstatus. Herkauwer, februari 2021 - 21


AAN DE SLAG MET UIERGEZONDHEID

“Een apk voor je melkstal” Theunis Holtrop heeft een melkveebedrijf met zo’n 250 melkkoeien en 80 stuks jongvee. “We hadden last van een hoog celgetal. Om erachter te komen waar dat door wordt veroorzaakt, wil je oorzaken uitsluiten. Ik had verschillende ideeën wat het kon zijn en heb daarom een natte meting laten uitvoeren.” Hij had nog niet eerder een natte meting laten uitvoeren en wilde het melkproces eens onder de loep nemen. Theunis: “Het blijft een eeuwige zoektocht naar optimale uiergezondheid. Soms

22 - Herkauwer, februari 2021

dan pas je iets aan omdat je verbeteringen wilt. Hoog celgetalkoeien zitten in een aparte groep en worden als laatste gemolken. Maar uiteindelijk weet je niet welke aanpassing tot welk resultaat leidt en wat de daadwerkelijke verbetering is. Op advies van mijn dierenarts heb ik een natte meting aangevraagd.” Meekijken van a tot z Een meting tijdens het melken geeft inzicht in het functioneren van de melkmachine en melktechniek. Een GD-uiergezondheidsspecialist voert deze natte meting uit aan de hand van


Interview

Jessica Fiks, redacteur

metingen aan de melkinstallatie, een analyse van de melktechniek (van melker of het automatisch melksysteem) en een beoordeling van koeien. Hij of zij beoordeelt tijdens het melken onder meer de melktechniek van de melker, het vacuüm onder de speen, het vacuüm in de kop van de voering, afvoer van de melk en hoe uw koeien zich gedragen tijdens het melken. “Het kost je geen extra tijd. Het is wel fijn als eens een paar extra ogen meekijkt”, geeft Theunis aan.

Anton Gosselink

Anton Gosselink, uiergezondheidsspecialist, voerde de meting op het bedrijf uit en deelt enkele zaken die hij waarnam. “In dit geval zagen we bij ongeveer 50 procent van de koeien te veel (rafelige) en vereelte speenpunten. Richting het eind van het melken werden te veel koeien onrustig en werden de melkstellen afgetrapt, vooral door vaarzen. Bij een aantal koeien waren knijpstrepen en platte spenen zichtbaar en soms waren de spenen rood tot paars verkleurd. ”

Aanpassingen gedaan Theunis: “We hebben het vacuüm laten zakken, dat bleek te hoog te zijn. Ook hebben we de pulsatorsnelheid aangepast en de tijd tussen voorbehandeling en aansluiting van het melkstel wat langer gemaakt.” Anton vult aan: “Na aansluiten komt de melkstroom sneller op gang, is deze hoger en stopt sneller zonder lange namelkfase. Dit verkort de tijd dat de koeien aan de melkmachine staan en daarmee de belasting van de spenen.” Die aanpassingen hebben de problemen rondom het melken wel verminderd, laat Theunis weten. “Maar het blijft een puzzel zonder eind. De laatste tijd gaat het weer wat minder, ik vermoed dat die problemen uit de boxbedekking komen. Dus daar zijn we nu weer mee aan de slag. Je wilt de gezondheid van je koeien zo hoog mogelijk hebben. Je vraagt je altijd af wanneer je het optimum hebt bereikt en wilt blijven verbeteren. Een natte meting kost wel wat, maar als het je enkele koeien bespaart heb je het er zo uit. Ik vind het een mooie apk voor je melkstal. Het is belangrijk dat je zelf goed blijft overwegen welke middelen je inzet om de diergezondheid te verbeteren.” MEER OVER UIERGEZONDHEID STAAT OP

Een natte meting De melkmachine en de melker (melktechniek) hebben veel invloed op de uiergezondheid op een bedrijf. Periodieke controle en onderhoud van de melkmachine door de leverancier zijn belangrijk voor het goed functioneren van de melkinstallatie. Maar een machine die ‘droog’ perfect functioneert en goed onderhouden is, kan tijdens het melken toch problemen veroorzaken. Als tijdens het melken bijvoorbeeld het vacuüm onder de speen te veel varieert, kunnen mastitisverwekkers de uier makkelijk binnendringen. Een meting tijdens het melken is ook geschikt voor melkveehouders die geen specifieke klachten hebben, maar willen laten controleren of het melkproces nog goed verloopt. Daarnaast worden voeding, huisvesting en het koeverkeer beoordeeld. Verder worden natuurlijk ook de uiergezondheidsgegevens bekeken. Binnen een paar uur heeft u de eerste concrete en praktische adviezen waarmee u direct aan de slag kunt om het resultaat op uw bedrijf te verbeteren. Daarnaast ontvangt u een rapport van de bevindingen met daarbij de schriftelijke adviezen. U bepaalt zelf met wie u het rapport deelt. Heeft u vragen of wilt u een natte meting laten uitvoeren? U bereikt het team van GD-uiergezondheidsspecialisten via 0900-1770 (optie 1). Zij staan elke werkdag voor u klaar.

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/UGA

Herkauwer, februari 2021 - 23


resultaten

Debora Smits, rundveedierenarts

WAT VERTELDE TANKMELK ONS OVER WORMINFECTIES IN 2020?

Analyse uitslagen geeft handvatten GD maakt jaarlijks, op anonieme basis, een analyse van de uitslagen van het tankmelkonderzoek op antistoffen tegen de parasieten longworm, maagdarmwormen en leverbot van bedrijven die al langer deelnemen aan Worminfecties Tankmelk. We kijken onder meer naar de landelijke ontwikkelingen. Waren er in 2020 minder, net zoveel of meer infecties als in de jaren ervoor? Komen bepaalde parasieten vaker voor in een bepaalde regio? En wat kunt u doen bij een positieve uitslag? We zetten het voor u op een rij. Voor longworm en maagdarmwormen waren de tankmelkuitslagen in 2018 en 2019 vrij stabiel. Daarentegen daalde het aantal leverbotpositieve tankmelkuitslagen in 2019. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de hete en droge zomers. In 2020 zien we aanzienlijk minder bedrijven die positief testten op longworm, maar wel iets meer (hoog)positieve tankmelkuitslagen voor maagdarmwormen. Voor leverbot zien we opnieuw iets minder positieve uitslagen. De uitslagen van 2020 laten daarnaast net als eerdere jaren zien dat bedrijven in bepaalde gebieden in Nederland een groter risico liepen op een besmetting dan bedrijven buiten deze gebieden. Zie ook de figuren op deze pagina. Maagdarmwormen %bedrijven met %bedrijven met maagdarmworm maagdarmworm antistoffen antistoffen aangetoond aangetoond geen of <5 geen of <5 inzendingen inzendingen 0% 0%

Positieve uitslag longworm of maagdarmworm Een (hoog)positieve tankmelk voor longworm of maagdarmworm betekent dat de weerstandsopbouw bij het jongvee de afgelopen één tot twee jaar mogelijk niet optimaal is verlopen. De aanloop naar het volgende weideseizoen is een mooi moment om samen met uw dierenarts eens kritisch te kijken of en hoe dat misschien beter kan. Kies het juiste moment voor diagnostiek om onnodige of zelfs ongunstige ontworming te voorkomen. Het doel is dat uw jongvee voldoende contact opdoet met long- en maagdarmwormen om weerstand op te doen, maar niet zodanig veel dat ze er klachten (hoest, groeivertraging, diarree) van krijgen. De wormsleutel kan hierbij helpen. Leverbot Voor leverbot geldt dat een besmetting altijd ongewenst is, zowel bij jongvee als bij oudere dieren. Een ongunstige tankmelkuitslag kan te maken hebben met antistoffen die de jongere melkkoeien nog bij zich dragen vanuit een besmetting als pink. Wilt u bij een positieve tankmelkuitslag voor leverbot weten of de besmetting bij de melkveekoppel is opgelopen? Dan kunt u bloed- of mestonderzoek laten doen bij de oudste dieren uit de koppel.

Longworm

Leverbot

%bedrijven met %bedrijven met %bedrijven met longworm longworm longworm antistoffen antistoffen antistoffen aangetoond aangetoond aangetoond geen of <5 geen of <5 geen of <5 inzendingen inzendingen inzendingen

<10%

<10%

0% <10%

0% <10%

0% <10%

10−50%

10−50%

10−50%

10−50%

10−50%

>50%

>50%

%bedrijven met %bedrijven met %bedrijven met leverbot leverbot leverbot antistoffen antistoffen antistoffen aangetoond aangetoond aangetoond geen of <5 geen of <5 geen of <5 inzendingen inzendingen inzendingen 0% 0% 0% <10%

<10%

<10%

10−50%

10−50%

10−50%

>50%

>50%

>50%

Figuren: de percentages bedrijven met (zeer) veel antistoffen in tankmelk voor maagdarmwormen, longworm en leverbot in 2020, aangetoond per regio, onder deelnemers (min 5 jaar op rij) aan het abonnement Worminfecties Tankmelk.

24 - Herkauwer, februari 2021

DE WORMSLEUTEL STAAT OP WWW.GDDIERGEZONDHEIUD.NL/WORMSLEUTEL EN MEER OVER LEVERBOT VINDT U OP WWW.LEVERBOT.NL


product

Patty Penterman, rundveedierenarts

IS DE BACTERIE AANWEZIG (GEWEEST) IN DE KOPPEL?

Mycoplasma bovis-antistoffen in de tankmelk, en nu? Met de Mycoplasma bovis-tankmelk-ELISA, die we recent introduceerden, kunt u relatief goedkoop en eenvoudig een koppelscreening laten uitvoeren op antistoffen tegen Mycoplasma (M.) bovis. Een positieve tankmelkuitslag betekent dat er een mycoplasma-infectie is of is geweest op uw bedrijf. Moet u zich dan zorgen maken? Ja en nee. Recent prevalentieonderzoek van GD laat zien dat op 50 tot 75 procent van de melkveebedrijven één of meerdere koeien M. bovis-antistoffen heeft. Oftewel, een mycoplasma-infectie komt regelmatig voor op melkveebedrijven. Dieren die een mycoplasma-infectie doormaken worden niet allemaal ziek of besmettelijk. Zonder dat een dier ziek wordt, kan mycoplasma zich in de voorste luchtwegen van het dier ophouden. Bij een bepaalde trigger, zoals stress, andere infectieziektes of een verminderde weerstand, kan een mycoplasma-infectie leiden tot een ziekte-uitbraak. Uiteenlopende klachten Mycoplasma kan uiteenlopende symptomen veroorzaken. De meest voorkomende zijn mastitis en gewrichtsontsteking bij melkvee en long- en gewrichtsontsteking bij jongvee. Door specifieke eigenschappen van mycoplasma werken veel antibiotica niet en is de bacterie in staat het afweersysteem van de gastheer te ontwijken. Een ziek dier als gevolg van mycoplasma is

daarom vaak slecht tot niet te genezen en ook een besmettingsrisico voor andere dieren uit de koppel. De ernst van de symptomen wisselt per bedrijf, maar kan in het ergste geval leiden tot een flinke ziekte-uitbraak met veel uitval van dieren. Wist u dat… Aankoop van dieren een groot risico is op insleep van mycoplasma op uw bedrijf? Zorg daarom dat de betreffende dieren vóór introductie op het bedrijf altijd worden onderzocht op antistoffen tegen mycoplasma. Positieve tankmelk, een waarschuwing Een koppelscreening op M. bovis-antistoffen is een goede controle om na te gaan of uw koppel in contact is geweest met de bacterie. Een positieve tankmelkuitslag geeft aan dat naar verwachting minimaal 15 procent van de dieren uit uw melkveekoppel antistoffen tegen M. bovis heeft. Dit kan worden gezien als een waarschuwing dat de koppel een mycoplasma-infectie heeft doorgemaakt. Het is reden tot verhoogde alertheid op het vóórkomen van typische verschijnselen van mycoplasma, ook bij uw jongvee, en het nemen van maatregelen op gebied van bioveiligheid en hygiëne. Overleg met uw dierenarts over een plan van aanpak om verspreiding van de bacterie en een ziekteuitbraak op uw bedrijf te voorkómen.

Omgeving (koel en vochtig)

Mechanisch

Geboorte

Over het draad contact (<3m)

Biest/koemelk

Neus-neus contact

Neus-neus contact

Herkauwer, februari 2021 - 25


VOOROP IN DIERGEZONDHEID

Wilt u sterke en gezonde klauwen? Check hoe het zit! Met Klauwgezondheid Tankmelk wordt uw tankmelk vier keer per jaar automatisch onderzocht op biotine, zink en mangaan, die een essentiële rol spelen bij het vormen van sterke klauwen. Daarnaast krijgt u inzicht in infectiedruk van Mortellaro en advies om Mortellaro op uw bedrijf gericht aanpakken. Zo werkt u aan gezonde en sterke klauwen op uw bedrijf. Want het loopt lekkerder met sterke klauwen.

Meer weten? www.gddiergezondheid.nl/kga

GD LOOPT VOOROP IN KLAUWGEZONDHEID VOOR STERKE KLAUWEN EN ACTIEVE KOEIEN


Anne Taverne, redacteur

uit het lab

WASP: belangrijke stap automatisering bacteriologie Binnen het GD-laboratorium zijn we constant op zoek naar verbetering en vernieuwing. Apparaten om het werk voor bijvoorbeeld analisten makkelijker te maken, maar ook om kwalitatief beter onderzoek te kunnen doen voor de klant. De nieuwe WASP is zo’n machine. Maar waarom is dit zo handig? De WASP, voluit Walk Away Specimen Processor, is een machine die automatisch kan enten. Enten is het uitstrijken van materiaal op een voedingsbodem waar de bacteriën op groeien. Normaal gebeurt dit door analisten. Omdat dit werk arbeidsintensief is en analisten door het handmatige werk RSI-klachten kunnen krijgen, werd er door het bedrijf Copan een machine gemaakt die dit enten overneemt. Een mooie toevoeging Dat klonk Henk Jan Brokers, Michel Swarts en Harry Kolk, werkzaam op de afdeling Bacteriologie, als muziek in de oren. Harry

laat weten dat hij al langere tijd op zoek is naar manieren om de afdeling te automatiseren en dat ze door een collega werden geattendeerd op de WASP. “Dit apparaat is een mooie toevoeging”, vertelt hij. “Het zorgt niet alleen voor verlichting van de werkdruk, maar heeft uiteraard nog andere voordelen.” Zo leest de WASP barcodes en codeert op basis daarvan de platen die worden onderzocht. “En dat is handig”, legt Henk Jan uit. “We werken nu met vijfcijferige codes op de monsters, maar binnen afzienbare tijd stappen we over naar een systeem waarin een monsternummer bestaat uit tien willekeurige cijfers. Een foutje in het overnemen van die nummers (met als gevolg monsterverwisseling) is dan snel gemaakt, maar de WASP maakt hierin gelukkig nooit fouten.” Het selecteren en etiketteren van monsters, het open- en dichtdraaien van buisjes, het pipetteren, uniform enten en spatelen van platen en het sorteren en automatisch registreren in LIMS (het Laboratorium Informatie Management Systeem) wordt nu

Figuur 1. Op deze twee plaatjes ziet u het verschil tussen handmatig uitstrijken (links) en uitstrijken via de WASP (rechts). Op het rechterplaatje ziet u een duidelijk patroon met beter onderscheid en meer losliggende kolonies. Met de hand eindigt veel materiaal aan de rand van de plaat en dat kun je niet gebruiken.

Herkauwer, februari 2021 - 27


uit het lab

dus allemaal door één apparaat gedaan. “Als een monster binnenkomt en de WASP ingaat, geeft het apparaat direct door aan het computersysteem dat een monster in behandeling gaat”, vertelt Michel. “Daarbij wordt een machine nooit ziek en kun je ‘m bij wijze van spreken ’s ochtends aanzetten, iets anders gaan doen en in de loop van de middag zijn alle monsters verwerkt.” Nauwkeurige monsterverwerking “Momenteel draaien alleen nog tankmelk- en mastitismonsters op de WASP. Maar in het voorjaar willen we starten met al het materiaal uit de sectiezaal”, vertelt Henk Jan. “We krijgen vanuit de sectiezaal organen aangeleverd. Daar halen we met een swab een monster uit die we aanbrengen op een voedingsbodem. Uiteindelijk is het straks de bedoeling dat dit geautomatiseerd wordt en dat de swab dus in een vloeistof gaat en de WASP dit verder verwerkt. Dit gebeurt dan op de juiste voedingsbodems die nodig zijn bij dat specifieke orgaan van die diersoort. Zo hebben we er voor alle diersectoren iets aan.” Daarnaast zorgt het volgens Harry praktisch gezien ook voor voordelen. “Doorlooptijdverkorting is mogelijk, omdat de WASP het monster beter over de platen verdeelt, zodat de bacterie-

28 - Herkauwer, februari 2021

Anne Taverne, redacteur

koloniën los komen te liggen”, vult hij aan. “Om tot een goede conclusie te komen heb je losliggende bacteriekolonies nodig. De WASP geeft een grotere kans op dit soort kolonies dan wanneer je het met de hand doet.” Hij laat een plaatje zien waarop het verschil duidelijk zichtbaar is (zie figuur 1). “Handmatig moeten monsters wel eens opnieuw uitgestreken worden, waardoor de uitslag een dag later bekend is. Dat hoeft straks niet meer, omdat het altijd goed gaat.” Stap voor stap Het duurde even, want de eerste stappen in het proces van aanschaf zijn in 2013 gemaakt, maar nu staat ‘ie dan eindelijk te stralen in het lab. “In mei van dit jaar is de installatie, vertraagd door corona en een fabriek die precies in de brandhaard van Italië stond, voltooid. In een goede samenwerking met de leverancier is de installatie voortreffelijk gegaan”, vertelt Harry trots. “Het is voor mij een volgende stap naar een volledig geautomatiseerd bacteriologisch lab. Ik zeg altijd: ‘stilstand is achteruitgang’. De aanschaf van de MALDI-TOF, waarmee we bacteriën snel kunnen identificeren, gaf al een gigantische sprong in de doorlooptijdverkorting en dit is de volgende fase. Stap voor stap blijven we het GD-laboratorium verbeteren.”


relatiebeheerders

HULP BIJ VRAGEN

Advies voor u GD-relatiebeheerders geven advies over uw bedrijfssituatie en de ondersteuning die wij u kunnen bieden. Bijvoorbeeld als u een vraag heeft over een onverwachte verandering van de gezondheidsstatus van uw koeien. Of als u meer informatie wilt over diergezondheid (zoals BVD, parasieten, klauwen uiergezondheid of drinkwater) en wilt weten welke GD-programma’s op uw bedrijf van meerwaarde kunnen zijn. Relatiebeheerder Walter Schouten deelt zijn ervaring: “In 2020 zijn we in mijn gebied op een aantal bedrijven met een leptospirose-uitbraak geconfronteerd. Voor de betreffende veehouders leidde dit tot zeer hoge kosten voor onderzoek, behandeling met antibiotica van de koppel en afvoer van melk zonder opbrengst. De herkomst van deze uitbraken is over het algemeen terug te voeren naar aanvoer van dieren die uit Duitsland zijn geïmporteerd. In het buitenland wordt niet of nauwelijks naar de leptospirose-status van de dieren gekeken, daarom moet bij import altijd individueel bloedonderzoek van deze dieren naar leptospirose plaatsvinden. Aanvoeronderzoeken naar diverse dierziektes zijn indertijd voor de diverse diergezondheidsprogramma’s op

verzoek van veehouders en dierenartsen gelijkgetrokken, zodat deze direct de dag van aanvoer al mogen plaatsvinden. Let hierbij altijd wel op, dat op dat moment mogelijk niet alle onderzoeken die dienen te worden uitgevoerd al in VeeOnline staan, dit kan tot vijf dagen na aanmelding in I&R nog veranderen. Controleer wanneer uitslagen bekend zijn ook of alle statussen weer goed staan en of er geen onderzoek openstaat. Daarnaast kunnen dieren die zijn aangevoerd op de dag van aanvoer op het afvoerende bedrijf of tijdens transport ook nog besmet zijn geraakt en zal dit bij het direct uitgevoerde bloedonderzoek nog niet in het bloed kunnen worden aangetoond. Daarom geldt voor diverse dierziektes dat de dieren het best eerst in quarantaine kunnen worden gezet en om bloedonderzoek bij binnenkomst en nogmaals na vier weken uit te voeren. Overleg hiervoor ook met uw eigen dierenarts. Hiermee kunt u voorkomen dat u dierziektes in uw koppel brengt die voor u tot hele hoge kosten kunnen leiden.” MEER INFORMATIE OVER DE RELATIEBEHEERDERS VINDT U OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/RELATIEBEHEER

Jan Marion

Staand:

Andreas

Walter

Midden:

Sietske

Joyce

Vooraan: Lammert

Laura

Mike

Sabine

Hans

Anton

Theo

Toine

Chantal

Renske

Herkauwer, Herkauwer,november februari 2020 2021 - 29


ADVERTORIAL

‘Kwalitatief goed drinkwater is cruciaal’ Rundvee houden zit in zijn bloed. Nick de Werdt is inmiddels al de derde generatie die het familiebedrijf De Werdt in Sterksel runt. De passie voor zijn dieren komt uit zijn jeugd. Hij groeide er mee op en raakte er, naar eigen zeggen, in verwikkeld. De kernwaarde die in zijn bedrijf centraal staat: gezonde dieren. Kwalitatief goed drinkwater is daarbij cruciaal volgens de Werdt. Vuil en aanslag De Werdt had altijd last van drinkwater waar vervuilin­ gen in voorkwamen. ‘Ik zag vaak vuil en aanslag uit mijn leidingen in de drinkbakken van mijn dieren komen. Ook merkte ik dat ik snel bacteriegroei had in mijn water, zeker als het in de grote tanks zat. Dit is een vervelend probleem. Ik wil het beste voor mijn dieren, dan is ver­ vuild drinkwater voor mij niet goed genoeg’, vertelt de Werdt. Dus, op zoek naar een oplossing. De oplossing? De Werdt kwam uit bij een waterdevice van FreshWa­ ter. ‘Toen in het device kreeg, kon ik hem makkelijk zelf installeren. Dat stelde niets voor. Er was een heel verschil tussen hoe de kwaliteit van het water eerst was en na de installatie van het device. Het water was helemaal helder, en ik had geen last meer van vuil en aanslag. Ook de bac­ teriegroei in mijn tanks was verholpen’, vertelt de Werdt. Gezondere dieren De Werdt vertelt dat hij ook een verandering in de gezondheid van zijn dieren zag. Dat vindt hij het meest waardevol. ‘In mijn ervaring wordt de algemene gezond­ heid van mijn koeien beduidend beter door het kwali­ teitsvolle drinkwater. Als je dieren gezonder zijn heb je minder moeilijkheden, dat werkt gewoon fijn’, lacht de Werdt. ‘Kwalitatief goed drinkwater is cruciaal in de alge­

mene gezondheid van koeien. Ik merk bijvoorbeeld dat er minder problemen zijn met de darmen of maag. Ook hoef ik minder antibiotica te gebruiken. Ik geloof zeker dat het schone water hier een rol in speelt’, vertelt de Werdt. Waterdevice Drinkwater uit de kraan heeft een zeer lage energetische waarde en een verwrongen moleculaire structuur. Het is belangrijk om dit water te verlevendigen en te energeti­ seren. De waterdevicers van Freshwater structureren en ioniseren het water. Dat zuivert het water continu en verhoogt de opname van zuurstof, mineralen en voedingsstoffen. Planten, dieren en mensen profiteren van verhoogde hydratatie en dat leidt tot een efficiënte­ re opname van voedingsstoffen. Hoogenergetisch, sterk zuurstofrijk water remt de groei van ziekteverwekkers en vermindert de pathogene druk. De positieve werking van Freshwater waterdevicers is wetenschappelijk aan­ getoond. FreshWater De Werdt had al ervaring met ioniserende lampen van FreshLight BV, waar FreshWater onder valt. ‘Ik was zo blij met de lampen, dat ik ook erg benieuwd was naar wat een waterdevice voor mij kon betekenen. Ik ben erg te­ vreden over de producten, en het contact met FreshWater was ook altijd fijn’, vertelt de Werdt.

Meer informatie over de waterdevicers van FreshWater? E: info@freshlightgroup.com T: +31553020021


de boer op

24%

EEN GOEDE MINERALENVOORZIENING Mineralen zijn van groot belang voor de weerstand, uiergezondheid, vruchtbaarheid en klauwgezondheid van koeien. Zowel tekorten als een overmaat aan mineralen kunnen hun gezondheid schaden. Tankmelk­ onderzoek geeft inzicht in de werke­ lijke mineralenopname van een kop­ pel melkkoeien. Weet u hoeveel mineralen uw dieren opnemen uit hun rantsoen?

… VAN DE MELKVEEHOUDERS LAAT DE MINERALEN­ VOORZIENING VIA GD PERIODIEK METEN MET BEHULP VAN DE MINERALENCHECK.

Onze Mineralencheck meet in tankmelk hoeveel jodium, selenium, zink en koper uw melkgevende koeien daadwerkelijk opnemen uit het rantsoen. De uitslag vertelt u of u te veel of juist te weinig mineralen voert én geeft inzicht in de fosforuitscheiding. Door deze informatie mee te nemen in de rantsoenberekening, kunt u nog nauwkeuriger naar de mineralenbehoefte voeren. Zó helpt u uw koeien en uw bedrijf gezond te houden. MEER HIEROVER OVER STAAT OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ MINERALENCHECK

vraag & antwoord

HOE WEET IK OF MIJN RUNDEREN VOLDOENDE DRINKEN?

ANTWOORD TOINE VAN ERP, RELATIE­ BEHEERDER

Goed drinkwater is een essentieel onderdeel van gezonde voeding. Een koe drinkt minder en neemt daar­ door minder voer op, als zij water aan­ geboden krijgt van slechte kwaliteit of water met afwijkende smaak of geur. Om ervoor te zorgen dat een koe voldoende water opneemt, is het belangrijk dat het water smakelijk, makkelijk bereikbaar en van goede kwaliteit is. Gezond drinkwater begint bij een goede beschikbaarheid en hygiëne. Overbezetting aan de waterbak is een belangrijke oorzaak van tegenvallende wateropname met als gevolg een lagere melkproductie. Schone drinkbakken, op de juiste hoogte afgesteld (circa zeven-

tig centimer) en goed verdeeld door de stal, zijn een voorwaarde voor optimale wateropname. Voeg indien nodig drinkplekken toe (per honderd koeien is zeven meter waterbaklengte de norm). Beoordeel de waterbakken dagelijks op vervuiling en onderneem direct actie als dat nodig blijkt. Door een watermeter in het leidingnet te plaatsen weet u exact hoeveel water dagelijks naar de waterbakken wordt gestuurd; voor een bedrag vanaf circa 30 euro zijn deze online al te bestellen. MEER HIEROVER STAAT OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ RUNDVEEDRINKWATER

Herkauwer, februari 2021 - 31


diergezondheid volgens Gijs van Poppel Samen met zijn vrouw Paula runt Gijs van Poppel uit Molenschot een melkveebedrijf met 170 melkkoeien en 90 stuks jongvee op een opfoklocatie. Daarnaast beschikken ze over een monomestvergister en mineralenscheider. “We hebben de blik op de toekomst gericht en zijn enthousiast over nieuwe kansen. De gezondheid van onze koeien staat op de eerste plek, vanuit daar kijken we verder. Dat geeft veel energie.” Gijs: “We hoorden in 2017 van het Friesland-Campina Jumpstart-programma met een monomestvergister in relatie tot CO2-reductie. Na informatie te hebben ingewonnen, zijn we in het project gestapt.” Aan de slag met de monomestvergister “We hebben stalaanpassingen gedaan want we hadden een roostervloer en voor de vergister is een dichte vloer wenselijk door dagverse mest, naast de emissiebeperking. Nu ligt er een zeil over het rooster met daarop een mat van Cowrubber. Het is belangrijk dat verse mest meteen wordt afgevoerd door de Lely-collectors; daarvan hebben we er nu drie. Ze zuigen mest op en voeren het af in een gasdichte put, het gaat in de vergister en gedurende veertig dagen op een temperatuur van 42 graden Celcius, dan komt biogas vrij. Een koe levert bij ons per jaar 1450 kilowattuur op. Duurzaam dus. Voorheen reden veel opleggers met mest het erf af. Doordat nu de afgevoerde meststoffen geconcentreerder zijn, besparen we veel transportbewegingen en aankoop van kunstmest (Mgo en K2O), ook dat bespaar je voor jezelf en het milieu. Daarnaast produceren we eigen N-kunstmest en daarvoor gebruiken we dan weer de warmte van de motoren. De dikke fractie gebruiken we voor de biobedding in de ligboxen, er gaat een deel richting de opfok en we hebben een deel voor afzet. De dunne fractie wordt verwerkt via een soort luchtwasser-idee en wordt ‘kunstmest’. Althans, we verwachten dat dit jaar door Europa en Nederland de wet wordt aangepast en het als kunstmest geldt.” Diergezondheid: altijd vinger aan de pols “In 2016 hadden we last van klebsiella. We hebben ingeent, alles ontsmet, de boxbedekking onderzocht et cetera. We stapten onder andere over van rubberen naar siliconen tepelvoeringen voor de speenconditie en kregen het onder controle, beter zelfs dan voorheen. Sinds we geen roostervloer meer hebben, hebben we minder last van klauwproblemen. Zien we toch een kreupele koe? Dan bekappen we meteen. De hele koppel bekappen we preventief twee keer per jaar. We houden altijd een vinger aan de pols en bij twijfel laten we gelijk gericht onderzoek doen. Ook qua voersamenstelling, het is zo belangrijk dat je een juist rantsoen voert. Je wilt uiteindelijk gezonde dieren en een optimale productie. Daar werken we iedere dag hard aan.”

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.