Bijzondere bevindingen
Diarree door Clostridium perfringens type C op een ongebruikelijke leeftijd In de darm zitten diverse enzymen die eiwitten uit de voeding helpen afbreken. Een voorbeeld hiervan is trypsine. Antistoffen zijn ook eiwitten en worden ook afgebroken door deze enzymen. In biest zitten waardevolle antistoffen die helpen in de afweer tegen diverse infecties. Het is daarom belangrijk dat er snel, voldoende biest van goede kwaliteit opgenomen wordt en dat de antistoffen niet direct worden afgebroken door enzymen. In biest zit daarom ook een natuurlijke trypsine-remmer. De Clostridium-bacterie produceert enkele toxines, waaronder toxine beta, dat gevoelig is voor trypsine. Infectie met Clostridium perfringens type C (CPC) kan bij pasgeboren biggen resulteren in (bloederige) diarree omdat de afbraak van het beta-toxine geremd wordt door de trypsine-remmer. Na enkele dagen verandert de biest in melk en wordt het beta-toxine normaliter snel afgebroken door de aanwezige trypsine. Het is derhalve zeer ongebruikelijk om CPC te vinden in biggen die ouder zijn dan een paar dagen.
In het voorjaar van 2023 stuurde een dierenarts biggen in voor pathologisch onderzoek om de oorzaak te achterhalen van terugkerende plotse sterfte van enkele goede zuigende biggen per week van 2 tot 3 weken leeftijd. De patholoog stelde de diagnose necrotiserende ontsteking van de dunne darm en in het laboratorium werd de microbiologische diagnose ‘infectie met CPC’ vastgesteld op basis van kweek en PCR-testen voor de toxines (alpha- en beta-toxine PCR positief in dit geval). Een van de weinig logische verklaringen voor dit probleem bij biggen van deze leeftijd is dat er een relatief tekort aan trypsine moet zijn. Navraag bij de dierenarts leert dat de veehouder zeer succesvol is in de verstrekking van voeding in de vorm van een papje aan zuigende biggen via een ingenieus systeem met sensoren. Volgens de dierenarts zijn de biggen er dol op; misschien iets te dol.
Hoewel de exacte relatie tussen CPC en voermanagement moeilijk te leggen is op een individueel bedrijf, past de overdadige voeropname wel bij het klinisch beeld en de bevinding bij infectie met CPC. Mogelijk dat een relatief overschot aan eiwitopname resulteert in een relatief tekort aan trypsine om de toxines af te breken. Anderszins is het mogelijk dat de hygiëne van het voersysteem incidenteel onvoldoende is waardoor er toch een overmaat aan inname van bacteriën of toxines. Momenteel overweegt de veehouder een pre-fermentatiestap van het voer. Er is geadviseerd om de voerverstrekking iets te minderen zodat het relatieve trypsine tekort wordt opgeheven en alert te zijn op voerhygiëne.
Trilbiggen en hypoplasie van het cerebellum
In januari 2023 werden er vanuit een vermeerderingsbedrijf pasgeboren biggen opgestuurd naar GD voor sectie met als klacht ‘trilbiggen’. Trilbiggen zijn geen geheel onbekend fenomeen in de varkenshouderij en deze worden op verschillende bedrijven zo nu en dan gezien, dit gaat vaak in golfbewegingen. Op het bedrijf in kwestie was de kwaliteit en vitaliteit van de pasgeboren biggen de afgelopen weken niet naar behoren volgens de varkenshouder en de bedrijfsdierenarts had het vermoeden dat een pathogeen een rol zou spelen. Er werden vijf pasgeboren biggen voor sectie aangeboden. Alle biggen hadden een lege maag en aan de andere organen in de borst- en buikholte werden geen afwijkingen gezien. In alle biggen werd een hypoplasie van het cerebellum gevonden, de kleine hersenen waren onvoldoende ontwikkelt. Histologisch was er geen ontsteking te zien in hersenen van de biggen en er werd geen PRRSv of PCV2 aangetoond in de biggen. Na overleg werd van deze biggen hersenmateriaal doorgestuurd voor een PCR-test op APPV (Atypisch Porcine PestiVirus), deze PCR-test was positief voor APPV. Hoewel APPV waarschijnlijk vaker voorkomt op Nederlandse varkensbedrijven wordt de diagnose niet regelmatig gesteld. Biggen met APPV kunnen vanzelf herstellen na een paar dagen/weken en kunnen daarna weer normaal presteren. Deze dieren kunnen het virus echter nog maanden uitscheiden, waardoor zij een belangrijke rol spelen in het in stand houden van de infectie op het bedrijf.
Bel de Veekijker



Op werkdagen kunt u rechtstreeks contact opnemen met de Veekijker: 088 20 25 555. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Het Veekijkerteam varken is bereikbaar op werkdagen tussen: 08.30-12.00 uur en 12.45-17.00 uur.
Royal GD
Arnsbergstraat 7
Postbus 9, 7400 AA Deventer
T. 088 20 25 500
info@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl
Varkensgezondheid
Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk