GeniaaL jg. 16 nr. 60 - januari 2023

Page 1

Dromen Denken Doen

TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN DRIEMAANDELIJKS • JAN. - FEB. - MAART 2023 • NR. 60 • P802104 • AFGIFTEKANTOOR 3000 LEUVEN 1
Foto: Kevin Vandeputte

Voorwoord

Beste burgerlijk ingenieurs en burgerlijk ingenieur-architecten, beste studenten, beste medewerkers en sympathisanten van de faculteit

Laat me beginnen met jullie allemaal een sprankelend 2023 toe te wensen, met een goede gezondheid en veel levensplezier! Bij het begin van zo’n nieuw jaar is het geen slecht idee om even een blik te werpen op het voorbije jaar waarin weer veel gerealiseerd werd. Er werd een aantal nieuwe initiatieven uitgerold zoals een onthaalmoment voor nieuwe doctoraatstudenten, een PhD-day waar de verschillende carrièremogelijkheden na het doctoraat worden toegelicht en een bijkomende ondersteuning van onze beoordelingscommissie die instaat voor de aanwerving van nieuwe professoren. Bovendien hebben we ook de onderwijsvisitatie van het CTI achter de rug die zeer succesvol verliep! Onze faculteit heeft in 2022 ook de voorzittersscepter opgenomen van het CLUSTER-netwerk en nam meteen het voortouw om in 2023 een aantal initiatieven te concretiseren.

Voor het nieuwe jaar staan verschillende werven al stevig in de steigers. De grote bachelorhervorming, waarbij de faculteit nadrukkelijk kiest voor een versteviging van de basis van de opleiding, heeft stilaan haar landing ingezet. Via GeniaaL houden we jullie hiervan op de hoogte. Daarnaast kijken we reikhalzend uit naar de beslissing van de Vlaamse regering over onze aanvraag, samen met UGent en VUB, tot vrijstelling van het organiseren van onze Nederlandstalige masteropleidingen. Dit zal immers onderwijscapaciteit kunnen vrijmaken voor volgende stappen richting internationalisering. Ook bereiden we 600 jaar KU Leuven verder voor, met onder andere de ontwikkeling van een STEM-challenge voor middelbare scholen en heel wat kleinere acties die in 2023 het daglicht zullen zien.

Met deze initiatieven zullen we ons motto van dit academiejaar: ‘Dromen, denken en doen!’ ongetwijfeld uitkristalliseren.

Beste alumnivrienden

Een nieuw jaar, vol hoop … 24 februari 2022 werd Europa op zijn kop gezet. De gevolgen voelen we dagelijks via de energieprijzen, de inflatie, verstoorde logistiek, … om nog niet van het leed van de Oekraïners te spreken. Maar er is ook hoop, de versnelde transitie naar duurzaamheid en de bewustwording van de strategische eigenheid in Europa zijn onderwerpen die ons allen aangaan. De forumavonden van Alumni Ingenieurs KU Leuven willen hierop inspelen. Afgelopen jaar organiseerden wij al een succesvolle forumavond rond ‘energietransitie’. Het Arenbergsymposium ging over de ‘decarbonisatie van de industrie’. En 2023 gaat van start met forumavonden rond 'energiesysteem van de toekomst' en ‘functionele materialen’. Bovendien wordt er een bedrijfsbezoek georganiseerd in het JRC (Joint Research Centre).

Voor onze huidige studenten - onze toekomstige alumni - viel er de afgelopen maanden heel wat te beleven. Het afsluiten van het jaar ging traditiegetrouw gepaard met de voorstelling van de projecten in het kader van het opleidingsonderdeel P&O3 (Probleemoplossen en Ontwerpen) en de bijbehorende prijsuitreiking. Wij stellen ook het gloednieuwe eFab voor: een experimentele ruimte voor studenten om elektronische schakelingen te maken. We hopen dat hier talrijke elektronische schakelingen zullen gecombineerd worden met mechanische projecten, gerealiseerd in het FabLab.

Tot slot wensen wij dat in 2023 snel een einde komt aan de gruwel in het oosten van Europa en er opnieuw kan gebouwd worden aan een mooie toekomst.

Als Alumni Ingenieurs kijken wij ernaar uit jullie te mogen verwelkomen als actief lid van onze vereniging (https://connect.kuleuven.cloud) en te ontmoeten op een van de forumavonden of andere evenementen, die gewoontegetrouw worden afgesloten met een babbel en een drankje.

Ik kijk er al naar uit …

Inhoud Ad Valvas 3-5 GeniaaL gedacht 6-7 Van Cauteren-Dutré Arenbergsymposium 2022 8-9 Bezwijkt het elektriciteitsnet onder de megawatts? 10-11 De circulaire maakindustrie 12-14 Opening eFab in het Departement Elektrotechniek (ESAT) 15 Additive Manufacturing (AM) heeft de wind in de zeilen 16-18 Artificial Intelligence in Leuven 19-20 CLUSTER 21 Lieven Stoefs- Peninsula 22-24 Alumnus in the spotlight 25 Record na record na record na … 26-27 Alumni reizen 28
MICHIEL STEYAERT, VOORZITTER ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN

Ad Valvas

PRIJZEN, ONDERSCHEIDINGEN, …

• De European Research Council (ERC) heeft haar Starting Grants uitgereikt. Dit jaar mogen twee onderzoekers verbonden aan onze faculteit zo’n beurs in ontvangst nemen: Benjamin Gorissen, tenure track docent BOF en onderzoeker aan de Afdeling Robotica, Automatisering en Mechatronica (RAM) van het Departement Werktuigkunde, en Xing Yang, hoofddocent BOF en onderzoeker aan de Afdeling Procestechnologie voor Duurzame Systemen (ProcESS) van het Departement Chemische Ingenieurstechnieken. Meer over hun onderzoek: https://nieuws.kuleuven.be/nl/2022/vier-erc-startinggrants-voor-ku-leuven

• Op 19 oktober 2022 kreeg Jan-Pieter d'Anvers, postdoctoraal onderzoeker bij de Afdeling Computerbeveiliging en Industriële Cryptografie (COSIC) van het Departement Elektrotechniek (ESAT) de Nokia Bell Scientific Award voor zijn onderzoek en doctoraat, getiteld 'Design and Security Analysis of Latticebased Post-Quantum Encryption'.

• Doctorandi Jasper Vastiau en Wannes Stalmans, en postdoctoraal onderzoeker Daniele Giannini, allen verbonden aan het Departement Burgerlijke Bouwkunde, ontvingen de Young Professionals Award van het International Institute of Noise Control Engineering (I-INCE) voor hun onderzoekswerk naar de voorspelling van contactgeluidisolatie, de voorspelling van flankerende geluidtransmissie en de topologische optimalisatie van luchtgeluidisolatie dat werd voorgesteld op het 51e International Congress on Noise Control Engineering (Inter-Noise 2022) in Glasgow.

De mtech+ prijs is een beloning van de Vlaamse Scriptieprijs voor scripties rond technologie en innovatie, in samenwerking met mtech+, het loopbaanfonds voor de metaal- en technologische industrie.

• Marie-Sophie Vindevogel en Arnaud Vander Donckt, afgestudeerde burgerlijk ingenieur-architecten, hebben de BSI Thesis Award 2022 gewonnen met hun masterproef ‘A Homeless Atlas: The architecture of precarious dwelling in Brussels.’ Lees meer op https://bsi.brussels/nl/research/thesis-awards-2022/

• Laura Dreesen, burgerlijk ingenieur-architect, won de afstudeerprijs van de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning met haar masterproef ‘Kompanen, aan de ronde tafel!’ - Een socratische dialoog met buurtvoedselatelier ‘De Kompaan’ omtrent haar ruimtelijke programmatie en architectuur binnen de wijk Borgerhout (promotor: Ward Verbakel).

https://www.vrp.be/post/winnaar-vrp-afstudeerprijs

• Bart Swings, masterstudent elektrotechniek, heeft het tweede wereldbekerweekend in het Canadese Calgary op 18 december 2022 afgesloten met goud op de massastart. https://sporza.be/nl/2022/12/15/wb-schaatsen-calgarybart-swings-schaatst-naar-goud-op-massastart~1671126 183779/

AANKONDIGINGEN

• Op 20 oktober 2022 werd het kunstwerk voorgesteld dat Gijs Van Vaerenbergh Architecten ontwerpen voor de Arenbergkasteeltuin naar aanleiding van 600 jaar KU Leuven in 2025. Lees meer over de dwaaltuin op https://www.kuleuven.be/over-kuleuven/600jaar/dwaaltuin

• Doctoraatsstudenten

, Master of Electrical Engineering, en Merijn Van Deyck, Master of Energy, waren finalisten voor de mtech+prijs 2022. Arnout Roebben won de publieksprijs met zijn masterproef over hersengestuurde hoorapparaten. Bekijk hun video’s op https://scriptieprijs.be/nieuws/stem-nu-voor-demtechprijs-2022

GeniaaL 3
Arnout Roebben Jasper Vastiau, Daniele Giannini en Wannes Stalmans

• Op 16 maart 2023 wordt aan KU Leuven, Campus Brugge de nieuwe Advanced Master ‘Smart Operations and Maintenance in Industry’ voorgesteld die van start gaat in september 2023 en het resultaat is van een intensieve samenwerking tussen drie ingenieursfaculteiten aan KU Leuven en UGent. De opleiding komt er op vraag van het werkveld en speelt in op de noden van de (maak)industrie. Registreren voor dit event via https://smart-om.eu/launch/

• Studiekiezers die meer willen weten over de job van een ingenieur kunnen op 1, 4 of 8 maart 2023 chatten met ingenieurs: inschrijven voor deze chatsessies kan via https://eng.kuleuven.be/studeren/toekomstigestudenten/infomomenten-toekomstige-studenten/chat/

• Op zaterdag 25 maart 2023 zijn toekomstige studenten welkom op onze campus in Heverlee voor de infodag over de opleidingen tot burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect. Je krijgt heel wat informatie, je praat met studenten, studentenbegeleiders en professoren, je bekijkt diverse studentenprojecten én je snuift de bijzondere sfeer op. Je kunt in de voor- of namiddag komen of een hele dag bij ons doorbrengen zonder je te vervelen. Meer informatie en inschrijven via www.kuleuven.be/toekomstigestudenten/infodag/leuven

HEVERLICHT

Twee jaar geleden kreeg VTK het idee om de donkere winteravonden op Campus Arenberg met stemmige verlichting te doorbreken. In samenwerking met de andere studentenkringen van de Groep Wetenschap & Technologie en met ondersteuning van de Technische Diensten van KU Leuven genieten we opnieuw van Heverlicht.

UITREIKING VAN DE O&J PÉTERS PRIJZEN

The International O&J Péters Prize 2022 werd uitgereikt op 25 oktober 2022 tijdens het Flanders Make Symposium. Prof. Dr.-Ing. Michael Schmidt, verbonden aan FriedrichAlexander-Universität Erlangen-Nürnberg, ontving deze prijs voor zijn ‘outstanding pioneering research in the field of photonics, optics and laser technology for production engineering’

The O&J Péters Grant for Development Cooperation 2022 werd uitgereikt aan prof. dr. ir. Gandjar Kiswanto, Universitas Indonesia, Jakarta, voor het project ‘Acoustic Emission for Crack Inspection in Micro-Forming Process of Biodegradable Magnesium Implants.’ De prijsuitreiking vond plaats op 21 september 2022 tijdens de World Conference on Micro and Nano Manufacturing (WCMNM) in Leuven.

GeniaaL 4
Uitreiking The International O&J Péters Prize 2022. Uitreiking The O&J Péters Grant for Development Cooperation 2022

ALUMNI INGENIEURSPRIJZEN P&O3

Op woensdag 21 december 2022 toonden de studenten van de tweede bachelorfase ingenieurswetenschappen hun P&Oprojecten op de demodag. In teams van telkens een zestal studenten werden diverse onderzoeks- en ontwerpopdrachten uitgevoerd. Op het einde van de dag reikte de alumnivereniging Alumni Ingenieurs KU Leuven prijzen uit aan de beste teams.

Runner-up werd het team MECH1B3 met hun ‘soft robot Endobot’. Proficiat aan de teamleden Hannelore Mussen, Dries Ulens, Roeland Van Leuvenhaege, Renaat Van Wayenberge, Hanzhe Wang en Jitse Wouters. Uit hun projectverslag: ‘De Endobot is een zachte robot die weefsels kan identificeren en behandelen. Deze technologie verzekert een efficiënte manier om een operatie uit te voeren waarbij de patiënt achteraf minimaal zal moeten herstellen.’

CW2B1 werd het winnend team met ‘een intelligente personeelstoegang Styx’. Felicitaties voor de teamleden Kevin Maes, Rob Nickmans, Milo Roggen, Martijn Spaepen, Wouter Strobbe en Robin Vandenhoeck.

Uit het projectverslag: ‘Styx biedt een gestroomlijnde en veilige methode om werknemers van een bedrijf te authentiseren en dit zonder enige fysieke sleutel. Styx herkent namelijk haar gebruikers op basis van een baanbrekend en geavanceerd gezichtsherkenningsalgoritme. Zelfs als je onrechtmatig niet herkend wordt door het algoritme, is er geen nood. Styx biedt een vorm van meervoudige authenticatie aan. Met een gegenereerde pincode kun je alsnog het kantoor betreden. Het systeem bevat een intuïtieve interface voor de gebruiker. De administrator beschikt over een handig dashboard, waar eenvoudig gebruikers toegevoegd, bewerkt en verwijderd kunnen worden.’

GeniaaL 5

GeniaaL gedacht

We willen meningen horen. Meningen van ingenieurs over wat hen nauw aan het hart ligt, meningen van niet-ingenieurs over ingenieurs en ingenieuren, alles wat des mensen is, kan en mag aan bod komen. Als het maar ‘uw gedacht’ is, mijn gedacht.

GEPAKT

Ik heb een heemtuin. Dat is een stuk bos waarin wegens de ijzerhoudende ondergrond van het Hageland niet veel gekweekt kan worden. Onder en tussen de bomen groeit er dan niet veel meer dan wat bremstruiken, bosbessen, varens, haagwinde en klimop. De bramen en distels heb ik zoveel mogelijk geweerd. Een bak met kruiden is dan ook het enige waarmee ik wat in mijn eigen voedselinname kan voorzien. Met uitzondering van een paar landbouwers in de buurt die in fruit, asperges of witloof zijn gespecialiseerd, komt al de rest van wat ik eet en drink uit winkels en supermarkten. Meestal grrr … voorverpakt! Wat volgt verklaart waarom ik op bulk en papieren zakken ben overgestapt.

Ik denk dat er nog heel wat werk weggelegd is voor ingenieurs om aan dit soort problemen het hoofd te bieden.

Het ergerlijke is dat voorverpakt voedsel zo goed opgeborgen is dat het quasi onbereikbaar wordt, alsof de fabrikant je wil verhinderen te consumeren of toch om de consumptie zo lang mogelijk uit te stellen. De begeerde etenswaar zit verpakt in een puzzel waarbij je moet proberen in te breken terwijl je al begint te kwijlen als de hond van Pavlov. Neem nu charcuterie. Die zit dikwijls in plastic vlootjes afgedicht met, wat zeg ik, verzegeld met een plasticfolie. Die is aan de randen vastgeplakt en ergens op een hoekje wordt verondersteld dat er een los lipje zit waarmee je handig de verpakking kan openen. Het eerste probleem is om precies dat hoekje te vinden. Soms staat er uitnodigend 'hier openen'. Al te vaak ben je op jezelf aangewezen of zit er soms een klein bubbeltje om de hoek aan te geven. Als je gevonden hebt waar je moet beginnen pulken, dan

blijkt dat lipje helemaal niet los te zitten. Ik probeer dan tevergeefs een vingernagel (een teennagel zou belachelijk zijn) onder het lipje te krijgen, wat meestal niet lukt. Als ik mijn geduld verlies is er een puntig mes dat gewoon de afdekfolie kan doorprikken zodat ik die in stukken en strookjes kan lostrekken. Steevast liggen de schijfjes kaas, vlees of zalm grotendeels over elkaar. Maar dan blijkt dat je de verpakking hebt opengemaakt aan de kant van het onderste schijfje. Ofwel ruk je dan de hele afdekfolie los waardoor de rest de komende dagen zal liggen uitdrogen ofwel probeer je het onderste stukje boven te halen waardoor je de hele inhoud overhoophaalt.

Even erg zijn de verse producten als vlees en vis die in een vlootje liggen en lokaal zijn afgedekt met aan zichzelf klevende FOP (Flinterdun Onhebbelijk Plasticfolie). Om dat plaatsbesparend te bewaren in mijn diepvries probeer ik die folie los te maken zodat ik het vlootje kan verwijderen en de inhoud, enkel verpakt in de folie weg te stoppen. Ik heb zelf ook wel een FOProlletje in de schuif zitten (met handige scheurrand) om iets in te pakken. Meestal lukt me dat niet want al voor het afscheuren voltooid is, heeft die folie zich al aan zichzelf gehecht en hoe meer je dat voorzichtig probeert los te krijgen, hoe meer het op andere plaatsen weer aan zichzelf hecht. Een sisyfuskwelling! In de supermarkt heeft men blijkbaar een FOP-specialist in dienst want daar is de folie perfect om het vlootje gespannen en dan afgeplakt met de sticker waarop gewicht, prijs, houdbaarheidsdatum en dergelijke vermeld staan. Als je na vele jaren oefenen de FOP kan lospeuteren, dan is die sticker de reden dat je de hele FOP scheurt, zodat ik naar

GeniaaL 6
Adhemar Bultheel is professor-emeritus aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen, verbonden aan de Afdeling Numerieke Analyse en Toegepaste Wiskunde van het Departement Computerwetenschappen. Hij heeft jarenlang opleidingsonderdelen in de toegepaste wiskunde gedoceerd en is dan ook een vaste waarde in de herinneringen van vele alumni.

de rol met handige scheurrand moet grijpen om het eten opnieuw te verpakken en de sticker er met tape op te plakken. Dan begint de miserie pas, want het is zo moeilijk om het begin van de tape te vinden. Wanneer je na veel zoeken een hoekje hebt kunnen los pulken en je hoopt een strookje te kunnen losmaken, dan scheurt ofwel dat tipje af, of je maakt een lange dunne sliert los aan de zijkant van de tape. De fabrikant van die tape kent dat probleem natuurlijk en hij heeft dan een papiertje vastgemaakt aan het begin van de tape. Dat werkt natuurlijk enkel de eerste keer. Of zou die denken dat je een rolletje tape telkens in een keer opgebruikt?

Je zal nu natuurlijk denken: verknip, versnijd of verscheur toch direct die verpakking. Dat kan als je thuis bent, maar net hetzelfde probleem doet zich voor in allerlei andere gevallen. Een groot probleem heb ik altijd gehad met de kleine potjes melk die je krijgt bij je koffie die je onbekommerd op een zonnig terrasje wil gebruiken. Dat verandert al gauw in een nachtmerrie als je daar zit te plukken aan dat lipje dat weer niet loskomt tot het ineens wel lukt en de melk overal wordt rond gesproeid, behalve in de koffie. Is je kleindochter mee en heeft die een vruchtensapje in een klein brikje waaraan een weeral in plastic verpakt plastic rietje zit, dan is het de bedoeling

dat je met het rietje (na het met de tanden uit de verpakking gehaald te hebben) een klein, met aluminium afgedekt gaatje doorprikt. Hopeloos. En als dat je toch zou lukken, dan geef je het best niet aan je kleindochter want als ze (‘opgelet laat het niet vallen’) dat met twee handjes aanpakt dan spuit het fruitsap door het rietje in een vrolijke boog op haar tot nu toe vlekkeloos witte jurkje. Je probeert zo vlug mogelijk een papieren zakdoekje uit een vers pakje te halen om de plakboel wat af te vegen. Het pakje is echter voorzien van een blauw stripje dat rondom het pakje zit en dat, als je dat lostrekt, de bovenste helft van het pakje losmaakt zodat je er een opgevouwen zakdoekje kan uithalen. Probleem is het begin van dat stripje te vinden. Dat zit even stevig vastgeplakt in de verpakking als de rest van het stripje. Hetzelfde probleem doet zich dan even later voor om het speculoosje dat je bij je koffie kreeg van zijn vershoudjasje te ontdoen. Thuis zitten koekjes dikwijls verpakt in een plastic mal die in een kartonnen doos zit. Die mal eruit halen is eenvoudig, maar probeer maar eens die mal weer in de doos te schuiven.

En dat zijn slechts een paar voorbeelden. De frustraties zijn legio. Hoe hulpeloos ben je als het ringetje van een blikje frisdrank afbreekt? Denk aan de rondspattende olie

van een blikje sardienen als je het openscheurend deksel met de ring naar binnen duwt, het onverbiddelijke netje van aardappelen of sinaasappels dat in je vingers snijdt en niet wil toegeven aan jouw niet mis te verstane rukjes. Iets dergelijks doet zich voor met de koord die je moet helpen een cementzak of een zak wateronthardingszout open te maken. Onwrikbaar zijn die rotdingen. En dan heb ik het nog niet over de elektronicaspullen die in van die dikke plastic verpakking mooi zichtbaar zijn opgehangen in de winkel, maar die thuis enkel met breekmes zijn open te krijgen. Niet veel beter is het gesteld met speelgoed. Het lijkt zo bereikbaar, natuurlijk om de kinderen te verleiden, maar het blijkt dan met allerlei ijzerdraad op verborgen plaatsen vastgehecht aan een plastic of kartonnen drager.

Ik denk dat er nog heel wat werk weggelegd is voor ingenieurs om aan dit soort problemen het hoofd te bieden. Het doet me met heimwee terugdenken aan Indonesië waar ik op een marktje een tros bananen kocht die men verpakte in een netje dat bestond uit een paar gevlochten bamboestrookjes. De verpakking werd met een paar handige manipulaties en wat intelligente vlechttrucjes on the spot gemaakt.

GeniaaL 7

Decarbonisatie van de zware industrie

Op dinsdag 29 november 2022 vond in het Quadrivium in Heverlee het ‘Van Cauteren-Dutré Arenbergsymposium’ plaats. Het onderwerp ‘Decarbonisatie van de zware industrie’ trok 220 geïnteresseerde deelnemers.

De Europese Unie heeft een ambitieus klimaatbeleid. Met de Green Deal wil de EU tegen 2050 het eerste continent worden dat evenveel CO2-uitstoot absorbeert als het produceert. Deze doelstelling werd wettelijk bindend toen het Europees Parlement en de Raad in 2021 de klimaatwet goedkeurden. Om deze doelstelling te halen moet de energie-intensieve industrie in Vlaanderen een drastische transitie ondergaan. Diepe decarbonisatie van o.a. de staal- en cementnijverheid en de chemische industrie zal verschillende parallelle strategieën vergen, gaande van verbeteringen in energie-efficiëntie tot grote verschuivingen in productietechnologieën.

Het Van Cauteren-Dutré Arenbergsymposium probeert een aanzet tot antwoord te geven op de vraag over de aanpak. Naast een globale schets van de problematiek door Jos Delbeke, houder van de European Investment Bank Climate Chair aan het European University Institute in Florence, lichten Frank Vanwynsberghe en Jan Cornelis vanuit de industriële praktijk toe hoe respectievelijk BASF en ArcelorMittal Belgium vandaag deze uitdaging benaderen. Ze getuigen dat deze transitie wel degelijk al begonnen is. Ten slotte stelt Dirk Meire, raadgever energie bij de Vlaamse minister van Energie, Zuhal Demir, dat de te bewandelen weg niet gemakkelijk zal zijn en dat zowel de overheid als de bedrijven én de burgers moeilijke keuzes zullen moeten maken.

DE EUROPESE GREEN DEAL EN DE OORLOG IN OEKRAÏNE JOS DELBEKE

De Europese Green Deal is het programma van de Commissie Von der Leyen om klimaatverandering tegen te gaan. Met deze Green Deal moet Europa in 2030 de CO2-uitstoot met 55 procent terugbrengen ten opzichte van 1990 en in 2050 zou Europa het eerste klimaatneutrale continent moeten worden. De Europese Unie zal dan niet meer bijdragen aan de opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen.

In een boeiende lezing benadrukt Delbeke dat de piek van de CO2emissie, die momenteel ongeveer 35 miljard ton per jaar bedraagt, nog niet is bereikt, mede door de sterke toename in China en andere Aziatische landen. Toch beweegt er wat ten goede. Op de recente COP27 (Conference of the Partners) in Sharm el-Sheik in Egypte werd beslist om een fonds op te richten om naties die het zwaarst worden getroffen door de klimaatveranderingen, financieel te steunen. Wel is nog niet voldoende uitgeklaard wie het fonds zal spijzen en hoe, en wie ervan kan genieten. Positieve signalen zijn ook dat in toenemende mate ‘Joint Energy Transition Partnerships’ tot stand komen en dat bilaterale akkoorden worden gesloten, onder meer in verband met de productie van groene waterstof, waterstof dus die wordt opgewekt uit hernieuwbare energie of uit koolstofarme energie. Belangrijk is het ‘Carbon Border Adjustment Mechanism’ (CBAM), een soort douanetarief op koolstofintensieve producten die door de Europese Unie worden geïmporteerd. Carbon Pricing wordt uitzonderlijk belangrijk als instrument dat een prijs plakt op de emissie van broeikasgassen. Voor CO2 bedraagt die prijs momenteel ongeveer 80 euro per ton. Delbeke belicht ook de impact van de globale geopolitieke context: de oorlog in Oekraïne, ontwikkelingen in China, de Inflation Reduction Act in de VS, …

GeniaaL 8

BASF - JOURNEY TO NET ZERO 2050

FRANK VANWYNSBERGHE

BASF Antwerpen is de op een na grootste site van BASF, telt ongeveer 3 600 werknemers op een bedrijventerrein van 600 hectaren en heeft de ambitie om de eerste klimaatneutrale petrochemische site te worden. Vanaf 2023 zal BASF via een participatie in het nieuwe windpark Hollandse Kust Zuid kunnen beschikken over 100% groene stroom. Zo zal op jaarbasis de CO2-uitstoot van de site met ongeveer 1 miljoen ton dalen. Elektrische oventechnologie heeft het potentieel om de uitstoot van broeikasgassen van de stoomkraker met 90% te verminderen. Grote investeringen in nieuwe technologieën betreffende ‘Carbon Capture and Storage’ (CCS) en gebruik van alternatieve grondstoffen zullen de CO2-uitstoot verder doen dalen, met als finaal doel klimaatneutraliteit tegen 2050. Doorgedreven elektrificatie én groei van het bedrijf zullen het elektriciteitsverbruik sterk doen stijgen. Het is de bedoeling dat dit volledig met groene stroom zal zijn. BASF investeert daarom fors in de elektrische infrastructuur die moet aangepast worden aan nieuwe behoeften op alle niveaus binnen de site. Netwerken en de inzet van hernieuwbare energiebronnen zullen cruciaal zijn.

Het is de ambitie van ArcelorMittal Belgium om koolstofneutraal te worden en de circulaire economie te stimuleren door afval als tweede grondstof te gebruiken. Voor één hoogoven heeft ArcelorMittal Belgium onlangs een ecosysteem ontwikkeld dat houtafval, kunststofafval, restgassen en waterstof zal gebruiken als grondstof voor het productieproces. Tegelijkertijd zal ArcelorMittal Belgium de bijproducten van dit proces omzetten in grondstoffen voor andere sectoren zoals de chemische sector. Zo wordt ecologische waarde gekoppeld aan economische waarde. Aan het eind van zijn huidige campagne wordt voor de tweede hoogoven een alternatief op directe reductie gebaseerd proces bestudeerd, gecombineerd met twee elektrische ovens: eentje voor het insmelten van schroot en eentje voor de verwerking van het via directe reductie behandeld ijzererts.

Uiteindelijk wil ArcelorMittal Belgium tegen 2030 in vergelijking met 2018 zijn CO2-emissie met 35% reduceren, om in 2050 klimaatneutraal te worden.

ELKE EURO KAN MAAR ÉÉN KEER UITGEGEVEN WORDEN DIRK MEIRE

Dirk Meire benadrukt dat ingenieurs vrijwel altijd technologische oplossingen zullen aanbieden. Er zijn echter randbeperkingen: wat gaat dat kosten en hoelang zal het duren voor de oplossing er is. We hebben nood aan een stabiel investeringskader en zeker ook aan kapitaalintensieve investeringen met lange terugverdientijden. Het wordt moeilijk: er zijn geen simpele oplossingen.

VRAGENRONDE

ARCELORMITTAL BELGIUM – IN HET HART VAN DE CIRCULAIRE ECONOMIE JAN CORNELIS

Wereldwijd wordt momenteel 1,9 miljard ton staal geproduceerd. Met 78,5 miljoen ton is ArcelorMittal na Baosteel (115,3 miljoen ton) de op een na grootste producent. ArcelorMittal Belgium nabij Gent beschikt over een bedrijventerrein van 850 hectaren en telt ongeveer 4 700 werknemers.

Staal is een van de allerbelangrijkste materialen die welvaart creëren in onze samenleving. Staal kan als schroot in principe eindeloos gerecycleerd worden. Dat zou kunnen door hersmelting in elektrische ovens. Omdat de vraag naar staal, zeker in landen in ontwikkeling, alsnog blijft stijgen is er nog onvoldoende schroot op de markt om op die manier via recyclage alleen de gestegen vraag op te vangen. Voorlopig blijft dus de productie van ‘nieuw staal’ via de hoogovenroute nodig. De klassieke hoogovenroute zal moeten aangepast worden aan de noden van deze tijd.

ArcelorMittal beschikt in Gent over twee hoogovens. Hoogovens kennen een lange levensduur en ze werken continu.

Er volgt nog een geanimeerde vragenronde, waarin een aantal interessante bedenkingen worden geformuleerd, onder meer: het belang van systeemintegratie, integratie van infrastructuur, de vergunningenproblematiek die de transitie absoluut niet helpt, de positie van Europa die stelt dat ‘hoger belang’ lokale bezwaren moet kunnen overstijgen, al dan niet keuze voor de lokale productie van waterstofgas dat zo moeilijk te transporteren is, de bezorgdheid dat Europa met zijn 500 miljoen inwoners wel stappen wil zetten, maar wat met de andere 7,5 miljard bewoners van deze planeet?

En als belangrijke afsluiter: we hebben veel bekwame en goed opgeleide mensen nodig om de transitie mogelijk te maken en goed te begeleiden. Onze faculteit werkt eraan.

GeniaaL 9
Frank Vanwynsberghe

Forumavond Alumni Ingenieurs KU Leuven

Bezwijkt het elektriciteitsnet onder de megawatts?

Om te voorkomen dat de aarde meer dan 1,5 graad opwarmt wil de EU in 2050 geen broeikasgassen meer uitstoten. De fossiele brandstoffen moeten plaats maken voor duurzame alternatieven, wind- en zonne-energie voorop. De vergroening van de energie vereist echter ingrijpende aanpassingen van het elektriciteitsnet. Op 14 november 2022 wijdde Alumni Ingenieurs KU Leuven een druk bijgewoonde forumavond aan deze uitdaging.

We leggen volop zonnepanelen op onze huizen, die we bij voorkeur verwarmen met een warmtepomp en voor onze woning staat een elektrische auto. De ‘elektrificatie’ van de samenleving is volop aan de gang en zal alleen nog versnellen. Maar er is een probleem: het elektriciteitsnet is daar niet op voorzien. Als ‘s avonds iedereen zijn elektrische auto inplugt, de warmtepomp aanzet en aan het koken gaat, ontstaat er een gigantische congestie op het net. In juni 2022 pakte Fluvius uit met een ambitieus investeringsplan voor het komende decennium. Joris Soens, transitiemanager Net & Systeem bij de netbeheerder en alumnus van de Faculteit Ingenieurswetenschappen, gaf tekst en uitleg.

SCENARIO’S

‘De distributienetten zijn de levensaders van de samenleving,’ aldus Joris Soens. ‘Als centrale operator vormt Fluvius een onmisbare schakel tussen de energieproducenten, de energiegebruikers en de transmissienetbeheerders. Om je een idee te geven: wij staan in voor 231 639 km aan nutsleidingen. We zijn actief in alle Vlaamse steden en gemeenten en beheren ook nog eens het gemeentelijk openbare verlichtingspark met 1 171 490 lichtpunten. Onze missie ‘Fluvius verbindt de samenleving’ is dus geen understatement. Met het investeringsplan willen we zorgen voor duurzame netwerken die klaar zijn voor de transitie.’

Aan het investeringsplan ging intensief studiewerk vooraf. ‘We verzamelden eerst uitgangspunten en assumpties voor de korte en de lange termijn. We kwantificeerden mogelijke scenario’s, simuleerden en berekenden de impact ervan om ze vervolgens te vertalen in investeringen voor de vernieuwing van het netwerk.’

GeniaaL 10
Joris Soens

PIEKMOMENT

Aan twee variabelen werd een bijzondere gewichtsfactor toegekend: de mobiliteit en de verwarming. Gelijktijdig opladen van elektrische auto’s en aanzetten van warmtepompen zorgen voor piekmomenten waartegen het net bestand moet zijn. Om niets aan het toeval over te laten berekenden de deskundigen een brede vork van scenario’s, de zogenaamde ‘no regret’-investeringen. Dat zijn ingrepen die enerzijds voldoende snel uitgevoerd kunnen worden om in 2032 niet in de problemen te geraken en anderzijds ook niet overbodig zullen worden in het licht van de verdere elektrificatie na die datum. ‘Het investeringsritme kan te allen tijde aangepast worden in functie van het energiebeleid, de veralgemening van de digitale meter en de invoering van het capaciteitstarief,’ aldus Joris Soens.

Wat moet er nu concreet gebeuren om te voorkomen dat in 2032 het elektriciteitsnet bezwijkt? Samengevat gaat het om de aanpassing of versterking van 40% van de 30 000 km van het laagspanningsnet (gezinnen en kleine bedrijven), 13% van de 6 000 km van het middenspanningsnet (grote bedrijven) en een derde van de 40 000 elektriciteitscabines. Samen goed voor een prijskaartje van 4 miljard euro gedurende de volgende tien jaar. Dit bedrag komt bovenop de eerder geplande 7 miljard aan investeringen die ook zonder de energietransitie noodzakelijk zijn voor onder meer nieuwe aansluitingen en onderhoud.

SLIMME METERS

Na de voorstelling van het investeringsplan volgde een geanimeerd debat met Ronnie Belmans, energiespecialist en emeritus professor KU Leuven, klimaatambassadeur Serge de Gheldere en Filip Tersago, directeur Strategie bij het infrastructuurbedrijf Jacops. Gespreksthema’s waren onder andere de digitalisering, de toekomst van het gasnet en de dreigende sociale kloof.

Filip Tersago bracht de installatie van digitale elektriciteitsmeters ter sprake, een operatie die versneld moet gebeuren om het voor de gebruikers mogelijk te maken hun energiekosten optimaal op te volgen en te participeren in de handel van hernieuwbare energie. De misverstanden over de digitale meters bij het brede publiek zijn volgens Ronnie Belmans terug te voeren op een weinig consistent energiebeleid van de overheid. Slimme meters zijn hoe dan ook noodzakelijk om de vraag naar elektriciteit beter af te stemmen op het momentane aanbod. Het slimme energiesysteem van de toekomst zal dan ook erg lijken op een IT-netwerk.

De toenemende elektrificatie gaat gepaard met een afbouw van het gasnet, ook al zal het aantal aansluitingen nog tijdelijk toenemen door de uitstap uit stookolie. Hoe snel het gasverbruik zal afnemen, hangt af van beleidskeuzes maar Fluvius plant alvast geen significante uitbreiding meer van het gasnet. Alles elektrisch maken is volgens Serge de Gheldere niet evident. Veel gezinnen zullen om financiële redenen de transitie niet of niet helemaal kunnen maken. Over de sociale kloof die dreigt te ontstaan, merkte Ronnie Belmans op: ‘In plaats van premies en accijnsverlagingen toe te kennen aan iedereen zou de overheid beter de sociaal zwakkeren helpen bij de energietransitie.’

VACATURES

Aan het einde van het debat kwam nog een heikel punt ter sprake. Zullen er wel voldoende technici en ingenieurs zijn om het ambitieuze plan uit te voeren? Terwijl de energietransitie almaar meer technisch geschoolden vraagt, raken nu al talloze vacatures niet ingevuld. Vlaanderen klimaatneutraal in 2050? Veel scenario’s zijn becijferd maar over de impact van de studiekeuze van de jongeren blijft het stil. Wordt dit de achilleshiel van het investeringsplan?

GeniaaL 11
Ronnie Belmans

Forumavond Alumni Ingenieurs KU Leuven De circulaire maakindustrie

Op 30 november 2022 stond aan KU Leuven Campus De Nayer Sint-Katelijne-Waver, de circulaire maakindustrie centraal. Circulaire economie staat voor het zo lang en zo hoogwaardig mogelijk inzetten van materialen en producten. Een bewijs dat dit dringend wordt, is de Earth Overshoot Date, de datum waarop de mensheid zoveel van de natuur opgebruikt heeft als de planeet kan hernieuwen in het hele jaar. Elk jaar schuift deze datum dreigend op naar voren. In 2022 viel deze al op 28 juli. Dat de maakindustrie een belangrijke rol speelt om het tij te keren wordt hieronder aangetoond. Professor Eleonora Ferraris, leider van de AM-onderzoeksgroep in Campus De Nayer, leidde ons kundig door de avond.

KANSEN VOOR EEN TOEKOMSTGERICHTE MAAKINDUSTRIE

Stein Janssens van Circular Flanders stak krachtig van wal: ‘De tabel van Mendeljev: dat is het, meer is er niet op deze aarde.’ Een noodkreet om de economie duurzaam en zo mogelijk circulair te maken. In een circulaire economie worden duurzame materialen en producten zo lang en zo hoogwaardig mogelijk ingezet via allerhande strategieën, lang vóór de recycleerfase (figuur 1). In zijn beleidsdoelstellingen zegt Vlaanderen een volledig circulaire economie te willen realiseren tegen 2050, als een van zeven transitieprioriteiten, als garantie om onze bedrijven gezond en toekomstgericht te maken (figuur 2). Voordelen zijn: een hogere toeleveringsstabiliteit, resistentie tegen schommelende materiaalprijzen en een lagere materiaalkost in de productie (momenteel 40%). De circulaire economie creëert jobs en trekt nieuw talent aan. Zij draagt bij aan de klimaatbescherming door reductie van broeikasgassen, met 39% volgens het Circularity Gap Report van 2021.

Hoe implementeer je dit alles? Hier komt de maakindustrie zijn rol opeisen. De gemiddelde levensduur van een mobiele telefoon is 2,7 jaar en slechts 20% van de materialen wordt gerecycleerd. Dit kan veel beter, door modulair ontwerp en door ze beter herstelbaar en recycleerbaar te maken. Volvo geeft veel van zijn afgedankte producten (motoren, filters, transmissies) een tweede leven door ze te herstellen en/of om te bouwen. Dit geeft een 80% lagere energievoetafdruk vergeleken met de fabricage van een nieuw product. Volvo voorspelt voor 2025 een stijging van 60% herbouwde producten ten opzichte van 2018. Patagonia, een milieubewust Amerikaans textielbedrijf, gebruikt voor zijn kledinglijn een combinatie van biomaterialen (wol en katoen) en weefsels van gerecycleerde plastic flessen, nu ook van rPE (recyclaat van poly-ethyleen). Het heeft 72 herstelwinkels en in zijn Worn Wear shops zijn al meer dan 120 000 tweedehandsartikelen over de toonbank gegaan. De tweedehandsmarkt groeit meer dan twintig keer sneller dan de reguliere modesector. Servitisatie als nieuw zakenmodel, waarbij volledige diensten worden aangeboden rond het product, draagt eveneens bij aan de circulaire economie. Zo bieden Philips en ETAP Light-as-aservice aan. De klant koopt de juiste lichtsterkte aan op de juiste plaatsen in plaats van lampen en armaturen. De dienstaanbieder blijft eigenaar van de hardware en is verantwoordelijk voor onderhoud, vervanging van lampen, … Met Facadeclick, een systeem van voegloos bouwen, kunnen de bouwstenen hergebruikt worden. Oude tapijten worden verwerkt tot stromen van garen, die teruggaan naar garenproducenten, en bitumen, dat gebruikt wordt voor dakbedekking en wegenbouw.

De transitie naar circulaire economie brengt uitdagingen met zich mee. Zo moet ze sociaal rechtvaardig zijn en vereist ze een vlotte samenwerking doorheen de waardeketen. Qua prijszetting ontstaat er een spanning tussen de discrete verkoopcijfers en een lagere, maar op langere termijn stabielere cashflow.

GeniaaL 12
HENDRIK VAN BRUSSEL Figuur 1. Lineaire vs. recycling vs. circulaire economie

De juridische problemen zijn legio: definitie van afval, statuut van de afvalverwerker, productgarantie, … Problemen van certificatie en retourlogistiek vervolledigen het rijtje.

Vlaanderen Circulair is het knooppunt en de inspirator voor de circulaire economie in Vlaanderen (www.vlaanderen-circulair.be). Hun aanpak is te zien in figuur 2.

DE VLAAMSE MAAKINDUSTRIE TOONT DE WEG

Volgens Evi Bultinck zijn de motieven van Atlas Copco om te evolueren naar een circulair maakbedrijf drievoudig: ecologisch, economisch en legaal. Ecologisch: de CO2-voetafdruk omlaaghalen door het verminderen van het energie- en materiaalverbruik. Economisch: een betrouwbare en duurzame aanvoerketen van grondstoffen realiseren. Legaal: voldoen aan de steeds strengere eisen inzake emissies en materiaalverbruik, opgelegd door de diverse overheden.

Atlas Copco ziet twee wegen naar een lager materiaalgebruik: circulaire maakeconomie door duurzame aanvoerketens, betere ontwerp- en productiemethodes, en nieuwe zakenmodellen, zoals deelformules, leasing, servitisatie: XaaS (X as a Service, met X: Infrastructure, Platform, Software, Communication, Product, Monitoring).

Het adagium luidt: ‘Do not repair what is not broken, do not remanufacture what can be repaired, do not recycle what can be remanufactured.’

Atlas Copco ontwikkelde een Product Carbon Footprint voor materialen (processen, transport, wisselstukken, onderhoud) en voor productontwerp. Voor het aspect ‘circulariteit’ wordt een tool ontwikkeld (definitie van circulariteit, set van KPIs (KPI: Key Performance Index), reductiedoelstellingen).

Op legaal vlak is de EU heel actief. De EU Ecodesign Directive voorziet minimale, verplichte regels binnen de EU voor het verbeteren van de ecologische prestaties van een veertigtal producten, voornamelijk in de huishoud- en ICT-sector. Nauw hiermee samenhangend is het Energy Labeling Workplan. Verdere EU-acties zijn gericht op het invoeren van een Digital Product Passport (DPP) en het Europees Ecolabel, het milieukenmerk van de EU voor non-foodproducten en diensten. De Product Environmental Footprint (PEF) is een multicriteriamaat, een combinatie van 16 impactfactoren (opwarming van de aarde, water, toxicologie, …) van de ecologische performantie van een product of dienst. Hieruit wordt één globale impactfactor gedistilleerd voor een bepaald product of bedrijf. Rapportering over CO2-uitstoot wordt ingedeeld in scopes 1, 2 en 3. Scope 1 omvat emissies van eigen bronnen, scope 2 betreft de emissies ontstaan uit de geïmporteerde elektriciteit, warmte of stoom nodig voor de werking van het bedrijf en scope 3 omvat de emissies ontstaan door de activiteiten van het bedrijf die niet onder scope 2 vallen, zoals dienstreizen, verplaatsingen van en naar het werk, afval, in- en uitgaande logistiek, … De Critical Raw Materials Act (CRMA) ten slotte werd door de EU in het leven geroepen om de aanvoer van lithium, zeldzame-aardmetalen en andere strategische materialen naar Europa te verzekeren, door te focussen op strategische toepassingen en door de uitbouw van veerkrachtige aanvoerketens.

De Atlas Copco Groep wil een deel van de oplossing zijn, enerzijds door een drastische CO2-reductie in scopes 1, 2 en 3 en anderzijds door de circulariteit integraal uit te bouwen in het ontwerp van nieuwe producten en productiemethodes, en het herstellen, ombouwen, en recycleren van teruggenomen eindelevensduurproducten om klimaatneutraal te worden tegen 2050.

GeniaaL 13
Figuur 2. Vlaanderen op weg naar de circulaire economie

MET WAAM NAAR MEER CIRCULARITEIT

Joachim Antonissen van de firma Guaranteed bracht enkele originele toepassingen van de circulaire maakindustrie. Guaranteed, een spin-off van OCAS, Finindus en Arcelor/Mittal, werd opgericht met als doel waarde te creëren door herstellen en herbouwen van grote metalen machine-elementen voor de zware industrie, met levensduurverlenging en hoge beschikbaarheid als voornaamste oogmerken.

Transport van stalen plakken (slabs) bij ArcelorMittal gebeurt met speciale voertuigen. De betrouwbaarheid van deze voertuigen is primordiaal om een continue aanvoer van plakken te kunnen garanderen. De wielvelgen gaan kapot door vermoeiingsbreuken. Nieuwe velgen komen uit de VS en kosten € 60K. Met Wire Arc Additive Manufacturing (WAAM), oftewel lassen, kost de reparatie € 5K met een levertijd van twee tot drie dagen, wat resulteert in een sterk gereduceerde wisselstukkenvoorraad, een hogere beschikbaarheid van de voertuigen en een grotere duurzaamheid van de exploitatie. De CO2-uitstoot daalt van 2,7 ton/jaar per wielvelg tot een verwaarloosbare 0,1 ton/jaar (figuur 3a).

De flexibiliteit van het WAAM-proces vereenvoudigt de productie van complexe onderdelen met optimale topologie. Hiertoe werd een geïntegreerd simulatie- en programmeersysteem ontwikkeld om niet alleen beschadigde producten te repareren, maar ook volledige producten te vervaardigen met WAAM vanuit het CADmodel (figuur 4). Via smeltpoel- en warmteoverdrachtmodellen worden het lasproces en de microstructuur van het gedeponeerd materiaal geoptimaliseerd. De flexibiliteit van het WAAM-proces

maakt dat verschillende materialen gecombineerd kunnen worden in hetzelfde monolithisch product, om lokaal andere materiaaleigenschappen in te bouwen, zoals lokaal fijnere korrelstructuur of hardheid.

DE AM-GROEP IN CAMPUS DE NAYER, ONZE GASTHEER

De AM-groep van campus De Nayer voert toegepast en fundamenteel onderzoek uit op het gebied van nozzle-gebaseerde AM-technieken voor biomedische en mechatronische toepassingen. De technologische portfolio omvat Wire Arc Additive Manufacturing (WAAM) van metalen onderdelen, Aerosol Jet® Printing (AJ®P) van functionele inkten voor het vervaardigen van geprinte elektronica en voor weefselengineering, en Fused Filament Fabrication (FFF) van polymeercomponenten en composieten, inclusief het grootschalig printen en het indirect printen van metalen en keramische onderdelen. De WAAM-expertise van de groep is uniek op nationaal niveau. Campus De Nayer is ook pionier in het gebruik van de aerosol jet® techniek voor het printen van collageen voor weefselengineering, eventueel in combinatie met geprinte elektronica voor de ontwikkeling van multimateriaal/multifunctionele apparaten voor laboratoriumdiagnostiek en in-vitrostudies. De groep wordt geleid door de professoren Eleonora Ferraris en Patrick Van Rymenant, met de steun van IOF-manager Ann Witvrouw. De groep telt momenteel negen promovendi en één technicus en heeft een lab van ongeveer 200 m2 waarin zowel commercieel beschikbare als zelfgebouwde AM-machines en karakterisatietoestellen staan voor een totale waarde van ongeveer één miljoen euro.

GeniaaL 14
Figuur 4. Geïntegreerd programmeer- en simulatiesysteem voor de productie van metalen onderdelen met WAAM Figuur 3. Herstel van wielnaven met WAAM (a). WAAM-opstelling met robot (b).

Opening eFab in het Departement Elektrotechniek (ESAT)

Op vrijdag 14 oktober 2022 werd een labruimte voor de doe-het-zelver in elektronische hardware ingehuldigd: het ESAT-eFab. De opening werd bijgewoond door een schare enthousiaste leden van het personeel en studenten en werd geïntroduceerd door Georges Gielen, departementsvoorzitter, Wim Dehaene, coördinator van het lab en Peter Van Puyvelde, decaan van de faculteit. Als belangrijkste initiatiefnemer van dit project gaf Wim Dehaene een uitvoerig pleidooi voor de nood aan een dergelijk experimenteel lab. Beide andere sprekers ondersteunden de noodzaak en het nut van het nieuwe lab ten volle. We spraken Wim Dehaene over de nood aan een lab voor experimenten.

Waarom eFab?

Aangezien het verzorgen van onderwijs in elektronica een van de belangrijke missies is van het Departement Elektrotechniek (ESAT) werd beslist een lacune te vullen. Het behoorlijk theoretisch onderricht van de opleiding mist immers een component waarbij de verworven kennis kan worden toegepast in een ontspannen, vrijwillige en toegankelijke faciliteit. Zo kunnen studenten hun creatief ontwerp zelf omzetten naar praktische realisaties en een functioneel systeem. Het eFab wil specifiek hardware-ontwikkelingen faciliteren die onontbeerlijk zijn als basisblok voor alles wat daarop volgt: software, intelligentie, communicatie, … Het doel is om bij studenten in een vroeg stadium van hun opleiding enthousiasme op te wekken voor alle facetten van de fabricage van hardware, temeer omdat er op de markt een (nog steeds groeiend) nijpend tekort is aan hardware-ingenieurs. We willen de drempel verlagen om in het ontwerp en de realisatie van hardware en ingebedde software te stappen. EFab wil de studenten stimuleren om de praktijk niet uit de weg te gaan door de nodige infrastructuur ter beschikking te stellen en hen te helpen met de expertise van het personeel.

Hoe werkt het eFab?

We stellen materiaal en meetapparatuur ter beschikking die de gebruikers kunnen uitlenen voor de realisatie van hun project. De bedoeling is dat ze hun eigen ontwerp bedenken en uittekenen om daarna de hardware samen te stellen tot een werkzame module Uiteraard wordt er gezorgd voor de nodige begeleiding en expertise. Alles staat in het teken van het doe-het-zelfprincipe om de leerervaring te maximaliseren. Ontwerp vergt ook ondersteuning van software-instrumenten voor simulatie en lay-out van de schakelingen. Een website (www.esat.kuleuven.be/efab) kan aspirant-ontwerpers helpen bij de juiste keuze van de processoren en zo meer. Ook de productie van printed circuit boards (PCB) wordt ondersteund voor eenvoudige ontwerpen via een professioneel freesapparaat dat door de gebruiker zelf geprogrammeerd en aangestuurd wordt.

E-scribble

Voor complexere ontwerpen kan de departementale dienst elektronica (CDE) helpen of kan de ontwerper zijn printen laten fabriceren via een aantal internationale leveranciers. De dienstverlening voor studenten en personeel is gratis, de componenten moeten uiteraard betaald worden (aan kostprijs).

Geplande activiteiten van het eFab

Vorig academiejaar werden er al workshops ingericht voor bachelorstudenten ingenieurswetenschappen rond eFab eScribble. Alle info over dit ontwerp kun je vinden op de eFabwebsite. Deze workshops zullen herhaald worden. Er komt ook een ontwerpcompetitie met als doel het beste/snelste/zuinigste project te realiseren binnen een vooraf bepaalde toepassing. Verder zal er een prijs uitgereikt worden voor de meest creatieve ideeën, gebaseerd op de spontane inbreng van ieder die een nieuw ontwerp wil realiseren. Dit is gepland voor het tweede semester van dit academiejaar. Houd de website in de gaten!

Waar vind je het eFab?

Het eFab bevindt zich vlak bij de inkomhal van het departement, wat de beoogde laagdrempeligheid zeker ten goede komt. Na het obligate lintjesknippen kon men kennismaken met enkele demonstratie-opstellingen, een bezoek brengen aan de toegankelijke pcb-freesmachine en werd iedereen vergast op een hapje en een drankje.

We wensen de initiatiefnemers alle succes toe met dit schitterende nieuwe hardwarelab.

GeniaaL 15
BOB PUERS

Additive Manufacturing (AM) heeft de wind in de zeilen

30 juni 2022. Groot bezoek aan het Departement Werktuigkunde. Kroonprinses Elisabeth komt het Prinses Elisabeth Additive Manufacturing Lab, het nieuwe lab voor 3D-printing, inhuldigen. Tegelijkertijd kondigt rector Luc Sels de oprichting aan van een Leuven.AM Instituut. Dat KU Leuven pionier is in het domein van 3D-printen wisten we al lang. Waarom nu Leuven.AM? Reden om AM-pionier Jean-Pierre Kruth en aanstormend talent Brecht Van Hooreweder een bezoek te brengen.

WAT IS ADDITIVE MANUFACTURING (AM) OF 3D PRINTING (3DP)?

De term ‘Additive Manufacturing (AM)’ is een verzamelnaam van processen waarbij een product ontstaat door het incrementeel toevoegen en selectief uitharden of smelten, met een energiebron (laser, elektronenstraal), meestal laag per laag, van materiaal (kunststof of metaal). Dit in tegenstelling tot het klassieke subtractief produceren, waarbij men uitgaat van een blok ruw materiaal, waarvan selectief materiaal wordt weggenomen tot de eindvorm bereikt is. Voorbeelden van AM-processen zijn stereolithography, selective laser sintering (SLS), selective laser melting (SLM), laminated object manufacturing (LOM), material jetting (MJ), lassen, … Voorbeelden van subtractieve processen zijn draaien, frezen, slijpen, ponsen en knippen, lasersnijden, beeldhouwen, …

HOE HET BEGON

Eind jaren 80 vond professor Jean-Pierre Kruth, toen al een autoriteit in vonkverspanen (electro-discharge machining (EDM)), een nieuwe uitdaging in het opkomend stereolithografieproces, het eerste AM-proces op de markt, waarbij een product laag per laag tot stand komt door het selectief uitharden met een laser van een dunne laag vloeibaar fotopolymeer. In 1990 zag Fried Vancraen, die toen werkte bij het naburige SIRRIS/WTCM, het collectief centrum van de Belgische technologische industrie, brood in het nieuwe proces en startte spin-off Materialise, gestimuleerd en wetenschappelijk en materieel ondersteund door Jean-Pierre Kruth en zijn groep. Startfinanciering kwam van de familie Vancraen, LRD/KU Leuven en opdrachten van Agfa-Gevaert en Alcatel Bell. Een eerste machine werd aangekocht bij 3D Systems, een Amerikaans producent van AM-machines. In 1991 ontwikkelde Kruth een eigen onderzoeksmachine waarmee de interactie tussen laser en materiaal grondig kon onderzocht worden en gevulde harsen konden getest worden. Een patent werd genomen op een eigen ontwikkeld gordijngietprocedé. In samenwerking ontwikkelden KU Leuven en Materialise eigen software (Magics/Mimics), met onder meer een supportgenerator

voor het ondersteunen van overhangende delen van het product in opbouw. In 1991 bouwde Bart Van der Schueren een nieuwe onderzoeksmachine met vacuümkamer, waarmee metalen en legeringen selectief gesinterd of versmolten konden worden. Na zijn doctoraat is Bart overgestapt naar Materialise. In 2008 richtten twee onderzoekers van de Kruth-groep de spin-off LayerWise op, die zich specialiseerde in ‘Selective Laser Melting’ (SLM) van metaalcomponenten. In 2014 werd LayerWise overgenomen door 3D Systems; de AM-wereld is klein.

Ondertussen liep het onderzoek van de AM-groep verder door. Met korte vezels verspreid tussen de opeenvolgende lagen polymeerpoeder kon de sterkte van gesinterde kunststofproducten verdubbeld worden. Verschillende metalen en legeringen, alsook keramieken en composieten, werden succesvol ge-3D-print, veelal als wereldprimeur: vele staalsoorten, titaanlegeringen, aluminiumlegeringen, keramieken zoals alumina, zirconia, en siliciumcarbide, hardmetalen (wolframcarbide-cobalt) en het wegens zijn goede geleidbaarheid moeilijk te sinteren zuiver koper. Voor dit soort onderzoek wordt intensief samengewerkt met het Departement Materiaalkunde.

GeniaaL 16
HENDRIK VAN BRUSSEL Brecht Van Hooreweder legt AM uit aan een aandachtige Prinses Elisabeth

NAAR EEN LEUVEN.AM

En toen kwam Brecht Van Hooreweder. Hoewel hij geen achtergrond had in AM, geloofde hij rotsvast in de AM-technologie. Eerst financieel ondersteund door Kruth, die hem in de ploeg wou, heeft Brecht heel vlug een stevige reputatie opgebouwd bij de bedrijfswereld. Er kwam snel een uitbreiding van het machinepark. De maakbedrijven begonnen het potentieel van de technologie in te zien. Een goed voorbeeld is de productie met AM van corrosiebestendige ‘inserts’ voor extrusiematrijzen, voor kunststofprofielenproducent Deceuninck. Bedrijven als Atlas Copco zien brood in AM voor het produceren van vervangonderdelen en gereedschap voor oude producten, waardoor de onderdelenvoorraden beperkt kunnen blijven. Ook de gezondheidszorg zag snel in dat met AM op maat gemaakte patiënt-specifieke producten of prothesen een hoge toegevoegde waarde hebben. Een treffend voorbeeld is de productie, op maat van de patiënt, van maskers met gepersonaliseerde filters voor protonentherapie in UZ Leuven. De productie van gepersonaliseerde tand- en kaakprothesen uit titaan was een andere wereldprimeur.

De oprichting van een AM-Instituut, waarin de verschillende faculteiten en disciplines synergetisch samenkomen, drong zich op.

Vanuit de systeemgedachte werken onderzoeksgroepen samen uit onder meer werktuigkunde, materiaalkunde, chemie, computerwetenschappen, bio-ingenieurswetenschappen en geneeskunde, om AM-processen voor polymeren en metalen te optimaliseren voor industriële, medische en artistieke toepassingen.

WAT BRENGT DE TOEKOMST?

Een nieuwe tendens is het combineren van additieve en subtractieve processen in een hybride proces. Combinatie van AM (additief) met laserablatie (subtractief) maakt het mogelijk de oppervlaktekwaliteit van het eindproduct te verbeteren en tegelijk de densiteit, en dus de sterkte, te verhogen. Nieuwe mogelijkheden ontstaan voor precisie- en microbewerken van producten met complexe vorm.

Door het inzetten van meerdere lasers tegelijk kunnen temperatuurprofielen geïntroduceerd worden in het product, waardoor eigenschappen, zoals hardheid van het materiaal, plaatsafhankelijk kunnen geprogrammeerd worden, daarbij gesteund door de razendsnelle ontwikkelingen in optischevezellasers.

Medische toepassing van metaal Additive Manufacturing

GeniaaL 17
Medische toepassing van metaal AM (wereldprimeur 2012): a) KU Leuven en LayerWise ontwikkelen en produceren de eerste volledige onderkaak in titaan, b) onderkaak met daarboven een suprastructuur (ook Ti) waarop later kunsttanden komen, c) de chirurgische inplanting, d) röntgenfoto na inplanting.

AM biedt een quasi onbeperkte vormvrijheid, maakt verregaande miniaturisatie mogelijk en leidt tot minder onderdelen. Warmtewisselaars voor microchips, waar optimale miniatuurontwerpen niet kunnen gerealiseerd worden met de klassieke subtractieve processen omwille van hun complexe vorm, zijn eenvoudig te maken met AM.

Door al deze voordelen wordt de doorlooptijd van met AM geproduceerde producten korter ondanks het feit dat het proces op zich trager is dan subtractieve processen. Hierdoor breidt het toepassingsgebied van AM zich gaandeweg uit van ‘one-of-a-kind’ naar serieproductie.

EPILOOG

AM brengt een revolutie teweeg in de maakindustrie met schokgolven naar andere sectoren van de menselijke activiteit: gezondheidszorg, elektronica, gaming, kunst, architectuur, speelgoed, … De Onderzoeksgroep Manufacturing Processes and Systems (MaPS) van het Departement Werktuigkunde doet zijn reputatie van innovator in maakprocessen alle eer aan, niet alleen door diepgaand onderzoek in innovatieve maakprocessen (vonkverspanen (EDM), AM, laserbewerken, metrologie), maar evenzeer door het creëren van industriële spin-offs met wereldfaam (Materialise, LayerWise/3DSystems, Krypton/ Metris/Nikon Metrology).

3D Printen voor serieproductie van metaalcomponenten

• Bovenaan: 3D printen van holle cilinders/extruders in roestvast staal, dertig stuks worden in parallel geprint. Links: de laserstraal (links in beeld) scant de doorsnede ter hoogte van de 1 500e poederlaag en versmelt zo poederdeeltjes. Midden en rechts: reeks afgewerkte cilinders.

• Onderaan links: 600 beugels in titaan, gelijktijdig geprint op een basisplaat. Rechts ervan: close-up van de beugels.

• Onderaan rechts: een straalpijp met helix koelkanalen rond de centrale conus en een rasterstructuur binnen deze conus.

GeniaaL 18
Serieproductie van metaalcomponenten via ‘Selective Laser Melting’ (SLM) van opeenvolgende gedeponeerde poederlagen:
AM biedt quasi onbeperkte vormvrijheid en miniaturisatiemogelijkheden

Artificial Intelligence in Leuven

Luc De Raedt is directeur van Leuven.AI, het KU Leuven Instituut voor AI, gewoon hoogleraar aan het Departement Computerwetenschappen en gasthoogleraar aan de universiteit van Örebro (Zweden). Hij doctoreerde in de informatica aan KU Leuven (1991), was postdoctoraal onderzoeker van FWO Vlaanderen (19911999) en deeltijds docent aan KU Leuven (1993-1999). Van 1999 tot 2006 bezette hij de leerstoel voor Machine Learning and Natural Language Processing Lab aan de Albert-Ludwigs-University Freiburg (Duitsland), waarna hij naar Leuven terugkeerde. Zijn onderzoek omvat kunstmatige intelligentie (AI), machinaal leren (ML) en de toepassingen ervan. Wij konden hem, samen met Jens Bürger, coördinator van het instituut, strikken voor een interview.

Wat is Leuven-AI?

Het KU Leuven Instituut voor AI werd in 2019 opgericht. Het was een van de eerste vier KU Leuven instituten (nu bestaan er vijftien) en de kick-offmeeting was in maart 2020, een week voor de start van de coronalockdown.

De bedoeling is om binnen KU Leuven, inclusief de Associatie, interdisciplinaire dialoog en samenwerking in AI-onderzoek te bevorderen. Bij KU Leuven is er al meer dan dertig jaar samenwerking in deze discipline op onderwijsvlak: de master-namasteropleiding ‘Master of Artificial Intelligence‘ waar cursussen verzorgd worden door professoren uit vijf faculteiten (Ingenieurswetenschappen, Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Letteren, Geneeskunde en Wijsbegeerte).

Leuven-AI brengt nu meer dan honderd professoren uit onze verschillende campussen samen; er zijn medewerkers uit de departementen Computerwetenschappen, Elektrotechniek (ESAT), Materiaalkunde en Werktuigkunde, uit de faculteiten Bio-ingenieurswetenschappen, Economie en Bedrijfswetenschappen, Geneeskunde, Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Rechtsgeleerdheid, Sociale Wetenschappen, Wetenschappen, Wijsbegeerte, Letteren, Kulak en de campussen Brugge, Geel, Gent-Aalst, Sint-Katelijne-Waver - De Nayer, Leuven - Groep T …

Dit illustreert de belangrijke rol die AI in alle takken van de wetenschap speelt. Er wordt immers een ontzaglijk aantal gegevens gemeten en opgeslagen: AI en ML (Machine Learning) zijn onmisbare werktuigen om deze gegevens te analyseren en daaruit hypotheses te formuleren, conclusies te trekken en voorspellingen te maken.

Welke initiatieven lopen er binnen Leuven-AI? Graag wil ik enkele ervan opsommen. De Europese Unie zet sterk in op AI en wil de betrouwbaarheid ervan verbeteren. Daarom stelt ze nu ook een wettelijk kader op voor het gebruik van AI (de AI Act). In de Faculteit Rechtsgeleerdheid bestudeert men deze initiatieven.

In samenwerking met de Faculteit Geneeskunde loopt in onze faculteit een onderzoeksproject ‘in silico world’, dat tot doel heeft het gebruik van proefdieren te verminderen.

19 GeniaaL

Daarnaast spelen wij een belangrijke rol binnen het Vlaamse AI-impulsprogramma, dat een jaarlijks budget heeft van 32 miljoen euro. Dit programma omvat strategisch basisonderzoek, toegepast onderzoek en een reeks begeleidende maatregelen die vooral gericht zijn op onderwijs. Zo werd een Vlaamse AI Academie (VAIA) opgericht. Die omvat een Vlaamse overkoepelende doctoraatschool AI en zorgt voor een gezamenlijke aanpak tussen de Vlaamse instellingen hoger onderwijs van het aanbod Permanente Vorming rond AI. Professor Bart De Moor is voorzitter van VAIA en coördineert de Leuvense deelname aan het impulsprogramma.

Wat zijn recente successen van AI?

Vooral de artificiële neurale netwerken stonden de laatste tien jaar in de belangstelling. Zij gebruiken zeer grote gegevensverzamelingen (spraak, audio, video, …) en bereiken indrukwekkende resultaten in spraakherkenning (telefoon, auto, …), intelligente assistenten, medische beeldherkenning, diagnose, automatische vertaling (Google translate), … Recent kwam ook een systeem voor ‘protein folding’ in het nieuws (alphafold 2) dat de driedimensionale structuur van grote proteïnemolecules kan voorspellen uit hun chemische formule.

Deze systemen blijven echter onderhevig aan veel beperkingen. Zo blijft het moeilijk om bestaande kennis te gebruiken om hun resultaten te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan de herkenning en interpretatie van verkeersborden: de prestaties van AI-systemen zouden opgedreven kunnen worden door kennis van de verkeersregels en het gebruik van de locatie (bijvoorbeeld: op welke plaatsen is een snelheidsbeperking van kracht?). Analoge opmerkingen gelden voor veel toepassingen: daarom wil men in de toekomst ‘neuro-symbolische’ systemen ontwikkelen, een combinatie van neurale netwerken met logische systemen (die kennis kunnen voorstellen en verwerken voor deductie en redeneren). Zo hoopt men ook minder data nodig te hebben.

Brengt AI ook gevaren met zich mee?

Dat is nu inderdaad een hot topic. Ik vermeldde al de nadruk die de EU wenst te leggen op ‘betrouwbare AI’. Het is de bedoeling dat de mens de controle over deze nieuwe systemen behoudt en AI bepaalde spelregels respecteert. Hier hoort ook een belangrijke inbreng vanuit de humane wetenschappen bij.

We zijn er allen van bewust dat AI kan worden misbruikt (politieke propaganda, militaire toepassingen). Daarom is transparantie belangrijk (werd dit resultaat via AI bekomen of niet?). Ook de oorsprong van de gebruikte data moet bekend zijn en of ze biases vertoont.

Een belangrijk gevaar ligt echter in het vastleggen van de optimalisatiefunctie die de doelstelling van het autonome AI-systeem bepaalt (‘value alignment’). Het kan zijn dat het optimalisatiecriterium dat vastgelegd is in het AI-systeem, niet overeenkomt met wat de mens wil en dat kan dan voor neveneffecten zorgen, net als bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen.

Een ander probleem waarop vaak wordt gewezen, is dat relatief kleine wijzigingen het herkenningspercentage drastisch kunnen verminderen. Men spreekt dan van broze systemen (‘brittle systems’). Zo kan de herkenning van verkeersborden helemaal in de war gestuurd worden nadat kleine stickers op die borden werden gekleefd.

Ten slotte is het niet mogelijk om te bewijzen dat het systeem altijd perfect zal werken. De resultaten worden statistisch geverifieerd. Een bewijs van correctheid wordt nochtans in computerwetenschappen als het ultieme streefdoel aanzien (dat voor enkele andere programmeersystemen al bereikt werd). Hoewel AI-systemen nu voor bepaalde toepassingen op massieve schaal gebruikt worden, blijft het uiterst moeilijk om te weten wanneer een bepaald systeem ‘goed genoeg’ werkt. Toch komen ze in bedrijven steeds vaker voor als intelligente assistenten (‘industry 4.0’). Misschien mag ik hier ook even verwijzen naar de Zweedse tv-serie ‘Real Humans’, waarin alle clichés over AI aan bod komen.

Wat is de situatie van AI elders in de wereld?

Het is duidelijk dat de Amerikaanse universiteiten en de grote bedrijven (Google, Facebook, Amazon, Apple, …) op dit gebied een voortrekkersrol spelen. Ook China investeert sterk in AI en gebruikt AI-systemen, veel meer dan hier, bij de organisatie (en de controle) van hun samenleving. In Japan zien velen AI als de sleutel voor de volgende stap in de menselijke evolutie, op cultureel en sociaal vlak. Men beleeft er een derde AI-golf, maar daar leeft een andere visie op AI, eerder gericht op het inschakelen van robotten in de industrie en op de noden van het individu in een snel verouderende bevolking (in de gezondheidszorg, het huishouden, …).

Hoe ziet u uw persoonlijke rol binnen AI-Leuven?

Mijn onderzoek past in de volgende golf van AI waarin leren gecombineerd wordt met redeneren. Daarnaast willen wij als instituut AI blijven promoten op de Europese agenda. Wij blijven actief meewerken met andere groepen in Europa en de rest van de wereld, o.a. als lid van TAILOR, een Europees ‘network of excellence in trustworthy AI’.

En vanzelfsprekend gaan wij verder met onze opdracht om het onderwijs en het onderzoek in AI binnen alle KU Leuvenfaculteiten nauwer te doen samenwerken en verder te ontwikkelen!

Dank u, professor De Raedt. Wij wensen u en uw instituut succes in deze zeer brede, ambitieuze en veelbelovende discipline.

GeniaaL 20

CLUSTER: KU Leuven leading a consortium

Since KU Leuven has taken on the role of CLUSTER-president several large-scale events have concluded, but many more are still on the horizon. For the next two years KU Leuven will try to further develop the skills and mindset in engineering education. Together with the CLUSTER community we will proactively strive for innovative solutions to global challenges both in the field of education and research.

The Consortium Linking Universities of Science and Technology for Education and Research (CLUSTER) is an operational network comprised of international universities. Innovative ideas are born and conceptualised in the working groups. At present CLUSTER counts eight active groups: Associated Partners, CLUSTER & Africa, Communication, Entrepreneurship, European Universities Initiative, Grant Application Support Team, Mobility and Sustainable Development. The voice of the students plays a significant role within the consortium as well and by means of the CSO or CLUSTER Student Organisation. It consists of three student representatives from each CLUSTER university.

Both the working groups and CSO attend the Steering Committee. During this meeting, organised twice a year, the groups present their finalised activities and ideas for future projects. The most recent Steering Committee took place in September 2022 and was hosted by Politecnico di Torino in Italy. A delegation from KU Leuven attended and presented the upcoming Entrepreneurship Symposium in April 2023.

This is a joint event by the working group Entrepreneurship, CLUSTER & Africa as well as the CSO. It takes place in Leuven and aims to gather both international academic staff and students. The focus will be on entrepreneurship within engineering education.

CLUSTER members will share their best practises, guest speakers will talk about their experience and the students can take part in challenges focusing on African needs.

By the end of the symposium, we hope to have a better understanding concerning the possibilities of entrepreneurship within engineering education, in order to improve or expand the current options in the different universities and to stimulate the entrepreneurial minds of students.

The different working groups' missions have more in common than expected at first sight, so it seems: we hope to intertwine their activities to reinforce their results. ‘L'union fait la force‘ after all. Really looking forward to the inspiration bubbling up at the Entrepreneurship Symposium this spring.

21 GeniaaL
Steering Committee Delegation KU Leuven

Lieven Stoefs - Peninsula

Een warme oktoberavond. De duisternis valt in. De deur van in het licht badende Boekarest, een onafhankelijke boekhandel in het hart van Leuven, staat uitnodigend open voor de boekvoorstelling van Leuvenaar Lieven Stoefs’ debuutroman Peninsula. Ik ben ruim op tijd en kan makkelijk een plaatsje bemachtigen op een van de twintigtal opgestelde stoeltjes. Om iets voor achten stromen familie, vrienden, kennissen en literatuurliefhebbers binnen. Zitplaatsen te kort. Het merendeel van het publiek volgt dan maar staande de verwelkoming door boekhandelaar Maartje Swillen, de inleiding door Julie Verhaert, uitgever bij Pelckmans en het interview tussen Jozefien Van Beek, eindredacteur voor De Standaard der Letteren, en auteur Lieven Stoefs. De eerste exemplaren van Peninsula gaan die avond vlot over de toonbank. Na de boekvoorstelling nodig ik Lieven Stoefs uit voor een interview op een latere datum. Ik ben immers nieuwsgierig naar wat een burgerlijk ingenieur ertoe brengt om literatuur te plegen? Maar eerst moet ik de roman lezen.

Een zonnige maar frisse novembernamiddag. ‘In Den Rozenkrans’ in Vlierbeek blijkt te rumoerig voor een rustig gesprek. Daarom wijken wij snel uit naar Lievens thuis vlakbij.

Waarom koos je destijds voor de ingenieursstudies?

‘Qua domein en taal zijn wiskunde en wetenschappen van een ongelooflijke schoonheid. Ik was en ben vermoedelijk nog steeds goed in wiskunde. Mijn wiskundeleraar in de humaniora heeft mij destijds attent gemaakt op mijn talent. Mijn keuze voor de ingenieursstudies vloeit dus voort uit mijn passie en talent voor wiskunde. Als zesjarige was ik zeker niet een kind dat alles uit elkaar haalde om nadien weer in elkaar te vijzen. Ik startte als zestienjarige aan de ingenieursstudies, maturiteit ontbrak nog om een meer weloverwogen studiekeuze te maken. Het merendeel van mijn studiegenoten in de achturen-wiskunderichting koos voor de studies van burgerlijk ingenieur. Ik volgde. De twee kandidaatsjaren waren moeilijk. Ik heb moeten knokken om te slagen. Pas in het eerste ingenieursjaar voelde ik dat mijn studiekeuze de juiste was, dat ik de studies aankon en nog tijd over had voor andere activiteiten, bv. studentenjobs, literatuur, …

Wat ik onthoud van de carrièreswitch in mijn professionele loopbaan is dat burgerlijk ingenieur zijn een enorme troefkaart is. Het diploma opent deuren en is een handige passe-partout om interessante projecten te realiseren.’

Nooit een studie talen overwogen?

‘Zoals de achterflap van mijn boek vermeldt heb ik als kind zes jaar in Griekenland doorgebracht. Het eerste leerjaar heb ik nog in België doorlopen. Op mijn dertiende keerde ik naar België terug. In Griekenland ging ik naar een internationale school met Engels als onderwijstaal. Daarnaast sprak ik vrij goed Grieks. Nederlands was de thuistaal. Actieve taalverwerving in het Nederlands heb ik niet meegekregen tenzij via mijn familie en Nederlandssprekende bezoekers, met als gevolg een ontoereikende taalbeheersing. Tijdens mijn middelbare studies ben ik zelfs eens gezakt voor Nederlands omwille van het taaltechnische. Tijdens de taalredactie van mijn boek ben ik mij bewust geworden van de vele anglicismen die erin ingeslopen waren. Engels is voor mij een poëtische taal; bepaalde spreekwoorden en termen had ik nogal letterlijk vertaald.

In de laatste twee jaren van de humaniora heb ik wel even aan studies geschiedenis gedacht. Maar passie en talent voor wiskunde hebben de doorslag gegeven bij mijn studiekeuze. Het waren dan ook die vakken die diep ingingen op wiskunde, die mij het best lagen tijdens mijn ingenieursstudies.’

Chemisch ingenieur en de industrie ‘Na mijn studies ben ik een tijdje bij TOTAL in de Antwerpse haven aan de slag geweest. Daarna werkte ik in engineeringbedrijven die projecten uitvoerden voor grote industriële ondernemingen, voornamelijk complexe energiebesparingsprojecten. Mijn huidige job bij een CAW - Centrum voor Algemeen Welzijnswerk, een eerstelijnswelzijnsorganisatie - in de Kempen spitst zich toe op generalistisch projectmanagement. Als trekker begeleid ik

GeniaaL 22
ANNEMIE CAPROENS
uit Peninsula
“Wiskundige schoonheid leidde me de fabrieken in.”

grote bouwprojecten en treed ik diplomatisch op tussen de verschillende partijen: aannemers, architecten, overheden, subsidie-organen, eigen hulpverleners, … In deze job heb ik grotendeels het wiskundige achter mij gelaten. Mijn overstap naar de sociale sector heeft te maken met mijn streven naar duidelijke maatschappelijke impact.

De industrie is voor mij een fascinerende sector, een interessante wereld, die ik aangegrepen heb als decor voor bepaalde hoofdstukken in mijn boek.’

Wie is Lieven Stoefs?

Peninsula – literaire waarheid

In zijn debuutroman schetst Lieven Stoefs een melancholisch familieportret van vier generaties waarin zijn verbeelding versmelt met herinneringen aan zijn tumultueuze jeugd. Op indrukwekkende wijze verschijnt een wereld waarin liefde en wanhoop onafscheidelijk zijn.

‘Autobiografische gegevens zijn de pijlers van mijn roman. Het weefsel daarrond is verbeelding. In het eerste hoofdstuk van mijn boek bijvoorbeeld schets ik hoe mijn grootouders elkaar ontmoet zouden kunnen hebben. Ik weet enkel dat dat op een bus is gebeurd. Ik ben dan beginnen nadenken hoe zo’n romantische ontmoeting tussen twee jonge mensen moet gelopen zijn in de jaren 50 van de vorige eeuw. Van een klein historisch gegeven in mijn familie ben ik dan mijn verhaal gestart.

Met mijn familie heb ik regelmatig het Kanaal van Korinthe bezocht. Ik herinner mij dat kanaal nog levendig: een gapende leegte die aan je trekt. Vanuit die herinnering heb ik de wandeling van het ik-personage verbeeld. Feiten en fictie vloeien in elkaar over.

Bij het opzetten van deze roman ben ik vertrokken van de hij-vorm, wat afstand creëert. Al schrijvend merkte ik dat ik dichter bij de jongen wilde komen, hem besturen. Vandaar dat ik overgeschakeld ben naar de ik-vorm.’

Je passies: literatuur en voetbal ‘Tijdens mijn middelbare studies heb ik niet echt veel gelezen. Er was natuurlijk de verplichte lectuur, maar daar blijft echt niet zoveel van hangen. In mijn tienerjaren las ik Animal Farm van George Orwell in het Engels. Toen besefte ik dat literatuur iets bijzonders voor me was. Er gaat een wereld voor je open. Een boek lezen loodst je een wereld van leven en kleur in, meer dan een film kan bereiken. Tijdens mijn ingenieursjaren kreeg ik ruimte voor literatuur. Na het studeren van een aantal cursuspagina’s kwantummechanica of relativiteitstheorie stond ik mezelf toe een tiental minuten te lezen in een boek van David Grossman of Gabriel Garcia Marquez. Achteraf besefte ik dat dit een tien à vijftiental jaren later de aanzet is geweest voor mijn schrijverschap,

Lieven Stoefs (°1982) woont met zijn vrouw Elte en hun drie kinderen - Isaac en tweelingzussen Imme en Ada - in Kessel-Lo. Hij groeide op in Griekenland. Na zijn terugkeer naar België liep hij school aan het Sint-Albertuscollege (laatste vier jaar middelbaar onderwijs) in Haasrode. Na zijn middelbare studies koos hij voor de studies van burgerlijk ingenieur, net zoals zijn vader en grootvader. In 2004 studeerde hij af als burgerlijk scheikundig ingenieur. Huidig decaan Peter Van Puyvelde nam het promotorschap waar van zijn masterproef ‘Modelleren van het diffusieproces in koolzuurhoudende dranktoepassingen’. Daarna volgde hij nog de master-na-masteropleiding Internationale Betrekkingen (Faculteit Sociale Wetenschappen).

dat klein en persoonlijk is gestart. Vanaf mijn achttiende tot ongeveer vijf jaar geleden begon ik korte stukjes op papier te zetten vanuit een welbepaalde stemming. Schriftjes vol. Deze schrijfsels hadden volgens mij potentieel, maar stonden nog ver van literatuur af. In eerste instantie stuurde ik een reeks kortverhalen naar literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland om op die manier reacties los te weken van recensenten en redacteurs. Een aantal kortverhalen werd gepubliceerd waarna een uitgeverij mij contacteerde met de vraag of ik een roman wilde schrijven. Dat was mijn grote droom.

Om van snippers en kortverhalen tot een roman te komen vergt durf, tijd, discipline en inspanning. In combinatie met een drukke job en een gezin met drie jonge kinderen was dat niet evident. Als katalysator heeft Julie Verhaert (Uitgeverij Pelckmans) mij door dit schrijfproces geloodst.’

‘Naast literatuur is voetbal een andere grote passie. Dat merk je ook in mijn roman. Ik voetbal zelf. Voetbal is voor mij een interessant gegeven. Ik ben erg cerebraal ingesteld. Voetbal is net het tegenovergestelde: monomane focus op het hier en nu waardoor de rest van de wereld wordt uitgesloten. In mijn roman onderzoek ik dan ook de spanning tussen lichaam en geest.

GeniaaL 23
“Achter elk voorwerp, hoe onbeduidend ook, schuilt een fabriek.” uit Peninsula
“Een echte ingenieur, die schrijft toch niet?” uit Peninsula
© Karen Eloot

Ondanks de schending van de mensenrechten en de corruptie volg ik toch het wereldkampioenschap voetbal op tv. De liefde voor voetbal is te groot. Niets is zo verbindend en cultuuroverstijgend als voetbal, de meest populaire sport ter wereld.’

“Net voor ik de dunne, wit gekalkte lijn overstak, sloot ik mijn ogen. Toen ik ze een tel of twee later opende, bevond ik me in een ander land.”

uit Peninsula

De rol en betekenis van de familie, het gezin in Peninsula

‘Mijn favoriete boeken gaan vaak over het gezin, de primaire stam. Klinisch psycholoog Paul Verhaeghe heeft het over ‘intieme vreemden’. Je wordt geboren in een gezin, waarvoor je zelf niet gekozen hebt, maar toch bouw je met hen een intimiteit op, verzoen je beide. Die organische verbondenheid heb ik echter nooit gekend. Dat gegeven heb ik in Peninsula, metafoor voor verscheurdheid, willen onderzoeken en het waarom van de breuklijnen – fysieke, emotionele of psychologische scheuren -, de werking van een gezin, de menselijke handelingen inclusief verslaving op een respectvolle en integere manier willen verwoorden. Verdriet, liefde, geluk, desillusie, gehechtheid en loyaliteit lopen door elkaar. Ook de stilte in het gezin komt aan bod, vandaar dat mijn roman weinig dialogen bevat.’

‘Een wetenschappelijke benadering van het gezin vind ik interessant. In de behoudswetten, bv. van impuls of energie, gaat het altijd om het controlevolume: wat gaat erin, wat gaat eruit, welke energiegeneratie is er? Zo kan je dus ook een gezin gaan zien als een kubus, een systeem en kan je onderzoeken waar er wrijving zit of productie of degradatie van energie. Wetenschappelijke begrippen als krachtlijnen, resonantie, veerkracht, trekkracht, trilling, … zijn op een natuurlijke wijze in mijn roman geslopen. Ook psychologen en therapeuten gebruiken deze wetenschappelijke termen bij de analyse van het gezin. Zo zie je maar dat wetenschappelijke taal en psychologie niet zo ver uit elkaar liggen.’

Toekomstplannen op literair vlak

‘De voorbije zomer heb ik de laatste hand gelegd aan mijn roman Peninsula. Bij de daaropvolgende taal- en eindredactie werd ik ook betrokken. Nu wil ik opnieuw tijd en ruimte vrijmaken voor literair schrijven. Er ligt nu wel minder stof klaar dan er voor Peninsula voorhanden was. Ik heb er vertrouwen in dat ik nog kan schrijven en put zeker ook moed uit recent neurologisch onderzoek rond inspiratie en creativiteit. Dat toont aan dat inspiratie het resultaat is van een proces: als je context en ruimte schept waarbij mensen cognitief diepgaand kunnen gaan, zich kunnen toeleggen op bepaalde opdrachten of bepaalde ideeën, dan komt creativiteit naar boven. Dit geldt volgens mij zowel voor literatuur als voor wetenschappelijk onderzoek.

Veel succes met Peninsula en tijd en ruimte voor een volgende roman!

uit Peninsula

Peninsula is verschenen bij Pelckmans Uitgevers en is te vinden in elke boekhandel. Lievens literaire activiteiten kan je volgen via www.instagram.com/lieven.stoefs

GeniaaL 24
“In de schaduw van die verstilling en schoonheid liep het gezinsleven verder.”

Alumnus in the Spotlight

Big enough to deliver, small enough to care

From an online corporate event to the live capture of a festival or sports match, Arthur Stockman provides professional livestreaming with his start-up Broadkastr. He managed to conquer a place in a hyper-competitive media market in a brief time. Who is this enthusiastic engineer-entrepreneur and what is his formula for success?

The global pandemic has boosted video conferencing, webinars, live capture, and online communication in general. ‘Even as normalcy recovers, demand for livestreaming remains high,’ says Arthur. ‘Companies and event planners have discovered its cost-effectiveness and are reluctant to turn back the clock.’

BUSINESS PLAN

Arthur Stockman graduated with a master’s degree in Mechanical Engineering from KU Leuven in 2021 and immediately enrolled in the postgraduate Tech Innovations in Ventures & Teams (TechInVenT). There, future engineering entrepreneurs are prepared to start up their own companies based on a wellthought-out business plan. Unlike his fellow students, Arthur had already completed this entire process. As of September 2021, his start-up was operational, and he had already successfully conducted audio-visual assignments for major clients including KU Leuven. Nevertheless, he considers attending the postgraduate course an excellent choice. ‘It gave me the opportunity to fine-tune my business. In terms of economic management, I still had something to learn, and the coaching also meant added value for a fledgling entrepreneur like me.’

START-UP TRIP

Arthur discovered his aptitude for entrepreneurship at Academics for Technology (AFT), a non-profit organisation that introduces students to technology and entrepreneurship. In 2019, he was selected along with thirty other high potentials for the Student Start-up Trip to Singapore, good for a week of total immersion in the local and international business world. ‘After this unique experience, my mind was made up. My calling was entrepreneurship and running my own business.’

Such was Arthur's enthusiasm that the following year he organised the next edition of the Student Start-up Trip with destination New York. Back in Leuven, he was promptly elected president of AFT.

When he wanted to start this task, COVID paralysed the country and planned workshops, master classes and other events had to be cancelled or replaced by online alternatives. 'Crises are challenges,' Arthur thought and launched himself into livestreaming the events on the agenda. A year later, he started his media company.

MOBILE

In less than a year, the start-up realised thirty-five productions for about as many clients. Arthur attributes this rapid breakthrough to one strong asset: ‘We care. We put maximum effort into service and think proactively with the customers about how best to meet their questions and needs. We have designed our livestream setup to be fully mobile and flexible. By combining static, mobile, and robotic cameras we can ensure maximum capture and variety. Via intercom, the camera team is in permanent communication with the director so that the right image appears at the right time. Afterwards, we provide the client with not only a fully edited recording but also the individual images to reuse at will.’

INNOVATION

As a high-tech company in a rapidly evolving market, Broadkastr will have to keep investing in innovation of its products and services. Arthur is already making plans to automate cameras and realise remote productions. This can save the company and the client a lot of costs but, on the other hand, requires more preparatory work. On site or remotely, Arthur wants to stay true to his motto: 'Big enough to deliver, small enough to care.’

www.broadkastr.be

GeniaaL 25

Record na record na record na …

Duizend vijfentachtig (1085) rondjes! Hiermee is het record van vorig jaar (1078 rondjes) absoluut aan diggelen geslagen. Woorden schieten tekort bij deze 24 urenloop. Niet alleen werd ons persoonlijk rondjesrecord verbroken, ook qua sfeer en beleving zat het nog nooit zo goed. Niemand zal eraan twijfelen dat dit de spannendste 24 urenloop ooit was. Bij deze dus eventjes een moment om stil te staan bij alle mooie momenten, gecreëerd en ervaren door onze lopers en supporters!

ENKELE STATISTIEKEN

Het was een editie waar we echt fier op mogen zijn. We hebben als VTK onszelf overtroffen op deze 24. Dit hadden we nooit kunnen realiseren zonder ons sterk speedyteam met 297 strijders die toertjes liepen op het parcours. Ze waren vliegensvlug: een gemiddelde snelheid van 1 minuut en 19,6 seconden per rondje en dat 24 uur lang. We liepen gemiddeld 0,5 seconden per rondje sneller dan vorig jaar! Dit zorgde ervoor dat we ons record verpulverden met zeven rondjes, wat een ongelooflijke prestatie is. Onze speedies hebben gemiddeld 3,65 toertjes per persoon gelopen! Dit alles zorgde ervoor dat we 57% van de tijd Apolloon achter ons hebben kunnen laten. We stonden aan de leiding gedurende 13 uur en 44 minuten. Ongelooflijk. We love you speedies, we do!

Drie lopers van ons speedyteam krijgen een eervolle vermelding. Tijs Bruyns liep aan een gemiddelde snelheid van 27,65 km/u of 1 minuut en 9 seconden! Proficiat Tijs, je was onze snelste loper! Simon Ferson liep de meeste rondjes. Toen hij na 18 rondjes flauwviel bij aankomst, besloot hij dat dit nog niet genoeg was. Na een uurtje rust kwam hij terug en liep nog twee rondjes. Zo strandde hij op 20 rondjes in 24 uur tijd. Simon, je naam zal niet snel vergeten worden! Als laatste, maar zeker niet de minste, hebben we iemand die het aandurfde om het allereerste rondje te lopen. Onze startloopster, Pauline De Groof, heeft laten zien wat onze burgiemeiden in petto hebben!

LOOPTRAININGEN VOORAF

Om deze prestaties neer te zetten heeft een groot aantal speedyteamers trainingen gevolgd. Vanaf dag één met het eerstejaarsloopje werd ons duidelijk over welk potentieel we konden beschikken en hoe gemotiveerd de lopers waren. Tijdens de laatste week namen elke dag meer dan honderd lopers deel aan de training, wat ongezien veel is!

SFEER TIJDENS

Van bij het startschot zat de sfeer al goed. Alles was thematisch aangekleed en in VTK-kleuren. Met schmink, tattoos, bandana’s, vlaggetjes … maakten onze supporters zich klaar om VTK naar de overwinning te schreeuwen. Ze zorgden ervoor dat onze lopers continu volgepompt werden met adrenaline. Dit alles zorgde er zelfs voor dat wij het eerste uur Apolloon achter ons konden houden. Toen de stemmen schor werden bij onze supporters, schakelden ze over naar allerlei toeters en trommels om op welke manier dan ook hun steun te betuigen. Zeker in de stille bocht is deze bijdrage niet te verwaarlozen. Bovendien konden zelfs onze decaan Peter Van Puyvelde en onze vicedecaan Bart Nauwelaers er niet aan weerstaan mee te

GeniaaL 26
297
tijd 0,5
rondje sneller
Lopers die het beste van zichzelf hebben gegeven
Gemiddelde
seconde per
dan vorig jaar
1’19.6” 1’09” 20
Snelste loper: Tijs Bruyns 27,65 km/u Meeste rondjes:
Simon Ferson

supporteren voor ons in de laatste uren van het evenement! Supporters, zonder jullie steun hadden onze lopers nooit zo'n topprestatie kunnen leveren! We love you supporters, we do!

Vanaf de namiddag van de tweede dag werd het echt nagelbijten: het speedyteam van Apolloon was gearriveerd en begon aan onze voorsprong van bijna drie rondjes traag maar gestaag te knagen tot een echte nek-aan-nekrace. Het was voor niemand duidelijk wie er met de eerste plaats zou gaan lopen. We waren aan elkaar gewaagd en dreven elkaar naar snellere en snellere toertjes. Geen van beide is erin geslaagd om het andere team te breken, maar finaal heeft Apolloon de leiding genomen. De laatste uren waren ze een tikkeltje sneller dan wij. Als we meer vrijheid hadden gehad om iets minder achter onze boeken te zitten, was het waarschijnlijk wel gelukt!

AFSLUITER

De 24 urenloop is een feest. Dit hebben we op een nooit eerder geziene schaal waargemaakt dit jaar. We hebben dan wel niet de eerste plaats behaald, maar we hebben Apolloon wel laten stressen en zweten. Zo maakten we van deze editie er eentje om nooit te vergeten. Volgend jaar is de beker van ons, want … A true warrior never gives in!

GeniaaL 27
Startloopster Pauline De Groof

Beleef de wereld met KU Leuven Alumni

KU Leuven Alumni. Gisteren heeft toekomst.

Spanje, Frankrijk of de Balkan? Aan jou de keuze.

Met onze alumnireizen zet je vlot koers naar je volgende avontuur. En dat in het beste gezelschap. Bezoek eeuwenoude culturen, verken bruisende steden en laat je overdonderen door de ongerepte natuur. Onze reisleiders met KU Leuvenachtergrond brengen elke bestemming tot leven. Voor de reiziger die durft dromen én doen.

Een greep uit ons aanbod:

• Spanje in de voetsporen van Isabel la Católica 4 - 12 juli 2023

• Kunst boven in Parijs 20 - 23 augustus 2023

• De Balkan-mozaïek 20 - 29 september 2023

Ontdek alle bestemmingen op kuleuven.be/ alumnireizen

COLOFON

‘GeniaaL’ is een tijdschrift van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en Alumni Ingenieurs KU Leuven, met bijdragen van medewerkers van de faculteit, alumni en studenten. ‘GeniaaL’ verschijnt viermaal per jaar: in januari, april, juli en oktober.

verantwoordelijke uitgever: Peter Van Puyvelde redactie: Adhemar Bultheel, Annemie Caproens, Jelle De Borger, Elke Kalokerinos, Willemijne Linssen, David Maes, Liliane Pintelon, Bob Puers, Apeksha Shapeti, Michiel Steyaert, Hendrik Van Brussel, Peter Van Puyvelde, Yvan Verbakel, Yves Willems, Patrick Wollants, VTK-Communicatie

redactieadres: GeniaaL Faculteit Ingenieurswetenschappen Jelle De Borger Kasteelpark Arenberg 1 bus 2200 3001 HEVERLEE tel. + 32 16 32 16 89 fax + 32 16 32 19 82 geniaal@eng.kuleuven.be www.eng.kuleuven.be

drukwerk: Van der Poorten NV Diestsesteenweg 624 3010 KESSEL-LO tel. + 32 16 35 91 50

opmaak: Altera www.altera.be

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
GeniaaL jg. 16 nr. 60 - januari 2023 by GeniaaL - Issuu