5 minute read

Generatie Defraeye

125 jaar geleden werd Leon Defraeye geboren. Hij was gemeenteraadslid en schepen in onze gemeente, maar is misschien nog het meest bekend als de man die het verleden van Deerlijk haarfijn archiveerde. Het archief is dan ook naar hem vernoemd. Zijn dochter Gemma, ook een dienende kracht in het archief, gunt ons een unieke blik op wie Leon Defraeye echt was.

Wie was Leon Defraeye?

Gemma: ‘Hij is jarenlang gemeenteraadslid en schepen van openbare werken en onderwijs geweest. Door zijn band met Deerlijk was hij zeer begaan met de folklore en de geschiedenis ervan. Hij schreef gedichten en teksten ter gelegenheid van geboorten, huwelijken, jubilea en overlijdens. En hij zat in het bestuur van vele verenigingen: NSB, Davidsfonds, Sint-Elooisgilde, Kapellekes Ommegang, bedevaart naar Bottelare, DKK, Vinkeniers, Boogschutters, Verbond Oostvlaamse Zanten, Oudheidkundige Kring Kortrijk en zoveel andere. Bij Radio Kortrijk hield hij spreekbeurten over heemkunde en folklore. Daar raakte hij bevriend met André Demedts, die jarenlang directeur was van BRT Radio West-Vlaanderen. Hij was ook lang conservator van het Zouavenmuseum in Kortrijk.’

Hoe was hij als vader, weg van het publieke leven?

Gemma: ‘Hij was lief, maar soms ook streng. Hij stond erop dat wij mooie tafelmanieren hadden, altijd met 2 woorden spraken en beleefd waren. Op weekdagen zagen we hem weinig. Om 05.00 uur ‘s ochtends fietste hij al door Deerlijk, langs hoeven en kapellen. Hij inspecteerde de dijken, want hij stond erop dat Deerlijk een voorbeeldige, nette gemeente was. De zondag was een familiedag. Dan mochten (moesten) we mee naar folkloristische feestelijkheden, zoals de Kattenknippeling in Wervik, de Breughelstoet in Wingene, de Heilige Haarprocessie in Kortrijk en de Heilige Bloedprocessie in Brugge.’

Je sprak al over zijn nauwe band met Deerlijk. Hoe heb jij die ervaren?

Gemma: ‘Deerlijk en haar inwoners lagen hem zeer na aan het hart. Als hij maar een dienst kon bewijzen, dan was hij een gelukkig mens. Het is in die zin misschien logisch dat hij alles dat met Deerlijk te maken had, is beginnen archiveren voor het nageslacht.’

Op welke verwezenlijking was hij het meest trots?

Gemma: ‘Dat was ongetwijfeld op de terugkeer van het Sint-Columbaretabel, een pronkstuk uit de 15 e eeuw. Tijdens WO II werd het in veiligheid gebracht in de kelders van de stadsschouwburg in Kortrijk, waar het enorme waterschade opliep. Op 12 augustus 1945 kwam het kunstwerk door toedoen van mijn vader opnieuw naar Deerlijk, zeer tegen de zin van baron de Bethune. Hij haalde ook de Deerlijkse 3 groten uit de vergetelheid: Pieter Jan Renier, Hugo Verriest en René De Clercq. Al die opzoekingen, brieven en contacten met de families waren een titanenwerk. Niets was hem te veel of te moeilijk.’

Op welke van zijn vele werken ben jij trots?

Gemma: ‘Op de heemkring Dorp en Toren, die vaders werk sinds 1977 verderzet, op het bestuur en de vele vrijwilligers en de vele leden, niet te vergeten. De familie is hen zeer dankbaar. Ook de getuigenissen van vele Deerlijkenaren maken mij trots. Ze vertelden mij na zijn overlijden met liefde en dankbaarheid over hoeveel steun en hulp hij ze had gegeven.’

Welke herinneringen aan hem koester jij?

Gemma: ‘Als oudste mocht ik vaak mee naar het rustoord, toen nog het oud manhuis genoemd, alhoewel er ook vrouwen vertoefden. Hij ondervroeg de oudjes over hun leven en gewoonten. Met pen en papier noteerde hij alles: spreuken, gezegden, dialectwoorden. Dan was hij in zijn element en de oudjes waren gelukkig met wat tabak of een dreupel en voor de vrouwen wat snoep. Hij ging nooit met lege handen langs.’

Welk verhaal typeert jouw vader?

Gemma: ‘Vader was een verstrooid man en een zeer slechte chauffeur. Toen hij naar een vergadering in Kortrijk moest, ging ik samen met een vriendin mee. De auto stond geparkeerd aan de kostschool ‘t Fort. Toen we opnieuw wilden vertrekken, wist vader niet meer hoe hij in achteruit moest. Daarom vroeg hij aan een voorbijganger om de wagen klaar te zetten in de richting van Deerlijk. Het was zijn laatste rit! Dat moet rond 1949 geweest zijn. Hij droeg een groene loden ( een soort jas, red. ) en soms stak hij zijn ene arm in de juiste mouw en de andere in de okselopening. ‘Maar Leon, toch’, zei mijn moeder dan altijd.’

Hoe willen jullie met de heemkring de herinnering aan jouw vader levendig houden?

Gemma: ‘Er komt een tentoonstelling in de raadzaal van het gemeentehuis tijdens het weekend van 21, 22 en 23 juni. Dat is de verdienste van een heleboel mensen uit verschillende verenigingen en organisaties, die ik zeker wil bedanken. In 2027 plant de heemkring ook een herdenking. Dan is het 50 jaar geleden dat mijn vader overleden is en dan vieren we het 50-jarige bestaan van heemkring Dorp en Toren.

125 jaar Leon Defraeye

De man met weelderige haardos en vlinderdas: zo herinneren veel Deerlijkenaren zich Leon Defraeye. Hij was de man die onze gemeente liet meeleven langs verenigingen, standbeelden en historisch erfgoed. 125 jaar geleden werd hij geboren en dat herdenken we van 21 juni tot en met zondag 23 juni. Meer info op www.uitindeerlijk.be.

This article is from: