KNOWLEDGE CREATED TOGETHER
STRUCTUUR NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN
Inhoud Wetgeving 3 Soorten plannen
4
Fasering 6 Disciplines 8
Tekst door Jean-Paul Heyens, Specialist G4S Academy
© 2019, G4S Academy
Wetgeving Op 22 mei 2019 werd een Koninklijk Besluit gepubliceerd betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coรถrdinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen (B.S. 27 juni 2019). In dit magazine geven we een overzicht van de verschillende soorten plannen, fases en disciplines die in een noodsituatie in werking treden.
3
Soorten plannen 1
Multidisciplinaire plannen Elk nood- en interventieplan opgesteld op gemeentelijk, provinciaal of federaal niveau bestaat uit een algemeen nood- en interventieplan (ANIP), eventueel aangevuld met bijzondere nood- en interventieplannen (BNIP’s). De algemene nood- en interventieplannen bevatten de algemene richtlijnen en informatie voor het beheer van alle noodsituaties. Elke gemeente en provincie en het federale niveau moeten een algemeen nood- en interventieplan opstellen. Een bijzonder nood- en interventieplan kan het algemeen nood- en interventieplan aanvullen met specifieke richtlijnen voor het beheer van een
Voorbeelden van bijzondere nooden interventieplannen zijn bijvoorbeeld de plannen voor Sevesobedrijven of het federaal nucleair noodplan. In de nood- en interventieplannen kunnen ook bepalingen rond internationale samenwerking opgenomen worden. De algemene en bijzondere nood- en interventieplannen zijn multidisciplinair; dat betekent dat de bepalingen eruit gelden voor alle hulpverleningsdiensten.
welbepaalde noodsituatie.
4
2
Monodisciplinaire plannen Naast deze multidisciplinaire plannen dient elke
en op het algemeen nood- en interventieplan om
discipline van de hulpverlening een monodisciplinair
samenwerking mogelijk te maken. Voor de medische,
interventieplan op te stellen, waarin het voor
sanitaire en psychosociale hulpverlening (discipline
haar eigen discipline de richtlijnen vastlegt. De
2) bestaat het monodisciplinaire interventieplan uit
monodisciplinaire
moeten
het Medisch Interventieplan (MIP), het Psychosociaal
ervoor zorgen dat bij een noodsituatie de
Interventieplan(PSIP), het Sanitair Interventieplan
verschillende takken van de hulpverlening kunnen
(SIP) en het Plan Risico’s & Manifestaties (PRIMA).
interventieplannen
optreden voordat of zonder dat er een centrale coĂśrdinatie ontplooid is. De monodisciplinaire interventieplannen van elke discipline moeten afgestemd zijn op die van de andere disciplines
3
Interne plannen De verantwoordelijken van bepaalde bedrijven en instellingen (zoals sevesobedrijven of ziekenhuizen) dienen eveneens een intern noodplan uit te werken met de maatregelen die bij een noodsituatie moeten genomen worden om de gevolgen van de noodsituatie te beperken binnen het bedrijf of de instelling, en de interventie van de externe hulpdiensten te faciliteren.
5
Fasering Er zijn criteria voor welke fase gehanteerd moet
• de feiten van de noodsituatie,
worden bij een noodsituatie:
• de geografische uitgestrektheid, • het aantal slachtoffers, • de effecten van de noodsituatie op het milieu of de economie, • de middelen en diensten die nodig zijn om de noodsituatie te bestrijden • de aard van de noodsituatie (bijvoorbeeld een overstroming of een terroristische aanslag).
1
Gemeentelijke fase Op gemeentelijk vlak moet de burgemeester
risico’s op het grondgebied van de gemeente omvat.
een
gemeentelijke
Bij een noodsituatie wordt de gemeentelijke fase
Deze
veiligheidscel
veiligheidscel
oprichten. door
afgekondigd door de burgemeester van de gemeente
de burgemeester en bestaat verder uit een
wanneer de omvang van de noodsituatie een beheer
vertegenwoordiger van elke discipline en een
op gemeentelijk niveau vereist, maar de gevolgen
ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning
tot de gemeente beperkt blijven. Hierbij treden
in de gemeente. De gemeentelijke veiligheidscel
de gemeentelijke nood- en interventieplannen in
kan, afhankelijk van de situatie, uitgebreid worden
werking. De burgemeester neemt de algemene
met andere personen of diensten (bijvoorbeeld
coördinatie op zich. Bij het afkondigen van de
de veiligheidsverantwoordelijke van een bedrijf).
gemeentelijke
De gemeentelijke veiligheidscel staat in voor
tevens de gouverneur op de hoogte te stellen.
wordt
voorgezeten
fase
dient
de
burgemeester
het opstellen, oefenen en evalueren van de gemeentelijke nood- en interventieplannen en het opstellen van een risicoanalyse die de voornaamste 6
2
Provinciale fase Op provinciaal vlak moet de gouverneur een provinciale
risicoanalyse die de voornaamste risico’s op
veiligheidscel oprichten. Deze veiligheidscel wordt
het
voorgezeten door de gouverneur en bestaat verder
Bij een noodsituatie wordt de provinciale fase
uit een vertegenwoordiger van elke discipline en een
afgekondigd door de gouverneur van de provincie
ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning
wanneer de omvang van de noodsituatie een
in de provincie. De provinciale veiligheidscel kan,
beheer op provinciaal niveau vereist of de directe
afhankelijk van de situatie, uitgebreid worden met
gevolgen van de noodsituatie de gemeentegrenzen
andere personen of diensten (bijvoorbeeld de
overschrijden.
veiligheidsverantwoordelijke van een bedrijf). De
nood- en interventieplannen in werking. De
provinciale veiligheidscel staat in voor het opstellen,
gouverneur neemt de algemene coördinatie op
oefenen en evalueren van de provinciale nood-
zich. Bij het afkondigen van de provinciale fase
en interventieplannen en het opstellen van een
dient de gouverneur tevens de minister van
grondgebied
van
Hierbij
de
provincie
treden
de
omvat.
provinciale
Binnenlandse Zaken op de hoogte te stellen.
3
Federale fase Bij een noodsituatie wordt de federale fase
coördinatie
afgekondigd door de minister van Binnenlandse Zaken
niveau
vereisen
wanneer de omvang van de noodsituatie een beheer
welke
situaties
op federaal niveau vereist (omdat de inzetbare
(afkondiging wanneer één of meerdere criteria
middelen waarover de gouverneur beschikt niet
van punt 4.1 van de bijlage beantwoord wordt).
volstaan) of de directe gevolgen van de noodsituatie de provinciegrenzen overschrijden. Hierbij treden de federale nood- en interventieplannen in werking. De minister van Binnenlandse Zaken neemt de algemene coördinatie op zich. Het koninklijk besluit van 31 januari 2003 tot vaststelling van het noodplan voor de crisisgebeurtenissen en -situaties die een 7
of
een
beheer
bevat federale
op
preciezere coördinatie
nationaal bepalingen vereisen
Disciplines De verschillende hulpverleningsdiensten zijn onderverdeeld in vijf disciplines die van 1 tot 5 genummerd zijn. Elke discipline heeft zijn eigen taken en bij een noodsituatie een eigen directeur die de operationele leiding heeft over de discipline, eventueel bijgestaan door een adjunct-directeur.
1
Hulpverleningsoperaties (art. 9) De taken van deze discipline zijn het bestrijden van
Operationele leiding: Directeur Brandweer
de noodsituatie zelf, het redden en beschermen van
(Dir-BW)
personen en goederen en indien nodig het opvorderen van personen of goederen voor de hulpverlening. Deze discipline bestaat uit de brandweer en de operationele eenheden van de Civiele Bescherming. Operationele leiding: Directeur Brandweer (Dir-BW).
8
2
Medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening (art. 10) De taken van deze discipline zijn het toedienen van
Operationele
leiding:
medische en psychosociale zorgen aan slachtoffers,
Hulpverlening (Dir-Med). Het administratief gezag
het vervoer van de slachtoffers te organiseren en
over de medische middelen ligt evenwel bij de
het nemen van maatregelen om de volksgezondheid
bevoegde Federale Gezondheidsinspecteur (FGI).
Directeur
Medische
te beschermen. Deze discipline bestaat uit de diensten
van
Hulpverlening
de
Dringende
(ambulancediensten,
Geneeskundige MUG’s,
het
Rode Kruis, ...) en andere medische diensten die in het monodisciplinair interventieplan zijn opgenomen.
3
Politie (art. 11) De taken van deze discipline zijn het handhaven van de openbare orde, het vrijhouden van de wegen naar en van de plaats van de noodsituatie, het afbakenen en bewaken van de perimeters en indien nodig het uitvoeren van de evacuatie van de bevolking, het escorteren van de andere hulpverleningsdiensten, het identificeren van dodelijke slachtoffers en het verlenen van bijstand aan het gerechtelijk onderzoek. Deze discipline bestaat uit de lokale en federale politie.
9
Operationele leiding: Directeur Politie (Dir-Pol)
4
Logistieke steun (art. 12) De taken van deze discipline zijn het leveren van
Operationele leiding: Directeur Logistiek (Dir-
versterking (zowel personeel als materieel) en
Log)
indien nodig gespecialiseerd hulpverleningsmaterieel, het organiseren van de communicatiemiddelen tussen de verschillende disciplines en de coรถrdinatie en de bevoorrading van drinkwater en voeding aan de hulpverleningsdiensten en slachtoffers. Deze discipline kan bestaan uit de brandweer, de operationele eenheden van de Civiele Bescherming, het leger en gespecialiseerde openbare en private diensten.
5
Alarmering van en informatie aan de bevolking (art. 13) De taak van deze discipline is het verschaffen
Operationele leiding: Directeur Informatie (Dir-
van informatie en richtlijnen aan de bevolking
Info)
(bijvoorbeeld via de pers). Deze discipline bestaat uit de aangewezen communicatiemedewerkers.
10
Beheer van lokale noodsituaties Er is coördinatie zowel binnen elke discipline als multidisciplinair. De multidisciplinaire coördinatie gebeurt zowel op operationeel als op beleidsmatig vlak.
1
Operationele coördinatie (afdeling I) De Directeur Commandopost Operaties (Dir-
regelmatig informeren van de coördinerende
CP-Ops) heeft de leiding over de operationele
overheid en het Hulpcentrum 100/112, het laten
coördinatie op de plaats van de noodsituatie. Deze
uitvoeren van de door de coördinerende overheid
functie wordt per definitie waargenomen door de
genomen beslissingen en het organiseren van de
brandweerofficier met de hoogste graad ter plaatse,
interventiezone. Tot er een Coördinatiecomité
tenzij de coördinerende overheid een leidinggevende
is
van een andere discipline die meer betrokken is bij de
verantwoordelijkheid voor de beleidscoördinatie.
noodsituatie aanduidt. De Dir-CP-Ops zit samen met de directeurs van de andere betrokken disciplines in de Commandopost Operaties (CP-Ops). Meestal is dit een speciaal daarvoor ontworpen voertuig of container. De taken van de CP-Ops zijn het opstellen van een eerste operationeel situatierapport, het
11
opgestart
draagt
de
CP-Ops
ook
de
2
Beleidscoördinatie (afdeling II) Bij een noodsituatie wordt er een Coördinatiecomité
de te nemen beslissingen, het organiseren van de
(CC) opgestart op gemeentelijk niveau (GCC) of
informatie aan de bevolking en het toezien op de
provinciaal niveau (PCC) om de noodsituatie te
uitvoering van de genomen beslissingen. Het is de
beheren. Dit Coördinatiecomité is verantwoordelijk
burgemeester of gouverneur die verantwoordelijk is
voor de beleidscoördinatie en is samengesteld
voor het nemen van de beslissingen.
uit vertegenwoordigers van de disciplines en de noodplanambtenaar, eventueel aangevuld met andere experts (bijvoorbeeld een vertegenwoordiger van de milieudienst). De taken van het Coördinatiecomité zijn het evalueren van de noodsituatie, het adviseren van de betrokken burgemeester of gouverneur over
12
3
Organisatie van de interventiezone (afdeling III) De interventiezone is de zone waarbinnen de nodige
De drie zones zijn:
acties genomen worden om de noodsituatie te
• Rode zone: deze zone wordt afgebakend door
bestrijden. Om de interventiezone te organiseren
de uitsluitingsperimeter.
wordt ze ingedeeld in drie zones op basis van
• Oranje zone: deze zone wordt afgebakend door
de risico’s die ze omvatten en de diensten die er
de isolatieperimeter.
toegang tot moeten hebben. De opbouw van de
• Gele zone: deze zone wordt afgebakend door de
zones gebeurt van de kern van de noodsituatie naar
ontradingsperimeter.
buiten toe in functie van de aard van de noodsituatie (bijvoorbeeld giftige rookontwikkeling bij een brand), de weersomstandigheden (bijvoorbeeld de windrichting) en algemene structuur van het terrein.
13
Meer weten over brand- en evacuatieplannen? Neem contact op met G4S Academy g4sacademy@be.g4s.com
Academy Consulting, Education, Publication & Network We delen unieke in-house kennis, omdat we geloven dat innovatie en waarde niet zelfstandig, maar in cocreatie tot stand komt..
G4S Academy Consulting
G4S Academy Education
We helpen bij de creatie van een duidelijke synergie
Tijdens seminaries, conferenties en beurzen bieden
tussen security maatregelen en zakelijke noden.
we een nieuwe kijk op de sector.
G4S Academy Publication
G4S Academy Network
Met onze publicaties maak je de juiste beslissingen op
We bieden een dynamisch forum om kennis te delen
vlak van beveiliging.
en te netwerken.
Get in touch Heb je vragen of opmerkingen? Je kan ons altijd bereiken op g4sacademy@be.g4s.com.
Knowledge created together G4S Academy België · Koning Boudewijnlaan 30 · 1800 Vilvoorde · 02 712 46 41 · www.g4s.be/academy