Aaltje 178 (jan-feb 2014)

Page 12

De Marnevallei bij Epernay: Champagnewijngaarden zover het oog reikt.

Op de Via Campaniensis Op dertien juli komen we aan in Reims. Het voelt als een eerste kleine overwinning. We nemen er ook onze eerste rustdag, wat betekent dat we de Franse nationale feestdag met de Fransen zullen kunnen vieren in de stad waar de meeste Franse koningen ooit gekroond geweest zijn. Maar we komen van een koude kermis thuis. We hebben nog nooit zo’n lege stad gezien als Reims op 14 juli 2013! Geen nood echter, deze dag was immers als een rust-dag bedoeld! Vanaf Reims kunnen we dan een ‘officiële’ pelgrimsroute volgen: de Via Campaniensis. Er zijn wegmarkeringen, er zijn speciale paadjes voor de pelgrims en wat meer is, er zijn in haast ieder dorpje voorzieningen om te overnachten. De vele Compostelaverenigingen zoeken mensen die langs of dichtbij het pad wonen en die hun woning willen openstellen voor pelgrims onderweg. Die mensen mogen daar een vergoeding voor vragen, maar het gebeurt ook dat ze helemaal niks vragen, maar wel aanvaarden dat je een vrijwillige gift doet. Op die manier ontmoeten we Didier en Anna, een koppel onderwijzers in Germaine in de Champagnestreek. We logeren er in hun zolderkamer en maken er kennis met hun leven in de natuur. A la douce comme à la France… Of André en Agnes, een landbouwerskoppel die het actieve leven hebben afgerond en nu genieten van wat meer rust en van de kleinkinderen. Agnes heeft gouden handen in de keuken en dat hebben 12 ‘t Aaltje

januari-februari 2014

we geweten! Hun akkerbouwbedrijf in Bagneux, ergens tussen Reims en Troyes, 145 hectare, wordt nu uitgebaat door zoon Mathieu! We zijn er toevallig getuige van de intrede van een gloednieuwe tractor, een New Holland met 145 pK onder de kap!

Een eigen dagritme Stilletjes aan ontwikkelen we een eigen dagritme: opstaan, ontbijten en vertrekken. We proberen in de ochtend een bakkerij te vinden en kopen er een viertal verse croissants om die dan rond tien uur bij een pauze te verorberen. Rond de middag picknicken we meestal op een lommerrijke plaats, bij voorkeur waar een bank staat of bij een beekje of riviertje, de dagen zijn immers nog altijd heet. Die middagpauze kan gerust tot een tweetal uren duren, want nadien sluiten we nog even de ogen en niet zelden komt daar ook

een slaapje van. We hebben immers de tijd, want onze slaapplaatsen zijn telkens enkele dagen voordien vastgelegd, we moeten dus niet meer zoeken op het moment dat we op de bestemming aankomen. Zaken die wel nog moeten gebeuren, zijn de douchebeurt, het handwasje (T-shirt, kousen en ondergoed) en het blogverslagje. Het zijn heerlijke dagen, weg van kommer en zorg. Soms lijkt het of het hele kankerverhaal enkel een nare droom was.

Een eerste tussendoel bereikt Aan de hete dagen van juli lijkt op zaterdag 27 juli abrupt een einde te komen. Een donderstorm, zoals we die nog nooit gezien hebben, geselt alles wat geen stenen beschutting heeft. De regen is zo dicht dat de wereld plots verdwenen lijkt. Paden worden beken, straten rivieren. We maken het mee van onder een tentdak in het dorpje Lac Sauvin, waar een super-enthousiaste burgemeester ons vergast op bœuf Bourguignon van eigen keuken. We zitten aan tafel met een koppel uit Parijs, van wie we leren hoe belangrijk het stukje kaas na een maaltijd is: “Le Fascisme, c’est quand on vous demande si on prend du fromage ou un dessert” Fascisme bestaat erin dat men na een maaltijd vraagt wat je wil: kaas of dessert… Waarbij de sleutel zit bij het woordje

Op zondag 28 juli bereiken we een eerste belangrijk tussendoel. Bovenop de heuvel zien we de abdijkerk van Vézelay. 31ste jaargang nr. 178


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.