Jonge dokter: ongezonde patiënt Studenten geneeskunde eten ongezond, de helft drinkt te veel en zes procent rookt of gebruikt stimulerende middelen. Dat bleek uit een enquête onder 900 geneeskundestudenten. Ze zitten ver onder het landelijk gemiddelde van studenten, maar is dat goed genoeg? Onderzoek wijst uit dat gezonde artsen gezondere patiënten opleveren, en daarom is het misschien tijd voor een interventieprogramma. Tekst en foto’s Bob van Toor
M
atthias Cabri (23, vierdejaars geneeskunde), vindt de cijfers van het onderzoek ‘heel erg meevallen’. De voorzitter van de Studentenraad van het AMC – sprekend op persoonlijke titel – betwijfelt of interventie effectief zou zijn. ‘De studenten hier weten al wat de risico’s zijn van roken en drinken, maar het blijven studenten, hè? Met de stelling dat een rokende arts een slechtere arts zou zijn ben ik het helemaal niet eens. Het is altijd een eigen keuze, en een arts zou altijd moeten proberen de patiënt zo goed mogelijk te helpen. Ook als de arts zegt dat een patiënt moet stoppen is het nog de eigen keuze van
de patiënt.’ Uit de enquête, uitgevoerd door het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, een afdeling van het AMC, bleek verder dat studenten steeds slechtere patiënten worden. Naarmate ze langer studeren vinden ze het minder een probleem dat een arts aan zichzelf voorschrijft of via een bevriende arts medicatie krijgt. ‘Het syndroom van Amice’, lacht Cabri. ‘Dat is een bekend verschijnsel, dat artsen snel even aan een collega vragen wat eraan zou kunnen schelen. Dat levert problemen op, omdat artsen elkaar sneller en minder zorgvuldig helpen dan patiënten.’ Dat artsen zichzelf medicijnen voorschrijven vinden ze wel een kwalijke zaak.
FoliaMagazine
(23, vijfdejaars geneeskunde, coassistent oogheelkunde) Rookt: niet Drinkt: ‘alleen op zaterdagavond’
‘Als ik in mijn omgeving zie dat mensen drugs of bijvoorbeeld slaapmiddelen gebruiken, dan zou ik daar altijd wel wat van zeggen, zowel bij artsen als niet-artsen. Ik merk dat ik zelf door de jaren een steeds slechtere patiënt ben geworden. Gisteren had ik een zalfje nodig voor wat ik denk dat eczeem is, toen heb ik zelf een recept uitgeschreven en dat door een assistent laten ondertekenen. Anders moet je helemaal naar de bedrijfsarts, en heb je een verwijsbrief nodig, enzovoort. Daar had ik geen tijd voor. Artsen worden daar naar verloop van tijd makkelijker in, maar ik denk niet dat het problematisch is.’
(24, tweedejaars geneeskunde) Rookt: niet Drinkt: ‘bij vlagen best veel’
‘Ik weet van mijn vrienden dat ze wel eens drugs als xtc gebruiken, op festivals en zo. Maar dat heeft geen invloed op je werk als arts, omdat het onzichtbaar is. Ook roken kun je prima verbergen. Al is het natuurlijk wel vreemd als die patiënt ziet dat je buiten staat te paffen, maar je hebt als arts toch ook een eigen leven. Ik merk dat ik zelf minder geneigd ben naar een huisarts te gaan, en als je weet dat je een blaasontsteking hebt vind ik het niet raar dat je even zelf een recept uitschrijft. Ik zou mezelf alleen nooit slaapmiddelen of antidepressiva voorschrijven.’
Alex Schuurman
(19, eerstejaars geneeskunde)
(19, eerstejaars geneeskunde)
Rookt: niet Drinkt: ‘af en toe’
Rookt: niet Drinkt: niet veel
‘Die cijfers zijn niet zo verbazend. We hebben het al gehad over rokers tijdens college, toen het longkankerverhaaltje werd verteld. Het percentage rokers is laag, maar nog te veel. Als ik zelf gezondheidsklachten heb ga ik goed voorbereid naar de huisarts, en ik ben ook wel kritisch. Het lijkt me een onmogelijke taak om te proberen van artsen betere patiënten te maken. Er is laatst onderzoek naar “de arts als patiënt” gedaan, waaruit bleek dat artsen de kwaliteit van zorg enorm vinden tegenvallen als ze zelf een keer ziek worden.’
Aniek Bagijn
Ward van Bilsen
(19, schakeljaar geneeskunde)
(23, vierdejaars geneeskunde)
(20, tweedejaars geneeskunde)
Rookt: wel Drinkt: ja
Rookt: niet Drinkt: ‘als ik college heb de volgende dag niet, maar in het weekend wel eens’
Rookt: niet Drinkt: gemiddeld
‘Als een arts zelf rookt is het natuurlijk wel een beetje hypocriet als hij zijn patiënten adviseert te stoppen. Toch denk ik niet dat hij daardoor per se een slechtere arts wordt. In mijn omgeving zie ik het nauwelijks. Natuurlijk, iedereen drinkt wel eens, maar geen drugs en zo. Zelfs dan vind ik dat mijn vrienden dat zelf moeten weten. Ik weet niet of ik een slechte patiënt zou zijn, maar het is nou eenmaal veel makkelijker om een collega aan te spreken als je het heel druk hebt. Het is verstandiger om naar een huisarts te gaan, maar ja… ’
Maartje Dijkstra
Marina Huijboom
Daan Kinsbergen
‘Ik denk niet dat roken mijn adviezen aan patiënten zou beïnvloeden. Ik ga binnenkort proberen te stoppen met roken, en zeg tegen mijn vrienden ook dat ze er echt niet aan moeten beginnen. Ik denk dat ik een slechte patiënt zou zijn. Ik ben al eens, toen ik pijn had, naar het afdelingshoofd gegaan om even kort te vragen wat het kon zijn. Je zou sowieso altijd naar een arts moeten gaan die je niet kent, anders beïnvloed je zijn mening. Ik zou het zelf ook moeilijk vinden om een diagnose te stellen bij iemand die ik goed ken.’
34
‘Iedere basisarts is bevoegd om recepten uit te schrijven, maar of je als je jezelf diagnosticeert ook bekwaam bent is de vraag, zeker als je klachten buiten je specialisatie vallen. Bij slaapmiddelen en dergelijke moet je daar heel erg mee oppassen.’ Toch vinden beide voorzitters het voorgestelde interventieprogramma onnodig. ‘Studenten krijgen al heel veel voorlichting, na verloop van tijd denken ze: het zal allemaal wel,’ meent MFASvoorzitter Emelie Schuts (22, derdejaars geneeskunde). ‘Daardoor worden ze na verloop van tijd wat lakser, maar medische studenten opvoeden om goede patiënten te worden hoeft van mij niet: dat zouden we toch echt zelf moeten kunnen.’
Tom Kemper
‘Als arts ben je geneigd meteen zelf op te zoeken wat de reden voor je gezondheidsklachten zou kunnen zijn. Daardoor denk je trouwens wel sneller dat je aan een heel erge ziekte lijdt, je gaat sneller doemdenken. Je gaat minder snel naar de huisarts omdat je de informatie al binnen bereik hebt. In een boek kun je uren lezen over gezondheid, een huisarts moet toch na vijf minuten een diagnose stellen. Toch kun je zelf geen objectief oordeel vellen over je gezondheid. Eigenlijk zouden artsen geen recepten voor zichzelf moeten uitschrijven, maar ik zou het denk ik ook wel doen, als het straks kan.’
‘Ik ben nu nog geen slechte patiënt, en ik merk ook in mijn omgeving niet dat studenten minder snel naar de dokter gaan. Ik kan me wel voorstellen dat je denkt dat je het zelf wel in kunt schatten, of het een vriend vraagt. Artsen weten natuurlijk wel beter dan gemiddeld wat ze zelf mankeren, maar het is niet objectief. Voor een second opinion kun je beter naar een onbekende arts gaan. Zelf recepten uitschrijven lijkt me een slechte zaak. Ook al doe je dat dagelijks voor je patiënten, als je een gezondheidsprobleem hebt moet je je ook als patiënt opstellen.’
Kansen voor het onderwijs ‘Aanstaande arts drinkt veel’ kopte Het Parool vorige week. ‘Het uiteindelijke onderzoek, dat de komende jaren nog de gegevens van drie Universitaire Medische Centra inzamelt, is veel breder dan dat, zegt Judith Sluiter, een van de onderzoekers. ‘We kijken naar de manier waarop de student tegen zijn eigen gezondheid en zijn toekomstige rol als arts aankijkt. Op het moment is er binnen het onderwijs geen aandacht voor de medische professional zelf, en waar de valkuilen van die rol zitten. Ik zeg niet dat je nooit een sigaret mag roken, maar zoals iemand in een beveiligingsfunctie strenger wordt aangesproken op zijn veiligheidsgedrag, kan een persoon in de gezondheidszorg ook strenger op zijn gezondheid worden aangekeken, als het zijn functioneren kan beïnvloeden. Daar liggen kansen voor het onderwijs. De studenten moeten zich realiseren dat hun eigen mening hun handelen beïnvloedt, en dat artsen zichzelf vaak tekortdoen als ze zichzelf behandelen of snel naar een collega gaan. Je leert wel over ziektes, maar het gaat om je handelen als arts tegenover jezelf.’
FoliaMagazine
35