Folia magazine 17 jaargang 2014 2015

Page 1

Folia Magazine Weekblad voor HvA en UvA  –  foliaweb.nl

nr.  17 21/01/2015

Kookbloggers Tristan en Gregory ‘Welke mongool gaat er nou sla wassen en snijden?’


(advertentie)

Bright minds, better future

MASTERAVOND 4 februari Meld je aan op uu.nl/masteravond


Inhoud

#17 Redactioneel Schrappen

Reportage

Onderzoek

Studenten pedagogiek komen thuis bij gezinnen waar goede schoolbegeleiding niet vanzelfsprekend is.

Het Nederlands kent vele raadsels. Het gebruik van woorden die nergens naar verwijzen, bijvoorbeeld.

Portret

Actueel

Aan de keuken­ tafel bij Joshua 6

Gein in de keuken 22

Ondoorzichtige taal 14 Folia Magazine

14

Folia #17_2.indd 14

19-01-15 18:11

Mieke zwaait af 30

Folia’s nieuwe kookbloggers Tristan en Gregory houden van lekker, maar simpel. Want het moet wel een beetje leuk blijven.

Bijna 25 jaar fungeerde ze als spelverdeler en vliegende keep, maar nu verlaat ze de UvA: secretaris Mieke Zaanen.

En verder De week/Tweet/Het moment/Navraag 4-5 Lunchen met 10 Passie 13 Op de tong 17 Opinie 18-19 Thomas van Aalten 19 Objectief 20-21 Promoties/Hora est/Hadjar Benmiloud 25 Portret UvA-Docent van het Jaar 26-27 English pages 28-29 Toehoorders 33 Prikbord 34-35 Wasdom 36-37 Stage 37 Overigens 38 Wat doe je nu?/Colofon 39 Folia op internet www.foliaweb.nl

@FoliaWeb

FoliaWeb.en.Magazine

FoliaTV

Folia Magazine

Tilburgse studenten en onderzoekers die op zoek gaan naar nieuwe bevindingen in de natuurkunde, stuiten binnenkort op een foutmelding. Afgelopen week maakte de universiteit bekend de abonnementen op Nature en Science op te zeggen. Een dikke twintigduizend euro bespaart men zonder de tijdschriften, die naar eigen zeggen maar weinig gebruikt worden. Het lijkt inderdaad logisch. In Tilburg zitten geen natuurwetenschappelijke en medische faculteiten. Schrappen dus, die dure abonnementen op tijdschriften die niemand écht nodig heeft. Maar toch is het wrang. Alsof psychologen en economen, onder wie absolute topwetenschappers in Tilburg zitten, per definitie niet geïnteresseerd zijn in de twee gerenommeerde tijdschriften. Natuurlijk: als een onderzoeker een bepaald artikel nodig heeft, kan hij of zij het ongetwijfeld wel ergens vandaag halen. Maar het signaal dat de Tilburgse universiteit afgeeft, is niettemin vreemd. Een universiteit is bij uitstek de plek om kennis op te doen waar je in eerste instantie misschien niet naar op zoek was. Als meer universiteiten vooraf de kennis die hun onderzoekers ‘toch niet nodig hebben’ gaan verwijderen, wordt de nieuwsgierige wetenschapper wel erg gehinderd. Dat Tilburg genoodzaakt is de abonnementen stop te zetten, is uiteraard symptoom van een groter probleem. De machtige positie van grote uitgeverijen dwingt universiteiten peperdure abonnementen af te sluiten. Terecht trekt men momenteel samen op om die situatie te veranderen. Dat in deze tijd – waarin actuele onderzoeksresultaten door nieuwe technieken eenvoudiger dan ooit verspreid kunnen worden – nieuwe barrières ontstaan, is onacceptabel. yyy


De week

W

e moeten het hoofd koel houden. Ons niet laten leiden door angst. Gewoon doorgaan met de dingen die we altijd al deden. De moedige kreten klonken de afgelopen weken alom. En terecht natuurlijk. Democratie, westerse beschaving, vrijheid van meningsuiting: veel te belangrijk om concessies aan te doen. Wie zichzelf Charlie noemt, moet toch minstens evenveel onverschrokken moed tonen. Of nou ja, tot op bepaalde hoogte natuurlijk. Als vrijdenkersruimte voor kritische en onafhankelijke geesten moet je natuurlijk wel een beetje oppassen met wat je doet. Als je daar een discussieavond organiseert, dan moet je van tevoren wel afspreken waarover je het gaat hebben, wat de verschillende standpunten precies zijn en hoe je elkaar na afloop weer in een liefdevolle omhelzing kunt vinden. Daar moet je als organisator over nadenken. Aldus de VU, die vorige week een discussieavond over het boycotten van Israëlische wetenschap minder dan vierentwintig uur voor aanvang verbood. Alles moet bespreekbaar zijn, maar van dit thema nam het universiteitsbestuur toch liever even afstand. Een academische boycot past niet bij een Vrije Universiteit, aldus collegevoorzitter Jaap Winter. Het te elfder ure

4

Global

Ze hadden er echt zin in, de dames van het College van Bestuur tijdens het openbare gesprek met de FGw-activisten vorige week. Geen betere manier het nieuwe jaar te openen, dan met een goed gesprek. Zo’n open discussie, waarin gelijke partners elkaar onbevooroordeeld tegemoet treden en de argumenten op rationaliteit beoordelen. Dat men in de krappe twee uur niet nader tot elkaar kwam is haast onbegrijpelijk. – foto Jan van Helden

afgelasten van een openbare discussieavond kennelijk wel. In het licht van de gebeurtenissen in Parijs is het voeren van een constructieve discussie onmogelijk, aldus een woordvoerder. En gelijk hebben ze. God verhoede, wat er zou gebeuren als iedereen zich na zo’n aanslag plotseling tot constructieve discussies gaat wenden. Wij kunnen alleen maar blij zijn dat zoiets aan de VU vorige week in elk geval is voorkomen. Tegelijkertijd kunnen wij onze handen zelf ook niet in onschuld wassen. O zo triomfantelijk, verkondigde Folia vorige week global te gaan. Het blad had eindelijk doorgekregen dat er door grote groepen op de universiteit en de hogeschool louter Engels wordt gesproken en twee hele pagina’s in die exotische taal geproduceerd. Applaus! De eigen naam goed spellen op de cover ging

Folia Magazine

echter minder goed. Twee joekels van spelfouten stonden er, in zowel het Arabisch als het Hebreeuws. Je zou haast denken dat het een mislukte satire op het Palestinaconflict was. Maar heus: spotten met Arabieren of Israëlieten zouden wij nooit doen. Graag haasten we ons dan ook om dit recht te zetten. Lieve vrienden uit het Midden-Oosten, het was niet met opzet! We nemen jullie beider taal even serieus. Om het goed te maken bieden we eenieder die zich gekwetst voelt graag een avondje onze redactieruimte aan. Voor een debat over academische boycots zijn jullie hier van harte welkom! yyy Clara van de Wiel

– 14 januari 2015

tweet van de week UvAkid @uvakid Tijdens een “#crisis geen koffie :o( Alle koffie automaten hebben geen verbinding met de servers #uva #hva


Het moment

Communicatieadviseur en trainer Frank Aarts leidt de warming-up, voorafgaand aan de Vondelparkloop afgelopen zondag. Traditioneel werd de bedrijvenloop van tien kilometer in het bekendste park van Amsterdam door het USC UvA-HvA-team gewonnen. Snelste teamloper was AMC-medewerker Alon Levin, die met zijn 00:36:32 als tweede eindigde in het algemeen klassement. yyy – foto Daniël Rommens

Navraag Ralph Wijers Het Nederlands instituut voor ruimteonderzoek SRON verhuist vanuit Utrecht naar het Science Park. SRON-bestuurslid en UvA-sterrenkundige Ralph Wijers verwacht dat dat leidt tot spectaculaire ontdekkingen op het gebied van exoplaneten.

Bent u blij met deze verhuizing? ‘Heel blij. Als SRON, de UvA en de faculteit Aard- en Levenswetenschappen van de VU straks samenkomen op het Science Park, zijn we in staat om nieuwe initiatieven te nemen.’ Wat heeft SRON wat de UvA nu niet heeft? ‘SRON houdt zich vooral bezig met het ontwikkelen van nieuwe instrumenten. Aan de UvA doen we veel waarnemend onderzoek, met name naar de geboorte en dood van sterren. Als we dat onderzoek beter kunnen afstemmen op de nieuwe instrumenten van SRON,

kan dat leiden tot spectaculairdere wetenschap, maar ook tot nieuwe technologie.’

‘Zeker. Onze studenten krijgen een veel bredere keus aan projecten.’

Gaat de UvA zich nu ook meer met ruimtevaart bezighouden? ‘Veel van ons onderzoek is al georiënteerd op ruimtevaart. Om sterren en zwarte gaten goed te kunnen waarnemen, ben je afhankelijk van telescopen die zich in de ruimte bevinden. Als je elkaar straks ook bij de koffietafel spreekt, kunnen zulke projecten nog beter uitgevoerd worden.’

Maakt het nog uit of de bètafaculteiten van UvA en VU gaan fuseren? ‘De samenwerkingsplannen tussen UvA, VU en SRON bestonden al voordat er over een eventuele fusie werd gesproken. Maar als de betrokken afdelingen zich op één campus bevinden, maakt dat het onderzoek wel een stuk makkelijker en kunnen de universiteiten elkaar echt versterken.’ yyy

Heeft de verhuizing gevolgen voor studenten?

Yannick Fritschy

Folia Magazine

5


Als Joshua zijn taakje afheeft, mag hij naar buiten


Aan de keukentafel gebeurt het In het Keukentafelproject van de HvA snijdt het mes aan twee kanten: kinderen en ouders in aandachtswijken krijgen een steuntje in de rug, en pedagogiekstudenten doen waardevolle praktijkervaring op. tekst - Daniël Rommens / foto’s - Mats van Soolingen

‘I

n het begin dacht ik: alles is hier kapot en vies, maar nu waardeer ik hoe kleurrijk en levendig de buurt is,’ zegt Madelene Mooy (20). De pedagogiekstudente (HvA) loopt door Slotermeer in Amsterdam Nieuw-West, op weg naar de zesjarige Joshua en zijn moeder Nicole. Madelene is een van de pedagogiekstudenten die stage loopt in het Keukentafelproject. Daarmee krijgen ouders die zelf niet goed weten hoe ze hun kinderen bij hun schoolwerk moeten helpen een steuntje in de rug.

Goede basis Madelene komt aan bij een rijtjeshuis uit de jaren vijftig. Op de ramen hangen posters van de politie met de tekst ‘Ik houd alles in de gaten. Zie ik iets verdachts, dan bel ik gelijk 1-1-2’. De straat is rustig, er is vrijwel niemand buiten. Madelene belt aan en Joshua doet open. De kapstok hangt vol, de jas van Madelene past er nog net bij. In de woonkamer staan een bed, een grote televisie en een bescheiden tafeltje, waaraan de keukentafelbijeenkomst plaatsvindt. Madelene gaat meteen met Joshua aan de slag. Ze haalt een stapel houten blokjes tevoorschijn en begint met een spelletje: een wiebeltoren. Joshua moet met duim en wijsvinger blokjes uit de toren halen zonder dat hij omvalt. De Keukentafel is een initiatief van het Fieldlab Nieuw-West, waarbinnen HvA Urban Management en het stadsdeel Nieuw-West samenwerken om gezinnen te helpen hun kinderen thuis te ondersteunen bij hun schoolwerk. Joshua en Nicole worden vijftien weken lang één keer per week door Madelene begeleid bij het bespreken van de schooldag, bij het lezen of

bij het maken van huiswerk. Kinderen blijken door dit soort aandacht van hun ouders beter te presteren op school. En de keukentafel is de plek waar dit in de meeste gezinnen vanzelfsprekend gebeurt. Waar dat niet vanzelf gaat, kunnen studenten als Madelene een handje helpen. Joshua heeft op school problemen met lezen en rekenen. ‘We moeten nu meer tijd

‘ Als een gezin wat heftiger problemen heeft, zetten we er een meer ervaren student op’ besteden aan die vaardigheden, zodat hij een goede basis heeft voor de rest van zijn schoolcarrière,’ zegt Madelene. ‘Ik laat Nicole zien hoe zij spelenderwijs haar zoon kan begeleiden.’ De Keukentafel is onderdeel van de Buurtwinkel voor Onderwijs, Onderzoek en Talentontwikkeling (Boot), waarin de HvA samenwerkt met stadsdelen door studenten in te zetten op verschillende sociale problemen in wijken zoals Slotermeer. In totaal doen 28 gezinnen en eerstejaarsstudenten aan het project mee. Typecasting De studenten van de Keukentafel zijn pas net begonnen met hun studie pedagogiek. ‘We vragen de opleiding pedagogiek om ervaren studenten, bijvoorbeeld met een mbo-achtergrond. Die hebben namelijk al vaker te maken gehad met dit soort praktijksituaties. We krijgen vaak de vraag of het wel verstandig is om eerstejaarsstudenten op huisbezoek te sturen,’

Folia Magazine

zegt projectcoördinator Emma Verspoor. De angst van critici is dat de relatief onervaren studenten te veel in het diepe worden gegooid door ze zo vroeg in hun opleiding bij gezinnen met sociale problemen in huis te plaatsen. De praktijk leert volgens Verspoor echter dat studenten de stage juist ‘geweldig’ vinden, ook de onervaren ‘meiden van zeventien’ die direct van de havo komen. ‘Bovendien bereiden we de studenten met trainingen voor op de situaties die ze kunnen tegenkomen. En tijdens de serie bijeenkomsten worden de studenten ondersteund door praktijkbegeleiders (derdejaars pedagogiekstudenten, red.) die minimaal drie keer op huisbezoek gaan bij elk gezin.’ Daarnaast kijkt Verspoor goed naar de ervaring en de motivatie van elke afzonderlijke student. ‘We zoeken voor alle studenten een gezin dat bij ze past. Als een gezin met wat heftiger problemen te kampen heeft, zetten we daar bij voorkeur een meer ervaren student op. We doen een soort typecasting.’ Een van de studenten trof een keer een kind alleen thuis aan. Moeder was even weg. ‘In zo’n situatie moet de student meteen de praktijkbegeleider bellen,’ zegt Verspoor. De studenten kunnen niet de verantwoordelijkheid voor het kind op zich nemen als de ouder niet aanwezig is. De praktijkbegeleiders zijn altijd ergens in de buurt en kunnen in zo’n geval dus snel handelen. ‘Als er problemen zijn met de ouders is het in eerste instantie de taak van de praktijkbegeleiders om duidelijke afspraken met de ouders te maken of te handelen als er gevaarlijke situaties ontstaan voor de student of voor het kind, bijvoorbeeld in het geval van kindermishandeling. In dat soort gevallen

7


(ingezonden mededeling)

met deze keer:

nachtdieren Het gloednieuwe Peper magazine is vanaf volgende week gratis verkrijgbaar bij o.a. CREA. Als ASVA-lid ontvang je hem kosteloos op je deurmat.

FotograďŹ e: Vera Duivenvoorden


halen we de student weg en in het uiterste geval kunnen wij ook besluiten om de school of jeugdzorg in te lichten over gevaarlijke situaties voor het kind.’ Iets dergelijks is volgens Verspoor nog nooit voorgekomen. Ouders helpen Na het blokkenspel wordt er gelezen. Nu neemt Madelene daar nog het voortouw in, maar het doel van het project is dat moeder Nicole steeds meer die taak gaat overnemen. Madelene gaf in de eerste bijeenkomsten vooral het goede voorbeeld aan Nicole door de begeleiding op het kind te richten. Nu verschuift de aandacht geleidelijk aan naar Nicole, zodat zij zelfstandig met haar kind kan doen wat nu onder begeleiding gebeurt. Nicole is een beetje ziek en heeft bijna geen stem, maar toch laat Madelene haar met Joshua meelezen. ‘Ik wil mama vandaag veel laten doen,’ legt Madelene aan Joshua uit. ‘Ik ben een reus,’ leest Joshua op. Soms wil hij iets te snel lezen en moet Nicole bijsturen. Zij kijkt op haar beurt regelmatig vragend naar Madelene, die haar taak niet uit het oog verliest en moeder en zoon waar nodig bijstuurt. ‘Soms doen ouders gelijk actief mee met de begeleiding,’ vertelt Verspoor. ‘Maar je hebt ook ouders die het wel gemakkelijk vinden dat er iemand van buitenaf met hun kind bezig is. Zij moeten dus echt aangespoord worden om mee te doen. Sommige studenten vinden het lastig om daar goed mee om te gaan.’ Daarom wordt er door de praktijkbegeleiders veel aandacht besteed aan het contact met ouders. ‘De studenten oefenen in rollenspellen in het communiceren met de ouders, ze leren assertief met dat soort situaties om te gaan.’ Joshua leest verder. ‘Waar is de jas van de reus?’ Hij bedenkt zich ineens dat hij erg van draken houdt. Ondertussen begint hij ongeduldig met zijn benen te wiebelen. ‘Kunnen we zo een spelletje doen?’ vraagt hij aan Madelene. Eerst nog even het taakje afmaken, vindt die, en dan mag Joshua naar buiten. In gedachten lijkt hij zijn jas al aan te hebben, terwijl Madelene en Nicole hem de laatste zinnen proberen te laten lezen. Joshua heeft nog net het geduld om zijn laatste zin op te lezen en dan mag het boek dicht. De schoenen gaan aan en Joshua staat al buiten. ‘Vergeet je niet iets?’ vraagt Madelene, terwijl ze naar zijn jas wijst. Buitenspelen heeft ook een functie. Er wordt niet zomaar een beetje geravot: Joshua rent naar het einde van de straat en telt intussen hoeveel portie-

Nicole, Joshua en Madelene

ken hij passeert. ‘En spring nu eens tien keer van de stoeprand af en er weer op?’ Joshua springt en houdt zijn score nauwkeurig bij. Bij tien is het klaar en gaat het duo weer terug naar binnen. Ze zijn nu toch al bezig met tellen, dus Madelene besluit de blokken er weer bij te pakken. Joshua gaat optellen met de blokken. Hij bedenkt al vlug een strategie om razendsnel met de juiste antwoorden te komen: hij legt tien blokjes apart en hoeft dan alleen nog maar de rest erbij op te tellen. Als Madelene een blokje weghaalt van het stapeltje van tien, krijgt Joshua het even moeilijk. Onderzoek Terwijl de ouders en de kinderen profiteren van de begeleiding en de studenten een uitdagende stage lopen, wordt er in het Keukentafelproject ook onderzoek gedaan. ‘Enerzijds is het onderzoek er op gericht om het project zelf te evalueren en waar nodig te verbeteren,’ legt Verspoor uit. ‘Maar we willen ook weten of zo’n project effect heeft.’ Het stadsdeel heeft daar ook belang bij, want dat moet verantwoorden waar het zijn geld in investeert. Volgens Verspoor is het stadsdeel er onder meer op gericht de citoscores te verhogen, want die zijn in vergelijking met andere stadsdelen laag. ‘Ik kijk zelf graag naar de vooruitgang van het individuele kind en dat is niet zo makkelijk in cijfers uit te drukken,’ zegt Verspoor. Het meten van de effecten van het

Folia Magazine

Keukentafel­project is niet zonder haken en ogen. Voor een effectstudie moet de onderzoeksgroep aan een aantal eisen voldoen om te zorgen dat het onderzoek zeggingskracht krijgt. Het onderzoek moet namelijk daadwerkelijk meten wat het beoogt te meten en dat is in een praktijksituatie als deze lastig. ‘Je kunt niet goed weten of de vooruitgang van leerlingen tijdens het Keukentafelproject ook echt komt door de begeleiding van de studenten,’ zegt Verspoor. ‘Voor hetzelfde geld gaan ze vooruit doordat ze op school beter ondersteund worden.’ Bovendien doen aan het project alleen gezinnen mee die ook echt gemotiveerd zijn om te werken aan verbetering. Daardoor kan een eventueel effect ook toegeschreven worden aan die motivatie en niet per definitie aan het Keukentafelproject. Na ruim anderhalf uur zijn de schoolse activiteiten achter de rug, maar er is nog wat tijd over. Madelene probeert nog een zinnige activiteit te bedenken, maar Joshua is moe. ‘Weet jij nog een spelletje dat we kunnen doen?’ vraagt Madelene aan Joshua. Het wordt het gekkebekkenspel. Over en weer trekken Joshua en Madelene de gekst mogelijk bekken. Nicole kijkt lachend toe. Madelene sluit de sessie af. Ze moet de activiteiten van vandaag noteren in een boekje, maar ze kan geen pen vinden. Joshua schiet te hulp. ‘Ik heb hier een mooie Spongebob-pen voor je, omdat je altijd lieve dingen met me doet.’ yyy

9


Lunchen met...

De Cantarell indachtig Met cijfers en computers heeft hij geen enkele moeite, maar een filosofische tekst moet Karel van der Valk soms vijf keer lezen. Maar dat nog liever dan werken in zijn oorspronkelijke vak: economie. ‘Het bleek echt ellebogenwerk.’ tekst - Bob van Toor / foto’s - Daniël Rommens Karel van der Valk (30) Medewerker ICT Benno Premselahuis en student filosofie Benno Premselahuis, dinsdag 13 januari 13.30-14.00 uur

E

igenlijk heeft hij zijn boterhammen al op, vertelt Karel als hij aanschuift bij twee collega’s aan een van de beregende ramen van de kantine. ‘Vier sneetjes, met pindakaas. En er zit nog een mandarijn in mijn tas’. Ze waren al verdwenen vóór de lunch, dus het broodje gezond (ham én kaas) en de kop roomwitte champignonsoep vóór hem zijn de officiële maaltijd. ‘Soms heb je zo’n dag, hè. Vooral als ik pas laat ga eten ’s avonds kan ik overvallen worden door vreetzucht. Dan weet ik vaak al van tevoren wat voor dag het gaat worden: vroeg op, de hele dag werken en dan ga ik met collega’s door naar de Cantarell, de snackbar hier op de hoek.’

10

Collega’s Wensley en Karen bevestigen lachend zijn betrekkelijk hoge patat-inname. ‘Gelukkig word ik niet snel dik: goede genen, denk ik. En ik heb vroeger veel bewogen, toen ik nog veel aan wielrennen deed.’ In Almere, waar hij opgroeide, fietste hij eindeloos, samen met zijn buurjongen. ‘We trainden altijd samen. Hij heeft later een professionele carrière in de wielersport opgebouwd.’ Hij zou dat zelf nooit hebben gekund, zegt Karel. ‘Ik ben een keer in de Pyreneeën gaan fietsen, maar in die hitte hield ik het niet vol. Ik kwam op de top aan en moest eerst vijf minuten pauzeren en water over mezelf heen gooien voor ik verder kon. Ik had genoeg getraind, maar in dat klimaat kon ik het niet aan.’

Folia Magazine

Na zijn studie economie aan de UvA is hij nu een jaar op weg met filosofie. Die eerste studie bleek een dood spoor: tijdens een meeloop- en stageweek van economie kwam Karel erachter dat hij die wereld eigenlijk helemaal niet leuk vindt. ‘Het bleek echt ellebogenwerk. Niet alleen met concurrenten, ook collega’s onder elkaar. Zo gingen we die week vijf bedrijven af, ik kwam van een koude kermis thuis.’ Fietsen bleek niet zaligmakend, economie toch niet zo’n goed idee: heeft hij wel goed nagedacht over deze nieuwe stap? ‘Ja, daar heb ik zeker over getwijfeld. Maar toen ik eenmaal bezig was met de vakken bij deze opleiding, werd me duidelijk dat ik op de goede plek zat.’ Dat wil niet zeggen dat het hem makkelijk afgaat. ‘Ik vind het eerlijk gezegd heel ingewikkeld, ik heb er niet echt aanleg voor. Ik volg niet alle gedachtestromen van schrijvers even


goed; werken met cijfers vind ik makkelijker. Maar naarmate ik meer lees krijg ik er meer gevoel voor. Filosofie is iets wat je kunt leren. Mijn aangeboren talent is het niet, maar ik vind het enorm interessant te lezen over hoe de maatschappij in elkaar steekt, vooral op economisch gebied. Ik moet de teksten wel vaak herlezen en andere bronnen raadplegen. Ik heb Kant misschien wel vijf keer achter elkaar gelezen, en iedere keer zag ik weer wat nieuws.’ Maar die moeite was het waard. Het werk van Immanuel Kant was een eyeopener, zegt Karel. ‘Hij is een deontoloog: alles is bij hem plichtmatig. Hij schrijft dat mensen moeten handelen naar hun plichten. Je moet de neigingen volgen waar je je moreel toe geroepen voelt. Dat past bij mijn leven, zo probeer ik te denken. Maar ja, uiteindelijk ben je toch een wezen met emoties. De utopie is dat we allemaal onze plichten nakomen, maar in werkelijkheid

pakt het anders uit,’ besluit Karel – wellicht de Cantarell indachtig. ‘Ik zie filosofie als verbreding van mijn eerste studie. Het lijkt me interessant om die kennis toe te passen op de economie.’ Waar dat

‘ Ik heb niet echt aanleg voor filosofie, maar ik vind het enorm interessant’ hem uiteindelijk zal brengen, kan hij echt niet zeggen. ‘Ik heb zo veel dromen gehad, en zo vaak getwijfeld over dingen… Het mooiste zou zijn als ik zou kunnen bijdragen aan een eerlijke verdeling van de welvaart: de armen wat minder arm en de rijken minder rijk,’ zegt Karel terwijl hij met zijn beker soep terugloopt naar zijn kantoor. ‘Misschien moet ik een boek gaan schrijven.’ yyy

Folia Magazine

11


(advertentie)

CREA cursussen voorjaar

B.J. Kroonenberg

film / digitaal • theater • dans • schrijven • muziek • fotografie • international • beeldend

www.crea.uva.nl

Schrijf je NU i n!

www.crea.uva.nl

CREAmsterdam CREAmsterdam


Passie Imker Marco van Hees (49, docent Marketing, Sales & Trade, HvA) is imker en ziet paralellen tussen management en bijengedrag. ‘De kern van het imkeren is om heel goed op de vitaliteit van je bijenvolk te letten. Dat hangt nauw samen met de biodiversiteit in de omgeving van de bijen. En dan bedoel ik niet alleen de eigen achtertuin, maar een gebied van ongeveer 28 vierkante kilometer – een bij vliegt maximaal zo’n vijf kilometer van de korf. Ik heb zelf bijen in de stad en in de polder en je ziet dat de stadsbijen het over het algemeen een stuk beter doen dan de polderbijen. In de stad is de biodiversiteit namelijk veel groter. Nederlandse polders zijn voor bijen een soort woestijn. Daar groeien namelijk heel weinig verschillende plantensoorten. De bijen zelf zijn ook weer onontbeerlijk voor een goede biodiversiteit. Naast het zorgen voor het bijenvolk leer je als imker dus ook heel anders naar je omgeving te kijken. Daardoor kan ik helemaal uit het dagelijks leven stappen als ik met mijn bijen bezig ben. Als docent en adviseur in management is het leuk om te zien dat bijenvolkeren zich soms op dezelfde manier gedragen als organisaties in de mensenwereld. Grote organisaties besluiten op een gegeven moment om zich op te splitsen, zodat processen weer makkelijker te managen zijn. Een bijenvolk dat te groot wordt, splitst zich ook op. Het volk kiest een aantal eitjes waaruit een nieuwe koningin groeit, die op een tactisch moment uitvliegt en de helft van het bijenvolk meeneemt. Ik vind het enorm inspirerend om te kijken naar de besluitvorming die in zo’n bijenvolk plaatsvindt en ik gebruik wat ik daar zie ook regelmatig in mijn werk als docent en adviseur. Imkeren is niet alleen voor oude mannen. Ik zie steeds meer jonge mensen die interesse hebben om imker te worden. Daarom geef ik in juli 2015 een beginnerscursus imkeren in Tirol, Oostenrijk.’ yyy tekst - Daniël Rommens / foto - Fred van Diem

Folia Magazine

13


14

Folia Magazine


Onze taal zit vol overbodigs Het Nederlands is een relatief erg ondoorzichtige taal, ontdekte Sterre Leufkens. Zo zit Nederlands vol met betekenisloze elementen, die echter wel een belangrijke functie hebben. tekst – Yannick Fritschy / illustratie - Vruchtvlees

E

r zijn een hoop woorden in het Nederlands die geen betekenis overbrengen en daardoor overbodig lijken. Neem alleen al het woordje waar de vorige zin mee begint: ‘er’. Dat verwijst niet naar iets wat in de werkelijkheid bestaat. Toch kun je niet in plaats daarvan zeggen: ‘Een hoop overbodige woorden zijn.’ Net zo betekent ‘het’ niets in ‘het sneeuwt’, maar als je het weglaat krijg je een grammaticaal incorrecte zin. Zulke non-transparante elementen bevinden zich in elke taal en blijven ondanks hun gebrek aan betekenis buitengewoon hardnekkig overeind. Om die reden worden ze in taalwetenschappelijk jargon ook wel linguïstische mannentepels genoemd. Taalwetenschapper Sterre Leufkens vergeleek in haar promotieonderzoek deze mannentepels in 22 talen. Wat bleek: als talen vensters op de wereld zijn, dan is het Nederlands een glas-in-loodraam. Met kop en schouders steekt onze taal qua ondoorzichtigheid boven de rest van de vergeleken talen uit. Dat resultaat deed een hoop stof opwaaien. Nederlands zou onnodig complex en onmogelijk te leren zijn. Maar dat is niet wat Leufkens bedoelt. ‘Er is niets mis met de Nederlandse taal,’ zegt ze. ‘De non-transparante elementen maken haar vooral bijzonder.’ Transparantie De transparantie van een taal bestudeer je door te kijken naar de relatie tussen de vorm

van een woord en de betekenis. Een taal is volledig transparant wanneer elk begrip met exact één taalelement wordt uitgedrukt, en andersom elk taalelement één begrip aanduidt. De zin ‘ik eet soep’ is bijvoorbeeld vrijwel volledig transparant: ze beschrijft drie begrippen, elk uitgedrukt met één woord. Het enige non-transparante is de manier waarop het getal wordt uitgedrukt. De vorm ‘eet’ geeft

Betekenisloze taalelementen worden ook wel linguïstische mannentepels genoemd aan dat er sprake is van enkelvoud, maar dat zie je ook aan het persoonlijk voornaamwoord ‘ik’. Op die manier wordt één begrip dus met meerdere elementen uitgedrukt. Dat is niet in elke taal het geval. In het Noors heb je bijvoorbeeld geen onderscheid tussen verschillende persoonsvormen en zegt men gewoon ‘ik eten, jullie eten’. Transparantie kan op nog drie manieren ‘geschonden’ worden. Talen bevatten betekenisloze vormen, zoals het eerdergenoemde ‘het’ in ‘het sneeuwt’. Ook het verschil tussen ‘de’ en ‘het’ is niet op betekenis gebaseerd en valt daarom in deze categorie. Andersom kun-

Folia Magazine

nen meerdere betekenissen gefuseerd zijn in één element, wat tot onduidelijkheid leidt. Bij de vorm ‘liep’ is de verleden tijd bijvoorbeeld moeilijker te herkennen dan bij de zwakke werkwoordsvorm ‘maakte’. De laatste vorm van non-transparantie is dat onderdelen van een element uit elkaar staan, bijvoorbeeld bij het woord ‘gemaakt’, waarbij de voltooiddeelwoordvorm wordt aangegeven met een combinatie van het voorvoegsel ge- en het achtervoegsel -t. De betekenis wordt dus uitgedrukt door twee losse stukjes, in plaats van door één herkenbaar element. Universalia De voorbeelden hierboven geven weer dat non-transparantie in allerlei taalkundige gedaanten kan voorkomen, bijvoorbeeld in de vorm van een extra woord of een aanpassing van een werkwoordsuitgang. Leufkens onderzocht in hoeverre twintig vormen van nontransparantie voorkomen in 22 talen, waaronder het Nederlands. De verzameling bestond verder uit een bonte mix van talen van over de hele wereld, zoals het Khwarshi (gesproken in Dagestan) en het West-Groenlands. Wereldtalen zoals Engels en Spaans ontbraken om de ‘genetische diversiteit’ te waarborgen. Leufkens: ‘Als je verwante talen onderzoekt, vind je allerlei overeenkomsten die binnen die taalfamilie voorkomen. In mijn vakgebied, typologie, zoeken we juist naar overeenkomsten die niet vanuit verwantschap zijn te verklaren. 15


Als deze zogeheten universalia bestaan, dan heeft taal een onderliggende structuur die bijvoorbeeld vanuit de menselijke hersenen te verklaren is,’ zegt Leufkens. ‘Vandaar dat ik talen uit zoveel mogelijk verschillende families heb onderzocht, waarbij ik mijn keuzes binnen de families baseerde op de hoeveelheid beschikbare informatie.’ Binnen deze exotische verzameling bleek het Nederlands de enige taal waarin alle twintig vormen van non-transparantie voorkomen. Leufkens: ‘Ik had verwacht dat dat bij andere talen ook wel het geval zou zijn, maar Nederlands blijkt in deze groep uitzonderlijk. Met name betekenisloze vormen, zoals verschillende lidwoorden, komen in andere talen nauwelijks voor.’ De Nederlandse taal komt in haar onderzoek dus naar voren als ontzettend ondoorzichtig. Mede door een artikel in de Volkskrant trokken veel mensen daaruit ten onrechte de conclusie dat Leufkens onze taal in een negatief daglicht stelt. ‘Non-transparante elementen zijn overbodig wat betreft betekenis, maar dat wil niet zeggen dat ze geen functie hebben. Door in ‘hij loopt’ het enkelvoud op twee manieren weer te geven, wordt de kans kleiner dat de luisteraar je verkeerd begrijpt,’ zegt Leufkens. ‘Bovendien is het niet mijn taak als wetenschapper om een taal als goed of slecht te beoordelen. Elke natuurlijke taal is voor mij perfect zoals die is.’ Creooltalen Dat neemt niet weg dat non-transparantie een taal waarschijnlijk wel moeilijker te leren

Teiwa De meest transparante taal in het onderzoek van Leufkens is het Teiwa, een papoeataal die wordt gesproken op het Indonesische eiland Pantar. De taal is met slechts 4000 sprekers ernstig bedreigd. Een opvallend kenmerk aan het Teiwa is dat er zes woorden zijn om de begrippen komen en gaan uit te drukken, afhankelijk van de richting en het hoogteverschil van de beweging. Is er geen hoogteverschil, dan betekent ‘ma’ ‘kom hier’ en ‘gi’ ‘ga weg’. Als je wilt dat de persoon die je aanspreekt omhoog loopt, dan roep je hem met ‘daa’ en stuur je hem weg met ‘miri’. Wil je juist dat iemand omlaag beweegt, dan roep je hem met ‘yaa’ en stuur je hem weg met ‘yix’.

16

maakt. Er zijn bijvoorbeeld nauwelijks regels voor de- en het-woorden. Onder taalwetenschappers heerst dan ook al langer het vermoeden dat de transparantie van een taal toeneemt naarmate meer mensen die taal als tweede taal leren. Dat volgt met name uit onderzoek naar creooltalen: talen die in voormalige kolonies zijn ontstaan, toen slaven met hun overheersers gingen communiceren. ‘Creooltalen zijn vaak transparanter dan de talen waaruit ze zijn ontstaan. In het Afrikaans, een taal die is ontstaan uit contact tussen Nederlands en diverse Afrikaanse talen, zie je bijvoorbeeld geen de en het, maar alleen het lidwoord die,’ zegt Leufkens. ‘Daarmee noem ik creooltalen overigens niet primitiever of minder volwaardig dan andere talen. Vroeger werden creooltalen weleens zo gezien, maar dat is een visie die taalwetenschappers nu absoluut niet meer aanhangen.’

‘Het is niet mijn taak om een taal goed of slecht te vinden. Elke taal is voor mij perfect.’

moedertaalsprekers en weinig mensen die het als tweede taal leren. Daardoor blijven non-transparante elementen bestaan.’ Je zou een cursus Nederlands als tweede taal wat makkelijker kunnen maken door de linguïstische mannentepels operatief te verwijderen. Leufkens ziet daar echter geen heil in. ‘Taal evolueert vanzelf in de loop der jaren op de beste manier. Het is onmogelijk om dat van bovenaf te beïnvloeden,’ zegt ze. Dat betekent niet dat haar onderzoek geen praktische toepassingen heeft. ‘Mijn resultaten geven een beter begrip over wat er moeilijk is aan een taal. Dat kan van waarde zijn in het taalonderwijs.’ Het ultieme doel van typologie is als gezegd om de fundamenten van taal bloot te leggen. Daarvoor is nog een hoop extra onderzoek nodig. Leufkens: ‘Momenteel zijn studenten bezig het IJslands met verwante talen te vergelijken op transparantie. Daarnaast zou het heel interessant zijn bijvoorbeeld Nederlands en Engels te vergelijken. Hopelijk kan ik na mijn promotie verder gaan met dergelijk taalvergelijkend onderzoek.’ yyy Sterre Leufkens promoveert op 23 januari 2015 om 10.00 uur in de Agnietenkapel.

Leufkens’ onderzoek laat eveneens zien dat de transparantie van een taal toeneemt wanneer die meer beïnvloed wordt door andere talen. ‘Talen die veel in contact komen met buurtalen en zelf vrij weinig sprekers hebben, blijken het meest transparant,’ zegt ze. ‘Nederlands heeft daarentegen relatief veel

De 22 talen van minst naar meest transparant (land van herkomst) 1 Nederlands (Nederland) 2 Egyptisch Arabisch (Egypte) 3 Georgisch (Georgië) 4 Sochiapan Chinantec (Mexico) 5 Khwarshi (Dagestan) 6 Bininj Gun-Wok (Australië) 7 Sandawe (Tanzania) 8 Sheko (Ethiopië) 9 Chukchi (Rusland) 10 Kayardild (Australië) 11 West-Groenlands (Groenland) 12 Tamil (India, Sri Lanka en Singapore)

Folia Magazine

13 Kolyma Yukaghir (Rusland) 14 Bantawa (Nepal) 15 Kharia (India) 16 Turks (Turkije) 17 Huallaga Quechua (Peru) 18 Tidore (Indonesië) 19 Japans (Japan) 20 Samoaans (Samoa en Amerikaans-Samoa) 21 Fongbe (Benin en Togo) 22 Teiwa (Indonesië)


Op de tong De Plantage Plantage Kerklaan 36

A

msterdam kent behoorlijk veel middelmatige, toeristische eetcafés. Daarom is het fijn dat er sinds kort een nieuw restaurant geopend is waar je gegarandeerd goed zit, al is het maar vanwege de locatie. Ik heb het over De Plantage. Het ligt op het terrein van dierentuin Artis, aan het nieuwe Artisplein, maar is voor iedereen toegankelijk. De hoge plafonds en stijlvolle inrichting zorgen voor een indrukwekkend geheel. Eigenlijk is het restaurant één grote serre met overal uitzicht op het Artisplein, waar bollampjes in de bomen een romantische en sprookjesachtige sfeer creëren. We gaan eerst voor een salade van jonge bladspinazie met Turkse schapenkaas (€ 8,75) en ravioli gevuld met ragout van wild zwijn (€ 8,50). De ravioli was een terechte tip van een andere bezoeker; het gerecht smaakt naar meer. De serveerster is erg jong, maar weet

foto – Daniël Rommens

precies wat ze doet wanneer ze wijnsuggesties geeft voor bij het hoofdgerecht. Dat is kabeljauwrugfilet met belugalinzen en een bavette met geroosterde sjalot (beide € 21,50). De bavette is perfect gegaard en hoewel dat ook geldt voor de kabeljauw, is het jammer dat het bord zo vol ligt met de linzen; de verhouding klopt niet. Als dessert nemen we een dadelparfait (€ 7,50) en amandeltaartje (€ 8,25). Mijn tafelgenoot krijgt het niet meer op, maar dat is goed nieuws voor mij.

Na afloop lopen we het Artisplein op. Flanerend langs de witte lepelaars en de magische flamingo’s wanen we ons even in andere tijden. yyy Britte Herman Folia Magazine ontvangt graag je restaurant­recensie en vergoedt bij plaatsing tot € 50,-. Maximaal 270 woorden, kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail je recensie (met prijzen) naar redactie@folia.nl en de originele bon naar Folia, Stephanie Gude, Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD Amsterdam.

Artisplein

De Plantage

Bavette

Aan het nieuwe Artisplein vind je niet alleen restaurant De Plantage en de Hollandse Poler (een historische voilière voor witte lepelaars), maar ook de microzoo Micropia. Hier kun je miniscule diertjes, zoals gisten en bacteriën, sterk uitvergroot bekijken. ‘s Zomers kun je op het Artisplein lekker op het terras zitten, met uitzicht op de flamingo’s. Het Artisplein is dagelijks gratis toegankelijk van 9.00 tot 22.30 uur.

Café-restaurant De Plantage is gevestigd in de monumentale Ledenlokalen van Artis. De eigenaren hebben al verschillende andere restaurants in Amsterdam, waaronder Dauphine en Amsterdam. De chef is Koen van Brunschot, die eerder bij Hotel de Goudfazant kookte. De Plantage heeft niet alleen lekker eten, maar ook een goede wijnkaart met een hele selectie aan champagnes. Heb je iets speciaals te vieren, dan weet je dus waar je moet zijn.

Bavette, ook wel vinkenlap, is vooral in Frankrijk heel geliefd. Dit rundvlees, een stuk van de vang (een deel van de flank) is wat grover van structuur dan biefstuk. Als je bavette rare tot medium rare bakt, kun je het als biefstuk gebruiken. Doorbakken wordt dit vlees te taai. Wil je bavette niet rood eten, dan kun je het beter stoven. Bavette doet het ook heel goed op de barbecue.

Folia Magazine

17


Opinie We verdienen beter dan dit Blackboard De UvA loopt achter de feiten aan met een verouderde versie van Blackboard die niet voldoet aan de wensen van studenten, vindt Stefan Wirken. illustratie Marc Kolle

B

lackboard; de digitale leeromgeving van de UvA. Je maakt er bijna dagelijks, toch zeker wekelijks, gebruik van. Zowel voor studenten als docenten is Blackboard het primaire digitale platform voor de UvA. Als student vind je er leerstof, hoorcolleges, logistieke informatie en kun je vragen stellen aan docenten. Voor docenten is Blackboard hĂŠt communicatiemiddel om studenten te bereiken en informatie te delen. Sinds kort heeft de UvA dan ook eindelijk, als een van de laatste universiteiten ter wereld, een mobiele versie van Blackboard. De UvA heeft samen met een aantal andere universitei-

Studenten communiceren liever via Facebook dan via het gebruiksonvriendelijke Blackboard ten een overeenkomst met Blackboard. Deze loopt echter over een jaar af. Er zijn ontzettend veel andere leveranciers van digitale leeromgevingen die staan te springen hun product te verkopen. Blackboard zelf is er daar natuurlijk een van, en ziet hun overeenkomst graag verlengd worden. Wat zijn de mogelijkheden binnen deze digitale leeromgevingen? En hoe gaat de UvA dit proces aan? Sinds vier jaar studeer ik aan de UvA en

18

gebruik ik Blackboard, en ik heb Blackboard daarvoor via mijn broer al eerder gezien. In tegenstelling tot de digitale wereld om me heen,

Folia Magazine

waarin mobiele telefoons en andere apparaten door de jaren heen ontzettend zijn doorontwikkeld, heb ik Blackboard nauwelijks zien


veranderen. Hieruit zou je kunnen destilleren dat Blackboard al goed werkt en geen verdere ontwikkeling behoeft. Blackboard is echter erg verouderd en de lay-out is niet gebruiksvriendelijk. Het discussieforum is daar een goed voorbeeld van. Hier kunnen studenten logistieke en inhoudelijke vragen stellen, die zowel door studenten als docenten beantwoord kunnen worden. Toch kiezen studenten steeds vaker voor Facebook, omdat dit veel gebruiksvriendelijker is. Dit terwijl je hier geen antwoord van een docent kan krijgen – ook al is dat vaak een beter antwoord. Daarnaast wordt Blackboard heel beperkt gebruikt. Er wordt wat informatie gedeeld, er worden opdrachten ingeleverd en je kunt soms online hoorcolleges kijken. De UvA claimt voorstander van blended learning te zijn. Dit is een bepaalde onderwijsvisie waarin online leren een centrale rol heeft. Of er nu sprake is van echt online leren is voor mij de vraag. En als al dat al zo is, kun je je afvragen in welke mate. Zelf trok ik na bovenstaande constatering de conclusie dat Blackboard niet deugde. Ik had echter nooit stilgestaan bij de mogelijkheid dat de wijze van inrichting door de UvA misschien ook een reden zou kunnen zijn. Onlangs kwam ik tot die conclusie, toen ik een nationale conferentie bijwoonde over digitale leeromgevingen. Hier gaven zes leveranciers van digitale leeromgevingen, onder wie Blackboard zelf, een presentatie over hun product. Het was verbazingwekkend om te zien wat er mogelijk was op dit gebied. Ik herkende Blackboard niet terug in de presentatie van Blackboard zelf, omdat het product door de jaren heen

van de licentie met Blackboard. Deze keuze moet gemaakt worden door leveranciers uit te nodigen en pilots te houden onder studenten met deze alternatieve digitale leeromgevingen. En als de keuze eenmaal gemaakt is, is het van groot belang dat er gefocust wordt op de doorontwikkeling van de digitale leeromgeving. Evenals Blackboard hebben andere aanbieders veel mogelijkheden, maar is het afhankelijk van de gebruiker in hoeverre deze benut worden. De UvA zou er verstandig aan doen goed te kijken naar de organisatorische kant van een juiste implementatie van de digitale leeromgeving. Er is onlangs eindelijk een werkgroep gestart om deze vraagstukken te beantwoorden, hier maak ik deel van uit. Het ligt echter wel in de lijn der verwachting dat de licentie met Blackboard in ieder geval met een jaar wordt verlengd om wat meer tijd te creëren, hetgeen zonde is. De UvA had dit eerder kunnen zien aankomen en al eerder stappen kunnen ondernemen om hier een juiste afweging te maken. Een digitale leeromgeving is in de huidige tijd essentieel voor universiteiten en deze dient te voldoen aan de wensen van studenten. Blackboard heeft dat de afgelopen jaren in te beperkte mate gedaan. De UvA moet ervoor zorgen dat haar digitale leeromgeving doorontwikkeld wordt en kijken naar de mogelijkheid voor een andere digitale leeromgeving. yyy Stefan Wirken is afgevaardigde in de CSR voor de FSR-FdR

Blackboard blijkt allemaal mogelijkheden te hebben die de UvA niet gebruikt veranderd is en allemaal mogelijkheden heeft waarvan de UvA geen gebruikmaakt. Blackboard zou dus wel een goede digitale leeromgeving kunnen zijn. Maar desondanks vond ik andere digitale leeromgevingen nog beter. Voorgaande is natuurlijk deels subjectief en zal per consument, docent of student verschillen. Toch valt hier wel uit te constateren dat de UvA de belangrijke taak heeft een juiste afweging te maken voor of wel een nieuwe digitale leeromgeving, of wel het verlengen

Correcties In de Arabische en Hebreeuwse tekst op de cover van Folia Magazine 16 zijn fouten geslopen. Er had in beide talen foutloos ‘Folia Magazine’ moeten staan.

Van Aalten

Multilul 3.0 In de jaren negentig had het satirische tvprogramma Jiskefet een reeks afleveringen rond Multilul, een fictief reclamebureau (‘Creative Advertising, Media and Communication Consultant Agency’). Denk aan concepten van vlotte ‘jongensmannen’ met glimmende pakken en sneakers, die een beetje de hele dag in designbanken rondhingen en grof geld vingen voor gebakken lucht. Het enge is dat de werkelijkheid de satire ging inhalen. Jaren later zou je hopen dat dergelijke karikaturen inmiddels door de crisis hun weg naar het afvoerputje vonden, maar helaas: ik zie ze nog veel en vaak. Goeroes, managers, consultants, coaches of welke titel ze zich maar aanmeten. Ze opereren binnen de lokale overheid, bedrijven of stichtingen op het gebied van duurzaamheid, marketing, media, cultuur, noem maar op. ‘Innovatie’ is daarbij het sleutelwoord. Wat mij dan zo frappeert, is het feit dat deze multilullen overal mee wegkomen. Met hun taps toelopende broeken en hun nieuwste iPhone in de zak houden ze een praatje omgeven met oneliners en design. Of ze kleden zich juist extra ruig en authentiek met een mottige overall en zien eruit of ze zo uit de houtzagerij komen. Ze propageren de verkoop van misvormd fruit bij een nieuwe barbier met veel sloophout in de zaak. Voor je het weet is je omgeving één groot free jazz-concert: veel hysterische tonen voor weinig mensen. Geef me liever de rock-’n-roll: drie akkoorden voor veel mensen. Een bakker moet gewoon brood verkopen. Ik wil geen lul met een knot die me een authentieke beleving biedt. yyy Thomas van Aalten

De foto’s bij het artikel ‘Vangnet voor ontheemde student’ in Folia Magazine 16 zijn afkomstig van de Facebookpagina van het International Student Network (ISN). De personen op de foto’s komen niet voor in het artikel.

Folia Magazine

19


Objectief

20

Folia Magazine


Het perfecte shot Wat een fotograaf het liefst doet, is afdrukken op precies het juiste moment. Dat ene moment vangen waarvan je weet dat het een prachtplaatje wordt. Het is Wietse de Graaf gelukt. Zijn foto van een wakeboardende collega, genomen vlakbij de Wakeboardschool Amsterdam, werd de winnende uit 111 inzendingen van de jaarlijkse fotowedstrijd van het Universitair Sport Centrum (USC). De prijs is een jaar lang gratis sporten bij het USC. ‘Daar ga ik zeker gebruik van maken,’ laat Wietse (30) weten, die nu in het laatste jaar zit van zijn bachelor geschiedenis aan de UvA. Voor hij daaraan begon, werkte hij fulltime bij onderzoeksbureau Effectory. Een heel sportief ingestelde werkgever, want er werd wekelijks gewakeboard door het personeel op vrijdagavond. Op de avond waarop Wietse zijn winnende foto nam, werd het wakeboardtripje zo druk bezocht dat er meerdere boten nodig waren. Hierdoor kon Wietse dichtbij genoeg komen om vanuit zijn bootje het perfecte shot vangen. ‘Erg bijzonder,’ zegt hij ‘want normaal gesproken waren we met hooguit één bootje. Toen ik aan het fotograferen was, voelde ik direct dat ik alles mee had om het perfecte shot te vangen. De zon kwam net op dat moment ook zo mooi onder de wolken door.’ Wietse maakte zijn foto in kleur, maar later bewerkte hij hem tot een zwart-witplaatje, met extra contrast om het beeld nog sprekender te maken. Een keuze die goed uitpakte; jurylid Marco Hoekstra, werkzaam bij het USC op de afdeling marketing & communicatie, vertelt dat het contrast in de foto hem bijzonder aantrekt. Dat geldt ook voor de Rembrandttoren op de achtergrond: ‘Die geeft de foto zijn Amsterdamse karakter. Aangezien het USC een Amsterdamse sportinstelling is, maakt dat de foto extra speciaal’. yyy tekst - Elbert Kauffmann / foto - Wietse de Graaf

Folia Magazine

21


‘ Geflambeerde hertenkut slaat niet aan bij studenten’ Folia is na de kookblogwedstrijd niet één, maar twee kookbloggers rijker. De jury koos MIC-studenten Gregory Edelenbos en Tristan van Hoolwerff uit de vijftien inzendingen als de absolute winnaars. Nu nog kijken of ze wel echt kunnen koken. tekst - Carlijn Schepers / foto’s - Bram Belloni

A

ls je een kookblogwedstrijd wint met een sushisalade zónder zeewier, rijst en rauwe vis, dan doe je iets goed. Gregory Edelenbos (22) en Tristan van Hoolwerff (24) lukte het. Wat er dan wél in die sushisalade van ze zat? Nou: pasta, tonijn uit blik, vierhonderd gram crème fraîche en een hele tube wasabi. Maar ze beloofden dat het een salade was ‘voor een fijnproever op budget’. Vanavond staat het andere recept dat ze instuurden op het menu: courgette-avocadosoep. En vooraf wat lekkernijen. In hun kleine (‘nee: knusse’) keuken in de Pijp zijn de jongens vrolijk in de weer voor het avondeten. Ze koken in stijl, met matching grijze kookschorten. Zoals wel vaker eten huisgenoot Thomas (24) en twee goede vrienden, Yassine (22) en Michou (24), mee. Zij wachten in de woonkamer vol spanning wat hun nu weer voor iets exotisch wordt voorgeschoteld. Serveertips De jury koos Gregory en Tristan omdat hun grappige persoonlijkheden doorschemerden in de tekst. Juryleden Leonie ter Veld (auteur van het kookblog en -boek Gewoon wat een studentje ’s avonds eet), Hiske Versprille

22

(culinair journalist bij Het Parool) en Folia-redacteur Bob van Toor hadden ook waardering voor het feit dat ze rekening hielden met het studentenbudget. En het duo kreeg bonuspunten voor de leuke serveertips. Terwijl Gregory zijn simpele doch ‘famous’ pestomayonaise maakt – meng twee derde olijfonaise met één derde pesto, je moet het maar net weten – vertelt hij waarom ze zich opgaven voor de wedstrijd. ‘Samen koken is echt ons ding, dus meedoen leek ons logisch en leuk. En als duo is het extra gezellig.’ Ze zijn

‘ Welke mongool gaat nou een krop sla wassen en snijden?’ niet van plan één culinaire richting op te gaan. Wel moeten ze chocoholics teleurstellen: er komen geen chocoladegerechten, want dat lusten ze niet. Gregory is al bekend bij Folia: hij maakt en presenteert filmpjes voor Folia TV. Met Tristan zat hij op dezelfde school in Purmerend, maar daar hadden ze elkaar nog nooit gezien. Pas toen ze dezelfde studie (media, informatie &

Folia Magazine

communicatie aan de HvA) gingen doen en zich aansloten bij de studievereniging, leerden ze elkaar kennen. Inmiddels wonen ze in hetzelfde huis, samen met nog een van de jongens van hun vriendengroep. De vele foto’s van de vrienden die verspreid door het huis hangen, bewijzen hoe hecht ze zijn. Drie kleuren De samenwerking tussen Tristan en Gregory loopt gesmeerd. Terwijl Tristan de geroosterde bloemkoolschijfjes uit de oven haalt, maakt Gregory Italiaanse broodjes. Ondertussen keuvelen ze gezellig. Over de bereidingen is goed nagedacht. ‘Wist je dat drie kleuren op je bord het beste werkt? Three is magic,’ zegt Gregory. Maar bij deze broodjes heeft het nog een reden: ‘Het zijn de kleuren van Italië: het witte van de ciabatta, het groene van de pestokaas en het rode van het tomatenprutje erbovenop.’ Inspiratie voor recepten krijgt het duo van kooktijdschrift Delicious, waar Tristan ooit stage liep, maar vooral ook van hun regelmatige restaurantbezoek. ‘Vaak in de eerste week na het storten van de stufi. De rest van de maand leven we op water en brood,’ zegt Tristan lachend. Als ze dan iets lekkers krijgen


Tristan van Hoolwerff (l) en Gregory Edelenbos

voorgezet, proberen ze het thuis na te maken. Wel met een eigen twist natuurlijk. Tristan: ‘Soms werkt het en soms niet, maar dat is het leuke van koken. Je leert door te falen.’ Voorbeelden van hoe ze met vallen en opstaan leerden koken zijn er genoeg. Gregory: ‘Toen ik voor het eerst spaghetti kookte, wist ik niet dat je de pasta onder water moest duwen. Dat had niemand me ooit verteld! Dus was de helft nog hard.’ Ook lieten de jongens ooit meringues uren in de oven staan, in de veronderstelling dat ‘laten aandrogen in de oven’ niet betekende dat je deze ook daadwerkelijk aan moet zetten. Niet te fancy Gerechten bedenken voor studenten vinden ze geen uitdaging. Eigenlijk is het niet anders dan hoe ze nu al koken. Gregory: ‘Simpel is het codewoord. Het moet niet te fancy zijn.’ Tristan: ‘Maar wel verrassend. Lekkere gerechten met een knipoog, zeg maar.’ Gregory: ‘Gewoon gesneden sla uit zak bijvoorbeeld. Want welke mongool, eh student, gaat nou een krop sla wassen en snijden?’ Ook bij de keuze welke recepten ze instuurden, hielden ze rekening met het studentenpubliek. Gregory: ‘We weten wel dat geflam-

beerde hertenkut niet aanslaat bij studenten.’ Simpel betekent overigens niet dat de jongens koken uit pakjes. Knorr, Maggi en Honig zijn uit den boze. Daarmee stoppen is volgens Gregory een van de redenen dat hij ooit 22 kilo afviel. ‘Bovendien, als je de instructies op een pakje kan volgen, moet een makkelijk gerecht ook te doen zijn,’ zegt Tristan. Dan is het tijd om aan tafel te gaan. Via de lange, smalle gang tussen de keuken en de woonkamer brengen ze het eten naar hun gasten. Witte wijn wordt ingeschonken, bier-

Hun grootste kookblunder was cheeseburgerpasta tjes geopend, en Tristan en Gregory vertellen uitgebreid wat er op het menu staat. De courgette-avocadosoep is al bekend; Yassine heeft hem al eens gemaakt. ‘En als ík het kan, dan lukt het andere studenten sowieso ook. Normaal gesproken beperk ik me tot het voorlezen van recepten.’ Oog voor detail Naast de soep, broodjes, geroosterde

Folia Magazine

bloemkool en pestomayonaise staat er avocadofetacrème (‘van de Albert Cuyp’), stokbrood, en een ei-broccoli-crèmefraîche-tomatenmengsel op de perfect gedekte tafel. De overgebleven kerstservetten – de tekst Let it snow subtiel naar binnen gevouwen – en Albert Heijnkristalzegelsglazen maken het geheel af. Oog voor detail vinden ze belangrijk. ‘Een toefje slagroom in je soep, wat stukjes kip eroverheen gesprenkeld, een paar druppels tabasco. Een goede presentatie laat een gerecht er net iets leuker uitzien,’ zegt Tristan. Over de grootste kookblunder van de twee zijn de tafelgasten het eens. In koor: ‘De cheeseburgerpasta!’ Pasta met mosterd, ketchup, gehakt, augurk en gesmolten cheddar, die volgens het duo écht naar cheeseburger smaakte, maar volgens de rest meer weg had van karton. Gregory en Tristan denken dat er nog wel wat te maken valt van deze mislukking. Ze beloven dat ze het gerecht zullen finetunen en vervolgens met de wereld zullen delen via hun blog. yyy Zelf de recepten uit dit artikel maken, of andere creaties van Gregory en Tristan? Check Folia Web.

23


(advertenties)

agenda 22 - 28 januari

www.crea.uva.nl

22 23 CREA popbands Schrijf

do

vr

muziek - € 3

cursussen voorjaar

‘Uitmuntend toneel’ NRC****

MEDEA

je NU in!

Debatteren, kleinkunst, Photoshop, nieuw bloggen of etsen. Op de website vind je het volledige aanbod en kun je je inschrijven.

21 januari t/m 7 februari

Scherp debat, theater, repetitiestudio of fotocursus. Als student kun je nergens in Amsterdam beter terecht dan bij CREA!

betaal slechts € 10 met de sprintpas van de stadsschouwburg | ssba.nl

FLOOR AGENDA

DEBAT- EN ACTIVITEITENCENTRUM | KOHNSTAMMHUIS, WIBAUTSTRAAT 2-4 | WWW.HVA.NL/FLOOR KICK-OFF HVA DOCENT VAN HET JAAR VERKIEZING 2015

AMSTERDAM SMART CITY PARTNER EVENT

3 februari, 16:30-18:00 uur, Kohnstammzaal

SMART STORIES - THE FUTURE STARTS TODAY Programma met presentaties o.l.v. Yoeri van Alteren met onder meer stadsfilosoof Kees Jansen en wethouder Kajsa Ollongren. Verder diverse workshops en netwerkborrel. Info en aanmelden: www.amsterdamsmartcity.com

De HvA Docent van het Jaar Verkiezingen komen er weer aan! Tijdens de kick-off een presentatie van ‘mythbuster’ op onderwijsgebied Pedro de Bruyckere en een debat over goed docentschap met studenten, docenten, Meester Bart en andere gasten. Wat maakt een docent geschikt voor een groep studenten? Hoe krijg je een boodschap wel of niet over? Wat is de kunst van het inspireren? Moeten docenten zelf nog doorleren? Aansluitend borrel met DJ. Stemmen kan vanaf dan via www.docentvanhetjaar.hva.nl

MEET & SHARE | DEBAT | CULTUUR

10 februari, 15:00-21:00 uur, FLOOR-tribunes

DE VISIEFABRIEK PROGRAMMEERT: DE DUURZAME STUDENT 12 februari, 19:00-21:00 uur, FLOOR-tribunes

Thema-avond van gastprogrammeur De Visiefabriek over bewust en toch betaalbaar leven. Kunnen studenten zich wel een duurzame manier van leven veroorloven of loopt het al snel in de papieren? Tips, tricks en verhalen van (ervarings)deskundigen!


Benmiloud

Promoties donderdag 22/01 10.00 uur: Mark Boukes – Communicatiewetenschap

Spicing Up Politics: How Soft News and Infotainment Form Political Attitudes. (Agnietenkapel)

14.00 uur: Jurriën Stiekema – Geneeskunde

Hora est

vrijdag 23/01

Mark Boukes Communicatiewetenschap

Oesophagogastric Cancer. Exploring the Way to an Individual Approach. (Agnietenkapel)

10.00 uur: Sterre Leufkens – Taalwetenschap

Transparency in Language: A Typological Study. (Agnietenkapel)

11.00 uur: Peter Demaeght – Biologie

A Genomic Approach to Investigate Resistance Mechanisms in the Two-Spotted Spider Mite. (Agnietenkapel)

12.00 uur: Léa Costes – Geneeskunde

Neuromodulation of Intestinal Inflammation. (Agnietenkapel)

13.00 uur: Joris Muris – Tandheelkunde

Palladium Allergy in Relations to Dentistry. (Aula)

14.00 uur: Anne Rienstra – Neoropsychologie

Differential Diagnosis in the Memory Clinic: Exploring the Value of Improved Neuropsychological Examination. (Agnietenkapel)

dinsdag 27/01 12.00 uur: Paul van Hooft – Politicologie

The Future in the Past: Victory, Defeat, and Grand Strategy in the US, UK, France and Germany. (Agnietenkapel)

14.00 uur: Bart van den Bosch –Scheikunde

Complexes for Electro- and Photocatalytic Proton Reduction. (Agnietenkapel)

woensdag 28/01 12.00 uur: Marieke de Vries – Psychologie

Individual Differences in Executives Functions, Training Effects & Quality of Life of Children with Autism Spectrum Disorders. (Agnietenkapel)

14.00 uur: Marc van der Schee – Geneeskunde

The Volatile Metabolome and Microbiome in Pulmonary and Gastro-Intestinal Disease. Omics Techniques for Disease Diagnosis, Phenotyping and Prognosis. (Agnietenkapel)

Oraties vrijdag 23/01 16.00 uur: Marcel Mannens – Geneeskunde Het zorgzame genoom (Aula)

Voor uitgebreide informatie zie uva.nl/nieuws-agenda

22 januari 2015, 10.00 uur, Agnietenkapel

‘ Ik heb me ontwikkeld van student tot echte wetenschapper’ Bevinding ‘Ik heb onderzoek gedaan naar drie vormen van zogeheten infotainment: humaninterest-items in het NOS Journaal, opiniërende nieuwsitems in PowNews en de satirische filmpjes van LuckyTV. Van deze nieuwsvormen wordt vaak gedacht dat ze mensen overtuigen van een bepaalde opinie. Uit mijn onderzoek blijkt dat deze vormen van infotainment niet opiniërender zijn dan traditionele nieuwsmedia. Mensen worden er wel deels door beïnvloed, maar doordat ze zich bewust zijn van het persuasieve of entertainende doel van infotainment, laten ze zich niet te veel meevoeren. De invloed van deze nieuwe politieke media is dus minder groot dan vaak wordt aangenomen, iets wat zeker in de huidige wereld belangrijk is om te realiseren.’ Leuk ‘Het leuke aan promoveren vind ik dat je je ontwikkelt tot echte wetenschapper. Als student was ik voor mijn gevoel vooral bezig met kleine opdrachten uitvoeren en wist ik nog lang niet alles. Nu ben ik wel in staat om onafhankelijk en zelfstandig onderzoek te verrichten, en dat ga ik de komende jaren zeker blijven doen.’ Moeilijk ‘Het was even wennen om onderzoek echt te moeten publiceren. De overgang van student naar wetenschapper was vrij groot, wat in het begin soms tot teleurstellingen leidde. Maar uiteindelijk heb ik daar ook weer veel van geleerd.’ yyy Yannick Fritschy

Folia Magazine

Tuintje in de aula Je hebt mazzel, dat valt niet te ontkennen. Misschien vind je deze Folia op een ranzig studententoilet waar onder de wc-bril meer leven zit dan erop, bonst je hoofd zo hard dat de Miley Cyrus-liedjes aan de andere kant van je dunne wandje ondanks de gebrulde doodsimpele teksten onverstaanbaar zijn geworden, en maakt je kater het onmogelijk nog een voldoende te gaan halen voor Candy Crush – laat staan je tentamen. De kans dat je vindt dat je slecht gaat, is best wel groot. Maar doe niet zielig, want statistisch gezien heb je het als hoogopgeleide in een rijke liberale stad verdomd goed getroffen. Toch moeten we als nieuwe generatie juist blijven streven naar vooruitgang, want de ouderen gaan het niet doen. Die mogen al blij zijn als ze zich staande weten te houden in de eerstvolgende crisis, met hun oude normen en waarden. Dus spoel je grafkop even af, we moeten aan de slag. Als wij het niet doen – en dan bedoel ik met ‘het’ natuurlijk het verbeteren van de wereld en zo mogelijk alles daaromheen – doet niemand het. De takenlijst is gelukkig snel samengesteld met alle wetenschappers die de UvA en HvA in huis heeft; kort samengevat weten wij welingelichte studenten inmiddels allemaal wel dat we groener, socialer, lokaler, duurzamer, toleranter, transparanter en efficiënter moeten gaan samenleven. De UvA zelf probeerde al een kroketloze maandag in te voeren als hilarisch hopeloze ‘stimulans’ van deze waarden, maar ons iets afpakken is natuurlijk niet de manier. Wat mij leuker lijkt is een moestuin in de collegeplantsoentjes als studieproject en gratis lunchgarnering. Goed voor het welzijn van vermoeide studenten en leuke bezigheidstherapie voor de hipsters die allang klaarstaan met weckpotten. Met daarnaast een ideeënbus voor nieuwe projecten en ideeën. De eerste die over kroketten begint heeft corvee. We kunnen dit. yyy Hadjar Benmiloud

25


‘Mensen kunnen slecht met toeval omgaan’ Tijdens de voordrachtavond in december berekende docent wiskundige economie Joris Marée al dat hij de grootste kans had om UvA-Docent van het Jaar te worden. Op 8 januari werd tijdens de dies zijn voorspelling waarheid; Marée was de uitverkorene. ‘Joris heeft hart voor de zaak.’ Tekst - Henk Strikkers

‘N

eem nou Amsterdam-West. Daar worden de parkeertarieven de komende drie jaar steeds met vijfentwintig procent verhoogd. Dan zijn er dus mensen die zeggen dat de parkeertarieven met 75 procent stijgen,’ vertelt Marée geërgerd. ‘Terwijl het in de praktijk neerkomt op een stijging van meer dan 95 procent.’ Het is slechts een van de vele valkuilen in het omgaan met getallen die wiskundige Marée regelmatig bij zijn studenten tegenkomt. ‘Nog zo’n voorbeeld: stel dat ik eerst 50 procent winst maak, en daarna 50 procent verlies. Dan denken heel veel mensen dat het nettoresultaat 0 is. Dat is natuurlijk helemaal niet zo!’ Marées stemvolume neemt evenredig aan zijn bevlogenheid toe. ‘Reken maar uit. Ik heb 100 euro. Dan maak ik 50 procent winst en heb ik 150 euro. Als ik daar weer de helft van verlies, heb ik nog 75 euro over.’ Deurenprobleem Het enthousiasme waar studenten Marée om roemen, is direct aanwezig wanneer er cijfertjes in het spel komen. ‘Kansberekening en speltheorie, dat vind ik geweldig. Vooral omdat het ook veel met psychologie van doen heeft.’ Marée pakt er een vel papier bij en begint te tekenen. ‘Ken je de Willem Ruis Show?

26

De winnaar mocht daar altijd kiezen uit drie deuren. Eén met de hoofdprijs, één met niets en één met een troostprijs.’ Op het witte A4tje prijken inmiddels drie vluchtig getekende deuren. ‘Kies er maar een.’ Ik ga voor de middelste. Marée vervolgt: ‘Dit is de Willem Ruis

Marées stemvolume neemt evenredig aan zijn bevlogenheid toe Show, dus ik ga je helpen. Ik ga één deur voor je openmaken en dan mag je nog wisselen.’ Op de meest rechtse deur zet hij een kruis, daar zit de hoofdprijs niet. Dan blijven er nog twee over. De middelste, waarvoor ik heb gekozen, en de linkse. ‘De vraag die mij als wiskundige nu bezighoudt,’ legt Marée uit, ‘is of het slim is om te wisselen of niet?’ Roulette Hij begint duchtig te tekenen. ‘Kijk, Willem Ruis weet waar de hoofdprijs zit en opent natuurlijk nooit die deur met de prijs. Als je namelijk nog mag wisselen, pakt iedereen die en is hij iedere week de hoofdprijs kwijt. We nemen voor dit voorbeeld even aan dat

Folia Magazine

achter deur A de prijs zit. Stel jij hebt deur A gekozen en Willem Ruis opent deur B of C – welke maakt niet uit – dan verlies je de prijs als je wisselt, in dat geval kun je dus beter bij je keuze blijven. Wanneer je echter deur B hebt gekozen, dan opent de presentator deur C. Achter A zit immers de prijs. In dat geval is het slimmer om te wisselen naar A, dan te blijven bij B. Datzelfde scenario doet zich voor als je voor deur C hebt gekozen. Dan opent Ruis deur B en is het ook slimmer om te wisselen naar A, dan te blijven bij C. Als je wisselt heb je dus 67 procent kans dat je de hoofdprijs wint, terwijl dat maar 33 procent is als je niet wisselt.’ Hij hapt even naar adem. ‘En toch werken mensen zo niet. Mensen kiezen voor een deur omdat ze er bijvoorbeeld een goed gevoel bij hebben. Daar stappen mensen niet zo gemakkelijk van af. Ik heb dat zelf ook, hoor,’ geeft Marée ruiterlijk toe. ‘Als ik aan de roulettetafel zit en het balletje komt drie keer op rood, dan denk ik ook: “Nu zal ie toch wel op zwart komen,” maar dat is nergens op gebaseerd. De kans is even groot dat hij op rood komt als dat hij naar zwart rolt en bovendien is groen ook nog mogelijk. Mensen kunnen heel slecht met toeval omgaan.’ Marée, die voor zijn aanstelling aan de UvA op een middelbare school werkte als docent


wiskunde, natuurkunde en informatiekunde, blijkt een meesterlijk uitlegger en leraar pur sang. Tegelijkertijd is hij kritisch op het huidige rekenonderwijs. ‘Op een middelbare school leren scholieren om dingen in een rekenmachine in te voeren, in plaats van dat ze leren rékenen. Ik merk dat voor veel studenten het onderwijs met name draait om het halen van het tentamen. Ze willen het trucje leren, niet zozeer begrijpen waar het om draait. Als ze iets in hun grafische rekenmachine invoeren, weten ze wel wat ze moeten doen, maar schatten of hun antwoord goed is, kunnen ze soms niet. En dat terwijl reflecteren op een gegeven antwoord erg belangrijk is. Als ik de som 100 x 1,025 opgeef, zijn er studenten die met het antwoord 11 miljard komen aanzetten. Wanneer deze studenten later bij een bank werken kom ik daar graag mijn spaargeld langsbrengen! Als ik dan vraag wat er zou gebeuren als ze 100 euro op de bank zouden zetten en ze vijf jaar lang 2 procent rente krijgen, snappen ze ineens wel dat ze er naast zitten.’

Goed met het krijtbord Een echte old school leraar, noemt wiskundedocent op de UvA Maurice Koster zijn collega. ‘Hij is het liefst voor het krijtbord te vinden. In dat klassikale onderwijs is hij gespecialiseerd. Lesgeven aan eerstejaarsstudenten, die door sommige docenten toch een beetje vergeten worden, neemt hij echt serieus.’ Jarenlang werkte Joris Marée in het middelbaar onderwijs, als rector maar ook als docent. Dat is te zien, vond ook de jury van de docentprijs dit jaar. Marée heeft hart voor zijn onderwijs, was hun conclusie. Ook eerstejaarsstudente Economics & Business Jingjia (20) vertelt enthousiast over Marée: ‘Hij is heel geduldig. Na een college heeft hij nog een keer een halfuur lang iets aan me staan uitleggen.’ Ook prijst ze zijn vermogen moeilijke stof makkelijk te vertellen. ‘En hij heeft een perfect leesbaar handschrift op het schoolbord,’ lacht ze. Vorig jaar waren Koster en Marée samen betrokken bij de ontwikkeling van een toetsprogramma waarbij studenten door zichzelf te testen een kleine bonus konden verdienen. Een mooie nieuwe methode, aldus Koster, ondanks dat studenten er massaal mee bleken te frauderen. ‘Dat is voor zo’n betrokken docent dan extra zuur,’ erkent hij. ‘Joris heeft hart voor de zaak. En hij probeert zijn onderwijs ook echt uit te breiden met dat soort nieuwe methoden.’ Tijdens de uitreiking van zijn prijs grapte Marée zijn vrouw minder te zien om studenten te helpen. Volgens Koster kan dat nog best wel eens kloppen. ‘Als je zoals veel docenten hier 24 lesuren in de week geeft, is het lastig daarnaast nog beschikbaar te zijn voor studenten. Maar hij maakt daar altijd tijd voor, ook na werktijd of in het weekend. Zijn gemiddelde uurloon weet hij volgens mij goed te reduceren.’ yyy Clara van de Wiel

Start Spel Onjuist e deur?

eur? Juiste d

W iss el nie t

1/3

0 Folia Magazine

l we el iss W

0

2/3 t nie el iss W

W iss el we l

1/3

2/3 27


The image of feasting bands of international students,

Pass or Party ‘W

hy subsidize students to sample local liquor?’ complained the headline of a Dutch newspaper article, marking the 25th anniversary of the Erasmus exchange programme. The article described exchange students as a ‘partying colony, occasionally attending classes in between nights out’, and cited the existence of Facebook groups like ‘I’m not an alcoholic, I’m just doing Erasmus!’. Though of course no two exchange experiences are the same, it will sound familiar to many international students. ‘A good portion of my time was spent going out to parties, anything ranging from the standard house or common-room party to the 12 hour, drug-fuelled, afterhours club variety’, says Justin Linds (25, Literature) from Canada, looking back on his semester in Amsterdam. It’s hard to imagine how a nearconstant hangover can lead to good grades, prompting some (like the writer of the newspaper article) to question the value of international scholarships and

28

temporarily released from the constraints and responsibilities of home, is a stubborn facet of their reputation. But is the stereotype justified? text – Bob van Toor / illustration – Vruchtvlees

heavily subsidised exchange programmes. To Julia Robeer, president of the International Student Network in Amsterdam (ISN), the image of the party-prone international is an ever-present spectre, although she knows it’s not unfounded. ‘I studied abroad myself, so I know what it’s like. Everyone wants to see as much as possible of the city and have an amazing time with each other.’ Despite having more than a grain of truth to it, this is a stereotype her society and other Dutch sister organisations make an effort to overcome by focusing on other things beside parties and drinking. ‘Last year, we organised a career fair for internationals, for instance, and day trips out of the city.’ Whether international students put some effort into their courses can depend on a few other things beside parties. Their new university may not offer as much of an academic challenge as they may be used to at home – semesters in Spain are often cited as

Folia Magazine

being spent more in cafetarías than libraries. Anglophone students are more likely to find their way among Amsterdam’s bars than their often hard-working Asian counterparts, Robeer explains, and master’s students are exempt from any allegations of indolence – they are often the antithesis of their lackadaisical bachelor counterparts. ‘After all, master’s students often come here to round off their undergraduate academic careers’, says Robeer. ‘They have just a year, maybe two left and want to perform well’. Also of importance is whether the grades students attain at their host university actually count in their home country. In many countries, courses passed or failed on exchange don’t figure in the eventual GPA. ‘Because it’d be challenging to include them in the GPA calculation, I think’, says Justin. Although this was never a reason for him to go abroad or make less of an effort academically, he does recall ‘being excited about taking classes that wouldn’t affect my GPA. I did have to send in my UvA transcript to apply to grad school though’, he says. ‘If it was abysmal, it probably would have been a problem.’ Most students have to pass at least some of their courses abroad to be awarded a grant or scholarship, ISN president Julia Robeer says. ‘The international doing nothing but partying doesn’t exist.’ The higher echelons of the UvA and HvA aren’t worried about dipping grade averages either – though an overall record of grades is hard to maintain, with exchanges on faculty level as well as on university-wide and national scholarships. ‘Generally, a student has to perform very well academically and demonstrate his motivation to be eligible for any exchange’, says Lenneke Sicking, one of the international student coordinators with UvA’s student services. ‘Most countries demand a 7 out of 10


grade average. Therefore, I don’t think the stereotype is deserved. Of course, if you’re a student who doesn’t need to spend much time revising to pass each exam, you might be able to let it all hang loose – but most students I see work very hard for their academic results.’ All in all, it seems the Dutch needn’t worry Erasmus grants are wasted on party travel packages, and internationals in Amsterdam can hold their heads high. Though getting most out of the host city is central to the exchange experience; academically, the international student isn’t too much of a slacker – so the institutions believe, anyway. Justin, now pursuing a master’s degree with

considerably fewer nights out, has no regrets: ‘My exchange might have been a good opportunity to do research and make scholarly connections, but at that time in my life that wasn’t a priority. Most of my friends, I think, would agree that their courses were not the most important part of their exchange experience. I am a little embarrassed at my performance in one or two of my classes, but the experience evaluated as a whole was excellent.’ yyy

Keys to Amsterdam Joanne Lin (20, Digital Television & Broadcasting and Social Sciences) From: Taiwan City beautiful ‘The architecture in Amsterdam is spectacular. I love its almost poetic scenery and looking at all the cute houses is just a great start to the day.’ Feels like home ‘The Dutch are famous for being straightforward. And in a way it’s true: they don’t polish their words, but they will encourage you to be yourself. Chatting to them always makes me feel excited about life, and makes me think about what I really want to achieve.’ Great Escape ‘Roest has a great “hippie” market and the coolest artificial beach where you can chill on vintage chairs and tables whilst you get a tan. Its indoor area, the domain of

hipster/vintage design, often throws cool parties if you want to escape from the crowded Leidseplein and hang with some interesting local folks. It has a wonderful vibe.’ Favourite haunt ‘Hannekes Boom is the perfect place to escape and enjoy some time to yourself. The bar is built on the water’s edge so you can sit and just stare at the city – there’s even a swing hanging from a tree, facing

‘ The waiters at Hannekes Boom are pretty good looking’ the water. The tables have been designed by graffiti artists, and I happen to be a huge fan of graffiti. The waiters are pretty good looking too – though I’m not saying that’s the reason I always go there.’

Folia Magazine

Magic market ‘If you want to buy something, check Dappermarkt first. All the fresh food you could want can be found there, and everything’s so cheap! I still wear the thick jacket I picked up there for five euros and always make sure I stop by before a theme party for beer-pong cups and shot glasses. Don’t be shy to talk to the vendors: they don’t bite and may even give you a discount on your shopping.’ Crazy Dutchies ‘Most of the Dutch people I know read a lot and travel more. A girlfriend of mine once told me that her family has a rule: every family member must have travelled to more countries than their age. ‘What about your father?’ I asked, and she told me that at fiftysomething, he’s already been to more than sixty countries.’

29


De vliegende keep vliegt uit Universiteitssecretaris Mieke Zaanen verlaat na vierentwintig jaar de UvA en het Maagdenhuis om algemeen directeur te worden van de KNAW. Tijd om terug te blikken op haar UvA-tijd. ‘Ik ben de haarlemmerolie van de organisatie.’ tekst Dirk Wolthekker / foto’s Bob Bronshoff

D

e werkkamer van vertrekkend universiteitssecretaris Mieke Zaanen, op de derde etage van het Maagdenhuis, oogt al opgeruimd: kasten leeg, tafel leeg, computer leeg. Althans, dat laatste kunnen we natuurlijk niet zien aan het beeldscherm, maar vlak voor het gesprek begint komt een collega van haar binnen met een usb-stick met daarop 64 gigabyte Mieke Zaanen-geschiedenis aan de UvA. ‘Lang niet alles staat erop hoor,’ zegt ze glimlachend, nadat ze de stick in ontvangst heeft genomen. ‘Een deel van de laatste zeven jaar als universiteitssecretaris wel, maar mijn geschiedenis aan de UvA is veel langer.’ Dat geldt niet alleen voor haar eigen geschiedenis, ook de inventaris van haar werkkamer is van zekere leeftijd. ‘Toen ik in het Maagdenhuis kwam werken hebben we al snel eens flink opgeruimd, schoongemaakt en ingericht. Marktplaats hielp ons daarbij. Daar vond ik de bank die nu op het kantoor van vicevoorzitter Hans Amman staat. En kijk deze prachtige scheepskast: stond buiten op straat, hier naast de deur. Opknappen, klaar is Kees. En, kijk even, dit prachtige atlaskastje. Hij lag in stukken, de UB wilde hem niet meer hebben. Ik wel. En dan heb ik het nog niet eens over de prachtige

30

bibliotheekkasten die overbleven toen het Zoölogisch Museum Amsterdam naar Leiden vertrok. Ze stonden klaar voor opkopers, maar ze zijn prima voor hier op het Maagdenhuis. Mijn devies is altijd geweest: zo veel mogelijk geld naar de faculteiten. Het geld moet niet hier in het Maagdenhuis rondhangen, het is voor onderwijs en onderzoek.’ Jurist Mieke Zaanen (1954) heeft, ze zei het al, een lange UvA-carrière achter de rug. Ze was – of liever gezegd is – een bekende verschijning in en buiten het Maagdenhuis, maar kiest

‘ Het Maagdenhuis is een prachtig, maar volkomen autistisch pand’ nu voor die andere prestigieuze locatie van en voor de wetenschap: het Trippenhuis aan de Kloveniersburgwal, hoofdzetel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschap (KNAW), waar ze per 1 februari algemeen directeur wordt. In zekere zin had ze aan de UvA dezelfde functie: de universiteitssecretaris fungeert als (algemeen) directeur van de universiteit en ondersteunt en adviseert het

Folia Magazine

College van Bestuur. In die functie gaf ze ook leiding aan de centrale diensten van de UvA, waarvan de medewerkers werkzaam zijn op het Maagdenhuis. Ze is, zoals ze eerder eens zei, ‘de spelverdeler van het Maagdenhuis’, door haar liefdevol ‘het hoofdbureau van de UvA’ genoemd. U hebt een lange UvA-carrière achter de rug. Hoe begon die? ‘Die begon toen ik in 1991 werd aangenomen als vertrouwenspersoon voor de medewerkers van de UvA. Ik ben jurist, gespecialiseerd in gezondheidsrecht en arbeidsrecht, maar in die functie moest ik veel weten van het ambtenarenrecht. Daar wist ik niets van, dus het was zoeken, pionieren. Heel spannend. Maar het ging heel goed, ik had al snel een grote “praktijk” . Leuk was dat in die periode een wetswijziging werd doorgevoerd waardoor een interne bezwarenprocedure verplicht werd en ik ook in die rechtsgang medewerkers kon bijstaan. Maar veel van het werk bestond uit het in huis proberen om verschillen van inzicht tussen medewerkers en leidinggevenden op te lossen, een soort mediation dus. Dat heeft allemaal heel goed gewerkt en er zijn ook blijvende vriendschappen uit ontstaan.’


Mieke Zaanen tijdens haar afscheidsfeestje, op 16 januari in het Maagdenhuis.

U werd beloond met een baan in het Maagdenhuis. ‘Ik had intussen veel geleerd en werd gevraagd om aan de slag te gaan bij de afdeling juridische zaken op het Maagdenhuis. Als vertrouwenspersoon had ik vooral veel vaardigheden opgedaan, maar bij juridische zaken heb ik een echt vak geleerd. Ik moest opeens niet alleen bezwarencommissies gaan voorzitten, maar procedeerde ook namens de UvA bij kantongerecht, rechtbank en Centrale Raad van Beroep. Het ging me goed af en de UvA bood me de advocatenopleiding aan, zodat ik de UvA ook kon vertegenwoordigen in civiele procedures.’ Maar UvA-advocaat bent u niet geworden. ‘Nee, want gelijktijdig kwam het aanbod van toenmalig universiteitssecretaris Ruud Bleijerveld om als vliegende keep voor hem te gaan werken. Uiteindelijk ben ik iemand die toch “aan de voorkant” wil werken, zichtbaar wil zijn, contact wil hebben met mensen, praten,

overleggen, de faculteiten in. En dat kon doordat ik op projectbasis – gewoon uren schrijven en mezelf verdienen – allerlei klussen voor Bleijerveld ging doen: lastige organisatieadviezen opstellen, adviseren over ingewikkelde ontslagzaken, reorganisaties doen voor decanen. Ik zeg altijd: “Ik werkte als uitzendkracht voor uitzendbureau Bleijerveld”. In die tijd speelde ook de grote fusieoperatie waarbij de verschillende bètafaculteiten gezamenlijk en onder één noemer naar de Watergraafsmeer zouden vertrekken.’ Uw volgende klus? ‘Ik werd bij de toenmalige Faculteit Biologie binnengehaald om leiding te geven aan een reorganisatie. Er was intussen een bouwteam voor de nieuwe faculteit [nu FNWI, red.] en Walter Hoogland was benoemd tot decaan van de te bouwen faculteit. Of ik zijn adviseur wilde worden, vroeg hij. Er moesten verschillende facultaire begrotingen in elkaar worden geschoven, er moesten gezamenlijke onder-

Folia Magazine

zoeksinstituten worden gebouwd. Vraag niet hoe, maar het is gelukt. Of ik daarna directeur bedrijfsvoering wilden worden, vroeg Walter. Het waren allemaal cadeautjes die de UvA mij toestopte. Ik ben een zondagskind.’ En zondagskinderen worden op den duur universiteitssecretaris. ‘Ik ben eind 2004 begonnen als bestuurscoördinator bij het toenmalige College van Bestuur, waarin Sijbolt Noorda, Rob Scheerens, Ankie Verlaan en Paul van der Heijden zaten. Ik moest hier de bestuursstaf opbouwen, helpen de gemeenschappelijke diensten weer terug in hun kracht te zetten, er moesten toen 150 mensen uit, overal verletzte mensen in een transitieorganisatie, overal vonden we kastjes en mappen die onbeheerd achtergelaten waren. Niets was meer georganiseerd, het stond allemaal wel op papier in het Organisatieplan en iedereen deed zijn best, maar aan het eind van de dag was het vooral heel hard werken in een onoverzichtelijke puinhoop. We reden met

31


120 kilometer in de mist, zeg ik altijd. Dat was de situatie die ik aantrof toen ik hier kwam, maar die situatie is helemaal voorbij. Ik zeg het maar even zo: op het Maagdenhuis is geen geld meer, dat bevindt zich namelijk op de faculteiten – waar het ook hoort.’ Het klinkt als iets waarop u heel trots bent. ‘Dat ben ik ook, al was het zeker niet alleen mijn prestatie, maar onze gezamenlijke prestatie, waarvan ik hooguit het uithangbord ben. Samen hebben we er een transparante en ordelijke organisatie van gemaakt, een eerste aanzet is gedaan onder het voorzitterschap van Sijbolt, maar de echte slagen zijn gemaakt vanaf het moment dat Karel van der Toorn en daarna Paul Doop en Louise Gunning collegevoorzitter werden en ik universiteitssecretaris. Daarom ben ik apetrots dat ons jaarverslag nu is genomineerd voor de Deloitte Kordes Award 2014 voor het beste jaarverslag. Zo’n nominatie staat voor transparantie, openheid en ordelijkheid.’

32

Hoe kreeg u voor elkaar wat voor elkaar moest komen? ‘Standvastig, koersvast en rolvast opereren. Zo werk ik en zo heb ik altijd gewerkt. Daarnaast en vooral discussies terugbrengen tot de inhoud. Ik zet piketpaaltjes uit en die verdedig ik. Daarbuiten wordt niet gespeeld, tenzij we daarover hebben gesproken. We moeten de dingen aan elkaar kunnen blijven uitleggen en als je dat kunt, krijg je veel voor elkaar. Je moet de haarlemmerolie van de organisatie willen zijn en dat ben ik. Dat is geen leiderschapsstijl, daar heb ik ook geen cursus in gevolgd, het is gewoon zoals ik ben. Ik weet alleen hoe ik zelf behandeld wil worden en zo behandel ik een ander ook; altijd in debat blijven.’ Kan het Maagdenhuis niet beter worden verkocht nu u toch weggaat? Het staat bovendien toch veel te ver weg van studenten en onderzoekers? ‘Het is zeker waar dat dat bestuur en staf van

Folia Magazine

de UvA erg ver weg zitten van het primaire proces. Ik denk dat het CvB het geweldig zou vinden op een van de campussen te zitten. Dat zou ons ook ontmythologiseren. Het Maagdenhuis is een prachtig, maar volkomen autistisch pand. Maar dat het hoofdbureau van de UvA in het Maagdenhuis zit is historisch zo gegroeid. Ik zou het pand dan ook nooit verkopen, maar er is vast wel een mooie functie voor dit gebouw te bedenken waar de hele UvA-gemeenschap baat bij zou hebben.’ yyy

cv Mieke Zaanen (Willemstad, Curaçao, 1954) 1990 Rechtenstudie aan de UvA afgerond 1991 Vertrouwenspersoon UvA 2001 Directeur bedrijfsvoering FNWI 2004 Bestuurscoördinator CvB 2007 Universiteitssecretaris UvA 2015 Algemeen directeur KNAW


Toehoorders Hoorcollege etiologie van opvoedings- en ontwikkelingsproblemen door Mirjana

FoliaWeb

Majdandžić, maandag 12 januari, 13.00 uur, Roeterseiland. tekst en foto’s – Carlijn Schepers Aanwezigen 75 Percentage mannen 3 Scrabblewoorden gedragsinhibitie, externaliseren, predispositie, equifinaliteit

D

e studenten in de grote collegezaal bezetten vooral de achterste helft. ‘Als je me kan verstaan, wil je dan je hand opsteken?’ vraagt Mirjana Majdandžić. De handen gaan aarzelend de lucht in. Ze mogen meteen aan de slag, want op de powerpoint staan woorden die ze moeten indelen bij ‘psychopathologie’ of ‘temperament’. Voor wie niet thuis is in de pedagogische wetenschappen: respectievelijk de studie van gedragsstoornissen (zoals ADHD) en de aangeboren gedragsstijl (bijvoorbeeld of je bang aangelegd bent). En wie bij ‘etiologie’ in de naam van het vak al bleef haken: dat is de oorzakenleer. De docent verzoekt vragenstellers hun hand op te steken. Ze is namelijk doof. Bij de derde ‘Wat zeg je,’ verontschuldigt ze zich: ‘Ik heb al duizenden euro’s aan gehoorapparaten uitgegeven, tevergeefs.’ Bewonderenswaardig dat ze ondanks die handicap de groep wel vragen stelt. Toch blijft het dan steeds angstvallig stil. ‘Durft iemand een gooi te doen?’ Geen reactie. ‘Zal ik mensen aanwijzen of is dat vervelend?’ Een van de twee jongens in de zaal antwoordt dan maar. De studenten met laptop tikken verwoed mee met wat Majdandžić vertelt. Ze heeft het bijvoorbeeld over de relatie tussen een angstig temperament, overbeschermende ouders en sociale terugtrekking. Theorie wordt afgewisseld met filmpjes over onderzoek naar kinderen. Zoals een jongetje dat met zijn moeder in een kamer zit als er opeens een vreemde binnenkomt. Dat hij angstig is, kan je zien aan hoe hij naar zijn moeder wil draaien, haar steeds aankijkt, zijn ogen groter worden en hij steeds korter antwoord geeft. ‘Zijn er nog vragen?,’ vraagt de docent ter afsluiting. ‘Naja, ik kan ze toch niet verstaan.’ De studenten lachen. ‘Anders mag je nog bij me langskomen.’ yyy

Scarlett Rebel

20, pedagogische wetenschappen ‘Ik vond het prettig dat er werd gewerkt met filmpjes als praktijkvoorbeelden bij de theorie. Ook is de docent heel vernieuwend. Ze gebruikt haar eigen onderzoek en ze bespreekt de nieuwste wetenschappelijk ontwikkelingen in haar vakgebied. Dat ze er vandaag een publicatie uit 2015 bijhaalde, bewijst dat. Wel vond ik het laatste onderdeel van het college erg technisch. Ik moest echt mijn best doen om het te volgen.’

Vondelparkloop De medewerkers en studenten van de UvA en HvA hebben de Vondelparkloop stevig in de houdgreep. Het USC-UvAHvAteam won ook dit jaar de bedrijvenloop van tien kilometer.

Ilja Schelvis

19, pedagogische wetenschappen ‘Ik heb vandaag veel nuttige dingen geleerd, maar ik vond de manier van college geven niet zo fijn. Regelmatig stelde de docent vragen aan de studenten, maar doordat ze het antwoord vaak niet goed kon horen, liep het niet zo lekker. Dat leidde af. Maar ze behandelde wel alle stof en het is duidelijk dat ze weet waar ze het over heeft. En als je haar achteraf nog vragen stelt, geeft ze altijd goede uitleg.’

Duurzame distributie De UvA en de HvA gaan hun aanvoer van diensten duurzamer maken. ‘Met onze distributie kunnen we jaarlijks zeventig keer de aarde rond.’ foto: Jim Nix, Flickr cc

Selma Adriaanse

21, pedagogische wetenschappen ‘Ik volg dit vak voor de tweede keer, als herkansing, maar het blijft interessant. Ze vertelde de stof weer anders. Ook heeft ze naar de feedback geluisterd: ze besprak minder stof, op een lager tempo en gaf meer uitleg. Ik vind het knap dat ze ondanks haar doofheid op zo’n interactieve manier college geeft. Wat ze alleen niet moet doen, is zeggen dat iets geen tentamenstof is. Dan verliest ze in één keer alle aandacht.’

Folia Magazine

Emily Emily lists a few of her favorite things about Amsterdam before heading home again. Borrels, biertjes en bitterballen. Gezellig.

LEES MEER OP FOLIAWEB.NL

33


Prikbord HvA

ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl

DG Health Promotion

Stage Humanity in Action

Op 27 januari vindt de jaarlijkse presentatie van de minor Health Promotion plaats. In deze minor ontwikkelen studenten manieren om mensen te stimuleren hun gezondheid te verbeteren. De afgelopen vijf maanden hebben de studenten verschillende initiatieven ontwikkeld, zoals een programma om mensen bewust te maken van hun zoutgebruik en een workshop om stress bij studenten te verminderen. De presentatie is te bezoeken tussen 12.00 en 17.00 uur op de Tafelbergweg 51. Voor vragen: Iris.Kidron@hva.nl.

Humanity in Action is een internationale stichting die de betrokkenheid van een nieuwe generatie sociale, culturele en politieke leiders bij diversiteit, mensenrechten en maatschappelijk betrokken leiderschap wil vergroten. Ieder jaar biedt ze tien studenten en young professionals uit Nederland de kans om kosteloos deel te nemen aan dit programma met jong talent van over de hele wereld. Na deelname aan het zomerprogramma kom je in aanmerking voor exclusieve stages bij o.a. Capitol Hill in Washington D.C. en het Europees Parlement. Voor meer informatie zie humanityinaction.org.

DT Innovatielab

HvA Nieuwe medewerkers

Binnen het Innovatielab van de HvA werken tweedejaarsstudenten Engineering, Design & Innovation aan opdrachten uit het bedrijfsleven. Het lab werkt hierdoor als een broedplaats voor innovatie, waar studenten in multidisciplinaire teams een eerste stap richting de beroepspraktijk zetten. Op 28 januari presenteren zij hun resultaten tijdens de Innovatielabmarkt. Iedereen mag die ochtend van 10.30 tot 12.00 uur de oplossingen van de studenten komen bekijken op de vierde verdieping van de Leeuwenburg.

Op donderdag 29 januari vindt de centrale introductiebijeenkomst voor alle nieuwe medewerkers plaats. Hierin worden de organisatie, de onderwijsontwikkelingen en de visie en ambitie van de HvA nader toegelicht. Verder is er de gelegenheid ervaringen uit te wisselen met de sprekers en de andere nieuwe medewerkers. Wil je meer informatie of je inschrijven? Mail dan naar po@hva.nl.

DMCI MediaLAB

DT Broodje Kennis

In het MediaLAB werken UvA- en HvA-studenten en -onderzoekers interdisciplinair samen aan innovatieve, interactieve mediaproducten. Op basis van onderzoek ontwikkelt het lab een demo of prototype. Op 21 januari presenteert een nieuwe lichting MediaLAB-studenten hun resultaten. Iedereen is welkom om hun eindpresentatie te komen bekijken, vanaf 17.00 uur in Studio HvA aan de Wibautstraat 2-4.

Op dinsdag 27 januari is HvA-promovendus Anna Mapes spreekster bij Broodje Kennis, de reeks van lunchlezingen van academisch-cultureel centrum Spui25. Mapes zal vertellen over een nieuwe techniek, waarmee DNA-sporen al op de plaats delict worden veiliggesteld en geanalyseerd. Leidt dit vaker tot het vinden van de juiste verdachte, of komt er te veel focus op het DNA en worden andere sporen dan gemist? De lezing duurt van 12.20 tot 13.00 uur en is gratis te bezoeken.

DBSV Scriptieprijs Studenten voeding & diëtetiek Lisa Arkenbout en Katharina Prause hebben met hun scriptie getiteld Boer en consument heffen de vork onlangs de Jan Wolf Bachelorprijs 2014 gewonnen. Die prijs wordt toegekend aan een scriptie rond het thema ‘lekker, puur en eerlijk voedsel’. De scriptie is een inventarisatie van regionale initiatieven die de voedselketen verkorten met lokale producten, zoals boerderijwinkels en zelfpluktuinen. Conclusie: de belangrijkste factoren zijn vooral het verbeteren van de logistiek en het bereiken van een brede doelgroep door middel van marketing.

34

HvA Duurzame inkoop Facility Services (FS) gaat samen met het HvAonderzoeksprogramma Urban Technology het inkoopproces van de UvA en de HvA verduurzamen. Daarvoor werden de huidige transportstromen in kaart gebracht. Meer dan de helft van de leveringen komt van binnen een straal van 30 kilometer, waardoor er gewerkt kan worden met elektrische wagentjes en cargofietsen. Voor het einde van dit jaar wil FS resultaat boeken met de efficiency en duurzaamheid van de vervoersstromen.

Folia Magazine


Prikbord UvA

ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl

FGw VSB Poëzieprijs

FNWI In Memoriam

Dichter en docent klassiek en middeleeuws Latijn Piet Gerbrandy is met de bundel Vlinderslag genomineerd voor de prestigieuze VSB Poëzieprijs 2015. Over zijn bundel zegt de jury: ‘Een hoogtepunt in het oeuvre van een dichter die bekendstaat om poëzie die volstrekt eigenzinnig is, rondborstig en zinnelijk, en tegelijk heel klassiek.’ De bekendmaking van de winnaar en de prijsuitreiking vinden plaats op 28 januari tijdens de Poëzieweek 2015. De winnaar ontvangt 25.000 euro. Ook dichteres en UvA-alumna Sasja Janssen is genomineerd.

Op 7 januari is hoogleraar populatiebiologie Maus Sabelis op 64-jarige leeftijd overleden. Hij was werkzaam bij het Ibed en sinds 2006 Akademiehoogleraar bij de KNAW. In een In Memoriam schrijven collega’s: ‘Maus was een wetenschapper pur sang, een duizendpoot en alleskunner. Hij was tegelijkertijd theoreticus, modelleur en experimentator. Als creatieve en originele wetenschapper was hij ook een inspirator voor veel jonge onderzoekers. Van de tientallen promovendi die onder zijn supervisie hun doctorstitel behaalden, is een groot aantal nu toonaangevend in de wetenschap.’

FGw Midden-Oosten

FNWI Rubicon

Op 28 januari organiseert het Amsterdam Centre for Middle Eastern Studies (Acmes) een congres waar onderzoekers zullen vertellen over hun onderzoek naar het Midden-Oosten. Het is een interdisciplinair congres, waaraan deelnemers uit diverse wetenschapsgebieden deelnemen. Er zullen papers worden gepresenteerd over bijvoorbeeld het leven in het Midden-Oosten, premoderne linguïstiek, de Arabische opstanden en islamitische kunst. Keynote-lezing door Michiel Leezenberg. Locatie: UB. Aanmelding vereist; meer info staat op acmes.uva.nl.

NWO heeft een Rubiconsubsidie toegekend aan ­David van Dijk. Hij zal zijn onderzoek naar het opsporen van resistente cellen in eierstokkanker gaan doen aan de Department of Biological Sciences van Columbia University in New York. Met de Rubiconsubsidie krijgen pas gepromoveerde onderzoekers de kans om onderzoekservaring in het buitenland op te doen. Omgekeerd kunnen buitenlandse onderzoekers onderzoek in Nederland verrichten. In totaal dienden in deze ronde 94 onderzoekers een onderzoeksvoorstel in. Vijftien van hen zijn door NWO gehonoreerd.

FGw James Kennedy

FMG In Memoriam

Hoogleraar Nederlandse geschiedenis James Kennedy verlaat de UvA. Hij wordt dean van het University College Utrecht, onderdeel van de Universiteit Utrecht. Daar volgt hij de huidige dean Rob van der Vaart op. Kennedy volgde in 2007 de illustere Piet de Rooy op als hoogleraar Nederlandse geschiedenis. Daarvoor was hij hoogleraar aan de VU. Hij vergaarde in 1995 roem vanwege zijn promotieonderzoek Nieuw Babylon in aanbouw. Nederland in de jaren zestig. Sindsdien heeft hij veelvuldig over die periode gepubliceerd.

Op 9 januari is hoogleraar sociale psychologie Joop van der Pligt op 63-jarige leeftijd overleden aan een hartstilstand. Van der Pligt maakte deel uit van de programmagroep sociale psychologie. In een In Memoriam schrijft de faculteit: ‘Joop was een gezichtsbepalende hoogleraar die veel heeft betekend voor de afdeling psychologie, de universiteit en het vakgebied van de sociale psychologie. Kenmerkende eigenschappen daarbij waren humor, eruditie, arbeidsethos, een grote verbale begaafdheid en een helikoptervisie.’

UvA CAO

BC Garrelt Verhoeven

Op 9 januari hebben de werknemersorganisaties ingestemd met de nieuwe cao Nederlandse Universiteiten 2015-2016. De werkgevers hadden al eerder ingestemd met het onderhandelaarsakkoord. Gedurende de looptijd van de cao worden de salarissen tweemaal verhoogd: per 1 januari 2015 met 2 procent en per 1 januari 2016 met 1 procent, aangevuld met een eenmalige uitkering in juni 2016 van 350 euro bruto. De nieuwe cao is geldig tot 1 juli 2016. Het cao-akkoord en de nieuwe loonschalen zijn te vinden op vsnu.nl

Garrelt Verhoeven, hoofdconservator van de afdeling Bijzondere Collecties, verlaat de UvA. Hij gaat aan de Katholieke Universiteit Leuven een nieuwe erfgoeddivisie opzetten, genaamd ‘Roerend erfgoed en cultuur’. Verhoeven heeft een grote rol gespeeld bij de uitbouw van de bijzondere en zeldzame collecties van de UvA naar een breed publiek. Zo maakte hij onder meer tentoonstellingen met en over Johannes van Dam en Arnon Grunberg. Adjuncthoofdconservator Marike van Roon zal naar verwachting waarnemen totdat er duidelijkheid is over de opvolging.

Folia Magazine

35


Wasdom

Jammer dan van die titel

Hij studeerde politicologie, maar raakte verslingerd aan tv maken en switchte naar de filmacademie: Hokjesman Michael Schaap. tekst – Julie de Graaf / foto – Bob Bronshoff

Michael Schaap Leeftijd 46 (geboren op 10 september 1968) Beroep Documentaire- en programmamaker. Afgelopen najaar werd de tweede reeks van zijn televisieserie De Hokjesman uitgezonden. Studie Politicologie (UvA) en de filmacademie (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten). Docent ‘Meindert Fennema. In die tijd een behoorlijk vreemde eend in de bijt, omdat hij een

36

stuk rechtser – en gezelliger – klonk dan de rest van de veelal communistische en marxistische docenten. Hij is een fantastische verteller en zijn collegezalen zaten altijd bomvol.’ Locatie ‘De Oudemanhuispoort voldeed precies aan mijn idee van hoe een universiteit eruit hoorde te zien.’ Café ‘Voormalig Café de Bruin in de Voetboogsteeg. Daar was het bier goedkoop en konden we

Folia Magazine

op rekening drinken. Toen ik later als barman op sociëteit De Kring ging werken, verplaatsten mijn vrienden daar ook naar toe.’ Afknapper ‘Statistiek, verschrikkelijk! Ik snap dat er iets moet worden gemeten in sociale wetenschappen, maar voor mij was dat vak een killer.’


Stage

‘A

anvankelijk dacht ik dat ik journalist wilde worden. Politicologie leek me de beste studiekeuze, want als journalist wil je toch de macht analyseren. Na mijn eindexamen heb ik eerst een jaar gestudeerd aan de Hebrew University in Jeruzalem. Ik deed er een voorbereidend academisch jaar voor immigranten, maar omdat ik al wist dat ik daarna politicologie wilde doen, volgde ik vooral vakken over geschiedenis, internationale betrekkingen, de islam en het Midden-Oosten. Na dat jaar in Israël heb ik drie jaar aan de UvA gestudeerd. Toen ik begon met politicologie was er al een klein clubje op de faculteit dat een videojournaal maakte en dat elke week vertoonde op een klein scherm in de mensa. Met wat medestudenten die daar ook enthousiast over waren besloten we om het

‘ Ik zag mezelf niet nog een paar jaar zwoegen in de UB’ wat groter aan te pakken. We stapten naar de Amsterdamse publieke omroep Salto en kregen zendtijd voor Studenten TV. Ik wist al heel snel: “Hé, dit is een vorm van journalistiek die mij ligt.” In het begin maakten we veel items over de universiteit of bezuinigingen op de studiefinanciering, maar op een gegeven moment kwamen we ook met onze eigen onderwerpen. Een beruchte uitzending was bijvoorbeeld die waarin Jaap Leeuwin als experiment een kip onthoofdde om te kijken wat er waar is van de uitdrukking “rondlopen als een kip zonder kop”. Aan het einde van mijn derde jaar meldde ik me aan voor de filmacademie. Ik zag mezelf niet nog een paar jaar zwoegen in de UB en mijn tanden stukbijten op saaie vakken. Nee, als ik het vak van film maken echt wilde snappen, dan was dit het moment om weg te gaan en dan was het

maar jammer van die academische titel. Op de filmacademie waren er een paar mensen, onder wie mijn geliefde, die ook waren overgestapt en ondertussen nog wel verder studeerden aan de UvA. Dat zag ik mezelf niet doen. Misschien wat opportunistisch, maar ik had mijn voordeel al te pakken. Door een paar jaar op de universiteit rond te lopen had ik inmiddels geleerd hoe ik moest zoeken en vinden en hoe ik uit een brij van informatie kon halen wat ik nodig had. Ik had een paar colleges gevolgd bij bijzondere hoogleraren die echt inspirerend waren. En als ik heel eerlijk ben, heb ik vooral veel gehad aan de duizenden uren die ik in de UB heb doorgebracht. Want tussen het slapen en naar de meisjes kijken door, pakte ik daar regelmatig een boek uit de kast. Het grappige en wellicht ironische is dat ik tegenwoordig veel gevraagd wordt om aan universiteiten en hogescholen een verhaal te houden of les te geven. Onze uitzendingen van De Hokjesman worden gebruikt als lesmateriaal op verschillende opleidingen en op middelbare scholen. Het allerleukste vind ik als studenten antropologie tegen me zeggen dat zij ook op deze manier wetenschap willen bedrijven. Tegen hen zeg ik vriendelijk dat ze dan beter naar de filmacademie kunnen gaan. Aan De Hokjesman kleeft het beeld dat het wetenschappelijk zou zijn, maar dat is betrekkelijk. We fabuleren natuurlijk niet de boel bij elkaar, maar we willen vooral de verhalen van mensen vertellen. De verhalen waar zij in geloven; het is hún waarheid.’ yyy

Naam Djoeke Ardon (22) Studie Politicologie Stage Yournalism Verdiensten € 200,Sterren J J J J J ‘Yournalism is een platform voor crowdsourcing en crowdfunding van onderzoeksjournalistiek. Onderwerpen die niet in de gewone media aan bod komen, bijvoorbeeld omdat ze veel tijd en geld kosten om te onderzoeken, kan de bevolking hier aandragen en financieren. Het lijkt op websites als Kickstarter, met het verschil dat wij vooronderzoek doen over de voorgestelde onderwerpen. Dat was mijn werk tijdens de stage: uitzoeken of een gestelde vraag inderdaad een levensvatbaar onderzoek was. Voor een voorstel over de staat van de journalistiek heb ik bijvoorbeeld veel gemeenteraadsleden gebeld, of ze nog wel eens een journalist spraken. Dat bleek wel zo te zijn, maar journalisten stelden vaak de verkeerde vragen, of kwamen alleen maar voor de raadsnotulen. Dat onderzoek is nu gefinancierd. Al bij het sollicitatiegesprek zei mijn stagebegeleider Sybren Kooistra dat ik mezelf zou moeten vermaken, en zelfstandig knopen moest doorhakken. Dat betekende ook dat ik veel inspraak had. Sybren werkt zelf bij de Volkskrant, en leerde me dat ik niet alleen maar moet onderzoeken door te lezen, maar vooral door mensen te bellen – dat deed ik in het begin liever niet. Een heel journalistieke stage dus, maar het ging me beter af dan ik van tevoren vreesde. Ik begon met mijn stage een maand voordat Yournalism online ging; inmiddels zijn na drie maanden vier onderzoeken gefinancierd. Als Yournalism verder groeit en er een baan beschikbaar komt, wil ik die zeker hebben.’ yyy Bob van Toor

Folia Magazine

37


Overigens

Robbert Dijkgraaf pleitte onlangs in een column in NRC Handelsblad voor het T-profiel van een onderzoeker: een smalle, gespecialiseerde basis en daarna pas verbreden.

Een brede basis is in de huidige tijd juist beter dan je op één ding concentreren.

Göran Sluiter Hoogleraar internationaal strafrecht ‘Oneens. Als student is het goed om een brede basis mee te krijgen, maar na je studie begin je gewoonlijk als onderzoeker met een specialistisch onderwerp. Dat moet wel, anders wordt het onderzoek te oppervlakkig. Later kun je ervoor kiezen wat te verbreden, maar ik denk dat heel breed onderzoek überhaupt niet meer van deze tijd is. Alle onderwerpen zijn inmiddels zo ingewikkeld geworden, dat een specialistische stelling een voorwaarde is voor diepgravend onderzoek. Anders kom je op het terrein van de handboeken. Iets anders is interdisciplinair onderzoek: dat hoeft niet per se breed te zijn, maar ook daar heb ik mijn vraagtekens bij. Je moet heel veel kennis hebben in verschillende disciplines om dat goed uit te kunnen voeren. Bij het vakgebied rechten valt de neiging tot interdisciplinariteit vooralsnog mee, maar bijvoorbeeld bij de nieuwe richting Law & Economics vraag ik me weleens af: “Gaat het werken?”. Ik deel dus wel de zorg van Dijkgraaf dat de afzonderlijke disciplines aan waarde dreigen te verliezen.’

38

Peter Sloot Hoogleraar Computational Science ‘Eens. Heel veel wetenschappelijke en maatschappelijke uitdagingen die momenteel spelen zijn multidisciplinair. Kijk maar naar klimaatverandering of de complexiteit van gezondheid en zorg. Ook merk ik dat studenten tegenwoordig juist zeer geïnteresseerd zijn in multidisciplinair onderzoek. Die interesse moet je benutten. Ik ben daarom niet voor een T-profiel, maar voor een soort Ubalk: een stevige brede basis die voortkomt uit diepgaand onderzoek in twee disciplines. Indien nodig kun je dat altijd nog versmallen of verbreden, maar tot en met je promotie is het verstandig om het bij twee richtingen te houden. Het vraagt namelijk bijzonder veel tijd, energie en motivatie om onderzoek te verrichten dat genoeg de diepte in gaat. Ik ben het verder niet met Robbert Dijkgraaf eens dat de NWO-indeling in afzonderlijke disciplines behouden moet blijven. Er is veel behoefte aan multidisciplinair onderzoek, terwijl ons onderwijs én de financiering én de evaluatie van onderzoek nog altijd onhandig monodisciplinair georganiseerd zijn.’

Folia Magazine

Jeroen Kluck Lector water in en om de stad ‘Oneens. We hebben mensen nodig met kennis van inhoud, die daarbij ook nog vaardigheden hebben om samen te werken, vragen boven tafel te krijgen en resultaten voor het voetlicht te brengen. Dus dat is duidelijk een T-vormig profiel. Maar ik wil ervoor pleiten dat juist die verticale staander van de T voldoende aandacht moet krijgen. Buiten de HvA werk ik voor een adviesbureau op het gebied van watermanagement. Ik kom in dat werk veel generalisten tegen met veel te weinig diepgang. Deze mensen doen het goed in organisaties, maar missen vaak de echte kennis en nemen toch beslissingen. In je latere werk is het vaak moeilijk tijd te vinden om ergens echt inhoudelijk in te duiken, dus dat moet in je studie gebeuren. Vaardigheden doe je op den duur makkelijker op dan inhoudelijke kennis. Ook interdisciplinair onderzoek kun je beter op een later moment doen, omdat het moeilijk is om daarmee voldoende diepgang te krijgen. En van hbo-onderzoek vind ik dat het net zo specialistisch hoort te zijn als universitair onderzoek. Ook binnen het hbo is diepgang heel belangrijk.’ yyy Yannick Fritschy


FFoolia Maga zin nee Folia ж у azi

Wat doe je nu?

Weekblad

Folia ‫ جم‬рнал ‫ة‬ Folia ма‫ل‬га cover зин Bram Belloni Folia ‫ןיזגמ‬ Folia час Folia 雜 опіс goes glo誌 bal * * with English pages Weekblad voor HvA

Folia #17_3.indd

voor HvA

en UvA –

foliaweb.n

l

nr. 17 21/01/2015

Kookblogge rs Tristan ‘Welke mong en Grego foliaweb.n ool gaat er ry l nou sla wasse n en snijde n?’

en UvA —

nr. 16 14/01/2015

1

19-01-15

Colofon

Museummedewerker

foto – Mats van Soolingen

Naam Lies Peeters Leeftijd 25 Studie Bachelors en masters geschiedenis en religiewetenschappen Afgestudeerd op Bij geschiedenis op magnetisme in de negentiende eeuw, bij religiewetenschappen op twee negentiende-eeuwse oriëntalisten Werkt sinds 2012 als publieksmedewerker bij de Hermitage, zoekt een nieuwe baan Salaris € 9,40 per uur

‘D

rie jaar geleden kwam ik hier via een vriendin werken. Ik sta afwisselend bij de ticketverkoop en de garderobe. Sinds ik in oktober ben afgestudeerd werk ik meer dan fulltime, om flink te verdienen. Maar ze kunnen ze me geen nieuw tijdelijk contract meer aanbieden, dus binnenkort moet ik weg. Het is een leuke omgeving met fijne collega’s; ik was graag nog even gebleven. Niet voor de rest van mijn leven, maar wel om vanuit dit bijbaantje rustig naar een nieuwe, serieuze baan te zoeken. Nu mijn inkomen over minder dan een maand ophoudt, ben ik op dit moment wel keihard op zoek naar nieuw werk. Ik hoop eerst weer bij een museum aan de slag te kunnen.

18:51

Dan kan ik van daaruit weer verder zoeken. Vlak voor mijn afstuderen liep ik stage bij een bureau voor sociaal ondernemerschap in Den Haag. Dat was ontzettend leuk en het leek erop dat ik daar kon blijven. Op de dag dat ik ook mijn scriptiecijfer hoorde, kreeg ik het bericht dat ze me een baan als projectleider aanboden. Dat was echt een topdag. Ik zou alleen nog gebeld worden voor salarisbesprekingen. En toen bleken ze het opeens toch financieel niet rond krijgen. Enorm balen, want ik ging er al helemaal van uit dat ik er aan de slag kon. Heel misschien gaan ze me alsnog bellen, maar ik reken er maar niet meer op. Nu ben ik dus opnieuw aan het zoeken. Via vrienden, LinkedIn, vacaturebanken. Ik zou graag iets vinden bij een maatschappelijke organisatie. Ik denk er inmiddels ook over na eerst te gaan reizen. Via Aiesec, waar je zes weken een maatschappelijk project kunt doen. Het liefst in het Midden-Oosten. Maar als er nu een awesome baan langskomt, ga ik daar natuurlijk voor.’ yyy Clara van de Wiel

Folia Magazine

Weekblad voor de HvA en UvA Folia Magazine is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en Havana (1996). Redactieadres Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD A’dam, telefoon 0205253981, e-mail: redactie@folia.nl Hoofdredacteur a.i. Clara van de Wiel Chef redactie Mirna van Dijk Art direction Vruchtvlees Redactie (print/web) Yannick Fritschy, Daniël Rommens, Elbert Kauffmann, Carlijn Schepers, Henk Strikkers, Bob van Toor, Stephan Vegelien, Clara van de Wiel, Dirk Wolthekker Aan dit nummer werkten mee Bram Belloni, Bob Bronshoff, Fred van Diem, Hannah Fuellenkemper, Marc Kolle, Mats van Soolingen, Danny Schwarz Eindredactie / Correctie Mirna van Dijk, Cecile Elffers Opmaak Carl Zevenboom Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Wouter Breebaart, Ilse Duijn, Linda Duits, Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman, Sebas Veeke Bestuur Esther Crabbendam, Damiaan Denys, Sarah van Ierlant, Geleyn Meijer, Freek Rebel, Alexander Rinnooy Kan (vz), Bert Westenbrink Secretariaat Stephanie Gude Directeur Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare, België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zandvoort@bureauvanvliet.nl Voor advertenties binnen UvA en HvA: paul@folia.nl Folia Magazine probeert altijd de rechthebbenden van fotomateriaal te contacteren. Hebben wij u niet kunnen bereiken? Mail dan naar redactie@folia.nl.

39



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.