Christel van de Craats (19), politicologie SCHOEnEn
‘Ik besteed niet heel veel tijd voor de spiegel, je kunt niet zeggen dat ik een ijdeltuit ben. Mijn stijl kun je omschrijven als jongensachtig met een twist, iets stoerder dus. Toch kan ik ook erg genieten van meisjesdingen zoals hakschoenen en jurkjes. In een extreme shopbui kan ik dan ook bakken met geld uitgeven, met name aan Scandinavische merken. Zoals een keer in Berlijn, toen een paar schoenen mij een weekend lang in de ban hield. Keer op keer moest ik terug naar de winkel om nog een keer te kijken. Na lang wikken en wegen besloot ik het te doen: een kapitaal armer, maar een geweldig paar hakjes rijker ging ik terug naar Nederland.’
Hedwig Stoffer (22), geneeskunde STOFJAS
Eline de Groot (22), psychologie MAnnEnSHiRT
‘Het is lastig om mijn kledingstijl te definiëren, met name omdat er een groot verschil is tussen de kleding die ik overdag aandoe en wat ik met uitgaan draag. De outfit op de foto is die van oud en nieuw, het jurkje heb ik zelf gemaakt uit een groot mannenshirt. Ik houd ook van tweedehands kleding. Met uitgaan is het allemaal net even wat strakker en korter, dingen die ik overdag niet snel aan zou doen. Ik ga ongeveer twee keer per week uit, ook voor mijn werk als partyfotograaf. Dan draag ik het liefst zwarte kleding en felrode lippenstift. Zo voel ik me autoritairder en weet ik dronken mannen die op de foto willen feilloos af te wimpelen.’
‘Moeilijk zeg, om te zeggen wat mijn modestijl is. Eigenlijk van alles. Vroeger duurde het lang als ik ging winkelen, overal een beetje kijken en dan kopen wat ik leuk vond. Tegenwoordig ben ik een doelgerichte shopper. Ik weet van tevoren wat ik wil kopen. Ik kom nog steeds in zoveel mogelijk verschillende winkels, maar ik ga ook wel eens gewoon naar de Noordermarkt ofzo. Ik loop nu stage, dus ik ben minder bezig met mijn kleding. Kleding die ik aanheb tijdens het uitgaan, kan ik tijdens mijn stage niet dragen. Binnenkort begin ik met mijn coschappen, dan is het al helemaal afgelopen met de kledingdiversiteit, dan draag ik gewoon iedere dag een witte stofjas. Ook saai eigenlijk. Dan moet ik het maar opleuken met iedere dag andere accessoires.’
Folia 23 | 25