dubbelinterview
‘Wij zitten hier niet vanwege ons v Tekst: Jim Jansen en Harmen van der Meulen
Een gesprek met Dymph van den Boom en Mieke Zaanen, twee vrouwen in UvA-topposities, over hun overlevingsstrategieën in een mannenwereld. ‘Je krijgt geen baan door te zeuren.’ Na vijf kwartier praten en onder lichte drang geeft Dymph van den Boom (1951) het toe: ze vindt dat vrouwen minder moeten zeuren. Om er onmiddellijk aan toe te voegen: ‘Maar niet álle vrouwen zeuren.’ Daarna volgt een milde, charmante glimlach. Die glimlach past bij Van den Boom. Net zoals ze zich glimlachend afvroeg of het wel interessant genoeg was om zichzelf, samen met secretaris Mieke Zaanen, te laten interviewen voor het speciale vrouwennummer van Folia. Toch is de situatie van de UvA bijzonder. Nergens in Nederland is namelijk een vrouwelijke rector actief, net zoals het feit dat de functie van secretaris van het CvB aan de UvA voor het eerst door een vrouw wordt bekleed. Mieke Zaanen (1954) was eerst UvA-vertrouwenspersoon en vervolgens directeur bedrijfsvoering bij de Faculteit Natuurkunde, Wiskunde, en Informatica, en weer later bestuurscoördinator. Sinds 2007 is ze secretaris. Ook
In hoeverre is het bijzonder dat u beider posities door een vrouw worden ingevuld? Zaanen: ‘Dat is zeer bijzonder. Dymph is de eerste vrouwelijke rector in Nederland en datzelfde geldt voor mijn positie bij de UvA. Dat ik op deze positie zit is zeker te danken aan het beleid van de UvA. De UvA heeft aandacht voor vrouwen in hogere posities en is proactief. Bij sollicitaties wordt inderdaad expliciet opgelet of er ook geschikte vrouwelijke kandidaten zijn. Als je dat niet doet, heb je zo weer ergens alleen mannen zitten.’ Hoe kan dat? Van den Boom: ‘Dat is toch een beetje het clichébeeld. Vrouwen krijgen uiteindelijk kinderen en dat zorgt voor een dip in hun cv, doordat ze minder publiceren. Als je dan voor een bepaalde positie cv’s met elkaar vergelijkt, dan wordt er weinig rekening gehouden
‘ Vrouwen in de hoogste posities hebben geen kinderen’ het aantal functies dat Dymph van den Boom bekleedde voordat ze in datzelfde jaar rector werd, is groot. Na haar studie ontwikkelingspsychologie in Leiden promoveerde ze in 1988. Acht jaar later werd ze hoogleraar pedagogiek bij de UvA, waar ze het vervolgens tot afdelingsvoorzitter, vicedecaan en decaan schopte. ‘Lesgeven, onderzoeken en managen; ik vind het allemaal leuk, maar als je kijkt naar het laatste deel van mijn carrière is het snel gegaan,’ blikt ze terug.
10 | Folia 23
met het feit dat een vrouw een tijdje uit de running is geweest.’ Het feit dat een decaan ook een vrouw kan zijn, is bij de UvA geen grote uitzondering. Van den Boom: ‘Toen ik bij de FMG zat, waren drie van de zeven decanen vrouw; nu is het vijf om twee, maar binnen Nederland doen we het niet slecht. Als je kijkt naar onze positie ten opzichte van andere landen, dan kan het weer veel beter.’
Toch heeft u beiden als carrièrevrouw binnen de UvA vast wel met vooroordelen te maken gehad. Zaanen: ‘Natuurlijk! Ik heb bij de FNWI, waar ik directeur bedrijfsvoering was, meegemaakt dat men dacht dat ik een mevrouw van personeel en organisatie was. Iedereen heeft recht op zijn eigen vooroordelen, en ik heb me er nooit wat van aan getrokken.’ De rector is in ieder geval iemand die zich weinig aantrekt van wat anderen vinden. Van den Boom: ‘Ik ben geen politiek dier. Ik houd van transparantie en duidelijkheid en noem dingen bij de naam. Dat heeft zijn weerslag op hoe mensen mij durven te benaderen. Ik ben allesbehalve een wollig type.’ Doen jullie je werk anders dan mannen? Van den Boom: ‘Als je kijkt naar de literatuur, zie je dat vrouwen zakelijker zijn en hun werk over het algemeen beter voorbereiden. Vrouwen doen minder aan netwerken ter voorbereiding van een vergadering en dat geldt helemaal voor mij; ik ga niet op voorhand dingen regelen.’ Maar u bent wel in dit CvB veroordeeld tot twee mannen die dat waarschijnlijk wel doen. Van den Boom (lacht): ‘Misschien is het voor hen wel lastiger dan voor mij. Ik hanteer mijn stijl en wijk daar niet van af.’ Zaanen: ‘Ik leg uit waarom ik iets doe en als ik een besluit neem, dan ga ik ervoor. Als mensen het niet met me eens zijn, dan kan dat, maar dat betekent niet dat ik mijn koers zal wijzigen.’ Geef eens een concreet voorbeeld waar u tegenaan bent gelopen omdat u vrouw bent. Van den Boom: ‘Toen ik als decaan nog op de faculteit werkte, waren er mannen die het vervelend vonden dat een vrouw de baas was. Dat uitte zich in nare, soms