3 minute read

HORECAONDERNEMER PETER VISSER AAN HET WOORD

Advertisement

Vroeger vond ik het al prachtig. Zo rond 8 oktober werden de grachten verlicht en dit luidde de feestmaanden een beetje in. Als eerste Alkmaars Ontzet, daarna Sint-Maarten, Sinterklaas en natuurlijk Kerst.

Als we heel veel mazzel hadden, waren de lichtjes op de gracht ook nog eens het decor van een schaatsperiode. Dat gevoel heb ik eigenlijk nog steeds. Desondanks lijk ik het dit jaar wel anders te beleven. Ik merk dat ik midden in deze lockdown soms een beetje de moed ga verliezen. Het vertrouwen in een oplossing zakt weg. Het vertrouwen in de overheid is tanende. Maar wat ik misschien nog wel ingewikkelder vind, is hoe we met elkaar omgaan. De tweedeling lijkt groter te worden en de tegenpolen worden ernstiger. Ik heb mijn hart op mijn tong en durf veel van mijn gevoel te delen, maar ik merk dat ik eerst aftast en dan pas in gesprek ga. Extreme uitspraken worden normaler en gebeuren vaker. Haagse politici bestoken elkaar met tribunalen en relschoppers bepalen de richting in een coronademonsratie. Thuiswerken is ingewikkeld, niet thuiswerken is ingewikkeld, reizen is ingewikkeld en begrip voor elkaar is ingewikkeld. Ook op de werkvloer zijn de gesprekken soms polariserend met steeds minder begrip voor elkaars standpunten. En dat heeft lang niet altijd te maken met Corona.

Sinterklaas kwam Alkmaar binnen. Duizenden kinderen met ouders, opa’s en oma’s en diverse religies stonden langs de kant. Blije gezichten, een burgemeester die helemaal opging in haar rol en zelfs de demonstratie ging in harmonie. Toch gaat de discussie in de media een paar dagen later over de mate van roetvegen op het gezicht van Piet. Mijnheer Witte had zo zijn twijfels over de kleur van de Pieten. Ik vind mijnheer Witte trouwens wel een toepasselijke naam hebben in dit verband. Laat het nou gewoon eens leuk zijn, denk ik dan. Maar op het moment dat ik dat zeg, loop ik de kans om in een discussie verzeild te raken. Ik kijk wel uit. Toch gun ik iedereen zijn eigen mening, maar ik gun mezelf ook een horecawereld die zijn deuren open kan houden en die gasten kan ontvangen.

Ook ik merk dat mijn lontje korter wordt… ik wil gewoon open, regel dat.. denk ik vaak. En toch zijn we dan weer een roepende in de woestijn. Beste mensen, ik ben het met jullie allemaal eens, maar laat me open zijn, laat me doen waar ik goed in ben. Laat me uitkijken naar de wintermaanden met Sint-Maarten, met Sinterklaas, met kan mij ‘t schelen wat voor kleur Pieten. Laat me verlangen naar zangkoren met kerstliedjes, naar de oliebollenkraam, naar Black Friday, naar de kerstbomen in de stad, koffi e drinken op de winterterrassen van het Waagplein en de Platte Stenen Brug. Laat me dromen van een vol theater en kerstfi lms in de bioscoop. Laat me plezier hebben in een vol café met Kim de Boer op de piano, een 70’s avond en een nieuwjaarsborrel. En met al deze wensen, kijk ik uit naar de lichtjes op de gracht.

This article is from: