Erfgoededucatie | Internationaal
■■ Het Metropolitan Museum of Art verbindt de fysische collectie met de gebruikers thuis door tal van digitale toepassingen: kunstenaars geven uitleg vanuit een artistiek perspectief, curatoren bezorgen de geïnteresseerde bezoekers verdiepende uitleg of een museummedewerker toont zijn of haar favoriete kunstwerken. © Musea in dialoog
ingebed: zowel wat betreft personeel als andere medewerkers, in het aanbod en in de communicatie. Tegen het einde van 2015 worden de resultaten van de enquête verwacht. Die moet niet leiden tot afstraffing, maar moet een realistische analyse bieden om het beleid mogelijk bij te sturen. “Meer dan een derde van de USA-burgers heeft voorouders uit het buitenland waarvan velen via Ellis Island het land binnenkwamen. 25 % van de inwoners van New York zijn migranten van de eerste of tweede generatie. Ellis Island is een krachtig symbool om hedendaagse migratie onder de aandacht te brengen. De Rangers, de gidsen op het terrein, experimenteren daarom met manieren waarop bezoekers hieraan kunnen bijdragen. Vragen van honderd jaar geleden blijven actueel. Wat maakt iemand tot Amerikaan? Waarom zouden immigranten hun naam wijzigen na aankomst? Hoe voelen migranten zich eens ze de grens over zijn? Hoe voelt het om de toegang te worden ontzegd? Waarom denken we nog in termen van ‘wij’ en ‘de andere’? Hoe definiëren we een ‘gewenste burger’ en een ‘ongewenste migrant’?” (Katrijn D’hamers, FARO) Musea hebben niet op dit onderzoek gewacht om migratie op hun agenda te zetten. Ellis Island, de tijdelijke halteplaats en controlestop voor migranten die meer dan honderd jaar geleden Europa per boot verlieten voor de Verenigde Staten, ziet parallellen tussen toen en nu. De nood doet zich daar voelen om het historische verhaal te verbinden met de dynamische diversiteit van New York. De ‘Rangers’ – het eiland behoort tot de National Parks – zullen de komende tijd dan ook inspelen op de verhalen die bezoekers zelf aanbrengen. Eenzelfde bezorgd-
heid merkten we ook in het Tenement Museum. Ook daar is de aanpak tijdens een tour erop gericht om de ervaringen van enkele families, die ooit in de kleine kamers huisden, verder te vertalen naar woonomstandigheden en migratiepatronen nu. Wegens de beperkingen van het gebouw, een houten constructie met kleine ruimten, kunnen slechts kleine groepen onder begeleiding de site bezoeken. Gidsen zijn eerder gespreksbemiddelaars dan rondleiders. Samenwerking met de buurt dringt zich alvast op voor de medewerkers: het Tenement Museum ligt op een steenworp van Chinatown en Little Italy en in het hart van wat ooit dé immigrantenwijk van New York was. Aandacht voor de etnische en culturele diversiteit van de stad moet inherent worden aan de werking. “Als archeoloog kan je in het Tenement Museum letterlijk veel lagen in het gebouw ontdekken, via de verf en het behangpapier in de kamers die onaangetast zijn gelaten. In de sfeerkamers zijn het behangpapier en de verf gebaseerd op historische elementen. Meubels en objecten zijn ofwel echt en elders gekocht of nagemaakt. Het logementshuis is een van de belangrijkste collectiestukken, maar tijdens een rondleiding worden ook andere zaken gebruikt: papieren bronnen zoals documenten en foto’s, objecten zoals speelgoed en gebruiksvoorwerpen. In het museum liggen authentieke objecten klaar die aangeraakt mogen worden, zoals een oud strijkijzer of een halter. De gids polst naar herkenning bij de bezoekers en stimuleert de inleving door te verwijzen naar zintuiglijke ervaringen zoals geur, hitte, lawaai. Bezoekers kunnen luisteren naar interviews, en in sommige tours wordt muziek afgespeeld.” (Geertje Cools, Red Star Line Museum, Huis van Alijn, MAS) faro | tijdschrift over cultureel erfgoed | 8 (2015) 3
57