DE CANON UIT NEDERLANDS-LIMBURG
BLIK OP DE REGIO Naast de nationale Nederlandse canon waarover u elders in dit dossier leest, hebben alle Nederlandse provincies ook een eigen canon. Een van deze regionale canons is die van Nederlands-Limburg. Hoe verhoudt zo’n regionale canon zich tot de nationale canon? En wat beweegt er vandaag binnen deze regionale canons? faro legde deze vragen voor aan Maurice Heemels, voorzitter van de Commissie Educatie van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (LGOG). Deze vereniging stond in 2009 mee aan de wieg van de ‘Canon van Limburg’.
DOSSIER IDENTITEIT
Gregory Vercauteren
50
Laten we beginnen bij het begin: wat doet het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap? Maurice Heemels: “We bestuderen de geschiedenis van Nederlands-Limburg en willen deze beter bekendmaken. Onze vereniging telt zo’n 2.000 leden en organiseert lezingen, geeft publicaties uit en is ook eigenaar van een aantal collecties die in meerdere Limburgse musea en archieven zijn ondergebracht. Het LGOG richt zich niet alleen op zijn leden, maar wil ook anderen, bijvoorbeeld jongeren, bereiken en warm maken voor de geschiedenis van Nederlands-Limburg. Vanuit deze werking groeide het plan voor een Canon van Limburg.”
had toch ook een nationaal belang. We beseften ook wel dat Limburg een eigen geschiedenis had die zich onderscheidde van de nationale geschiedenis. Dat was de aanleiding om een canon op maat van Nederlands-Limburg samen te stellen. Ook het provinciebestuur was het idee genegen en trok mee aan de kar. Met een team van 22 deskundigen selecteerden we de belangrijkste momenten, ontwikkelingen en personages uit de Limburgse geschiedenis. Uiteindelijk kwamen we zo tot 52 hoofdthema’s, ‘vensters’ genoemd, verdeeld over tien tijdvakken. De canon begint bij de oudste archeologische opgravingen en eindigt bij het Verdrag van Maastricht in 1992.”
Waarom wilden jullie een canon op maat van Limburg opstellen? Maurice Heemels: “In 2006 werd de nationale canon van Nederland gelanceerd. Het LGOG en een aantal andere Limburgse organisaties vonden dat deze nationale canon te weinig aandacht besteedde aan Limburg. De mijnbouw, bijvoorbeeld, ontbrak in de nationale canon. Die was weliswaar gelokaliseerd in Limburg, maar
Wilde de canon ook inspelen op het zogenaamde Limburggevoel? Maurice Heemels: “Ook hier leeft er inderdaad een ‘Limburggevoel’ en de overtuiging dat Limburg een eigen identiteit heeft. Maar van bij de start waren we resoluut: we wilden met deze canon geen Limburgse identiteit creëren of in stand houden. We wisten maar al te goed dat de provincie Limburg een fenomeen is uit de 19e eeuw.