faro | tijdschrift over cultureel erfgoed, 12(2019)3

Page 36

TIPS VOOR HET RONDLEIDEN VAN ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS

ZONDER TAALDREMPELS NAAR HET MUSEUM Elk jaar volgen duizenden anderstalige nieuwkomers een cursus Nederlands in Antwerpen. Maar de tijd op school is beperkt. Taal leer je vooral door ze te gebruiken, buiten de school via informele babbels, met buren, met vrienden, met collega’s en aan de schoolpoort. Ook leerkrachten Nederlands spelen hierop in en zoeken buiten de klas goede taaloefenkansen zoals een bezoek aan een museum.

DOSSIER MEERSTEMMIGHEID EN CONFLICT

Annelie Willems

R

uim vierhonderd groepen anderstalige nieuwkomers bezoeken elk jaar een van de musea van de stad Antwerpen. Dat vinden ze interessant omdat ze hierdoor nieuwe plekken in de stad ontdekken. Bovendien kan het ook een ideale kans zijn om Nederlands te oefenen. Maar hoe haal je als gids taaldrempels weg en bied je interactie op maat van anderstalige nieuwkomers?

ENKELE TIPS 1. Maak uw rondleiding interactief In een interactieve rondleiding spreken de deelnemers minimaal 50 % van de tijd. De gids stelt open vragen die inspelen op de leefwereld van de groep. Open vragen helpen om gekende woorden te gebruiken. De gids houdt hierbij rekening met het taalniveau van elke deelnemer en durft zijn voorbereiding los te laten.

»» Verken eerst het taalniveau van uw groep. Stel uzelf voor en wees oprecht nieuwsgierig:

36

“Hoe ben je naar hier gekomen?” “Woon je in de buurt?” Vermijd rondjes van namen of herkomstlanden. »» Controleer regelmatig of de groep u begrijpt. Vraag niet: “Is alles duidelijk?” maar stel open vragen: “Waarvoor diende deze kast?” “Welke emotie voel je?” »» Spreek een signaal af met de begeleider van de groep wanneer de groep iets niet begrijpt. »» Laat een groep geregeld iets per twee bespreken. 2. Maak uw rondleiding taalrijk Taalrijk betekent niet ‘heel veel’ woorden, maar wel ‘bewust gekozen’ woorden, op maat van de groep. Die zijn niet te moeilijk, maar ook niet te makkelijk.

»» Gebruik dagelijkse woorden in Standaardne-

derlands. Geen vaktaal, geen formele taal, geen dialect. Ook deelnemers met een goede basiskennis Nederlands hebben moeite met vaktaal (de boeg, de beitel, representatie …) en verouderde begrippen (klompen, toga …). »» Ondersteun visueel en wijs aan waar u over praat.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.