Voorzitters aan het woord

Page 15

Verschoor geeft aan dat je je als voorzitter ervan bewust moet zijn dat een goede relatie met de ondernemingsraad en de huurdersorganisatie geen vanzelfsprekendheid is en dat je daarin blijvend moet investeren. Een goede relatie heb je nodig om tijdig signalen te krijgen over zaken die goed en niet goed gaan.

Faciliterende rol, tenzij … “De voorzitter van een RvC hoort een teambuilder te zijn en een gespreksleider. Dat vind ik heel belangrijke rollen”, zegt Verschoor. “Iedereen moet aan het woord komen, bepaalde leden moeten de andere niet overvleugelen. Dat is geen vanzelfsprekendheid, dat moet je als voorzitter bewaken en zo nodig faciliteren. Je moet zorgen voor een cultuur waarin mensen zich vrij voelen om te zeggen wat ze denken. Echt voor hun mening of visie opkomen, ook en juist als deze mening afwijkend is. Zich niet laten ondersneeuwen door mensen die verbaal vaardiger zijn. Een dominante voorzitter kan het een lid ook lastig maken om voldoende support te krijgen voor een afwijkend standpunt.” Pelzer: “Een gezaghebbende voorzitter kan, zonder het te willen, ook het effect hebben dat mensen geneigd zijn om zijn oordeel zwaarder te wegen dan dat van anderen en van henzelf. Hoe corrigeer je dat?” Verschoor: “Daar probeer ik voortdurend voor te waken. Als discussies constructief verlopen en ieder zijn of haar mening kan geven, ben ik amper aan het woord. Dan vat ik als voorzitter samen wat er besproken is en probeer vervolgens tot het formuleren van een besluit te komen. En alleen als ik denk dat iets niet goed gaat, bijvoorbeeld dat te weinig tegenwicht wordt geboden aan de bestuurder, niet voldoende wordt doorgevraagd of bepaalde invalshoeken onderbelicht blijven, probeer ik dat aan te geven. Tot die tijd heb ik met name een faciliterende rol. Je moet als voorzitter de leden van de raad ruimte geven en in staat stellen optimaal te functioneren.” Hoewel Verschoor het belang onderstreept van een voorzitter die de collega-commissarissen niet overschaduwt, aarzelt hij niet om in te grijpen op het moment dat hij zaken signaleert die in zijn ogen niet goed zijn. “Ik heb wel eens een financiële rapportage gekregen, waar ook de auditcommissie naar had gekeken en waarbij de conclusie kort­ gezegd was: alles in orde. Ik had kritische vragen over die rapportage gesteld, maar kreeg daar geen bevredigend antwoord op. Dat liet mij niet los, ook niet na de vergadering. Ik ben zelfs nog eens in de cijfers gedoken en zag toen mijn gevoel bevestigd dat het niet klopte. De zaak is alsnog grondig uitgezocht. Op het moment dat zaken weer op orde zijn, keer ik weer terug naar een meer technische, faciliterende rol. Maar het is zo belangrijk dat alle leden van de raad kritisch meedenken.”

Inhoudsopgave

Vorige

Volgende 15


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.