Goede Zaken Frits Wolf

Economie ‘Nederlanders zijn behoorlijk doorgeslagen in hun tuincultuur’ Wat begon als een dierenspeciaalzaak aan de Hatertseweg in Nijmegen, groeide uit tot een winkel annex groothandel in tuin- en serremeubelen in Beuningen. Opgericht door Frits Wolf senior, voortgezet door zijn zoon Frits junior. „Een temperatuur van 30 graden Celsius is ideaal voor ons.”

Benend door zijn winkel, gestoken in linnen kostuum en beige schoenen, oogt Frits Wolf junior als een snelle jongen. Maar hij is vooral een harde werker. „Op de golfbaan zul je me niet zien.” Hij leeft voor zijn bedrijf en zijn gezin. Heeft een vrouw en een dochter en de tweede is op komst. „Dat wordt een manneke en hij gaat ook weer Frits heten, de zesde op een rij”, zegt de vijfendertigjarige eigenaar met een glimlach die trots verraad.

Zijn werkdrang kreeg hij mee van zijn ouders, die de zaak tot 1999 runden. „Ze pakten alles aan. Kwam er vlak voor moederdag een vertegenwoordiger in parasols langs, dan kocht mijn vader die. Gingen ze snel van de hand, dan bestelde hij er vervolgens een paar honderd.”

Als het voorjaar zich aankondigt weet menigeen de winkel in Beuningen te vinden.

Maar na de zomer wordt het pas echt druk. Dan komen de winkeliers er hun inkopen doen. Frits Wolf levert niet alleen aan particulieren, maar is daarnaast ook groothandel. „Er zijn in Nederland maar twee groothandels in tuinmeubelen en wij zijn de grootste. De verkoop aan particulieren levert maar dertien procent van onze omzet op.”

De afgelopen maanden heeft de winkel aan de Hadrianussingel een metamorfose ondergaan. Er is een koffiecorner gekomen en de verschillende tuinmeubelen zijn op kleur en stijl gerangschikt. Een moderne hoek met veel roestvaststaal en aluminium naast een afdeling met gevlochten tuinmeubilair. Het aanbod laat zien dat tuinmeubilair geen ondergeschoven kindje meer is. Royale stenen tafels met luxe fauteuils. Loungebanken met dikke kussens.

De showroom is een klein onderdeel van het bedrijf. Daarachter ligt een magazijn van 11.000 vierkante meter. Per jaar worden daar zo’n vijfhonderd containers tuinmeubelen afgeleverd. Als groothandel levert Wolf vooral aan Europa, maar ook daarbuiten. „We hebben zes eigen merken, dat is onze kapstok. Ze worden gemaakt in een fabriek in Indonesië die voor 28 procent ons eigendom is. Vijftien jaar geleden reisde ik samen met mijn vader voor het eerst naar het Midden-Oosten. Voordat we betrouwbare partners vonden, zijn we wel een paar keer flink op ons bek gegaan.

Hadden we bruine meubelen besteld, kwamen er twaalf containers met oranje sets.”

Hij leert nog steeds van zijn reizen naar verre oorden. Zoals onlangs, toen hij op een grote tuinmeubelbeurs in Saoedie-Arabië stond met zwarte en donkerbruine tuinmeubelen die hier momenteel erg in zwang zijn. „Er valt daar overal fijn zand neer en dat zie je veel te goed op die tinten. Alleen licht gekleurd meubilair is geschikt voor die markt, maar daar kom je pas achter als je er bent.”

In Zuid-Europese landen levert hij vooral aan horeca-exploitanten. „Ze hebben er geen tuincultuur zoals hier. Als de zon maar even schijnt, zitten Nederlanders in de tuin. De tuinmeubelen worden steeds mooier. Daar zijn we behoorlijk in doorgeslagen. Deze zomer is het outdoor cooking een trend. Hoeveel van die verplaatsbare keukens ik al niet verkocht heb.”