ecoTips December 2019 on renewable energy and sustainable investing

Page 1

TRENDS in SUSTAINABLE BUSINESS

ENERGIE CO2-taks, een noodzakelijke taks in duurzaam ondernemen WKK in Vlaanderen, een stand van zaken Duurzaam beleggen wint aan belang

ecoTips 19.04 - Jaargang 24, nummer 4 (okt/nov/dec 2019)


Da’s logisch. PMD sorteren op het werk ook.

PMD sorteren is makkelijk, goed voor het milieu en bovendien verplicht. De werkvloer heeft een eigen logica. Maar het meest logische is PMD sorteren, net zoals thuis. Begin ermee en krijg een welkomstpremie. Meer info en voorwaarden op desorteerwinkel.be


Is Europa het innovatiecontinent dat als eerste CO2-neutraal wordt? Vier jaar geleden werd de COP21-bijeenkomst in Parijs een onverhoopt succes. Ik herinner me een voorafgaand congres in Italië waar de verschillende sprekers toen erg pessimistisch waren (tip: lees na in de decembereditie van ecoTips 2015): het klimaatakkoord van Parijs zou nooit goedgekeurd worden tijdens de COP-bijeenkomst. Maar het gebeurde toch en daarmee was een eerste grote stap in de goede richting gezet. Ondertussen weten we, net als Willem Elsschot, dat tussen droom en daad wetten in de weg staan en (veel) praktische bezwaren. Bovendien zijn de toezeggingen onvoldoende om de klimaatopwarming onder de 2°C te houden. Sommige landen hebben hun toezeggingen alweer ingetrokken of afgezwakt. Maar Europa neemt de vlucht vooruit. De verklaring van de nieuwe Commissievoorzitter, Ursula von der Leyen, liegt er niet om: Europa wil het eerste klimaatneutrale continent worden. In een paar jaar tijd is er in de hoofden van velen toch heel wat veranderd. Nu moet de theorie in praktijk worden omgezet. Laten we hopen dat de maatregelen in Europa sporen met de taal die er gesproken wordt. Het is alleszins een positief signaal: in het klimaatdebat wordt er doorgaans vooral naar andere landen, volkeren en continenten gewezen die het nog slechter doen. Dit is dan meteen een verantwoording waarom we zelf de eerste stap niet hoeven te zetten. Maar Europa spreekt nu een andere taal. Het doel om in 2050 klimaatneutraal te zijn, wordt uitgebreid met een bijkomend doel: we willen eerst zijn! In de curve van de innovatiespreiding brengt dit Europa in één klap in de categorie van de ‘innovators’. Dit zou een stimulans moeten zijn voor andere landen en continenten om snel te volgen zodat ook de segmenten van de ‘early adopters’ en de ‘early majority’ gevuld

geraken. Op die manier wordt het ook een competitief voordeel ten opzichte van de ‘laggards’ die enkel zullen volgen wanneer er geen andere weg meer is. In de beleggingswereld beginnen ze het alvast te begrijpen. Er komen steeds meer duurzame beleggingsmogelijkheden en recent kunnen beleggingsproducten in België een duurzaamheidscertificaat krijgen. Dat zal ervoor zorgen dat het geld weggetrokken wordt uit de niet-duurzame sectoren zodat deze automatisch tot transitie moeten overgaan, of ze zullen verdwijnen. Hoewel we nog maar aan het begin van de financiële transitie staan, ben ik toch hoopvol. We zijn nog tien jaar verwijderd van de eerste mijlpaal van 2030, waarbij Europa de broeikasgassen met 40% wil verminderen ten opzichte van 1990, gaat voor 32% hernieuwbare energie en een verbetering van minstens 32,5% energie-efficiëntie. In het licht van COP25 werden deze doelstellingen zelfs nog aangescherpt. Ik hoop dat we de komende tien jaar in ecoTips die evolutie kunnen meevolgen en het succesverhaal kunnen neerschrijven. In 2020 zullen we alleszins ons uiterste best doen om terug te blikken op het verleden en vooruit te kijken naar 2030. ecoTips wordt immers 25 jaar in 2020, een ideale positie om een tussentijdse balans in duurzaam ondernemen op te maken. Fijn eindejaar en een duurzaam 2020 gewenst! Hoofdredacteur

Cover door Jan Van Craesbeeck (VIZOOG) Het achterliggende idee van dit beeld is: beleg geld zo duurzaam mogelijk.

energie - ecoTips 19.4

03


ecoTips wordt samengesteld op basis van gegevens beschikbaar binnen de wetenschappelijke, technologische en juridische actualiteit op datum van het ter perse gaan. De uitgever neemt geen verantwoordelijkheid voor informatie waarvan blijkt dat zij onvolledig, niet meer actueel of achterhaald is. De uitgever en de auteurs kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor geschillen of schade, van welke aard ook, die het gevolg zijn van handelingen of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie.

ecoTips magazine verschijnt 4 keer per jaar in print en digitaal Abonnees krijgen bovendien extra artikels digitaal toegestuurd Maart 2020 - Klimaat & Omgeving Focus op klimaatcompartimenten water, land, bodem, lucht en geur Juni 2020 - Ecoknowledge & Opleidingen Focus op kennis, opleidingen, netwerken, innovatie en ecodesign September 2020 - Bedrijf & Maatschappij Focus op circulaire economie, ecofinance, materialen, MVO December 2020 - Energie & Innovatie Focus op energie, mobiliteit en slimme technologie

10

Werkten mee aan deze editie Valérie de Groote – INDEA, Michael Wagemans – iPropeller, Jörg Baeten – Cogen, Valipac, Thomas Verjans, Siem de Ruijter – UCLL, Kathleen Bosteels – Responsible Office, Paper Chain Forum, Hilde De Wachter Kaftontwerp VIZOOG Fotografie Hilde De Wachter, Cogen, Werner & Mertz, Siem de Ruijter Vormgeving Ken Moens, Drukkerij Verspecht, Londerzeel Hoofdredactie & Online redactie Hilde De Wachter Abonnementen Pergamino bvba info@ecotips.org +32 (0)13 29 46 04

Advertenties, publiciteit en partnerships Hilde De Wachter hilde.dewachter@ecotips.org +32 (0)491 377 377 Verantwoordelijke uitgever: Pergamino Hilde De Wachter Steenweg Diest 4 3271 Scherpenheuvel-Zichem

20 29

ecoTips 19.4 - energie

Adviesraad Raf Bouckaert, HSEQ Expert Peter De Bruyne, M-tech Karel Gemmeke, VAL-I-PAC Evert Vermaut, Vinçotte Kris Merckx, Sertius Filip Raymaekers, Profex Guido Redant, Stichter ecoTips Dirk Reynaert, Bureau Veritas Joerdi Roels, QUESS Philippe Tavernier, POM

Een ecoTips abonnement kost 65 euro (incl. btw) en omvat 4 edities van ecoTips magazine (online en in print), online toegang tot extra artikels en achtergrondinformatie. Overschrijven doe je op ING
IBAN: BE28 3350 3225 9620; SWIFT / BIC: BBRUBEBB

12

04

COLOFON

Drukkerij Verspecht springt bewust om met natuurlijke grondstoffen en vertaalt dit in de praktijk door het gebruik van bio-inkten, FSC-papier, en een 100% chemieloze prepress. Meer info: verspecht.be


ecoTips december 2019 ENERGIE

03 Intro: Is Europa het innovatiecontinent dat als eerste CO2-neutraal wordt?

19 Cijfers ingezameld bedrijfsafval in België 20 Dossier duurzaam sparen en beleggen

07 Ecopinie: Michael Wagemans – De weg naar een klimaatneutrale en duurzame samenleving in Vlaanderen

28 Responsible Office, facilitator voor duurzaam aankopen in overheden en bedrijven

08 De CO2-taks: een noodzakelijke taks voor CO2

30 CO2-impact van papierproductie in kaart gebracht

10 WKK in Vlaanderen, een stand van zaken 12 Werner & Mertz wint Greener Packaging Award 14 Werken rond thema energie met de Sustatool 15 Mediaplanner ecoTips 2020 – ecoTips viert 25ste verjaardag

ECOR EPOR TAGE EN ECOK LIK ZIJN PUBL ICITA IRE FORM ULES

Trots op onze partners in duurzaamheid

Uw logo en contactgegevens hier? Neem contact op met ecoTips!

INDEA ENERGIE ADVISEURS

SUSTATOOL

Spaarzaamheidstraat 2A 9300 Aalst Tel: 0479 / 239 009 valerie.degroote@indea.be www.indea.be

Koning Albert-II laan 35 1030 Brussel Tel +32 (0)2 553 43 52 info@mvovlaanderen.be www.sustatool.be

PAPER CHAIN FORUM

THE SHIFT

Marsveldplein 2 1050 Elsene Tel: +32(0)2 626 98 29 info@paperchainforum.org paperchainforum.org

Hoogstraat 139 1000 Brussel Tel: +32 (0)2 503 54 18 hi@theshift.be theshift.be

PROFEX

VAL-I-PAC

Tel: 0800 59 002 info@profex.be www.profex.be

RESPONSIBLE OFFICE Bruyndonckxstraat 31, 1780 Wemmel Tel. +32 (0)477 56 43 65 info@responsible-office.be www.responsible-office.be

OMGEVING | BODEM | ENERGIE

Koningin Astridlaan 59A bus 11, 1780 Wemmel Tel. +32 (0)2 456 83 10 info@valipac.be www.valipac.be

WERNER & MERTZ PROFESSIONAL BENELUX Drève Richelle 161 K box 29 1410 Waterloo Tel: +32 (0)2 352 04 00 infoS@werner-mertz.com www.wmprof.com

SUSTATOOL


www.m-tech.be www.m-tech.be

BRUGGENBOUWERS BruggenBouwers Onze expertise TUSSEN MILIEU EN – Omgevingsvergunningen tussen milieu en – Milieuadvies ONDERNEMERSCHAP – Milieucoördinatie

ondernemerschap

– Milieueffectrapport – Veiligheidsrapport – Natuur

Onze expertise

Vestigingen Hasselt - Brussel - Gent - Namen - Roermond

– Omgevingsvergunningen – Milieuadvies – Milieucoördinatie

– Milieueffectrapport – Veiligheidsrapport – Natuur

9/05/18 17:16 Vestigingen

m-tech_BE_2018_adv245x90_ecotips_vs01.indd 1

Hasselt - Brussel - Gent - Namen - Roermond

m-tech_BE_2018_adv245x90_ecotips_vs01.indd 1

9/05/18

Onze expertise – Omgevingsvergunningen – Milieuadvies – Milieucoördinatie

– Milieueffectrapport – Veiligheidsrapport – Natuur

Vestigingen Hasselt - Brussel - Gent - Namen - Roermond

m-tech_BE_2018_adv245x90_ecotips_vs01.indd 1

9/05/18 17:16

Bedrijfszeker Bedrijfszekermilieumilieu-en enveiligheidsadvies veiligheidsadvies • Remy-Toren, • Remy-Toren, Vaartdijk Vaartdijk 3 bus 3 bus 202, 202, 3018 3018 Wijgmaal Wijgmaal (Leuven). (Leuven). TelTel (016) (016) 3131 7070 8080 • Deinsesteenweg • Deinsesteenweg 114, 114, 9031 9031 Drongen Drongen (Gent). (Gent). TelTel (09) (09) 321 321 7777 8080 • Avenue • Avenue Alexander Alexander Fleming Fleming 12,12, 1348 1348 Louvain-la-Neuve, Louvain-la-Neuve, TelTel (010) (010) 2323 7979 3030

Gille Gille Van Van Burm Burm Vangeenberghe Vangeenberghe && Partners Partners

www.sertius.be www.sertius.be • info@sertius.be • info@sertius.be Juridisch Juridisch advies advies – Bodemonderzoek – Bodemonderzoek enen -sanering -sanering – OVR– OVRSWA-VR SWA-VR – – Managementsystemen Managementsystemen (ISO (ISO 14001, 14001, ISO ISO 45001,…) 45001,…) – Interne – Interne audit audit – MER – MER – – Milieucoördinator Milieucoördinator – Due – Due Diligence Diligence – Ruimtelijke – Ruimtelijke ordening ordening – Omgevingsadvies – Omgevingsadvies – – Technische Technische enen haalbaarheidsstudies haalbaarheidsstudies (water, (water, lucht) lucht)


De weg naar een klimaatneutrale en duurzame samenleving in Vlaanderen

H

et klimaat is de laatste weken uitdrukkelijk aanwezig in het publiek debat. Enkele weken geleden was er de Klimaattop van de Verenigde Naties en de wereldwijde klimaatweek. Er was het nieuws dat de Europese Investeringsbank zich wil ontpoppen tot ‘klimaatbank’ met als ambitie de volgende tien jaar 1.000 miljard aan leningen te verstrekken om de overgang naar duurzaam energieverbruik mogelijk te maken. Verder nog: de oproep van de klimaatactivisten Extinction Rebellion om de tuinen van het Koninklijk Paleis te bezetten als vreedzame verzetsactie ten bate van het klimaat en de open brief van ‘Docs for Climate’ waarmee bijna 1.000 artsen eisen dat België klimaatneutraal wordt. Ook het Vlaams Regeerakkoord stelt de omslag naar een klimaatneutrale en duurzame samenleving voorop. Het valt op dat de nieuwe Vlaamse Regering hierbij kiest voor een duidelijke marsrichting: de vele uitdagingen op het gebied van duurzaamheid aanpakken via ondernemerschap en innovatie. Dat is op zich niet verkeerd, mits Vlaamse bedrijfsleiders klaar en bereid zijn om dit daadwerkelijk te doen. Om dit te weten te komen, is het onlangs verschenen rapport van de Global Compact van de Verenigde Naties, The Decade tot Deliver - CEO Study on Sustainability, een goede bron. De VN Global Compact is een initiatief dat bedrijven over de hele wereld oproept om hun strategieën en activiteiten op één lijn te brengen door middel van een aantal fundamentele principes, zoals mensenrechten, degelijke arbeidsvoorwaarden en anti-corruptie. Het rapport presenteert resultaten van diepteinterviews over duurzaamheid met een aantal vooraanstaande bedrijfsleiders. In de lijst vinden we een aantal bekende CEO’s met een link met België, zoals Carlos Brito van AB InBev en JeanFrançois van Boxmeer van Heineken. Het cijfermateriaal leert dat duurzaamheid volgens de overtuiging van 99% van de indervraagde CEO’s een belangrijke invloed zal hebben op het toekomstig succes van hun bedrijven, maar dat actie op het terrein

beperkt is tot een relatief kleine groep van grote ondernemingen. Een voorbeeld is Unilever, wiens nieuwe CEO Alan Jope wordt geciteerd: “Er bestaat bij ons geen onderscheid tussen bedrijfsstrategie en duurzaamheidsstrategie ... ze zijn volledig geïntegreerd.” Hiertegenover staat dat de meeste bedrijfsleiders er niet in slagen de goede intenties inzake duurzaamheid om te zetten in actie: slechts 21% van CEO’s meent dat bedrijven een voldoende bijdrage leveren aan het implementeren van duurzaamheidsprincipes ten bate van ecologische een sociaal-economische uitdagingen. Zo zegt Rolf Martin Schmitz, CEO van het Duitse nutsbedrijf RWE: “Jammer genoeg blijft het vaak bij woorden wanneer het gaat om duurzaamheid.” De vraag stelt zich dan wat bedrijfsleiders tegenhoudt om duurzaamheid op een meer doorgedreven manier aan te pakken. De topmanagers wijzen hier naar zogenaamde “structurele condities”, zoals politieke onzekerheid (42%) en de aanhoudende wrijvingen tussen landen inzake vrijhandel (35%). Dat is een onverwacht antwoord. Hoewel iedereen zal erkennen dat we in ‘onzekere tijden’ leven, lijkt de volatiliteit vandaag niet anders en/of meer uitgesproken dan bijvoorbeeld tien jaar geleden, in het zog van de financiële crisis. Opmerkelijk zijn evenwel de CEO’s die verwijzen naar klassieke bedrijfsomstandigheden als belemmering: onvoldoende financiële middelen (63%), druk vanuit kostenefficiëntie (55%) en wijzigende strategische prioriteiten (43%). Dit is een belangrijke vaststelling: Duurzaamheid wordt vandaag nog altijd beschouwd als iets dat relatief ver staat van de ‘echte bedrijfsvoering’. Het wordt niet gepercipieerd als aandrijver van groei en winst. En bijgevolg onvoldoende verbonden met succesvol ondernemen en innoveren. Is duurzaamheid na al die jaren dan nog steeds een idee waarvoor de tijd niet rijp is?

Persoonlijke duurzaamheidsovertuiging Het rapport biedt een aantal hoopvolle inzichten. Meer specifiek het feit dat een meerderheid van CEO’s (85%) zich persoonlijk aangesproken voelt om zijn/haar organisatie veel verder te laten evolueren in de richting van duurzaam ondernemen en innoveren. Een grote groep (62%) is zelfs bereid om hun verloning te laten afhangen van de prestaties van het bedrijf op het gebied van duurzaamheid. Die ‘persoonlijke duurzaamheidsovertuiging’ – bedrijfsleiders die overtuigd zijn dat duurzaamheid goed is voor hun zaak – is belangrijk. Eerst en vooral omdat ‘het goede voorbeeld geven’ en ‘de daad bij het woord voegen’ een platform creëert binnen organisaties om de duurzaamheidsagenda verder te zetten. Daarnaast iets dat nog belangrijker is, namelijk de persoonlijke overtuiging om met authenticiteit positieve veranderingen binnen organisaties door te voeren. Immers, met de businesscase-logica alleen kan je geen harten veroveren. Topmanagers moeten zich dus meer durven vereenzelvigen als personen met duurzaamheid, ook in Vlaanderen. De richtinggevende vraag is: ‘Hoe dragen zowel mijn job als de activiteiten van mijn onderneming bij aan de samenleving?’. Indien Vlaamse topmanagers die omslag maken, dan is de kans reëel dat we de komende jaren via ondernemerschap en innovatie belangrijke stappen kunnen zetten richting een klimaatneutrale en duurzame samenleving.

Michael Wagemans Managing Partner iPropeller en Professor Sustainability aan Hult International Business School (Londen)

energie - ecoTips 19.4

07


De CO2-taks: Een noodzakelijke prijs voor CO2 Tekst: Valérie de Groote, Indea bvba Het klimaatakkoord van Parijs is in de praktijk slechts een minimumvereiste om de klimaatopwarming te beperken tot maximaal 2°C. Maar het moet beter. Het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) raadt aan te streven naar een maximale opwarming van 1,5°C. In de praktijk betekent dit dat de wereldwijde emissies tegen 2050 naar netto zero moeten. Afhankelijk van hoe snel we afstappen van fossiele brandstoffen, zal verdere compensatie en afvangen van CO2 uit de atmosfeer nodig zijn. In de veronderstelling dat ontwikkelingslanden nog recht hebben op een zekere verhoging van hun emissies (voor verdere welvaartsgroei), betekent dit dat Europa al sneller de fossiele kraan zal moeten dichtdraaien. e ommekeer die nodig is om dit te bereiken, is niet evident. Onze economie wordt vandaag gevoed door een infuus van fossiele brandstoffen en grondstoffen. Een transitie is nodig, terwijl nog niet duidelijk is hoe onze maatschappij er in 2030, of in 2050 zal uitzien … Of zoals Greta Thunberg het zegt: “we beginnen vandaag te bouwen aan de funderingen van een kathedraal, maar we weten nog niet hoe het plafond er zal uitzien”.

D

Meer energie-efficiëntie en meer hernieuwbare energie zijn in ieder geval zekerheden. Voor het dichten van de overblijvende kloof tussen de vraag en het aanbod van duurzame productie rekenen we op innovatieve technologieën die momenteel (in het beste geval) nog in hun kinderschoenen staan. Drie parallelle transitiepaden Al zijn de details nog niet uitgewerkt, toch kunnen we al enkele contouren onderscheiden in de schetsen die vandaag voorliggen. Het pad kent ruwweg drie parallel te bewandelen pistes

(vrij naar Ecofys: “Chemistry for Climate: Acting on the need for speed”): Circulariteit en biogebaseerde bedrijven Door kringlopen te sluiten dalen de CO2emissies uit grondstoffen. Streven naar hogere circulariteit wordt de drijfveer van alle nieuwe productontwikkeling. Het vervangen van fossiele grond- en brandstoffen door biogebaseerde koolstof is een alternatief om de restvraag in te vullen. Elektrificatie en waterstof Dat het elektriciteitsverbruik zal stijgen, staat vast. Elektriciteit wordt de vervanger bij uitstek voor fossiele brandstoffen in (personen)mobiliteit en belangrijke verwarmingstoepassingen (denk aan warmtepompen voor particuliere en industriële toepassingen). In combinatie met vraagsturing worden zelfs elektrische boilers in specifieke gevallen een interessant alternatief. Bij hogere productie van (intermitterende) hernieuwbare energie, komen waterstof en andere energiedragers die energie (tijdelijk) kunnen opslaan in het vizier. Industriële toepassingen, productie van chemische bouwstenen en elektriciteitsopwekking zijn de belangrijkste toepassingen van deze waterstof. Opgeschoonde fossiele brandstoffen Om de kloof tussen energie-efficiëntie en hernieuwbare energie te dichten, is naast al dan niet ingevoerde waterstof en andere energiedragers (nucleair?) voor aardgas nog een tijdelijke rol weggelegd. Afvangen van CO2, bijvoorbeeld uit de rookgassen van een STEG-centrale, is dan aangewezen. Deze CO2 kan van nut zijn als bouwsteen voor de chemie of – in combinatie met waterstof - bij de productie van methanol. In dat geval spreekt met van CCU (Carbon Capture & Utilisation). wanneer de CO2 na compressie ondergronds opgeslagen wordt, spreekt men van CCS, Carbon Capture & Storage.

Door te werken met een interne CO2-taks, kan je met dat gereserveerde bedrag extra investeringen in energiebesparende maatregelen doen

08

ecoTips 19.4 - energie

Richting voor uw bedrijf Bovenstaande paden definiëren maatschappelijke keuzes, en onrechtstreeks ook de strategie voor bedrijven. Met een tijdshorizon van 10 jaar, kunnen hieruit volgende strategieën voor uw bedrijf gedestilleerd worden: · Denk circulair · Produceer hernieuwbaar waar mogelijk · Overweeg elektrificatie waar zinvol · Ga voor energie-efficiëntie en hanteer een interne CO2-prijs. Een prijs op CO2 We gaan wat dieper in op het vierde advies: de interne CO2-prijs. Hoewel de Vlaamse Regering beslist heeft momenteel nog geen CO2-taks te heffen, bestaat de kans dat een CO2-taks er vroeg of laat komt voor bedrijven die niet onder de Europese emissiehandel (ETS) vallen. Een dergelijke taks is gestoeld op het principe ‘de vervuiler betaalt’, waarbij de externe milieukosten ten gevolge van CO2emissies geïnternaliseerd worden door een prijs te plakken op CO2. Effect op uw bedrijf Het effect van een verrekening van CO2 op uw bedrijfsvoering hangt af van verschillende factoren. De belangrijkste zijn: (1) het bedrag van de CO2-taks; (2) het brandstofverbruik van uw bedrijf (aardgas, gasolie, diesel, …); (3) het elektriciteitsverbruik van uw bedrijf en (4) de oorsprong van de verbruikte elektriciteit. We maken hierbij een abstractie van de door het bedrijf aangekochte grondstoffen, maar men moet er zich bewust van zijn dat ook hierin de prijs van CO2 meetelt, namelijk pro rata de koolstofintensiteit van de productie. Elektriciteit Producenten van elektriciteit op basis van fossiele brandstoffen zijn momenteel al deel van het Europese emissiehandelssysteem EU-ETS. Zij krijgen binnen dit kader geen kosteloze toewijzing van emissierechten. Dit betekent dat zij CO2-emissierechten moeten aankopen en dus ook doorrekenen aan hun klanten. Afhankelijk van de brandstofmix bij uw leverancier (nucleair, aardgas, steenkool, zon, wind, …) betaalt u dus nu al voor de overeenkomstige CO2-emissies. Onderstaande grafiek geeft het aandeel weer voor de CO2-kost in de totale kostprijs voor


elektriciteit. Het voorbeeld werkt met een elektriciteitskost van 90 EUR/MWh (all-in). De simulatie hanteert een CO2-prijs van respectievelijk 25 EUR/ton CO2, 50 EUR/ ton CO2 en 100 EUR/ ton CO2. Er werd uitgegaan van de gemiddelde brandstofmix in Vlaanderen in 2016, met een uitstoot van 257 kg CO2/MWh. Bij een CO2-prijs van 25 EUR/ton maakt CO2 dan 7% uit van de kost voor elektriciteit (zie grafiek hieronder). Brandstoffen Op de brandstoffen die u aankoopt, worden - als uw bedrijf niet onder EU-ETS valt – momenteel nog geen emissiekosten aangerekend. Dit zou wel het geval kunnen

zijn bij de invoering van een CO2-taks. Deze taks verhoogt de prijs van de brandstof, waardoor brandstofbesparende maatregelen sneller rendabel worden. Onderstaande grafiek geeft de invloed weer op de aardgasprijs van 35 EUR/MWh, bij een CO2- taks van respectievelijk 10, 25, en 50 EUR/ton CO2 (zie grafiek hieronder). We zien dat de aardgaskost bij een taks van 10 EUR/ton stijgt met 5%. Wanneer we rekenen met 25 EUR/ton, bedraagt de stijging 11%. Hoe kunnen wij hiermee omgaan? Dat een CO2-taks er vroeg of laat komt, lijkt vast te staan. Wellicht wordt deze op middellange termijn ingevoerd als een bijkomende taks op

uw brandstoffactuur. U kan daar vandaag op twee manieren al op anticiperen. De eerste manier is door uw CO2-voetafdruk te bepalen en deze vandaag al te compenseren. Dit kan door certificaten aan te kopen bij hierin gespecialiseerde bedrijven zoals bijvoorbeeld CO2-logic. De door u betaalde compensaties worden dan geïnvesteerd in projecten die CO2-emissies vermijden, meestal in ontwikkelingslanden. Een tweede manier is door te werken met een interne CO2-prijs. Daarbij legt u uzelf bij manier van spreken nu reeds een CO2-taks op. Het totaalbedrag van de interne CO2-kost reserveert u dan om extra investeringen te doen in energiebesparende maatregelen. U wint in dat geval tweemaal: enerzijds omdat u een energie- en dus kostenbesparing realiseert, anderzijds omdat u dezelfde energiebesparende maatregel over een aantal jaar wellicht toch verplicht zal moeten uitvoeren. In Nederland is er al wetgeving die bedrijven verplicht maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren. Dergelijke maatregelen komen eraan, in de vorm van een CO2-taks of op een andere manier. Door de (momenteel) minder rendabele maatregelen nu al uit te voeren begint u nu dus reeds te besparen. Maatregelen met een terugverdientijd van 2 jaar of meer kunnen bovendien in aanmerking komen voor subsidies van Fluvius of Elia, en genieten een verhoogde investeringsaftrek. Besluit: Een CO2-taks wordt onvermijdelijk waardoor energie-efficiëntie nog belangrijker wordt. Neem vandaag al voorsprong en bekijk energiebesparende investeringen over een termijn tot 10 jaar. Zo plukt u vandaag al de vruchten van maatregelen die u anders over enkele jaren toch zal moeten nemen ...

Als bedrijf hanteer je best de volgende strategieën • Denk en handel circulair • Produceer hernieuwbaar waar mogelijk • Overweeg elektrificatie waar zinvol • Ga voor energie-efficiëntie en hanteer een interne -prijs. meer dan CO een klassiek advocatenkanto 2

Marlex is Architects, een partner voor ondernemingen met gezo

Ons team is multidisciplinair samengesteld waar zijn/haar eigen expertise beschikt.

Marlex is meer dan een klassiek advocatenkantoor. Wij zijn Legal Architects, een partner voor ondernemingen met gezonde ambitie.

Het team ‘Omgeving’ binnen Marlex begeleidt u bij de

Ons team is multidisciplinair samengesteld waarbij eenieder over zijn/ van het omgevingsrecht: haar eigen expertise beschikt.

www.marlex.be

Dirk 23 23 – 8200 Brugge DirkMartensstraat Martensstraat – 8200 Brugge Tel.: 050/83 20 38 – Fax: 050/83 20 36

Tel.: 050/83 20 38 – Fax: 050/83 20 36 advocatenkantoor@marlex.be

advocatenkantoor@marlex.be

Het team ‘Omgeving’ binnen Marlex begeleidt u bij decomplexe materie • Bodem en materialen van het omgevingsrecht: • Overheidsopdrachten en -contracten • Bodem en materialen • Overheidsopdrachten en -contracten • Argrarisch recht & pacht • Argrarisch recht & pacht • Handhaving • Handhaving • Onteigeningen • Onteigeningen • Hernieuwbare• energie Hernieuwbare energie Dankzij onze multidisciplinaire samenwerking binnen het kantoor, hebben weDankzij ook expertise de fiscale en burgerrechtelijke aspecten van onzeinmultidisciplinaire samenwerking binnen deze domeinen. we ook expertise in de fiscale en burgerrechtelijke

domeinen.

h


WKK in Vlaanderen: een stand van zaken Tekst en beeld: Jörg Baeten, Cogen Vlaanderen Jaarlijks stelt het Vlaams Energieagentschap een WKK-inventaris op met een overzicht van het opgesteld vermogen aan WKK-installaties, de verdeling over technologieën en sectoren, en de besparing die door het WKKpark werd gerealiseerd. De cijfers voor 2018 zijn recent gepubliceerd in de Energiebeleidsnota 2019-2024. COGEN heeft de belangrijkste resultaten en trends even voor ons op een rijtje gezet. De K van kracht e ‘kracht’ in warmtekrachtkoppeling heeft een dubbele betekenis, enerzijds één van elektriciteitsopwekking en anderzijds een mechanische. De mechanische WKK’s zijn ingewerkt in industriële processen. Deze produceren geen elektriciteit maar wel mechanische kracht die installaties zoals pompen of compressoren rechtstreeks aandrijven. Hoewel ze dus niet aan het elektriciteitsnet zijn gekoppeld, vervangen ze wel een elektrische aandrijving terwijl ook de

D

warmteontwikkeling nog nuttig gebruikt wordt. In Vlaanderen zijn deze installaties goed voor een opgesteld mechanisch vermogen van ongeveer 155 MW en realiseren ze een primaire energiebesparing van 2,8 TWh. Toch verstaat men onder WKK’s in Vlaanderen vooral de gelijktijdige productie van warmte en elektriciteit. WKK, de efficiënte motor achter de Vlaamse energievoorziening Het totaal opgestelde elektrisch vermogen aan WKK in Vlaanderen bedroeg eind 2018 maar liefst 2.196 MW. Ter vergelijking: dit is meer dan het totale elektrisch vermogen van Doel 3 en 4 samen. Deze WKK’s produceerden vorig jaar samen in totaal 11,8 TWh aan elektriciteit, goed voor 20% van het Vlaams bruto binnenlands elektriciteitsgebruik. Dankzij het nuttig gebruik van de warmte realiseerde WKK een primaire-energiebesparing van 8,5 TWh of gemiddelde brandstofbesparing van 23,1% ten opzichte van de klassieke gescheiden productie van warmte en elektriciteit. Samen met de mechanische WKK’s werd dus een totale primaire energiebesparing van ca. 11,3 TWh gerealiseerd.

Om dit getal in perspectief te plaatsen: 11,3 TWh primaire energie is voldoende om meer dan 1 500 000 Vlaamse gezinnen van elektriciteit te voorzien. Om het nog concreter te maken, stel dat er geen WKK in Vlaanderen zou zijn, dan zou een dergelijke energiebesparing gerealiseerd kunnen worden door bij 1 100 000 gezinnen een fotovoltaïsche (PV) installatie van 5 kW op hun dak te plaatsen, of door ongeveer 1100 windturbines te plaatsen, bijna het dubbele van wat er vandaag reeds in Vlaanderen on shore beschikbaar is. Voor deze berekeningen werd rekening gehouden met de volgende parameters: gemiddeld elektrisch verbruik per gezin van 3500 kWh, PV: 1000 kWh per kW , Wind: 2090 vollasturen op een gemiddeld vermogen van 2,35 MW / turbine, Omrekenen elektriciteit: PE-factor van 2. piek,

e

WKK, meer met minder De primaire energiebesparing die WKK elk jaar realiseert, zorgt er niet enkel voor dat we minder fossiele brandstoffen uit het buitenland moeten importeren, maar ook dat er minder brandstof verstookt moet worden en bijgevolg dat er heel wat minder CO2 wordt uitgestoten. Voor 2018 komt dit op een CO2-besparing van maar liefst 2 000 000 ton, wat overeenkomt met 1 200 000 minder auto’s op onze wegen – liefst 20% van het huidige Belgische wagenpark

In de industrie bevindt zich de grootste WKK-capaciteit (turbine van E.ON bij Promat)

10

ecoTips 19.4 - energie


MW

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

TURBINES

1415

1477

1525

1530

1542

1511

1510

1510

1451

1459

1470

Industrie

1356

1418

1466

1466

1478

1447

1446

1446

1387

1395

1406

- ETS

nb

nb

nb

nb

nb

1174

1189

1189

1195

1246

1258

- niet-ETS

nb

nb

nb

nb

nb

273

258

258

192

149

149

Tertiair

58

58

58

58

58

58

58

58

59

59

59

- afval

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

0

0

0

6

6

6

6

6

6

6

6

294

350

430

464

504

530

561

597

637

655

725

Industrie

65

61

58

73

61

60

61

65

76

77

85

- ETS

nb

nb

nb

nb

nb

29

33

35

44

48

49

- niet-ETS

nb

nb

nb

nb

nb

31

27

30

32

29

36

23

26

52

59

74

80

84

95

106

99

104

Landbouw MOTOREN

Tertiair - afval Landbouw Residentieel TOTAAL

13

11

37

29

30

31

33

33

31

27

25

205

263

320

332

369

390

416

436

454

478

537

0

0

0

0

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,2

0,3

1708

1827

1954

1994

2045

2041

2071

2107

2088

2114

2196

Een veelheid aan technologieën en toepassingen Motoren vertegenwoordigen het merendeel in aantal van de installaties in Vlaanderen, maar als het op geïnstalleerd vermogen aankomt, winnen de STEG’s (gasturbine in combinatie met stoomturbine). Die combineren elektriciteitsopwekking met de levering van warmte in de vorm van proces-stoom. Het is dan ook in de industrie dat de grootste WKKcapaciteit zich bevindt. Tot en met 2011 kende het opgesteld vermogen aan turbines in Vlaanderen een constante groei, met maxima van 1542 MWe per jaar, maar sinds 2012 daalde dit geleidelijk naar 1459 in 2017. De meest recente gegevens tonen echter een nieuwe stijging van 1470 MWe verleden jaar. De reden van deze toename heeft veel te maken met de positieve spark spread in 2018 en de focus op energieefficiëntie. De spark spread is de verhouding tussen gemiddelde prijzen voor elektriciteit en gas. In 2018 steeg de elektriciteitsprijs sterker dan de gasprijs onder de impuls van hogere CO2 emissiekosten en werd er uitgegaan van een doorzetting van deze evolutie. Hierdoor nam het financiële rendement van de WKKs toe. Het vermogen van WKK’s met motoren blijft gestaag toenemen (van 294 MWe in 2008 naar 725 MWe in 2018) en dat in alle sectoren, zowel de traditionele sectoren als industrie en landbouw, maar ook steeds meer tertiair en residentieel. De groei in capaciteit is het grootst in de landbouwsector (vooral serreteelt waarbij ook de CO2 van nut is). Bovendien zijn deze WKK’s dankzij het gebruik van thermische buffers ook bij uitstek geschikt om flexibel uitgebaat te worden en aldus de

intermittente productie uit hernieuwbare bronnen als wind en zon op economische wijze aan te vullen. Het is echter in de residentiële sector dat de grootste stijging in aantallen te noteren valt. Na een periode van een status quo kende deze toepassing de afgelopen 2 jaar een significante groei, deze is quasi volledig te danken aan de introductie van de brandstofcel-micro-WKK’s. Wat de gebruikte brandstoffen betreft, is aardgas nog veruit de belangrijkste brandstof (80%), maar het aandeel WKKelektriciteit dat geproduceerd wordt op basis van hernieuwbare energiebronnen is reeds gestegen tot 9%.

Tabel 4 Evolutie van het operationeel elektrisch WKK-vermogen per sector en technologie (in MW)

En wat met WKK morgen? De cijfers voor 2019 zijn nog niet gekend, maar we verwachten een gelijkaardige situatie en eventueel zelfs een lichte groei voor dit jaar. Wat 2020 en de daaropvolgende jaren betreft, is het nog afwachten. Enerzijds is er de afname van de steun door de daling van de bandingfactoren en de plannen van de Vlaamse regering om het steunmechanisme voor WKK en groene stroom te herzien. Anderzijds zal de betrouwbaarheid en stuurbaarheid van WKK, in samenhang met haar energie-efficiëntie, een belangrijke meerwaarde zijn in een energiesysteem met een groeiend aandeel hernieuwbare energie. WKK vormt ook een perfecte tandem met warmtepompen en wordt een onmisbare component in warmtenetten en het inzetten van groen gas (biogas, bio-methaan, waterstof…) dat morgen beschikbaar zal zijn. Deze duurzame, maar wellicht ook waardevolle en schaarse brandstof, wordt best zo efficiënt mogelijk ingezet; bijvoobeeld in een WKK zodat er, naast elektriciteit, tegelijk aan de warmtebehoefte voldaan kan worden.

WKK-installatie in een ziekenhuisomgeving

Residentiële brandstofcellen kenden in aantal veruit de grootste groei binnen de WKK-toepassingen

energie - ecoTips 19.4

11


Werner & Mertz wint Greener Packaging Award Schoonmaakspecialist Werner & Mertz heeft in oktober 2019 de Greener Packaging Award gewonnen in Mechelen. Het bedrijf wint de prijs voor haar Well Feel-flessen, gemaakt uit 100% gerecycleerd plastic. De award is een samenwerking van Fost Plus, Valipack en Get Smart (In) Packaging.

W

erner & Mertz heeft de award voor de meest duurzame en innovatieve B2B-verpakking gewonnen op de Greener Packaging Awards in de Mechelse Nekkerhal tijdens de Empackbeurs. De jury bekroont zo het jarenlange werk van Werner & Mertz om hun producten volgens de principes van de circulaire economie te fabriceren en te verpakken. De manier waarop Werner & Mertz mensen aanzet om zelf duurzamer te leven, kon op veel bijval rekenen. Praktisch design beloond De jury loofde Werner & Mertz voor het praktische design met anti-slipfunctie van de Well Feel-flessen, de kleurcoderingsdop en het feit dat diezelfde dop niet vanzelf terug dichtklapt. Daarnaast kon het geïntegreerde meetsysteem, waarmee je kan zien hoeveel er nog in de fles zit, de jury bekoren. Werner & Mertz werd ook beloond voor het Leporellolabel dat vertaald werd in meer dan twintig talen en voor de vermindering van de uitstoot bij het ontwerpen van de flessen.

“Werner & Mertz zet al jarenlang in op een duurzame en circulaire productie van zijn producten. Het is fijn dat de jury ons daarvoor beloond. Zo hebben we het ‘Recyclate Initiative’ opgezet. Dat is een initiatief waar ook een educatieve website bij hoort die mensen thuis informeert over recycleren en duurzaamheid. Daarnaast is er ook een teller die laat zien hoeveel plastic flessen we zelf al gemaakt hebben uit oud gerecycled plastic. Ondertussen staat die teller al op meer dan 310 miljoen flessen”, zegt Chris De Vuyst, general manager Werner & Mertz Benelux. Veilig, ergonomisch en 100 procent recycleerbaar De jury van de Greener Packaging Awards was onder de indruk van het werk van Werner & Mertz en de flessen uit recycled plastic. De nieuwste flessen zijn honderd procent recycleerbaar, en worden ook gemaakt uit gerecycleerd plastic. Naast de duurzaamheid van de flessen heeft Werner & Mertz ook aan de veiligheid en het ergonomisch gemak van de gebruikers gedacht. “We vermijden met onze producten rechtstreeks contact met de vloeistof, en elimineren overmatig gebruik. De breedte van deze fles is speciaal smaller gemaakt en de fles heeft duidelijke ribbels aan de zijkanten zodat deze makkelijker hanteerbaar is. “ aldus Chris De Vuyst.

Benoit Lesgardeur, marketing manager van Werner & Mertz in België, toont de grondstoffen en het eindproduct

Dit jaar hebben de Greener Packaging Awards en de Get Smart (In) Packaging Awards voor het eerst hun krachten gebundeld in één wedstrijd. In totaal werden 9 awards uitgedeeld. De awards zijn een initiatief van Fost Plus, Valipack en Get Smart (In) Packaging en hebben als doel om innovaties te belonen op het gebied van duurzame en milieuvriendelijke verpakkingen. Meer informatie over het Recyclate initiative van Werner & Mertz kan u vinden op de site van We for Recyclates. Nog prijzen voor Werner & Mertz De CEO Reinhard Schneider, won in oktober in thuisland Duitsland ook een prestigieuze milieuprijs. Het gaat om de Milieuprijs van de Duitse Federale Stichting (DBU). De Europese fabrikant van duurzame schoonmaakproducten werd gekozen omwille van hun doorgedreven duurzaamheidsstrategie, de talrijke milieuinnovaties en hun ecologische producten. De prijs beloont bedrijven die écht het verschil maken en een voorbeeld zijn voor andere bedrijven en industrieën. Bij Werner & Mertz is duurzaamheid en milieuzorg verankerd in de bedrijfsstrategie.

12

ecoTips 19.4 - energie


Met tal van initiatieven voor duurzame ontwikkeling en milieubescherming geldt Werner & Mertz als “bedrijfspionier” op het terrein. Zo worden nieuwe verpakkingen vervaardigd uit gerecycleerd plastic, zijn de etiketten milieuvriendelijk en bedrukt met duurzame inkten, worden er meer en meer plantaardige grondstoffen van Europese origine gebruikt als alternatief voor de controversiële palm(pit)olie. Maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen voor het klimaat door kennisdeling De schoonmaakspecialist ziet het als zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid om kunststof consequent te recycleren in een circulair systeem. In 2012 richtte Schneider samen met andere bedrijven en niet-gouvernementele organisaties het ‘Recyclate Initiative’ op waar kennisdeling centraal staat. Het was een bewuste keuze van de CEO om de unieke processen voor kunstofrecycling openbaar te maken. Zo kunnen alle andere organisaties die willen meewerken aan een oplossing voor het wereldwijde plasticprobleem van de knowhow gebruikmaken. Een actuele studie toont immers aan dat het gebruik van hoogwaardige gerecycleerde materialen voor plastic meer dan 50 procent minder schadelijke broeikasgasemissies oplevert dan het gebruik van nieuwe korrels uit ruwe olie. Ondanks het feit dat de kosten van gerecycleerd plastic hoger liggen, wil Werner & Mertz bijdragen aan schonere oceanen én schonere lucht door verbranding te vermijden. In de loop van het jaar heeft het bedrijf al meer dan 300 miljoen flessen geproduceerd uit 100 procent gebruikt plastic. Sinds juli van dit jaar komen de flessen van de productielijn uit het nieuwe productiecenter van Werner & Mertz. Het is één van de grootste productiehallen voor gerecycleerde plastic flessen ter wereld.

gebouwen. Er werd onder andere gebruik gemaakt van gerecycleerd beton, een fotovoltaïsch systeem op zonne-energie en er zijn laadstations voor elektrische auto’s voorzien. Ook grondstoffen lokaal en duurzaam Het DBU looft Schneider vooral als pionier van de circulaire economie. Naast het doorgedreven gebruik van gerecycleerde materialen, gebruikt het ook in grote mate detergenten afkomstig uit Europese plantaardige bronnen als grondstof voor zijn Frosch en green care schoonmaakproducten. Al sinds 1986 heeft het bedrijf het gebruik van stoffen uit ruwe olie volledig geëlimineerd. Restanten van vlas, koolzaad en olijven die niet meer geschikt zijn voor consumptie worden gezien als de milieuvriendelijke alternatieven voor palmolie uit tropische gebieden. Het succes dat Werner & Mertz heeft met zijn klimaatvriendelijke initiatieven bewijst dat dit op lange termijn zowel ecologisch als economisch rendabel is.

Reinhard Schneider tijdens de rondgang in de nieuwe productie van Werner & Mertz in Mainz (Duitsland).

Bovendien is het gebouwd volgens de strengste certificatienormen voor ecologische

De nieuwe productiefaciliteit waar Werner&Mertz de verpakkingen uit gerecycleerde kunststoffen produceert

energie - ecoTips 19.4

13


Werken rond thema energie met de Sustatool Tekst: Hilde De Wachter De Sustatool is een werkinstrument dat gratis ter beschikking gesteld wordt door de Vlaamse overheid. Op welke manier kan je dit instrument gebruiken wanneer je wil werken rond het thema energie? Vertrouwd geraken met de Sustatool r zit heel veel informatie in de Sustatool. Om te beginnen moet je wegwijs geraken in de tool. Daarvoor zijn er een aantal video’s voorzien door MVO Vlaanderen. Deze vind je terug op de homepagina ww.sustatool.be . De thema’s: Wegwijs, Analyseer, Geef Richting, Concretiseer, Voer uit, Rapporteer.

E

Diegene die verantwoordelijk is voor de implementatie van de Sustatool in zijn onderneming, doet er goed aan deze video’s te bekijken. Er zitten heel wat interessante tips in. Aan de video’s zijn ook workshops verbonden. Deze kan je downloaden en zelf gebruiken in je organisatie. Voer een scan uit Duurzaam ondernemen omvat heel veel verschillende thema’s. Je wil deze misschien allemaal behandelen maar dat zal niet tegelijkertijd kunnen. De Sustatool-scan werd ontwikkeld ter ondersteuning van de Sustatool, een managementprocesaanpak in 5 stappen.De scan zorgt ervoor dat je op een toegankelijke manier een duidelijk beeld krijgt van de huidige

situatie van uw organisatie op het vlak van 15 duurzaamheidsthema’s. Dankzij de Sustatool-scan kan je vervolgens een volledig individualiseerbaar traject opzetten en duurzaamheidsacties complementair aan de werking van uw organisatie uitvoeren. Energie in de Sustatool De tool is opgebouwd in drie niveaus: product- en service excellence, operational excellence, organisational excellence. Niveau 2 omvat LEAN, energie, water- en sitebeheer, transport en milieu. Wil je rond energie werken, dan ben je hier op de juiste plaats. In het energieblok zitten namelijk nog 14 projecten met daaraan gekoppeld heel wat relevante acties. Zijn deze interessant voor jouw organisatie, dan voeg je ze met een simpele muisklik toe aan je eigen Sustatool. De 14 projecten zijn: 1. Consumptie vermijden 2. Energieopwekking 3. Energiezuinige constructie 4. Energiezuinige verwarming 5. Hernieuwbare energie 6. Monitoring 7. Optimaliseer de condensor 8. Optimaliseer koelruimten en -installaties 9. Persluchtoptimalisatie 10. Piekgebruik 11. Restwarmte 12. Stel energie-overschotten ter beschikking 13. Stoom 14. Verlichting

Niveau 2 omvat LEAN, energie, water- en sitebeheer, transport en milieu. Wil je rond energie werken, dan ben je hier op de juiste plaats.

Voorbeeld van de opbouw van het project Energieopwekking en de manier waarop je dit kan toevoegen aan je eigen Sustatool

14

ecoTips 19.4 - energie

Ook voor ledenorganisaties Je kan de Sustatool in je eigen organisatie gebruiken. Maar indien je lid bent van een ledenorganisatie, en deze interesse heeft in de tool, dan kan deze verfijnd worden op de activiteiten van de leden. Verschillende organisaties werken op deze manier met de Sustatool of denken erover deze manier van werken aan hun leden aan te bieden. www.sustatool.be


JA AR

Magazine over trends in duurzaam ondernemen

Mediaplanner

2020

EcoTips: Steenweg Diest 4 3271 Scherpenheuvel-Zichem +32 (0)13 29 46 04 www.ecotips.org info@ecotips.org

Contact: Hilde De Wachter +32 (0)491 377 377 info@ecotips.org energie - ecoTips 19.4

15


Platform, magazine, events ecoTips - Sinds 1995 hét magazine voor trends over milieu en duurzaam ondernemen Professionals met interesse in duurzaam ondernemen, MVO, circulaire economie, milieu, SDG, cleantech en innovatie, lezen al meer dan 20 jaar met veel interesse ecoTips. Voorbeelden uit de praktijk, diepgravende reportages, interessante interviews met spraakmakers, interpretaties van nieuwe wetgeving en normen, visies voor een duurzame toekomst, die lees je 4 keer per jaar in ecoTips magazine. Naast een dossier in elke ecoTips, besteedt het magazine aandacht aan een aantal vaste rubrieken. Abonnees kunnen hun ecoTips trouwens ook online lezen. De evenementenagenda, vacatures in de sector, nieuwsberichten, enquêtes en snelnieuws, daarvoor lees je de e-nieuwsbrief ecoTips Bizznews die elke maand verschijnt. Abonnees krijgen daarbij elke maand nog een extra nieuwsbrief: ecoTips Bizznews4members. Daarin staan extra artikels en reportages. Daarnaast brengt ecoTips professionals rond duurzaam ondernemen samen in ecoTips Bizzclub! Dit zijn info-, discussie- en ontmoetingsmomenten waarbij abonnees en andere geïnteresseerden samenkomen om te discussiëren over een bepaald thema en/of een interessante locatie te bekijken.

Facts & figures TRENDS in SUSTAINABLE

ecoTips

• 4 printedities per jaar, door abonnees ook online te lezen • Elke maand een e-nieuwsbrief ecoTips Bizznews • Elke maand een extra nieuwsbrief voor abonnees: ecoTips Bizznews4members • Dagelijks nieuwsberichten op de website en via sociale media • ecoTips Bizzclub inspiratiemomenten

Abonnement € 61,32 per jaar (€ 65 incl. BTW)

Eerste biomethaaninstallatie opgestart Hoe evolueert een bedrijf naar multimodaliteit? Elektrisch deelrijden schiet uit de startblokken via testrijdersproject

TREND

S in SU

STAINA B

TREN

ecoTips 18.04 - Jaargang 23,

• 3.000 adressen per editie • 7.800 voor de algemene nieuwsbrief • 4.500 voor de ecoTips-Bizznews4members

LE BUS

nummer 4 (okt/nov/dec 2018)

D

eco NO & ecK LE oDEW SIGNDGE Intern e

16

ecoTips 19.4 - energie

BUS

om s cyc posie loop e te lere n n le n, alum asb e ver t ee inium e st rste n pro staal d uc ten

CO word t ste 2-prijs a eds p a Overz opula nrekenen icht op , irder leidinge bij be Prakti n milie drijve jk u & duu n voo Norb rzaam ord o rbeeld: heid ntwe rpt eig en ge uracti eplan ecoTips 19.0

2 - Jaar

Verschijnt enkel in het Nederlands www.ecotips.org

INESS

S in CIR SUS CU TAIN LAI Ver R p ABL Rec lichtin E EC E ON y OM Che cleren gen i. van v.m IE mis c . c h re

Bereik

BUSINESS

Energie, mobiliteit en slimme technologie

ecoT ips 19

.03

- Ja

gang 24,

argan

nummer

2 (apr/me

i/jun 201

9)

g 24

, numm

er 3

(jul/a

ug/se

p 20

19)

INES S


Thema’s & tarieven 2020 ecoTips werkt met een focusdossier per magazine en een aantal terugkerende rubrieken. Het gedrukte magazine is voor abonnees ook online beschikbaar. Daarnaast krijgen abonnees extra artikels en reportages via de ecoTips Bizznews 4 members nieuwsbrief. Per editie organiseren we een ecoTips Bizzclub die verband houdt met het thema. Elk dossier behandelt een aantal SDG. Editie Dossier in magazine 20.01

20.02

20.03

20.04

SDG in de kijker in magazine

KLIMAAT & OMGEVING focus op de klimaatcompartimenten water, land, bodem, lucht, geur, CO2

06 01

11

29

30

4 x adresblokje in ecoTips bij de Partners In Duurzaamheid Logo en QR-code in ecoTips

9

juni

17

15

augustus

september

Word Partner in Duurzaamheid

maart

mei

juni

ENERGIE focus op energie, mobiliteit en slimme technologie

3

februari

april

BEDRIJF & MAATSCHAPPIJ focus op circulaire economie, ecofinance, materialen, MVO

EXTRA! Onze partners krijgen de kans om een Bizzclub te organiseren, ism. ecoTips

3

januari

ECOKNOWLEDGE focus op kennis, opleidingen, netwerken, innovatie, ecodesign

Laat zien dat je bedrijf of organisatie duurzaam ondernemen belangrijk vindt. Als Partner in Duurzaamheid loop je een jaar lang in de kijker bij de lezers van ecoTips. Kies uit 1 van deze formules.

Aanleveren Verschijnt rond

Intekenen

september

16

15

november

december

#showyourCSR

€ 490

€ 850

€ 1.960

€ 4.950

€ 6.100

Button op de homepagina, bij de Partners In Duurzaamheid

1 keer per jaar logo in de nieuwsbrief

Een volledig uitgewerkte bedrijfspagina met info, nieuwsberichten, ...

2 keer per jaar logo in de nieuwsbrief

ECOREPORTAGE op 2 pagina’s in ecoTips magazine en online gedeeld

Tarieven print: 1/1 PAGINA Aflopend: 297 x 210 mm (h x b) Niet aflopend: 245 x 180 mm (h x b) 1/3 PAGINA Horizontaal: 80 x 180 mm (h x b) Verticaal: 245 x 60 mm (h x b)

€ 1.500

1/1

€ 610 1/3

1/2 PAGINA Horizontaal: 125 x 180 mm (h x b)

€ 850 1/2

Verticaal: 245 x 90 mm (h x b) 1/4 PAGINA Horizontaal: 60 x 180 mm (h x b) Verticaal: 125 x 90 mm (h x b)

€ 490 1/4

SPECIALE PLAATSEN 1/1 p. op Cover 4: 2.025 euro 1/1 p. op Cover 3: 1.650 euro 1/1 p. op Cover 2: 1.800 euro Voorkeursplaats: 10% extra ECOREPORTAGE

€ 2.950

Publireportage op 2 pagina’s in ecoTips, inclusief foto’s en logo. 1 maand op de homepagina ecoTips.org, gedeeld in de nieuwsbrief en via sociale media.

energie - ecoTips 19.4

17


Tarieven online 2020 € 780

ECOBANNER

€ 780

I.POST

2 keer ecoBanner in de nieuwsbrief van ecoTips (afmetingen 800 px breed x 200 px hoog)

Nieuwsbericht 1 maand op de homepagina, in de nieuwsbrief en via onze sociale mediakanalen. Plus een maand lang als PS in al de uitgaande mails van ecoTips

ecoTips Bizznews

ecoTips website

1

2

1

ecoTips uitgaande mails 3

ECOTIPS BIZZNEWS

elke maand

VACATURES

€ 1.110

De ecoTips Bizznews 4 everyone verschijnt 11 keer per jaar. Bereik 7.800 adressen. De ecoTips Bizznews 4 members verschijnt 10 keer per jaar. Bereik: 4.500 adressen.

Zet je vacatures online in de kijker: 1. vacature 1 maand op website, in nieuwsbrief en op sociale media 2. opvolgbanner in nieuwsbrief

INSERTS (<50G)

ECOKLIK

2 of 4 p

Stuur je folder mee met ecoTips: • 2 pagina’s: 2.025 euro • 4 pagina’s: 2.950 euro

€ 1.200

Van online naar offline: Zorg dat ook de offline lezers van ecoTips de weg naar jouw nieuwe website vinden: 1 volledige pagina in ecoTips over je nieuwe website.

ECOTIPS BIZZCLUB

ecoTips organiseert evenementen voor zijn leden. Organisaties en bedrijven kunnen partner worden van deze Bizzclubs. Vraag meer info!

LOGO IN NIEUWSBRIEF

TRENDS in SUSTAINABLE BUSINESS ecoTips 19.4 - energie

€ 240

Merkherkenning is belangrijk, ook in de B2B-sector. Plaats je logo met link naar je website, in een ecoTips nieuwsbrief en bereik je doelpubliek.

JA AR

18

partner

+32 (0)13 29 46 04 +32 (0)491 377 37 info@ecotips.org www.ecotips.org


Valipac Event Op 26 november organiseerde Valipac haar eerste seminarie over de afvalproductie en de opvolging van de selectieve inzameling bij bedrijven. Zo’n 150 gasten uit de inzamelsector, de industrie en de overheid mochten in primeur de resultaten van 2018 ontdekken.

S

edert 2 jaar registreert Valipac de productie van 15 afvalstromen van Belgische bedrijven: restafval, papier/ karton, onbehandeld, behandeld en gevaarlijk hout, ferro-, non-ferro- en gemengde metalen, vlak, hol en gevaarlijk glas, plasticfolie, harde plastics, EPS en PMD. Het doel van deze activiteit is om de selectieve inzamelingen bij bedrijven op te volgen en op basis van verschillende parameters (stroom, type bedrijf, regio, enz.) het potentieel te identificeren om de sortering te verbeteren. Impact van de economische groei op de productie van bedrijfsafval Eind 2018 publiceerde Valipac de resultaten voor het referentiejaar 2017. Toen vernamen we dat Belgische bedrijven verantwoordelijk waren voor de productie van ruim 4 miljoen ton afval en dat 63% van dit tonnage aan de bron gescheiden aangeboden wordt. De productie van bedrijfsrestafval is in 2018 met 1,13% gestegen ten opzichte van 2017. Een stijging die het gevolg is van een positieve economische groei (+1,5% in 2018).

kartonafval produceren, waarschijnlijk ook plasticfolieafval hebben, is het potentieel voor verbetering van de sortering niet te verwaarlozen. Een grote uitdaging dus… Eén doel: de selectieve inzameling bij bedrijven verbeteren Valipac is vandaag in het bezit van gegevens over de afvalproductie van bijna 180.000 Belgische bedrijven. Gegevens die nergens anders beschikbaar zijn en die van groot belang zijn voor een breed scala aan actoren. Tijdens het seminarie van Valipac hebben we enkele mooie voorbeelden kunnen ontdekken van initiatieven die Valipac in 2019 heeft genomen om de selectieve inzameling bij bedrijven te verbeteren: • De Haven van Antwerpen heeft gegevens over de afvalproductie van havenbedrijven kunnen integreren in zijn duurzaamheidsrapport van 2019. De samenwerking met de Haven van Antwerpen werd voortgezet via 2 workshops met de bedoeling om de mogelijkheden te identificeren om de selectieve inzameling bij de havenbedrijven te verbeteren. • De stad van Louvain-La-Neuve heeft een gepersonaliseerde analyse ontvangen van het sorteergedrag van de bedrijven die

op het grondgebied van de gemeente zijn gelegen. In 2020 zal de samenwerking worden voortgezet om de verschillende problematieken in kaart te brengen en een actieplan op maat te ontwikkelen. • De sectorfederaties hebben ook analyses ontvangen om de mogelijkheden voor een betere sortering in de verschillende sectoren in kaart te brengen. Valipac en de federaties definiëren momenteel de specifieke behoeften op het vlak van sensibilisering van de bedrijven. Een van de belangrijkste verwezenlijkingen van Valipac in 2019 is het ter beschikkingstellen van een Business Intelligence tool voor afvalinzamelaars. De gegevens die zij hebben verstrekt, worden gebruikt voor één enkel doel: de selectieve inzameling bij bedrijven verbeteren. Met deze tool die uniek is in de wereld, krijgen afvalinzamelaars betere inzichten in hun markten en kunnen ze snel mogelijkheden voor meer selectieve inzameling bij hun klanten identificeren. Met deze activiteit is België toonaangevend in de wereld op het vlak van data over de afvalproductie bij bedrijven. Zoals Francis Huysman, Managing Director van Valipac afsloot: Belgium, small country, big data.

Tegelijkertijd steeg de hoeveelheid selectief ingezameld afval met 2,34% ten opzichte van 2017. Hoewel de economische groei impact heeft gehad op de productie van bedrijfsafval, hebben bedrijven hun afval meer/beter gesorteerd. Papier/karton blijft de meest populaire stroom Op niveau van tonnage blijven metalen, karton en hout de meest “populaire” stromen bij bedrijven met respectievelijk 37%, 34% en 21% van het gesorteerd tonnage. Bekijken we naar de situatie op niveau van ophaaladressen, dan merken we dat papier/ karton ingezameld wordt bij één op de twee bedrijven, oftewel bij 68.346 bedrijven in 2018. Een inzamelpercentage dat laag lijkt, maar dat gedeeltelijk wordt verklaard door het feit dat Valipac niet de totale markt dekt. Plastic, een grote uitdaging Hoewel het aantal ophaalpunten met 5,62% is toegenomen, wordt plasticfolie nog steeds slechts bij één op de zes bedrijven ingezameld. Ervan uitgaande dat de meeste bedrijven die

Francis Huysman, Managing Director van Valipac: “Belgium, small country, big data.”

energie - ecoTips 19.4

19


Duurzaam beleggen zit in de lift Duurzaam sparen gaat achteruit Tekst: Siem de Ruijter, UCLL De interesse in duurzaam sparen en beleggen is de laatste jaren enorm gestegen. Beleggers geven aan hier interesse in te hebben, financiële instellingen kunnen niet anders dan hierop in te spelen. Een groep experten van de Europese Commissie (EC HighLevel Expert Group on Sustainable Finance) stelde begin 2018 een eindverslag voor met acht strategische aanbevelingen voor een financieel systeem dat duurzame beleggingen ondersteunt. Een van de aanbevelingen stelt dat particuliere spaarders en beleggers de mogelijkheid moeten krijgen om te beleggen in portefeuilles die hun duurzame en ethische voorkeuren weerspiegelen. Dit impliceert echter dat zij veel beter geïnformeerd én beschermd moeten worden, onder andere door het opstellen van minimumnormen voor dergelijke beleggingen. De Europese Commissie werkt in dit verband aan de nodige richtlijnen. In België lanceerde Febelfin recent een label rond duurzaam sparen en beleggen. Kunnen wij met ons spaargeld bijdragen tot meer duurzaamheid én een goede return halen? Wat is duurzaam sparen en beleggen? n het Nederlands spreekt men over ethisch sparen en beleggen, duurzaam beleggen, maatschappelijk verantwoord sparen en beleggen,… Deze termen worden vaak door elkaar gebruikt, maar eigenlijk bedoelen ze allemaal min of meer hetzelfde. In het Engels spreekt men dan weer over sustainable investing of ESG investing. Volgens Van Dale is de betekenis van duurzaamheid: langdurend. Het moet dus houdbaar zijn op lange termijn. Kortetermijnvoordelen, met nadelen op lange termijn, zijn niet duurzaam. De Verenigde

I

20

ecoTips 19.4 - energie

Naties lanceerde in 1987 de volgende definitie voor duurzame ontwikkeling: “tegemoet komen aan de behoeften van het heden, zonder het vermogen van de toekomsite generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.”. Een duurzame belegger verwacht dat zijn belegging in obligaties en aandelen een financieel rendement oplevert. Maar de duurzame belegger kijkt verder dan alleen het financiële rendement, hij verwacht ook een positief rendement wat betreft niet financiële zaken. Welke gevolgen hebben de activiteiten van het bedrijf waarin ik ben geïnvesteerd op mens, milieu en maatschappij. Een duurzame belegger wenst bijvoorbeeld niet te investeren in een kledingbedrijf dat het niet nauw neemt met de arbeidsomstandigheden, of een oliebedrijf dat laks omspringt met de veiligheids-voorschriften, wat kan leiden tot milieuvervuiling. Hoewel deze activiteiten winstgevend kunnen zijn, wenst een duurzame belegger

deze niet te gaan stimuleren. Een duurzame belegger is zich ook bewust van de risico’s die deze activiteiten op termijn met zich kunnen mee brengen. Zo zal het oliebedrijf aangesproken worden voor de veroorzaakte vervuiling en zal het mogelijks een boete krijgen wat leidt tot hogere kosten en dus minder winst met een dalende beurskoers tot gevolg. Waarom iemand kiest voor duurzaam beleggen, kan heel persoonlijk zijn. Wat betekent duurzaamheid voor jou? Wat vind jij belangrijk? Het curieuze neuzen onderzoek naar de luchtkwaliteit en de kimaatbetogingen heeft aangetoond dat milieu een belangrijk thema is voor heel wat Belgen. Uit een studie uitgevoerd door NN investment partners in juni 2018 blijkt dat 8 op de 10 Belgen belang hecht aan duurzaamheid en 7 op de 10 Belgen geeft aan op bepaalde vlakken duurzaam gedrag te vertonen. Als we dat duurzaam gedrag gaan bekijken, heeft dat vooral te maken met milieu: huishoudelijk afval recycleren of vermijden (85 procent van de Belgen), het energiepeil of waterverbruik van de woning verbeteren (69 procent) en aankoop van lokaal geproduceerde goederen (67 procent). Het onderzoek toon ook aan dat slechts 23 procent het aankopen van een duurzaam beleggingsfonds associeert met duurzaam gedrag en dat maar 39 procent


van de Belgen op de hoogte is van het bestaan van duurzame beleggingen. Maar duurzaamheid gaat verder dan enkel milieu. In 2015 lanceerde de Verenigde Naties 17 sustainable development goals (SDG’s) of duurzame ontwikkelingsdoelstellingen voor 2030. Waarom is duurzaamheid belangrijk voor de belegger? Zoals hierboven aangegeven, de duurzame belegger wil een financieel rendement maar wil ook dat de bedrijven waarin hij investeert aandacht hebben voor niet-financiële zaken zoals mens, milieu en maatschappij. Toch is duurzaam beleggen voor iedereen belangrijk. Je zou zelf kunnen zeggen dat niet duurzaam beleggen heel wat risico’s inhoudt voor de belegger. We sommen er hieronder een paar op. Voorkeuren consument veranderen De voorkeuren van consumenten veranderen voortdurend. We kennen allemaal Kodak, opgericht in 1888, die hoewel ze de basis heeft gelegd voor de digitale fotografie (de eerste digitale camera stond al in 1975 onder de neus van de bestuurders), toch bleef volharden in de traditionele filmpjes omdat die zeer winstgevend waren. Vandaag spreken we niet meer over Kodak maar nemen we foto’s met onze smartphone en delen die via Instagram. Als belegger moet je dus waakzaam zijn dat de bedrijven waarin je investeert, de consumenten nog steeds aanspreekt. Als de consument zegt dat hij het product niet meer wil, zal de omzet en de winst van deze bedrijven dalen. Het aandeel BMW noteerde in 2015 op zijn piek nog iets meer dan 120 euro, vandaag staat het aandeel bijna 50 procent lager. Hiervoor zijn verschillende redenen maar één van de belangrijkste is de tanende populariteit van dieselwagens (naar aanleiding van het dieselschandaal). BMW zette volop in op diesel. Duizenden mensen betoogden in het tweede weekend van september 2019 voor de internationale autoshow IAA in het Duitse Frankfurt-am-Main

Je kan duurzaam beleggen door bepaalde activiteiten uit te sluiten. Veel voorkomende productuitsluitingen zijn alcohol, bont, fossiele brandstoffen, gokken, kernenergie, palmolie, pornografie, tabak, vlees en wapens.

voor meer klimaatregels en het stimuleren van het rijden in minder vervuilende voertuigen. BMW maakt na een lange reeks winstwaarschuwingen een zware crisis door. De nieuwe CEO van BMW kondigde recent aan vanaf nu de focus te leggen op de elektrificatie van het volledige gamma. BMW verzuimde na de lancering van de i3, zes jaar geleden, voort te bouwen op dit succes en verspeelde zo zijn voorsprong. Beleggers veranderen hun focus Ook beleggers veranderen hun focus. Uit de ING beleggersbarometer van juni 2018 werd gevraagd aan beleggers of ze geïnteresseerd waren om te investeren in de energiesector en welke bedrijven dan hun voorkeur hadden. Hernieuwbare energie en bio-brandstof stonden bovenaan, terwijl olie energie en kernenergie het lijstje afsloten. Koersen van bedrijven stijgen als meer beleggers deze aandelen willen kopen en dalen als beleggers deze aandelen verkopen. Meer aandacht voor duurzaamheid Ook analisten en specialisten hebben meer en meer aandacht voor duurzaamheid. Mark Carney, gouverneur van de Bank of England, waarschuwde eerder al voor de ‘carbon bubble theory’. In het verleden waren oliereserves in de grond van enorm groot belang omdat het oliebedrijven de garantie gaf dat ze deze in de toekomst konden oppompen en verkopen. Maar volgens Mark Carney zullen de meeste oliereserves niet meer gebruikt kunnen worden omdat er een verschuiving is naar duurzame energie en CO2uitstoot steeds zwaarder zal belast worden. Dat betekent dat deze bedrijven

waardeverminderingen zullen moeten boeken op deze reserves die opgenomen zijn in hun balans. Disruptie biedt kansen Disruptie biedt ook kansen voor bedrijven en beleggers. Tussen 2010 en 2018 werden er al wel wat modellen van elektrische wagens gelanceerd, maar de komende vijf jaar zal dat een veelvoud zijn. Bovendien zal het aanbod veel diverser zijn op het vlak van prijs (zowel goedkope als luxemodellen), lanceren zowat alle autobouwers elektrische modellen en zal het bereik van de elektrische motoren gevoelig verbeteren. Wat in het begin een niche is, kan snel uitgroeien tot een succes. Een voorbeeld hiervan zijn zonnepanelen en windmolenparken die nu heel vertrouwd overkomen. Disruptie zorgt ervoor dat er winnaars en verliezers zijn en dat er nieuwe spelers op de markt komen. Vast staat dat bijvoorbeeld de automarkt er over een paar decennia helemaal anders zal uitzien

De Global Sustainable Investment Alliance (GSIA) onderscheidt zeven strategieën voor duurzaam beleggen 1. Negatieve screening of uitsluiting 2. Best-in-class 3. Norm based screening 4. ESG integratie 5. Themabeleggen 6. Impactbeleggen 7. Actief aandeelhouderschap

energie - ecoTips 19.4

21


Institutionele beleggers Institutionele beleggers hebben meer en meer aandacht voor duurzaam beleggen, en dan vooral om aan risicobeheersing van hun beleggingsportefeuilles te doen. Het aandeel Bayer is de voorbije vijf jaar met meer dan 35 procent gedaald. In oktober 2018 daalde het op 1 dag met 6,69 procent als reactie op de veroordeling van Monsanto. Dit Amerikaans bedrijf, dat door Bayer werd overgenomen, wordt ervan beschuldigd de risico’s verbonden aan Roundup, het herbicide op basis van glyfosaat, te hebben verborgen. Bayer dreigt nu met circa 8.000 processen in de Verenigde Staten geconfronteerd te worden. Een rechtbank heeft het bedrijf eerder al veroordeeld tot 250 miljoen dollar. Hoewel Bayer in beroep gaat tegen deze uitspraken en zelf de link tussen glysofaat en kanker ontkent, leidt dit niet alleen tot reputatieschade maar gaan er ook miljoenen naar advocaten, boetes en minnelijke schikkingen. In het jaarverslag 2017 van Shell bijvoorbeeld kan men lezen hoe het bedrijf zelf op heel wat risico’s wijst. Belangrijke risico’s volgens het bedrijf zelf zijn bijkomende regulering, het onvermogen om alle oliereserves op te pompen en te verkopen, rechtzaken die worden aangespannen om oliebedrijven verantwoordelijk te stellen voor klimaatverandering, en de divestmentbeweging waarin beleggers worden aangespoord te desinvesteren in bijvoorbeeld milieuvervuilende bedrijven en te investeren in milieuvriendelijke bedrijven. 11 misverstanden rond duurzaam sparen en beleggen In het boek ‘Ethisch beleggen is voor iedereen’ worden 11 misverstanden besproken rond duurzaam sparen en beleggen. We bespreken er hieronder 3. Het meest voorkomende misverstand is dat duurzaam sparen en beleggen minder 22

ecoTips 19.4 - energie

opbrengt. De redenering hierachter is dat je in minder bedrijven kan beleggen omdat je niet-duurzame beleggingen weert uit je beleggingsportefeuille. Toch hebben studies uitgewezen dat duurzame beleggingen minstens evenveel of in bepaalde gevallen zelfs een hoger rendement halen dan niet-duurzame beleggingen. Een belangrijke metastudie is die van Friede, Busch en Bassen in 2015, zij hebben meer dan 2.000 studies die sinds 1975 verschenen zijn, geanalyseerd. 90 procent van deze onderzoeken stelt dat duurzaamheid een positieve bijdrage heeft geleverd aan de financiële prestaties van bedrijven. Slechts in 10 procent van de onderzoeken was er een negatief verband. Een andere manier om dit te bekijken is de MSCI World, een index met meer dan 1.600 aandelen uit 23 landen, te vergelijken met de duurzame variant hiervan, de MSCI World SRI. Wat opvalt is dat over elke periode de MSCI World SRI betere returns heeft behaald dan de MSCI World. Jaarlijkse return MSCI World en MSCI World SRI in USD – per 30 augustus 2019 MSCI World

MSCI World SRI

Laatste 3 jaar

10,24 %

11,51 %

Laatste 5 jaar

6,75 %

7,58 %

Laatste 10 jaar

9,81 %

9,86 %

Sinds de start van de index (28 september 2007)

5,02 %

5,72 %

Bron: www.msci.com Een tweede misverstand is dat er geen vraag is naar duurzaam sparen en beleggen. Hiervoor kijken we naar de studie die werd uitgevoerd in opdracht van MIRA (Milieurapport Vlaanderen). Daaruit blijkt dat zowel het aantal beleggingsproducten

(voor het eerst meer dan 400 producten in 2018) als de totaal belegde volumes in België in 2018 sterk zijn toegenomen. Het volume verviervoudigde van 7,7 miljard euro in 2013 naar een nieuw hoogtepunt van 28 miljard eind 2018. De MVI-index, die de verhouding van duurzame beleggingsproducten tegenover beleggingsfondsen weergeeft, steeg van 6,53 % in 2013 naar meer dan 14 % in 2017. Dat wil zeggen dat voor elke 100 euro die vandaag in België wordt belegd in fondsen er meer dan 14 euro wordt belegd in duurzame beleggingsfondsen. Duurzaam beleggen zit in de lift naar boven maar duurzaam sparen gaat naar beneden. Op dit moment kan je in België duurzaam of solidair sparen bij Triodos, Evi en VDK bank. Hier zien we wel een daling van het recordniveau van 3,7 miljard euro in 2014 naar iets minder dan 2,5 miljard euro in 2018 waarmee het een marktaandeel behaalde van 0,8 procent. Een laatste misverstand is dat grote beleggers niet meedoen aan duurzaam sparen en beleggen. In de jaren negentig van de vorige eeuw besloot het Noorse parlement om de olieverdiensten die ze behalen op te potten, en te beleggen voor toekomstige generaties. Het fonds beheert meer dan 1.000 miljard USD en heeft bijzondere aandacht voor duurzaamheid. Ze doet dit op 2 manieren. Enerzijds vraagt het de bedrijven waarin ze investeert om de fundamentele principes die erkend worden door internationale organisaties zoals de Verenigde Naties, na te leven. Daarnaast oefent ze haar stemrecht uit verbonden aan de aandelen die ze aanhoudt, sluit ze bepaalde bedrijven uit en geeft het fonds volledige transparantie over wat ze doet. Ondertussen is het Norwegian Government Petroleum Fund uitgegroeid als voorbeeld voor heel wat fondsenbeheerders.


Daarnaast zien we meer en meer aandacht voor duurzaamheid bij private banking diensten die aangeboden worden door financiële instellingen. De Principles for Responsible Investment (PRI) is een organisatie die zich inzet voor duurzaam beleggen. Momenteel hebben zo een 1.800 leden deze principes ondertekend. Daarmee geven ze aan dat ze duurzaam beleggen belangrijk vinden en dat ze hier mee rekening houden in hun beleggingsbeleid. In België hebben op dit moment 16 instellingen deze principes ondertekend. Je kan het overzicht terugvinden op de website www.unpri.org. 50 tinten groen Zoals in de inleiding aangehaald, werkt de Europese Commissie aan een aantal richtlijnen rond duurzaam beleggen. In België lanceerde Febelfin in november 2019 een eerste lijst met beleggingsproducten die het Febelfin label dragen en daarmee beantwoorden aan een aantal minimumnormen. Dit is nodig, want het is voor de belegger niet eenvoudig om zijn weg te vinden in de verschillende duurzame beleggingsproducten. Elke bank heeft zijn eigen visie rond wat duurzaam beleggen precies is. Men spreekt dan ook weleens over de ’50 tinten groen’. Bij duurzaam beleggen wordt rekening gehouden met niet financiële-factoren ofwel ESG. ESG staat voor environmental, social and governance ofwel milieu, mens en bestuur. • Environmental richt zich op de betrokkenheid van het bedrijven op het gebied van milieu. • Social verwijst naar de relatie die het bedrijf heeft met zijn stakeholders zoals werknemers, leveranciers, klanten,… • Governance heeft betrekking op het management van het bedrijf, het beloningsbeleid en deugdelijk bestuur.

De Global Sustainable Investment Alliance (GSIA) onderscheidt zeven strategieën voor duurzaam beleggen 1. Negatieve screening of uitsluiting 2. Best-in-class 3. Norm based screening 4. ESG integratie 5. Themabeleggen 6. Impactbeleggen 7. Actief aandeelhouderschap Negatieve screening of uitsluiting De aandacht voor duurzaam beleggen is een proces dat in stappen is verlopen. Het is gestart met het vermijden van beleggingen in bedrijven die bijvoorbeeld actief zijn in de wapenindustrie, of de gezondheid schade kunnen toebrengen. Dit is een negatieve screening of uitsluiting van bepaalde bedrijven en sectoren. Vaak voorkomende productuitsluiting zijn alcohol, bont, fossiele brandstoffen, gokken, kernenergie, palmolie, pornografie, tabak, vlees en wapens. Veel aanbieders van duurzame fondsen hanteren een minimale drempelwaarde. Deze drempelwaarde is een bepaald percentage van de omzet van het controversiële product, bijvoorbeeld 10 procent. Als een bepaald product of een activiteit meer dan 10 procent van de totale omzet vertegenwoordigt, dan kan er niet in dat bedrijf worden belegd. AB Inbev bijvoorbeeld haalt een groot deel van zijn omzet uit de verkoop van alcoholische dranken. Een duurzaam fonds dat alcohol uitsluit zal dus niet beleggen in AB Inbev. Colruyt daarentegen haalt minder dan 10 procent van zijn omzet uit de verkoop van alcoholische dranken waardoor er wel in Colruyt kan worden belegd.

Voorbeelden van ESG-criteria E

S

G

Afvalbeheer

Arbeidsvoorwaarden

Beloning van bestuurders

Biodiversiteit

Betrokkenheid van werknemers

Link met politieke partijen

CO -uitstoot

Databeheer en privacy

Lobbyen

Energie-efficiëntie

Diversiteit

Omkoping en corruptie

Klimaatverandering

Mensenrechten

Regeling voor klokkenluiders

Lucht- en watervervuiling

Relaties met de gemeenschap

Samenstelling raad van bestuur

Ontbossing

Tevredenheid van klanten

Transparantie

2

Duurzame beleggingsfondsen verschoven nadien de nadruk naar bredere maatschappelijke thema’s zoals milieu, werknemersrechten, mensenrechten … Tegelijkertijd vond ook een accentverschuiving plaats van negatieve criteria naar positieve criteria. Toch kan je in heel wat beleggingsfondsen deze strategie nog terugvinden, al is ze vaak aangevuld met één of meerdere van onderstaande strategieën. Best-in-class Best-in-class benaderingen selecteren bedrijven die in hun sector het beste scoren op een reeks ESG-criteria. Men neemt in het beleggingsfonds dan enkel die bedrijven uit de sector op met de hoogste totaalscore. Het is een veel gebruikte methode bij duurzame beleggingsfondsen. Door de prestaties van bedrijven onderling te gaan vergelijken, krijg men een klassement, en dat kan een aansporing zijn voor bedrijven om zich te gaan verbeteren. De aanwezigheid in duurzame fondsen en indexen is een reputatiekwestie én een concurrentieel voordeel voor veel beursgenoteerde bedrijven. De bekendste beursindex die de best-in-class methode toepast is de Dow Jones Sustainability Index. Van de 2.500 bedrijven in de Dow Jones Global Index worden ieder jaar de 10 procent ondernemingen geselecteerd die het beste scoren op bepaalde duurzaamheidscriteria. Als belegger moet men wel beseffen dat als een fonds enkel een best-in-class methode toepast en verder niets uitsluit, het fonds toch kan beleggen in bijvoorbeeld de sector van fossiele brandstoffen, tabak- en wapenfabrikanten. De fondsenbeheerder zal dan die bedrijven selecteren die het beste scoren in de sector op bepaalde ESG-criteria. Als je dan als belegger niet wenst, kan je op zoek gaan naar een beleggingsfonds dat zowel bestin-class methode als uitsluiting toepassen. Van de zeven strategieën die hier worden besproken, zijn er nog een aantal die worden gecombineerd. Zo zal je fondsen op de markt vinden die uitsluiting, best-in-class en norm based combineren met elkaar.

energie - ecoTips 19.4

23


Norm based screening Norm based fondsen sluiten zich aan bij internationale afspraken. Een voorbeeld daarvan is het Global Compact van de Verenigde Naties (www.unglobalcompact.org ) dat tien principes over mensenrechten, arbeidsrechten, milieu en anticorruptie formuleert. Zo zegt principe 1 dat bedrijven de internationale bepalingen op het gebied van mensenrechten moeten ondersteunen en respecteren en principe 8 dat bedrijven initiatieven moeten nemen om meer verantwoordelijkheidszin in milieuzaken te bevorderen. Als een fondsenbeheer investeert in bepaalde aandelen of obligaties van bedrijven, landen,… wordt er nagegaan in welke mate ze deze principes naleven. Duidelijke schendingen van deze principes leiden ertoe dat het fonds niet meer investeert in deze bedrijven.

een accent in je beleggingsportefeuille. Als men belegt in een waterfonds bijvoorbeeld beleg je in bedrijven die producten en diensten aanbieden in de watersector zoals water- en afvalvoorzieningen, waterbehandelingstechnologie, ingenieurs- en adviesbureaus en milieubeheer. Hoewel heel wat themafondsen wereldwijd gaan beleggen in dit thema, gaat het toch om een beperkt aantal bedrijven die hiervoor in aanmerking komen. Impact beleggen Bij impact beleggen gaat het om investeringen die een meetbaar effect hebben op milieu, klimaat, sociale omstandigheden, werkgelegenheid of andere maatschappelijke doelen. Een impactinvestering wordt op zowel maatschappelijk als financieel rendement afgerekend. Het meten van deze positieve effecten of impact is niet altijd

Vergelijken we de MSCI World, een index met meer dan 1.600 aandelen uit 23 landen, met de duurzame variant hiervan, de MSCI World SRI, dan valt op dat over elke periode de MSCI World SRI betere returns heeft behaald dan de MSCI World

ESG integration Bij deze strategie is de duurzaamheidsanalyse geen aparte stap maar wordt het geïntegreerd in de volledige beleggingsanalyse. Duurzaamheid is dan één van de onderdelen waarop de analist een bedrijf beoordeelt en een score geeft. Elke score heeft dan een bepaalde weging en telt mee in de eindbeoordeling. Zo zou een analist elke bedrijf kunnen beoordelen op bijvoorbeeld sector, concurrentiepositie, strategie, financiële gezondheid en duurzaamheid. Hier doet men dus niet enkel een financiële analyse maar ook een duurzaamheidsanalyse van elk bedrijf of sector dat wordt opgenomen in het fonds. De invulling kan naargelang het fondsenhuis wel sterk verschillen. Als belegger is het dus zeker interessant om zijn bankier om bijkomende uitleg te vragen. Hoe ver gaat deze duurzaamheidsanalyse en is dit wat ik als belegger verwacht? Themabeleggen Thematische fondsen spitsen zich toe op welbepaalde thema’s. Zo wordt er gekozen voor thema’s als duurzame energie, water, klimaatverandering, gezondheid en infrastructuur. Als belegger moet men er wel op letten dat men niet te grote bedragen gaat investeren in deze fondsen, ze zijn eerder 24

ecoTips 19.4 - energie

even gemakkelijk. Er is op dit moment geen algemeen kader waaraan voldaan moet worden om de impact te kunnen meten en erover te rapporteren. Er is ook geen verplichting voor bedrijven en beleggingsfondsen om te rapporteren over hun impact. Wel zien we dat meer en meer bedrijven en beleggingsfondsen de sustainable development goals (SDG’s) hiervoor gaan gebruiken. Steeds meer bedrijven willen een bijdrage leveren aan de SDG’s en stellen hiervoor doelstellingen op en rapporteren erover in hun duurzaamheidsverslag. Zo is in het jaarverslag van Ahold Delhaize ook een duurzaamheidsverslag opgenomen waar het bedrijf heel wat duurzame doelstellingen formuleert tegen 2020. Het bedrijf wil tegen 2020 100 procent van haar eigen merkproducten voorzien van een duidelijke voedingswaarde etikettering (de nutriscore), waar dat nu nog maar 88 procent is. Dit sluit aan bij SDG 3 ‘goede gezondheid en welzijn’. Op het vlak van milieu wenst het bedrijf meer afval te recycleren, minder CO2 uit te stoten en energie-efficiënter te werken. Ook beleggingsfondsen rapporteren steeds meer over hun impact door middel van de SDG’s. Een bekende vorm van impactbeleggen in België is de aankoop van aandelen in coöperatieve vennootschappen voor microfinanciering in ontwikkelingslanden zoals Alterfin, BRS Microfinance Coop,


Kenny Frederickx, directeur Forum Ethibel: “Duurzaam investeren heeft een plafond doorbroken, waardoor de evolutie snel gaat. Duurzame fondsen kunnen aanbieden, blijkt een belangrijk concurrentieel voordeel in te houden. Ook vanuit de vraagzijde willen (institutionele) investeerders een aanbod krijgen dat dicht bij hun (toekomst)visie en waarden ligt. Intussen wordt informatie meer en transparanter beschikbaar, kan de investeerder in prospectussen beter terugvinden of en in welke mate ESG (milieu (environment), sociaal (social), goed bestuur (governance)) wordt meegenomen.

Incofin en Oikocredit. Onder bepaalde voorwaarden krijg je hiervoor zelfs een belastingvermindering van 5 procent. Je kan ook via een beleggingsfonds beleggen in microfinanciering zoals dat van Triodos. Actief aandeelhoudersschap Bij actief aandeelhouderschap gaat men in gesprek met het bedrijf en zal men deze ondernemingen aansporen tot beter sociaal, ecologisch of ethisch gedrag. Dit noemt men engagement. Bij voting gaat men zijn stemrecht verbonden aan de aandelen gebruiken op de algemene vergadering om dit te doen. Als individuele aandeelhouder is dit niet altijd eenvoudig om te doen. Het aandeel Kinepolis heeft bijvoorbeeld een beurskapitalisatie van meer dan 1,3 miljard euro en er zijn meer dan 27,3 miljoen aandelen in omloop. Als individuele aandeelhouder houd je dus maar een zeer kleine participatie aan. Dit is anders bij institutionele beleggers zoals fondsenbeheerders die grotere bedragen investeren. In Nederland heb je de mogelijkheid om je aan te sluiten bij de VBDO, de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling, die dan voor jou en de andere leden gaan stemmen op de algemene vergadering. Ook in Nederland heb je Follow This, waar je je als aandeelhouder van Shell bij kan aansluiten. Follow This wil dat Shell zijn winsten investeert in duurzame energie en zo meewerkt aan de energietransitie. Hiervoor zetten ze resoluties op de agenda van Shell en proberen deze gestemd te krijgen. Fondsen die actief aandeelhouderschap toepassen, blijven dus wel in de bedrijven beleggen, in tegenstelling door de eerder besproken uitsluiting, maar proberen het bedrijf te stimuleren naar meer duurzaamheid door er mee in gesprek te gaan en zijn stem uit te brengen op de algemene vergadering. Dit kan door het versturen van brieven, diepgaande gesprekken tot activistisch aandeelhouderschap. Ook hier is het interessant om te kijken hoe ver de fondsenbeheerder hierin gaat en hoe actief hij is.

doen van een deel van zijn rendement en het te schenken aan projecten of bedrijven uit bijvoorbeeld de sociale economie. Soms gaat de bijdrage naar een fonds dat daar speciaal voor opgericht is, soms kun je als belegger zelf een project kiezen. Het kan voor beleggers soms wel interessanter zijn om zelf rechtstreeks giften te doen aan de door de fiscus erkende projecten want dan heeft men recht op een belastingvermindering van 45 procent. Banken of verzekeraars staan soms zelf ook een deel van de instapkosten of beheersvergoedingen af. Labels Sommige fondsen dragen een of meerdere kwaliteitslabels of certificaten die door externe partijen worden toegekend om aan te geven dat een fonds zich duurzaam mag noemen. Dat komt de geloofwaardigheid en visibiliteit ten goede. Een bekend Belgisch label is het Ethibel label. Daarvan bestaan twee varianten, namelijk het Ethibel Pioneer label en het Ethibel Excellence label. Ook in heel wat van onze buurlanden zien we labels zoals het Novethic ESG-label in Frankrijk en het Luxflag Label in Luxemburg. In België heeft Febelfin recent zijn norm gelanceerd. Duurzame beleggingsproducten die hieraan beantwoorden, krijgen een duurzaamheidslabel van Febelfin. Ook de ESMA (European Securities and Markets Authority) is op vraag van de Europese Commissie gestart met het uitwerken van een Europees duurzaamheidslabel. Er wordt op dit moment gewerkt aan een lijst met criteria waaraan een duurzame belegging moet voldoen. Dat is niet eenvoudig omdat de opvattingen over duurzaamheid kunnen verschillen. Niet iedereen heeft bijvoorbeeld dezelfde mening of kernenergie mag opgenomen worden in duurzame beleggingsfondsen of niet.

Solidariteit Naast bovenstaande strategieën die fondsenbeheerders toepassen zien we bij een aantal duurzame fondsen dat de belegger de mogelijkheid geboden wordt afstand te

Siem de Ruijter, expert en docent in ethisch en duurzaam beleggen

energie - ecoTips 19.4

25


In 2008 trad MiFID 1 (Markets in Financial Instruments Directive) in werking en 10 jaar later in 2018 MiFID 2. Als een financiële instelling beleggingsadvies geeft, dan moet zij een beleggersprofiel opmaken en onder andere nagaan wat je financiële situatie is en je beleggingsdoelstellingen zijn. Voor zover gekend is er nog geen enkele bank die hier polst naar de interesse voor duurzaamheid. Ook hier wil de ESMA verandering in brengen. Banken zullen klanten moeten vragen hoe belangrijk duurzaamheid voor hen is en in welke mate het een rol moet spelen in hun beleggingsportefeuille. Conclusie Er beweegt heel wat op het vlak van duurzaam sparen en beleggen. Financiële instellingen komen met heel wat initiatieven, spaarders en beleggers zijn bewuster geworden en hebben interesse om de overstap te maken, Febelfin heeft zijn duurzaamheidslabel gelanceerd en ook op Europees niveau zien we dat er wordt gewerkt aan een label. Toch is er nog heel wat werk om duurzaam beleggen meer bekend te maken bij de Belg. Ook het feit dat het begrip duurzaamheid verschillende manieren kan ingevuld worden, maakt het voor de belegger niet altijd eenvoudig hier zijn weg te vinden. Vraag je af als belegger wat je zelf belangrijk vindt op het vlak van duurzaamheid, en spreek je bankier hier over aan. Verwacht wordt dat het aanbod de komende jaren nog zal uitbreiden en dat de initiatieven van de Europese Commissie, Febelfin,… de bekendheid van duurzaam beleggen zullen vergroten. Onderzoeken hebben aangetoond dat het financieel rendement van duurzaam beleggingsfondsen gelijkaardig of zelf hoger is dan dat van niet duurzame fondsen. Tegelijk zorg je met je geld voor een positieve bijdrage aan mens, milieu en maatschappij.

26

ecoTips 19.4 - energie

Het motiveren van bedrijven om hun betrokkenheid in niet-duurzame activiteiten te beperken, is een strategie die ook steeds vaker wordt toegepast op verzekeraars. Hier wordt de focus verlegd van duurzaamheid in het algemeen (milieu, sociaal en beleid) naar het klimaat. Klimaatverandering heeft immers duidelijke gevolgen voor de verzekeringssector. Anderzijds, spelen verzekeraars hier zelf een rol omwille van de grote bedragen die ze ter beschikking hebben om te investeren.

Uit het MIRA-rapport Duurzaam Beleggen 2019: De overgang naar duurzaamheid is niet voor alle bedrijven vanzelfsprekend. Dit gegeven draagt bij aan de groeiende populariteit van ‘engagement’ of ‘actief aandeelhouderschap’. Deze duurzame investeringsstrategie impliceert dat investeerders ervoor kiezen de dialoog aan te gaan met bedrijven die minder goed presteren op vlak van ESG.


1ste duurzame beleggingslabels Towards Sustainability uitgereikt Duurzaam beleggen zit in de lift. Het volume aan duurzame beleggingen op de Belgische markt verviervoudigde tussen 2013 en 2018 van 7,7 miljard euro naar 28 miljard euro. Voor de belegger was het tot nog toe niet altijd duidelijk wat duurzaamheid precies inhoudt. Vandaar dat Febelfin samen met stakeholders binnen en buiten de financiële sector een kwaliteitsnorm heeft uitgewerkt. Het is een minimale norm met strikte voorwaarden die schadelijke activiteiten uitsluit en bedrijven aanmoedigt om duurzaam te ondernemen en daarover correct te rapporteren. Meer dan milieu Het label, dat door een onafhankelijke instantie wordt toegekend, wil geen nichenorm zijn die enkel donkergroene en/ of fossielvrije beleggingen mogelijk maakt. Het is belangrijk dat de gecertificeerde beleggingsproducten voor elk type belegger geschikt zijn en dat ze een breed spectrum aan beleggingen bestrijken. Duurzaamheid is meer dan milieu: de beleggingen worden ook gescreend op de prestaties op het gebied van sociaal beleid en goed bestuur. iVOX-enquête iVOX voerde in de laatste week van oktober een enquête uit onder 1.000 Belgen over de wenselijkheid van een duurzaam label. Geïnteresseerde beleggers zien duidelijk een meerwaarde in een onafhankelijk gecertificeerd label. • 55,5 procent is meer geneigd om voor duurzame beleggingen te kiezen als ze door een onafhankelijke instantie worden gecertificeerd • 61,2 procent is ervan overtuigd dat duurzame beleggingen bijdragen tot een betere wereld • 65,3 procent vindt dat het duurzaamheidslabel een meerwaarde of noodzakelijke voorwaarde is bij het kiezen van een duurzame belegging

(Central Labelling Agency), een vzw waarin onafhankelijke leden zetelen. 311 fondsen en 9 indices ontvingen het label. Je consulteert ze via www.towardssustainability.be/nl/ Investment-Product. Elk gelabeld product heeft een webpagina en een Sustainability ID, waar de belegger meteen kan uit opmaken op welk manier het beleggingsproduct duurzaam is, terwijl hij sowieso zeker is dat het aan de minimale norm voldoet. Evolutief proces De kwaliteitsstandaard waar Towards Sustainability voor staat is geen eindpunt, maar het startpunt van een traject waarin het label alle financiële spelers en ook de beleggers wil meetrekken. De kwaliteitsstandaard is met andere woorden een dynamisch en evolutief proces. De erkenning van de beleggingsproducten zal jaarlijks hernieuwd moeten worden. Via vier evaluatierondes per jaar kunnen nieuwe producten trachten het label te verwerven. De standaard wordt ook aangepast aan evoluties op EU-niveau. Elke twee jaar worden de criteria herzien in een multi-stakeholderconsultatie via het adviescomité van de CLA. Dit comité houdt onder andere rekening met de evoluerende verwachtingen van klanten, nieuw wetenschappelijk onderzoek, de beschikbaarheid van betere bedrijfsinformatie over duurzaamheid, en nieuwe EU-regulering. Thema’s waarrond we snel aanpassingen

verwachten zijn de beoordeling van de energie- en elektriciteitssector, en de invoering van meer gestandaardiseerde indicatoren zoals de CO2-afdruk van een portefeuille. Het gebrek aan voldoende gedetailleerde en algemeen beschikbare gegevens op bedrijfsniveau vormen op dit moment een hinderpaal. Sterktes van het label Towards Sustainability heeft een aantal onmiskenbare troeven, in het bijzonder het brede draagvlak, de transparantie op alle vlakken en de onafhankelijke audit. Andere labels kunnen niet noodzakelijk op hetzelfde draagvlak rekenen als dit sectorbreed gedragen initiatief. De grote steun van Belgische aanbieders en beheerders dwingt ook buitenlandse spelers actief op de Belgische markt om het label aan te vragen. Transparantie is een sleutelbegrip: zowel wat betreft de criteria van de kwaliteitsstandaard, als over de structuur van de CLA en de concrete invulling van duurzaamheid zoals blijkt uit het Sustainability ID. De governance-structuur is bijzonder robuust. Niet Febelfin kent de labels toe, maar het onafhankelijk labelingagentschap CLA, een onafhankelijke rechtspersoon. In de CLA zijn Febelfin en de financiële sector vertegenwoordigd, maar zij hebben geen meerderheid. De controle gebeurt bovendien mede door onafhankelijke experts uit de academische wereld.

Stand van zaken Tussen mei en juni 2019 dienden meer dan 50 financiële instellingen een aanvraag in voor een certificering van in totaal meer dan 400 beleggingsproducten. Van juli tot oktober 2019 werden de aanvragen gecontroleerd door een controle-orgaan bestaande uit aantal academische instellingen (ICHEC en UAntwerpen) en Forum Ethibel en finaal beoordeeld door het onafhankelijk labelagentschap CLA

energie - ecoTips 19.4

27


Responsible Office facilitator voor duurzaam aankopen in overheden en bedrijven Tekst: Responsible Office ecoTips besteedde in het verleden al meermaals aandacht aan Responsible Office (RO). We zijn benieuwd naar de laatste milieu-evoluties op het gebied van school- en kantoorartikelen en we willen weten wat de toekomstplannen zijn. Als manager begeestert Kathleen Bosteels Responsible Office, samen met de milieucommissie van Bosta. Hoe is RO ontstaan? en vertegenwoordiging van de beroepsfederatie van onze branche BOSTA vzw (www.bosta.org) werd samen met andere branches op 17 april 2012 door de Federale en de Vlaamse overheid uitgenodigd voor een stakeholdersoverleg, toen nog in het Boudewijngebouw te Brussel. De overheden vroegen onze hulp in hun streven om tegen eind 2020, 100% duurzaam aan te kopen. Bosta nam de handschoen op en richtte Responsible Office op. Er werd een milieucommissie gevormd uit leden van de raad van bestuur van Bosta. Die hebben zich verdiept in de mogelijkheden en er werd volop gebrainstormd over de manier waarop dit aangepakt moest worden. Op dat moment waren er heel veel initiatieven. RO besloot om de vragende en aanbiedende partijen bij elkaar te brengen en informatie beschikbaar te stellen, maar wou zelf geen oordeel uitspreken. Daarom ging RO met onafhankelijke externe certificaten voor producten werken. Producten die minstens één zo’n certificaat hebben mogen op https://www.responsible-office.be/nl.

E

28

ecoTips 19.4 - energie

Hebben de overheden hun doelstelling behaald voor jullie branche? We vermoeden van niet. Eerst en vooral hebben de overheden pas laat in het traject een meettool geïnstalleerd. De definitie van duurzaamheid is tijdens die periode ook flink veranderd. Wat we wel rechtstreeks van beleidsmedewerkers van de Federale, Vlaamse, Brusselse en Waalse overheden en van VVSG (Vereniging Van Steden en Gemeenten) hebben teruggekoppeld gekregen is dat men bij het voorbereiden van aanbestedingen systematisch onze database gebruikt om de productkorf samen te stellen. Ondertussen hebben we 750 producten beschikbaar, maar dat vinden wij nog veel te weinig. Conclusie is dat het RO initiatief zeker heeft geholpen maar dat de race nog lang niet gelopen is. Onder invloed van de huidige aandacht voor milieu in de publieke opinie zullen de regeringen nog beter hun best moeten gaan doen om hun theorie in de praktijk om te zetten. De wil is er zeker. Vanuit de nieuwe Europese aanbestedingswet mag je nu ook een extern certificaat eisen. Dat zal zeker helpen om de doelstellingen te verwezenlijken. Zit het werk voor RO er dan op? De laatste 2 jaar is RO lid geweest van en hebben we als facilitator meegewerkt aan de Green Deal van Vlaanderen Circulair. Samen met andere branches hebben wij daar ongelofelijk veel geleerd. Het gaat niet alleen meer over duurzaamheid en recycleren. Het gaat over de transitie van de lineaire naar

de circulaire economie en om deze als een standaard voor de toekomst neer te zetten. Hiermee zijn veel zakelijke mogelijkheden gemoeid. Om de toekomst van je bedrijf in deze branche veilig te stellen moet je hierin mee zijn. Daarom investeert RO ook in opleidingen voor RO-dealers. Dat is een groep van dynamische distributeurs die dagelijks aan bedrijven en de overheid leveren. Die opleidingen geven onze leden inzicht in de nieuwe Europese aanbestedingswet. Alhoewel er veel kritiek is op overheidsaankopers leren we tijdens die opleidingen dat het niet zo evident is om zowel rond de juridische klippen te navigeren als correcte aanbestedingen te maken en kansen te geven aan de lokale economie. Hoe beter wij de moeilijkheden van de aanbesteders begrijpen, hoe beter wij kunnen meedenken om hen te helpen hun aanbesteding circulair te maken. Als wij, zoals op de Green Deal marktdialoog, met elkaar kunnen praten, begrijpen de aanbesteders nog beter hoe zij die aanbestedingen kmovriendelijk kunnen maken. Zo zorgen we er mee voor om ook in de toekomst voldoende aanbieders te hebben. Is de overheid dan bereid in aanbestedingen nieuwe ideeën van de markt toe te laten? Dat is altijd moeilijk. Wanneer een aanbesteding wordt uitgeschreven, ligt de procedure vast en zoekt de aankoper naar datgene dat de aanbesteding het beste volgt . Als we er in slagen om in het voortraject van de aanbesteding (genaamd de RFI, Request For Information of marktconsultatie) samen ‘out of the box’ te denken, dan kan de markt de overheid helpen om de gezamenlijke milieudoelstelling te behalen. Dat moet veel vaker gebeuren. Bij de laatste Green Deal marktdialoog tussen aanbieders en aanbesteders stelde iemand, bij wijze van grap natuurlijk, voor om elke vrijdag samen een marktdialoog in de bruine kroeg op de hoek te organiseren. De overheid geeft aan dat er mogelijkheden zijn om de markt te consulteren en dat het ook zeker hun bedoeling is om dit meer te gaan doen. Welke nieuwe manieren van aanpak zijn mogelijk? We zitten dankzij de inspiratie van de Green Deal in een oersoep van embryonale en


hier en daar wat meer gevorderde ideeën. Kantoormeubelen en verlichting zitten al in het ‘as a service’-stadium. Bedrijven en de overheid kopen dan geen lichtarmaturen en lampen meer, ze kopen de service ‘licht’ in. Men noemt dat dan LAAS: Light As A Service. Bij het einde van de levensduur haalt de fabrikant of distributeur de armaturen terug en geeft die een tweede, derde … leven of ‘loop’, of gebruikt de teruggewonnen grondstof voor nieuwe producten. Als fabrikanten het originele product gaan ontwerpen in de wetenschap dat ze het ooit gaan terugkrijgen, dan gaan ze dat ontwerp op een volledig andere manier aanpakken. We leven nu in een periode van een ‘war for talent’. Daar voegen we nu de ‘war for resources: raw materials’ aan toe. Natuurlijke bronnen geraken uitgeput. We kunnen niet anders dan circulair gaan werken. Je noemt ook bedrijven, was RO niet enkel voor de overheid bedoeld? Vanaf het begin hadden we ook bedrijven en organisaties als doelgroep. Enkele vroege vogels uitgezonderd, is het pas het laatste jaar dat bedrijven wat belangstelling zijn gaan tonen voor milieu. De implementatie bij bedrijven gaat snel. Voor ‘as a service’projecten bijvoorbeeld is niet de overheid maar het bedrijfsleven als eerste op de kar gesprongen, zowel omdat het ontzorgend

werkt als dat het bedrijven doet besparen op totale kost. We zien een verschuiving van de kost om iets te bezitten (TCO Total Cost of Ownership) naar totale kost voor het gebruik (TCU Total Cost of Utilization of TCB Total Cost of Benefit). Omdat zij niet moeten aanbesteden, kunnen bedrijven makkelijker de switch maken van de kost van een aankoop van een product naar de totale kost van de levenscyclus. Dit houdt energieconsumptie en CO2-gebruik tijdens de levensduur en de uiteindelijke verwerking als afval of recyclageproduct in. RO is volledig toegankelijk voor bedrijven. Als een bedrijf vandaag beslist om Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen te onderschrijven en op een verantwoordelijke manier kantoorartikelen aan te kopen, kunnen ze de lijst van producten op de website consulteren en morgen de prijs vragen aan de RO-dealers die op de website getoond worden. Op die manier hebben ze dan snel duurzame en soms al circulaire producten in huis. Zo simpel kan het zijn. Het werk is al gedaan op basis van objectieve, door derde partijen gecontroleerde specificaties. Wat zijn de toekomstplannen van RO Vooreerst willen we in de richting van 1.000 producten op de website. We hebben nu 15 goedgekeurde derdepartijcertificaten,

en hoewel we niet gaan voor kwantiteit maar voor kwaliteit, mogen dat gerust 30 certificaten worden. We blijven onze RO-dealers ook in de toekomst steunen door relevante opleidingen te voorzien. Doordat de fabrikanten in onze branche meestal via dealers in plaats van rechtstreeks aan overheid of bedrijf verkopen, krijgen ze niet altijd de uitdagingen van de markt door. Ook onze fabrikanten moeten dringend uit een ander vaatje gaan tappen, willen ze relevant blijven in de toekomst. RO kan een faciliterende rol opnemen. Verder willen we de kwaliteit van onze data op de website blijven garanderen. Green Deals stopt maar wordt naar een hoger niveau getild. Het Europese Interreg North Sea project ProCirc is voortaan de ondersteunende entiteit van de Europese commissie. Wij willen blijven leren, ons netwerk onderhouden en onze Bosta en RO partners inspireren. De Green Deal wordt door Wallonië overgenomen. Dat kan ons helpen om ook daar meer voet aan de grond te krijgen met RO dat nu al drietalig Nederlands, Frans en Engels is ingericht. Bijkomend willen we een enquête organiseren om bij ons primaire doelpubliek - de overheid en bedrijven - te toetsen hoe zij RO gebruiken, en welke wensen zij hebben voor de toekomst.

Sorteert u al PMD in uw bedrijf? Begin er vandaag mee en ontvang een welkomstpremie!

Bedrijven nemen heel wat initiatieven om duurzamer te worden. Ze denken aan een elektrisch wagenpark, investeren in zonnepanelen en houden hun energieverbruik nauwlettend in het oog. Toch zien ze nog al te vaak eenvoudige maatregelen over het hoofd. PMD sorteren op de werkvloer is er daar een van.

Er zijn nog heel wat bedrijven waar nog niet gesorteerd wordt, terwijl het wel al een aantal jaren een wettelijke verplichting is. En dat is jammer. Want op de werkvloer komen best wel wat verpakkingen vrij die perfect gerecycleerd kunnen worden en nu verloren gaan in het restafval. Denk maar aan plastic flesjes en blikjes.

Sorteren, da’s toch logisch? Vijfentwintig jaar na de introductie van de blauwe PMD-zak is sorteren de norm geworden in de Belgische huishoudens. Fost Plus, de organisatie die verantwoordelijk is voor de recyclage van huishoudelijk verpakkingsafval, recycleerde in 2018 724.000 ton verpakkingen of 92,8 % van de huishoudelijke verpakkingen die door haar leden op de Belgische markt werden gebracht. Een opportuniteit voor uw bedrijf Thuis sorteert zo goed als iedereen. Op de werkvloer loopt het helaas niet zo’n vaart.

Bijdragen aan de circulaire economie PMD sorteren is dan ook een mooie opportuniteit voor bedrijven om een bijdrage te leveren aan de circulaire economie. Goed voor het milieu, want hoe meer we sorteren, hoe meer we kunnen recycleren. Maar ook goed voor het imago. Welk bedrijf kan het zich vandaag nog permitteren om PMD gewoon bij het restafval te gooien? Medewerkers, bezoekers en klanten vinden het niet meer dan normaal dat ze overal kunnen sorteren zoals ze dat thuis gewoon zijn.

Geen grote investeringen nodig Sorteren is bovendien relatief gemakkelijk in te voeren op de werkvloer. De meeste mensen kennen het systeem, en de investering is vrij beperkt. Bedrijven kunnen ook op heel wat hulp rekenen. Zo kunnen ze bij de erkende afvalophalers voor operationele afspraken terecht en bij Fost Plus voor advies, gratis stickers en affiches. Sinds kort is er zelfs een welkomstpremie voorzien voor bedrijven die starten met sorteren van PMD en voor de ophaling een contract afsluiten met een erkende operator. Waar wacht u nog op?

Start vandaag nog met sorteren en ontvang een welkomstpremie van 75 euro! Alle informatie en voorwaarden op www.desorteerwinkel.be.

energie - ecoTips 19.4

29


ECOREPORTAGE

CO2-impact van papierproductie in kaart gebracht Tekst en beeld: Paper Chain Forum Energie is essentieel voor de productie van papier en karton. De papierindustrie let erop de energiebehoeften, nodig voor de productie, zoveel mogelijk te beperken, niet alleen om milieuredenen, maar ook om economische redenen. Daarom investeert de sector in de verhoging van haar energieefficiëntie. Naast de verbeteringen van het productieproces zelf, baseert ze haar energietoevoer grotendeels op energie uit warmtekrachtkoppeling. Dankzij deze techniek kan een hoog rendement worden bereikt: in 2011 al vertegenwoordigde deze technologie 82% van de warmtebehoefte van de sector. Bovendien streven de papierproducenten ernaar zelf de energie te produceren die ze verbruiken. Vermindering CO2-uitstoot ia vrijwillige, regionale akkoorden vermindert de Belgische papiersector sinds 2003 haar CO2-uitstoot per ton geproduceerd papierdeeg en papier aanzienlijk. Deze vermindering vormt een concrete bijdrage van de sector aan de globale uitdaging van klimaatsverandering. De sector heeft er echter ook voor gekozen om het gebruik van groene energie, dat wil zeggen hernieuwbare energie, te ontwikkelen. Zo worden schors, houtafval en residu's van de papierdeegproductie, die ongeschikt zijn voor de productie van papier in energie omgezet. Deze energie is niet alleen hernieuwbaar, maar ook klimaatneutraal. Inderdaad, de CO2 die vrijkomt bij de verbranding van hout wordt teruggegeven aan de lucht waaruit hij eerder tijdens de fixatie ervan door de boom door middel van fotosynthese, werd opgenomen. Dit is de CO2-cyclus eigen aan de houtsector. Een van de troeven van de papierindustrie voor de toekomst is ongetwijfeld deze CO2-kringloop, nl. het gebruik van een hernieuwbare grondstof die zijn eigen CO2uitstoot opneemt.

V

Papier en klimaatverandering De papierindustrie heeft steeds haar verantwoordelijkheden ten opzichte van de klimaatsveranderingen genomen en blijft zich verder inzetten om haar impact op het klimaat te beperken : verbetering van de energie-efficiëntie van haar productieprocédés en vermindering van de CO2-uitstoot tegen 2020 via vrijwillige overeenkomsten, investeringen in warmtekrachtkoppelingsinstallaties, gebruik van een steeds groter aandeel hernieuwbare energie. Maar de papierindustrie is slechts een schakel in de levenscyclus van het materiaal papier. Deze cyclus begint bij de basisgrondstof van papier, namelijk hout. Hout is een hernieuwbare grondstof die via fotosynthese grote hoeveelheden CO2 kan opslaan en het is net dit gas dat grotendeels verantwoordelijk is voor de klimaatsveranderingen. Door de productie van papier worden de bijproducten van het bos gevaloriseerd, wordt de natuurlijke CO2opslag verlengd en de strijd tegen klimaatsveranderingen aangegaan. De CO2-opslag in papier is trouwens niet te verwaarlozen: één ton papier kan ongeveer het equivalent van 1.400 kg CO2 opslaan; dit is driemaal meer dan de 400 kg CO2 die wordt uitgestoten bij de productie van diezelfde ton papier. Ook andere actoren van de papierketen, met name de papierverwerkende industrie en grafische sector, zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid en hebben zich via vrijwillige overeenkomsten ertoe verbonden de energie-efficiëntie in hun bedrijven te verbeteren om zo de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Zo ook de papierrecuperatiesector, die eveneens een belangrijke bijdrage levert aan de strijd tegen de klimaatwijzigingen. De CO2opslag in de papiervezels wordt behouden en wordt steeds groter naarmate de inzameling, het sorteren en de recyclage van oud papier toenemen. Deze verschillende stappen worden in België en in Europa effectief gestimuleerd. En wanneer na meerdere recyclagebeurten de oudpapiervezels niet verder geschikt zijn voor recyclage, kunnen ze nog voor energiedoeleinden worden gebruikt, zonder nadelige invloed op de klimaatsveranderingen. De integrale papierketen draagt dus zijn steentje bij tot het terugdringen van de CO2-impact van papier op het milieu,... in ons dagelijks leven een niet weg te denken product. CO2 in cijfers... • Hernieuwbare energie in het energieverbruik van de sector is verdrievoudigd tussen 1990 en 2011 Zo vertegenwoordigt de groene energie in 2011 bijna 51% van het totale energieverbruik van de papiersector en is deze industrie dus in feite een van de meest geavanceerde sectoren op dat vlak. • Dit gebruik van hernieuwbare energie komt overeen met een vermeden CO2 uitstoot van meer dan 1,5 miljoen ton. • De hoeveelheid CO2 van fossiele oorsprong die vrijkomt per ton geproduceerd papierdeeg is met 40% verminderd tussen 1990 en 2011. Voor de productie van een ton papierdeeg/papier in België in 2011 wordt nog 407 kg CO2 uitgestoten.

30

ecoTips 19.4 - energie


Ecoklik www.co2logic.com

We berekenen, verminderen en compenseren uw CO2-uitstoot CO2logic is gespecialiseerd in het berekenen, verminderen en compenseren van CO2-uitstoot. Wij begeleiden en helpen bedrijven bij het identificeren, rapporteren en uitvoeren van hun strategie voor duurzame ontwikkeling. Elk bedrijf is verschillend, daarom kiezen we voor een ‘op maat’ benadering. Sommige zijn aanwezig in de dienstensector terwijl andere industriële bedrijven zijn. Er zijn multinationals met veel sites overal ter wereld, anderen hebben één hoofdkantoor vanwaar alles gebeurt,... Maar ze hebben allemaal één ding gemeen, namelijk een CO2-

2. VERMINDEREN:  CO2 verminderingsadvies (kantoren, productie, fleet, logistics, gedrag...)  Energie-audits  Financiële analyse van de verschillende verminderingsscenario’s om prioriteiten te stellen  Change Management 3. COMPENSEREN:  Niet reduceerbare CO2-uitstoot compenseren om CO2 Neutral te worden  CO2-neutraliteit advies  Carbon management (‘Kyoto’ en ‘Voluntary’)  Advies en ontwikkeling van Gold

“By opting for CO2 neutrality, a company or organisation chooses to take responsibility for the true impact of its CO2 emissions instead of shifting it to society” voetafdruk afkomstig van verschillende maar gelijkaardige bronnen: energie (elektriciteit, gas, stookolie,…), transport (vloot, bedrijfsvluchten, logistiek,…), afval (papier, plastiek, organisch),… CO2logic helpt u een overzicht van deze CO2-uitstootbronnen te krijgen, opportuniteiten of dreigingen te identificeren, strategieën voor duurzame ontwikkeling ontplooien, prioriteiten voor vermindering toepassen, intern en extern communiceren,… We berekenen, verminderen en compenseren uw CO2-uitstoot. 1. BEREKENEN:  Carbon footprinting/auditing gebruik makende van het Bilan Carbone® (ADEME gecertificeerd) en/ of het GHG Protocol van het World Resource Institute/World Business Council on Sustainable Development, beide compatibel met ISO 14064.  Analyse van de levenscyclus (Life Cycle Analysis) en product/service carbon footprinting (PAS 2050 BSI) 14

ecoTips 17.1 - circulaire economie

Standard, CDM, VCS of andere VER projecten (bijvoorbeeld CO2-credits verdienen bij het ontwikkelen van CO2-reductieprojecten) 4. COMMUNICEREN:  Samen met uw departement communicatie of PR-/marketing-/ reclamebureau

 We zorgen ervoor dat deze communicatie duidelijk en correct is  Het is onze overtuiging dat bedrijven die iets positiefs doen voor het milieu door iedereen gezien en gekend moeten worden Cases:Lotus ION,Bakeries Proximus, Boortmalt, Cases: en MVO, Delta WWF,wordt Audide Brussels, Stad Lloyd eerste CO2-neutrale Gent, Haven van in Brussel, levensverzekeraar België, CMB, Strategisch

Interparking, Bakeries, advies voor de Lotus Vlaamse Overheid, Paradise City,… departement LNE. CO2logic is de eerste Carbon Disclosure Project (CDP) accredited provider voor de Benelux en ondersteunt de CO2prestatieladder in België.

Huidevettersstraat 60A, Rue d’Accolay 15-17, 1000 1000 Brussel Bruxelles Tel. +32 (0)478 41 30 07 info@co2logic.com www.co2logic.com


2020 = 25 jaar ecoTips Vier mee met 25 jaar trends in duurzaam ondernemen en kijk vooruit naar 2030 #showyourCSR

Alle info over dit feestjaar: info@ecotips.org +32 (0)13 29 46 04 www.ecotips.org

JA AR

TRENDS in SUSTAINABLE BUSINESS


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.