Themaoverzicht
WOUW-moment: maak je keuze uit het aanbod minimaal 50 minuten
Les 1 De toekomst voorspellen, kan je dat?
Les 2 Eeuwen tellen
Les 3 Waarom en wanneer dingen veranderen
Les 4 Wat verandert er? Wat verandert er niet?
Les 5 Vaak beter maar niet altijd …
Les 6 Onze eigen glazen bol
Les 7 Evaluatiemoment
50 minuten 100 minuten 100 minuten 100 minuten 50 minuten 50 minuten 50 minuten
WOUW-actie: maak je keuze uit het aanbod minimaal 100 minuten
Inleiding
De toekomst kunnen voorspellen, wie wil er dat niet? Is het dan zo simpel? Neen, natuurlijk niet, want dan waren we in één lesje al klaar met dit vijfde thema. En dat zijn we helemaal niet.
Dame Futura is straks onze leermeester. Ze leert ons dat de toekomst voorspellen in de eerste plaats inhoudt dat we goed en diep nadenken over het verleden. Verleden, heden en toekomst zijn immers intens met elkaar verbonden. Dat heten we evolutie, de motor van ons leven. Wie die evolutie goed kan lezen, heeft meer dan een beentje voor om zich te kunnen oriënteren in de wereld van nu.
Dit maakt van dit thema een buitenbeentje. We leren heel weinig nieuwe begrippen en toch is het een uitdagend thema. Dame Futura daagt ons uit om diep na te denken in relaties, zoals die van oorzaak en gevolg en historisch besef. We gaan het ook vaak hebben over hoe onze wereld er misschien zal uitzien binnen pakweg 30 jaar. Dat weten we nu nog niet. Dat is dus nu nog geen ‘weten’-schap die we nu al hebben en kunnen overbrengen. We zullen het in dit thema dus allemaal een beetje samen moeten uitvinden.
Waarom willen we samen met de kinderen nadenken over hun toekomst? Dat is simpelweg de belangrijkste reden van alle onderwijs: hun toekomst. Je leert dingen om die in je toekomst in jouw voordeel en dat van alle andere mensen op deze planeet te kunnen gebruiken. Wat zou het omgekeerd vreemd zijn om het met hen daar eens niet over te hebben.
Dit is meteen de belangrijkste les van dame Futura in dit thema. Op veel zaken hebben we weinig tot geen impact. Die overkomen ons gewoon. Maar in veel andere zaken kunnen we wel ons eigen kleine steentje bijdragen om van onze wereld een betere plaats te maken in de toekomst. Kinderen die zich met die mindset op de wereld oriënteren hebben onmiskenbaar een extra talent. Want dit leert dame Futura ons ook: onze wereld verandert veel vlugger en sterker dan vroeger. De kans dat een negenjarige in zijn toekomstig leven voortdurend zal worden uitgedaagd om altijd maar bij te leren en nieuwe keuzes te maken is zeer groot. Het is gewoon een zekerheid!
Starten doen we zoals steeds met de keuze van een WOUW-moment dat aansluit bij de interesses van de leerlingen of de klemtonen die de school legt. Daarna ligt de focus in de lessen vanzelfsprekend op het domein tijd. We werken verder met eeuwenband waarop we nu al vlot historische gegevens kunnen situeren in de juiste eeuw.
Omdat we echt op zoek gaan naar evolutie en verandering komen ook de domeinen mens en maatschappij en techniek vaak aan bod. Evolutie is immers altijd een maatschappelijk gegeven, en heeft ook heel vaak te maken met techniek en technologie. Hoe dichter we bij de onze eeuw komen, hoe meer de evolutie door technologie zal worden aangedreven. Onze toekomst voorspellen wordt dus vooral nadenken welke rol technologie straks in ons leven zal spelen.
Als ons talent om de toekomst te voorspellen is aangescherpt, kunnen we dit volop toepassen op de acties die allemaal te maken met de toekomst, onze toekomst.
hoera!
Overzicht opties WOUW-moment
De lesfiches bij deze activiteiten vind je terug op Kabas, samen met alle andere nodige bestanden.
50' We spelen de quiz met een reeks beelden over het verleden en een over de toekomst en beantwoorden de vraag of die ons iets tonen dat veraf of dichtbij is? Zo frissen we ons historisch besef opnieuw op, dat we straks in het thema voortdurend gaan gebruiken.
De toekomstquiz
50' We maken altijd een selfie aan het einde van het thema, nu maken we er ook eentje in het begin. Toekomst, en al zeker je eigen toekomst, kun je voor een belangrijk deel zelf bepalen. Dat gaat dan om keuzes maken, de juiste. In deze selfie maken kinderen eigen keuzes. Interessant om te weten of die nog dezelfde zijn na het thema.
50' We spelen een stellingenspel met enkel twee keuzes: dat kan of dat kan niet. We krijgen beelden en stellingen en daarop antwoordt elke leerling individueel. Zo kijken we al even naar de toekomst en denken we er ook een eerste keer over na.
50' We spelen een stellingenspel. Dit lijkt op moment 3 omdat we ook in de toekomst kijken maar dit gaat verder. Evolutie, zoals bij uitvindingen, gaat vaak buiten je eigen individuele wil om. Men is ons niet komen vragen of we het leuk zouden vinden dat het internet de wereld zou veranderen. Het kan dus best zijn dat we bij voorspellingen hierin van mening verschillen.




Check altijd Kabas voor het meest recente aanbod.
Les 1 De toekomst voorspellen, kan je dat?
Lesdoelen
1. De kinderen kennen de begrippen verleden, heden en toekomst en kunnen die in de passende contexten gebruiken.
2. De kinderen kunnen in groep reflecteren over het nut van toekomstvoorspellingen.
3. De kinderen kunnen de weervoorspellingen van de komende dagen samenstellen uit geraadpleegde bronnen.
4. De kinderen kunnen gangbare weerpictogrammen juist gebruiken.
5. De kinderen kunnen hun eigen horoscoopbeeld aanduiden.
6. De kinderen kunnen de validiteit van weervoorspellingen en horoscoop vergelijken.
7. De kinderen kunnen aangeven waarin een weervoorspelling verschilt van een horoscoop.
Lesmateriaal
- werkboek p. 2 - 3 - kopieerblad 1: jaartallen - kranten van de week, of nieuws- of weerwebsites - laptops of tablets met internetverbinding
Vooraf
Vraag de kinderen die thuis een krant hebben om enkele exemplaren mee te brengen. Verknip de kaartjes van het kopieerblad.
Lesverloop
1 Instap
Verwijs naar het WOUW-moment dat je koos en doorliep. Hou een kort gesprek. We leerden daarin dame Futura kennen. Wat gaat ze ons leren in dit thema? (onze toekomst)
Dame Futura leert ons straks de toekomst voorspellen. Welke woorden kennen we nog die te maken hebben met ‘tijd’? Hoe noemen we wat we al hebben beleefd? (het verleden) Hoe noemen we het moment waarin we nu zitten? (het heden)
Verduidelijk dat we doorheen dit thema die woorden vaak gebruiken, want we zullen voortdurend wisselen tussen verleden, heden en toekomst.
Voor je echt aan het werk gaat, verdeel je de klas in vaste groepjes die de leerlingen doorheen het thema aanhouden. Verdeel de kaartjes (kopieerblad 1). Laat de kinderen zelf uitzoeken waar hun kaartje bij hoort (eeuw en jaartallen) . Zo vormen ze hun groepje voor het thema. Bepaal zelf of je gaat voor groepjes van drie of vier.
2 Kern
2.1 Hoe handig is dat!
Neem het werkboek op pagina 2. Lees samen kort de boodschap van dame Futura. De groepjes gaan aan het werk. Ze kiezen samen drie foto’s en bespreken ze. Ze noteren enkele sleutelwoorden onderaan. Geef ze tien minuten.
Bespreek klassikaal alle foto’s. Overloop en laat elk groepje die de foto besprak aan het woord. Foto’s die toevallig geen enkel groepje besprak, laat je nu even bespreken.
Besluit samen: Het kan in veel situaties best handig zijn om de toekomst al te kennen. Maar doorheen het thema leren we dat dit niet gemakkelijk is. We komen ook iets te weten dat we wellicht niet meteen hadden verwacht: de toekomst kennen is vaak minder leuk dan dat we nu op het eerste gezicht denken.
Die bedenking mag je hier ook al eens opgooien in het klassengesprek.
2.2 Voorspellen? De krant kan het!
Haal er de kranten bij en verdeel ze onder de groepjes en/of zorg dat de groepjes op het internet kunnen zoeken op weer- of nieuwswebsites. Geef ze een tiental minuten om beide opdrachten van pagina 3 in het werkboek samen te verwerken.
De leerlingen zoeken de weersvoorspellingen op en vullen die aan in hun werkboek. Nu al gaan ze merken dat de voorspellingen zelden echt helemaal gelijklopen.
Laat ze in hun groepje hun eigen horoscoop voorlezen. Laat hen stilstaan bij de verwoording ervan. Die is meestal weinig concreet en ook vatbaar voor veel interpretatie. Misschien zijn bepaalde voorspellingen wel onderling inwisselbaar?
3 Slot
Bespreek kort ons antwoord op de laatste vraag: welke voorspelling vertrouw je nu het meest? Breng hen tot bij enkele verschillen:
- Het weer voorspellen is een wetenschap, de horoscoop (astrologie) niet.
- De resultaten bij de weervoorspellingen zijn daarom ook vaststelbare gegevens.
- De weervoorspellingen zijn maatschappelijk ook veel belangrijker. Heel wat mensen en sectoren vertrouwen op die voorspellingen.
Dit is meteen in een notendop wat dame Futura ons zal leren in dit thema: de toekomst voorspellen kan best wel lukken als je het juist aanpakt: op basis van kennis, inzicht en onderzoek.
Les 2 Eeuwen tellen
Lesdoelen
1. De kinderen kunnen een jaartal vervolledigen als ze weten in welke eeuw het valt.
2. De kinderen personen, voorwerpen en straatbeelden situeren in de juiste eeuw wanneer die al zijn aangeduid op de eeuwenband.
3. De kinderen kunnen stappen in de evolutie van de communicatie situeren in de juiste eeuw wanneer drie mogelijkheden zijn gegeven.
4. De kinderen kunnen kunstwerken situeren in de juiste eeuw wanneer drie mogelijkheden zijn gegeven.
5. De kinderen kunnen met hulp van de leerkracht reflecteren over eigenschappen van evoluties doorheen de eeuwen.
Lesmateriaal
- werkboek p. 4 - 7 - digitale tijdslijn: eeuwen tellen - Kahoot!-quiz: kunstquiz - powerpoint 1: kunstquiz - laptops of tablets met internetverbinding
Vooraf
In deze les gaan we ervan uit dat de leerlingen het derde thema ‘Terug in de tijd’ al hebben verwerkt en kunnen werken met de eeuwenband. Dit betekent dat ze weten dat een eeuw 100 jaar telt, begint bij het jaar 01 en eindigt op het einde van het jaar 00. Ze kunnen jaartallen vlot plaatsen in de juiste eeuw.
Lesverloop
1 Instap
Vorm de vaste groepjes. Start een kort momentje samen en stap opnieuw in met de quote van dame Futura.
Verduidelijk dat je gedurende de les heel wat dingen gaat situeren op de eeuwenband. Zo gaan de leerlingen doorheen de les zien hoe snel (of hoe traag) dingen veranderen. Rode draad in deze les is het inzicht dat hoe dichter we komen bij het heden, hoe sneller dingen zijn geëvolueerd. Dat betekent dat we ook in onze voorspellingen verder in het thema er rekening moeten mee houden dat de wereld heel snel evolueert.
2 Kern
2.1 Hoeveel eeuwen geleden?
Verwerk de drie opdrachten op pagina 4, 5 en 6 in het werkboek in groep. Kies zelf of je de bespreking laat aansluiten na elke opdracht of dat je ze eerst alle drie laat verwerken.
Oriënteer vooraf kort op de drie opdrachten:
- Bij elk van de drie opdrachten ontbreekt er telkens een cijfer in het jaartal. Dit kunnen ze vinden door de hokjes onder de eeuwenband te checken. Over welke eeuw gaat het hier?
- De negende verjaardag van Abil, Falco, Alda, en Bruna Thema: vier kinderen worden negen in een verschillende eeuw. Bespreek de tekeningen. Wat zie je? Wat kennen we nu nog? Stel je voor dat de kinderen van eeuw wisselen, wat zouden ze herkennen, zeggen, denken … ?
- We kijken binnen bij Bodo, Elza, Alf en Lowie.
Thema: we krijgen voorwerpen te zien uit het leven van deze vier kinderen. Aan de hand daarvan kunnen we de kinderen situeren in de juiste eeuw. Onderaan is er nog een extra opdracht. Ze linken elk kind aan de juiste mama.
- Vandaag ga ik op pad en ik zie …
Opnieuw dezelfde opdracht: eerst goed kijken en analyseren en dan situeren. Onderaan heb je ook een extra opdracht.
Thema: hier zijn we op pad. We maken kennis met typische transportmiddelen uit elke periode.
2.2 Verder oefenen
Oefen verder met de volgende groepstaak, op pagina 7 in het werkboek. Laat de kinderen vooraf zelf het thema aanbrengen: communicatie.
Ze verwerken samen in hun groepje de taak. Bespreek samen.
2.3 De kunstquiz
Een laatste opdracht verwerk je in een quiz.
Neem de powerpoint of Kahoot!
Presenteer de kunstquiz. Dat kan individueel, in duo of in groep. Bespreek samen de antwoorden. Laat de leerlingen kort verwoorden waarom ze welke eeuw kozen bij het kunstwerk.
Heb je hiervoor nu geen tijd meer, dan kan dat ook in een les muzische vorming.
3 Slot
We hebben in deze les heel wat beelden en gegevens uit verschillende eeuwen zien passeren. Tijd om ze samen met dame Futura al een eerste keer samen te vatten onderaan pagina 7.
De leerlingen markeren individueel wat ze denken. Bespreek kort samen.
Demonstreer tot slot nog even de evoluties die aan bod kwamen met de digitale tijdslijn. Laat de kinderen die bedienen op het digibord.
Les 3 Waarom en wanneer dingen veranderen
Lesdoelen
1. De kinderen weten dat verandering en evolutie integraal deel uitmaken van hun eigen leven en de maatschappij.
2. De kinderen kunnen vier beelden van feiten en gegevens over eenzelfde evolutie historisch ordenen van verleden naar heden, wanneer de verschillen groot zijn.
3. De kinderen kunnen twee beelden van een bruusk gewijzigde evolutie linken aan elkaar en aan de juiste oorzaak.
4. De kinderen kennen de begrippen oorzaak en gevolg en gebruiken die binnen een historische context.
5. De kinderen kennen de termen milieuramp, oorlog, uitvinding en pandemie en gebruiken die correct.
6. De kinderen kunnen een historisch voorbeeld geven van een oorzaak-gevolgrelatie.
7. De kinderen kunnen een historische evolutie van vier stappen vervolledigen, waarvan de vierde stap in de toekomst ligt.
8. De kinderen weten dat historische evoluties ofwel geleidelijk ofwel bruusk verlopen.
Lesmateriaal
- werkboek p. 8 - 11 - stickervel
Vooraf
In deze les bekijken we hoe verandering verloopt. Dat kan geleidelijk en gespreid in de tijd maar soms gaat het vrij bruusk. Bruuske veranderingen zijn meestal uitdagender en zelden een verbetering.
De relatie oorzaak-gevolg is niet gemakkelijk. We hernemen dit daarom nog meerdere keren in de derde graad.
Lesverloop
1 Instap
De leerlingen werken opnieuw in hun vaste groepjes. Dame Futura leidt opnieuw in. Bespreek eerst kort samen haar quote. Bepaal zelf of je de opdrachten in één keer laat afwerken of telkens tussendoor samen bespreekt.
2 Kern
2.1 Verandering is overal
Check vooraf of alle kinderen de begrippen oorzaak en gevolg kennen en begrijpen. Laat de groepjes de duo’s verbinden in opdracht 1 en 2 in het werkboek op pagina 8. Bespreek samen. Laat de woorden oorzaak en gevolg veelvuldig gebruiken.
Zoals:
- Water is veranderd in ijs doordat het bevriest onder nul graden.
- Als peuter denk je er nog niet aan maar door te verouderen en te groeien word je ooit wel volwassen.
- Een autorace kent een start en een finish. Wie eerst de geblokte vlag voorbij komt, wint.
- Met de auto rijden is leuk, zolang er niks in je weg komt. Als dat gebeurt dan gaat je auto stuk.
- Lente en herfst zijn stappen in onze seizoenscyclus. De warmte laat de boom ontluiken, de koelte laat hem zijn bladeren verliezen.
- De boer kan alleen oogsten als hij voorheen ook heeft gezaaid.
- De ingenieur bouwt alleen een sterke brug als hij ook goede plannen tekende.
- Eb en vloed wisselen elkaar af aan het strand door de aantrekkingskracht van de maan en de zon.
2.2 Verandering gaat stap voor stap
Leid kort in. We ordenen vier stappen in een evolutie bij opdracht 3 in het werkboek op pagina 9. Bespreek kort.
- De eerste mensen wonen samen in grote, gemeenschappelijke woningen. In de middeleeuwse stad wonen we intussen dicht op elkaar in vakwerkhuizen. Wij wonen vaak in een eigen huis in een wijk. In de toekomst wonen we door plaatsgebrek misschien meer boven elkaar in groene flatgebouwen.
- Mensen zijn al altijd op pad geweest. Heel vroeg ging dat te voet, vele eeuwen later en nog heel lang gebruikte de mens dieren voor zijn transport. Nu hebben we elk een auto en reizen we almaar verder de ruimte in.
- Het landschap was een groot bos. Toen de mens zijn voedsel ging kweken en er meer en meer mensen bij kwamen, moest het bos wijken. Mens gingen samenwonen in steden. Nu zijn er gebieden waar de stad zo ver reikt als je kunt zien.
Vraag welk woord past bij de reeksen. Laat enkele opties aanreiken en kies er samen eentje. Denk aan: wonen, reizen, en landschap. Laat de woorden overnemen op het verticale schrijflijntje.
2.3 Verandering gaat soms bruusk
Bespreek kort het lege schema van opdracht 4 in het werkboek op pagina 10. Neem er het stickervel bij. Zowel links als rechts komen er stickers in duo bij elkaar. In de linkerkolom wat er eerst was. Dan gebeurt er iets plots, een oorzaak. En dan kleven we daar bij wat erna gebeurt, het gevolg.
Onderaan bedenken we samen in groep een nieuw mooi voorbeeld.
Bespreek kort de voorbeelden van de relaties oorzaak en gevolg.
- Een milieuramp of de klimaatverandering heeft een grote en onmiddellijke invloed op alles wat leeft en groeit, dus ook op bv. landbouw.
- Een oorlog maakt bruusk een einde aan het leven zoals je het voorheen kende.
- Technologie ontwikkelt zich razendsnel. Wat de ene generatie gewoon was te doen, doet de volgende generatie al op een heel andere manier.
- Een pandemie zoals met het Corona-virus in 2020-21 verandert plotsklaps het leven van iedereen.
Laat elk groepje het eigen voorbeeld naar voren brengen.
2.4 Al even oefenen
Leid kort opdracht 6 in het werkboek op pagina 11 in. Straks voorspellen we zelf maar nu oefenen we al even. We kiezen één van de twee evoluties: kleding of voeding.
In de groepjes kunnen kinderen samen bespreken wat ze gaan ontwerpen. De uitwerking doet elk individueel.
Bespreek opnieuw kort. Laat enkele kinderen hun voorspelling voorstellen. Lukt het ons al aardig om te voorspellen? Laat kinderen reageren.
3 Slot
Dame Futura sluit de les opnieuw af met enkele vraagjes.
De leerlingen markeren individueel in opdracht 7 in het werkboek op pagina 11. Bespreek kort nog even samen.
Les
4 Wat verandert er? Wat verandert er niet?
Lesdoelen
1. De kinderen kunnen enkele stappen binnen eenzelfde evolutie in een mensenleven bij elkaar groeperen en ordenen.
2. De kinderen kunnen enkele ver uit elkaar liggende stappen binnen eenzelfde historisch evolutie groeperen en ordenen.
3. De kinderen gebruiken bronnen om het leven en werk van Jules Verne en van Leonardo da Vinci te reconstrueren.
4. De kinderen kunnen verklaren waarom kennis en inzicht kunnen helpen om de toekomst zo correct mogelijk te voorspellen.
5. De kinderen kunnen met aangereikte elementen een eigen futuristisch voer-, vaar- of vliegtuig ontwerpen.
Lesmateriaal
- werkboek p. 12 - 16 - stickervel - digitale tijdslijn: de levenslijn van Leonardo da Vinci - digitale tijdslijn: de levenslijn van Jules Verne - tekenmateriaal - laptops of tablets met internetverbinding
Vooral
In deze vierde les ontwerpen we zelf de toekomst. Dame Futura legt ons eerst uit dat wat mensen willen en nodig hebben doorheen de geschiedenis eigenlijk weinig verandert maar dat de manier waarop we die noden invullen wel evolueert. Wie dat snapt, heeft een voetje voor om correct te voorspellen. Voor we het zelf doen, maken we kennis met twee super-voorspellers: Jules Verne en Leonardo da Vinci. De tuigen die zij voorspelden, gebruiken we nu nog.
Zorg dat de groepjes de levenslijnen van Verne en da Vinci digitaal kunnen bekijken op tablet of laptop.
Lesverloop
1 Instap
Start onmiddellijk met twee gelijkaardige oefeningen in het werkboek. Vorm de groepjes en zorg dat ze straks kunnen zoeken op het internet.
2 Kern
2.1 In mijn eigen leven
Duid kort samen opdrachten 1 en 2 in het werkboek op pagina 12. De groepen gaan kort aan het werk. Bespreek nu samen de drie thema’s: van kind naar volwassen, van leren lopen tot autorijden, van kleutertot hoger onderwijs. Laat de groepjes de woorden aanbrengen die ze noteerden.
2.2 In het verleden
Werk op dezelfde manier als in 2.1. aan opdracht 3 en 4 in het werkboek op pagina 13. De groepjes maken samen de trio’s en noteren enkele woorden erbij. De thema’s zijn hier: energie, voedsel en werktuigen. Bespreek samen deze taak en daarna de quote van dame Futura.
2.3 Leren van een echte voorspeller! en Nog ouder en nog straffer!
Start op met dame Futura. Daarna gaan de groepjes weer aan het werk met opdracht 5 en 6 in het werkboek op pagina 14 en 15. Ze bekijken de levenslijnen van Jules Verne en Leonardo da Vinci. Vervolgens vullen ze hun pagina aan met de juiste gegevens en stickers.
Toon de kinderen dat ze de digitale tijdslijn kunnen uitvergroten en spreiden door links onderaan op het + icoontje te duwen.
Bespreek kort wat ze ‘fantastisch’ vinden aan beide uitvinders. Bespreek ook de gelijkenis: beiden stoelen hun voorspellingen op wat ze begrijpen uit het verleden, zien in het heden en denken te weten over de toekomst vanuit de wetenschap.
2.4 Even oefenen!
We worden zelf even Jules Verne of Leonardo. Met de ilustraties krijgen de kinderen die moeilijk op gang komen in dit soort opdrachten elementjes aangereikt die hen op weg zetten. De tekeningen hoeven niet gebruikt te worden. Laat de kinderen volledig vrij in hun ontwerp.
Werk eventueel verder aan deze opdracht in de les van muzische vorming.
3 Slot
Na afloop maken de leerlingen een mini-tentoonstelling. Laat ze elk hun werkboek op pagina 16 op een plaatsje leggen in de klas. De leerlingen lopen rustig rond en bekijken de ontwerpen.
Laat hen na afloop nog kort hun waardering geven voor het werk van hun klasgenoten.
5: Hip, hip, hoera! Ik ben 30!
Les 5 Vaak beter maar niet altijd …
Lesdoelen
1. De kinderen kunnen de relatie oorzaak-gevolg correct gebruiken binnen een historische context.
2. De kinderen kunnen aan de hand van het leven van Alfred Nobel illustreren hoe keuzes maken een essentieel onderdeel is van het bouwen aan je eigen toekomst.
3. De kinderen kunnen aan de hand van het leven van Alfred Nobel illustreren hoe uitvindingen in wezen ambigu zijn: het is de gebruiker die zorgt of de uitvinding leidt tot een betere toekomst of niet.
4. De kinderen kunnen op hun niveau nadenken over gelijkaardige keuzes die ze straks zelf (zullen) moeten maken.
Lesmateriaal
- werkboek p. 17 - 19
Vooraf
In deze vijfde les komen we stilaan bij wat echt telt: onze toekomst. We leren iets wat daarbij niet zo eenvoudig is. Je toekomst hangt vaak af van je eigen keuzes. Vaak kun je meerdere kanten op en vaak heeft dat niet alleen impact op je eigen leven maar ook op dat van veel andere mensen, nabij en veraf.
Lesverloop
1 Instap
Leid kort in dat we het in deze les nu echt over onze toekomst zullen hebben.
En dat is vaak niet zo makkelijk. Als we terugkijken in het verleden, dan zien we immers ook voorbeelden dat het plots heel wat minder goed ging. Onze toekomst hangt vaak af van wat mensen zelf kiezen. Je kiest voor jezelf maar vaak ook voor anderen. En wat andere kiezen, kan ook invloed hebben op jouw toekomst. Allemaal niet zo eenvoudig. Daarom is dame Futura er in deze les bij iedere opdracht bij!
Lees en bespreek de quote van dame Futura.
2 Kern
2.1 Zo was het, en zo is het geworden
De groepjes zitten opnieuw klaar. Overloop opdrachten 1 en 2 in het werkboek op pagina 17. Duidelijk voor iedereen? Check dat alle begrippen van de oorzaken door iedereen zijn begrepen. De groepjes vullen het schema in en kleuren de gevolgen in. Bespreek nu samen deze taak. Sta vooral stil bij het kleurtje van de gevolgen.
- Een (natuur)ramp zoals een bosbrand verandert een gezond bos in enkele uren tijd in een geblakerd landschap, met alle gevolgen voor dieren en planten. Voor de mensen die in of dichtbij het bos wonen zijn de gevolgen ook vaak groot. Bosbranden kennen wij niet maar overstromingen komen wel vaak voor.
- Vrede na de twee wereldoorlogen van de 20e eeuw zorgde ervoor dat landen niet meer op zichzelf bleven maar gingen samenwerken in organisaties zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie.
- Het werk van de landbouwer zorgt voor een mooie oogst en brood bij de bakker.
- Een pandemie zorgt ervoor dat openbare leven helemaal anders moet worden georganiseerd. Op een weekje tijd verandert het leven van alle mensen.
- Ondanks organisaties als de VN en de EU wordt in de wereld toch nog oorlog gevoerd. Een bruisende, welvarende stad verandert zo in een ruïne. Mensen slaan op de vlucht en zoeken massaal een veiliger thuis.
- We rijden nu zowat een eeuw met voertuigen met een verbrandingsmotor. Samen met andere bronnen van luchtvervuiling zorgde dat voor een opwarming van onze planeet. Ingenieurs zijn volop bezig met de ontwikkeling van anders aangedreven voertuigen.
2.2 Alfred Nobel
Laat hen per groepje door de tekst over het leven van Nobel gaan. Een groepslid leest voor. Samen kiezen ze de woorden die ze markeren.
Bespreek samen wat zo dubbel is aan het leven en de uitvinding van Alfred Nobel. Zijn uitvinding kun je gebruiken voor vreedzame projecten zoals een spoorwegtunnel maar ook voor de gruwelijkste, een oorlog. Bespreek met de kinderen:
Waarom krijgt Nobel wroeging?
Is het feit dat mensen zijn dynamiet gebruiken om oorlog te voeren zijn schuld?
Zou jij een Nobelprijs willen, mocht je er eentje winnen?
Ken je nog uitvindingen die je goed én slecht kunt gebruiken? (gevaarlijk rijden met een auto, pesten via een smartphone, een blikje weggooien in de natuur …)
2.3 Wat kies en doe jij nu, of straks als je 30 bent?
In het werkboek op pagina 19 zie je drie clusters. Centraal staat er een vraag waarop verschillende antwoorden mogelijk zijn naargelang de keuzes die je maakt.
Laat de clusters eerst in de groepjes kort bespreken. Herhaal dan klassikaal. Laat de groepjes die woorden noteerden, die naar voren brengen. Ondersteun het gesprek met de juiste vraagstelling.
- Hoe gebruik ik het internet? Welke boodschappen verstuur ik? Blijf ik ook gewoon praten met mijn vrienden? Kan ik een dagje zonder mijn smartphone?
- Wat met plastic? Proberen we plastic te vermijden thuis in ons gezin? Probeer ik plastic te vermijden als ik voedsel koop? Recycleer ik?
- Waarvoor wil je leren? Wil je een actief beroep? Wil je werken met je handen of meer met je hoofd? Wil je buiten of binnen werken?
3 Slot
Sluit samen af met de vraag van dame Futura. Laat de leerlingen reageren en inpikken op elkaars antwoorden.
Kunnen samenwerken is een zeer belangrijke vaardigheid, nu en zeker in de toekomst. Meestal maak je deel uit van een team. Samenwerken kun en moet je leren. Daarom doen we dat ook vaak op school.
Vertel hen dat we nu helemaal klaar zijn om in de volgende en laatste les zelf te gaan voorspellen.
Les 6 Onze eigen glazen bol
Lesdoelen
1. De kinderen kunnen reflecteren en hun mening verwoorden over aangeboden toekomstopties voor binnen 20 jaar.
2. De kinderen kunnen in een eigen werkstuk hun toekomstbeeld van binnen 20 jaar muzisch creatief weergeven.
3. De kinderen kunnen beelden van de verschillende stappen in een historische evolutie juist ordenen en koppelen aan de juiste (al aangeduide) eeuw op de eeuwenband.
Lesmateriaal
- werkboek p. 20 - 23 - stickervel - digitale tijdslijn: onze eigen glazen bol - tekenmateriaal - laptops of tablets met internetverbinding - Kahoot!-quiz (herhaling)
Vooraf
Afhankelijk van de opties die je de kinderen wil geven bij de opdracht ‘Vul je glazen bol’ moet je wellicht materiaal voorzien.
Lesverloop
1 Instap
We starten opnieuw met de (laatste !) quote van dame Futura. Zij acht ons klaar om ons eigen toekomstbeeld samen te stellen. Herhaal nog eens wat ze ons heeft geleerd: - denk na over eerdere evoluties in het verleden - verzamel de informatie die er nu (heden) is - en denk aan wat we in dit thema hebben geleerd.
2 Kern
2.1 Wat binnen 20 jaar, als jij 30 wordt?
Werk een laatste keer in onze vaste groepjes. Laat de groepjes opdracht 1 in het werkboek op pagina 20 samen afwerken. De kinderen delen in hun groepje hun mening en becommentariëren elkaars mening. Ze duiden hun keuze aan.
Een klassikaal moment hoeft niet, reserveer maximaal tijd voor de ‘glazen bol’.
2.2 Vul je eigen glazen bol
De opdracht in het werkboek op pagina 21 is tegelijk eenvoudig en uitdagend. ‘Maak in je glazen bol de wereld waarin jij zal leven als je 30 bent.’
Geef de kinderen best verschillende opties: tekenen, schrijven, knippen en plakken … of combinaties. Zo sluit de opdracht best aan bij hun talenten. De boodschap primeert op de vorm.
Verduidelijk ook al de herhalingsopdracht van pagina 22 en 23. Zo kan wie klaar is met zijn glazen bol, hier al aan werken.
2.3 We herhalen
Gebruik deze herhalingsopdracht in het werkboek op pagina 22 en 23 om te differentiëren in tempo. De leerlingen die er niet aan toe kwamen, kunnen dit ook afwerken op een ander moment in de klas of thuis.
- We bouwen. Mensen willen ergens veilig en aangenaam kunnen verblijven. In de oudheid wonen we in onze streken in grote lemen familiehutten. Bijna 20 eeuwen later wonen we in grote steden in stenen huizen, zoals in Gent en Brugge. Nu wonen we in moderne, energiezuinige woningen met comfort en technologie. Maar misschien moeten we in toekomst een beetje spaarzamer zijn op de ruimte en toch samen gaan wonen.
- We maken. Mensen hebben altijd gezocht naar betere werktuigen en technieken. De bewerking van metalen zoals ijzer was belangrijk. Vooral vanaf het einde van de 19e eeuw gaan het vlug. Mensen worden alsmaar creatiever en slimmer. Op het einde van de 20e eeuw neemt de technologie het over. Het verschil tussen de mens en zijn machines wordt alsmaar kleiner.
- We reizen. Mensen hebben zich altijd al willen verplaatsen omdat ze nieuwsgierig zijn en handel willen drijven. Tot heel lang deden we daarvoor beroep op dieren. Toen kwam de stoommachine. Nu moeten voertuigen met een motor op verbranding zo vlug mogelijk vervangen. En waar gaan we binnen een halve eeuw naar toe?
- We leven samen. Samenleven is iets wat mensen niet zo goed kunnen. Heel de geschiedenis lang hebben mensen moeten vechten in oorlogen. In de twintigste eeuw krijgen we zo twee grote wereldoorlogen. Daarna beseft iedereen dat het beter moet. We werken samen in Europa en doen dat ook met meer en meer landen in de wereld.
5: Hip, hip, hoera!
Sluit af met de demo van de digitale tijdslijn op het digibord. Laat de kinderen die zelf bedienen en becommentariëren.
Vergroot de digitale tijdslijn uit door links onderaan op het + icoontje te duwen. Zo spreiden de afbeeldingen zich breder uit over het scherm en de tijdslijn.
3 Slot
3.1 Tentoonstelling
Maak een kleine tentoonstelling met de ‘glazen bollen’. Laat de leerlingen hun werkboek op pagina 21 open leggen, ergens op een plekje in de klas. Geef ze de tijd om rustig kennis te nemen van het werkstuk van de anderen.
3.2 Herhalingsmoment
We ronden deze lessenreeks af met een herhalingsmoment. Op Kabas vind je een Kahoot!-quiz. Het is een aanleiding om het thema even opnieuw te overlopen. Je kunt de vragen klassikaal verwerken of opvatten als een kort quizmoment en de klas hierbij in groepjes laten werken.
In het werkboek vinden de leerlingen een studiewijzer op de laatste pagina. Die helpt hen om zich voor te bereiden op het toetsmoment. Bekijk de studiewijzer samen en bespreek vooral de studeertips. Leg uit dat de tips duidelijk maken of het iets is dat je moet kennen of begrijpen.
Leg ook het verschil tussen een geslotenboektoets en een openboektoets (waarbij je het werkboek als bron gebruikt) uit.
Verwijs de leerlingen ook naar het online aanbod op Kabas: - de digitale oefeningen; - de oefentoets, die ze kunnen maken wanneer ze denken klaar te zijn voor de toets.
Les 7 Evaluatiemoment
Lesdoelen Gesloten boek
1. De kinderen kunnen de begrippen verleden, heden, toekomst, oorlog, pandemie en vrede aanvullen in een kruiswoordraadsel wanneer een beschrijving en enkele letters zijn gegeven.
2. De kinderen kunnen beelden en feiten linken aan de juiste eeuw op de eeuwenband wanneer het jaartal is gegeven.
Open boek
1. De kinderen kunnen beelden en feiten linken aan de stip in de juiste eeuw op de eeuwenband wanneer het jaartal niet is gegeven.
2. De kinderen kunnen beelden en feiten ordenen van vroeger (verre en nabije verleden) naar nu (heden) en later (toekomst).
3. De kinderen kunnen van beelden en feiten uit het verleden, het heden en de toekomst zeggen wat er thematisch bij elkaar hoort.
4. De kinderen kunnen twee zaken van vroeger, nu of straks linken aan elkaar en daarbij aanduiden wat de oorzaak is en wat het gevolg.
5. De kinderen kunnen van iets uit het heden voorspellen hoe het binnen 20 jaar zal gebeuren en kunnen uitleggen waarom ze het zo voorspellen.
Lesmateriaal
- kopieerblad 2: geslotenboektoets - kopieerblad 3: correctiesleutel geslotenboektoets - kopieerblad 4: openboektoets - kopieerblad 5: correctiesleutel openboektoets - kopieerblad 6: selfie - powerpoint 2: selfie
Vooraf
Voorzie een exemplaar van kopieerblad 2 en 4 voor elke leerling.
5: Hip, hip, hoera!
Lesverloop
Deel de toetsbladen uit. De leerlingen noteren hun naam en klas. Overloop alle vragen. De leerlingen duiden met een markeerstift de belangrijkste begrippen in iedere vraag aan.
De eerste toets is een geslotenboektoets. De leerlingen mogen bij deze toets geen gebruik maken van hun werkboek of andere bronnen. Bij de openboektoets mogen ze hun werkboek wel gebruiken.
Beoordeling
Gesloten boek
Opdracht 1: 0,5 punt per correct antwoord Totaal: 3 punten
Opdracht 2: 0,5 punt per correct antwoord Totaal: 3 punten
Totaal: 6 punten
Open boek
Opdracht 1: 1 punt per correct antwoord Totaal: 4 punten
Opdracht 2: 1 punt per correct antwoord Totaal: 3 punten
Opdracht 3: 1 punt per correct antwoord Totaal: 3 punten
Opdracht 4: 1 punt per correct antwoord Totaal: 3 punten
Opdracht 5: 1 punt Nodig de kinderen uit om individueel hun toekomstopdracht toe te lichten.
Totaal: 14 punten
De selfie
Bezorg alle leerlingen de selfie (kopieerblad 6) van dit thema. Leid kort in. We hebben het thema afgerond. We sluiten zoals steeds af met een momentje waarop we het even stil maken en een selfie maken van wat we er zelf van vinden.
Start de powerpoint met de eerste dia. Laat die voorlezen indien dat wenselijk is. Je leest de vragen en de antwoorden. Kruis nu het antwoord aan dat het best bij jou past, volgens jou. Wanneer je klaar bent, vouw je het blad en kleef je het dicht.
De leerlingen houden het bij op de afgesproken plaats. Dat kan een eigen envelop zijn, of een ringmapje of …
hoera! Ik ben 30!
Overzicht opties WOUW-actie

De lesfiches bij deze activiteiten vind je terug op Kabas, samen met alle andere nodige bestanden.
100' We maken zelf het journaal van binnen 20 jaar. Wat is er dan nieuws? Hoe wordt dat nieuws gebracht? We zijn de journalisten van de nabije toekomst.
1
Het nieuws van 01/03/20
100' Neen, niet zomaar een reisje, we gaan op ruimtereis. Straks, binnen 20 jaar is dit misschien wel mogelijk. We gaan er alvast vanuit want we maken promotie voor een reis naar de ruimte.
Boek je ruimtereisje
100' Binnen 20 jaar gaan we, net als nu, nog heel wat gebruiksvoorwerpen nodig hebben. Om die te maken moeten we ons eerst inbeelden voor welk leven we die zullen nodig hebben. Daarna kunnen we onze plannen maken en onze prototypes bouwen.


100' We verzinnen ‘een dag in het leven van …’ binnen 20 jaar. We kiezen ons personage en vertellen zijn dag. We staan ermee op en gaan ermee slapen en ondertussen vullen we ons dagboek.

100' Jawel, het ging vlugger dan we dachten, maar we zijn 30 jaar geworden! Hoe vieren we onze dertigste verjaardag? We kunnen het alvast al eens proberen vandaag. We verzinnen en werken onze eigen 30e verjaardag uit.

50' De leerlingen hebben in de loop van dit thema veel nagedacht over hoe alles verandert en hoe de toekomst eruit zal zien. Reizen door de ruimte kwam daarbij vast al aan bod. Als je WOUW-actie 2 kiest, maken de leerlingen bovendien reclame voor een ruimtereisje. In deze les taalinitiatie Engels lanceren we een raket naar de maan. Door middel van liedjes en spelletjes oefenen de leerlingen de woordenschat en belangrijke zinsstructuren in het Engels. Ze bedenken en beschrijven ook hun eigen alien. Hou je vast, lancering in 3, 2, 1 … Check altijd Kabas voor het meest recente aanbod.

Begrippen- en namenlijst
Les 1 verleden heden toekomst voorspellen weersvoorspelling horoscoop
Les 2 eeuw begin midden eind eeuwenband jaartal veranderen spijkerschrift druk telefoon smartphone telefoon internet
Les 3 oorzaak gevolg voor na veranderen verandering bruusk stap voor stap milieuramp oorlog uitvinding pandemie
Les 4 verleden heden toekomst levenslijn Jules Verne Leonardo da Vinci duikboot stoomtrein stoomboot raket tank helikopter valscherm
Les 5 oorzaak gevolg uitvinding oorlog ramp pandemie werk
Alfred Nobel Nobelprijs dynamiet internet plastic Les 6 /