LEERWERKBOEK
Analyse D&A-ο¬naliteit
Philip Bogaert
Filip Geeurickx
Marc Muylaert
Roger Van Nieuwenhuyze
Erik Willockx
CARTOONS
Dave Vanroye
Hoe gebruik je VBTL?
uit verschillende paragrafen met aan het einde een handige samenvatting.
Deο¬nities vind je op een rode achtergrond. Eigenschappen vind je op een groene achtergrond. Methodes, rekenregels en formules vind je op een zachtblauwe achtergrond.
Wiskunde is een eeuwenoude wetenschap. De geschiedenis van de wiskunde en de herkomst van bepaalde begrippen worden zachtpaars afgedrukt. Wiskunde kent veel links met andere vakken We tonen zoβn link in een paarsgekleurd kadertje.
1 Kenmerken van een functie 1.1 Verschillende representaties van een functieΒ BegrippenΒ Input-outputmodel van een functieΒ De graο¬ek van een functie construerenΒ De graο¬ek van een functie construeren Domein, bereik en nulwaarden bepalen op de graο¬ekΒ 1.7 Verloop van reΓ«le functiesΒ 22 Toepassing: inhoud van een doosje zonder dekselΒ 25 2 Machten 2.1 Machten met een natuurlijk getal als exponentΒ 2.2 Machten met een geheel getal 2.3 Vierkantswortels in 72 Derdemachtswortel van een reΓ«el getalΒ 2.5 -demachtswortels in 90 Machten met een rationaal getal als exponentΒ 3 ExponentiΓ«le groei Inleiding: soorten groeiΒ 3.2 Lineair versus exponentieelΒ 116 Groeifactor en procentuele toename of afnameΒ 119 ExponentiΓ«le functies 3.5 Graο¬eken van functies met voorschrift 3.6 Graο¬eken van functies met voorschrift 3.7 ExponentiΓ«le vergelijkingen 130 Toepassingen op exponentiΓ«le functies 131 4 Logaritmen 4.1 InstapΒ 155 Deο¬nitieΒ Briggse en neperiaanse logaritmenΒ Eigenschappen voor logaritmenΒ Rekenregels voor logaritmenΒ Verband tussen logaritmen met een verschillend grondtalΒ ToepassingenΒ Benaderen, afronden en schattenΒ 4.9 Logaritmische schaal en logaritmisch papierΒ 5 Gemiddelde verandering en differentiequotiΓ«nt Gemiddelde veranderingΒ 5.2 DifferentiequotiΓ«nt van een functie 5.3 Gemiddelde helling en gemiddelde hellingshoekΒ 5.4 Ogenblikkelijke veranderingΒ 192 Ogenblikkelijke snelheidΒ Oplossingen Trefwoordenregister 223 Analyse
Bij functies met een graad hoger dan twee doen we een beroep op ICT. Plot de grafiek van de functie met wiskunDemathematiseren De inhoud van het doosje is maximaal bij: een lengte van:66,46 cm Functies Het woord βfunctieβ werd voor het eerst gebruikt door de Duitse wiskundige Leibniz (1646β1716), die het begrip koppelde aan gelijk welke grootheid verbonden met een kromme. In 1718 deο¬nieerde de Zwitserse wiskundige Johann Bernoulli (1667β1748) een functie als een willekeurige constanten. Zijn landgenoot Euler (1707β1783) voerde de notatie f(x) in. Het is de Duitser Dirichlet (1805β1859) die de uiteindelijke deο¬nitie vastlegde en ook begrippen zoals βdeο¬nitiegebiedβ en βbereikβ omschreef. Het βdeο¬nitiegebiedβ noemen we nu βdomeinβ.
Dit boek bevat vijf hoofdstukken. Elk hoofdstuk is opgebouwd
2 De breuk wordt omgedraaid. De exponent verandert van teken. 1 1 5 2 5 2 Er geldt dus ook: 2 5 4 125 64 macht met een negatieve exponent 2Eigenschappen We vragen ons af of de rekenregels die gelden voor gelijksoortige machten met een natuurlijke exponent geldig blijven als de exponent een geheel getal is. aProduct van gelijksoortige machten 10 10 10 10 β β ββ 10 ββ 10 10 β β Besluit: Rekenregel 1: product van gelijksoortige machten R Z VBTL5_Lwb_Analyse_D&A_H2.indd 59
De nummers van de oefeningen hebben een gele kleur. Een sterretje duidt op een extra uitdaging. Achteraan in dit boek vind je de oplossingen
ICT is een ideaal hulpmiddel. Bij dit boek hoort een webpagina van GeoGebra, gevuld met heel wat digitale oefeningen en applets. Die vind je terug via www.polpo.be.
Wat moet je kennen en kunnen?
Op het einde van elk hoofdstuk zie je een handig overzicht van wat je moet kennen en kunnen Kleur de eerste kolom smileys als je de leerstof herhaalde voor een grote toets. Kleur de laatste kolom als je de leerstof beheerst voor je examen.
WAT MOET JE KENNEN EN KUNNEN dit moet leren pagina ken het okΓ© voor β Ik ken de verschillende representaties van een functie: verwoording, tabel, voorschrift en grafiek. ο ο β Ik ken de betekenis van een functie. 13 ο ο β ο ο β Ik kan het domein van een functie bepalen. ο ο β Ik kan het bereik van een functie bepalen. ο ο β Ik weet wat bedoeld wordt met het input-outputmodel van een functie. ο ο β Ik kan de grafiek van een functie construeren. 17 ο ο β ο ο β ο ο β Ik kan het domein, het bereik en de nulwaarden bepalen op de grafiek. ο ο β Ik weet wanneer een functie stijgend, dalend of constant is. ο ο β Ik ken de betekenis van de extreme waarden minimum en maximum. 23 ο ο β ο ο Kenmerken van een functie 1
Bij voorbeeld op blz. 11 wordt het functievoorschrift van de functie β of )= β ( β βdom R ber R Elk reΓ«el getal heeft juist één tweevoud, dus dit verband is een functie β βBeschouw de functie β 1 β β β 1 β28 β βVBTL5_Lwb_Analyse_D&A_H1.indd 14
Oplossingen 1 Kenmerken van een functie 1a tijd 1246 afgelegde weg100200400600 tijd; afgelegde weg 100 recht evenredig 2a 1245 101620 βh ja b 6 )= 0,30 d15000km p )= cja c4maalkleiner fkwadratisch gja 7a1m d 2,4 ,kwadratisch 9b8maalkleiner dja 10afunctie;dom =[ 3,7 ;ber =[ 4,4 nulwaarden:2 bfunctie;dom =] ,4 ;ber =[ 4, + cfunctie;dom R\{ };ber R nulwaarden:geen dfunctie;dom =] ;ber =] nulwaarden:2 =] nulwaarden:geen fgeenfunctie ber =] 4, 1,0 ;nulwaarden:geen { nulwaarden:geen ifunctie;dom ;ber =[ 4, jgeenfunctie 1
2 *
In dit boek snijden we een thema aan dat je zeker nog herkent van vorig jaar: functies. We breiden nu de eerstegraadsfuncties uit naar de reΓ«le functies. Een functie die we bijvoorbeeld zullen onderzoeken, is de exponentiΓ«le functie, die we in talloze alledaagse situaties tegenkomen, van de intrest op een spaarboekje tot de schimmel op etenswaren. Een (bos)brand is er ook een voorbeeld van: die gaat steeds sneller uitbreiden als de brandweerlui of blusvliegtuigen niet tussenbeide komen.
Ook machten en n-demachtswortels komen in dit boek aan bod: we frissen je kennis op en breiden die uit. Tot slot maak je kennis met enkele nieuwe begrippen, zoals logaritmen, gemiddelde verandering en het differentiequotiΓ«nt.
Inhoud
ExponentiΓ«le
5
Gemiddelde verandering en differentiequotiΓ«nt
Kenmerken van een functie 1.1 Verschillende representaties van een functieΒ 9 1.2 BegrippenΒ 13 1.3 Input-outputmodel van een functieΒ 16 1.4 De grafiek van een functie construerenΒ 17 1.5 De grafiek van een functie construeren met ICTΒ 18 1.6 Domein, bereik en nulwaarden bepalen op de grafiekΒ 19 1.7 Verloop van reΓ«le functiesΒ 22 1.8 Toepassing: inhoud van een doosje zonder dekselΒ 25
Machten 2.1 Machten met een natuurlijk getal als exponentΒ 53 2.2 Machten met een geheel getal als exponentΒ 58 2.3 Vierkantswortels in οΏ½ 72 2.4 Derdemachtswortel van een reΓ«el getalΒ 83 2.5 n-demachtswortels in οΏ½ 90 2.6 Machten met een rationaal getal als exponentΒ 100
1
2
3
groei 3.1 Inleiding: soorten groeiΒ 115 3.2 Lineair versus exponentieelΒ 116 3.3 Groeifactor en procentuele toename of afnameΒ 119 3.4 ExponentiΓ«le functies 123 3.5 Grafieken van functies met voorschrift f(x) = a x 124 3.6 Grafieken van functies met voorschrift f(x) = b Β· a x 126 3.7 ExponentiΓ«le vergelijkingen 130 3.8 Toepassingen op exponentiΓ«le functies 131
4.1 InstapΒ 155 4.2 DefinitieΒ 155 4.3 Briggse en neperiaanse logaritmenΒ 156 4.4 Eigenschappen voor logaritmenΒ 157 4.5 Rekenregels voor logaritmenΒ 158 4.6 Verband tussen logaritmen met een verschillend grondtalΒ 161 4.7 ToepassingenΒ 162 4.8 Benaderen, afronden en schattenΒ 165 4.9 Logaritmische schaal en logaritmisch papierΒ 166
4 Logaritmen
5.1 Gemiddelde veranderingΒ 183 5.2 DifferentiequotiΓ«nt van een functie over een intervalΒ 186 5.3 Gemiddelde helling en gemiddelde hellingshoekΒ 189 5.4 Ogenblikkelijke veranderingΒ 192 5.5 Ogenblikkelijke snelheidΒ 194 Oplossingen 215 Trefwoordenregister 223
Analyse
Machten 2
Machten en wortels zijn begrippen die al lang gebruikt worden. Het waren de BabyloniΓ«rs die voor het eerst β2en β3 β2en β3 benaderden. Jij maakte er kennis mee in je eerste jaar middelbaar onderwijs.
Minder gebruikte synoniemen voor vierkantswortel zijn tweedemachtswortel en kwadraatswortel. Voor een derdemachtswortel werd vroeger dan weer wel eens kubiekwortel of teerlingwortel gebruikt. Vind je de link naar de betekenis van die woorden? Een blokje kaas als aperitief helpt je wellicht op weg β¦
Machten
52
2.1 Machten met een natuurlijk getal als exponent 1 Het begrip machtΒ 53 2 Gelijksoortige machtenΒ 53 3 EigenschappenΒ 54 2.2 Machten met een geheel getal als exponent 1 InleidingΒ 58 2 EigenschappenΒ 59 3 SamenvattingΒ 62 4 OefeningenΒ 63 2.3 Vierkantswortels in οΏ½ 1 BegrippenΒ 72 2 Grafische interpretatieΒ 73 3 Eigenschappen van vierkantswortelsΒ 74 4 Vierkantswortels vereenvoudigenΒ 75 5 Bewerkingen met vierkantswortelsΒ 75 6 SamenvattingΒ 77 7 OefeningenΒ 78 2.4 Derdemachtswortel van een reΓ«el getal 1 InleidingΒ 83 2 Grafische interpretatieΒ 84 3 ToepassingenΒ 85 4 OefeningenΒ 86 2.5 n-demachtswortels in οΏ½ 1 InleidingΒ 90 2 DefinitieΒ 92 3 EigenschappenΒ 92 4 Benaderen, afronden en schattenΒ 93 5 SamenvattingΒ 94 6 OefeningenΒ 95 2.6 Machten met een rationaal getal als exponent 1 DefinitieΒ 100 2 Eigenschappen van machten met rationale exponentenΒ 101 3 SamenvattingΒ 101 4 OefeningenΒ 102 Wat moet je kennen en kunnen ? 112 2
2.1 Machten met een
getal als exponent
1Het begrip macht
natuurlijk
35 is een macht waarbij we 3 het grondtal noemen en 5 de exponent
2Gelijksoortige machten
42 en 43 zijn gelijksoortige machten omdat ze hetzelfde grondtal hebben.
(
3)2 en (
3)3 zijn ook gelijksoortige machten.
Maar 23 en 53 zijn geen gelijksoortige machten omdat hun grondtallen niet gelijk zijn: 2 β 5.
Machten
De term βmachtβ vindt zijn oorsprong in de Latijnse taal (potentia), maar zou eigenlijk fout vertaald geweest zijn uit het Grieks. Daar werd de Griekse term βvermenigvuldigingβ gebruikt, niet onlogisch. Machten werden in het prille begin van de wiskunde sowieso vooral gebruikt om oppervlaktes te berekenen (tweede macht) en volumes (derde machten).
In de loop van de geschiedenis zijn er al verschillende manieren geweest om een macht te noteren en al evenveel manieren om pakweg een tweede of derde macht te omschrijven. De schrijfwijze an, zoals we die nu kennen, werd door de Fransman Descartes in 1637 systematisch gebruikt met natuurlijke getallen als exponenten; de Engelsman Thomas Harriot zou dit wel kort daarvoor voor het eerst gebruikt hebben. De negatieve gehele exponenten en rationale exponenten werden in 1656 ingevoerd door John Wallis via zijn belangrijkste werk Arithmetica Inο¬nitorum en ze werden verder bestudeerd door Isaac Newton. Net als enkele andere wiskundigen vond Newton het trouwens niet nodig om een exponent te gebruiken bij een tweede macht, axΒ² noteerde hij dus liever als axx.
53 2 Machten
35 = 3 Β· 3 Β· 3 Β·
Β·
42 = 4 Β· 4 5factoren 2factoren machten a n = a a ... a met a β R en n β N0 n factoren a 1 = a met a β R a 0 = 1 met a β R 0 Voorbeelden: ( 3)2 =( 3) ( 3)= 9 25 = 2 2 2 2 2 = 32 Ο3 = Ο Β· Ο Β· Ο β 31,006 1 2 2 = 1 2 1 2 = 1 4 a 3 b 4 = a Β· a Β· a Β· b Β· b Β· b Β· b ( 3)2 =( 3) ( 3)= 9 25 = 2 Β· 2 Β· 2 Β· 2 Β· 2 = 32 Ο3 = Ο Ο Ο β 31,006 1 2 2 = 1 2 1 2 = 1 4 a 3 b 4 = a Β· a Β· a Β· b Β· b Β· b Β· b
3
3
β
β
3Eigenschappen
aProduct van gelijksoortige machten
Volg onderstaande redeneringen. We leiden hier een eerste rekenregel af.
Rekenregel 1: product van gelijksoortige machten
Om machten met hetzelfde grondtal te vermenigvuldigen:
β behoud je het grondtal;
β tel je de exponenten op.
54
24 Β· 23 = (2 Β· 2 Β· 2 Β· 2) Β· (2 Β· 2 Β· 2) 4factoren3factoren = 2 2 2 2 2 2 2 7factoren = 27 = 2 4+3 ( 3)2 ( 3) = (( 3) ( 3)) ( 3) 2factoren1factor = ( 3) Β· ( 3) Β· ( 3) 3factoren =( 3)3 =( 3)2+1 a 3 Β· a 4 = (a Β· a Β· a ) Β· (a Β· a Β· a Β· a ) 3factoren4factoren = a Β· a Β· a Β· a Β· a Β· a Β· a 7factoren = a 7 = a 3+4 Zovindenweook: b 2 b = b 2 b 1 = b 2+1 = b 3 a 2 Β· b 3 Β· a Β· b 2 = a 2 Β· a 1 Β· b 3 Β· b 2 = a 3 Β· b 5
In symbolen: a n Β· a p = a n+p met a β R0 en n, p β N
bQuotiΓ«nt van gelijksoortige machten
Volg onderstaande redeneringen. We leiden hier de tweede rekenregel af.
Rekenregel 2: quotiΓ«nt van gelijksoortige machten
Om machten met hetzelfde grondtal door elkaar te delen:
β behoud je het grondtal; β trek je de exponenten van elkaar af.
In symbolen:
55 2 Machten
25 :22 = 25 22 = 2 2 2 2 2 2 Β· 2 = 2 2 2 = 23 = 25 2 β2 3 : β2 2 = β2 β2 β2 β2 β2 = β2 = β2 3 2 a 4 : a 2 = a Β· a Β· a Β· a a a = a 2 = a 4 2 Zovindenweook: 74 73 = 74 3 = 7 a 2 b 5 a b 2 = a 2 1 Β· b 5 2 = a Β· b 3
a n : a p = a nβp met a β R0 en n, p β N
cMacht van een macht
Volg onderstaande redeneringen. We leiden hier de derde rekenregel af.
Rekenregel
3: macht van een macht
Om een macht tot een macht te verheffen:
β behoud je het grondtal;
β vermenigvuldig je de exponenten.
In symbolen:
56
23 2 = 23 Β· 23 = 23+3 = 26 = 23 2 ( 2)2 4 =( 2)2 ( 2)2 ( 2)2 ( 2)2 =( 2)2+2+2+2 =( 2)8 = ( 2)2 4 a 3 3 = a 3 a 3 a 3 = a 9 = a 3 3 b 2 5 = b 2 5 = b 10 b 0 3 = b 0 3 = b 0 = 1
(a n )p = a n p met a β R0 en n, p β N
dMacht van een product
Volg onderstaande redeneringen. We leiden hier een volgende rekenregel af.
eMacht van een quotiΓ«nt
Rekenregel 5: macht van een quotiΓ«nt Om
te verheffen, verhef je deeltal en deler tot die macht.
57 2 Machten
(2 10)2 =(2 10) (2 10) = 2 Β· 10 Β· 2 Β· 10 = 22 Β· 102 (a b )3 =(a b ) (a b ) (a b ) = a Β· b Β· a Β· b Β· a Β· b = a 3 Β· b 3 Zovindenweook: a 2 bc 3 2 = a 2 2 Β· b 2 Β· c 3 2 = a 4 b 2 c 6 2 bc 2 2 =( 2)2 Β· b 2 Β· c 2 2 = 4 b 2 c 4
een product tot een macht
In symbolen: ( a Β· b)n = a n b n met a, b β R0 en n β N
Rekenregel 4: macht van een product Om
te verheffen, verhef je elke factor tot die macht.
(8:3)3 = 8 3 3 = 8 3 8 3 8 3 = 8 8 8 3 Β· 3 Β· 3 = 83 33 a 2 b 2 = a 2 b a 2 b = a 2 Β· a 2 b b = a 4 b 2 Zovindenweook: ab 3 c 3 ab 2 2 = ββ a 2 b 6 c 6 ββ a 2 b 4 = b 2 c 6 ofeenvoudiger ab 3 c 3 ab 2 2 = bc 3 2 = b 2 c 6
een quotiΓ«nt
In symbolen: ( a : b)n = a n : b n a b n = a n b n met a, b β R0 en n β N
tot een macht
2.2 Machten met een geheel getal als exponent 1Inleiding
58
willen een betekenis geven aan 2β5 : 2 : 2 :2 : 2 : 2 : 2 : 2 :2 : 2 24 = 16 23 = 8 22 = 4 21 = 2 20 = 1 2β1 = 1 2 = 1 21 2β2 = 1 4 = 1 22 2β3 = 1 8 = 1 23 2β4 = 1 16 = 1 24 2β5 = 1 32 = 1 25 Er geldt dus ook: 3 3 = 1 33 = 1 27 ( 2) 4 = 1 ( 2)4 = 1 16 a 3 = 1 a 3 10 1 = 1 10 macht met een negatieve exponent a n = 1 a n met a β R0 en n β N
We
3 = 1 2 5
Gevolg: De breuk wordt omgedraaid. De exponent verandert van teken.
Er geldt dus ook:
1 2 2 = 22 = 4
4 5 3 = 5 4 3 = 53 43 = 125 64
a b c
2 = c ab 2 = c 2 a 2 b 2
macht met een negatieve exponent
a b n = b a
3 = 1 23 53 3
= 53 23 = 5 2
n met a, b β R0 en n β N
2Eigenschappen
aProduct
van gelijksoortige machten 10 3 Β· 102 = 1 103 Β· 102 = 102 103 = ββ 10 ββ 10 ββ 10 Β· ββ 10 Β· 10 = 1 101 = 10 1 = 10 3+2 a 3 a 2 = a 3 1 a 2 = a 3 a 2 = β a β a a β a Β· β a = a 1 = a 3+( 2)
Rekenregel 1: product van gelijksoortige machten a n Β·
a p
59 2 Machten
2 5
We vragen ons af of de rekenregels die gelden voor gelijksoortige machten met een natuurlijke exponent geldig blijven als de exponent een geheel getal is.
Besluit:
= a n+p met a β R0 en n, p β Z
bQuotiΓ«nt van
machten
60
gelijksoortige
103 :10 2 = 103 : 1 102 = 103 102 = 103+2 = 105 = 103 ( 2) a 3 : a 6 = a 3 : 1 a 6 = a 3 Β· a 6 = a 3+6 = a 3 = a 3 ( 6) Besluit: Rekenregel 2: quotiΓ«nt van gelijksoortige machten a n : a p = a nβp met a β R0 en n, p β Z cMacht van een macht 10 2 3 = 10 2 10 2 10 2 = 10 6 = 10 2 3 a 2 2 = 1 a 2 2 = 1 a 4 = a 4 = a 2 ( 2) a 2 3 = 1 a 2 3 = a 2 3 = a 2 3 = a 6 = a 2 ( 3) Besluit: Rekenregel 3: macht van een macht (a n )p = a n p met a β R0 en n, p β Z
dMacht van een product
3a 4 2 = 1 3a 4 2 = 1 32 a 8 = 3 2 Β· a 8
Besluit:
Rekenregel 4: macht van een product
( a b)n = a n b n met a, b β R0 en n, p β Z
eMacht van een quotiΓ«nt
6a 2 b 3
3 = b 3 6a 2
3 = b 9 63 a 6 = 6 3 a 6 b 9
Let steeds goed op waarop de exponent zal inwerken. evenmacht
3 4
2 =+ 32 42 = 9 16 resultaatispositief
Deexponent2moetinwerkenopalleswattussenhaakjesstaat.
1 2 2 = 12 22 = 1 4 resultaatisnegatief
Deexponent2werktinopalleswattussenhaakjesstaat,dusnietophetmintekenvoordehaakjes.
2 3 3 = 23 33 = 8 27
Onevenmacht.Hetresultaatisnegatief.
( 3)2 = 9 9
Besluit:
Rekenregel 5: macht van een quotiΓ«nt ( a : b)n = a n : b n a b n = a n b n met a, b β R0 en n, p β Z
61 2 Machten
β
β
β
3Samenvatting
β’ Je kent de definitie van machten.
a n = a a ... a met a β R en n β
a 1 = a met a β R
a 0 = 1 met a β R 0
β’ Je weet dat gelijksoortige machten machten zijn met hetzelfde grondtal.
β’ Je kent de rekenregels voor het rekenen met machten (in woorden en symbolen).
product van gelijksoortige machten
quotiΓ«nt van gelijksoortige machten
Om machten met hetzelfde grondtal te vermenigvuldigen:
behoud je het grondtal;
tel je de exponenten op.
Om machten met hetzelfde grondtal door elkaar te delen:
behoud je het grondtal;
trek je de exponenten van elkaar af.
Om een macht tot een macht te verheffen:
behoud je het grondtal;
vermenigvuldig je de exponenten.
62
N0 n factoren
REKENREGEL IN SYMBOLEN
REKENREGEL IN WOORDEN
β
β
a n a p = a n+p met a β R0 en n, p β Z
β
β
a n : a p = a nβp met a β R0 en n, p β Z
macht van een macht
β
β
(a n )p = a n p met a β R0 en n, p β Z
een product Verhef
( a Β· b)n = a n Β· b n met a, b β R0 en n β Z
quotiΓ«nt Verhef
( a : b)n = a n : b n met a, b β R0 en n β Z a b n = a n b n
macht van
elke factor tot de macht.
macht van een
deler en deeltal tot de macht.
4Oefeningen
2 63 Machten
Schrijf als een macht. a a a a = e ( 1) ( 1) ( 1)= b ( c ) Β· ( c ) Β· ( c ) Β· ( c )= f 1 2 Β· 1 2 Β· 1 2 Β· 1 2 = c7 7 5 5 7 = g ( 3) ( 5) ( 3) ( 5)= d x y x y = h abcabc = Bereken. a52 = b ( 5)2 = c 52 = d 1 2 3 = e 15 = f90 = g 3 2 2 = h 3 2 3 = i ( 4)2 = j ( 5)3 = k ( 2)3 = l0,13 = m 18 = n ( 1)8 = o 6 7 2 = p 62 7 = 1 2
64
a22 23 g 1 2 3 1 2 2 b 1 2 2 Β· 1 2 h x 4 Β· x c a 2 a 3 i a a 2 a 3 d ( b ) b 2 j ( b )2 b 3 e c 2 Β· c 4 k a 2 Β· b 3 Β· a Β· b f ( c )3 c 2 l c 2 c 2 b b 3 3
Werk uit door een rekenregel toe te passen.
Werk uit met behulp van de rekenregels.
2 65 Machten
a23 :22 g a 2 c 3 ac b104 :103 h ( y )4 : ( y )2 c a 4 a 2 i a 2 b 2 c abc d53 :50 j x 4 y 2 x 3 y e a 2 b 4 ab 2 k ( x )3 : x 2 f ( 2)5 ( 2)3 l 4 x 2 y 3 2 xy 4
66
uit
a 22 2 g b 2 0 b ( 3)2 2 h a 2 4 c a 2 3 i a 2 2 a 4 d ( b )2 3 j c 3 2 Β· c 2 e ( 4)0 2 k x 2 y 2 2 f b 3 3 l x 2 3 x 3 2 5
Werk
met behulp van de rekenregels.
Werk uit met behulp van de rekenregels.
2 67 Machten
a (2a )2 g 1 2 cd 2 b 2ab 2 2 h ( 3ab )3 c 4 xy 2 3 i 2 xy 2 2 d ( abc )2 j a 2 b 2 c 2 e 3ab 2 2 k 4 xy 2 3 f 1 2 c 2 d 2 l ( 2a )4 6
68 Werk uit. a2 3 g 3 4 2 b3 1 h ( 0,1) 3 c ( 2) 2 i 2 3 2 d4 2 j 1 4 2 e 1 3 1 k0,2 3 f 2 5 2 l ( 5) 1 Welke exponent ontbreekt in de opgave? a 2ab 2 c 3 = 16a 4 b 8 c 12 d 2ab 2 c 3 = 1 8a 3 b 6 c 9 b a 4 Β· a = a 6 e a 4 : a = a 6 c  ο£ ab 2 a ο£Ά ο£Έ 4 = a 4 b 8 f  ο£ ab 2 a ο£Ά ο£Έ 2 = a 4 b 4 7 8
Werk uit. Zorg ervoor dat in je antwoord enkel positieve exponenten staan.
2 69 Machten
a3 2 34 g 0,1 1 2 b a 3 Β· a h ( 2)2 1 c5 2 5 2 i a 2 1 b 3 d0,12 0,1 3 j 2 3 1 2 e a 2 Β· a 2 k a 2 b 3 a 2 a 2 1 f ( a )3 ( a ) 5 l a 4 b 8 b 3 2 9
Werk uit. Zorg ervoor dat in je antwoord enkel positieve exponenten staan.
70
a ( ab ) 1 g 3 1 3 2 b a 1 b 2 c a 2 b 2 h 50 52 5 3 72 Β· 7 3 c 2a 2 b 2 i abc a 2 b 2 1 d 2a 2 b 2 j a 4 b 2 a 3 b 4 e x 2 y 4 z 3 xy 2 2 k ( 2a ) 2 a 2 b 2 f a a 2 a 3 2 a 3 a 3 a 4 1 l a a 6 a 2 3 a a 1 2 10
Op expeditie naar het noorden van ScandinaviΓ« ?
Alvast geen slecht idee. Als je echt bijna in het meest noordelijke punt van Noorwegen, Zweden of Finland (je mag zelf kiezen) bent, passeer je de poolcirkel. Boven die magische grens gaat de zon in de zomer gedurende zestig dagen niet onder! Je ziet dan βsnachts de middernachtzon (zie foto). De plaatselijke bevolking moet in de winter wel een even lange poolnacht doormaken! Ter plaatse kun je kennismaken met een ijskathedraal, een ijshotel, het noorderlichtmuseum, prehistorische rotstekeningen (zelfs tot 8000 jaar oud) en in één dorpje vind je nog een attractie: de enige echte β¦
Om te weten te komen over wie of wat we het hier hebben, los je elke oefening op.
Zoek de letter die bij het antwoord staat en vorm hiermee het antwoord. De letters in de grondtallen stellen een rationaal getal voor verschillend van nul.
2 71 Machten
a 2 c 2 b 4 a 4 b 2 7 b 3 9 1 9 0 9 4 1 4 b 4 a 2 c 2 157 53 a 2 b 3 c 2 b 2 a 4 1 4 52 1 O Z T K S B S D F A R L M E N U A C ( 9)2 ( 9)3 ( 9)4 5 2 1 a 2 b 1 2 7 b 1 b 2 a 2 bc ab 3 2 15 ( 1) 2 ( 1) 3 52 5 1 54 5 2 a 1 b 2 2 c ac 3 ( 4) 2 ( 4) 3 ( 4) 4 ( 9) 1 ( 9)2 ( 9)3 ( 9)4 5 2 1 a 2 b 1 2 7 b 1 b 2 a 2 bc ab 3 2 15 ( 1) 2 ( 1) 3 52 5 1 54 5 2 a 1 b 2 2 c ac 3 ( 4) 2 ( 4) 3 ( 4) 4 ( 9) 1 ( 9)2 Β· ( 9)3 ( 9)4 5 2 1 a 2 b 1 2 7 b 1 b 2 a 2 bc ab 3 2 15 ( 1) 2 ( 1) 3 52 Β· 5 1 Β· 54 5 2 a 1 b 2 2 c ac 3 ( 4) 2 ( 4) 3 ( 4) 4 ( 9) 1 ( 9)2 Β· ( 9)3 ( 9)4 5 2 1 a 2 b 1 2 7 b 1 b 2 a 2 bc ab 3 2 15 Β· ( 1) 2 ( 1) 3 52 5 1 54 5 2 a 1 b 2 2 c ac 3 ( 4) 2 Β· ( 4) 3 ( 4) 4 ( 9) 1 ( 9)2 Β· ( 9)3 ( 9)4 5 2 1 a 2 b 1 2 7 b 1 b 2 a 2 bc ab 3 2 15 ( 1) 2 ( 1) 3 52 Β· 5 1 Β· 54 5 2 a 1 b 2 2 c ac 3 ( 4) 2 ( 4) 3 ( 4) 4 ( 9) 1 ( 9)2 ( 9)3 ( 9)4 5 2 1 a 2 b 1 2 7 b 1 b 2 a 2 bc ab 3 2 15 Β· ( 1) 2 ( 1) 3 52 5 1 54 5 2 a 1 b 2 2 c ac 3 ( 4) 2 Β· ( 4) 3 ( 4) 4 ( 9) 1 ( 9)2 ( 9)3 ( 9)4 5 2 1 a 2 b 1 2 7 b 1 b 2 a 2 bc ab 3 2 15 ( 1) 2 ( 1) 3 52 Β· 5 1 Β· 54 5 2 a 1 b 2 2 c ac 3 ( 4) 2 ( 4) 3 ( 4) 4 ( 9) 1 ( 9)2 ( 9)3 ( 9)4 5 2 1 a 2 b 1 2 7 b 1 b 2 a 2 bc ab 3 2 15 ( 1) 2 ( 1) 3 52 Β· 5 1 Β· 54 5 a 1 b 2 2 c ac 3 ( 4) 2 ( 4) 3 ( 4) 4 ( 9) 1 ( 9)2 Β· ( 9)3 ( 9)4 5 2 1 a 2 b 1 2 7 b 1 b 2 a 2 bc ab 3 2 15 ( 1) 2 ( 1) 3 52 Β· 5 1 Β· 54 2 a 1 b 2 2 c ac 3 ( 4) 2 ( 4) 3 ( 4) 4 ( 9) 1 ( 9)2 Β· ( 9)3 ( 9)4 5 2 1 2 b 1 2 7 b 1 2 a bc ab 3 2 1 ( 1) 3 52 Β· 5 1 Β· 54 5 2 a 1 b 2 2 c ac 3 4 4 ( 4) 4 ( 9) 11
2.3 Vierkantswortels in 1Begrippen
vierkantswortel
in woorden:
Een vierkantswortel van een reΓ«el getal is elk reΓ«el getal waarvan het kwadraat gelijk is aan het gegeven getal.
in symbolen:
b iseenvierkantswortelvan a ββ b 2 = a met a , b β R
Omdat a = b 2, is a β©Ύ 0. Enkel positieve getallen kunnen dus een vierkantswortel hebben.
Nul heeft juist één vierkantswortel, namelijk 0.
De definitie kunnen we dus als volgt herschrijven :
b = βa ββ b 2 = a met a , b β R +
Opmerkingen:
β’ β16 = 4 is de positieve vierkantswortel van 16, het resultaat is dus positief.
β’ β 16bestaatniet, β 16 / β R .
Er bestaat geen enkel reΓ«el getal waarvan het kwadraat β16 is.
β’ Met behulp van ICT kunnen we vierkantswortels benaderen.
β7 = 2,64575...
β123 = 11,09053...
β’ β2en β7 zijn irrationale getallen.
Dergelijke getallen kunnen niet in breukvorm genoteerd worden.
β’ Ook de lengten van lijnstukken kunnen irrationaal zijn:
72
GETAL VIERKANTSWORTELS NOTATIE 25 5 en β5 want 52 = 25 en ( β5)2 = 25 β25 = 5 β25 = 5 β144 = 12 β144 = 12 144 12 en β12 want 122 = 144 en ( β12)2 = 144 β25 = 5 β25 = 5 β144 = 12 β144 = 12
A = 10 cm2 z = β10cm A B C 1 1 |AC| = β2 (stellingvanPythagorasin β ABC) R Q β¦ β2 β7 p 3 4 17 β28
2Graο¬sche interpretatie
Hier zie je duidelijk dat 4 twee vierkantswortels heeft, nl. 2 en β2, want: 22 = 4 = (
2)2
Merk ook op dat een negatief getal geen vierkantswortel heeft.
Vierkantswortels
Vierkantswortels werden al heel lang geleden onder de ene of de andere vorm gebruikt. De Babylonische wiskunde kende benaderende waarden voor getallen die we nu schrijven als β2 en β3
Aan Aristoteles (384 β 322 v.Chr.) wordt toegeschreven dat hij als eerste aangetoond zou hebben dat β2 geen rationaal getal is. Euclides (365 β 300 v.Chr.) komt bij de behandeling van de stelling van Pythagoras en van de regelmatige veelhoeken en veelvlakken op een aantal irrationale uitdrukkingen terecht. Archimedes (287β 212 v.Chr.) kon langs meetkundige weg vierkantswortels van niet-volkomen kwadraten benaderen. De oorsprong van het woord wortel, dat zowel voor een met wortelteken geschreven getal als voor de oplossing van een algebraΓ―sche vergelijking met één onbekende gebruikt wordt, dient gezocht te worden bij de Arabieren. Al-Chwarizmi (780 β 850) gebruikt hiervoor in 830 voor het eerst een woord dat wortel (van een plant) betekent. Hij vermeldt ook de formules aβb = βa 2 b en βa βb = βa b
Ons wortelteken, een vervorming van de letter r (van radix), vinden we in 1525 bij Christoff Rudolff. Hij gebruikte de volgende symbolen: V voor 2 β2 , VV voor 3 β2 enz.
73 2 Machten
KWADRATEREN x y Β±β... y x
β
Aristoteles
3Eigenschappen van vierkantswortels
Volg
De
Het kwadraat van de positieve vierkantswortel van een positief reΓ«el getal is steeds dat getal zelf.
De positieve vierkantswortel van een product van positieve reΓ«le getallen is gelijk aan het product van de positieve vierkantswortels van de factoren.
De positieve vierkantswortel van een quotiΓ«nt van positieve reΓ«le getallen waarvan de deler niet nul is, is gelijk aan het quotiΓ«nt van de positieve vierkantswortels van deeltal en deler.
onderstaande redeneringen,
eigenschappen. 52 = β25 = 5 β49 2 = 72 = 49 β4 9 = β36 = 6 β4 β9 = 2 3 = 6 81 100 = 9 10 want 9 10 2 = 81 100 β81 β100 = 9 10 besluit: 52 = 5 besluit: β49 2 = 49 52 = β25 = 5 β49 2 = 72 = 49 β4 9 = β36 = 6 β4 Β· β9 = 2 Β· 3 = 6 81 100 = 9 10 want 9 10 2 = 81 100 β81 β100 = 9 10 worteltrekken en kwadrateren zijn bewerkingen die elkaar opheffen 52 = β25 = 5 β49 2 = 72 = 49 β4 Β· 9 = β36 = 6 β4 β9 = 2 3 = 6 81 100 = 9 10 want 9 10 2 = 81 100 β81 β100 = 9 10 besluit: β4 Β· 9 = β4 Β· β9 52 = β25 = 5 β49 2 72 49 4 9 = β36 = 6 β4 Β· β9 2 Β· 3 6 81 100 = 9 10 want 9 10 2 = 81 100 β81 β100 = 9 10 besluit: 81 100 = β81 β100 Veralgemening: a 2 = a βa 2 = a βa b = βa β b a b = βa β b met a β R+
die zullen leiden naar enkele handige
positieve vierkantswortel van
kwadraat van een positief reΓ«el
is dat getal zelf. a 2 = a βa 2 = a βa b = βa β b a b = βa β b met
het
getal
a β R+
a 2 = a βa 2 = a βa b = βa β b a b = βa β b met a, b β R+
a 2 = a βa 2 = a βa Β· b = βa Β· β b a b = βa β b met a β R+ en b β R0 +
4Vierkantswortels vereenvoudigen
Met het vereenvoudigen van vierkantswortels bedoelen we dat we het grondtal zo eenvoudig mogelijk zullen schrijven.
β
Probeer om onder het wortelteken zo veel mogelijk even machten te verkrijgen.
5Bewerkingen met vierkantswortels
We merken vooraf op dat in het resultaat de vierkantswortel steeds zo ver mogelijk wordt vereenvoudigd.
aVierkantswortels optellen en aftrekken
Vierkantswortels met hetzelfde grondtal noemen we gelijksoortige vierkantswortels.
β3en2β3zijngelijksoortigevierkantswortels.
3β2en5β3zijnnietgelijksoortigomdat2 = 3.
β Om gelijksoortige vierkantswortels op te tellen of af te trekken, passen we de distributieve eigenschap toe van het vermenigvuldigen ten opzichte van het optellen in R.
β Niet-gelijksoortige vierkantswortels kunnen we soms vereenvoudigen tot gelijksoortige vierkantswortels zodat we die vierkantswortels kunnen optellen en aftrekken.
75 2 Machten
Webrengen9buitenhetwortelteken.
135 = β9 Β· 15 = 3β15 a 3 = a 2 a = a βa (a 0) a 4 b 6 = a 2 b 3 16a 5 b 3 = 42 Β· a 4 Β· a Β· b 2 Β· b = 4a 2 b βab (a , b 0)
18 = β9 2 = 3β2
β
Methode:
( 4) Β· ( 9) = β 4 Β· β 9 bestaatniet bestaatniet ( 4) ( 9)= β36 = 6
Opmerking:
3β5 + 4β5 =(3 + 4) β5 = 7β5 3β2 4β2 + 2β2 =(3 4 + 2)β2 = 1 Β· β2 = β2
Voorbeelden : β8 + β18 = β23 + β32 2 = β22 2 + 3β2 = 2β2 + 3β2 = 5β2 4a 3 9a 4 + 16a 3 a 4 = 4a 2 a 3a 2 + 16a 2 a a 2 a 0 = 2a βa 3a 2 + 4a βa a 2 = 6a βa 4a 2 2 + 3 2β3 + 3β3 = 5β3
bVierkantswortels vermenigvuldigen
Om vierkantswortels te vermenigvuldigen passen we eerst de commutatieve en de associatieve eigenschappen van de vermenigvuldiging toe en daarna de rekenregels in R
cVierkantswortels delen
76
Voorbeelden : 3β2 Β· 4β3 = 3 Β· 4 Β· β2 Β· β3 = (3 Β· 4) Β· β2 Β· β3 = 12 β6 = 12β6 β2 2 β6 = 2β2 β12 = 2β2 2β3 β3 1 Β· β6 + 2 = β18 + 2β3 β6 2 = 3β2 + 2β3 β6 2 5β2 b Β· 2a β2ab = 10a Β· 4ab 2 a 0en b 0 = 10a 4 b 2 a = 10a 2 b βa = 20ab βa
β20: β5 = 20 5 β400: β48 = 400 48 = β4 = 100 12 = 2 = 10 β12 = 10 β4 Β· 3 = 10 2β3 Opgelet! 20 5 = β 20 β 5 β bestaatniet β bestaatniet Ergeldtwel: 20 5 = β4 = 2 3 2 3β2 2β5 = 6β10 2 5
dVierkantswortels tot een macht verheffen
Om een vierkantswortel tot een macht te verheffen, passen we eerst de rekenregel voor de macht van een product toe en daarna de rekenregel voor de macht van een vierkantswortel.
Voorbeelden :
5β3 3 = 53 β3 3 = 125 Β· 33 = 125 Β· 32 Β· 3 = 125 Β· 3β3
= 375β3
3 b β2 b 3 = 27 b 3 8 b 3 b 0
= 27 b 3 β4 b 2 Β· 2 b
= 27 b 3 2 b β2 b
= 54 b 4 β2 b
6Samenvatting
β’ Je kent de definitie van een vierkantswortel van een reΓ«el getal en kent de grafische interpretatie.
Een vierkantswortel van een reΓ«el getal is elk reΓ«el getal waarvan het kwadraat gelijk is aan het gegeven getal.
βa , b β R : b iseenvierkantswortelvan a ββ b 2 = a
Elk positief reëel getal a heeft in R+ precies één vierkantswortel b
βa , b β R + : b = βa ββ b 2 = a
β’ Je kent de eigenschappen van vierkantswortels.
met a β R+ De positieve vierkantswortel van het kwadraat van een positief reΓ«el getal is dat getal zelf.
a 2 = a
a 2 = a
βa 2 = a
a 2 = a βa 2 = a βa Β· b = βa Β· β b
βa 2 = a
βa b = βa β b
met a β R+ Het kwadraat van de positieve vierkantswortel van een positief reΓ«el getal is steeds dat getal zelf.
a 2 = a βa 2 = a βa Β· b = βa Β· β b
βa Β· b = βa Β· β b
met a, b β R+
De positieve vierkantswortel van een product van positieve reΓ«le getallen is gelijk aan het product van de positieve vierkantswortels van de factoren.
a b = βa β b
a
b = βa β b
b = βa β b
a
a b = βa β b met a β R+ en b β R0
De positieve vierkantswortel van een quotiΓ«nt van positieve reΓ«le getallen waarvan de deler niet nul is, is gelijk aan het quotiΓ«nt van de positieve vierkantswortels van deeltal en deler.
β’ Je weet hoe je een vierkantswortel vereenvoudigt.
β’ Je kunt volgende bewerkingen uitvoeren met vierkantswortels:
(gelijksoortige vierkantswortels) optellen en aftrekken;
vermenigvuldigen;
delen;
tot een macht verheffen.
77 2 Machten
3β5 4 = 34 Β· β5 4 = 34 54 = 34 52 =
2025
β
β
β
β
62 (6β3)2 = 36 3 = 108 (β3)2
7Oefeningen
Vereenvoudig volgende vierkantswortels.
Vereenvoudig volgende vierkantswortels. Alle letters stellen positieve reΓ«le getallen voor.
Bereken met ICT en rond af tot op 4 decimalen nauwkeurig.
78
a β25
g β40 = b β100
h β200 = c β72
i β48 = d β121
j β98 = e β18 = k β10000 = f β20
l β128 =
=
=
=
=
=
a a 3 = g a 4 4 = b 9a 4 b 2 = h a 6 b 8 = c b 2 c 5 = i 16 x 2 y 2 = d 48a 5 b 4 = j x 2 y 4 = e 90a 3 b = k βa 3 = f a 3 b 3 = l βab 4 =
a β19 β e ΟβΟ β b β2Ο β f2β2 β c β20,49 β g β17 5 β11 8 β d β365 β h 5β3 3β2 β11 β 1 2 3
2 79 Machten Bereken. a2β5 + 7β5 e2β3 5β12 + 9β75 b2β7 9β7 + 2β7f β8 β80 + 3β2 + 7β5 c β48 + β75 g2 + β50 β72 β8 d β18 + β72 h3β2 2 5β2 β8 4
Noteer in elke bouwsteen de som van de twee onderliggende bouwstenen.
80
a b Werk uit. a β5 Β· β15 e β48: β3 b β8 Β· β9f β125: 1 2 β5 c3β15 Β· β20 g β0,06 Β· β0,8 d2β3 β12 h 3β2 2β8 5 β5 β20 β45 β80 β3 β12 β27 β108 6
2 81 Machten Werk uit. a β3 β6 + β8 e β3 2 β2 3 β6 b 2β2 β3 Β· β12 f β2 β3 β2 + 1 c 3β5 β20 + β80 β5 g3β2 β2 β6 d 2β2 1 3 β2 h β3 1 β6 1 7
82 Werk uit ( a , b β R+) a βa + β9a d βa βa βa 2 b β64a 3 + 2βa 5 e2βa 2 b 3βa 4 b 3 c2β2a β4a β8a 2 f β9a 5 : β4a 2 8
2.4
Derdemachtswortel van een reΓ«el getal
1Inleiding
We bepalen het volume van deze kubussen.
4 cm
2 cm
z kubus = 4cm
Vkubus = z z z = 43 cm3 = 64cm3
z kubus = 2cm
Vkubus = z Β· z Β· z = 23 cm3 = 8cm3
z kubus = 4cm
Vkubus = z z z = 43 cm3 = 64cm3
z kubus = 2cm
Vkubus = z Β· z Β· z = 23 cm3 = 8cm3
83 2 Machten
GETAL DE DERDEMACHTSWORTEL IS NOTATIE 64 4 want 43 = 64 3 β64 = 4 3 β8 = 2 3 β125 = 5 3 β 8 = 2 3 27 64 = 3 4 8 2 want 23 = 8 3 β64 = 4 3 β8 = 2 3 β125 = 5 3 β 8 = 2 3 27 64 = 3 4 125 5 want 53 = 125 3 β64 = 4 3 β8 = 2 3 β125 = 5 3 β 8 = 2 3 27 64 = 3 4 β8 β2 want ( 2)3 = 8 3 β64 = 4 3 β8 = 2 3 β125 = 5 3 β 8 = 2 3 27 64 = 3 4 27 64 3 4 want 3 4 3 = 27 64 3 β64 = 4 3 β8 = 2 3 β125 = 5 3 β 8 = 2 3 27 64 = 3 4
derdemachtswortel in woorden:
De derdemachtswortel van een reΓ«el getal is het reΓ«el getal waarvan de derde macht gelijk is aan het gegeven getal.
in symbolen:
2Graο¬sche interpretatie
Hier zie je duidelijk dat elk positief getal juist één derdemachtswortel heeft.
Je ziet ook dat elk negatief getal juist één derdemachtswortel heeft.
84
3 βa = b β b 3
a
a, b β R
=
met
β
2,5713
β
β
β
MetICTkunnenwenagaandat: 3
17 β
3
108
4,7622 3
2021 ββ12,6432
DERDE MACHT x y 3 β y x
3 Toepassingen
Toepassing 1:
Gegeven:Eenbalkheeftalsafmetingen: l = 32cm b = 8cm h = 2cm
Gevraagd:Berekendezijdevaneenkubuszodathetvolumevandekubusgelijkisaanhetvolumevande gegevenbalk.Werkop2decimalennauwkeurig.
Oplossing: Vbalk = l b h wordt: V = 32 8 2cm3 = 512cm3 Vkubus = z 3 wordt: z 3 = 512cm3
Antwoord:Dekubusheeftzijdendie8cmlangzijn.
Toepassing 2:
Gegeven:Eenbolheefteenvolumevan1m3 .
Gevraagd:Berekendestraalvandebol.Werkop0,01mnauwkeurig.
Antwoord:Destraalvandebolisongeveer0,62m.
85 2 Machten
β z =
β z
3 β512cm
= 8cm
Oplossing: Vbol = 4 3 Ο r 3 wordt: 4 3 Ο r 3 = 1 β r 3 = 1 4 3 Ο β r 3 = 3 4Ο β r 3 = 0,23873... β r = 3 β0,23873... β r β 0,62
Vbol = 4 3 Ο r 3
4Oefeningen
a Bereken de lengte van de zijde van een kubus met volume 2744 cm3
b Bereken het volume van een bol met straal 10 cm. Werk tot op 0,001 cm3 nauwkeurig.
c De diameter van een voetbal is 23 cm. Bereken zijn volume. Werk tot op 0,001 cm3 nauwkeurig.
d Een bol heeft een volume van 10 cm3. Wat is zijn straal? Werk tot op 0,001 cm nauwkeurig.
86
1
e Siebe heeft van de Sint 2500 kubusvormige houten speelblokken gekregen. Hoeveel blokken bevat de grootste volledig gevulde kubus die je met die blokken kunt maken door ze op elkaar te stapelen ?
f In de leraarskamer staat een kubusvormige diepvrieskast met een volume van 512 liter. Ze willen er kubusvormige doosjes in plaatsen met een ribbe van 12 cm. Hoeveel van die doosjes kunnen in de diepvrieskast ?
g Hoeveel kubusjes met een volume van 1cm3 krijg je maximaal in een balkvormige doos met binnenafmetingen 10cm, 2cm en 2cm ?
h Een balk heeft een volume van 166,375cm3
Welke zijde heeft een kubus met hetzelfde volume ?
2 87 Machten
*
Een kubus heeft een volume van 274,625cm3. De ribben worden 1cm verlengd. Wat is het volume van de nieuwe kubus ?
De eerste sneeuw dit jaar was de aanleiding voor Koen en Wouter om een grote sneeuwman te maken. Verklaar telkens je antwoord en bereken op 1 mm nauwkeurig.
a Als een sneeuwbal een volume heeft van 1 m3, kunnen we dan met de bal door een tuinpoortje met een breedte van 1 m ?
b Het hoofd van de sneeuwman heeft een diameter van 35 cm. Koen wil op het hoofd van de sneeuwman een kubusvormige doos zetten met een volume van 50 dm3. Kan hij de doos als hoed gebruiken of is ze te groot ?
88
2 3
Het speelblad van een snookertafel heeft als afmetingen 3,57 m bij 1,78 m. De ballen hebben een volume van 75,77 cm3
Hoeveel ballen kun je maximaal op het speelblad leggen als ze op de aangegeven manier liggen?
2 89 Machten
4
2.5 n-demachtswortels in
1Inleiding
Elk positief getal heeft twee vierkantswortels. Een negatief getal heeft geen vierkantswortels.
Elk reëel getal heeft één derdemachtswortel.
90
NOTATIE
22 = 4 β4 = 2 β4 = 2 β2
( β2)2 = 4 β4 = 2 β4 = 2
2 is de positieve vierkantswortel van 4 want
is de negatieve vierkantswortel van 4want
NOTATIE
23 = 8 3 β8 = 2 3 β 8 = 2 β2
derdemachtswortel
β
( β2)3 = β8 3 β8 = 2 3 β 8 = 2
2 is de derdemachtswortel van 8want
is de
van
8 want
Elk positief getal heeft twee vierdemachtswortels. Een negatief getal heeft geen vierdemachtswortels.
Voorbeelden:
4 β81 = 3want34 = 81
5
100000 = 10want ( 10)5 = 100000 4
64 isnietgedeο¬nieerd 3
0 = 0 want03 = 0
91 2 Machten NOTATIE
de positieve vierdemachtswortel
16want 24 = 16 4 β16 = 2 4 β16 = 2 β2
de negatieve vierdemachtswortel van 16want ( β2)4 = 16 4 β16 = 2 4 β16 = 2
2 is
van
is
NOTATIE 2 is de vijfdemachtswortel van 32want 25 = 32 5 β32 = 2 5 β 32 = 2 β2 is de vijfdemachtswortel van β32want ( β2)5 = β32 5 β32 = 2 5 β 32 = 2
Elk reëel getal heeft één vijfdemachtswortel.
β
β
β
β
5
17 β ICT 1,7623
2Deο¬nitie
n -demachtswortel
in woorden: Voor een van nul verschillend natuurlijk getal n is de n -demachtswortel van een reΓ«el getal elk reΓ«el getal waarvan de n -de macht gelijk is aan het gegeven getal.
in symbolen:
b is een n -demachtswortel van a βΊ b n = a met a , b β R en n β N0
Voorbeelden :
4 β81 = 3want34 = 81
5 β 32 = 2want ( 2)5 = 32
6 106 want (10)6 = 106
6 β 64isnietgedeο¬nieerdin R (verklaar)
3 β0 = 0want03 = 0
Bij het werken met lettervormen stellen we dat de letters positieve getallen voorstellen. De nieuwe definitie kunnen we dan beperken tot :
n -demachtswortel
Elk positief reëel getal a heeft in R+ precies één n -demachtswortel b .
n βa = b ββ b n = a met n β N0 en a , b
3Eigenschappen
92
R +
β
β’ 3 βa 3 = a β’ 4 βa 4 = a wantmachtsverhefο¬ngenworteltrekkingheffenelkaarop β’ 4 β48 β 2,6321 4 β16 4 β3 = 2 4 β3 β 2,6321dus: 4 β48 = 4 β16 3 = 4 β16 4 β3 β’ 4 16 81 = 4 2 3 4 = 2 3 4 β16 4 β81 = 4 24 4 34 = 2 3 dus: 4 16 81 = 4 β16 4 β81 β’ 3 26 = 22 = 2 6 26 = 2 dus: 3 26 = 6 26
Algemeen: eigenschappen van n -demachtsworteltrekking
De eerste vier eigenschappen zijn een veralgemening van de eigenschappen die gelden bij de vierkantswortel van een reΓ«el getal.
4Benaderen, afronden en schatten
Voorbeeld 1:
Tussen welke twee opeenvolgende natuurlijke getallen ligt β130 ?
Oplossing: β121 < β130 < β144
11 < β130 < 12
β130 β ]11,12[
Voorbeeld 2:
Tussen welke twee opeenvolgende natuurlijke getallen ligt 3 β185 ?
Oplossing: 3 β125 < 3 β185 < 3 β216
5 < 3 β185 < 6
3 β185 β ]5,6[
93 2 Machten
n βa n = a n βa n = n βa n = a n βa b = n βa n β b n a b = n βa n β b m n βa = mnβa met a , b β R + 0 en m , n β N0
Voorbeelden: β’ 4 β32 = 4 β16 2 = 4 β16 4 β2 = 2 4 β2 β’ 5 β0,1 10 = 5 0,15 2 = 0,12 = 0,01 β’ 4 256 625 = 4 4 5 4 = 4 5 β’ 6 38 = 3 2 34 2 = 3 34 = 3 33 Β· 3 = 3 33 3 β3 = 3 3 β3 β’ 3 β8 = 6 β8 = 6 23 = 3 23 = β2
Voorbeeld 3:
Aan welke afgeronde waarde is de gegeven wortelvorm gelijk?
3 β120 β 5,21 A 4,93 B 6,05 C
Taak:
Zoek een getal waarvan de derde macht in de buurt ligt van 120.
3 β64 = 4en 3 β125 = 5
Het antwoord ligt dus tussen 4 en 5. Omcirkel de voorlaatste mogelijkheid.
Zoek nu zelf het antwoord op de vraag: aan welke afgeronde waarde is de gegeven wortelvorm gelijk?
5Samenvatting
β’ Je kent de definitie van de n-demachtswortel van een reΓ«el getal. in woorden:
Voor een van nul verschillend natuurlijk getal n is de n -demachtswortel van een reΓ«el getal elk reΓ«el getal waarvan de n -de macht gelijk is aan het gegeven getal. in symbolen:
b is een n -demachtswortel van a βΊ b n = a met a , b β R en n β N0
Elk positief reëel getal a heeft in R+ precies één n -demachtswortel b .
n βa = b ββ b n = a met n β N0 en a , b β R +
β’ Je kent de eigenschappen van de worteltrekking.
met a , b β R + 0 en m , n β N0
β’ Je kunt de waarde van een n-demachtswortel benaderen door een schatting uit te voeren.
94
β100 β 4,25 A 5,00 B 3,16 C 5 β60 β 2,27 A 6,20 B 12,00 C
4
βa n = a n βa n = n βa n = a n βa Β· b = n βa Β· n β b n a b = n βa n β b m n βa = mnβ
n
a
2 95 Machten
zonder ICT (indien zinvol). a 3 β 27 = i 3 69 = b 5 β 1 = j 3 β 1 = c 5 1 32 = k 5 β0 = d β64 = l β121 = e 6 β1 = m 3 β 8 = f 4 ( 2)4 = n 4 β10000 = g 4 24 = o 4 β 10000 = h 5 310 = p 6 β64 =
met ICT en rond af tot op 10β5 a 3 β456 f 3 4,272 5,05 b 3 3 10 g 5 β 2007,45 c 5 β5 h 4 17 39 d 7 β 210 i β6,4 e 80 123 j 3 β100 1 2
6Oefeningen Bereken
Bereken
Tussen welke twee natuurlijke getallen liggen volgende uitdrukkingen?
96 Bereken x a x 4 = 256 d x 3 5 = 13 b2 x 5 = 100 e 3 x 4 + 1 = 2 c x 7 + 2 = 9f x 3 = 1 27
a β93 d 4 β456 b 3 β50 e 4 β9999 c 3 β124 f 5 β100 3 4
2 97 Machten
eenvoudiger door eigenschappen van n-demachtswortels toe te passen. a β5 β3e 4 102 b 3 β4 3 β2f β10 c β10: β2g 103 2 d 3 β3 3 β27 h 3 a 6 5
Noteer
Voor het getal a zijn drie benaderende waarden gegeven. Schat de best mogelijke uitkomst.
Tussen twee variabelen x en y is volgende waardetabel gegeven:
aAlsgegevenisdathetverbandtussen x en y uitgedruktkanwordenmetdeformule y = ax 4 , bepaaldandeevenredigheidsfactor a .
bTekenmetICTdebijbehorendegraο¬ek.
cBereken y als x = 6.
dBereken x als y = 1250.
98
a a = β372 19,3 25,3 12,6 b a = 3 β100 10 4,6 5,2 c a = 4 β50 5 2,6 3,1 d a = 3 β900 30 9,65 3
x β3 β
β1 01234 y 16232 202 32162512
2
6 7
In de tabel hiernaast staan voor enkele planeten in ons zonnestelsel de gemiddelde afstanden tot de zon in miljoenen km en de omlooptijd in jaren.
Volgens de derde wet van Kepler is het kwadraat van de omlooptijd van een planeet rond de zon ( t ) recht evenredig met de derde macht van de gemiddelde afstand tot de zon ( s ).
a Schrijf s in functie van t
b Bereken de afstand (in miljoenen km) van de planeet Jupiter tot de zon als je weet dat de omlooptijd 11,862 jaar is.
c Hoeveel bedraagt de afstand van Jupiter tot de zon in astronomische eenheden als je weet dat 1 A.E. = gemiddelde afstand aarde-zon = 149600000 km.
2 99 Machten
8 planeetafstandomlooptijd Mercurius580,241 Saturnus142729,46 Uranus287084 Mars2281,881 aarde149,6 1
2.6 Machten met een rationaal getal als exponent
De nieuwe exponent is een rationaal getal geschreven als een breuk met als teller de exponent die bij het getal onder de wortelvorm hoort en met als noemer een natuurlijk getal verschillend van nul.
100
1Deο¬nitie 5 βa 10 = a 2 = a 10 5 β78 = 72 4 = 74 = 7 8 2 3 β56 = 3 53 2 = 52 = 5 6 3 4 βa 4 = 4 1 a 4 = 1 a = a 1 = a 4 4 macht met rationale exponent a m n = n βa m met a β R + 0 , m β Z en n β N0 Voorbeelden : 32 1 5 = 5 β32 = 5 25 = 2 81 3 4 = 4 β81 3 = 33 = 27 125 2 3 = 1 125 2 3 = 1 3 β125 2 = 1 52 = 1 25
5 a 8 = a 8 5
2Eigenschappen van machten met rationale exponenten
We nemen aan dat de eigenschappen voor machten met gehele exponenten blijven gelden voor machten met strikt positieve reΓ«le grondtallen en met rationale getallen als exponenten.
3Samenvatting
101 2 Machten
eigenschappen a p a q = a p +q (a b )p = a p b p a p a q = a p q a b p = a p b p (a p )q = a p q met a , b β R + 0 en p , q β Q Voorbeelden : 5 1 2 Β· 5 2 3 = 5 1 2 + 2 3 = 5 7 6 = 6 57 = 6 56 Β· 5 = 5 6 β5 10 1 2 10 1 4 = 10 1 2 1 4 = 10 1 4 = 4 β10 8 1 2 4 = 8 1 2 4 = 82 = 64 (64 125) 1 3 = 64 1 3 125 1 3 = 3 β64 3 β125 = 4 5 = 20 4 9 1 2 = 4 1 2 9 1 2 = β4 β9 = 2 3 Toepassingen : (4a 2 b 4 ) 1 2 b 2 = 4 1 2 a 1 b 2 b 2 = β4 a = 2 a βa 5 Β· 3 βa 2 3 βa = a 5 2 Β· a 2 3 6 βa = a 11 6 a 1 6 = a 12 6 = a 2 = 1 a 2 Opgelet! a 11 12 = 12 a 11 a 1 4 = 4 βa a 1 10 b 3 8 = 10 βa Β· 8 b 3
Je kent de betekenis van een macht met een rationale exponent. a m n = n βa m met a β R + 0 , m β Z en n β N0 β’ Je kent de eigenschappen van machten met rationale exponenten. a p Β· a q = a p +q (a Β· b )p = a p Β· b p a p a q = a p q a b p = a p b p (a p )q = a p q met a , b β R + 0 en p , q β Q
β’
4Oefeningen
Schrijf met een rationale exponent.
a 5 a 2 =
b 6 a 5 =
c 3 β17 =
d β39 =
e 3 a 4 =
f 5 β2 =
g 3 x 5 =
h 4 2a 3 =
i 5 48 x 4 =
Schrijf als een n-demachtswortel. a5
102
4
1 2
8
2 3
3 5 1 3
3
3
2 3
2
3 5
h 3 7 3 7
3
= b7
= c (
)
= d
= e a 1
= f (
)
= g (
)
=
= 1 2
2 103 Machten Werk uit. a 3 103 b 3 β125000 c 4 β7 d β5 6 e 4 β16 5 f 5 β3 15 g2 1 6 2 1 3 h3 1 2 3 1 4 i 5 1 10 2 j 33 26 1 3 k25 3 2 l4 5 2 m1000 2 3 n16 3 4 o 3 β5000 3
Voor het getal a zijn vier mogelijke benaderende waarden gegeven. Schat de best mogelijke uitkomst.
104 Bereken zonder ICT. a4 1 2 f64 1 6 + 5 β32 b8 2 3 g16 1 4 c ( 32) 1 5 h 3 82 d8 1 3 i27 2 3 121 1 2 e 3 43 j1 4 7
a a = 4 β45 11,2 4,5 2,6 22,3 b a = 30 1 3 10 3,1 15,3 2,6 c a = 4 β40 12,3 8 2,5 4,5 d a = 20 3 4 15,2 3,4 19,2 9,5 4 5
2 105 Machten Bereken zonder gebruik te maken van ICT. a β169 g3 Β· 28 b 3 β125 h4 Β· 3 8 1 c2 Β· 4 β81 i 5 2434 d3 Β· 5 β32 j 4 25 2 e 3 10002 k 7 77 f 6 43 l 3 230 6
106
b β R + 0 a 3 a 9 g 4 16 b 4 625 b 4 a 8 b 12 h 3 ab 2 6 c 5 32a 15 i a 4 a 4 d 3 βa 6 j 3 a 6 a 2 e a 3 4 k 3 a 6 Β· b 12 f 3 a 6 2 l ab 3 a 9 b 15 7
Bereken zonder gebruik te maken van ICT a ,
2 107 Machten Bereken zonder gebruik te maken van ICT. a32 2 5 g81 3 4 b216 2 3 h10000 1 4 c100000 2 5 i16 1 4 d 1 4 1 2 j 1 8 5 3 e (0,001) 1 3 k 1003 5 6 f 8 125 4 3 l 0,012 3 4 8
Werk uit en schrijf zonder rationale exponenten. Alle letters stellen positieve getallen voor, verschillend van 0.
108
a a 1 2 a 1 3 e x 2 y 3 x 2 x 1 2 y 2 b x 1 2 x 2 f βa a 1 2 c a 1 a 2 3 a 5 3 g a 1 2 2 b 2 3 6 a 1 2 Β· b 2 d b 2 b 3 b 5 4 b 1 4 h x 2 3 Β· x 2 9 * *
Bereken met ICT.
De Zuid-Chinese zee bevat veel prachtige vissoorten. Blijkbaar is er een verband tussen de oppervlakte van een zeegebied en het aantal verschillende vissoorten dat je er tegenkomt. In formulevorm is dat :
s ( x ) = 60 x 0,4
met s ( x ): het aantal vissoorten
x : de oppervlakte van het leefgebied in vierkante kilometer
a Teken de grafiek met ICT.
b Bereken het aantal vissoorten in gebieden met een oppervlakte van 100 vierkante kilometer.
c In een gebied komen zoβn 709 vissoorten voor. Bereken de oppervlakte van dat gebied met ICT.
2 109 Machten
a 10 β1000 e 5 β3 + 3 β5 b2 7 β2023 f β3 3 β12 + 4 β6 c 3 Β· 3 β3 g0,10,1 + 0,20,2 + 0,30,3 d 4 7 5 5 3 2 6 4 3 h β3 β2 + β5
10 11 *
De pH meet de zuurtegraad van een vloeistof. Bij een neutrale oplossing ligt de pH rond 7, bij zure oplossingen ligt dat onder 7 en bij basische oplossingen erboven. Belangrijk detail: een pH van 2 is tienmaal zuurder dan een pH van 3 (de schaal is dan ook logaritmisch, zie volgend hoofdstuk). Los elke opgave op, verzamel de letters en je krijgt een voorbeeld waar de zuurtegraad vaak gecontroleerd moet worden.
110
a a 4 a 4 = R M Z S β1 0 a 8 a β8 b 3 βa = A W E T a 1 5 a 1 6 a 6 a 5 6 c Als 1 3n 1 2 = 5 2 , dan is n gelijk aan G C E A 1 1 10 β1 1 3 d Als a 2 a 1 3 a 2 a n = a 5 , dan is n gelijk aan O L E M 14 3 19 3 19 3 14 3 e Als a 1 2 a 3 a n = a , dan is n gelijk aan Y B F P 0 5 2 3 2 2 3 f 7β7 = A M E L 7 3 4 72 7 1 4 7 1 2 g Als a 0,24 = 5, dan is a 1,2 = E I D V 25 6 3125 125 h Als 184 1,8 = 9n , dan is n gelijk aan ON AN IN EN 0,2 20 200 6480 12
Oplossing:
2 111 Machten Reken alles hieronder uit.
112 WAT MOET JE KENNEN EN KUNNEN ? dit moet ik leren pagina ik ken het ! okΓ© voor examen β Ik ken de definitie van machten. 53 ο ο β Ik weet dat gelijksoortige machten hetzelfde grondtal hebben. 53 ο ο β Ik ken de rekenregels van machten. 54 ο ο β Ik ken de betekenis van een macht met een negatieve exponent. 59 ο ο β Ik ken de definitie van de vierkantswortel van een reΓ«el getal. 72 ο ο β Ik ken de eigenschappen van vierkantswortels. 74 ο ο β Ik kan een vierkantswortel vereenvoudigen. 75 ο ο β Ik kan rekenen met vierkantswortels. 75 ο ο β Ik ken de definitie van een derdemachtswortel van een reΓ«el getal. 84 ο ο β Ik kan de theorie rond machten toepassen in een gegeven voorbeeld. 85 ο ο β Ik ken de definitie van een n-demachtswortel van een reΓ«el getal. 92 ο ο β Ik ken de eigenschappen van n-demachtswortels. 93 ο ο β Ik ken de definitie van een macht met een rationale exponent. 100 ο ο β Ik ken de eigenschappen van machten met rationale exponenten. 101 ο ο
Machten 2