naam: klas:









kruis aan: ik ben dol op …

welke drie zaken horen in jouw bagage? omkring ze.


























bagage








wat is er aan de hand met …? kruis het juiste plaatje aan.




ik ben verbaasd. teken het.
kruis aan: wie is verlegen?







langzaam of haastig? verbind.


















kleef het woord ik onder de spiegel.
kleef een foto of een tekening van jezelf in de spiegel.




verbind alle plaatjes die bij jou passen met de spiegel.


omkring het woord ik ik ik in is ik im il ik ih ik ik uk ok ak ik ek ijk ik ik lik tik ik mik sik ik pik ik dik ik ki rik ik hik hok ik tik







ik ik lik sik ik
ik

ki mus kil ik dik ik ik kik kil ik wil rik ki 6

omkring het woord ik . slaapliedje
ik kan niet slapen! ook al moet ik gapen, mijn ogen zijn wijd open en ik blijf maar hopen: oogjes val toch toe, want ik ben zo moe. maar ik kan niet slapen! ik lig onder het laken en hoe meer ik probeer, echt keer op keer, het helpt geen zier: was mama maar hier! want ik kan niet slapen! ik kan niet slapen ik kan niet ik kan ik slaap

uit Strikjes in de struiken, Ben Reynders, Tine van Remoortere - 10 jaar, Davidsfonds/Infodok, 1994

verbind de i met de plaatjes van de woorden waarin je een i hoort.
i o b 1 3




i
verbind de k met de plaatjes van de woorden waarin je een k hoort.

t k 2
r l m
k
k s v
i







kk a k

waar hoor je de letter i in het woord? kruis aan.
waar hoor je de letter i in het woord? kruis aan.









waar hoor je de letter k in het woord? kruis aan.
waar hoor je de letter k in het woord? kruis aan.











kleef de ontbrekende letters op.


hoor je de letter i in het woord? kruis dan de figuur aan. hoor je de letter k in het woord? kruis dan de figuur aan.
zoek de letter in de zin ernaast. kleur elke i blauw. kleur elke k rood. i dit boek is van tim. k koen eet een koek.


ik is
sis is 1
ik sip
is
mis
is ik kir
ik ik kik
is is
tik
vis tik ik sik
in ik
lis is
in

kruis het plaatje aan als het woord rijmt op mol . 1











kleef het woord mol onder de foto van de mol.


verbind alle plaatjes die bij een mol passen met de foto van de mol. omkring het woord mol mol mol dol sol mol wol mol mos mop mol mot mor mol mal mol maal meel mol loom mos lam mol som sol









bol is om mol loom sol mol


mos op mok sol ik dol
si mi ma loom
mol mol mol mol
mos
dol mom mok
mol mol bol
sol
mol
mol mol mol
is
ik is sol
hol ik op
an
mot pol
lok mol mal los 5
som dol mol mol
mom rol dol bol
omkring het woord mol dit is mol. rom bom bom. mol op de trom. hoog met die bol, mol! hol, mol, hol! oogjes toe. mol is moe. mol in de wol. kom mol, een ijs! is dat niet wijs? olle bolle mol mol is dol.








verbind de m met de plaatjes van de woorden waarin je een m hoort.
mverbind de o met de plaatjes van de woorden waarin je een o hoort.
kleur m groen. kleur o paars. kleur l oranje

overbind de l met de plaatjes van de woorden waarin je een l hoort. l o m l j k o m l o r a m l s o i m v l u b m l o l n l o m m n o uu l t oo i m o


















waar hoor je de letter m in het woord? kruis aan.
waar hoor je de letter m in het woord? kruis aan.






waar hoor je de letter o in het woord? kruis aan.















waar hoor je de letter l in het woord? kruis aan.

kleef de ontbrekende letters op.

l 9 8 7 6 5
hoor je de letter m in het woord? kruis dan de figuur aan. hoor je de letter o in het woord? kruis dan de figuur aan.
m o

zoek de letter in de zin ernaast. kleur elke m rood, elke o blauw en elke l rood. m de man ligt op de muur. o de mot zit op de jas. l o, wat een leuk lam.



➔ ➔ o
➔ m o l o ➔ ➔ ➔ l m
mom
mol
mol de lom de mol
de mo den
mol mol 1
mol

welk plaatje past bij de zin? nummer de plaatjes.



1 ik ben sportief. 2 ik ben handig. 3 ik ben slim. 4 ik ben droevig. 5 ik ben klein. 6 ik ben lief.




welke woorden en beelden vertellen hetzelfde? verbind ze. lik mok kok lol kom




luister goed naar wat verteld wordt. vul de tekening passend aan.




waar hoor je dit geluid? wijs de passende tekening aan.








kruis het plaatje aan als het woord rijmt op beer .























leer LES 1.23 HET WOORD BEER: VISUEEL HERKENNEN EN LEZEN 5
boor heel

heer reep boer

bier buur weer les
leer
meer leer bes
boor keer
beer beer beer
beer
beer beer
keer peer berk
beer bes meer bier
buur weer
berk les
meer bier keer leer
beer beer
omkring het woord beer

ooit op een keer woonden een mama en papa beer met hun kleine beer in het bos. ze wilden pap eten. maar die was te heet. daarom gingen de beren het bos in. een meisje kwam hun huis binnen. ze zat op de stoel van papa beer. ze at de pap van mama beer. in het bed van kleine beer viel ze in slaap. maar toen kwam de familie beer thuis. het meisje schrok. ze rende het bos in. geen beer heeft haar ooit nog gezien.
naar het sprookje Goudlokje en de drie beren

verbind de b met de plaatjes van de woorden waarin je een b hoort.





verbind de ee met de plaatjes van de woorden waarin je een ee hoort.