3 minute read

Les 1

Next Article
Les 1

Les 1

Vouw de letter m weg. Welke letter komt er dadelijk na de m? Neem de letterkaart o en toon ze aan de leerlingen. Laat de o verklanken.

Breng indien gewenst de visuele en motorische ondersteuning van de letter o op dit moment aan.

Visuele steun o Laat de visuele lettersteunplaat o zien en zeg: Omdat Mol zoveel lekkers eet, is zijn buikje rond.

Motorische steun o Maak volgend gebaar of laat video 4 zien: zet de vingertoppen van je duim en wijsvinger op elkaar. (Je vormt het rondje van de letter o en de ronde buik van Mol). Houd het rondje op buikhoogte. Zeg ondertussen: o van Mol. Laat de leerlingen met je meedoen.

Welke letter komt er dadelijk na de o? Neem de letterkaart l. Laat de l verklanken.

Breng indien gewenst de visuele en motorische ondersteuning van de letter l op dit moment aan.

Visuele steun l Laat de visuele lettersteunplaat l zien en zeg: Wist je dat Mol ontzettend graag aan ijsjes likt?

Motorische steun l Maak volgend gebaar of laat video 5 zien: Houd je wijsvinger gestrekt tegen je tongpuntje aan. (Je vormt het stokje van de letter l met je vinger en doet alsof je aan een ijsje likt). Ondertussen zeg je: l van Mol. Laat de leerlingen met je meedoen.

Neem nu opnieuw de structureerstrook mol. Toon alleen de letter m. Verklank die letter hardop, terwijl je hem een tijdje aanhoudt. Vouw nu de strook open en zeg er de letter o met verlengde klankwaarde bij. Vouw de strook nu helemaal open en zeg de letter l erbij. Zeg nu: mol. Doe dit nog enkele keren met de leerlingen.

We bouwen de letterlijn verder op. Hang de letters m, o en l op aan de letterlijn. Hang er eventueel ook de visuele lettersteunplaten m, o en l bij. Laat de leerlingen de letters nog eens verklanken.

Zing het letterlied, tekst op bijlage 26, of beluister het op audio luisteren 1. Herhaal op die manier de letters i en k en de nieuwe letters m, o en l.

2.4 Werkboek: oefeningen op auditieve analyse en visuele discriminatie van m, o, l

Neem bijlage 16 en 19 met de klassikale picto's van het werkboek. Neem werkboek 1pagina 15, oefening 1 t.e.m. 4. Leg oefening per oefening klassikaal uit. Verwoord wat is afgebeeld. De leerlingen werken na de uitleg telkens individueel.

Oefening 1 duim tak muis zon molen

Oefening 2 taart vos tol rok laars

Oefening 3 laars bal kooi lamp kaart Observeer wie moeite heeft met auditieve en visuele dicriminatie van m, o, l. Voorzie voor deze leerlingen een extra oefening, kopieerblad 18 (linkerkant), als huistaak of in de zorgklas.

Oefening 4: visuele discriminatie van m, o en l

2.5 Oefenen op auditieve analyse en synthese van het woord mol

Laat de leerlingen hun individuele letterkaarten m, o en l nemen en het kopieerblad 17 bij de prent van Mol. Leg uit dat Mol een kop, een buik en een staart heeft. De meeste woorden hebben die ook. We noemen de beginletter van een woord de kop, de eindletter is de staart. Wat daartussen komt, is de buik. Laat ze het woord mol leggen op de juiste plaats in Mol. Verklank het woord hardop en hou de klanken hierbij lang aan. Laat de leerlingen de structureerbeweging nog eens uitvoeren, terwijl ze kijken naar de letters en ze lezen.

3 Slot

Neem leesboek 1pagina 7 en de individuele letterkaarten m, o, l. Individuele opdracht: Leg de letters m, o en l in het juiste hok zodat je telkens het woord mol maakt. Laat ook de woorden mol en ik onderaan pagina 7 lezen.

Gebruik deze knipperlichtoefening als evaluatie.

Voor leerlingen die moeite hebben met de auditieve en visuele analyse en synthese van mol voorzie je een extra oefening, kopieerblad 18 (rechterkant), als huistaak of in de zorgklas.

This article is from: