
6 minute read
Les 1.31 ■ Taalbeschouwing Eind- en beginrijm: Beer Snoet met de rijmpjeshoed
Les 1.31
Lesdoel
1 De kinderen denken na over klanken en klankverwante woorden: eindrijm en beginrijm/stafrijm.
Lesmateriaal leerkracht
• kopieerblad 34 en 35: rijmmemory • bijlage 17: klassikale picto werkboek 'kleef een sticker' • bijlage 36: foto van Beer Snoet met de rijmpjeshoed • bijlage 37: brief Beer Snoet • bijlage 38: foto van Beer Snoet en zijn vrouw • pop beer • rijmhoed • enkele stripverhalen met stafrijm in de titel
Lesmateriaal leerling
• werkboek 1 p. 29 • stickervel
Vooraf
Kopieer, verknip en plastificeer vooraf éénmaal kopieerblad 34 en éénmaal kopieerblad 35. Hou de kaartjes van deze kopieerbladen apart.
1 Instap
Ken je Beer Snoet?
Plaats de pop van Beer bij je. Bekijk Beer aandachtig en zeg: Je ziet er zo trots uit, Beer. Wat is er aan de hand? Beer vertelt dat hij een brief ontvangen heeft van zijn goede vriend Beer Snoet met de rijmpjeshoed. Het is al erg lang geleden dat Beer nog iets hoorde van hem. Beer Snoet stak er een foto van zichzelf bij. Laat bijlage 36 aan de leerlingen zien.
Laat Beer vertellen dat Beer Snoet in een bos woont in een ver, vreemd land. Beer Snoet spreekt een taal die wat op de onze lijkt. Maar er is toch iets vreemds aan. Luister maar naar wat hij schrijft.
2 Kern
2.1 Eindrijm
Neem bijlage 37 en lees de brief van Beer Snoet hardop voor. Vul de eerste twee zinnen zelf aan met rijmwoorden. Vanaf de derde zin laat je de leerlingen aanvullen.
Hoi! Hier Beer Snoet! Met mij gaat alles goed.
Hoe is het met mijn lieve maat? Ik hoop dat alles prima gaat.
En met je vriend: de mol? Woont die nog in zijn … (hol)?
Ik kom weldra eens op bezoek. Zorg jij voor drank en lekkere … (koek)?
Ik neem dan vast wat foto's mee. Van in ons bos en aan de … (zee).
Van oma Beer, mijn vrouw of zoon en van de boomhut waar ik … (woon).
Tot gauw vriend Beer! Dan zie ik je … (weer). Tot de volgende … (keer).
Lieve groet van Beer … (Snoet)!
Wat is er zo speciaal aan de taal van Beer Snoet? (De zinnen rijmen.) Hoe weet je dat die woorden rijmen? (Ze klinken hetzelfde.) Leg uit: Dat komt omdat hun buik en staart hetzelfde zijn. Schrijf een voorbeeld aan het bord met letters die de leerlingen al kunnen lezen. Onderstreep de buik en de staart en laat zien dat die dezelfde zijn:
mol bol
beer keer
Beer vertelt dat hij nu al zenuwachtig uitkijkt naar de komst van zijn goede vriend. Hij wil hem dan ook heel vriendelijk ontvangen. Daarom zou hij graag de taal leren van Beer Snoet om goed met hem te kunnen praten. Beer vraagt de leerlingen om met hem mee te oefenen en hem te helpen. Vertel dat jij en de leerlingen Beer zeker willen helpen. Ik heb een rijmhoed meegebracht, net zoals de rijmpjeshoed van Beer Snoet. Wie de hoed opzet of vastneemt, mag rijmen.
Bedenk een startwoord en laat de leerlingen om beurten de hoed opzetten of vastnemen en rijmen.
mol - bol - tol - vol - rol - dol - … zon - ton - won - spon - kon - karton - ballon - … paard - staart - taart - vaart - kaart - bewaart - gespaard - … vuur - uur - buur - tuur - gluur - kuur - zuur - guur - huur - … doos - roos - boos - koos - …
Bouw nu een zin en laat de leerlingen aanvullen.
Ik heb een zus en ik geef ze een … (kus). Ik ben een koe en ik ben … (moe). Ik heet Jos en ik woon in het … (bos). Ik eet kaas en ik speel graag de … (baas).
Laat de leerlingen met de rijmhoed zelf zinnen bedenken.
2.2 Het fotoboek van Mol en Beer: oefenen op eindrijm
Beer wil straks zijn fotoboek laten zien aan Beer Snoet. Het liefst zou hij laten zien aan Beer Snoet dat hij nu kan rijmen. Daarom wil hij in zijn fotoboek aanduiden welke zinnen rijmen en welke niet. Hij vraagt de leerlingen om hulp.
Neem werkboek 1pagina 29 en het stickervel.
Kleef een sticker met een lachend gezicht bij de foto's waarvan de tekst rijmt. Kleef een sticker met een boos gezicht bij de foto’s waarvan de tekst niet rijmt. Lees de zinnen voor.
mol in huis
beer vangt een muis mol in een tent L beer slaapt beer timmert op zijn poot mol kleurt rood beer springt mol zingt beer leest een boek mol eet een koek beer drinkt L mol strijkt
Laat Beer verbaasd rondkijken in de werkboeken van de leerlingen en zeggen: Ik ben verbaasd dat jullie zo goed kunnen rijmen!
2.3 Beginrijm
Beer vertelt dat Beer Snoet niet alleen komt. Hij brengt zijn vrouw mee. (Toon bijlage 38.) Ze heeft een gekke naam: Snappie Snoet. Hij vertelt wat hij zo raar vindt aan haar naam: haar voor- en achternaam beginnen met dezelfde letters. Beer legt uit dat haar naam eigenlijk ook rijmt, maar dan wel bij het begin van de woorden. Hij zag onlangs op tv een filmpje waar mensen in meededen die ook zulke namen hadden: Piet Piraat Steven Stil Stien Struis Schotse Scheve Schuit
Beer vraagt aan de leerlingen of zij ook woorden kennen die rijmen aan het begin van het woord? Bv.: • Eigennamen van leerlingen in de klas? • Titels van stripverhalen (Jommeke, Suske en Wiske …) Laat enkele titels van stripverhalen zien met beginrijm.
3 Slot
Beer is heel blij omdat de leerlingen hem zo goed hielpen. Daarom heeft hij een leuk spel mee dat ze met de hele klasgroep mogen spelen. Deel de kaartjes van kopieerblad 34 uit in de klas. Zijn er onvoldoende, laat enkele leerlingen dan per twee werken. Zelf heb je de kaartjes van kopieerblad 35 in de hand. Je zegt bij elk kaartje het passende woord. Wie het rijmwoord heeft, komt het bij jouw kaartje leggen.
Woorden kopieerblad 34 huis mier muur
paard koek jas mond veer hok
wip schoen drie tak kaas teen Woorden kopieerblad 35
muis stier vuur
taart boek plas hond beer kok
kip zoen knie zak vaas been
THEMA 1 – WEEK 4 – INHOUD
Les 1.32 ■ Technisch lezen Les 1.33 ■ Technisch lezen Les 1.34 ■ Technisch lezen
Les 1.35 ■ Technisch lezen Les 1.36 ■ Spelling Les 1.37 ■ Technisch lezen Les 1.38 ■ Technisch lezen Les 1.39 ■ Technisch lezen / Spelling Les 1.40 ■ Technisch lezen Les 1.41 ■ Technisch lezen
Les 1.42 ■ Technisch lezen / Luisteren en spreken Het woord an: auditief en visueel aanbieden Het woord an: visueel herkennen en lezen Het woord an: auditief en visueel analyseren en synthetiseren De letters a en n: auditief en visueel discrimineren 93 95 97
De letters a en n van an De (schrijf)letters a, n en het woord an Leesles: wisselrijen na het woord an Leesles: an 100 102 105 107
De woorden mol, beer, an en hun letters: remediëring en gedifferentieerd werken Spelend oefenen met de letters en woorden van thema 1 109
112 Toets technisch lezen thema 1 + spelend oefenen thema 1 113
Poppenspel 1B: De pen 115