In de module Curieuzeneuze leerde je wat ontdekkingsreizigers waren.
1 Bespreek de volgende vragen met de klas.
Wie is er al eens op kamp geweest?
Wat is het leukste (of grappigste) dat je ooit op kamp hebt meegemaakt?
Als je nog nooit op kamp bent geweest: wat zou jij verwachten dat er gebeurt op kamp? Wat lijkt je leuk?
2 Op kamp gebeuren er vaak typische dingen. Hieronder vind je steeds twee opties. Kies wat jij het leukst zou vinden door een van de twee aan te kruisen. Denk goed na over je keuze, want we bespreken straks enkele antwoorden.
Curieuzeneuze
Denkwijs
‘‘Iedereen zou slachtoffers van natuurrampen of oorlogen moeten helpen.’’
Ben je het eens (of oneens) met deze stelling? Waarom?
Duid jouw mening met een pijltje aan op de fact-o-meter.
Geef twee redenen waarom je die mening hebt. Dat heet ‘argumenteren’.
Lees hieronder eerst nog eens goed hoe je moet argumenteren.
Argumenteren, hoe doe je dat?
Soms kom je in situaties terecht waarin je de ander wilt of moet overtuigen van jouw standpunt. Dat doe je door goede argumenten te geven.
1
Je neemt een standpunt in:
Ik vind dat …
Ik denk dat … Volgens mij …
2
Je legt uit waarom je iets vindt: want … omdat … aangezien …
= argumenteren
argument 1: argument 2:
Bespreek je standpunt met je buur.
Gooi het ten slotte in de groep. Wat denkt de klas hierover?
Kamperen: een beetje teruggaan in de tijd
1.1 Een tijdloos avontuur
Kamperen voelt als een stap terug in de tijd. We laten even de luxe van het moderne leven achter ons en kiezen voor eenvoud. Wat nu een avontuur is, was vroeger vaak een noodzaak. Toen waren er kampen om te overleven of de wereld te bestuderen.
Juist door deze ervaringen doorheen de tijd leerden we veel over de natuur, overleven en samenwerken. Kamperen brengt ons terug naar de basis én naar de lessen uit het verleden.
1 Tegenwoordig gaan we op kamp om te ontspannen en plezier te maken. Maar in het verleden hadden kampen een heel andere functie. Lees de teksten hieronder en verbind ze met het juiste doel.
legerkampen
tijdens ontdekkingsreizen
voor onderzoek
rondtrekkend volk
vluchtelingen
Toen Columbus naar Amerika reisde, bouwden hij en zijn bemanning kampen om te overnachten. Vanuit die kampen konden ze het land verder verkennen en zoeken naar goud.
Nomadenkampen waren tijdelijke plekken waar rondtrekkende mensen leefden. Ze gebruikten eenvoudige tenten die ze snel konden opzetten en weer meenamen als ze verder trokken op zoek naar voedsel of water.
Het Romeinse leger bouwde goed georganiseerde kampen tijdens zijn veldtochten. Deze kampen hadden muren voor bescherming en plaatsen waar de soldaten konden rusten, eten en plannen voor de volgende dag.
Wetenschappers in Antarctica zetten kampen op om dieren en het klimaat te bestuderen. Ze bleven wekenlang in de kou om gegevens te verzamelen.
Mensen uit België die moesten vluchten tijdens de Eerste Wereldoorlog, kregen een plek in Nederlandse kampen. Daar konden ze slapen en kregen ze eten.
Doorheen de geschiedenis speelden kampen een belangrijke rol. Of het nu ging om overleven, oorlog of ontdekking, elk kamp had zijn eigen doel. Laten we deze historische kampen van dichterbij bekijken.
1.2 De sterke Romeinse eeuwen
1 Lees de tekst en bekijk de afbeelding. Beantwoord daarna de vragen.
Van de 4e eeuw v.C. tot de 5e eeuw ontstonden de Romeinse legerkampen. Ze zorgden ervoor dat de soldaten veilig waren tijdens de oorlogen. De kampen bestonden uit keurig opgestelde tenten. In het midden was een centrale plek voor de leiders. Rond het kamp werd een stevige muur gebouwd om vijanden buiten te houden. In die tijd werden ook de eerste wegen aangelegd. We noemen dit heirbanen. Via die heirbanen konden de Romeinen zich sneller verplaatsen en vervoerden ze hun goederen. Daardoor waren de Romeinen sterk en succesvol. Veel van wat zij deden, zoals het aanleggen van wegen en het plannen van steden, doen wij vandaag de dag nog altijd.
In welke periode situeren we de Romeinse legerkampen? Omcirkel op de tijdslijn.
Welke soort bron is de foto van het Romeinse legerkamp? Markeer. Gebruik de hulpkaart.
– geschreven bron / ongeschreven bron
– visuele bron / audiovisuele bron / mondelinge bron / materiële bron
Waarom bouwden de Romeinen hun kampen naast een rivier?
Hoe heeft de uitvinding van heirbanen door de Romeinen de handel en communicatie in Europa blijvend veranderd?
In de module Goesting leerde je over de verschillende soorten historische bronnen en tijdsperiodes.
Waarom luidt het spreekwoord ‘Alle wegen leiden naar Rome’ en niet naar Brussel of een andere stad?
Overleg met je buur. Daarna bespreken we deze vraag klassikaal.
2 Lees de tekst uit oefening 1 opnieuw en voer de opdrachten uit. Gebruik de hulpkaart over de eeuwen.
Markeer in de tekst in welke periode de Romeinse legerkampen de soldaten veilig hielden.
Over welke tijdmaat spreken we hier?
Hoe lang duurt een eeuw? 10 jaar 100 jaar 1000 jaar
Hoe noemen we de andere periodes? Noteer.
– jaar is een decennium
– jaar is een millennium
Duid op de tijdslijn het jaar 1 van Christus aan met een zwarte streep.
Duid op de tijdslijn de periode voor Christus aan met een rode accolade, en de periode na Christus met een blauwe accolade.
De Romeinen gebruikten andere cijfers dan wij. Ze schreven hun getallen met speciale letters in plaats van met de cijfers die wij kennen. We noemen die speciale letters 'Romeinse cijfers'. Ook jaartallen werden met Romeinse cijfers geschreven. Je ziet deze cijfers vandaag nog steeds, bv. op de klok van een kerktoren, bij hoofdstukken in sommige boeken of bij koningen, zoals Koning Lodewijk XIV (= 14).
3 Bekijk de video over hoe je de Romeinse cijfers moet lezen. Voer daarna de opdrachten uit. Gebruik de hulpkaart.
Welke Romeinse jaartallen zien we hier staan?
Noteer in Romeinse cijfers hoeveel keer deze voorwerpen voorkomen op de afbeelding.
1.3 Eeuwenoude vragen over Antarctica
1 Beluister de getuigenis van dokter Jane. Beantwoord daarna de vragen.
Welk(e) domein(en) kunnen we hieraan linken? Kruis aan. sociaal politiek economisch cultureel
Weet je nog waar Antarctica ligt? Kleur het blauw op de wereldkaart.
de allereerste mens die voet op Antarctica zette een Belg was? Het was de Belgische ontdekkingsreiziger Adrien de Gerlache met zijn schip de Belgica. Wist je dat …
Hieronder zie je drie pinguïns. Welke is de keizerspinguïn? Maak gebruik van internet. Omcirkel.
In welk jaar had dokter Jane een project in Antarctica?
In welke eeuw was dit?
2 Lees de gebeurtenissen. Wanneer vonden ze plaats? Noteer het jaartal en de eeuw correct. Gebruik de hulpkaart. gebeurtenis
Arabische kaartmakers tekenden in 1200 een grote, koude plek op hun kaarten. Later bleek dat dit Antarctica was.
Wetenschappers uit twaalf landen bouwden in 1957 meer dan vijftig kampen. Ze onderzochten het ijs, het klimaat en de dieren.
Een Griekse geleerde, Aristoteles, schreef in 350 v.C. over een koud land in het verre zuiden. Hij dacht dat het daar heel anders moest zijn dan in het warme noorden.
In de moderne kampen van 2024 onderzoeken wetenschappers hoe dieren zich aanpassen aan een veranderend klimaat.
In de tijd van de oude Egyptenaren, rond 1500 v.C., was er nog niets bekend over koude plekken zoals Antarctica.
1.4 Jarenlang vluchten
Wist je dat wij Belgen ooit moesten vluchten naar Nederland?
1 Bekijk de video. Beantwoord daarna de vragen.
Waarom vluchtten zoveel mensen in 1914 van België naar Nederland?
Wat deden de Nederlanders om de Belgische vluchtelingen te helpen?
Welke problemen waren er in de vluchtelingenkampen?
In welke historische tijdsperiode gebeurde WOI? Omcirkel op de tijdslijn.
Helaas moeten er vandaag de dag nog steeds veel mensen vluchten door oorlogen. Ze verlaten hun huis omdat het er niet meer veilig is. Vaak nemen ze alleen de belangrijkste spullen mee en reizen ze naar een ander land op zoek naar bescherming. Sommige mensen wonen tijdelijk in vluchtelingenkampen, terwijl anderen proberen een nieuw leven op te bouwen. Het is moeilijk om alles achter te laten, maar veiligheid is het allerbelangrijkste.
2 Bekijk ook de volgende video. Hierin zie je hoe kinderen uit hun land gevlucht zijn. Gebruik wat je geleerd hebt in de video’s om de vragen te beantwoorden.
Welke gelijkenis zie je tussen de vluchtelingenkampen uit WOI en die van nu elders in de wereld?
Wat vind jij het grootste verschil?
Hoe denk je dat het voelt om in zo’n kamp te wonen?
3 Helaas werd er doorheen de geschiedenis al heel veel gevlucht. Lees de zinnen en reken de eeuwen om naar de bijbehorende jaartallen. Gebruik de hulpkaart.
In de 5e eeuw v.C. vluchtten veel mensen uit verschillende Griekse steden door aanvallen van vijandige stammen.
Deze eeuw begint bij het jaar en eindigt bij het jaar
In de 16e eeuw na Christus vluchtten mensen in Europa omdat ze bang waren vervolgd te worden om hun geloof.
Deze eeuw begint bij het jaar en eindigt bij het jaar
In de 4e eeuw na Christus vluchtten mensen uit het Romeinse Rijk omdat Germaanse stammen hun dorpen binnenvielen.
Deze eeuw begint bij het jaar en eindigt bij het jaar
In 247 v.C. vluchtten mensen uit steden in Mesopotamië (nu Irak) door oorlogen tussen verschillende koninkrijken.
Deze eeuw begint bij het jaar en eindigt bij het jaar
In 2022 vluchtten miljoenen mensen uit Oekraïne na de Russische inval.
Deze eeuw begint bij het jaar en eindigt bij het jaar
4 Het verhaal van de vijf vrienden gaat verder. Bekijk de afbeelding en lees de tekst. Beantwoord daarna de vragen.
De vrienden staan voor de grot, hun zaklampen verlichten de ruwe wanden. Aan de ingang zien ze diepe gravures. Maar wat betekent het?
De groep kijkt elkaar aan, spanning in hun ogen.
Ze zijn vastberaden…. Zonder aarzelen stappen ze de donkere grot in.
Welke cijfers zijn dit op de afbeelding?
Wat betekent dit getal in onze cijfers?
Uit welke eeuw komt dit jaartal?
Van welk jaar tot welk jaar duurde deze eeuw?
Wat een ramp!
2.1 Weggespoeld
Als ze de grot ingaan, merken de vrienden iets vreemds. Het is er vochtig en de grond voelt zacht en glibberig aan. Met de zaklampen schijnen ze in het rond. Ze merken dat er een waterlijn op de wanden van de grot staat en dat ze met hun voeten in de modder staan. Door de vele regen van de voorbije dagen is de rivier buiten de oevers getreden en heeft de grot onder water gestaan. De schat is nergens meer te vinden.
Het fenomeen waarbij grote delen van het land plots onder water komen te staan,
noemen we een .
Dit kan veroorzaakt worden door verschillende gebeurtenissen.
1 Lees de zinnen en vul aan met een woord uit het woordkader. Verbind daarna de zinnen met de bijbehorende afbeelding.
Als er heel veel regen valt, noemen we dat regenval.
Er is een breuk in de ,
waardoor die het water van de rivier niet meer kan tegenhouden.
Een is een krachtige tropische storm met heel harde wind en veel regen.
Door de worden de rivieren overbelast.
Een aardbeving onder de zee noemen we een
Overstromingen zijn lang niet de enige rampen die voorkomen op onze planeet.
BRON: JEUGD RODE KRUIS
2 Bekijk de afbeeldingen en lees de krantenknipsels. Noteer het cijfer van het krantenknipsel bij de letter van de bijbehorende afbeelding onderaan in de tabel.
DE AARDE GESCHOKT
In februari 2023 trilde de aarde in Turkije en Syrië. De schokken waren zo krachtig dat volledige dorpen en steden werden vernield. In dit gebied komen vaak aardbevingen voor.
IJSLAND KRIJGT OPNIEUW
LAVA OVER ZICH HEEN
In 2023 en 2024 waren er meerdere vulkaanuitbarstingen in IJsland. In dit land zijn er bijna iedere dag (lichte) aardbevingen als gevolg van de vulkanische activiteit onder de grond.
VLOEDGOLF TREFT JAPAN
In 2011 vond er op de bodem van de Stille Oceaan een aardbeving plaats.
Als gevolg daarvan ontstond er een vloedgolf die de kust van Japan bereikte. De kerncentrale van Fukushima werd verwoest.
REUSACHTIGE SCHEUR IN IJSLAND
In Thingvellir (IJsland) kan je zien hoe twee aardplaten uit elkaar bewegen en een gigantische scheur veroorzaken in het landschap. Dit gebeurt aan een snelheid van 1 cm per jaar.
A B C D
3 Té veel, té weinig, … Dat is nooit goed. Lees de problemen en wat de gevolgen kunnen zijn. Noteer de letters telkens bij het juiste Romeinse cijfer. Let op: vaak zijn er twee mogelijkheden en past een gevolg bij verschillende problemen.
problemen gevolgen
I te veel water
II te weinig water
III te veel wind
IV extreme warmte
A dorpen en steden staan onder water
B mens en dier hebben geen drinken
C schade aan huizen, wegen en de natuur
D landbouwgrond droogt uit
E landbouwgrond spoelt weg
F de uitgedroogde natuur gaat in vlammen op (bosbranden)
4 De problemen die je hierboven las, kunnen we ook nog anders verwoorden. Verbind wat bij elkaar hoort. Let op: Sommige woorden kan je twee keer verbinden.
te veel water droogte
te weinig water hitte
te veel wind overstromingen
extreme warmte stormen en orkanen
de begrippen waternood en watersnood elk een andere betekenis hebben?
Waternood wil zeggen dat er te weinig water is. Watersnood betekent dan eigenlijk net het omgekeerde, dat er te veel water is.
I II III IV
Wist je dat …
2.2 Wat is dit nu weer?
Natuurrampen zoals overstromingen kunnen het gevolg zijn van extreme gebeurtenissen die met het weer te maken hebben. Hieronder zie je een weersvoorspelling. Voorspellingen worden vaak weergegeven op een eenvoudige kaart. Dat komt doordat het weer soms erg verschillend kan zijn binnen België. Dit kan je goed zien op de weerkaart hieronder.
1 Bekijk de weerkaart. Schrijf de weersvoorspelling uit op een kladblad. Presenteer daarna het weerbericht aan je buur.
2 Bekijk de weerkaart opnieuw. Vul de tabel aan met het juiste weerselement uit het woordkader. Is het weerselement meetbaar? Kruis aan. zon en bewolking - windkracht - temperatuur - windrichting - neerslag
2.3 Weer of klimaat, klimaat of weer?
Je leerde al dat het weer verschillende elementen heeft. Twee daarvan zijn erg belangrijk om meer te weten te komen over het klimaat: temperatuur en neerslag.
Om het klimaat voor te stellen, wordt een klimatogram gebruikt. Dit is een grafiek waarop je de gemiddelde temperatuur en gemiddelde neerslag per maand kan aflezen. Deze gemiddelden werden bepaald over een periode van minstens 30 jaar.
klimatogram
1 Bekijk het klimatogram van Ukkel en beantwoord de vragen. Gebruik de hulpkaart.
Welk weerselement wordt voorgesteld met een rode lijn?
Welk weerselement wordt voorgesteld met de blauwe balkjes?
Hoeveel bedraagt de gemiddelde jaartemperatuur?
Hoeveel bedraagt de totale jaarneerslag?
Welke maand is de warmste maand van het jaar?
Welke maand is de koudste maand van het jaar?
In welke maanden valt de meeste neerslag?
In welke maand valt de minste neerslag?
2 Zoek volgende informatie in het klimatogram van Ukkel.
Markeer de coördinaten van Ukkel in het blauw.
Markeer de hoogteligging van Ukkel in het geel
Markeer de periode waarin de metingen werden gedaan in het groen.
WEER EN KLIMAAT
Weer en klimaat zijn niet hetzelfde.
Het weer verandert van dag tot dag en kan verschillen van plaats tot plaats. Voorbeeld: Het regent vandaag en er staat een harde wind.
Het klimaat is het gemiddelde weer over een lange periode van minstens 30 jaar. Voorbeeld: België heeft een gematigd klimaat met zachte winters en milde zomers. 1 2 3 4
3 Lees de krantenkoppen. Gaan ze over weer of klimaat? Kruis aan.
Noodtoestand in Braziliaans natuurgebied
Pantanal: bijna 10 keer zoveel bosbranden, droogte verwacht
(VRT NWS 7/06/2024)
weer klimaat
Veel Mexicanen vluchten omdat hun oogsten vaker mislukken door toenemende droogte
weer klimaat
Venezuela verliest als eerste land ter wereld alle “eeuwige sneeuw”: laatste gletsjer is weggesmolten
(VRT NWS 8/05/2024)
weer klimaat
Harde wind en hevige regen op komst: noodnummer 1722 geactiveerd
weer klimaat
4 Het klimaat is dus niet overal gelijk. Bekijk de kaart met de verschillende klimaatzones in de wereld. Voer de opdrachten uit.
= koud klimaat = gematigd klimaat = warm klimaat
Duid de evenaar aan op de kaart in het rood. Duid de keerkringen aan op de kaart in het groen. Duid de poolcirkels aan op de kaart in het blauw.
Beschrijf de ligging van het ‘warm klimaat’.
Beschrijf de ligging van het ‘koud klimaat’.
De temperatuur bepaalt deze drie grote klimaatzones. Lees de zinnen en vul aan. hoog – lager – laagst – poolcirkels – koud – gematigd – warm
Dicht bij de evenaar is er een klimaat en is de temperatuur . Hoe verder weg van de evenaar, hoe de temperatuur. Tussen de keerkringen en de is er een gematigd klimaat. Boven de noordpoolcirkel en onder de zuidpoolcirkel is de temperatuur het .
Daar heeft men een klimaat.
België heeft een klimaat.
Rampen-tv
Jullie zijn de nieuwe journalisten van ‘Ramp TV’ en jullie gaan een ramp presenteren als nieuwsbericht. Onderzoek per twee een ramp en presenteer daarna het nieuws. Volg de stappen.
Stap 1: Kies een ramp
Ga in het nieuws op zoek naar een natuurramp die onlangs plaatsvond. Enkele mogelijkheden: overstroming, bosbrand, vulkaanuitbarsting, lawine, tsunami, tornado, orkaan, zonnestorm …
Heb je zelf nog een idee? Leg het eerst voor aan je leerkracht.
Stap 2: Bereid jullie nieuwsbericht voor
Vul het formulier op de volgende pagina in. Gebruik het internet. Geef grondige en volledige antwoorden. Je zal al deze informatie nodig hebben in de volgende stappen.
Stap 3: Verdeel de rollen
Jullie worden de nieuwslezers van de ramp. Een van jullie zal het nieuws ‘in de studio’ presenteren en de andere zal de ‘reporter ter plaatse’ zijn.
Tip: gebruik de fiche met de informatie die jullie eerder verzamelden.
Stap 4: Presenteer het nieuws aan je klas
De nieuwslezer in de studio vertelt wat er gebeurd is en hoe het gebeurd is. De reporter ter plaatse zal het dan hebben over de gevolgen voor mens en natuur.
Rampenfiche
Wij kozen de volgende ramp:
Die vond plaats in… land:
hoofdstad:
aantal inwoners:
vlag van het land:
Dit is wat er gebeurde:
Wij kozen deze ramp, omdat:
Datum van de ramp (het kunnen meerdere data zijn):
Beschrijf kort wat er gebeurde.
(Tip: kan je een antwoord geven op alle vragen in de wolk?)
Wat is er gebeurd?
Hoe is het gebeurd?
Wat waren de gevolgen voor de mens en de natuur?
Zoek enkele goede afbeeldingen van de gevolgen van deze ramp. Print ze uit en plak ze hier in de juiste kolom. Gebruik de afbeeldingen in jullie nieuwsbericht.
gevolgen voor de mens gevolgen voor de natuur
2.4 Het klimaat verandert
Al vele jaren weten mensen dat het klimaat op de wereld aan het veranderen is. De gemiddelde temperatuur stijgt ieder jaar een beetje. Dat heeft gevolgen voor het weer, de landbouw en ons voedsel, de mens, het water op aarde …
Om goed te kunnen zien hoe het klimaat doorheen de tijd is veranderd, kan je kijken naar de ‘streepjescode’. Elk streepje stelt een jaar voor, het begint helemaal links in 1850 en eindigt rechts in 2023. De kleur van het streepje stelt de gemiddelde temperatuur voor van dat jaar, blauw voor koude jaren en rood voor warme jaren.
Hoe donkerder blauw, hou kouder de gemiddelde temperatuur dat jaar was.
Hoe donkerder rood, hoe warmer het was.
Dit is de code voor België (Brussel):
1850 1860 1890 1920 1950 1980 2010 2023
1 Bekijk de code hierboven nog eens goed. Wat stel je vast? Markeer het juiste antwoord in de zinnen.
De meeste rode streepjes zie je na 1980 / voor 1980.
De meeste donkerblauwe streepjes zie je na 1980 / voor 1980
De afgelopen 20 jaar zijn er meer rode / blauwe streepjes.
De rode streepjes van de afgelopen 30 jaar werden steeds lichter / donkerder
De gemiddelde temperatuur in België is nu dus hoger / lager dan 170 jaar geleden.
Wat kan je hieruit besluiten in verband met het klimaat? De laatste jaren is het klimaat warmer / kouder geworden.
Door de klimaatverandering zijn er steeds meer natuurrampen en worden ze ook heviger. Blader terug naar het midden van deze module en bekijk ‘rampen-tv’.
2 Klimaatverandering in beeld. Noteer het cijfer van de plaats op de wereldkaart bij de passende beschrijving.
beschrijving A
De skigebieden in de Alpen kennen meer en meer problemen. De sneeuw valt pas laat in de winter, er valt minder sneeuw en de sneeuw smelt ook sneller.
beschrijving B
De extreme droogte treft de landbouw. Droge grond is veel moeilijker te bewerken en er groeit steeds minder. Vaak mogen de boeren ook geen water oppompen uit de rivieren om de gewassen te besproeien. In het zuiden van Spanje, bv. in Almería, wordt de grond onbruikbaar. Het landschap verandert er langzaam in een woestijn.
beschrijving C
Bosbranden als gevolg van extreme droogte komen steeds vaker voor in Zuid-Europa. Op Rhodos bijvoorbeeld waren er in 2023 grote bosbranden. In landen met een groot risico op bosbranden worden natuurgebieden in de zomer vaak gesloten.
beschrijving D
Extreme overstromingen zoals in Pepinster in de zomer van 2021 komen vaker voor. Door grote temperatuurverschillen in de lucht en het verschil met warme temperaturen op land of op zee, ontstaan er hevige regenbuien. De rivieren kunnen die hoeveelheid water niet altijd aan.
beschrijving E
Niet alleen de temperatuur op het land stijgt, ook het zeewater wordt warmer. Sommige soorten, zoals kabeljauw en grijze garnalen, kunnen niet overleven in dit warmere water en trekken daarom verder naar het noorden. Andere soorten die net wel in warmer water leven, zoals sardienen, komen nu wel in de Noordzee voor.
beschrijving F
In Groenland ligt de Groenlandse ijskap, de tweede grootste ijskap ter wereld. Deze smelt aan een razendsnel tempo, waardoor de zeespiegel verder stijgt. Het witte ijs zorgt er ook voor dat de straling uit de ruimte teruggekaatst wordt. Hoe minder ijs er op aarde is, hoe minder deze straling teruggekaatst wordt en hoe meer de aarde dus opwarmt.
Als gevolg van de klimaatverandering zijn er dus steeds meer natuurrampen en wordt het op sommige plaatsen ook onmogelijk om er te blijven wonen. Op dat moment vertrekken mensen om ergens anders te gaan wonen.
De meeste mensen die vluchten, blijven in hun eigen land. Op die manier blijven ze vaak in gebieden met overstromingen, stormen, droogte, bosbranden ... waardoor ze soms opnieuw moeten vluchten.
In de afgelopen tien jaar moesten dubbel zoveel mensen vluchten voor weersomstandigheden als er moesten vluchten voor oorlog.
Wist je dat …
de UNHCR de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties is? Zij berekenden hoeveel mensen er de laatste tien jaar op de vlucht gingen voor het klimaat.
Klimaatvluchtelingen zijn mensen die op de vlucht gaan voor de effecten van de klimaatverandering. Ze kunnen niet meer leven of werken als gevolg van de verandering van het klimaat.
3 Bekijk het verhaal over klimaatvluchtelingen en beantwoord de vragen.
Sinds 2008 vluchten er jaarlijks miljoen mensen voor de effecten van klimaatverandering.
Klimaatvluchtelingen vluchten vooral voor …
Kan je je laten registreren als klimaatvluchteling? Markeer: ja / nee
Waarom wel of niet?
Wat doen de inwoners van Kiribati?
Zijn er ook klimaatvluchtelingen in Europa? Markeer: ja / nee
Waarom worden arme landen harder getroffen door de gevolgen van de klimaatverandering?
Wat verwacht de VN tegen 2050?
Vind jij dat klimaatvluchtelingen officieel erkend moeten worden? Waarom wel of niet? Noteer.
Van idee naar actie
3.1 Verkopen voor winst of het goede doel?
De jongeren willen geld inzamelen om slachtoffers van een overstroming te helpen. Het geld dat ze ophalen, wordt gebruikt om mensen te steunen en hun doel te bereiken, niet om winst te maken. Dat noemen we non-profit- of social profitorganisaties. Er zijn ook organisaties waarbij winst het belangrijkste doel is, zoals supermarkten en grote bedrijven. Die noemen we profitorganisaties. Maar de jongeren kiezen ervoor om iets te doen voor anderen, zonder hier zelf aan te verdienen.
PROFIT- EN NON-PROFITORGANISATIES
Een profitorganisatie is een bedrijf dat winst maken als doel heeft. Winst bereken je door alle kosten af te trekken van alle opbrengsten. Een non-profit- of social profitorganisatie heeft niet als hoofddoel om winst te maken.
Een organisatie of een bedrijf kan goederen produceren, diensten verlenen of goederen verkopen.
In de module Amai leerde je over de verschillende ondernemingen.
1 Welke profit- en non-profitorganisaties komen er bij jullie op? Noteer er telkens twee.
2 Bekijk de logo’s. Noteer de naam van de organisatie en markeer of het een profit- of non-profitorganisatie is.
3 Zoek alle organisaties in de woordzoeker. Kleur de profitorganisaties blauw en de non-profitorganisaties geel. Volg het voorbeeld.
autodealer bank bibliotheek bioscoop daklozenopvang elektronicazaak jeugdbeweging kapper kinderzorg kledingwinkel restaurant school supermarkt vluchtelingenwerk voedselbank ziekenfonds
4 Lees het artikel en beantwoord de vragen op de volgende pagina.
An Swartenbroekx wil 10.000 euro inzamelen voor slachtoffers
van noodweer in Spanje (met steun van ‘F.C. De Kampioenen’-collega’s).
Het noodweer in Spanje heeft deze week verwoestende schade aangericht, iets wat An Swartenbroekx met eigen ogen heeft gezien. Hoewel de schade bij haar beperkt bleef, raakt het haar diep. Daarom heeft ze een inzamelactie opgezet om de slachtoffers te ondersteunen.
Tot nu toe heeft ze al meer dan 9.000 euro ingezameld, met bijdragen van bekende Vlamingen en haar collega’s van ‘F.C. De Kampioenen’.
“Het doel van deze inzameling is om de mensen in de getroffen regio Valencia op korte termijn van voedsel en levensnoodzakelijke producten te voorzien, zodat ze deze zware crisisperiode kunnen overbruggen”, legt An uit op haar sociale media. Het is duidelijk dat zij niet de enige is die zich betrokken voelt; onder andere haar ‘F.C. De Kampioenen’-collega’s Herman Verbruggen en Tuur De Weert hebben al geld gestort voor de slachtoffers van storm DANA.
Waarvan is deze actie een voorbeeld? Markeer: profit - non-profit
Hoe helpt deze actie de mensen die door het noodweer in Spanje zijn getroffen?
Stel dat jij geld zou inzamelen voor mensen na een natuurramp. Welke actie zou jij dan organiseren om te helpen? Waarom?
Denk je dat bekende mensen, zoals An Swartenbroekx, meer geld kunnen inzamelen? Waarom denk je dat?
Via de QR-code kan je deze steunactie opvolgen. Hoeveel geld werd er tot nu toe ingezameld? Hebben ze hun doel bereikt?
Wat zijn de kenmerken van een non-profitorganisatie? Markeer.
aandeelhouders krijgen een deeltje van de winst
draagt bij aan het welzijn van de samenleving
krijgt geld door acties te voeren winstgroei is belangrijk
CROWDFUNDING
Met crowdfunding zamelen mensen samen geld in om te helpen. Een persoon of organisatie zet een campagne op en doet een oproep om te doneren. Zo kunnen veel kleine bijdragen samen een groot verschil maken, bijvoorbeeld na een ramp.
Ngo’s, of niet-gouvernementele organisaties, zijn non-profitorganisaties die zich inzetten voor maatschappelijke doelen zoals armoedebestrijding, na een natuurramp of milieubescherming. Ze werken onafhankelijk van de overheid en beslissen zelf hoe ze mensen of de natuur willen helpen. Hun geld komt vaak van mensen en bedrijven die geld doneren.
Crowdfunding richt zich meestal op eenmalige acties, terwijl ngo’s vaak op lange termijn werken. Samen maken ze hulp voor veel mensen mogelijk.
5 Hieronder vinden jullie enkele ngo’s uit België. Vul de tabel aan. Maak gebruik van internet.
logo naam ngo wat doen ze? waar werken ze?
6 Verbind de situaties met de juiste ngo.
Rode Kruis
Unicef
Artsen
Zonder Grenzen
11.11.11
Er is een aardbeving geweest in Turkije, en veel mensen hebben dringend medische hulp nodig.
Een kind in een arm land heeft geen toegang tot school en krijgt niet genoeg te eten.
In België zijn er vrijwilligers nodig om mensen te helpen na een grote overstroming.
Er is een campagne nodig om aandacht te vragen voor armoede in ontwikkelingslanden.
3.2 Meer reclame = meer winst?
WINST
Bij een non-profitorganisatie is winst niet belangrijk, bij een profitorganisatie daarentegen wel. Maar wat is winst eigenlijk?
Winst is het geld dat overblijft nadat alle kosten zijn betaald.
Stel je voor dat je limonade verkoopt:
--> Je vraagt € 1 voor een glas limonade.
--> De kosten voor een glas limonade zijn € 0,50.
--> Je houdt € 0,50 over. Je hebt dus € 0,50 winst.
Profitorganisaties, zoals supermarkten, proberen zoveel mogelijk winst te maken. Dat doen ze op verschillende manieren.
1 Lees de zinnen. Markeer waarmee deze bedrijven winst proberen te maken. Onderstreep welke manieren ze hiervoor gebruiken.
H&M doet een grote uitverkoop van kledij om meer klanten aan te trekken.
Albert Heijn verkoopt chocolade met Valentijn tegen een speciale, iets hogere prijs.
Pizza Hut biedt een groot menu aan met korting, zodat mensen meer kopen.
Een parfumerie biedt gratis staaltjes parfum aan bij een aankoop om klanten te laten terugkomen.
Een schoenenwinkel geeft 20% korting op alle winterlaarzen aan het einde van de winter.
Bedrijven maken niet alleen reclame om geld te verdienen. Ze willen je ook nieuwe producten laten ontdekken en je meer uitleg geven over wat ze verkopen. Zo kom je te weten waarom hun producten handig of leuk zijn.
2 Welk hoofddoel hebben deze reclames? Noteer de juiste letter bij hun reclamefolder.
reclame die vooral wil aanzetten tot kopen
reclame die een nieuw product bekend wil maken
reclame die informatie wil geven
3.3 Reclame die je niet kan missen!
Ondernemingen gebruiken vaak verschillende reclametechnieken. Denk aan kortingen, speciale acties, slogans of opvallende advertenties. Je ziet reclame overal: online, op tv en in de winkels zelf. Maar zonder dat we het beseffen hebben we ook soms te maken met verborgen reclame, die ons koopgedrag beïnvloedt.
In de module Goesting leerde je de drie factoren die ons koopgedrag beïnvloeden.
1 Ondernemingen gebruiken vaak slogans om hun merk herkenbaar te maken. Een goede slogan blijft in je hoofd hangen en maakt het product of bedrijf extra aantrekkelijk. Hieronder zie je enkele bekende reclameslogans. Kan jij raden bij welk bedrijf of merk ze horen? Noteer de naam bij de slogan.
2 Lees onderstaande vragen. Bespreek in de klas.
Wat maakt een slogan goed of slecht, denk je?
Welke slogans ken je en waarom onthoud je ze?
Heeft een slogan je ooit overtuigd om iets te kopen? Wat was dat?
Denk je dat slogans eerlijk zijn? Waarom wel of niet?
3 Bedenk een korte, wervende slogan die past bij een van deze Belgische bedrijven: Colruyt, Lotus of Studio 100. Markeer het bedrijf van je keuze. Noteer de slogan in het onderstaande kader.
4 Bekijk de afbeelding en beantwoord de vragen. Bespreek daarna de antwoorden samen met de klas.
Wie herken je in deze reclame? Noteer.
Waarom denk je dat het bedrijf een bekend persoon gebruikt in deze reclame? Noteer.
Voor welk product maakt deze persoon reclame? Noteer.
Wat is de slogan van deze reclame? Markeer in de afbeelding.
Ken je zelf nog reclames waarin bekende mensen meedoen? Bespreek.
Sommige reclametechnieken, zoals slogans, kortingen en het gebruik van bekende personen, trekken meteen je aandacht. Andere werken op een meer onopvallende manier. Hoe ze precies werken, ontdek je snel.
3.4 Reclame die zich verstopt!
1 Bekijk de afbeelding en beantwoord de vragen. Bespreek daarna met de klas.
Waarvan is dit een afbeelding? Kruis aan. een tv-serie een game een krantenartikel
Waarom denk je dat bedrijven ervoor kiezen om reclame in games te maken, in plaats van bijvoorbeeld tijdens het reclameblok op tv? Noteer.
Ken je nog andere spellen waarin je reclame of echte merken hebt gezien? Bespreek met de klas.
PRODUCT PLACEMENT
Je zag het zeker al eens, producten van bekende merken die gebruikt worden in televisieprogramma’s. We noemen dit product placement of sluikreclame.
Bij deze techniek worden de producten of merken niet opvallend gepromoot, maar eerder op de achtergrond in beeld gebracht. Zo kunnen bedrijven hun producten veel minder opdringerig onder de aandacht brengen. Denk maar aan de chocolade in ‘Thuis’ of de limonade in ‘The Masked Singer’.
Deze vorm van reclame is toegestaan op voorwaarde dat aan het begin van het programma rechts bovenaan op het scherm het icoon ‘PP’ wordt getoond.
2 Bekijk de video en beantwoord de vragen. Noteer.
Wat betekent het woord ‘gesponsord’ en waarom is het belangrijk om dit te herkennen?
Hoe kunnen bedrijven weten wat jij leuk vindt en daar reclame op aanpassen?
Waarom lijkt reclame op sociale media soms op gewone berichten of video’s?
Hoe kan je ontdekken of een influencer reclame maakt voor een product?
3.5 Sensibiliseringscampagnes
Sommige organisaties, zoals het Rode Kruis of WWF, maken geen reclame om geld te verdienen, maar om mensen bewust te maken van belangrijke problemen. Dit noemen we sensibiliseringscampagnes. Ze willen mensen laten nadenken en actie ondernemen om de wereld te verbeteren.
Hoe werken ze?
Ze geven informatie, bv. over het beschermen van dieren of het helpen van mensen na een ramp.
Ze willen gedrag veranderen, bv. veiliger rijden of gezonder leven.
Ze vragen om hulp, bv. door te vragen om te doneren, vrijwilligerswerk te doen of minder plastic te gebruiken.
Scan de QR-code om een voorbeeld te bekijken.
1 Bekijk de sensibiliseringscampagnes en beantwoord de vragen. Noteer.
Over welke non-profitorganisatie gaat het?
Over welke non-profitorganisatie gaat het?
Welke informatie geven ze?
Welke informatie geven ze?
Welk gedrag willen ze veranderen?
Welk gedrag willen ze veranderen?
Hoe kan je hen helpen?
Hoe kan je hen helpen?
De vijf vrienden organiseerden een actie. En met succes!
Ze haalden veel geld op waarmee de non-profitorganisaties hulpmiddelen kunnen kopen voor mensen in nood. De jongeren waren zo onder de indruk dat ze zullen nadenken over hoe ze in de toekomst verder hun steentje kunnen bijdragen en kunnen zorgen voor een beter klimaat.
Doen jullie dit ook?
Denkwijzer
We herbekijken nu even de stelling van ‘Denkwijs’.
‘‘Iedereen zou slachtoffers van natuurrampen of oorlogen moeten helpen.’’
Toen was ik het met de stelling.
Nu ben ik het met de stelling.
Staaf je antwoord met twee nieuwe argumenten.
Je legt uit waarom je iets vindt: want … omdat … aangezien … = argumenteren oneens eens oneens eens
Argumenteren, hoe doe je dat?
Soms kom je in situaties terecht waarin je de ander wilt of moet overtuigen van jouw standpunt. Dat doe je door goede argumenten te geven. 1
Je neemt een standpunt in:
Ik vind dat …
Ik denk dat … Volgens mij … 2
argument 1: argument 2:
Jullie gaan samen een actie opzetten om geld in te zamelen voor een goed doel. Je kiest een organisatie, maakt een campagne, en voert die uit op school. Zo leren jullie hoe je anderen kan helpen en samenwerken om iets moois te bereiken!
1 Een goede voorbereiding is het halve werk
Stap 1: Keuze van een non-profitorganisatie
Bespreek met de klas welke maatschappelijke problemen jullie belangrijk vinden.
Kies een organisatie die hierbij past (bv. Rode Kruis, WWF, Unicef…)
Vul in:
Naam organisatie:
De activiteit van de organisatie is:
We kiezen voor deze organisatie, omdat
Stap 2: Maak een plan
Kies hoe jullie geld willen inzamelen (bv. wafels verkopen, een sponsorloop, een quiz). Bedenk een slogan en een korte uitleg over jullie actie.
Vul in:
Onze actie is:
Dit is onze slogan:
Dit hebben we nodig:
Stap 3: Maak een campagne
Maak een affiche of een flyer om jullie actie bekend te maken.
Zorg dat je slogan duidelijk op de affiche of de flyer staat. Gebruik kleuren, grote letters, en een afbeelding die past bij jullie goede doel.
Stap 4: Maak een takenlijst
Wie doet wat?
Wanneer doen we het?
Voer je de actie uit op school of op een andere plek?
2
Tijd voor actie
Tel het geld dat jullie hebben ingezameld.
Wij hebben € ingezameld voor !
Dit geld zal helpen om .
Vertel het resultaat aan de hele klas of school.
3 We kaarten na
Bespreek met de klas hoe de actie verliep en wat jullie van het resultaat vinden.
Wat ging er goed?
Wat kon er beter?
TEAMWORK MAKES THE DREAM WORK
Ik kan
periodes situeren op een tijdslijn. Romeinse cijfers lezen en schrijven. jaartallen omzetten naar eeuwen en omgekeerd. de verschillende natuurrampen en hun gevolgen benoemen. een weerkaart lezen en de verschillende weerselementen benoemen. informatie van een klimatogram aflezen. de begrippen klimaat en weer van elkaar onderscheiden. het verschil tussen profit- en non-profitorganisaties duiden. verschillende soorten reclame herkennen en zelf een slogan bedenken. het begrip product placement uitleggen. sensibiliseringscampagnes analyseren. een campagne opzetten om geld in te zamelen voor een goed doel.
Woordenlijst
campagne: actie om aandacht te vragen doneren: geld schenken aan een goed doel maatschappelijke problemen: problemen die een groot deel van de samenleving treffen, bv. armoede, ongelijkheid, klimaatverandering marketingtechnieken: manieren die bedrijven gebruiken om klanten iets te laten kopen
promoten: reclame maken voor iets sensibiliseren: mensen bewust maken
Colofon
Auteurs Faith Casier, Tina Lava en Stephan Fiers
Design & Lay-out die Keure
Eerste editie
ISBN 978 90 4864 904 4 - KB D/2025/0147/004
Bestelnummer 908500102 (module 1 van 5) - NUR 127 - Thema YPW 4CL
Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No parts of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. De uitgever heeft naar best vermogen getracht de publicatierechten volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die niettemin menen nog aanspraken te kunnen doen gelden, kunnen dat aan de uitgever kenbaar maken.
Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®-gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen.