1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Thema 2
Goedemorgen Leerinhoud
Woordenschat (28 woorden) wie
doen
wat
waar
hoe(veel)
de juf het kind de mama de oma de jongen het meisje
pakken staan zitten zwaaien kijken naar
de banaan de koek de boterham de jas de drinkfles de appel het raam de schoen
in de doos in de boekentas in de klas in de brooddoos op de mat op de bank op de grond
open toe
doen
wat
waar
hoe(veel)
zingen luisteren naar
de naam de rug de knoop de rits de kous
binnen buiten
blij verdrietig licht donker aan uit
Woordenschat (15 woorden) wie
20
16