
WOORDENLIJST
STUDIEWIJZER
ISAAC-actie
Maak je eigen opberger
WOORDENLIJST
STUDIEWIJZER
ISAAC-actie
Maak je eigen opberger
Heel lang geleden, toen de mens nog een jager-verzamelaar was, streefde men in de eerste plaats naar overleven. Dat was toen het belangrijkste. Door honderdduizenden jaren in groepsverband samen te leven, begonnen onze hersenen zich steeds meer te ontwikkelen.
Ongeveer 10 000 jaar geleden werd de mens steeds vaker sedentair. Dat wil zeggen dat men ervoor koos om op een vaste plek te wonen. Dat kon dankzij de landbouw. Nederzettingen en beschavingen ontstonden. Overleven was (en is) nog steeds cruciaal, maar daarnaast werd zinvol leven ook een doel op zich. Vooral de laatste decennia zoeken mensen meer dan ooit naar een leven met betekenis.
Wat heb jij nodig om een zinvol leven te leiden? Wat maakt jou echt gelukkig?
Maak een woordspin van de dingen die voor jou ‘de sleutel tot geluk’ zijn.
Vergelijk je antwoorden met die van je klasgenoten. Hebben jullie gemeenschappelijke behoeftes?
Een van de dingen die mensen gelukkig kunnen maken, is het hebben van een veilige stek, een thuis waar men zich kan terugtrekken, opladen, ontspannen, zich met familie en vrienden kan omringen ...
De inrichting van een huis weerspiegelt vaak wat mensen graag doen of waar ze behoefte aan hebben.
Hoe wil jij later graag wonen? Schets hieronder een plattegrond van de benedenverdieping van jouw droomwoning. Vergelijk jouw ontwerp met dat van anderen.
Stel je voor dat je om een bepaalde reden (een lockdown, terreuraanslag, kernramp …) plots voor een onbepaalde tijd met alle leerlingen en personeel op school moet gaan wonen. De beschikbare ruimte wordt evenredig verdeeld en iedereen krijgt 30 m². Op die oppervlakte moet je in al je basisbehoeftes kunnen voorzien: koken, eten, slapen, wassen, je ontspannen …
Ga naar de speelplaats en baken 30 m² af als een rechthoek van 5 op 6 meter.
Richt nu jouw 30 m² in zodat die aan je basisbehoeftes voldoet. Lukt dit? Heb je aan alles gedacht?
In de vorige oefening beschikte je over 30 m² in je school, maar zou dat in werkelijkheid ook zo zijn?
1 Bereken met Google Earth de beschikbare grondoppervlakte van jouw school. Hoeveel bedraagt die?
2 Hoeveel leerlingen en personeel telt de school?
3 Bereken nu de beschikbare oppervlakte per persoon. Dat doe je door het aantal personen (leerlingen en personeel) te delen door de grondoppervlakte van de school. Noteer je berekening en het resultaat. Wat stel je vast?
Bekijk het filmpje van de woonst van Thomas en beantwoord de volgende vragen.
a Hoe noemt men het soort huis waar Thomas in woont?
b Waarom geeft men die naam aan dit soort woningen?
c Op welke oppervlakte woont Thomas met zijn gezin?
d Wat is zo bijzonder aan de inrichting van het huis?
Ondanks het feit dat gezinnen de laatste 50 jaar steeds kleiner werden (één gezin onder één dak, minder kinderen, echtscheidingen …) zijn de huizen steeds groter geworden. Meer en meer is de mens ook gehecht geraakt aan materiële rijkdom, zoals een chique auto, dure kledij, technologische snufjes … Ouders kopen ook graag veel en duur speelgoed voor hun kinderen.
Toch zijn er langzaamaan meer mensen die beseffen dat al die spullen en die ruimte hen eigenlijk niet gelukkiger maken. De ‘Tiny House Movement’ biedt een mogelijkheid om met minder gelukkig te zijn. De Tiny House Movement is rond 2007 in Amerika ontstaan. Door de kredietcrisis en natuurrampen zoals orkaan Katrina, stond de huizenmarkt toen op instorten. Mensen raakten hun huizen kwijt en de behoefte aan betaalbare en flexibele woonvormen groeide. Ondertussen zijn de kleine huisjes enorm populair in Amerika en heeft de trend zich verder verspreid. Rond 2015 raakte het tiny house concept ook in België en Nederland stilaan ingeburgerd. Deze manier van wonen groeide bovendien uit tot een echte levensstijl, met de nadruk op eenvoud en ecologie.
Er zijn ook andere vormen van kleiner wonen dan de bewuste keuze voor een heel klein huisje. En je kunt ook niet je huis, maar bijvoorbeeld een tuin delen.
Cohousing
Kangoeroewoning
Waarom gaan mensen kleiner wonen? Daar zijn verschillende redenen voor:
1 Bevolkingsgroei
De wereldbevolking blijft maar groeien, wat leidt tot een grotere vraag naar woningen. Deze stijgende vraag resulteert in hogere prijzen voor een huis en minder beschikbare bouwruimte. Kleinere woningen worden dus een noodzaak.
2 Verstedelijking
Steeds meer mensen trekken naar de stad voor werk en betere voorzieningen. Stedelijke gebieden hebben beperkte ruimte, wat leidt tot de ontwikkeling van kleinere woningen zoals appartementen, cohouse-initiatieven en tiny houses.
3 Financiële redenen
Kleinere woningen zijn vaak goedkoper in aanschaf en onderhoud. Dit maakt ze aantrekkelijk voor mensen met een beperkt budget of voor degenen die hun financiële vrijheid willen vergroten.
4 Milieuoverwegingen
Mensen worden zich steeds meer bewust van hun ecologische voetafdruk. Kleinere woningen verbruiken minder energie en materialen, wat bijdraagt aan een duurzamere levensstijl
5 Minimalisme
De trend om met minder spullen te leven en meer focus te leggen op ervaringen in plaats van materiële bezittingen, stimuleert mensen om kleiner te gaan wonen.
6 Veranderende gezinssamenstelling
Met de vergrijzing en het feit dat kinderen vaak het huis uit gaan, hebben veel mensen minder ruimte nodig. Ouderen kiezen bv. voor kleinere, gelijkvloerse woningen met meer gemak en veiligheid.
Bedenk vijf voordelen van het wonen in een klein huis.
1.2 Kleiner wonen, minder spullen
Misschien kies jij later wel om in een knus, gezellig tiny house te gaan wonen? Alles wat je nodig hebt, is binnen handbereik. Geen overvolle kasten, geen rommelige kamers, alleen de essentie. Klinkt dat niet heerlijk?
Als je kleiner gaat wonen, betekent dat ook dat je minder spullen moet en kan hebben. Maar dat is helemaal niet erg! Sterker nog, het kan je leven een stuk eenvoudiger en gelukkiger maken.
Omschrijf elke reden om voor minder spullen te kiezen met een kernwoord of korte kernzin.
1
2
3
In een kleinere woning is er minder ruimte voor overbodige spullen. Dit dwingt je om alleen te houden wat echt belangrijk is. Je omringt jezelf met dingen die je blij maken en die je echt gebruikt.
Minder spullen betekent minder rommel en dus minder schoonmaakwerk. Je huis is sneller opgeruimd en je hebt meer tijd voor leuke dingen.
In plaats van geld uit te geven aan spullen, kun je investeren in ervaringen. Denk aan reizen, hobby’s of quality time met vrienden en familie. Herinneringen zijn vaak veel waardevoller dan materiële bezittingen.
4
5
Door minder spullen te hebben, draag je bij aan een duurzamere wereld. Je koopt minder, gooit minder weg en gebruikt minder grondstoffen. Dat is goed voor het milieu én voor je portemonnee.
Een opgeruimd huis zorgt voor een opgeruimd hoofd. Minder spullen betekent minder afleiding en meer rust. Je kunt je beter concentreren en voelt je minder gestrest.
Maar gemakkelijk is het natuurlijk niet. We verzamelen heel veel spullen en als je beslist om kleiner te gaan wonen, zal je moeten ‘ontspullen’. Ontspullen is een trend die steeds meer mensen omarmen om hun leven eenvoudiger en georganiseerder te maken. Er zijn verschillende opruimcoaches die mensen helpen om op te ruimen.
Eén van de bekendste is Marie Kondo, een Japanse opruimgoeroe die wereldwijd bekend is geworden met haar KonMari-methode. Marie Kondo’s filosofie draait om het idee dat je alleen die spullen moet bewaren die vreugde brengen, oftewel ‘spark joy’. Hier zijn enkele kernprincipes van haar methode:
1 Spark joy: maakt het item je blij? Zoniet, bedank het en doe het weg.
2 Werk per categorie: ruim niet per kamer op, maar per categorie (kleding, boeken ...).
3 Easy things first: begin met de makkelijkste categorieën en werk toe naar de moeilijkere, zoals sentimentele items.
4 Alles heeft een plek. Zo hou je je huis georganiseerd.
5 Minimalisme: minder spullen, meer rust! Zo focus je op wat echt belangrijk is.
Een andere manier om minder spullen nodig te hebben in je kleinere woning, is het aanschaffen van multifunctionele meubels. Zoals de naam reeds doet vermoeden, zijn dit meubels die meerdere functies kunnen aannemen. Denk bijvoorbeeld aan een zetel die kan openplooien tot bed, of een volledig ingebouwde kast onder de trap. Een variant hierop zijn meegroeimeubels: een kleine babywieg die kan omgevormd worden tot een peuterbedje, of een tafel voor twee personen die opengeklapt kan worden tot een tafel voor vier of meer personen.
In de ISAAC-actie ga je alvast aan de slag om zelf zo’n multifuntioneel meubel te maken. Je zal een opberger maken in hout die plaats biedt aan je telefoon, hoofdtelefoon of oortjes en heel wat kleine spullen.
Maar eerst bekijken we enkele theoretische aspecten van constructies. Want voor we aan de slag kunnen gaan, zullen er eerst enkele doordachte keuzes moeten gemaakt worden voor de opberger.
• Welke materialen ga je gebruiken?
• Hoe zorg je dat je opberger sterk, stevig, stabiel, duurzaam … is?
• Welke verbindingstechnieken ga je gebruiken?
• Hoe zorg je dat je opberger veilig en mooi afgewerkt is?
•
2.1 Stabiliteit
Om een hoge constructie stevig te maken, moet het geheel vooral stabiel zijn. Stabiel betekent standvastig of onwankelbaar. Een stabiele constructie blijft rechtop staan, een onstabiele constructie zal horizontaal uitwijken en vallen.
De basis (het onderste deel van een constructie) zal voor een groot deel bepalen of iets stabiel is of net niet. Er bestaan een aantal trucjes om die basis aan te passen zodat een (hoge) constructie niet omvalt. Hieronder zoek je het uit.
Stevige basis
Oriëntatie
Doelstelling
Manieren onderzoeken waarop aanpassingen aan de basis een eenvoudige constructie stabiel(er) maken.
Onderzoeksvraag
Formuleer een goede onderzoeksvraag met behulp van het vragenmachientje.
Hypothese
Noteer je veronderstelling.
Voorbereiding
Benodigdheden
Vijf kartonnen toiletrolletjes
Twee stevige kartonnen schijfjes van 6 cm diameter
Een stevig kartonnen schijfje van 9 cm diameter
Twee bouten met bijpassende moeren
Sterke lijm
Uitvoering
We bereiden de testkokers voor. Nummer ook elke koker.
1 Kleef een eerste rolletje rechtop op een kartonnen schijfje van 6 cm diameter.
2 Kleef een tweede rolletje rechtop op een kartonnen schijfje van 9 cm diameter.
3 Zet een derde rolletje rechtop en doorboor het onderaan met een bout. Draai er aan de andere kant de moer op.
4 Zet een vierde rolletje gewoon rechtop.
5 Kleef een vijfde rolletje rechtop op een kartonnen schijfje van 6 cm diameter. Doorboor het onderaan met een bout en draai er aan de andere kant de moer op.
We onderzoeken via enkele testen welke koker het meest stabiel is. Markeer na elke test de juiste antwoorden in het besluit.
1 Test 1 • Plaats koker 1 en 4 naast elkaar op de tafel.
• Duw met je twee wijsvingers tegelijk en even hard tegen de bovenkant van beide kokers.
• Duw net zolang tot één ervan omvalt.
4
Koker 1 / Koker 4 viel het gemakkelijkst om. Dat komt omdat de basis klein / groot is. Deze koker is stabiel / onstabiel.
2 Test 2 • Plaats koker 1 en 2 naast elkaar op de tafel.
• Duw met je twee wijsvingers tegelijk en even hard tegen de bovenkant van beide kokers.
• Duw net zolang tot één ervan omvalt.
1 2
Koker 1 / Koker 2 viel het gemakkelijkst om. Dat komt omdat de basis klein / groot is. Deze koker is stabiel / onstabiel.
3 Test 3
• Plaats koker 3 en 4 naast elkaar op de tafel.
• Duw met je twee wijsvingers tegelijk en even hard tegen de bovenkant van beide kokers.
• Duw net zolang tot één ervan omvalt.
Koker 3 / Koker 4 viel het gemakkelijkst om. Dat komt omdat de koker onderaan zwaarder / lichter is. Deze koker is stabiel / onstabiel.
4 Test 4 • Plaats koker 1 en 5 naast elkaar op de tafel.
• Duw met je twee wijsvingers tegelijk en even hard tegen de bovenkant van beide kokers.
• Duw net zolang tot één ervan omvalt.
Koker 1 / Koker 5 viel het gemakkelijkst om. Dat komt omdat de koker onderaan zwaarder / lichter is. Deze koker is stabiel / onstabiel.
5 Test 5 • Plaats nu alle kokers naast elkaar op tafel.
• Duw met je wijsvinger één voor één tegen elke koker. Duw steeds met een gelijke kracht.
• Welke van de vijf kokers is het meest stabiel? 1 2 5
De koker met het nummer 1 / 2 / 3 / 4 / 5 is het meest stabiel. Van deze koker is de basis breder / niet breder gemaakt en verzwaard / niet verzwaard.
Reflectie
Besluit
Geef een antwoord op de onderzoeksvraag.
Komt dit overeen met jouw hypothese? Kruis aan. ja nee
Een (hoge) constructie heeft stabiliteit nodig om stevig recht te blijven staan. Een onstabiele constructie zal wankelen of omvallen. Een stabiele constructie is standvastig en onwankelbaar. Een brede en/of verzwaarde basis verhoogt de stabiliteit van een constructie.
4000 jaar geleden wist men ook al hoe men een bouwwerk stabiliteit kon geven. Zo zie je hier de piramide van Cheops, die onder andere door haar brede, zware basis mooi bewaard is gebleven.
Ze werd gebouwd tussen 2551 en 2472 voor Christus, is 147 meter hoog en opgebouwd uit zo’n 2,3 miljoen stenen van elk 2,5 (!) ton.
Hoe dit gigantische bouwwerk van loodzware stenen in die tijd gebouwd kon worden, houdt wetenschappers al jaren bezig.
Als een constructie niet stabiel genoeg is, zal het omvallen. Maar als het niet sterk genoeg is, zal het breken. Een breuk in een gebouw kan catastrofale gevolgen hebben.
Hier zie je het Ronan Point flatgebouw in Londen. In 1968, een week na de opening, stortte het gebouw in door een gebrekkig ontwerp en constructiefouten. Vier mensen verloren daarbij het leven en zeventien waren gewond. Gelukkig was een groot deel van het flatgebouw toen nog onbewoond.
©DEREK VOLLER, CC BY-SA 2.0
Wat in grote mate de sterkte van een constructie mee bepaalt, is natuurlijk het materiaal.
Noteer de juiste naam van het constructiemateriaal naast de omschijving.
Kies uit: natuursteen - beton - hout - staal - baksteen.
Dit materiaal is al sinds de mens begon met constructies maken een belangrijke grondstof. Het wordt gebruikt voor verbindingen, maar ook voor dakconstructies, raamwerk … Dit koude materiaal is enorm sterk en bestaat uit ijzer en koolstof. Het kan een grote belasting aan bij een grote overspanning. Daarom wordt het vaak gebruikt bij bruggen en kranen.
Dit kunstmatige, steenachtige materiaal is een samenstelling van cement, zand, grind en water. Het kan grote drukkracht weerstaan, maar is niet goed bestand tegen trekkracht, omdat het een korrelige structuur heeft.
Dit is een gesteente dat bewerkt moet worden. Er bestaan veel soorten van. Sommige gebruikt men voor dakbedekking, zoals leisteen. Andere soorten lenen zich dan weer beter voor trappen, vloeren of gevelbekleding, zoals marmer.
De belangrijkste grondstof voor dit materiaal is klei. Al eeuwenlang wordt het als bouwmateriaal gebruikt. De kleur van dit materiaal wordt grotendeels bepaald door het soort klei dat gebruikt wordt.
Hiernaast zie je hoe trekkrachten scheuren hebben veroorzaakt in beton. Dat gebeurt vaak door zwaar verkeer of door (lichte) aardbevingen. Beton op zich is nu eenmaal minder geschikt voor het opvangen van trekkrachten. Staal is dat wel. Daarom voegt men stalen staven aan het beton toe. Dat heb je vast al eens gezien op een bouwwerf. Dat noemt men dan gewapend beton, een bijzonder sterk bouwmateriaal.
Als het gieten van gewapend beton echter niet goed uitgevoerd is of de bewapening niet diep genoeg zit, kan er vocht binnendringen. Hierdoor begint het staal te roesten en duwt het het beton uit elkaar. Zo ontstaan er barsten, waardoor nog meer vocht zich kan opstapelen, met nog meer schade tot gevolg. Dat noemt men betonrot. Hetzelfde gebeurt als het materiaal zijn levensduur bereikt heeft, of als er zout in het beton terechtkomt. Daarom zien we vaak betonrot bij flatgebouwen aan de kust.
Een speciale structuur, vaak gebruikt in meubels, is honingraatstructuur. Deze structuur is geïnspireerd op de natuur en biedt een uitstekende combinatie van sterkte en lichtheid met efficiënt materiaalgebruik.
1 Sterkte en stijfte: De zeshoekige cellen verdelen de krachten gelijkmatig over de structuur, waardoor deze zeer sterk en stijf is.
2 Lichtgewicht: Ondanks de sterkte, gebruikt een honingraatstructuur minder materiaal, waardoor het licht blijft.
3 Efficiëntie: Het ontwerp maakt optimaal gebruik van ruimte en materiaal, wat leidt tot minder verspilling.
Je herkent dit stabiele patroon uit de natuur, zoals in bijenkorven. In meubels wordt het vooral gebruikt voor tafelbladen (sterk maar toch licht en dus makkelijk verplaatsbaar), als planken (boekenplanken die veel gewicht kunnen dragen zonder doorbuigen) en voor stoelen (comfort en ondersteuning zonder log te zijn).
Schrijf onder elke afbeelding het juiste constructiemateriaal.
Elke materiaalsoort heeft een eigen sterkte. We spreken hier over de sterkte van het materiaal zelf, zonder belasting. Wanneer een materiaal het uiterste sterktepunt heeft bereikt, zal het scheuren vertonen of breken. Gewapend beton is een van de sterkste bouwmaterialen. Bepaalde factoren kunnen er echter voor zorgen dat het staal erin roest en het toch nog barst. Dat noemt men betonrot
In een labo kan men testen hoe sterk een materiaal precies is door er machinaal druk- of trekkrachten op uit te oefenen. Zo wordt bijvoorbeeld getest hoeveel een materiaal zal doorbuigen onder een bepaalde kracht, en welke kracht er maximaal uitgeoefend mag worden zonder dat het materiaal breekt of scheurt.
Naast stabiliteit en sterkte, speelt ook de stijfheid van het materiaal bij een constructie een grote rol. Wat stijfheid precies is, ontdek je in de volgende opdracht.
Van een dwarsdoorgesneden brik, twee paperclips en een elastiekje maak je een bakje dat kan hangen. Vul het bakje met een handvol kiezelsteentjes.
Neem vervolgens vier A4-bladen. Deze moeten het hangend bakje met kiezelsteentjes kunnen dragen over een afstand van 20 centimeter (bijvoorbeeld tussen twee stoelen of tafels).
Ben je erin geslaagd om het bakje 20 cm te verplaatsen met enkel vier A4-tjes? Hoe ben je te werk gegaan?
Met deze opdracht hierboven heb je de stijfheid van papier verhoogd. Wat betekent dat precies? Markeer in het besluit wat juist is.
Stijfheid kunnen we omschrijven als de weerstand van een materiaal tegen breuk / doorbuiging / omvallen. Die weerstand kunnen we verhogen (of verlagen) door het materiaal bijvoorbeeld een bepaalde vorm te geven. Profielen zijn hier ook een mooi voorbeeld van.
Stijfheid is altijd verbonden met de belasting van een constructie. Daarbij denken we aan de massa van het eigen gebouw die op de constructie weegt, maar ook aan factoren zoals wind, sneeuw, trillingen door het verkeer of aardbevingen, inkrimping en uitzetting door temperatuurverschillen … Op basis van de belasting van een materiaal kan men de mate van doorbuiging bepalen.
Let op! Stijfheid betekent niet dat een constructie niet mag bewegen of doorbuigen. Meestal is het zelfs noodzakelijk dat het materiaal niet te strak is. Daarover leer je meer in het hoofdstuk over krachten en constructies.
2.4
Als je weet dat het voorvoegsel con- ‘samen’ betekent, hoe zou je het woord constructie dan omschrijven?
Stabiliteit, sterkte en stijfheid zijn cruciale elementen in een constructie. Maar zonder structuur en verbindingen die het geheel samenhouden, zal een bouwwerk meer op een fragiel kaartenhuisje lijken. Het zal misschien eventjes standhouden, maar op een gegeven moment door bepaalde krachten toch uit elkaar vallen. Verbindingen en structuur zijn dus ook enorm belangrijk.
Normaal mag je niet met eten spelen, maar in het kader van de wetenschap maken we een uitzondering. Van je leerkracht krijg je 30 marshmallows en een pak ongekookte spaghettistokjes.
Bouw met de snoep en zo weinig mogelijk spaghettistokjes een zo hoog mogelijke toren.
Je krijgt hiervoor 15 minuten de tijd.
Kruis na het uitvoeren van de opdracht het resultaat van jouw toren aan. Vul aan waar nodig.
Het is mij gelukt om een hoge en stabiele constructie binnen de tijd te bouwen.
Mijn toren is cm hoog.
Het is mij even gelukt om een constructie te bouwen, maar hij is omgevallen voor de tijd om was.
Het is mij niet gelukt om een constructie binnen de tijd te bouwen.
Bekijk de constructies van jezelf en van de anderen. Beantwoord de vragen.
a Welke moeilijkheden ondervond je bij het opbouwen van de toren?
b Wat kun je zeggen over de verbindingen die je gebruikte? Vergelijk ook met de andere constructies.
c Wat merk je op bij de stabiele constructies? Noteer hier een aantal kenmerken.
Markeer wat juist is.
Hoe dikker / langer de verbindingen, hoe steviger de structuur. Lange verbindingen met dwarsverbindingen verhogen / verlagen de stevigheid van een structuur.
Scherpe / stompe driehoeken in de structuur maken het geheel minder stevig.
Profielen illustreren mooi hoe men verbindingen maakt in de bouwkunde. Een profiel is een bouwelement met een specifieke dwarsdoorsnede. Dat bouwelement kan vol zijn, zoals een balk of hol, zoals een buis. Daarnaast bestaan er ook open profielen waarvan de dwarsdoorsnede vaak naar een letter wordt genoemd.
De specifieke vorm van een profiel zorgt ervoor dat krachten beter worden opgevangen. Elk type profiel heeft zijn eigen functie en toepassing. Omdat er bijvoorbeeld geen scherpe randen aan een glijbaan mogen zijn, kiest men daar voor O-profielen. Deze zijn dan wel wat moeilijker om te verbinden. Bij de bouw van een huis gebruikt men dan weer meer L- of H-profielen. Die worden verwerkt in muren of plafonds en zijn ook veel handiger bij het creëren van rechte hoeken.
Hieronder zie je een heleboel metalen profielen. Schrijf het cijfer van het aangeduide profiel bij de juiste naam.
5 1 2 4
rechthoekig profiel of koker H-profiel of I-profiel U-profiel O-profiel of buis L-profiel of hoekprofiel 3
Hoe kunnen we de inzichten uit dit hoofdstuk toepassen op het ontwerp van onze opberger?
1 Zorg voor een brede basis zodat de houder niet gemakkelijk omvalt.
2 Versterk de hoeken met extra houtlijm of kleine schroeven om de structuur stabieler te maken.
3 Gebruik profielen zoals L-profielen of T-profielen om de constructie extra stevigheid te geven.
4 Plaats de onderdelen nauwkeurig en zorg ervoor dat ze goed op elkaar aansluiten om wiebelen te voorkomen.
5 Test de stabiliteit door de houder op verschillende oppervlakken te plaatsen en te controleren of hij stevig blijft staan.
6 Voeg antislipvoetjes toe aan de onderkant van de houder om verschuiven te voorkomen.
Deze tips helpen je om een stevige en stabiele houder te maken die lang meegaat.
Naam:
Klas:
Datum: / /
Maak je eigen opberger
Probleemstelling
De wereld verandert razendsnel, en onze planeet heeft het moeilijk. Wonen op grote oppervlakte zorgt voor een enorme ecologische voetafdruk, maar het tiny house-concept biedt een slimme oplossing: klein, praktisch, en duurzaam wonen met minder spullen.
Minder spullen hebben en kopen is een mindset, een manier van leven waar we veel van kunnen leren. Nu gaan we goed organiseren zodat we handig kunnen opbergen en onze spullen snel terugvinden. Opgeruimd staat netjes, en een nette kamer geeft een leeg hoofd.
We maken een organiser met oplaadstation voor je headset, gsm en andere kleine spullen. Dit compacte ontwerp houdt je hoofdtelefoon, oortjes en oplader netjes bij elkaar én biedt een handige steun voor je scherm, zodat je duurzaam georganiseerd blijft.
Slim ontwerpen, minder verspillen: samen maken we een verschil, stap voor stap, item voor item!
Concept
Denk na over de volgende vragen:
• Welke functies moet de opberger hebben?
• Hoe groot moet de houder van mijn gsm zijn?
• Hoeveel opbergvakjes moet ik hebben?
• Waar berg ik mijn oplader op?
• Welke materialen kunnen we gebruiken?
Het ontwerp moet voldoen aan de volgende criteria:
• Functionaliteit: De houder moet minstens ruimte bieden aan ...
• Gebruiksgemak: De spullen moeten makkelijk op te bergen en te vinden zijn.
• Stabiliteit: De houder moet stevig staan en niet omvallen.
• Duurzaamheid: Gebruik van duurzaam hout en materialen.
• Esthetiek: Het ontwerp moet er aantrekkelijk uitzien.
Bepaal nog een eigen vereiste waaraan het ontwerp moet voldoen.
Onderdeel
Bodemlat Grenen 1 180 x 40 x 20 mm
Bodemplaat 1 Triplex 1 90 x 40 x 4 mm
Bodemplaat 2 Triplex 1 90 x 100 x 4 mm
Gsm-houder Triplex 1 90 x 150 x 4 mm Rand Grenen 2
Hoofdtelefoonstaander Grenen 1
x 20 x 5 mm
Hoofdtelefoonhouder Grenen 1 40 x 40 x 40 mm
Kabelhouder (wasknijper) Berk 1 Schroef Verzinkt staal 1 2,5 x 20 mm Nagel
Verzinkt staal 6 15 mm
Kapzaag
Winkelhaak
Meetlat Potlood
Houtlijm Lijmpistool
Houtboor Ø 3 mm
Boor Ø 15 mm
Bankhamer Schuurpapier
Houtrasp Houtvijl
Schroefboormachine
Kruiskopschroevendraaier
Kolomboormachine
Veiligheidsbril
3 Stappenplan
Onderdelen
1 Voorbereiding van de bodem
Gereedschap
Bodemlat
Bodemplaat 1
Bodemplaat 2
Vier nagels
Stappenplan
1 Neem de bodemlat en beide bodemplaten. Leg de stukken zo voor je op tafel:
Houtlijm Bankhamer
Afbeelding
2 Leg de twee bodemplaten tegen elkaar aan. Zorg dat ze bovenaan perfect gelijk liggen.
3 Verlijm de bodemlat op de twee bodemplaten. Gebruik hiervoor houtlijm.
4 Om het werkproces te versnellen, kun je nagels gebruiken om de onderdelen stevig op hun plaats te houden. Daarom gaan we de bodemplaten nagelen aan de bodemlat.
Draai het verlijmde werkstuk om zodat de bodemplaten bovenaan liggen. Nagel de bodemplaten op vier plaatsen vast aan het midden van de bodemlat. Verdeel de vier nagels zo gelijk mogelijk over de breedte van het werkstuk.
Let op: bij het nagelen van kleine stukken hout is er kans op splijten of afbreken van het hout. Dit kun je vermijden door vooraf een kleine slag met een hamer te geven op de punt van de nagels.
5 Draai de bodem opnieuw om en leg deze voor je op tafel.
Heb je hulp nodig bij het nagelen? Raadpleeg dan de steekkaart Nagelen.
Bodem (deel 1)
Steun gsm-houder
Stappenplan
2 De steun voor de gsm-houder
Gereedschap
Houtlijm Kapzaag
Meetlat
Potlood
Winkelhaak
Afbeelding
1 Neem de lat ‘steun gsm-houder’. Meet en teken twee stukken van 30 mm af met de meetlat en de winkelhaak.
2 Zaag de twee stukjes recht uit. Schuur scherpe randen of oneffenheden op.
3 Verlijm de twee stukjes met houtlijm op de bodemplaat. Zorg dat elk stukje steeds perfect effen ligt met de buitenranden van je werkstuk.
Positioneer als volgt:
3 Afwerking van het bakje
Onderdelen Gereedschap
Bodem (deel 2)
Rand (lat 1)
Stappenplan
1 Meet en teken drie stukken af op de lat ‘rand’:
• twee stukken van 45 mm lang.
• een stuk van 90 mm lang.
2 Zaag de drie stukken recht uit. Schuur scherpe randen of oneffenheden op.
3 Verlijm de twee stukken van 45 mm lang met houtlijm op de bodemplaat. Zorg dat elk stukje steeds perfect effen ligt met de buitenranden van je werkstuk.
Positioneer als volgt:
4 Verlijm het stuk van 90 mm lang met houtlijm op de bodemplaat. Zorg dat het stuk perfect effen ligt met de buitenrand van je werkstuk.
Positioneer als volgt:
Houtlijm
Kapzaag
Meetlat
Potlood
Winkelhaak
Afbeelding
Heb je hulp nodig bij het zagen? Raadpleeg dan de steekkaart Zagen. Heb je hulp nodig bij het opschuren van je hout? Raadpleeg dan de steekkaart Schuren.
Onderdelen
Bodem (deel 3)
Rand (lat 2) Schroef
Stappenplan
4 Steun achteraan gsm-houder
Gereedschap
Houtlijm Kapzaag
Meetlat
Potlood
Winkelhaak
Boor Ø 3 mm
Boormachine
Schroevendraaier
Veiligheidsbril
Afbeelding
1 Neem de tweede lat ‘rand’. Meet en teken een stuk van 90 mm af met de meetlat en de winkelhaak.
2 Zaag het stukje recht uit. Schuur scherpe randen of oneffenheden op.
3 Teken op 10 mm van het einde van het stukje een lijntje. Bepaal het midden van dat lijntje.
4 Boor in dat midden een gat doorheen het latje met de houtboor van 3 mm.
5 Neem de bodemplaat erbij. Draai de bodemplaat om zodat het bakje van je weg ligt en het lange stuk naar links wijst.
6 Meet 45 mm af van de rechterkant van de grondplaat. Plaats een merkteken.
7 Schroef nu het latje via het kleine gaatje tegen de achterkant van de grondplaat. Gebruik hiervoor de schroef.
Heb je hulp nodig bij het zagen? Raadpleeg dan de steekkaart Zagen. Heb je hulp nodig bij het opschuren van je hout? Raadpleeg dan de steekkaart Schuren. Heb je hulp nodig bij het boren? Raadpleeg dan de steekkaart Boren.
Wil je een hoofdtelefoon kunnen opbergen? Ga dan verder met stap 5. Heb je geen hoofdtelefoon? Ga dan meteen verder met stap 6.
5 Houder voor de hoofdtelefoon
Bodem (deel 4)
Hoofdtelefoonhouder
Hoofdtelefoonstaander
Twee nagels
Stappenplan
1 Neem het blokje ‘hoofdtelefoonhouder’.
2 Rond de bovenkant van het blokje af. Doe dit met een houtrasp en vijl, of met schuurpapier.
Houtlijm Houtrasp Houtvijl Schuurpapier
Bankhamer
Afbeelding
3 Neem de lat ‘hoofdtelefoonstaander’. Leg het afgeronde blokje als volgt op de staander:
4 Verlijm het blokje aan de staander. Gebruik hiervoor houtlijm. Verstevig de verbinding met een nagel via de staander in het blokje.
5 Bevestig de staander met het blokje in het midden van de bodemlat. Gebruik ook hier houtlijm en een extra nagel.
Heb je hulp nodig bij het opschuren van je hout? Raadpleeg dan de steekkaart Schuren. Heb je hulp nodig bij het nagelen? Raadpleeg dan de steekkaart Nagelen.
6 De gsm-houder
Onderdelen
Gsm-houder
Rand (lat 2)
Stappenplan
1 Neem de plaat ‘gsm-houder’.
Meet het midden van de plaat af in de breedte (90 mm).
2 Plaats op 20 mm van de onderkant van de plaat een merkteken in het midden.
Houtlijm Meetlat
Potlood
Winkelhaak
Gereedschap
Boor Ø 15 mm
Boormachine
Veiligheidsbril
Afbeelding
3 Neem dit merkteken als middelpunt voor de boor, en boor een gat van Ø 15 mm door de plaat.
4 Neem de lat ‘rand’. Meet en teken twee stukken van 35 mm af met de meetlat en de winkelhaak.
5 Zaag de twee stukjes uit. Schuur scherpe randen of oneffenheden op.
6 Verlijm de twee latjes op de gsmhouderplaat. Lijm ze met hun smalle kant (10 mm breed) op de plaat. Positioneer beide latjes mooi gelijk op 35 mm van de onderkant van de plaat:
Heb je hulp nodig bij het boren? Raadpleeg dan de steekkaart Boren.
Heb je hulp nodig bij het zagen? Raadpleeg dan de steekkaart Zagen.
Heb je hulp nodig bij het opschuren van je hout? Raadpleeg dan de steekkaart Schuren.
7 Eindmontage
Bodem (deel 4 of 5)
Gsm-houder (deel 6)
Kabelhouder
Stappenplan
1 Bevestig de gsm-houder op de bodem. Plaats deze daarom schuin tussen de twee korte steunen vooraan en de lange steun achteraan. Verlijm op de drie contactpunten met het lijmpistool.
Lijmpistool
Afbeelding
2 Bevestig tot slot de kabelhouder op een voor jou strategische plaats.
Heb je hulp nodig bij het verlijmen met een lijmpistool? Raadpleeg dan de steekkaart Lijmpistool.
Ingebruikname
In dit onderdeel ga je je gemaakte opberger gebruiken en testen. Het doel is om te kijken of de opberger voldoet aan de criteria die je opgesteld hebt, en of het praktisch is in het gebruik. Dit is een belangrijk moment om te leren van je eigen werk en trots te zijn op wat je hebt bereikt.
1 Voorbereiding
• Zorg dat je opberger klaar is voor gebruik.
• Controleer of alle onderdelen stevig vastzitten (schroeven, lijmverbindingen ...).
• Zorg dat eventuele scherpe randen zijn geschuurd.
• Verzamel de spullen die je in je opberger wilt bewaren (je gsm, oplader, headset en andere kleine spullen die je vaak gebruikt).
2 Testen
1 Functionaliteitstest en gebruikstest:
• Leg je spullen in je opberger op de manier zoals je dat in het dagelijks leven zou doen.
• Observeer: Past alles wat je wilt opbergen erin? Kun je alles makkelijk in- en uitladen?
2 Stabiliteitstest:
• Til de opberger voorzichtig op. Blijft alles goed op zijn plek?
• Beweegt of wiebelt de opberger als je hem neerzet?
• Schuift de opberger heen en weer over de tafel als je iets opbergt of uitneemt?
3 Duurzaamheidstest:
• Neem je gsm en headset van de houder en leg terug. Herhaal dit een paar keer. Voelt het stevig aan?
• Controleer of er materiaal of verbindingen beschadigd raken bij gebruik.
4 Is de houder esthetisch? Beoordeel zelf kritisch en luister wat anderen ervan vinden.
5 Voldoet de opberger aan je eigen criterium?
1 Gebruikstest
2 Stabiliteitstest
3 Duurzaamheidstest
4 Esthetiek
5 Eigen criterium:
Reflectie en evaluatie
starter op weg
Ik weet niet hoe ik de stabiliteit van een constructie moet onderzoeken.
Ik weet niet hoe ik mijn resultaten van een stabiliteitsonderzoek moet neerschrijven.
Ik weet niet hoe ik een winkelhaak moet gebruiken.
Ik kan niet zelfstandig de meest geschikte verbindingstechniek kiezen.
Ik kan de verbindingstechniek niet zelfstandig maken.
Ik kan een stuk hout niet correct afkorten.
Ik weet niet hoe ik een stuk hout correct moet opschuren.
Ik vergeet vaak op te ruimen en laat spullen slingeren.
Ik heb nog wat hulp nodig bij het onderzoeken van de stabiliteit van een constructie.
Ik heb nog wat hulp nodig bij het neerschrijven van mijn resultaten van een stabiliteitsonderzoek.
Ik heb nog wat hulp nodig bij het werken met een winkelhaak.
Ik heb nog wat hulp nodig bij het kiezen van de meest geschikte verbindingstechniek.
Ik heb nog wat hulp nodig om de verbindingstechniek zelfstandig te maken.
Ik heb nog wat hulp nodig bij het correct afkorten van een stuk hout.
Ik heb nog wat hulp nodig bij het correct opschuren van een stuk hout.
Ik ruim meestal op, maar heb soms een herinnering nodig.
junior expert
Ik kan zelf de stabiliteit van een constructie onderzoeken.
Ik kan mijn resultaten van een stabiliteitsonderzoek zelf neerschrijven.
Ik kan meestal heel nauwkeurig werken met een winkelhaak.
Ik kan meestal zelfstandig de meest geschikte verbindingstechniek kiezen.
Ik kan meestal de verbindingstechniek zelfstandig maken.
Ik kan een stuk hout meestal correct afkorten.
Ik kan een stuk hout meestal correct opschuren.
Ik laat mijn werkplek altijd netjes achter.
Ik kan zelf de stabiliteit van een constructie onderzoeken en help anderen om het ook correct te doen.
Ik kan mijn resultaten van een stabiliteitsonderzoek zelf neerschrijven en help anderen dit ook correct te doen.
Ik kan heel nauwkeurig werken met een winkelhaak en help anderen dit ook correct te doen.
Ik kan zelfstandig de meest geschikte verbindingstechniek kiezen en help anderen ook de beste keuze te maken.
Ik kan elke verbindingstechniek zelfstandig maken en help anderen.
Ik kan een stuk hout correct afkorten en help anderen dit ook juist te doen.
Ik kan een stuk hout correct opschuren en help anderen dit ook juist te doen.
Mijn werkplek is altijd netjes en ik help anderen om op te ruimen.
Ik heb moeite om gereedschap veilig te gebruiken en heb veel begeleiding nodig.
Ik ben vaak onvoorbereid of vergeet dingen.
Ik gebruik gereedschap meestal veilig, maar heb soms hulp nodig.
Ik ben meestal voorbereid, maar vergeet soms iets.
Ik gebruik gereedschap veilig en hou me aan de regels.
Ik ben goed voorbereid en heb alles wat ik nodig heb.
Ik gebruik gereedschap altijd veilig en let ook op de veiligheid bij anderen.
Ik ben altijd netjes en voorbereid, en help anderen dit ook te zijn.
Wat vind je van het eindresultaat? Waar ben je trots op? Wat zijn je verbeterpunten?
Voldoet je opberger aan alle criteria die je vooropgesteld had?
Kun je alle spullen die je wou opbergen ook werkelijk kwijt in je opberger? Zo niet: voor wat kun je geen plaats vinden?
Zijn er tips uit de besluiten van pagina 18 en 22 die je niet goed toepaste of waarmee je onvoldoende rekening hield? Wat zou je veranderen?
Kun je met het materiaal dat je over hebt het ontwerp nog verbeteren? Als je voldoende tijd hebt, kun je de aanpassingen ook werkelijk doen. Maak anders hieronder een schets van wat je zou aanpassen.
We kunnen bij een ontwerp met zoveel mogelijk zaken rekening houden, maar er zijn ook krachten die op de constructie inwerken en die we niet in de hand hebben. Laten we eens kijken welke krachten dit zijn en hoe ze invloed hebben op ons ontwerp.
De krachten die op constructies inwerken, kunnen we in twee groepen verdelen:
• Enerzijds zijn er de statische krachten die constant blijven, zoals de druk van het gebouw zelf dat op de materialen weegt, of de zwaartekracht.
• Anderzijds zijn er de veranderende krachten, ook wel dynamische krachten genoemd. Voorbeelden daarvan zijn windkracht, vrieskou of hitte, trillingen van auto’s …
Naast de constante zwaartekracht krijgen hoge constructies voornamelijk drukkrachten, trekkrachten en buigkrachten te verduren. Buigkracht is het gelijktijdig inwerken van trekkracht en drukkracht.
Noteer het soort kracht onder de juiste afbeelding.
Hier zie je een afbeelding van een eenvoudige brug. Bespreek welke krachten hier aan het werk zijn wanneer de vrachtwagen erover rijdt.
In tegenstelling tot wat je misschien zou denken is een zekere flexibiliteit of buiging van materialen bij constructies vaak noodzakelijk. De stijfheid van een materiaal mag dus niet te hoog zijn.
Anderzijds mag het ook niet te laag zijn, want dan gaat het geheel te veel doorhangen.
Hieronder zie je een afbeelding van hoe men op een bijzondere manier buigkrachten bij hoge constructies weet op te vangen. Welke elementen zorgen er samen voor dat dit gebouw bij aardbevingen of felle wind overeind blijft?
een grote massa
een rechthoekige structuur
een brede basis dempers scherpe driehoeken veren
De Taipei 101 is een wolkenkrabber die zich in de gelijknamige Taiwanese hoofdstad bevindt. Met zijn 509 meter was de toren van 2003 tot 2007 het hoogste gebouw ter wereld, tot de Burj Khalifa hem overtrof. In juli 1998 trof een zware aardbeving Taipei, maar het gebouw hield stand. Hoog in het gebouw hangt een stalen bol met een diameter van 5,5 meter en een gewicht van maar liefst 660 ton! Deze bol vangt trillingen op met behulp van schokdempers die via stalen kabels aan de verdiepingen vasthangen.
Ken je nog andere voorbeelden uit het dagelijks leven waar een gelijkaardige, schokdempende methode wordt toegepast?
Op de volgende twee afbeeldingen zie je hoe de constructies het hebben begeven onder bepaalde krachten.
Noteer onder elke afbeelding drie manieren waarop men deze rampen had kunnen vermijden.
Behalve constructiefouten zijn er natuurlijk nog andere elementen die een rol kunnen spelen wanneer een constructie faalt.
Bekijk het filmpje en bespreek.
Drukkracht, trekkracht en buigkracht (een combinatie van druk- en trekkracht) zijn de belangrijkste krachten waaraan gebouwen onderhevig zijn. Een zekere mate van doorbuiging van materiaal is noodzakelijk, vooral wanneer een constructie aan sterke krachten wordt blootgesteld.
Een speciale, maar effectieve manier om krachten op te vangen bij hoge gebouwen, is het gebruik van een grote massa, dempers en veren
De krachten die we zonet bestudeerden kunnen ook inwerken op de constructie van de houten opberger die we zullen maken.
1 Drukkracht
Dit is de kracht die naar beneden werkt op de houder, bijvoorbeeld wanneer je je gsm of andere spullen erop legt. De houder moet sterk genoeg zijn om deze druk te weerstaan zonder in te zakken.
2 Trekkracht
Dit is de kracht die aan de houder trekt, bijvoorbeeld als je de oplader uit de houder trekt. De verbindingen tussen de onderdelen moeten stevig genoeg zijn om deze trekkracht te weerstaan zonder los te komen.
3 Buigkracht
Dit is de kracht die ervoor zorgt dat de houder buigt, bijvoorbeeld als je de houder aan één kant belast. Het materiaal en de constructie moeten stijf genoeg zijn om buigen te minimaliseren.
Daarnaast werken er ook nog andere krachten in op constructies:
4 Torsiekracht
Dit is de kracht die ervoor zorgt dat de houder draait, bijvoorbeeld als je de houder aan één kant optilt. De constructie moet stevig genoeg zijn om deze torsiekrachten te weerstaan zonder te vervormen.
5 Schuifkracht
Dit is de kracht die ervoor zorgt dat de onderdelen van de houder langs elkaar gaan schuiven, bijvoorbeeld als je de houder verschuift op je bureau door tegen de bodem te duwen. De verbindingen tussen alle onderdelen van de houder moeten sterk genoeg zijn om deze schuifkrachten te weerstaan.
6 Wrijvingskracht
Dit is de kracht die ontstaat door wrijving tussen de houder en het oppervlak waarop hij staat. Antislipvoetjes kunnen helpen om de wrijvingskracht te vergroten en verschuiven te voorkomen.
Door rekening te houden met deze krachten bij het ontwerpen en bouwen van de houder, zorg je ervoor dat de constructie stevig en stabiel blijft, zelfs bij dagelijks gebruik.
Hout is een geweldig materiaal om mee te werken. Het is sterk, duurzaam en heeft een prachtige, natuurlijke uitstraling. Door hout te gebruiken, leren we niet alleen hoe we iets praktisch en functioneel kunnen maken, maar dragen we ook bij aan een duurzamere wereld.
Laten we ontdekken hoe we hout kunnen bewerken en gebruiken om een handige en stijlvolle opberger te maken. Welke verschillende houtsoorten bestaan er? Hoe kunnen we hout bewerken? Maar vooral: hoe kunnen we ervoor zorgen dat onze opberger stevig, stabiel én mooi is?
Welke voordelen van hout vind je op de website? Som er zes op die belangrijk zijn voor jouw opberger.
Hout is afkomstig van bomen en houtachtige planten. Het wordt voor heel veel doeleinden gebruikt. In de bouw is hout bijvoorbeeld een erg gegeerde grondstof. Het wordt er gebruikt in de ruwere constructie (bijvoorbeeld voor een dakgebinte), maar ook als afwerkingsmateriaal of voor het maken van deuren, trappen, parketvloeren … Het is licht, flexibel en zelfs behoorlijk aardbevingsbestendig! Daarnaast is hout ook de basis van papier, karton, kratten, wijnvaten, beeldhouwwerken, palletten en natuurlijk ook meubilair. Bovendien is het een energiebron (brandhout).
Er zijn heel wat verschillende soorten hout. Het type hout kiest men steeds in functie van het doel en de mogelijkheden. Zo zal men geen zwaar en duur eikenhout gebruiken voor paletten die licht, transporteerbaar en goedkoop moeten zijn.
Op de volgende pagina vind je een aantal veelgebruikte soorten hout.
Link elke afbeelding met de juiste naam en omschrijving.
Dit is een zeer dun laagje hout dat van een boom wordt geschild of gesneden. Het wordt vaak gebruikt als afwerkingslaag.
Dit zijn zeer kleine, fijngemalen houtvezels die met lijm gemengd worden en dan tot een plaat worden samengeperst.
Dit soort hout verkrijgt men door de stam van een boom in de lengte te verzagen. Dit hout kan nog vervormen.
Bij dit soort hout worden een oneven aantal laagjes fineerhout kruislings op elkaar gelijmd. Meestal zijn dit vijf of meer laagjes, maar er bestaan ook platen met maar drie laagjes.
Deze houtsoort maakt men door houtspaanders of -snippers met lijm te vermengen en samen te persen tot een plaat.
Voor het maken van je opberger is het belangrijk om met het juiste soort hout te werken. De voorbeelden uit de oefening op pagina 24 kunnen we eigenlijk in twee groepen verdelen.
Welke twee categorieën van hout kun je onderscheiden?
Massief hout, net zoals natuurlijk fineerhout, is rechtstreeks afkomstig van een boom. Het wordt in planken gezaagd en bewerkt.
OSB, multiplex en MDF noemen we plaatmateriaal en is door de mens gemaakt. Dit zijn eigenlijk resten hout zoals schillen, spaanders en vezels die met toevoeging van lijm tot platen worden geperst.
Kun je nog een belangrijk voordeel van plaatmateriaal bedenken?
Multiplex is de algemene naam voor plaatmateriaal waarbij een oneven aantal laagjes fineerhout kruislings op elkaar geperst en gelijmd worden. Meestal spreken we over multiplex vanaf vijf lagen. Er bestaat ook multiplex met maar drie laagjes fineer. Dat noemt men ook triplex.
Hout en houtproducten, zoals papier, kunnen ook keurmerken krijgen. FSC is zo’n keurmerk. Als een producent dit label mag toevoegen, betekent dit dat het hout(product) uit een duurzaam beheerd bos komt of gerecycleerd is. Kijk maar eens op de achterkant van deze module!
Met de volgende onderzoeken ga je de technische eigenschappen van massief hout na. Zoals de meeste materialen kan het onderhevig zijn aan bepaalde factoren. Daarom ga je na hoe het zich onder verschillende omstandigheden kan gaan gedragen. Dit kan belangrijk zijn voor de afwerking van je opberger, zoals je later zal zien.
Oriëntatie
Doelstelling
De invloed van zonlicht, vocht en warmte op behandeld en onbehandeld massief hout onderzoeken, in functie van een technisch proces.
Onderzoeksvraag
Formuleer een goede onderzoeksvraag met behulp van het vragenmachientje. Kijk hiervoor terug naar pagina 9 als je hulp nodig hebt.
Hypothese
Noteer je veronderstelling.
Voorbereiding
Benodigdheden
Vier onbehandelde massieve plankjes grenenhout
Twee behandelde massieve plankjes grenenhout (gedrenkt grenen)
Twee stukken karton (ongeveer een A4-formaat)
Een kom of bak met water (groot genoeg om een plankje in onder te dompelen)
Meetlat
Uitvoering
1 Test 1
• Neem een onbehandeld plankje en leg het bij het venster in de felle zon.
• Scherm ongeveer de helft van het plankje af met het stuk karton.
• Doe hetzelfde met een behandeld plankje.
• Bekijk het resultaat een week later.
Noteer je vaststelling.
2 Test 2
• Neem een onbehandeld plankje en dompel het een minuut onder in water.
• Plaats het vervolgens onder een kleine hoek bij een warmtebron (radiator).
• Bekijk het resultaat een week later.
Noteer je vaststelling.
3 Test 3
• Neem een behandeld plankje en een onbehandeld plankje.
• Laat op beide plankjes een aantal druppels water vallen.
Noteer je vaststelling.
4 Test 4
• Neem een onbehandeld plankje en meet de lengte en breedte ervan op 1 mm nauwkeurig. Noteer je metingen in de tabel.
• Leg het plankje vervolgens een week lang in water.
• Bekijk het resultaat na een week en meet opnieuw de lengte en de breedte op 1 mm nauwkeurig. Noteer je metingen in de tabel.
meting 1
meting 2 (na een week) lengte breedte
Noteer je vaststelling.
Besluit
Geef een antwoord op de onderzoeksvraag.
Markeer de juiste antwoorden in het besluit.
Zonlicht en vocht hebben wel / geen invloed op onbehandeld massief hout.
Zonlicht en vocht hebben wel / geen invloed op behandeld massief hout.
Vocht en warmte hebben wel / geen invloed op onbehandeld massief hout.
Komen de antwoorden overeen met jouw hypothese? Kruis aan. ja nee
Om onbehandeld hout te beschermen, kun je een aantal afwerkingsmethodes kiezen: verven, vernissen of beitsen. Bij verven geven we hout een kleur en tegelijk een beschermingslaag. Dan zie je ook geen houtstructuren meer. Bij vernis voorzie je het hout van een licht glanzende, ondoordringbare maar wel doorzichtige beschermlaag. Beits is een vloeistof die gedeeltelijk in het hout trekt, waardoor de houtstructuur goed zichtbaar blijft. Het wordt aangebracht om het hout te kleuren en te beschermen.
Denk je dat het nodig is om behandeld hout te gebruiken voor je opberger? Waarom wel of niet?
Om je houten plaatmateriaal om te vormen tot een echte opberger, heb je hulpmiddelen nodig zoals gereedschappen, machines en verbindingsmateriaal.
Hieronder vind je een aantal gereedschappen. Welke zul je gebruiken om je opberger te bouwen?
Zijn er nog gereedschappen of hulpmiddelen die je denkt nodig te hebben?
Een constructie bestaat meestal uit verschillende onderdelen. Om die delen aan elkaar vast te zetten, heb je verbindingstechnieken of bevestigingsmateriaal nodig. Schrijnwerkers en meubelmakers hanteren soms speciale houtverbindingen zonder schroeven of nagels om het geheel sterk te maken. Zo is er bijvoorbeeld de deuvelverbinding die je misschien al zelf eens toepaste bij het monteren van een Ikea-meubel. Houten pennen in boorgaatjes zorgen hier voor de verbinding tussen twee meubelplaten.
Ook in de opberger moeten we verschillende stukken hout stevig met elkaar verbinden. Het is belangrijk dat de verbindingen sterk en stabiel zijn, zodat ons eindproduct stevig en duurzaam is. In veel werkstukken of keukens en kasten, vinden we volgende verbindingen terug:
Deze verbindingen zijn mooi en sterk maar vragen wel wat precisie en vakmanschap. Er zijn ook andere manieren om hout met elkaar te verbinden.
Welke andere verbindingstechnieken zie je hieronder?
In de bouw begint men niet zomaar aan een werk zonder de nodige voorbereiding. Zo moet je onder andere de nodige aandacht besteden aan de PBM’s of persoonlijke beschermingsmiddelen. Deze veiligheidsmaatregelen beschermen je tegen ongevallen op de werkvloer. In de tabel hieronder vind je een aantal PBM’s die in de houtsector absoluut noodzakelijk zijn.
Waar beschermen de onderstaande PBM’s je tegen? Vul de tabel aan.
PBM Gebodsbord
Bescherming tegen …
Hieronder zie je een voorbeeld van een veiligheidsinstructiekaart, afgekort tot VIK. Dat is een overzichtelijk document waar de veiligheidsvoorschriften en de PBM’s voor het gebruik van een
Bekijk in de klas een veiligheidsinstructiekaart van een machine. Lees aandachtig de risico’s en de voorzorgsmaatregelen. Omcirkel daarna de PBM’s op pagina 30 die je voor de machine nodig hebt, of teken hieronder de gebodsborden van eventuele extra PBM’s.
WOORDENLIJST
bevestigingsmateriaal
materiaal dat gebruikt wordt om twee of meer losse onderdelen aan elkaar vast te maken
bevolkingsgroei toename van het aantal inwoners in een bepaald gebied gedurende een bepaalde tijd
cohousing samenhuizen: vorm van gemeenschappelijk wonen waarbij elke bewoner een eigen slaapkamer heeft en sommige gemeenschappelijke ruimtes (bv. keuken) gedeeld worden dynamische kracht veranderende kracht, bv. wind, temperatuur … massief hout vol hout, volledig bestaande uit één stuk boomstam minimalisme levensstijl met als kenmerk ‘eenvoudig leven’ waarbij men weinig spullen gaat bezitten
multifunctioneel meerdere functies hebbend ontspullen opruimmethode om minder materiële objecten te hebben, waarbij je overbodige spullen weggooit, verkoopt of weggeeft
PBM persoonlijke beschermingsmiddelen: veiligheidsmaatregelen ter bescherming tegen ongevallen op de werkvloer
plaatmateriaal tot platen geperste houtresten met toevoeging van lijm profiel (van een bouwelement) bouwelement met een specifieke dwarsdoorsnede (vol, hol of open)
stabiliteit (van een constructie)
drukt uit hoe standvastig of onwankelbaar een constructie is statische kracht constante kracht, bv. zwaartekracht, duwkracht, trekkracht, buigkracht
sterkte (van een constructie)
drukt uit hoe goed een constructie bestand is tegen breken stijfheid (van een constructie)
drukt uit hoe goed een constructie bestand is tegen vervorming
tiny house heel klein huisje dat soms ook verplaatsbaar is verbindingstechniek methode om twee onderdelen aan elkaar te bevestigen verstedelijking uitbreiding van (grote) steden doordat meer mensen van het platteland naar de stad verhuizen
VIK veiligheidsinstructiekaart: document waarin de veiligheidsvoorschriften en PBM’s voor het gebruik van een bepaalde machine vermeld staan
Colofon
Ik kan aantonen dat het leven in een tiny house een meer duurzame woonvorm is. p. 5-6
Ik kan redenen aanhalen waarom mensen kleiner gaan wonen. p. 5-6
Ik kan redenen aanhalen waarom minder spullen hebben een slimme keuze is. p. 7
Ik kan uitleggen wat een multifunctioneel meubel is en hoe dit past binnen duurzamer wonen. p. 8
Ik ken de begrippen stabiliteit en sterkte en kan ze uitleggen als het over constructies gaat. p. 9-14
Ik kan uitleggen hoe de basis van een constructie kan worden aangepast om de stabiliteit te vergroten. p. 9-12
paginanummer
Ik kan bouwmaterialen herkennen die vaak gebruikt worden bij constructies. p. 13-14
Ik kan uitleggen wat de stijfheid van een materiaal is. p. 15
Ik kan het belang van profielvormen en verbindingen uitleggen. p. 16-17
Ik kan de begrippen statische kracht, dynamische kracht, drukkracht, trekkracht en buigkracht uitleggen. p. 19-21
Ik kan enkele speciale technieken herkennen om krachten in constructies op te vangen. p. 20-21
Ik kan een aantal belangrijke voordelen van hout als constructiemateriaal opnoemen. p. 23
Ik kan het verschil tussen massief hout en plaatmateriaal omschrijven en kan van beide enkele voorbeelden geven. p. 24-25
Ik kan voorbeelden herkennen van plaatmateriaal en massief hout. p. 24-25
Ik kan de eigenschappen van massief hout onderzoeken aan de hand van een hypothese en een aantal testen. p. 26-28
Ik kan enkele factoren benoemen die invloed hebben op de eigenschappen van hout. p. 27-28
Ik kan aangeven welke machines, gereedschappen en andere hulpmiddelen geschikt zijn voor het bewerken van hout. p. 29
Ik kan enkele verbindingstechnieken voor hout opsommen en herkennen. p. 30
Ik kan noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen voor houtbewerking herkennen. p. 31
Ik kan een veiligheidsinstructiekaart herkennen en gebruiken om belangrijke veiligheidsmaatregelen van een machine te ontdekken. p. 32-33 ik ken het!
Auteurs Jonas Cottyn, Joke Lippens
Illustrator Lieven Vandenberghe, Martijn van der Voo
Eerste editie
Bestelnummer 90 808 0293
ISBN 978 90 4865 116 0
KB D/2025/0147/048
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No parts of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. De uitgever heeft naar best vermogen getracht de publicatierechten volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die niettemin menen nog aanspraken te kunnen doen gelden, kunnen dat aan de uitgever kenbaar maken. STUDIEWIJZER
NUR 126/128/129
Thema YPMT3
Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge
RPR 0405 108 325 - © die Keure, Brugge
Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®-gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen. 9 789048 651160