
Wijs me de weg
AFKORTINGEN
WOORDENLIJST ISAAC-actie



Wijs me de weg
AFKORTINGEN
WOORDENLIJST ISAAC-actie
Opdracht 1
a Met welk transportmiddel* kwam jij vandaag naar school?
b Welke hindernissen, obstakels of gevaarlijke punten ben je gepasseerd?
c Hoeveel tijd nam de route van thuis naar school in beslag?
d Bekijk het fragment. In het filmpje komen 4 landen aan bod.
• Markeer de zeven landen die in het fragment aan bod komen. Bolivia; China; Indonesië; Sri Lanka; Senegal; Colombia; India; Nepal; Filipijnen.
• Zet op de wereldkaart (volgende pagina) een kruisje in België.
• Zet de eerste letter van de zeven verschillende landen correct op de kaart. Heb je landen met eenzelfde beginletter, dan zet je de tweede letter erbij.
wereld: staatkundig
Legende landsgrenzen wereldgradennet keerkringen en poolcirkels
Opdracht 2
Hieronder vind je een collage van verschillende landschapsfoto’s.
a Welke foto’s zouden op jouw route van thuis naar school genomen kunnen zijn?
Noteer de fotonummer(s):
b Welke foto’s heeft niemand van de klas genoteerd?
c Verklaar waarom deze foto’s niet voorkomen in je schoolomgeving.
Opdracht 3
Teken een kaart zodat een klasgenoot op basis van die kaart weet hoe jij van school naar huis gaat.
Mogelijke hulpmiddelen: Google Earth; Google Maps; een stadsplan; topografische kaart*
1.1 Landschapvormende lagen?
Hieronder zie je een typisch Vlaams landschap. We merken dat wij dat landschap op allerlei manieren gebruiken en zo vorm geven. We wonen er, we doen er aan landbouw en via de wegen kunnen we ons gemakkelijk verplaatsen.
Wachtebeke, België
Lijkt het landschap op de foto op het landschap van thuis naar school? Ja Nee
Bespreek in de klas de gelijkenissen en de verschillen.
Duid op de foto met enkele blauwe kruisjes aan waar er gewoond wordt; met een rode lijn waar de mens zich gemakkelijk kan verplaatsen en arceer met een groene balpen waar de mens aan landbouw doet.
Bebouwing, transport en landbouw bepalen hoofdzakelijk het landschap op bovenstaande foto. We noemen ze landschapsvormende lagen.
Deze foto kwam je tijdens je route naar school niet tegen, maar misschien wel al tijdens een vakantie.
Je herkent op de foto de volgende landschapsvormende lagen: reliëf, klimaat, vegetatie en toerisme.
Geef bij onderstaande landschapsvormende lagen telkens enkele voorbeelden:
• Reliëf*:
• Klimaat:
• Vegetatie*:
• Toerisme:
Welke landschapsvormende lagen vind je op onderstaande foto terug? Noteer.
Antwerpen, België
Een landschap is opgebouwd uit verschillende landschapsvormende lagen We onderscheiden natuurlijke en menselijke landschapsvormende lagen.
Elke landschapsvormende laag heeft typische kenmerken.
Merendonk, België
infrastructuur wonen
Reliëf: vlak
Landschapsvormende laag
Kenmerken
Landschapsvormende laag
reliëf* gebergte, helling … bebouwing
landbouw
woonkern, tuinen, appartementen, woonzorgcentra, schoolgebouwen
wegen, kanalen, spoorwegen, riolering, elektriciteitskabels vegetatie*
klimaat warm, gematigd, koud, droog, nat infrastructuur*
tropisch regenwoud, woestijn, loofwoud, naaldwoud …
landbouw akkers, weiden, stallen, boerderijen, serres … gesteenten
Losse gesteenten zoals grind, zand, leem en klei. Vaste gesteenten zoals leisteen, zandsteen, silex, kalksteen, conglomeraat ...
toerisme of recreatie*
skipiste, wandelpaden, zwembaden, hotel, stranden …
industrie fabrieken, loodsen, bedrijventerreinen, kantoorruimtes
1 Vul bij elk landschapsvormende laag een kenmerk in dat je op de foto’s ziet.
Landschapsvormende laag
Toerisme of recreatie Infrastructuur Bebouwing
2 Op de foto zie je ‘le canal de la Somme’. Haal uit de foto twee menselijke landschapsvormende lagen en geef telkens één kenmerk.
Menselijke landschapsvormende laag
Peronne, Frankrijk
Kenmerk
3 Op de foto zie je rijstvelden in Bali, Indonesië. Haal uit de foto een natuurlijke en een menselijke landschapsvormende laag en geef telkens 1 kenmerk.
Bali, Indonesië
Natuurlijke
Landschapsvormende laag Kenmerk
Menselijke
Landschapsvormende laag Kenmerk
4 Zoek 2 foto’s met behulp van Streetview in Google Earth of Google Maps.
Foto 1 is een foto met volgende landschapsvormende lagen: industrie, infrastructuur en bebouwing.
Foto 2 is een foto met een natuurlijke en menselijke landschapsvormende laag.
5 Op de foto zie je een luxe resort tussen de bananenplantages in La Palma. Los de onderstaande vragen op.
• Som 4 verschillende landschapsvormende lagen op:
• Welke landschapsvormende lagen zijn
Menselijk:
Natuurlijk:
6 Zoek op streetview (Google Maps) een foto waarbij de landschapsvormende laag “reliëf” van menselijke oorsprong is.
Een goede kaart moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Verbind elk onderdeel of elke eigenschap met de gepaste omschrijving.
titel noordpijl schaal verticaal perspectief legende
Dit onderdeel helpt je om de kaart te oriënteren. Je kijkt naar het kaartgebied van bovenaf.
Dit onderdeel geeft informatie over het thema en/of het gebied dat op de kaart is afgebeeld.
Dit onderdeel geeft aan hoeveel keer de kaart verkleind is. Elke kaart is immers een verkleining van de werkelijkheid.
Dit onderdeel legt uit wat de betekenis is van de kleuren, lijnen, symbolen en andere aanduidingen op de kaart.
Een goede kaart POLST:
P De kaart gebruikt een verticaal perspectief.
O Er is een noordpijl om de kaart te kunnen oriënteren.
L Er is een duidelijke legende
S Er is een schaal of een aanduiding voor de werkelijke afstand.
T Er is een duidelijke titel.
Op p. 6 heb je zelf de route van school naar huis getekend. POLST de kaart die je toen getekend hebt? Waaraan voldoet je kaart? Duid aan. Perspectief Oriënteren Legende Schaal Titel
Omcirkel de POLST-voorwaarden op de kaart.
Markeer wat juist is. Deze kaart gebruikt een verticaal / horizontaal perspectief.
Montreal, Canada
Een verticaal luchtbeeld is wél bruikbaar om er een kaart van te maken
Wanneer we een foto van een landschap nemen, dan is dat meestal horizontaal. Op deze afbeelding zie je een duidelijke voor- en achtergrond. Deze foto’s kunnen mooi zijn, maar ze zijn niet geschikt om er een kaart van te maken.
Bekijk jouw huis of de school in verticaal en horizontaal perspectief in Google Earth of Google Maps.
Noteer hoe Google het horizontaal perspectief noemt.
Kruis hieronder de verticale perspectieven aan.
Markeer het correcte antwoord:
Horizontaal perspectief
Schuin perspectief
Verticaal perspectief
Horizontaal perspectief Schuin perspectief Verticaal perspectief
Horizontaal perspectief Schuin perspectief Verticaal perspectief
Start de App Google Earth op en zoek via het loepje jouw school op. Bekijk je school in 2D, 3D en met Streetview.
Duid het correcte antwoord aan:
• Horizontaal perspectief: 2D 3D Streetview
• Schuin perspectief: 2D 3D Streetview
• Verticaal perspectief: 2D 3D Streetview
• Zijn de foto’s van jouw school nog up-to-date? Ja Nee
• Met welk type beeld gaat een cartograaf aan de slag om zijn kaarten te maken? Duid aan.
Turijn, Italië
Schuin luchtbeeld Verticaal luchtbeeld
Perspectief is de manier waarop je het landschap bekijkt.
• Vanop ooghoogte bekijken we het landschap horizontaal
Horizontaal beeld (Streetview)
• Vanop de bovenste rij in de tribune zien we het voetbalveld in een schuin perspectief.
• Bij een satellietbeeld zien we het landschap op een verticale manier.
2.3.1 Het wereldgradennet
Het wereldgradennet kan helpen om een plaats nauwkeurig te bepalen op de wereldbol. De evenaar en de nulmeridiaan (Greenwich) spelen daarin een heel belangrijke rol. Vanaf deze twee denkbeeldige lijnen wordt het hele gradennet over de wereld uitgetekend.
Bekijk de onderstaande globe en de kaart op de volgende pagina en voer de onderstaande opdrachten uit.
• Markeer zowel op de globe als op de kaart de evenaar met rood en de nulmeridiaan met groen.
• Noteer in elk vakje van de globe en de kaart de onderstaande begrippen op de juiste plaats. noordpool - zuidpool - evenaar - nulmeridiaan - breedtecirkels - lengtecirkels - noordelijk halfrond (NH) - zuidelijk halfrond (ZH) - westelijk halfrond (WH) - oostelijk halfrond (OH)
Enkel op de kaart: noordpoolcirkel (NPC) - zuidpoolcirkel (ZPC) - Kreeftskeerkring (KKK)Steenbokskeerkring (SBK)
• De man en de vrouw op deze afbeelding staan elk op een ander halfrond. Duid hun locatie* aan op de bovenstaande globe. Zet een kruisje.
De man staat in het westelijk halfrond, de vrouw in het oostelijk halfrond
wereld: staatkundig
Legende landsgrenzen wereldgradennet keerkringen en poolcirkels
Door welke continenten lopen de referentielijnen*? Duid aan.
Evenaar Afrika Azië Noord- en Centraal-Amerika Antarctica Europa Oceanië Zuid-Amerika
Nulmeridiaan Afrika Azië Noord- en Centraal-Amerika Antarctica Europa Oceanië Zuid-Amerika
Kreeftskeerkring Afrika Azië Noord- en Centraal-Amerika Antarctica Europa Oceanië Zuid-Amerika
Steenbokskeerkring Afrika Azië Noord- en Centraal-Amerika Antarctica Europa Oceanië Zuid-Amerika
Noordpoolcirkel Afrika Azië Noord- en Centraal-Amerika Antarctica Europa Oceanië Zuid-Amerika
Zuidpoolcirkel Afrika Azië Noord- en Centraal-Amerika Antarctica Europa Oceanië Zuid-Amerika
Om een plaats op aarde te bepalen, heb je een breedte- en lengteligging nodig. Die lees je af aan de randen van de kaart.
De breedteligging is de afstand van een plaats tot de evenaar.
In de gebieden tussen de evenaar en de noordpool spreek je van noorderbreedte (NB).
In de gebieden tussen de evenaar en de zuidpool spreek je van zuiderbreedte (ZB).
De lengteligging is de afstand van een plaats tot de nulmeridiaan. In de gebieden ten westen van de nulmeridiaan spreek je van westerlengte (WL), in de gebieden ten oosten van de nulmeridiaan spreek je van oosterlengte (OL).
noordpool nulmeridiaan
noordpoolcirkel
Kreeftskeerkring
Steenbokskeerkring zuidpoolcirkel evenaar zuidpool westelijk halfrond oostelijk halfrond
breedtecirkels
noordelijk halfrond
zuidelijk halfrond
lengtecirkels
De getallen in dit assenstelsel, het wereldgradennet, worden uitgedrukt in graden (°), minuten (’) en seconden (”).
1 ° = 60’. 1 graad = 60 minuten. 1’ = 60”. 1 minuut = 60 seconden.
Bepaal op basis van je atlas de breedteligging en de lengteligging van jouw school.
a Ligt de gemeente ten noorden of ten zuiden van de evenaar? noorden / zuiden
b Ligt de gemeente in het NH of het ZH? NH / ZH
c Bepaal op basis van je atlas de breedteligging van je gemeente:
° NB / ZB (schrap wat niet past)
d Ligt de gemeente ten oosten of ten westen van de nulmeridiaan? oosten zuiden
e Ligt de gemeente in het OH of in het WH? OH / WH
f Bepaal op basis van je atlas de lengteligging van je gemeente:
° OL / WL (schrap wat niet past)
Besluit: je schoolgemeente ligt op ° B en op ° L
g Zoek je school op met Google Earth. Via deze App krijg je de exacte locatie van je school. Let op, Google Earth is een Engelstalig programma.
Kan jij de coördinaat voluit noteren? ° ’ ”N ° ’ ”E
h Wat betekenen deze symbolen? ° = ’ = ” =
1 graad
1 graad
2.3.2 Een plaats situeren
De windroos gebruik je om plaatsen ten opzichte van elkaar te situeren.
Op een kaart kun je lang zoeken naar een bepaalde plaats.
Als je weet in welke richting je moet zoeken, kan dat al een grote hulp zijn.
De richting waarin we naar een plaats zoeken, duiden we aan met een hoofdwindstreek (noorden, oosten, zuiden en westen) of een tussenwindstreek (noordoosten, zuidoosten, zuidwesten, noordwesten).
Vul de windroos in met de hoofd- en tussenwindstreken.
Neem een stadsplan waarop jouw school staat en zet een kruisje op jouw school.
• POLST het stadsplan? Ja Nee
• Verklaar:
• Wat bevindt zich ten noorden van je school?
• Wat bevindt zich ten oosten van je school?
• Wat bevindt zich ten zuiden van je school?
• Wat bevindt zich ten westen van je school?
België (atlaskaart: ): antwoord met een hoofd- of tussenwindstreek
a De stad Antwerpen ligt ten van Brugge.
b Gent ligt ten van de stad Namen.
c Brugge ligt ten van de stad Antwerpen.
d Brussel ligt ten van Oostende.
Europa (atlaskaart: ): antwoord met een hoofd- of tussenwindstreek.
a Polen ligt ten van Duitsland.
b Het Verenigd Koninkrijk ligt ten van Frankrijk.
c Portugal ligt ten van Spanje.
d Griekenland ligt in het van Europa.
e België ligt ten van Oostenrijk.
f Zwitserland ligt ten van Oostenrijk.
Met behulp van hoofd- en tussenwindstreken kunnen we bepaalde plaatsen ten opzichte van elkaar situeren.
Je weet dat een legende informatie geeft over de symbolen en kleuren die op een kaart worden gebruikt. Dat helpt je om een kaart goed te lezen en te interpreteren.
Markeer alle correcte uitspraken groen en alle foutieve uitspraken rood.
Een legende maakt het lezen van een kaart makkelijker.
Een legende bevat niet altijd evenveel symbolen.
Een legende staat altijd op de kaart.
In een legende staan ook elementen die je in werkelijkheid niet ziet.
Je krijgt van je leerkracht een topografische kaart (schaal 1:25000).
Teken het symbool van de volgende landschapselementen.
Kerk
Schoolgebouw
Een legende bevat geen letters.
Een groene kleur stelt altijd een bos of woud voor.
Hoofdwegen
Permanent* hooiland Stadhuis Beek
Kruis onderstaande elementen aan die op de topografische kaart (1:25000) voorkomen. Lokaliseer de aangekruiste landschapselementen ook op de topografische kaart.
Je eigen school
De plaats waar je woont
Het station
Het kerkgebouw dichtst bij je school
Ga naar de website geopunt.be en voer volgende opdrachten uit.
a Links bovenaan: typ je gemeente in.
b Rechts onderaan:
Lagen – Lagen toevoegen – Bouwen en wonen – Ruimtelijke ordening – Gewestplan
c Ga op zoek naar de legende. Wat is de betekenis van ... Noteer.
d Wat is de betekenis van het gebied waarin je school ligt?
Ga naar de website geopunt.be en zoek volgende gegevens op.
a Links bovenaan: typ Weststraat, Blankenberge in.
b Rechts onderaan: Lagen – Lagen toevoegen – Historische kaarten
c Bekijk alle historische kaarten chronologisch* met de tijd.
d Aan welk landschapselement heeft de Weststraat zijn naam wellicht te danken?
Op welke historische kaart staat dit landschapselement voor het eerst getekend?
e Vanaf welke historische kaart is de havengeul en spuikom in Blankenberge te zien?
Hoe is het landschap in Blankenberge door de tijd veranderd?
f Hoe snel is het landschap veranderd? Kruis aan.
Enkele minuten, uren of dagen
Enkele jaren
Enkele decennia
Enkele eeuwen
Ga naar de website geopunt.be en zoek volgende gegevens op.
a Links bovenaan: Typ het adres van je school in.
b Rechts onderaan: Lagen – Lagen toevoegen – Historische kaarten
c Bekijk alle historische kaarten chronologisch met de tijd.
d Vanaf welke historische kaart is de straat van je school waarneembaar?
Hoe is het landschap door de tijd veranderd?
e Hoe snel is het landschap veranderd? Kruis aan.
Enkele minuten, uren of dagen
Enkele jaren
Enkele decennia
Enkele eeuwen
Een legende maakt het mogelijk om een kaart te lezen en te analyseren. De legende gebruikt daarvoor verschillende kleuren, symbolen, letters en woorden. Naast de legende bij een atlaskaart, vind je in de atlas ook een algemene legende.
Ik vind geen legende bij de kaart.
Gebruik de algemene legenda (kaft vooraan of achteraan).
Ik zoek de betekenis van een symbool of kleur op een kaart.
Gebruik de legende bij de kaart.
NOORDZEE
IJzer
Kuststreek
Zandig Vlaanderen
Roeselare
Polders Polders
Zandlemig Vlaanderen
Kempen
Groentestreek
Hageland
Maasland
Henegouwse Leemstreek
Brabantse Leemstreek
Vochtig Haspengouw
Droog Haspengouw
Zandig Vlaanderen
Zandlemig
Vlaanderen
Kortrijk
Henegouwse Leemstreek
Vochtig Haspengouw
Brabantse Leemstreek
Land van Herve Land
Droog Haspengouw
Condroz Condroz
Fagne-Famenne
Ardennen Kalksteenzoom
Marche-enFamenne
Dichtbebouwd en/of industriestreek Kerngebied of Vlaamse Ruit
Lotharingen Lotharingen
Brussel
rivier kanaal hoofdstad belangrijke stad
Mechelen
schaal 1: 2 200 000
0255075 100 125 150 km
Bij een kaart kunnen we verschillende soorten schalen vinden.
Een numerieke schaal op een kaart maakt het mogelijk om de werkelijke afstand tussen twee of meerdere punten op een kaart te bepalen.
Brussel
rivier kanaal hoofdstad belangrijke stad
Mechelen
Noteer de soort schaal in de tweede kolom van de tabel.
schaal 1: 2 200 000
0255075 100 125 150 km
Brussel
rivier kanaal hoofdstad belangrijke stad
schaal 1: 2 200 000
0255075
Mechelen
Neem er de topografische kaart van je eigen regio bij.
• Wat is de breukschaal van deze kaart:
• Staat er een lijnschaal op deze topografische kaart? Ja Nee
Bereken de afstand in vogelvlucht* tussen Blankenberge en Gent met de breukschaal.
Stap 1
Ga op zoek naar de best geschikte kaart. Noteer de breukschaal.
Stap 2
Meet de afstand tussen Blankenberge en Gent met je meetlat.
Stap 3
Zet het resultaat om in de meest geschikte eenheid.
• Bepaal vervolgens met een routeplanner de afstand. Stel als transportmiddel de auto in.
• Verklaar het verschil in afstand tussen de berekening van de routeplanner en de breukschaal.
Bepaal de afstand tussen Blankenberge en Gent met behulp van de lijnschaal.
Stap 1
Ga op zoek naar de meest geschikte kaart.
Bepaal met streepjes op een kladblaadje of je vingers ongeveer de afstand.
Stap 3
Vergelijk de afstand met de lijnschaal. Noteer het resultaat.
Bepaal vervolgens met een routeplanner de werkelijke afstand. Stel als transportmiddel de fiets in.
Een numerieke schaal (breukschaal of lijnschaal) op een kaart maakt het mogelijk om de werkelijke afstand tussen twee of meerdere punten op een kaart te bepalen.
Bij een breukschaal bereken je de werkelijke afstand in vogelvlucht door de afstand te meten Bij een lijnschaal bepaal je de werkelijke afstand door deze af te passen
Routeplanners geven de werkelijke afstanden weer.
Welke titels vind je goed en welke kunnen beter? Kruis aan en verklaar je keuze.
a Mijnbouw: Goed Kan beter
Reden:
b Klimaat van Europa: Goed Kan beter
Reden:
c Middellands Zeegebied: Goed Kan beter
Reden:
In het ISAAC-moment tekende je een kaart met daarop je route van school naar huis.
a Heeft die kaart een goede titel? Ja Nee
b Bestaat de titel uit een locatie en inhoud? Ja Nee
Locatie:
Inhoud:
Polst deze kaart? Vul het begrip aan… In orde Niet in orde
a Vul de begrippen in de eerste kolom aan.
b Zet een kruisje in de juist kolom
c Geef de kaart een geschikte titel.
Locatie:
Inhoud: Een (kaart)titel vat samen welke inhoud de kaart weergeeft. In de titel vind je zeker de locatie en de inhoud. Wanneer het een overzichtskaart is, is de locatie voldoende.
7 Waarvoor staan de letters? Vul aan.
8 Bekijk onderstaande kaart en los op.
• POLST deze kaart? Ja Nee
• Omcirkel de correcte antwoorden en duid (indien mogelijk) op de kaart aan.
P In orde Niet in orde
O In orde Niet in orde
L In orde Niet in orde S In orde Niet in orde
T In orde Niet in orde
9 Kruis hieronder de verticale perspectieven aan.
10 We bestuderen tijdens deze oefening het terrein van Tomorrowland in Boom.
a Vanuit welk perspectief werden deze foto’s genomen? Markeer het antwoord.
Horizontaal / Schuin / Verticaal
b Met welk verticaal luchtbeeld uit Boom zou je bovenstaande foto’s combineren? Omcirkel het correcte antwoord.
c Met welke kaart combineer je de foto A en foto B?
Foto A: Kaart 1 Kaart 2 Kaart 3
Foto B: Kaart 1 Kaart 2 Kaart 3
11 Kleur of duid aan op de onderstaande wereldkaart.
De wereld: staatkundig
(noorden)
Legende
landsgrenzen wereldgradennet keerkringen en poolcirkels
a Kleur de evenaar met rood.
b Kleur de nulmeridiaan met groen.
c Kleur de KKK, SBK, NPC en ZPC met geel.
d Kleur het noordelijk halfrond in het paars.
e Kleur het zuidelijk halfrond in het oranje.
f Arceer het oostelijk halfrond horizontaal met blauw potlood .
g Arceer het westelijk halfrond verticaal met bruin potlood.
h Zet een kruisje (X) in België.
i Omcirkel de correcte antwoorden.
België ligt in het NH / ZH / OH / WH.
12 Vul de windroos aan.
Naam:
Klas: Nr:
Datum: / /
Opdracht 1
Hieronder zie je een typisch Vlaams landschap. We merken dat wij dat landschap vorm hebben gegeven en op allerlei manieren gebruiken.
Haal uit de foto twee landschapsvormende lagen en noteer ze in de tabel.
Noteer bij elke laag telkens één typisch kenmerk.
Kruis aan in de laatste kolom of het gaat over een natuurlijke of menselijke landschapsvormende laag.
Landschapsvormende laag
Kenmerk Natuurlijke of menselijke landschapsvormende laag?
natuurlijke
menselijke
natuurlijke
menselijke /
Welk perspectief zien we op deze foto?
Horizontaal
Verticaal
In de brochure GROENE 62 vinden we deze tekst en het bijhorende plan.
“Sinds april 1867 stoomde de eerste trein tussen Oostende en Torhout. Ongeveer om de drie kilometer was er een stationnetje. In 1963 spoorde hier de laatste passagierstrein en in 1967 de laatste goederentrein. De treinverbinding had precies 100 jaar dienst gedaan. In 1984-1985 werden de sporen en dwarsliggers opgebroken. Onder impuls van de provincie werd de voormalige spoorweg een fiets- en wandelpad. De naam groen komt van de groene omgeving, het nummer 62 omdat de spoorweg het nummer 62 droeg.” /
Naam:
Klas: Nr:
Datum: / /
Opdracht: een goede kaart POLST!
Maak een kaart met daarop de weg die je aflegt van school naar huis.
Duid, nadat je de kaart hebt gemaakt, 3 landschapsvormende lagen aan op de kaart en benoem de lagen in de legende.
Benodigdheden
Maak gebruik van schrijfgerief, stiften, kleurpotloden, een lat of geodriehoek, iPad met digitale hulpmiddelen (Google Maps, Google Earth ...) en niet-digitale hulpmiddelen (een atlas, een topografische kaart, een stadsplan ...).
Evaluatie
Attitude
Ik heb alle benodigdheden mee tijdens de les waarin ik aan de taak mag werken.
Ja Nee
Ik heb mijn taak op tijd ingediend.
Ja Nee
Proces
Bekijk de kaart die je maakte in het begin van het schooljaar op pagina 6.
Hoe maakte je op dit takenblad de kaart beter? Noteer in volzinnen drie verschillen tussen je eerste kaart en deze kaart. Markeer per verschil een kernwoord. 1 2 3
De kaart werd in een verticaal perspectief getekend. / 1
Je kan de kaart goed oriënteren.
Op de kaart staat een windroos (met de hoofdwindstreken). / 1
Mijn legende bestaat uit kleuren, symbolen en woorden. / 3
De legende is correct toegepast op de kaart. / 1
Jouw afgelegde route van school naar thuis staat op de kaart getekend en in de legende vermeld. / 1
Noteer op de kaart de afgelegde afstand tussen school en thuis. (De schaal moet je niet op deze kaart vermelden.) / 1
De kaart heeft een goede titel. / 1
Je hebt op de kaart 3 verschillende landschapsvormende lagen aangeduid. / 3
Polst de kaart? Vul de tabel aan.
Schrijf het begrip voluit
Is dit onderdeel in orde op de kaart Groene 62? Duid het item (indien mogelijk) aan op het plan
P Ja Nee
O Ja Nee
L Ja Nee
S Ja Nee
T Ja Nee
Indien het onderdeel niet in orde is, noteer je hier een suggestie.
Lokaliseren /
Gistel ligt in het NH / ZH / OH / WH
Deze stad ligt ten noorden/zuiden van de evenaar en ten oosten/westen van de nulmeridiaan.
Gistel lokaliseren we op ° - ° NB / ZB en ° - ° OL / WL.
Situeren /
Kies uit: N / NO / O / ZO / Z / ZW / W / NW
Tussen Torhout en Snaaskerke fiets je langs de groene 62 naar het
Van Snaaskerke richting Zandvoorde fiets je naar het
Legende /
Langs de groene 62 fiets je onder twee bruggen door.
Waar Niet waar
Wanneer je van Torhout tot Gistel fiets, doorkuis je achtereenvolgens een streek met zandleem, zand, zand en klei en zand.
Waar Niet waar
Schaal /
Bepaal hoe ver Oudenburg van Wijnendale ligt met de lijnschaal:
Bepaal met een routeplanner de afstand (met de fiets) tussen Oudenburg en Wijnendaele.
Bepaal met een routeplanner de afstand (met de auto) tussen Oudenburg en Wijnendaele.
Naam:
Klas: Nr:
Datum: / /
Opdracht 2
Zoek op met de atlas?
Welk hulpmiddel gebruik je?
Bladwijzer / Kaartregister
Thelon
Kleine Atlas (Tell Atlas)
Index / Register (Algemene) inhoud
Bladwijzer / Kaartregister
Index / Register (Algemene) inhoud
Kaart(en) (+ kwadrant) Los de extra vraag op.
Wat is Thelon?
In welk continent situeren we de Kleine Atlas?
Zuid-Amerika Reliëf
De Aarde
De Aarde Klimaat
België
Bladwijzer / Kaartregister
Index / Register (Algemene) inhoud
Bladwijzer / Kaartregister
Index / Register (Algemene) inhoud
Bladwijzer / Kaartregister
Index / Register (Algemene) inhoud
Bladwijzer / Kaartregister
Index / Register (Algemene) inhoud
Met welke kleur worden de hoogste zones weergegeven?
Noteer de breukschaal van de kaart.
Welk klimaat heerst er in België volgens je atlas?
Onze school situeren we ten N - NO - O - ZO - Z - ZW - W - NW van onze hoofdstad Brussel. /
13 In welke halfronden lokaliseren we onderstaande landen? Zet een kruisje in de correcte kolom.
Venezuela
Colombia
IJsland
Kenia
Oezbekistan
België
Indonesië
Mali
14 Over welk land kan het gaan? Vul in.
Maak deze oefening met behulp van de wereldkaart in je atlas.
15 Welke referentielijnen lopen door onderstaande continenten? Zet kruisjes in de juiste kolommen.
Maak deze oefening met behulp van de wereldkaart in je atlas. Continent
Noord-Amerika en Centraal- Amerika
Zuid- Amerika
Antarctica
Europa
Afrika
Azië
Oceanië
16 Vul in of schrap wat niet past.
Plaats
Schoten
Brussel
Lilongwe
Lokalisatie: tussen … Atlaskaart + kwadrant
51° en 52°NB / ZB en °OL en °OL
50° en 51°NB / ZB en ° en °OL
10° en 20°NB / ZB en 30° en °OL / WL
Dublin ° en 54°NB / ZB en ° en °OL / WL
Quito
München
Houston
evenaar / nulmeridiaan
48° en °NB / ZB en 10° en 12° OL / WL
°NB / ZB / OL / WL en 90° en 10°OL / WL
17 Over welke breedtecirkel gaat het? Duid het correcte antwoord aan.
Tip Belangrijke breedtecirkels
Brazilië, Chili, Namibië, Australië
Verenigde Staten, Canada, Rusland, Finland
Mexico, Libië, India, China
Noordpoolcirkel(66°33’NB)
Kreeftskeerkring (23°27’NB)
Evenaar (0°)
Steenbokskeerkring (23°27’ZB)
Zuidpoolcirkel (66°33’ZB)
Noordpoolcirkel(66°33’NB)
Kreeftskeerkring (23°27’NB)
Evenaar (0°)
Steenbokskeerkring (23°27’ZB)
Zuidpoolcirkel (66°33’ZB)
Noordpoolcirkel(66°33’NB)
Kreeftskeerkring (23°27’NB)
Evenaar (0°)
Steenbokskeerkring (23°27’ZB)
Zuidpoolcirkel (66°33’ZB)
18 Werken met Google Earth. Zoek op.
a Welke stad lokaliseren we op 37°48’46”ZB en 144°57’47”OL?
• Stad:
• Land:
• Continent:
b Welke stad lokaliseren we op 50°49’12’’NB en 1°05’18’’WL?
• Stad:
• Land:
• Continent:
c Wat is momenteel jouw exacte locatie? ° ’ ” NB /ZB en ° ’ ” OL/WL.
d Welke kustgemeente ligt op 51°16’34”NB en 3°01’50” OL?
19 Teken op de wereldkaart en globes de onderstaande referentielijnen.
a Teken de evenaar met rood.
b Teken de nulmeridiaan met groen.
c Teken de KKK, SBK, NPC en ZPC met blauwe stippellijn.
d Kleur het noordelijk halfrond in het geel.
e Arceer het westelijk halfrond verticaal met grijs potlood.
f Zet een kruisje (X) in België.
g Maak een legende bij de globes.
De wereld: staatkundig
Legende landsgrenzen wereldgradennet keerkringen en poolcirkels
Legende
20 Markeer het correcte antwoord. Vul in kolom 3 de gebruikte atlaskaart en kwadrant in.
Opdracht
Chaudfontaine ligt ten van Spa.
Spa ligt ten van Chaudfontaine.
Ath (Aat) ligt ten van Gent.
Markeer het correcte antwoord. Atlaskaart + kwadrant
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
Maleisië ligt ten van Indonesië. N - O - Z - W
Ten noorden van Costa Rica ligt Nicaragua.
Ten van Suriname ligt Frans Guyana.
Antwerpen ligt ten van Brussel.
Albanië ligt ten van België.
Waar - Niet waar
N - O - Z - W
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
Bocholt ligt in het deel van België. NO - ZO - ZW - NW
Dour ligt in het deel van België. NO - ZO - ZW - NW
Blankenberge ligt ten van Stalhille.
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
De zon komt ‘s morgens op in het . N - O - Z - W
Marseille ligt in het van Frankrijk. N - O - Z - W
21 Markeer het correcte antwoord. Vul in kolom 3 de gebruikte atlaskaart en kwadrant in.
Opdracht
Kreta ligt in het van Europa.
Lyon ligt ten van Dijon.
Letland ligt ten van Estland.
Aarlen (Arlon) ligt in het van België.
Tilburg ligt ten van Utrecht.
Berlijn ligt ten van Rome.
Wenduine ligt ten van De Haan.
Ibiza ligt ten van Mallorca.
Profondeville ligt ten van Namen.
Munchen ligt in het van Duitsland.
Calais ligt in het van Frankrijk.
Zweden ligt ten van Noorwegen.
Markeer het correcte antwoord. Atlaskaart + kwadrant
NO - ZO - ZW - NW
N - O - Z - W
N - O - Z - W
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
N - O - Z - W
N - O - Z - W
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
N - O - Z - W
N - O - Z - W
N - O - Z - W
22 Markeer het correcte antwoord. Vul in kolom 3 de gebruikte atlaskaart en kwadrant in.
Opdracht
Rijden we via de E40 van Gent naar Luik, dan rijden we in richting.
Tussen Wittenberg en Hamburg stroomt de rivier de Elbe naar het .
De Mississippi stroomt
Het Andesgebergte ligt aan de van Zuid-Amerika.
Je spoort van Neerpelt naar Mol. In welke windrichting reis je dan?
Tussen Kortrijk en Gent loopt de Leie naar het .
Als we met de auto op de E411 van Brussel richting Aarlen rijden, dan rijden we naar het
Als we met de auto op de E411 van Aarlen richting Brussel rijden, dan rijden naar het
Andesgebergte
Markeer het correcte antwoord. Atlaskaart + kwadrant
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
Van noord naar zuid. Van zuid naar noord. Van oost naar west. Van west naar oost.
Westkust - Oostkust
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
N - NO - O - ZOZ - ZW - W - NW
23 Hieronder staat een land of een Belgische provincie telkens 3 keer afgebeeld. Vul de windroos aan zodat die goed georiënteerd is.
a De provincie West-Vlaanderen:
b Spanje:
c Vlaams Brabant:
24 Teken het symbool van de volgende (landschaps)elementen. Let op de juiste kleur.
Rivier Olijfbomen
Loofbossen
Moskee
Pretpark
Tropisch regenwoud
Warm en altijd droog klimaat
Spoorweg
25 Teken het symbool van de volgende (landschaps)elementen. Let op de juiste kleur.
Hoofdstad
Waterkrachtcentrale
Hoogtepunt (met hoogtegetal in m)
Gebergteklimaat
Boomgaarden
Ijswoestijn
26 Teken het symbool van de volgende (landschaps)elementen. Let op de juiste kleur.
Windmolenparken
Aardbevingen
Risicozones voor tsunami’s
Vulkanen
Hotspots
Aardolieveld
27 Bereken de ontbrekende getallen.
• Bij een kaart in de atlas staat deze breukschaal: 1:200 000.
1 cm op de kaart is dan cm, m of km in werkelijkheid.
• Bij een kaart in de atlas staat de breukschaal 1:20 000.
1 cm op de kaart is dan cm, m of 0,2 km in werkelijkheid.
28 Bereken de ontbrekende getallen.
• De breukschaal is 1:1000. De gemeten afstand op de kaart is 8 cm.
De werkelijke afstand is dus meter.
• De breukschaal is 1/20 000. De gemeten afstand op de kaart is 4 cm.
De werkelijke afstand is dus m of km.
29 Op een plattegrond is de cartograaf de lijnschaal vergeten te tekenen. 1 cm op de kaart is eigenlijk 100 m in werkelijkheid. Teken de lijnschaal (tot en met 500 meter).
30 Bereken met de breukschaal de afstand tussen Madrid en Barcelona in vogelvlucht.
• Noteer de berekening in 3 stappen.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
• Bepaal de werkelijke afstand tussen Madrid en Barcelona met een routeplanner.
Stel als transportmiddel een auto in:
31 Neem de topografische kaart van je eigen regio.
• Bepaal met de lijnschaal de afstand tussen je school en het marktplein van de gemeente waarin je school gelegen is.
Stap 1 Topografische kaart
Stap 2 Afpassen
Stap 3 Eigen antwoord:
Open vervolgens een routeplanner en bereken de werkelijke afstand van je school tot het marktplein.
Stel je routeplanner in als ‘te voet:
32 Zoek de kleinste breukschaal die je in je atlas kan vinden.
Let op, hoe groter de noemer van de breukschaal, hoe kleiner de schaal.
Atlaskaart:
• Breukschaal:
• 1 cm op de kaart is dus km in werkelijkheid.
Zoek de grootste breukschaal die je in je atlas kan vinden.
Let op, hoe kleiner de noemer van de breukschaal, hoe groter de schaal.
Atlaskaart:
• Breukschaal:
• 1 cm op de kaart is dus m / km in werkelijkheid.
• Markeer het juiste antwoord: “de kaart met de kleinste schaal is het meest / minst gedetailleerd en stelt het grootste / kleinste gebied voor.
33 Je fietst van Verdun naar Sedan.
• Bepaal met de lijnschaal de afstand die je zal fietsen. Noteer in drie stappen.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
• Bepaal met een routeplanner de werkelijke afstand die je fietst van Verdun naar Sedan. km.
• Langs welke rivier fiets je?
• Fiets je stroomopwaarts* of stroomafwaarts*?
34 Bepaal de schaal bij de volgende kaarten.
• De werkelijke afstand is 4 km, de gemeten afstand op de kaart 2 cm.
De schaal is dan
• De werkelijke afstand is 900 m, de gemeten afstand op de kaart 3 cm.
De schaal is dan
35 Welke titels vind je goed en welke kunnen beter. Verklaar je keuze.
• Titel: Reliëf
Duid aan: Goed Kan beter
Reden:
• Titel: Britse eilanden - Neerslag
Duid aan: Goed Kan beter
Reden:
• Titel: Azië
Duid aan: Goed Kan beter
Reden:
36 Los de volgende vragen op in verband met de atlastitel.
• Bevolkingsdichtheid - Iberisch Schiereiland
Duid aan: Goed Kan beter
Reden:
Kan jij met eigen woorden uitleggen wat een schiereiland is?
Uit welke twee landen bestaat het Iberisch schiereiland?
Welk gebergte vormt de natuurlijke grens in het noorden van het Iberisch Schiereiland?
• Gemiddelde temperatuur juli 2024
Duid aan: Goed Kan beter
Reden:
Polst deze kaart? JA / NEE
Bron kaart: https://www.meteo.be/nl/klimaat/klimaat-van-belgie/klimatologische-kaarten
Op welke kaartpagina vinden we een kaart van Nederland in de atlas?
Doorheen welk land stroomt de rivier Po?
Hoe hoog is de heuveltop Pellenberg?
3.1 De bladwijzer (of kaartregister)
Waar vind je de bladwijzer / het kaartregister in jouw atlas?
Op welke kaart vinden we informatie in verband met de industrie in Europa.
Wanneer gebruik je de bladwijzer of het kaartregister?
Je weet een stad, rivier, land … ongeveer liggen, maar je zoekt de exacte locatie.
Zoek op basis van de bladwijzer (het kaartregister) de kaarten in je atlas.
België Europa
Afrika Antarctica
Zuidoost-Azië
Frankrijk
Midden-Oosten
Verenigde Staten
Waar vind je het register (de index) in jouw atlas?
Wanneer gebruik je het register of de index?
Je weet een stad, rivier, land … helemaal niet liggen. Dan gebruik je het register (of de index).
Deze lijst is alfabetisch opgebouwd.
Zoek op basis van het register (of de index) de kaarten in je atlas. (Noteer ook de kwadranten wanneer deze vermeld worden.)
Sierra Nevada (Spanje)
Sierra Nevada (VS)
Meer van Galilea
Labradorzee
Brugge
Hasselt
Land van Waas
Mont Blanc
Kan jij met eigen woorden uitleggen wat een kwadrant is?
Vallen er bepaalde zaken op bij het opzoeken met het register of de index?
Waar vind je de (algemene) inhoud in jouw atlas?
Wanneer gebruik je de (algemene) inhoud?
Je zoekt een themakaart. Voorbeelden van thema’s zijn landbouw, industrie, bevolking, klimaat, toerisme …
Zoek op basis van de (algemene) inhoud de onderstaande thematische kaarten in je atlas.
België Landbouw
Varkensteelt
Afrika Reliëf
Oceanië Afstanden
Aarde Klimaat
Europa
Toerisme
Toeristische streken
Azië
Japan
Economie
Aarde
Energie
Aardolie en aardgas
Europa Industrie
Ik zoek de locatie van een stad, gebied, rivier, land …
Ik weet het al ongeveer liggen.
Ik weet het helemaal niet liggen.
Ik zoek een themakaart
Ik zoek de betekenis van een symbool of kleur op een kaart.
Gebruik de bladwijzer of kaartregister.
Benoem het thema (industrie, toerisme, geologie, klimaat …).
Gebruik het register/index (alfabetische lijst achteraan).
Gebruik de inhoudstafel.
Gebruik de legende bij de kaart.
Ik vind geen legende bij de kaart.
Gebruik de algemene legende.
37 Werken met de atlas - Welk hulpmiddel gebruik je? Verbind
Index - Register
Bladwijzer - Kaartregister
(Algemene) inhoud
38 Vink het correcte hulpmiddel aan.
Ik weet het ongeveer liggen.
Ik zoek een thematische kaart.
Ik weet het helemaal niet liggen.
Noteer in de laatste kolom de juiste atlaskaart en eventueel het kwadrant.
Plaats
Noord- en Centraal-Amerika
Oceanië
China
Aarde
Bevolkings- en ontwikkelingskenmerken Tuberculose (tbc)
Spui
Oceanië Economie
Hulpmiddel
Bladwijzer / Kaartregister
Index / Register (Algemene) inhoud
Bladwijzer / Kaartregister
Index / Register (Algemene) inhoud
Bladwijzer / Kaartregister
Index / Register (Algemene) inhoud
Bladwijzer / Kaartregister
Index / Register (Algemene) inhoud
Bladwijzer / Kaartregister
Index / Register (Algemene) inhoud
Bladwijzer / Kaartregister
Index / Register (Algemene) inhoud
Bladwijzer / Kaartregister
Index / Register (Algemene) inhoud
39 Informatie opzoeken over Wezer. Vul de tabel aan.
Met welk hulpmiddel zoek ik ‘Wezer’ het best op?
Bladwijzer / Kaartregister
Index / Register
Algemene inhoud
Kaart en kwadrant
Wat is ‘Wezer’? In welk land ligt het?
Kaart(en) (+ kwadrant)
In welke zee ligt de monding*?
40 Continenten en oceanen
a Bekijk het filmpje en ontdek wat een continent is.
b Wij houden het op zeven continenten. Noteer de namen van de continenten op onderstaande globes en op de wereldkaart op pagina 48.
Kies uit: Noord- en Centraal Amerika - Zuid-Amerika - Antarctica - Europa - Azië - AfrikaOceanië
c Noteer de vijf belangrijkste oceanen op de onderstaande globes en op de wereldkaart onderaan deze pagina.
Kies uit: Atlantische Oceaan - Grote (of Stille) Oceaan - Indische Oceaan - Noordelijke IJszeeZuidelijke oceaan
d Geef onderstaande kaart een gepaste titel. Noteer die rechtsboven.
Titel:
Legende wereldgradennet keerkringen
poolcirkels
41 Beantwoord volgende vragen op met behulp van een atlas. Noteer de gebruikte atlaskaart.
a Welke grondsoort komt voor in Ieper? (atlaskaart )
b Komt er in Oostende metaalindustrie voor ? (atlaskaart )
c Wat is in Spanje de voornaamste religie ? (atlaskaart )
d Worden er in Italië palm(pit)olie verbouwd? (atlaskaart )
e Worden er langs de rivier ‘Main’ in Duitsland druiven geteeld? (atlaskaart )
42 Beantwoord deze vragen met behulp van een atlas. Vink het juiste antwoord aan.
a Hoeveel overnachtingen telt de stad Blankenberge per jaar?
bijna 6 850
bijna 68 500
bijna 685 000
bijna 6 850 000
staat niet de atlas
b Hoeveel ijsdagen telt Blankenberge gemiddeld per jaar?
geen enkele
1 tot 3 dagen
3 tot 5 dagen
5 tot 7 dagen
7 tot 9 dagen
staat niet in de atlas
• Leg met eigen woorden uit wat een ijsdag is.
c Wat kan je als toerist bezoeken in de buurt van Cahors (stad in Frankrijk) volgens de atlas?
een grot
een ruïne
een kasteel
een abdij
staat niet in de atlas
d Is het Albertkanaal bevaarbaar voor schepen die meer dan 2 000 ton wegen?
Ja
Neen
staat niet in de atlas
e Welke soort erts halen ze uit de mijnbouw in Sardinië?
Koper
Zink
Tin
Lood
staat niet in de atlas
4.1 Een kaart oriënteren
4.1.1 Door observatie in het landschap
Je krijgt van je leerkracht een kaart van de omgeving van je school. Oriënteer de kaart door het landschap te observeren*.
In de afbeelding links zie je het landschap in horizontaal perspectief. Op de afbeelding rechts zie je het landschap in verticaal perspectief. Duid op de rechterafbeelding jouw plaats in het landschap aan.
Hoe oriënteer je een kaart door het landschap te observeren?
Stap 1
Zoek enkele duidelijke elementen in het landschap. Zoek dezelfde elementen op de kaart.
Stap 2
Draai je kaart tot de elementen op de kaart in dezelfde richting liggen als in het landschap.
4.1.2 Met windrichtingen een kompas
Vul de windroos in met de hoofd- en tussenwindstreken.
Hoe oriënteer je een kaart met behulp van een kompas?
Stap 1
Bepaal met een kompas het werkelijke noorden.
Stap 2
Zoek op de kaart het noorden. Het noorden is aangeduid met een pijl. Als er geen noordpijl op de kaart staat, wijst het noorden naar de bovenrand van de kaart.
Stap 3
Draai de kaart zodat het noorden op de kaart overeenkomt met het werkelijke noorden.
Je krijgt van je leerkracht een kaart van de omgeving van je school. Oriënteer de kaart door gebruik te maken van een kompas.
Er bestaan verschillende apps en websites om te navigeren. Wij bespreken Google Maps. Google Maps kan je gemakkelijk raadplegen in je internetbrowser en bestaat ook als app.
Wanneer je de site of de app opent, krijg je meteen een kaart waar de wegen duidelijk zichtbaar zijn. Als je connectie hebt met het internet, duidt de website of de app aan waar jij bent. Hoe gebeurt dat? Met een blauw bolletje, ook de kijkrichting wordt aangegeven.
Je kan ook een route voorstellen door de website of app, zelfs met verschillende vervoersmiddelen: openbaar vervoer, met de auto, met de fiets en ook te voet.
Werken met Google maps.
Stap 1: je tikt op ‘route’
Stap 2: je typt de vertrekplaats en de bestemming in. Met de pijltjes kan je gemakkelijk de vertrekplaats in de bestemming veranderen of omgekeerd.
Stap 3: kies het gepaste vervoersmiddel.
Bepaal met Google Maps de afstand van de school tot je woonplaats.
a Is dat ook de route die jij neemt?
b Hoeveel kilometer komt Google Maps uit?
c In hoeveel tijd zou je de afstand moeten afleggen?
d Klopt deze tijd?
Hoe schat je een bepaalde lengte of afstand in?
Stap 1: zoek beide plaatsen op de meest gedetailleerde kaart.
Stap 2: zet op de rand van een recht stuk papier twee streepjes. Zodat de afstand tussen de twee plaatsen op het blad zijn afgepast.
Stap 3: vergelijk de afstand op het blad met de lijnschaal van je kaart.
Brugge Brussel
Hasselt Antwerpen
Oostende Aarlen
Bepaal de afstand tussen plaats 1 en plaats 2 door middel van de lijnschaal en Google Maps. Plaats 1 Plaats 2
1 Ga naar de speelplaats met een stadsplan of plattegrond van de schoolomgeving.
a POLST het stadsplan of de plattegrond die je van je leerkracht kreeg? Ja Nee
b Duid op het stadsplan of de plattegrond je locatie aan met een x.
c Oriënteer het stadsplan of de plattegrond aan de hand van landschapselementen.
d Stap van de hoofdingang van de school (punt A) naar een stoppunt B buiten de school: Stopplaats B:
• In welke windrichting ben je gewandeld? N / NO / O / ZO / Z / ZW / W /NW
• Hoeveel meter heb je gewandeld? Ik schat m.
• Bepaal de werkelijke afstand tussen punt A en punt B met een routeplanner: m.
e Oriënteer op de stopplaats B het stadsplan of de plattegrond met behulp van een kompas.
Onderstaande oceanen, continenten, referentielijnen en plaatsen kan je op een kaart aanduiden zonder gebruik te maken van een atlas of andere hulpmiddelen.
1 Noord- en Centraal-Amerika
2 Zuid-Amerika
3 Europa
4 Afrika
5 Azië
De wereld: staatkundig
Legende
landsgrenzen wereldgradennet keerkringen en poolcirkels
6 Antarctica
7 Oceanië
8 Atlantische Oceaan
9 Grote of Stille Oceaan
10 Indische Oceaan
11 Noordelijke IJszee
12 Zuidelijke Oceaan
13 evenaar
14 nulmeridiaan
KKK Kreefstkeerkring
SBK Steenbokskeerkring
NPC Noordpoolcirkel
ZPC Zuidpoolcirkel
NB Noorderbreedte
ZB Zuiderbreedte
OL Oosterlengte
WL Westerlengte
NH Noordelijk halfrond
ZH Zuidelijk halfrond
OH Oostelijk halfrond
WH Westelijk halfrond
infrastructuur alles wat ervoor zorgt dat mensen zich kunnen verplaatsen, met elkaar kunnen communiceren, het zijn ook nutsvoorzieningen zoals waterleidingen, rioleringen, elektriciteitsnetwerk en gasleidingen …
GIS-viewer geografisch informatiesysteem
locatie een bepaalde plaats synoniem: ligging
monding de plaats waar een rivier in een andere rivier, meer, zee of oceaan stroomt
navigatiesysteem een app, toestel of website die je plaats aanduidt en je helpt bij het plannen van een route
observeren het bewust waarnemen van het landschap en beschrijven wat je ziet
permanent altijd
recreatie vrijetijdsbesteding om je te ontspannen (sporten, hobby’s …)
referentielijn bijvoorbeeld evenaar, nulmeridiaan, poolcirkels, keerkringen … reliëf afwisseling tussen hoogten en laagten in het landschap
serre broeikas, een gebouw met glazen wanden voor het opkweken van gewassen, zoals groenten, fruit en bloemen
stroomafwaarts van bron naar monding, met de stroom mee varen
stroomopwaarts van monding naar bron, tegen de stroom in varen
topografische een zeer gedetailleerde kaart van een bepaald gebied kaart
transportmiddel een werking/voertuig waarmee goederen, mensen en/of dieren van de ene plaats naar de andere kant brengen
vegetatie natuurlijke plantengroei
vogelvlucht in een rechte lijn
PICTOGRAMMEN STUDIEWIJZER
Atlasoefening
Geografisch informatie systeem
Onthoudkader
Uitbreidingverdiepingsleerstof
Instapoefening
Basisoefening
Uitbreidingverdiepingsoefening woord Kernbegrip
woord* Opgenomen in de begrippenlijst
Auteurs Solange Goossens, Tine Simoens, Dieter Vandamme, Kris Verbouw
Illustrator Lieven Vandenberghe
Eerste editie
Bestelnummer 65 900 0925
ISBN 978 90 4865 129 0
KB D/2025/0147/62
NUR 126
Thema YPMP7
Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge
RPR 0405 108 325 - © die Keure, Brugge
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No parts of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. De uitgever heeft naar best vermogen getracht de publicatierechten volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die niettemin menen nog aanspraken te kunnen doen gelden, kunnen dat aan de uitgever kenbaar maken.
Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®-gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen. 9 789048 651290
ik ken het!
Ik kan van een landschap de verschillende landschapsvormende lagen herkennen en benoemen. 7 - 12
Ik kan uit een landschap enkele kenmerken van landschapsvormende lagen beschrijven. 7 - 12
Ik kan de kwaliteit van een kaart beoordelen op basis van het POLST-principe. 13
Ik kan een breuk- of lijnschaal gebruiken om een afstand op een kaart te bepalen. 13
Ik kan twee plaatsen ten opzichte van elkaar situeren met behulp van hoofd- en tussenwindrichtingen.
20 - 21
Ik kan een legende goed lezen om een kaart te interpreteren. 21 - 23
Ik kan uit bronnen afleiden dat het landschap op korte of lange termijn verandert. 22 - 23
Ik kan uit bronnen beschrijven hoe het landschap op korte of lange termijn verandert.
Ik kan (geografische) bronnen en GIS-viewers juist gebruiken.
Ik kan de atlas op een juiste manier gebruiken.
Ik kan de volgende terreintechnieken juist toepassen: - oriënteren door observatie - oriënteren met behulp van een kompas
Ik kan de oceanen, continenten, referentielijnen en plaatsen (van hoofdstuk 5) op een kaart aanduiden zonder gebruik te maken van een atlas of andere hulpmiddelen.
22 - 23
module 1
44 - 50
51 - 55
56 - 57