Fluo 2 - Werkboek algemeen - inkijk methode

Page 1

Algemeen
NAAM KLAS

Op weg naar school

1 Wie komt te voet naar school? Kleur blauw.

Wie komt met de fiets naar school? Kleur geel.

Wie komt met de auto, bus of tram naar school? Kleur groen.

2 Algemeen

Hoe kom jij naar school? Kruis aan.

Zo zit het in onze klas. Kleur.

1 5
3 Algemeen
2
3
15
10

Hier speel ik

4 Algemeen
1 Waar speel je het best? Kleur groen.

Ik speel niet in het verkeer. Buiten speel ik enkel op een plein of in een park.

5 Algemeen

Mee in de auto

1 Luister.

Kleur wat bij Cas hoort groen.

Kleur wat bij Sem hoort blauw.

Kleur wat bij Adil hoort rood.

Kleur wat bij Thijn hoort oranje.

6 Algemeen

2 Wat weet je erover? Bespreek met je buur.

de gordel spelen in de auto het zitje

3 Zet de stappen in de juiste volgorde. Geef een nummer van 1 tot 4.

Ik wil uitstappen.

Ik stap uit de wagen.

Ik wacht als er een voetganger of fietser te dicht is.

Ik kijk of de stoep vrij is.

Ik open het portier.

4 Goed of fout? Kleur de tekstballon groen als het goed is, rood als het fout is.

Ik rij samen met twee vrienden mee in de auto naar de training. De auto staat langs de weg, dicht bij de stoep. We stappen in aan beide zijden van de auto.

We plannen een reis met de auto. Mijn broer en ik bedenken een leuk en rustig spel. Op weg blijven we op onze plaats en spelen we het spel.

Ik laat mijn broer eerst uitstappen. Als hij uit de wagen is, schuif ik door en stap ook ik uit.

Ik stap in de auto aan de slagerij. Straks stoppen we nog aan de bakkerij. Ik maak mijn gordel niet vast, de rit duurt toch niet lang.

5 Hoe goed doe jij het al? Kleur wat bij je past.

Instappen

Ik doe dit zoals het hoort. Soms doe ik het nog fout.

Uitstappen

Ik doe dit zoals het hoort. Soms doe ik het nog fout.

7 Algemeen

Mee met de bus of de trein

1 Bespreek en benoem wat je ziet.

2 Hoe is het in jouw buurt? Kleur wat past.

Er is een bushalte dicht bij de school. In de buurt van onze school is geen bushalte. Soms kom ik met de bus naar school. Ik kom nooit met de bus naar school.

3 Ziet de bushalte in jouw buurt eruit zoals op de tekening? Vertel.

4 Hoe is het in jouw buurt? Kleur wat past.

Er is een treinstation dicht bij de school. In de buurt van onze school is geen treinstation. Soms neem ik de trein. Ik neem (bijna) nooit de trein.

5 Ziet het treinstation in jouw buurt eruit zoals op de tekening? Vertel.

8 Algemeen
9 Algemeen
6 Wie doet het goed? Kleur wat past.

Borden helpen mij

1 Omkring alle let op-borden rood.

Omkring alle hier is-borden blauw.

Omkring alle moet-borden geel.

Omkring alle mag niet-borden zwart.

2 Wat is het verschil tussen de twee borden? Noteer.

10 Algemeen

3 Welk bord hoort erbij? Teken en kleur het juiste bord bij elke prent.

11 Algemeen

Hier mag je niet werken. Hier eindigen de werken.

Let op: werken.

Op dit deel van de weg moet je stappen of fietsen. Hier mag je niet stappen of fietsen. Let op: een fietspad en een voetpad.

Let op voor voetgangers die willen oversteken. Hier is een zebrapad.

Hier kunnen veel voetgangers stappen.

Je mag deze straat niet in, in geen enkele richting.

Je mag hier niet stappen. Je mag de straat niet inrijden in deze richting.

Let op voor voetgangers.

Je mag hier niet stappen. Je moet hier stappen.

4 Wat zegt elk bord? Kruis de juiste zin aan.
12 Algemeen
13 Algemeen
14 Algemeen

Hier is een oversteekplaats voor fietsers.

Let op: verkeerslichten. Let op: werken.

Hier moet je fietsen. Hier moet je stappen.

15 Algemeen
16 Algemeen

Op dit deel van de weg moet je rechts stappen en links fietsen.

Op dit deel van de weg moet je stappen en fietsen.

Hier mag je niet inrijden, in geen enkele richting. Hier is een zebrapad.

Je mag hier niet fietsen. Je mag hier niet stappen.

17 Algemeen
18 Algemeen

Dit weet ik nu

Mee in de auto

Ik stap in aan de kant van de stoep.

Ik doe het rustig.

Ik stap uit aan de kant van de stoep.

Ik doe het rustig.

Ik wacht tot het kan. Ik hinder niemand.

ik doe de gordel altijd om.

Ik maak de gordel goed vast. Ik hou het rustig.

Mee met de bus

Ik stap in aan de voorkant van de bus.

Ik doe het rustig.

Ik wacht mijn beurt af als het moet.

Ik stap uit aan de achterkant van de bus als er een deur is.

Ik wacht tot de bus stopt.

Dan stap ik rustig uit. Ik duw en trek niet. Ik hinder niemand als ik uit de bus stap.

Ik maak altijd de gordel vast.

Ik hou me vast als ik rechtsta.

Ik hou het rustig. Ik speel niet.

Mee op de trein

Ik wacht op het perron achter de streep.

Ik loop en speel niet op het perron.

Ik stap rustig in of uit de trein.

Ik wacht mijn beurt af als het moet.

Ik stap in als de anderen uitgestapt zijn.

Ik hou het rustig in de trein.

Ik loop niet.

Ik stoor de anderen niet.

Mijn rugzak plaats ik in het rek.

Deze borden helpen mij

Het let op-bord wijst je op het gevaar in de buurt.

Het mag niet-bord zegt wat je niet mag doen.

Het moet-bord zegt wat je moet doen.

Het hier is-bord geeft info over wat er in de buurt is.

19 Algemeen

Ik weet wat mijn plaats is op de weg met de fiets.

Ik weet hoe ik veilig kan oversteken als fietser.

Ik kan veilig fietsen op een kruispunt.

Dit kan ik al met mijn fiets:

Ik kan vlot remmen en stoppen.

Ik kan veilig kruisen en inhalen.

Ik kan een hindernis voorbij rijden.

Ik kan in en uit de auto stappen zoals het hoort.

Ik kan links en rechts afslaan.

Ik kan oversteken op een fietsoversteekplaats.

Ik kan in en uit de bus stappen zoals het hoort. Ik kan in en uit de trein stappen zoals het hoort.

Ik kan de bevelen van een agent opvolgen.

Ik weet dat ik mijn gordel altijd moet om doen.

Ik weet dat ik de gordel goed moet vastmaken.

Ik weet wanneer voetgangers voorrang hebben.

Ik weet dat een bus aan de bushalte voorrang heeft.

Ik kan me rustig houden in de auto of de bus.

Ik kan de voorrang van rechts uitleggen.

Ik ken de veel voorkomende verkeersborden die ik als fietser kan tegenkomen.

Ik weet waar ik kan spelen en waar niet.

Ik weet hoe ik me in het verkeer moet gedragen in de buurt van de school.

Ik ken de borden die voor mij belangrijk zijn in het verkeer.

Ik ken de vier soorten borden.

Ik ken de borden die je vaak ziet.

Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat afkomstig is uit verantwoord beheerde bossen. Deze uitgave is dan ook gedrukt op papier dat het FSC®-label draagt. Dat is het keurmerk van de Forest Stewardship Council

COLOFON
9 789048 640256
Auteurs Annelies Deguffroy, Stef Desodt Illustrator Jan Heylen • Eerste druk 2021 Bestelnummer 60 1010 913 • ISBN 978 90 4864 025 6 KB D/2021/0147/044 NUR 193 Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 - © die Keure, Brugge in
samenwerking met

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.