
8 minute read
Van Sleattemermar tot Atlantische Oceaan
by Devea
CATAMARANKAMPIOENEN RINZE EN YTSJE VAN DER SCHUIT
Van Sleattemermar tot Atlantische Oceaan
Advertisement
Rinze en Ytsje van der Schuit bij de oldskool catamaran Foto: Afke Boven
Terwijl de motor allang met zijn intrede aan de gang is, laat oerpake Van der Schuit in 1913 nog een skûtsje bouwen. Eigenwijs? Ook, maar hij is bovenal een groot liefhebber van zeilen. Een liefde die doorsijpelt naar de volgende generaties. En een liefde die niet beperkt blijft tot de Langwarder Wielen of de Sleattemermar, want soms kruipt het skûtsjebloed verder dan de Friese meren. En het schip van oerpake? Die gaat onder de naam ‘Sneker Pan’ de geschiedenisboeken in als één van de meest succesvolle skûtsjes van de SKS-vloot.
Niet alle nazaten van Van der Schuit kiezen voor een werkend leven op het water, maar het skûtsjevirus vindt wel degelijk zijn weg naar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Ook Rinze van der Schuit uit Heerenveen heeft dat zeilbloed van oerpake door zijn aderen lopen. “Zelf ben ik op mijn 17e begonnen met zeilen. Ik hou van snelheid en actie, dus kocht ik een Laser.” Maar zeilen met een Laser lijkt gemakkelijker dan het is, merkt de nieuwbakken schipper. Hij ligt meer op z’n kant dan dat hij vooruitkomt. Ook tijdens de eerste wedstrijd waar Van der Schuit aan meedoet, loopt het niet van een leien dakje. “Ik kon nauwelijks bij de startlijn komen, zo vaak ging ik om.” OEFENEN Het ouderlijk huis biedt uitkomst. Gelegen aan een vaart kan Rinze elke vrije minuut zo in de boot springen. Veel zeilen, gevoel krijgen bij de wind en wennen aan het water. Het niveau schiet omhoog en langzaamaan druppelen de eerste prijzen binnen. “Door heel Europa werden Laserwedstrijden georganiseerd en ik ging met mijn vrienden overal naartoe. Wille, wille wille.” Ytsje van Es beleeft op de boerderij van haar ouders ondertussen een hele andere jeugd. Ze groeit op tussen de koeien en paarden en heeft vrijwel niets met zeilen. Dat verandert als ze Rinze tegenkomt en hij haar uitnodigt om mee naar de Sneekweek te gaan. Ytsje: “Hij was vooraf ontzettend aan het opscheppen over zijn zeilprestaties, maar hy bakte der hielendal neat fan.” “Ik fûn it sa spannend dat se der wie!,” geeft Rinze toe. EEN HALF WOORD De liefde groeit, maar daarmee wordt de Laser eigenlijk te klein. Ze besluiten over te stappen op een catamaran. Rinze: “Die gaat in tegenstelling tot een Laser in álle omstandigheden heel snel. Je moet er ook hard voor werken, maar je krijgt er veel meer voor terug. Wij houden van snelheid en het aspect ‘niet meer kunnen omdonderen’ was ook wel heel erg fijn.” Ytsje: “Ondertussen had ik geen flauw benul. Helemaal niks.” “Maar Ytsje luisterde heel goed en snapte alles heel snel”, vertelt Rinze verder. “Daarnaast waren we ook qua balans een goed team. Ik wat zwaarder achterop, Ytsje als fokkenist en met een lichter gewicht voor. We hadden aan een half woord genoeg.”
RICHTING NOORDZEE De twee geven zich op voor een eerste
Lees verder op pagina 37
wedstrijd samen en trainen zich op de


De gouden combinatie Van der Schuit/Van Es. Foto: privé-album

Sleattemermar een week lang helemaal suf. Niet voor niets, want ze worden tot hun eigen grote verbazing eerste. Dat smaakt naar meer. Een eerste plek op het Noord-Nederlandse kampioenschap volgt en een week later melden ze zich dan ook maar voor het NK bij Noordwijk. Ytsje: “We hadden nog nooit op zee gezeild en het waren allemaal kampioenen bij elkaar daar. Maar ik had en heb een enorm vertrouwen in Rinze. Als hij zei dat we het konden, dan vertrouwde ik daarop.” Op die onstuimige Noordzee, tussen de Nederlandse top, worden ze trouwens derde. Rinze: “Omdat we heel snel gingen, konden we ons ook wel een foutje permitteren. We voeren regelmatig de verkeerde kant op, maar dan
‘Eén met de natuur’
Naam: Jelle Raap
Geboren: 63 jaar
Woonplaats: Suwâld
Beroep: Tekstschrijver/fotograaf
HOE BEN JE BESMET GERAAKT
MET HET SKÛTSJEVIRUS?
Het eerste prikje kreeg ik als jongen van 14 jaar. Met mijn kameraad Lieuwe volgde ik op ‘it eilântsje fan Wester’ in Earnewâld een pittige zeilwedstrijd. Op een bepaald moment moesten we als de wiedeweerga opzij springen, want een mast gierde dwars door de kruin van een boom en de takken vlogen in het rond. Een jaar later werkte ik als vakantiehulp in Hotel Princenhof waar we in 1971 in de kelder al 400 kratten bier insloegen voor de skûtsjeweek. Met familie in Earnewâld begrijp ik maar al te goed de feestvreugde bij een kampioenschap. snel weer overstag en achter de anderen aan.” Ytsje: “We zijn heel goed naar de nummers één en twee gaan kijken. Wat doen ze? Waarom doen ze dat? Zij zeilden altijd op zee, dus hadden ook de kennis. Zo leerden we heel veel.”
FRIEZEN OVER SKÛTSJESILEN
ijsbeer in de Sahara’
Jelle Raap (links) samen met oud-collega Klaas Jansma. Foto: Jan van der Werf

WAT IS ER ZO MOOI AAN SKÛTSJESILEN? Het onvoorspelbare, je één voelen met de natuur en op een skûtsje je ééndracht vinden in teamgeest.
DIT WIL IK NOG EVEN KWIJT: In mijn eerste jaar als beroepsmatig journalist bij toentertijd het persburo van Klaas Jansma en Arjen Terpstra mocht ik ‘lytse Tjitte’, voor mij Grutte Tjitte Brouwer van Heerenveen, interviewen over zijn dagzege bij de strijd op Earnewâld. ‘Kom aansen mar even op de tee’. Een dagzege vieren met twee kopjes thee bij moeders de vrouw. Niks grootspraak. Een spannende wedstrijd waarbij hij een rol droge mariakaakjes achter de kiezen had. Ze werden alleen even in een kommetje melk gedoopt om door de spanning opkomend maagzuur te neutraliseren. Geen kampioen zonder koekjes! SPONSORDEAL Het is het begin van een lange reeks overwinningen. Brons op het NK wordt meer dan eens goud op een EK en dat weten ze weer om te zetten in goud op het WK. De snel in elkaar getimmerde prijzenkast vult zich in rap tempo. Het plotselinge en aanhoudende succes valt op. Net als de bijzondere manvrouw combinatie. Of, zoals journalist Peter van Meeren in 1985 in de LC schrijft: een vrouwelijke fokkenist in de catamaran-klasse is net zo zeldzaam als een ijsbeer in de Sahara. Jan de Boer, importeur van Prindlecatamarans in Nederland, ziet een gat in de markt. Er komt een sponsordeal waarbij De Boer de boot levert en alle onkosten betaalt. Rinze: “Het winnen leek ons voor het oog van de kijker heel gemakkelijk af te gaan en dat aspect, een gemakkelijk te zeilen catamaran, deed de verkoop weer stijgen.”
Het leven als professionele wedstrijdzeilers brengt ze van de Friese meren en Noordzee tot de Atlantische oceaan en verder. Korte wedstrijden bij Sneek gaan over in lange afstandsraces voor de Bretonse kust. Met duidelijke taken en groeiende ervaring zijn de twee bijzonder goed op elkaar ingespeeld. Ytsje: “Ik ben boekhouder, ook op het water. Ik wie altiten oan it rekkenjen, wist precies wat we moesten halen om kampioen te kunnen worden.”
HANDEN VOL BLOED Rinze: “Er waren dagen bij zonder wind. Dan zaten we bij wijze van spreken een beetje bruin te worden aan boord. Maar als het echt begon te ‘poeieren’ dan werd het een ander verhaal. Zo hebben we Fehmarn Rund in de Oostzee gedaan met windkracht 10/11. We hadden de boot niet meer onder controle. Niemand niet. Er waren gigantische golven, de lucht was zwart, iedereen sloeg om. Zo gauw je de boot overeind had ging je met 40 kilometer per uur weer over de kop. Op het laatst waren we doodmoe van het vijf uur lang knokken. We hadden overal bloeduitstortingen en handen vol bloed. Fysiek was dat heel zwaar, maar je kunt niet opgeven. Je moet je over je angst heen zetten. Uiteindelijk zijn we daar als tweede geëindigd. Een megaprestatie.” Ytsje: “Ik denk nu wel eens ‘dat we dat allegear diene’.”
Ytsje van der Schuit. Foto: privé-album

Als Ytsje in 1990 in verwachting is van oudste dochter Sandra, stopt het professioneel catamaranzeilen voor team van der Schuit/van Es. “Rinze zei ‘ik wol allinnich mei dy sile’, dus toen hield het op.” Rinze: “De focus is naar ons bedrijf (waar ze oersterke, lichtgewicht kabels voor de industrie ontwikkelen en produceren, red.) gegaan. Toen ik eens tegen mijn vader zei dat ik wereldkampioen zou worden, leek hem dat onmogelijk. Maar een paar jaar later was het wel zover. Zo is het met elk doel. Als je wat op wilt zetten dan moet je er vol voor gaan. Mensen kunnen veel meer dan ze denken. Alleen soms moet je er erg veel voor laten en dat wil niet iedereen. Wij zijn altijd vol voor het catamaranzeilen gegaan en daarna vol voor het bedrijf.”
OLDSKOOL En zo komt er een einde aan een bijzonder tijdperk. De bekers verdwijnen langzaam uit huis. Wat rest zijn de fotoboeken met krantenknipsels. En een catamaran. Want zeiden we eerder al niet dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan? In dit geval heeft het zeilvirus jongste dochter Laura bereikt. Samen met haar vader zeilt ze af en toe een wedstrijd. Ook Rondje Texel. Op de oldskool catamaran die in de loods van het bedrijf opgeslagen ligt. Rinze: “Eltsenien lake om dit âlde type catamaran. En dan mei sa’n jong famke. Mar we wûnen wer oerol prizen.”
DE LAATSTE TELG In de afgelopen jaren komt ook het skûtsjesilen weer even in beeld. Rinze zeilt een aantal seizoenen als adviseur mee in de IFKS en ook een jaar in de SKS, maar het kost te veel tijd. Rinze: “We zitten voor het bedrijf veel in het buitenland, dus de agenda laat het niet toe. Aan de andere kant: ik ben wel de laatste telg van de Van der Schuit skûtsjefamilie, dus zeg nooit nooit. Litte we mar in slach om de earm hâlde.”