
10 minute read
Woningnood
from Leeuwarder Seniorenkrant 11
by Devea
Net als in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen ik in de kraakbeweging zat, is de woningnood ook nu betrekkelijk. In die tijd stonden er veel grote panden leeg die eigendom waren van vastgoedondernemers. Echte plannen hadden ze vaak niet. Het was wachten op betere tijden. Hoewel er veel overeenkomsten zijn, zijn er ook verschillen. Laten we eens kijken wat de oorzaken van de huidige woningnood zijn.
Oorzaken
Advertisement
SPECULATIE EN BELEGGING
Nu de banken geen rente meer geven, zoeken mensen andere bestemmingen om hun vermogen te laten renderen. Het kopen van huizen is een goed alternatief. Zeker als de bank constructies ondersteunt die het makkelijk maken om je huis vervolgens te kunnen verhuren. Er schijnt een regeling te bestaan waarbij je, wanneer jij een huis koopt maar er zelf niet in gaat wonen en het onderverhuurt, een hogere hypotheek kunt krijgen. Laatst zag ik in een reportage dat een man van begin dertig op deze manier miljonair was geworden. De eigenlijke potentiële kopers worden op deze manier van de markt gedrukt. Ze kunnen diezelfde huizen dan vervolgens (duur) gaan huren.
ECHTSCHEIDINGEN
Vroeger bleven mensen bij elkaar vanwege de kinderen en omdat het voor vrouwen financieel onaantrekkelijk was om te scheiden. Tegenwoordig, mede dankzij meer financiële onafhankelijkheid van vrouwen, gaan stellen sneller uit elkaar. Het aantal eenpersoonshuishoudens blijft maar stijgen. Onze maatschappij is heel individualistisch geworden. Deze mensen hebben allemaal woonruimte nodig. In het geval van een scheiding ook nog vaak met voldoende plek voor de kinderen. In plaats van één woning heb je er dan dus twee nodig. Dat dit een aanslag op het woningaanbod is lijkt me duidelijk.
SCHEEFWONING
Veel senioren wonen eigenlijk in te grote huizen. Ze zouden wel willen verhuizen, maar niet naar het huidige aanbod. Bij ons in de wijk staat een verzorgingsflat waar meer dan veertig appartementen leeg staan. Doordat ouderen massaal in veel te grote huizen blijven wonen, is er geen doorstroom. De huizen zijn er dus wel, maar ze worden bewoond door de verkeerde mensen. Jonge gezinnen komen daardoor knel te zitten.
VERHUURDERSHEFFING
Enige tijd geleden waren er grote speculatieschandalen van enkele grote woningbouwcoöperaties, waaronder Vestia. Het verlies was gigantisch en deze schuld werd vereffend door de woningbouwverenigingen een soort belasting te laten betalen, de verhuurdersheffing. Die belasting heeft er vervolgens voor gezorgd dat de huren fors omhoog gingen en dat er nauwelijks meer geïnvesteerd werd door woningbouwverenigingen. Voor veel mensen werd hiermee zelfs de sociale woningbouw te duur.
IMMIGRATIE
Ik moet het toch noemen: de woningnood wordt ook veroorzaakt door de nieuwkomers. Vaak reist een vader of zoon vooruit en later komt de hele familie er achteraan. Deze mensen worden veelal gehuisvest in te kleine huizen. Dat, en het feit dat ze uit een andere cultuur komen, wil nog wel eens overlast geven. Deze stroom van asielzoekers doet een enorm beroep op het huidige woningbestand, en dan met name de sociale huurwoningen. Als er meer mensen in een land wonen, heb je meer woningen nodig.
Dit zijn grofweg de belangrijkste oorzaken en andere dan die ons worden voorgehouden. Natuurlijk hebben we een stikstofprobleem en natuurlijk is er een tekort aan geschikte betaalbare woningen. De oplossingen die voorgesteld worden, namelijk bouwen voor starters en het middensegment, zijn echter onhaalbaar en onnodig. Hoe kan het dat er veel leegstand is als er woningnood is?
Oplossingen
AANPAKKEN SPECULATIE
Waarom mogen mensen een huis kopen als beleggingsobject terwijl er woningnood is? Als we nu gewoon stellen dat je alleen een huis mag kopen als je er zelf in gaat wonen (ik kan me nog herinneren dat er vroeger in Groningen zo’n regel was. Waarom is die eigenlijk afgeschaft? ). Een Prins Bernhard-belasting, als je meer dan vijf huizen hebt moet je daar extra voor betalen, zet geen zoden aan de dijk. Dat wordt gewoon doorbelast en dan worden de huren nog hoger. Misschien kunnen gemeenten wat regelen met hun bestemmingsplan, waardoor het onmogelijk wordt om huizen op te kopen. Nog mooier zou het zijn als die huizen massaal te koop zouden moeten worden aangeboden, domweg omdat het verboden wordt ze nog langer te verhuren. Dat geeft natuurlijk wel complicaties voor de huidige huurders. Die moeten zo’n pand dan bijvoorbeeld kunnen kopen. Maar laten we eerst maar eens beginnen met de trend te doorbreken door te verbieden dat je met huizen mag speculeren.
BOUWEN VOOR SENIOREN
In plaats van bouwen voor starters en het middensegment, zou er juist voor senioren gebouwd moeten worden. Denk daarbij aan hofjes met gemeenschappelijke voorzieningen, een soort ‘centraal wonen’. Je slaat dan twee vliegen in één klap: de senioren stromen door en de zorg wordt aanzienlijk ontlast doordat de senioren grotendeels voor elkaar kunnen zorgen. En passant los je nog een derde probleem op: mensen zullen niet meer zo eenzaam zijn.
BEPERKEN VAN NIEUWKOMERS
Ik vind het hard dit te moeten zeggen, maar we kunnen de stroom asielzoekers niet aan. Eerst komt er één en vervolgens komt er een (groot) gezin achteraan. Ik gun deze mensen een plekje, maar de realiteit is dat andere gegadigden daardoor niet aan de beurt komen en nog langer moeten wachten. Vaak worden deze gezinnen gehuisvest in veel te kleine huizen en dat gecombineerd met het verschil in cultuur geeft regelmatig spanningen in de wijken.
Conclusie
Oké, er is woningnood, maar die zit anders in elkaar dan ons nu wordt voorgehouden. De mismatch tussen vraag en aanbod wordt grotendeels veroorzaakt door speculatie. Het gebrek aan doorstroming zorgt ervoor dat veel mensen, met name senioren, te groot behuisd zijn. We moeten de bevolkingsgroei stoppen. Het hebben van grote gezinnen is niet meer iets van deze tijd. Tot slot: misschien zorgt corona ervoor dat we weer meer oog hebben gekregen voor wat echt belangrijk is. Wellicht zorgt dat ervoor dat we andere keuzes maken. ■
Leven weer op de rit
Iedereen die vragen heeft over onderwerpen als zorg, wonen, welzijn en inkomen kan daarbij kosteloos de hulp inroepen van een onafhankelijke cliëntondersteuner. Weinig mensen weten dat en dat is jammer. Want door omstandigheden kun je ineens de grip op je leven kwijt zijn. Een cliëntondersteuner kan dan helpen bij het vinden van oplossingen.
UIT DE PRAKTIJK
Tekst: Riemie van Dijk | Foto: Zorgbelang Fryslân
Ineens de grip op het leven kwijt
Het echtpaar Schipper is gepensioneerd en heeft het fijn samen. De kinderen zijn de deur uit. De zoon woont om de hoek en de kleinkinderen komen regelmatig even aanwaaien. Hun dochter heeft een verstandelijke beperking en woont in een complex voor beschermd wonen in een nabijgelegen stad. Ze genieten van hun hobby’s en trokken er tot voor kort regelmatig op uit met de camper. Tot voor kort, want begin vorig jaar kreeg de heer Schipper moeite met traplopen en autorijden. “We schreven dat eerst toe aan het ouder worden”, vertelt zijn vrouw. “Maar na een traject vol onderzoeken bleek het Parkinson te zijn.”
Haar man krijgt nu medicijnen van de neuroloog, waar hij gelukkig goed op reageer. “Elke week ga ik naar een fysiotherapeut om te sporten”, zegt hij. “Muziek maken, wandelen en fietsen gaat jammer genoeg niet zo goed meer. Daar word ik chagrijnig van en dat reageer ik soms af op mijn vrouw. Iets waar ik naderhand natuurlijk altijd spijt van heb. Het onderhoud van onze tuin vol prachtige planten en het autorijden komen nu ook helemaal voor rekening van mijn vrouw. Sinds kort is bij haar staar op beide ogen geconstateerd. Ze zal twee operaties moeten ondergaan. Dat roept vragen op. Hoe regelen we dat? Ze mag dan een tijdje niet bukken, zwaar tillen of autorijden.”
De zoon helpt zoveel als hij kan, maar hij maakt zich ook zorgen. Hoe moet het na moeders operaties? Hoe verloopt de ziekte van zijn vader? Kunnen zijn ouders blijven wonen in het dorp waar ze het zo naar de zin hebben? Moeten er alvast zaken geregeld worden voor zijn zus?
Blij verrast
Een goede vriend van het echtpaar geeft de tip om te bellen met een onafhankelijke cliëntondersteuner. “We waren blij verrast, want er waren geen kosten aan verbonden. De cliëntondersteuner kwam bij ons thuis, om zo een goed beeld van de situatie te krijgen. Hij stelde voor om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om onze situatie te verlichten. Met een Wmo-taxipas ben ik minder afhankelijk van mijn vrouw en kan ik mijn vrienden van het koor blijven ontmoeten. Hij vroeg me wat ik van het idee vond om één dag per week naar dagbesteding te gaan. Dan houdt mijn vrouw tijd voor zichzelf over en kan ze haar vrijwilligerswerk blijven doen. Ik ga nu samen met mijn zoon kijken welke dagbesteding uit de omgeving mij aanspreekt.”
“De cliëntondersteuner adviseerde ons ook om bij de gemeente huishoudelijke hulp aan te vragen”, zegt mevrouw Schipper. “Dat ontlast mij, ook nadat ik hersteld ben van de staaroperaties. Hij wist ons bovendien te vertellen dat we samen met de gemeente kunnen onderzoeken welke woningaanpassingen mogelijk zijn om zo lang mogelijk in dit huis te kunnen blijven wonen. Binnenkort komt er iemand bij ons langs om daar samen met ons naar te kijken. Een week na zijn bezoek belde de cliëntondersteuner nog een keertje met de suggestie om onze zoon te vragen wettelijk vertegenwoordiger van zijn zus te worden. Dat wil hij wel, daarom gaat hij mentorschap en bewindvoering bij de rechter aanvragen. We zijn inmiddels een paar maanden verder en langzaam maar zeker krijgen we ons leven weer op de rit.”

Marjon Boersma – cliëntondersteuner MEE Fryslân
der bieden MEE Friesland en Zorgbelang Fryslân gratis en onafhankelijke cliëntondersteuning aan. Het is helemaal aan jou of je met je zorgvraag naar een wijk- of dorpsteam gaat, of dat je liever de hulp inroept van een cliëntondersteuner.

Foto: rawpixel.com - www.freepik.com
pelijk werker. Ze beschikken over kennis van het aanbod in zorg en ondersteuning en ze weten de weg. Ze luisteren naar je wensen, zien mogelijkheden en bespreken waar en bij wie je hulp kunt krijgen. De meerwaarde van cliëntondersteuning is dat het onafhankelijk is; cliëntondersteuners zijn niet in dienst van de gemeente. Cliëntondersteuning is er ook voor mensen die onder de WLZ vallen.
Als het om ouderen gaat, zijn het vaak familieleden of mantelzorgers die contact opnemen met een cliëntondersteuner. Het eerste telefonische contact vindt altijd binnen twee tot vijf werkdagen plaats. Soms kan een hulpvraag al tijdens het eerste telefoontje opgelost worden. In andere gevallen volgt er een huisbezoek, een afspraak op kantoor of er is contact via (beeld)bellen. Dit is afhankelijk van de situatie. De inzet is in principe kortdurend.
De cliëntondersteuner is geen hulpverlener, maar staat naast je en gaat met je in gesprek over de zorgvraag die er ligt. Dat kan van alles zijn:
- “Ik wil een Pgb aanvragen voor mijn vader, maar het lukt me niet om de formulieren daarvoor in te vullen.” - “De dagbesteding van mijn partner is door corona weggevallen en ik wil graag weten of er alternatieven zijn.” - “We hebben binnenkort een keukentafelgesprek met de gemeente over de inzet van huishoudelijke hulp vanuit de WMO. Is er iemand die dat gesprek met ons kan voorbereiden en erbij aanwezig kan zijn?” - “Ik kom er niet uit met het wijkteam. Wie kan ik vragen als onafhankelijke bemiddelaar? - “Ik ben mantelzorger van mijn ouders en het lukt me allemaal niet meer. Welke steun is er voor mantelzorgers?”
De ondersteuning is dus heel breed, maar altijd adviserend. Iedereen moet zelf de regie over zijn eigen leven kunnen houden. ■


MEER WETEN?
Op onderstaande website vind je veel informatie over cliëntondersteuning: www.informatielangdurigezorg.nl/clientondersteuning/
Voor een afspraak bij een buurt- ofdorpskamer: Amaryllis 058-303 0401 of het Buurtservicepunt 06-348 43 569