4 minute read

Een uurtje voor je buurtje en geef dan het schoon maakstookje door...

Een uurtje voor je buurtje

en geef dan het schoonmaakstokje door

Advertisement

Iedere maand vormen twee buurtgenoten een schoonmaak-duo om een uurtje te investeren in een opgeruimde buurt. Al zwerfvuil prikkend ontstaan de leukste gesprekken en leren we de buurtbewoner en de buurt beter kennen.

Marco van der Heide en Sarah Brenkman

Op zondagavond om half negen doet Sarah de voordeur open. Met haar vriend Ezra raakte ik bevriend in de vier jaar dat we samen voetballen. Saar ken ik vooral als zijn energieke vriendin met wie ik af en toe een kort praatje maak. Dat ik juist háár vraag om mee te werken aan deze rubriek komt omdat ze altijd bezig is met het creëren van een betere wereld, vooral op het gebied van duurzaamheid. Van de hele energietransitie weet ik nog veel te weinig en dus lijkt het me interessant er eens op door te vragen. Al snel blijkt wat ik al dacht: een betere wereld begint bij jezelf, maar vooral bij Saar.

Het milieuvraagstuk: doen we genoeg?

Gewapend met prikstokken en een plastic tas gaan we op pad. Voor Saar is dat overigens niets nieuws. Tijdens de eerste lockdown zet ze een bericht op LinkedIn met de titel ‘tips waar je nu de tijd voor hebt’, zoals donor worden, een kaartje sturen via Omapost.nl en dus ook zwerfafval oprapen in de wijk.

Zelf worstel ik soms met het hele milieuvraagstuk. Aan de ene kant weet ik dat Saar gelijk heeft als ze zegt dat we afstevenen op een rampscenario. Aan de andere kant draag ik zelf nog veel te weinig bij aan een betere wereld. Ja, ik scheid afval, reis als het even kan met de trein en eet wat minder vlees. Maar tegelijkertijd zit ik de laatste tijd regelmatig in het vliegtuig en zoek ik in mijn werk vooral plezier en voldoening in plaats van een mogelijkheid om de wereld te verbeteren. Is dat slecht? En maakt dat mij tot op zekere hoogte een egoïstisch mens? Ik besluit het Saar voor te leggen. Anderhalf uur later – na een wandeling langs de (Verlengde) Lodewijkstraat, de Euroborg, het Winschoterdiep en de Jacobstraat – heb ik een dubbel gevoel. Enerzijds heeft Saar er helemaal geen negatief oordeel over: “Als jij je werk leuk vindt, straal je plezier uit. Daar help je andere mensen ook mee!” Anderzijds vertelt zij over een onophoudelijke stroom aan acties die nog niet eens bij mij zijn opgekomen, laat staan dat ik ze uitvoer.

Welke stappen kun je zetten?

Saar werkt bij ENGIE aan projecten voor duurzaam vervoer. Ze draagt schoenen van het milieubewuste Veja en een broek van de duurzame KOKOTOKO uit de Oosterstraat. Ze zamelde slaapzakken in voor Lesbos. Verkocht laptopstandaarden gemaakt van afvalhout. Werkte vier uur per week als vrijwilliger in het Ronald McDonald Huis. En coördineert eind januari 2022 een collecte voor de Hersenstichting in de Oosterpoort (“Meld je aan via deze wijkkrant en help mee!”). Wat kan ik daar tegenover stellen? Vrij weinig, eerlijk gezegd.

Ze belicht het milieuprobleem vanuit drie kanten: burgers, bedrijven en de overheid. Dat is precies wat haar in mijn ogen zo sterk maakt. Ze heeft niet alleen oog voor het microniveau (“alle kleine beetjes helpen”) maar ook voor de grote lijnen. Niet voor niets volgde ze de studie Change management. Hoe kun je op organisatieniveau veranderingen doorvoeren die een zo groot mogelijke impact hebben?

Vega voorop

“Een mooi voorbeeld vind ik dat sommige bedrijfsrestaurants alleen vegetarische gerechten op de kaart zetten. Tegelijkertijd sluiten ze niemand buiten, want ze hebben ook gerechten mét vlees. Daar moet je alleen specifiek naar vragen. Ze draaien het dus eigenlijk om: geen vlees eten is standaard, maar voor wie er erg op gesteld is, is de mogelijkheid er wel.” Hoe zit dat op overheidsniveau? “Tot enige tijd geleden gaven winkels massaal een gratis plastic tasje mee als je er iets kocht. Totdat de overheid het verplicht stelde om daar geld voor te vragen. Al snel bleek het gebruik van plastic tasjes gigantisch af te nemen. Zo’n simpele maatregel, met zoveel positieve gevolgen, dat is toch geweldig?”

Anderzijds valt er nog een hoop te winnen. “Voor een bedrag van zo’n vijf euro compenseer je al jouw CO2-uitstoot in een vliegreis naar pak ‘m beet Milaan. Waarom is zoiets niet verplicht? Het is toch gek dat de kosten van een vlucht worden doorberekend aan de consument, maar de weerslag die het op het milieu heeft niet?”

Betere wereld

Saar zet me aan het denken. Niet eens zozeer door wat ze vertelt, maar vooral door wat ze doet. In alles laat ze vol energie (hoe toepasselijk) zien hoe je met kleine interventies bijdraagt aan een betere wereld. Van een douchewekker tot zonnepanelen en van het groeten van de buren tot het (laten) aanleggen een geveltuintje.

Daar komt bij dat ze een heuse cursus ‘Klimaatgesprekken’ volgde. Daarin leerde ze hoe je effectief met iemand communiceert over dit onderwerp. Haar boodschap is helder: “Alle kleine beetjes helpen, zoals eens per maand een vleesvervanger eten, je huis laten isoleren en een meubelstuk kopen bij Mamamini.” Eén ding is duidelijk: na dit gesprek is er voor mij geen ontkomen meer aan. OO