OMSLAGVERHAAL Hoeveel zusters zijn er hier ooit geweest? Het hoogste getal dat de gemeenschap te Hoogstraten ooit gehad heeft, is 75. En in de 175 jaar dat we hier waren zijn er in het geheel ruim 300 zusters geweest. Ze bleven echter ook niet allemaal hier. Er werd hulp gevraagd vanuit andere huizen en ook omgekeerd. Er heeft altijd wederzijdse hulp bestaan. Eigenlijk moet ge onze stamboom maar eens bekijken. Er waren al spoedig stichtingen in Nederland, Duitsland en Engeland. Vanuit Hoogstraten (1832) zelf zijn Borgerhout (1856), Meerle (1866), Minderhout (1896) en Wortel (1898) gesticht. Maar zijdelings hebben we aan veel meer stichtingen meegewerkt. De pastoor van Tildonk, afkomstig van Hoogstraten, was een man van groot geloof en sterk vertrouwen om dat allemaal te kunnen verwezenlijken. Later kwamen er ook stichtingen in India 1903, Canada in 1914, Amerika in 1924 en Kongo in 1953. Er gebeuren nog steeds stichtingen. En er verdwijnen natuurlijk ook huizen, zoals op het einde van het jaar in Hoogstraten, na een verblijf van bijna 175 jaar. Vanuit ons huis, het Spijker, hebben er meerdere zusters gewerkt in India en Kongo. In India onder meer mère Xavier, mère Augustijn en mère Constance. Ja, meerdere zusters zijn er geweest. In India zijn nu ruim 600 zusters Ursulinen. In Kongo zijn er een drietal van Hoogstraten gaan werken: Zuster Henriëtte, zuster Catherine Van de Mierop en zuster Gorgette De Schutter. Hoogstraatse zusters gingen ooit wereldwijd. Door de huizen in Engeland waren er bij ons ook Engelse leerlingen. Dat waren natuurlijk
allemaal internen. In die tijd was er ook weinig vakantie. Het vervoer was veel moeilijker. Het verlof van vroeger beperkt zich tot Allerheiligen, Kerstmis, krokusverlof, Pasen, Sinksen en de grote vakantie. Zeker niet iedere week, zoals nu. Deze verlofperioden waren drukke tijden voor de zusters.
Vanuit de parochie werd er ook beroep op ons gedaan bij de Eerste Communie, de vormseldriedaagse, het Vormsel en voor alle mogelijke zaken. Op laatst waren er ook speciale kindervieringen.
Ik deed dat graag. Je was jong en vol enthousiasme. Ik heb altijd graag bij de jeugd gestaan. Als we dan thuis kwamen, was de dagtaak nog niet Hoe ging het eigenlijk in ten einde. We hielden toezicht in het internaat, de Minderhout en Wortel? studiezalen of hadden toezicht op de speelplaats Dat ging goed. We hadden er scholen, geen huien de slaapzalen. Op zondag werd er van alles zen. Aanvankelijk ging men er te voet naartoe georganiseerd voor de ontspanning van de leervanuit Hoogstraten. In geval van nood kon je er lingen. Het waren goed gevulde dagen. Vakanties wel overnachten op de zolder van de school, maar waren dan erg welkom er was geen woonom wat uit te rusten en huis. Om geen tijd wat meer aandacht te Er zijn sporen die God te verliezen werd er besteden aan waarden nalaat in onze wereld. ’s middags door de die in de dagelijkse knecht, vanuit het Zijn jongeren nog bereid drukte dreigden in de Spijker met paard vergeethoek te geradeze te zoeken en te vinden? en kar eten geken. De kracht om het bracht. Later ginvol te houden moet je gen we met de fiets toch ergens vandaan halen. Je moet deze ontop en neer en nog later eventueel met de auto. vangen, anders houd je het niet vol. Zelf ben ik in Wortel les beginnen te geven in 1954 en heb daar negen jaar gewerkt. ‘k Ben daar altijd graag geweest. Toen ging er een zuster van Dienstbaarheid Minderhout met pensioen. Zodoende ben ik daar Er bleef wel eens iets over van de keuken of bij begonnen en bleef er tot in 1988. We hebben de slacht. Wij hebben steeds mensen en gezindaar nog de fusie van de scholen meegemaakt. nen geholpen waar het ons mogelijk was; ook Deze viel ongeveer samen met de fusie van de op materieel gebied. Maar we zijn eigenlijk een gemeenten in 1977, als ik het me goed herinner. onderwijsorde. We hebben zo veel werk uit de De jongensschool is toen bij ons gekomen. Dat handen van de ouders overgenomen en hebben was een hele belevenis. We vroegen ons af: “Hoe hen bijgevolg kunnen helpen bij de opvoeding gaat dat gaan?” Maar het is best meegevallen. De van hun kinderen. Niet iedereen kende immers aanpassing is er vlot verlopen. de luxe een gouvernante te hebben voor de op-
Zusters van het Spijker (1951)
V.l.n.r. (van boven naar onder) M.M. Bernadette, Caroline, Clementine, Lydwina, Colette, Veronique, Agnes, Huberta, Lucie, Josepha, Odrada, Odile, Catharina, Scholastique, - M.M. Alfonsine, Raphaëlle, Donata, Martha, Edmonde, Norberte, Gonzague, Ida, Julia, Dominique, Cyrille, Jeanne, Rosa, Clotilde, - M.M. Augusta, Henriette, Renelde, Catherine, Justine, Victoire, Theresa, Alberta, Olive, Amelia, Emilienne, Monique, Anastasie, Ildefonse, Valentine, - M.M. André, Desiré, Paula, Emilie, Xavier, Gerarda, Assistante, Révérende Mère Gabriëlle, Anna, Gertrude, Madeleine, Aloysia, Eulalie, Gerardine. Zuster Huberta (Helena) leeft nog en woont in Melsbroek - ze is 98 jaar en wordt dit jaar 99 - en is nog goed gezond. Begin juli was zij nog een week in het Spijker. Vroeger gaf zij les aan de gemeenteschool in de Gelmelstraat. Ook zuster Agnes (Mia De Schutter) leeft nog en is 88 jaar. Ook zij verblijft in Melsbroek. Verder herkennen we nog zuster Caroline, zuster Lydwina en zuster Clementine of zoals ze nu genoemd wordt met haar doopnaam zuster Johanna. Velen zullen wel iemand uit de familie herkennen: De Gruyter, Van de Mierop, Van Hoeck, Sterkens (Meer), Theeuwes, Laurijssen, ... 4