OMSLAG VERHAAL
May Braspenning
Een zolder vol verkleedkieren May Braspenning uit Wortel heeft een nogal ongewone verzameling. Haar zolder werd speciaal ingericht om haar verkleedkleren te herbergen. Tweederde ervan is al gevuld, maar haar verzameling groeit nog steeds. Veel mensen hebben ondertussen de weg naar deze zolder gevonden. De collectie dient tenslotte om te dragen ipv. te hangen. Wanneer we er na het intervieuw rondwandelen, toont May de schatten van haar collectie, van Klus en Kwebbel tot 'snelzeiker' in origineel en kopie. Een markant stuk damesondergoed uit de oude tijd, waarvan u zelf wel kan raden waarvoor het vroeger diende. May, je verzamelt verkleedkieren. Hoe is je verzamelverhaal ooit begonnen? Ik heb eigenlijk nooit iets kLinnen weggooien. 1-let begint zo: je hebt drie kinderen die ZiCh met carnaval in het een of ander willen verkleden, later groeien ze er Uit enje vindt het zonde om dat dan weg te gooien. Ik had ook nog veel neetjes en nichtjes die veel plezier hadden aan de kleren. Zo is de verzameling stilaan beginnen groeien. Ik speelde ook nog toneel en wanneerje bijvoorbeeld een personage speelt Uit de jaren vijftig en je moet er toneelkleren voor zoeken gooi je die ook niet zomaar weg wanneer je ze met veel moeite gevonden hebt. De mensen wisten ook stilaan dat ik verkleedkostuums verzamelde. Wanneer er dan een sterf geval in de familie was., brachten ze de kleren van de overledene naar mij. De nabestaanden waren een beetje gerustgesteld dat de kledij niet zomaar werd weggegooid en af en toe nog werd gedragen. Zo is er op een 30-tal jaar heel wat bij elkaar gekomen.
Je collectie is door de jaren heen gegroeid, zeg je. Wat heb je nu zo allemaal? Carnavalkleren voor de leeftijd van twee jaar tot volwassenen, allemaal op rij gesorteerd per maat.
Voor de dames is er een blok apart met rokken, jurken, suitekledij hele chique kledij, nachtkledij, mantels en vooral alles wat speciaal is. zoals een capemantel die je bijna nergens nog vindt. Voor de mannen ook een afdeling met allerlei kostuums, zoals suitekledij. pittelers, legerkledij en oude kleren. Bij ieder kostuum past haast wel een hoed, waarvan er ook veel zijn, net als pruiken.
Verzamel je ook schoenen en sokken? Ik heb wel wat speciale kousen en mutsen en een paar schoenen. Maar als je in schoenen begint. dan moet je zoveel maten voorzien, dat is praktisch niet te doen. Als iemand bijvoorbeeld een rode schoen wil hebben, dan moet je die voorzien vanaf maat 36 tot 45 en dat is onbegonnen werk.
Je begon dertig jaar geleden met het maken van verkleedkleren. Naai je ze vandaag de dag nog steeds zelf? Natuurlijk, ik heb ondertussen vier kleinkinderen. Maar ik maak niet alleen op vraag van de kleinkinderen, ook in opdracht van andere mensen. Zo heb ik iemands kinderen die naar en trouwfeest gingen, verkleed in Plop. Lui. Kweb-
:.
.4
bel en KILis, de personages uit Kabouter Plop. Niet dat ik alle trends volg in het maken van kinderkostuums. Verschijnsels, zoals de TeleTubbies, zijn te uitgebreid en ook tijdsgebonden. De verkleedkleren moeten vooral van nut zi jn en lang mee kunnen gaan. Een kabouterkostuum kan ik binnen een aantal jaar wel aanpassen, een kabouter blijft een kahouter.
Is er dan een zelfgemaakt kostuum waar je trots op bent? Twee jaar geleden heb ik voor m'n kleindochter een prinsessenkleed gemaakt, gebaseerd op een 'Sissi-jurk', waarmee ze ook de eerste prijs won in het Halfvastencarnaval van Rijkevorsel. Dit jaar wilde mijn kleinzoon zich persé verkleden als Bob de bouwer. Ik heb heel het land platgelopen om de geel-rood geblokte stof van de bloes te vinden. Toen dat niet lukte heb ik de bloes met patchwork lapjes zelf in elkaar gestoken, om het kostuum zo compleet mogelijk na te maken. Hij won hiermee dezelfde wedstrijd. Voor zo'n prinsessenkleed baseer ik wel me op een patroon uit de Burda. dat ik daarna aanpas aan mijn fantasie.
Blijven er nog dingen over die je zelf wil maken? Ik vind het wel een uitdaging om aan iets te beginnen en af te wachten wat het wordt. Tot nu toe is alles wat ik wilde maken ook gelukt. Ik heb er wel eens aan gedacht om n.a.v. dat lied 'Anton aus Tirol' te beginnen aan Tirolerjurkjes voor meisjes en Lederhosen-kostuums voor jongens. maar ook dat is iets wat te vlug voorbijgaat. Het heeft geen nut om aan zoiets te beginnen.
T
Je vindt het belangrijk dat een kostuum nuttig kan zijn?
i
î '1
AA
tk houd bij een kostuum wel steeds de vraag in mijn achterhoofd of er naar gevraagd zal worden. Mijn verkleedkleren zijn niet zomaar hebhedingcit voor mezelf.