Hoe werkt het wad?

Page 16

stroomsnelheid, de omvang van de buitendelta en de breedte van de eilandstranden zijn op elkaar afgestemd. Je zou kunnen zeggen dat een zeegatsysteem zelf permanent werkt aan een optimale verdeling van de beschikbare hoeveelheid zand. Het laat de banken, platen en stroomgeulen net zo lang veranderen tot alles past. Een zeegatsysteem is dan ook gevoelig voor elke wijziging in het bestaande evenwicht. Dan gaat alles weer aan het schuiven en vervormen tot een nieuw evenwicht ontstaat. De afsluitingen van de Zuiderzee en de Lauwerszee bijvoorbeeld brachten enorme zandtransporten op gang die tot op de dag van vandaag voortduren en waarvan het einde nog niet in zicht is. Zand, een eindige voorraad Tijdens de vorming van onze kust hebben stromend water en golfslag gigantische hoeveelheden materiaal aangevoerd: zand uit de Noordzee en slib uit de grote rivieren. Tijdens die wordingsgeschiedenis vormden de getijstromen in samenspel met golven en wind het stelsel van geulen en platen van het waddengebied, met aan de buitenzijde de Waddeneilanden en nog verder zeewaarts de geleidelijk dieper wordende zeebodem. Vanaf de dieptelijn van 20 meter richting wordt de zeebodem beschouwd als onderdeel van de kust, het zogenaamde kustfundament. De toevoer van zand uit de Noordzee naar ons kustfundament is vrijwel gestopt. Dat komt doordat vanaf de bodem verder uit de kust vrijwel geen 18 Deltaprogramma | Waddengebied

zand meer van nature naar de kust beweegt. Bij alle veranderingen die zich in onze kustzone voltrekken, zullen we het dus moeten doen met het zand dat nu in het kustfundament aanwezig is. Dat betekent dat de natuurlijke krachten van stroming en golfslag geneigd zijn om het ene gat te vullen met het andere, wanneer ze een verstoord evenwicht proberen te herstellen. Zo kunnen zwakke plekken ontstaan. Tot 1990 trok onze Noordzeekust zich gestaag terug, plaatselijk wel met een snelheid van 1 tot 2 meter per jaar. In dat jaar heeft de regering besloten dat de kustlijn zou moeten blijven liggen waar hij op dat moment lag. Dat werd de basiskustlijn (BKL). Om de BKL te handhaven, spelen we het spel van water en zand mee en brengen kunstmatig zand uit diepere delen van de Noordzee naar onze kustzone. Deze zandsuppletie heeft voor de gehele Nederlandse kust een omvang van ongeveer 12 miljoen kubieke meter per jaar.

kustzone naar de platen. Naarmate de wadplaten sterker moeten groeien als de zeespiegel sneller gaat stijgen, zal meer zand nodig zijn. Hoe, op welke plekken en in welke hoeveelheden is nog niet bekend. Een nog niet in de praktijk beproefde gedachte is dat het suppletiezand het best op de buitendelta’s zou kunnen worden aangebracht. Deze zouden in theorie dan gaan werken als ‘zandmotoren’, die alle delen van hun eigen zeegat kunnen onderhouden.

De basiskustlijn (BKL).

Ook op de Waddeneilanden is de afgelopen jaren zand gesuppleerd. In het waddengebied is echter méér nodig dan alleen het handhaven van de kustlijn. Een deel van het suppletiezand stroomt naar de Waddenzee en laat daar de wadplaten groeien of bezinkt in diepe geulen. Dit compenseert van het langzaam stijgen van de zeespiegel ten opzichte van de bodem. Het is een proces dat al duizenden jaren gaande is, de laatste jaren ook onder invloed van menselijke ingrepen zoals het afsluiten van binnenzeeën. De zeegatsystemen transporteren dit zand zelf vanuit de Hoe werkt het wad? 19


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.