Roger II van Sicilië liet in 1140 in de hoofdstad Palermo de Capella Palatina optrekken als een weerspiegeling van de culturele smeltkroes van zijn koninkrijk. Veel schoon en verscheiden volk was hier inderdaad ooit beland, om daarna nooit meer te vertrekken. In de 9e eeuw domineerde de Grieks-Byzantijnse traditie, daarna hadden de Arabieren het voor het zeggen en op het einde van de 11e eeuw zwaaiden verfranste Noormannen, waaronder Roger II, de plak. Graindelavoix verkent in De Bijloke de bonte melange van de Capella: van mystieke soefigezangen over Byzantijnse hymnes tot Frans-Normandische liturgieën.