Naar de Volkstuin

Page 1

L is de Landman

Volkstuin
Naar de volkstuin © Theo Capel 2022 1
Naar de
door Theo Capel

0. Inhoudsopgave L is de Landman

1. De Hof van Eden

2. Klein Dantzig

3. Buitenzorg

4. Nieuw Vredelust

5. Linnaeus

6. T.I.G.E.N.O.

7. Nieuwe Levenskracht

8. De Bongerd

9. Ons Buiten

10. Eldorado & Langs de Akker

2
Naar de volkstuin © Theo Capel 2022

1. De Hof van Eden

Na een lang hiaat kon ik weer een volkstuin krijgen. Op het kleine, en relatief nieuwe De Hof van Eden, bij de voetbalvelden in Amsterdam-Oost, waren nog enkele percelen beschikbaar. De toetreding tot dit paradijs in het heden was primair bedoeld voor de oudere en de gehandicapte medemens. Doordat er nog al wat gegadigden door de natuur aan ons waren ontnomen, was er ook ruimte voor andere stervelingen. Zo kreeg ik de beschikking over een stukje weiland met een betonnen plaat waarop een huisje kon verrijzen. Dat zou later Huisje De Appel worden. ‘Zeker omdat je het groen hebt geschilderd,’ zei men als omdraaiing van oorzaak en gevolg. Misschien was het beter geweest als ik het Huisje Eva had genoemd.

Ik begon eerst maar met spitten en stalde mijn schep en hark onder het afdakje van het huisje van mijn overbuurman die er al een tijdje zat. Daar kleedde ik me ook om. Toen hij me op een ochtend in mijn ondergoed aantrof, vond hij toch maar dat ik op mijn eigen tuin moest blijven. Strekkelings omkleden in een klein tentje bleek behelpen, maar ging wel.

Wat is een tuin zonder gazon? Dat is een retorische vraag. Ik had al met enige afgunst gezien dat er minimaal één medetuinder was die een gazon in perfecte staat had weten te brengen. Dat zou mij toch ook moeten lukken en helemaal met als gids ‘Be Your Own Lawnexpert’ met daarin belangrijke vragen als ‘Is uw gazon vrij van hobbels en kuiltjes?’ Indianendansend lukte het me aardig om een vlak veld te krijgen. Meneer Mol weghouden was een tweede.

Het was nogal een strijd geweest om het complex te kunnen stichten. De vrouw van burgemeester Cohen had als een soort schutspatrones eraan bijgedragen dat alles goed kwam. Op een zaterdagmiddag kwam ze kijken hoe het erbij stond. Ze leed helaas aan MS en werd zo door haar man in een invalidenwagentje voortgeduwd. Ik had me voorgenomen om haar en hem een boekje van eigen hand te geven.

Naar de volkstuin ©
2022 3
Theo Capel

De burgemeester kwam over ons pad en wierp een belangstellende blik op mijn tuin in wording. ‘Zo,’ zei hij. ‘Daar moet nog een hele hoop gebeuren.’ Ik vond het niet echt als een aanmoediging klinken. Het was meer zoals je in een schoolrapport opmerkingen las als ‘Theo kan beter als hij zich ervoor inzet.’ Ik had mijn bundel ‘Zeurt u maar’ klaar om te overhandigen. Dat zijn komische verhalen over zaken die vaak niet helemaal lopen zoals je had gedacht. Maar na zijn opmerking was ik bang dat hij de titel als een reprimande zou opvatten. Dus als een landman tikte ik beleefd tegen mijn symbolische pet en zei dat tuinieren inderdaad veel inspanning eist.

Alles kwam er langzamerhand: een huisje, en later een pergola, een rozenhaagje, mijn trots de cornus Kousa en vooral ook veel heermoes, ook wel paardenstaart of akkerpest genoemd. Met een smal tuinschepje die te lijf gaan werd een vast taakje. En dan het gazon. Veel TLC, te veel TLC (Tender Loving Care) en toch niet dat spiegelgladde, frisgroene, uitsluitend door grassprietjes bevolkte gazon. Dan komt er een moment dat je aan opgeven denkt. Maar wat dan?

Er is een denkrichting die zegt dat je de natuur zijn gang moet laten gaan. Maar in de volkstuinwereld heeft die niet veel aanhang. Wij volkstuinders zijn meer geneigd om de natuur onze wil op te leggen al dan niet geholpen door tuinkabouters. En de suggestie om in plaats van een gazon de grond als moestuin in te richten, leek me ook meer voor iemand anders.

‘Laat ik voorlopig gewoon van andermans tuinen gaan genieten,’ zei ik tegen mezelf. Ik nam afscheid van De Hof van Eden. Eerst maar eens rondkijken op andere complexen. Zo is dit miniboekje ontstaan.

Over mijn volkstuin en meer kun je ook terecht in het archief van het internetmagazine De Leunstoel (www.deleunstoel.nl). Ga dan naar de rubriek ‘In de tuin.’

4
Naar de volkstuin © Theo Capel 2022

2. Klein Dantzig

Waar was de tijd gebleven dat ik vrouwen om mijn vinger kon winden? In afwachting van een huis met een tuin had ik me voorgenomen voorlopig te genieten van andermans tuinen. En waar kun je dat beter doen dan in volkstuincomplexen? Zo kwam ik op een warme zondagmiddag dorstig aan bij Klein Dantzig.

Het complex ligt vlak bij het Amstelstation en grenst aan een straat die Amsterdammers hardnekkig verkeerd de Nóbelweg noemen. Er is een hoofdlaan met dwarslaantjes die allemaal doodlopen en zo uitstralen dat je er als buitenstaander niks te zoeken hebt. Ik wist al dat de huisjes niet op de waterleiding zijn aangesloten, maar gelukkig stonden er langs het hoofdpad tappunten. Helaas ontbrak overal de stopkraan. Je had een sleutel nodig om de kraan te openen. Later thuis zag ik dat die voor nog geen twee euro te krijgen is. Ga nooit zonder op pad was de boodschap.

Twee dames die diep in gesprek waren, zagen me het tuinpad opkomen.

‘Ik wou een slokje water nemen, maar je hebt een sleutel nodig,’ zei ik. ‘Hebt u er een?’

Zag ik de blik die mensen trekken als je als vreemde om geld aan hen vraagt?

‘Zou ik hem even mogen lenen?’

‘Ik loop wel even met u mee,’ zei de vrouw van wie de tuin blijkbaar was. Ze liet zich dingen niet ontfutselen. Dat moest ik wel snappen.

‘Uw tuin staat er mooi bij,’ zei ik nog.

5
Naar de volkstuin © Theo Capel 2022

Wat zal ze vanavond thuis hebben verteld? ‘Er stond opeens een vreemde vent in de tuin met een verhaal dat hij dorst had. Nou, hij nam anders maar een klein slokje.’

Ik kon weer verfrist verder in deze warme zomer waarover nog lang zal worden nagepraat.

Het hoofdpad van Klein Dantzig loopt aan weerszijden van een sloot. Als je deftig wilt doen, zeg je aan weerszijden van een waterpartij. Die wordt omzoomd door knotwilgen met in de berm allerlei vriendelijk gewas dat je ook onkruid mag noemen, maar liever wilde planten. Het boerenwormkruid en het koninginnekruid staan geel en lila vriendelijk naast elkaar. In mijn eigen tuin zou ik ze niet willen hebben, maar hier paste het goed. Alle tuinen hebben een laag potentilla haagje, vermoedelijk van de variant Goldfinger.

Meestal zie je hagen van haagbeuk, maar hier dus niet.

Als onderdeel van de werkplicht vertelde een mevrouw die een gieter uit de sloot vulde, worden de hagen in het voorjaar licht gesnoeid. Het snoeisel gaat vervolgens naar Artis om te dienen als nestmateriaal voor de pinguïns. Ik had altijd gedacht dat pinguïns met hun kont een kuiltje in de sneeuw maken om hun ei te leggen, maar nu moest ik dus begrijpen dat ze op een zacht bedje wilden zitten.

Het gebruik (van Klein Dantzig, niet van de pinguïns) zou stammen uit de tijd dat het terrein deel uitmaakte van de Stadskwekerij en zo zorgde voor het groenvoer voor de beesten in Artis. Toch nu behalve langs volkstuinen ook nog eens een keer in het broedseizoen in Artis langsgaan. En zou je beter slapen als je je kussensloop zou vullen met de gedroogde blaadjes en takjes van Goldfinger? Wat zouden we zijn zonder de natuur.

Naar de volkstuin © Theo Capel 2022 6

3. Buitenzorg

Er strijken al lang geen zwaveldampen van de chemische fabriek Ketjen meer neer over het volkstuinpark Buitenzorg in Amsterdam Noord. Ketjen is vervangen door een andere firma die geen geuren veroorzaakt, maar wel 24 uur aanhoudend geluid dat enigszins aan een bladblazer doet denken en waaraan je gauw zou wennen volgens een van de tuinders. Het complex bestaat uit een lange strook, een pijpenla langs de onbebouwde kant van een straat, met aan de andere zijde het Vliegenbos.

Het was een ‘bela suna tago’ zou Zamenhof hebben gezegd, naar wie de straat om onduidelijke reden is genoemd. Hij loopt uit op de Meeuwenlaan, maar voor het wijkje dat eraan grenst waren de vogelnamen blijkbaar op. Verder dan ‘vogel’ kwam de gemeente niet. Er is de Eerste Vogelstraat en zo verder. De tuinen liggen aan twee lange, zeer smalle paden, niet aantrekkelijk voor het moderne bakfietspubliek, maar de paden zijn dan ook om op te lopen, en meer niet. Buitenzorg is er trots op dat het het oudste volkstuincomplex van Amsterdam is. Gretige stadsontwikkelaars hebben er blijkbaar nooit brood in gezien daar huizen te willen bouwen. Ze hadden tot nu toe ook genoeg aan alle andere open plekken in Noord en die zijn gelukkig nog steeds niet op.

Ik deed een ‘Kalverstraatje’ over het complex. Het heeft enige faam doordat onze eigen beat-poet Simon Vinkenoog er graag ‘blowing in the wind’ in zijn tuin rondhing. De peace-and-love-sfeer hangt er nog steeds. Het ziet er naar uit dat ieder zijn ding kan doen in zijn tuin met liefde voor groen en de aarde. In een tuin die voornamelijk uit bomen bestond, zei een mevrouw op mijn vraag dat ze zich weinig bekommerde om zaailingen. De enige soort die in toom

Naar de
7
volkstuin © Theo Capel 2022

moest worden gehouden, was de mensheid. Die had een niet te overkomen neiging tot uitzaaien. Daar konden we over eens zijn.

Als rozenliefhebber kom ik die te weinig tegen in volkstuinen. Maar gelukkig sprong een tuin hier eruit met veel klimrozen. De eigenaresse stond wat zuchtend de uitgebloeide bloemen weg te knippen in de verwachting van een tweede bloei. Ze was een kenner en vertelde dat ze onder meer New Dawn en Guirlande d'Amour had staan. En verder vonden we allebei dat het onmogelijk was om alle rozen bij naam te kunnen noemen. Er zijn er gewoon te veel om uit te kiezen en de namen waren soms ook wel erg moeilijk, zoals bijvoorbeeld Félicité et Perpétue. 'Rozo sub iu alia nomo odorus same dolĉe,' zou Zamenhof hebben aanbevolen.

De uitgang van Buitenzorg was makkelijk te vinden. Gewoon het ellenlange pad weer terug aflopen met aan het eind de kantine en voor mensen die het tuinieren graag aan een ander overlaten, een Jeu de Boulesbaan.

Naar de volkstuin © Theo Capel 2022 8

4. Nieuw Vredelust

Ingeklemd ten zuidoosten van Amsterdam ligt tussen een snelweg en een spoordijk Nieuw Vredelust, samen met drie andere volkstuincomplexen.‘Nieuw’ betekent dat ze voortkwamen uit de verdreven tuingroep Vredelust. En over een tijdje zullen zich vermoedelijk Hernieuwd Vredelust moeten gaan noemen, want vanwege woningbouwplannen dreigt hun complex te worden weggevaagd. Misschien was ik wel op de laatste jaarlijkse rommelmarkt of plantjesdag of hoe het heet als tuinieren even in de wachtstand gaat en iedereen bij het clubhuis rondhangt.

Geen volkstuincomplex zonder clubhuis. Je zou zeggen dat je je tijd hard nodig hebt in de tuin en dat een koud biertje ook uit je eigen koelbox kan worden gepakt. Maar de mens zit graag bij elkaar. Vredelust lijkt me een complex waar je zowel kunt toepen als bridgen en een schietclub zoals die op een ander complex is, lijkt mij er niet te kunnen. Waar moet je trouwens in de volkstuin op schieten?

Nieuw Vredelust oogt als een verzameling tuinen waar zowel (tuin)kabouterfans als bomenknuffelaars het naar hun zin hebben. De zorgvuldig aangeharkte tuin ontbreekt er. De tuinders stellen zich meegaand op tegenover de natuur.

De precieze bestuursleden die meteen zien of een haag de vereiste breedte en hoogte heeft, zie ik er zo gauw niet rondlopen. En dat de voorzitter alleen maar Erica heet, belooft veel goeds. Maar je mag er ook Ariela heten, of Kees en Leny. Iris en Bloeme zag ik er niet.

Naast de samenkomst in het clubhuis was er ook een periode dat een select groepje zich op een tuin verzamelde en zich overgaf aan schrijven en dichten. Dat leidde uiteindelijk tot een kloek boek ‘Tuin in de branding’. Een literair-cultureel clubje van zeven deelnemers had er veel plezier in en voor de lezers van het boek geldt hetzelfde.

Anders dan de literator Jan Wolkers die op een ander complex bijna exclusief libidineus actief was, waren Adriaan van Dis, Maarten ‘t Hart, Christa Heyting, Lien Heyting, Rudy Kousbroek, Hans Ree en K. Schippers uitsluitend cerebraal bezig onder pseudoniem, met namen

9
Naar
de volkstuin © Theo Capel 2022

als Jan Salie en K. Tuinders (R. Kousbroek en uiteraard K. Schippers).

Je zou het niet helemaal geloven als je de laatste strofe van het gedicht van Jan Salie op de slotpagina leest: ‘In Nieuw Vredelust is zowel Lust als Vrede. Maar de lust is toch de meeste van deze.’

Een soort rode draad in het boek is de feuilleton waarnaar het boek is genoemd: ‘Tuin in de branding’(36 afleveringen) over een kinderrijk gezin en uiteraard een tuin. De bloemenhulde gaat naar Rudy Kousbroek met het vrije vers

‘Instructie voor de maand oktober’, waarin de strofe

‘Oktober is de beste maand voor het leggen van zoden. Voor het liggen eronder is het hele jaar goed.’ Het laatste overkwam Kousbroek. Hij is niet meer onder ons. In april 2010 stierf hij, de maand dat het gras weer fris groen wordt, blauwe druifjes het goed doen en de magnolia in volle pracht staat. Zoals Brel al zong ‘C'est dur de mourir au printemps’.

10
Naar de volkstuin © Theo Capel 2022

5. Linnaeus

Mijn tuinloopbaan begon bij Linnaeus, een knotsgrote vereniging die indertijd werd verjaagd van hun complex aan de Oosterringdijk. Dit keer was niet de gemeente de boosdoener die graag volkstuincomplexen opoffert aan woningbouw, maar de Universiteit van Amsterdam die ruimte nodig had. De gemeente zorgde voor een nieuw terrein in Driemond, een stukje Amsterdam waarvan niemand ooit had gehoord en vandaag de dag nog steeds niet veel mensen weten waar dat is.

Verplaatsing betekent ledenverlies en zo ruimte voor ledenaanwas, waarvan ik ook deel uitmaakte. Het nieuwe complex was verdeeld in zestien vakken met plaats voor meer dan 300 tuinen. Voor de naamgeving zocht men naar vogels. Hoe de brainstorm daarover verliep, weet ik niet. Als je de namen ziet, blijkt dat men zich niet beperkte tot kleine zangvogels. Je zou het ook een rommeltje kunnen noemen met de Leeuwerik en de Pelikaan en de Duinpieper en de Condor. Voor mij was er een plek vrij op Kraanvogel. Waarom niet op Karekiet, Koolmees, Koperwiek, of Kaneelbruine Brilvogel, die beter oogt dan zijn naam doet vermoeden, ben ik nooit te weten te komen.

Mijn belevenissen als rekruut-volkstuinder kun je lezen in de verhalenbundel ‘Wat me ook niet bevalt’. Het was eerder als ‘De volkstuin’ in het weekblad de Haagse Post verschenen in de serie ‘Verhalen van alledaagse waanzin’. Verblijven in de natuur vormt geen enkele aanleiding tot krankzinnigheid, maar de minimaatschappij van een tuinvereniging valt niet altijd mee met alle regels die voor iedereen golden, maar toch ook weer niet.

Toch stak soms de nostalgie op naar ons tuintje en huisje ‘Ons Hoekje’. Zo stapte ik weer eens op de fiets naar Driemond en besefte opnieuw wat een eind weg onze tuin was. Google wou me door het

11
Naar de volkstuin © Theo Capel 2022

Diemerpark leiden waar indertijd nog geen sprake van was. Ik hield het toch maar op de gebruikelijke tocht langs de Gaasp.

Kraanvogel lag er mooi bij. Ons oude huisje was al heel lang vervangen door nieuwbouw en iemand was zo onverstandig geweest om twee enorme coniferen te planten langs het kromme toegangspaadje dat ik nog had aangelegd. Het duurde even voordat het tot me doordrong dat ik dat zelf indertijd had gedaan. Waren het de Thuja occidentalis Golden Smaragd of de Chamaecyparis lawsoniana ‘Yvonne’? Ik wist het niet meer. Het waren in ieder geval boompjes die klein hadden moeten blijven. Dat stond me nog bij. Het waren toch dwergcipressen? Thuis las ik in ‘201 Tuinplanten in kleur’ dat de dwergcipres een conifeer is die helaas vaak verkeerd wordt gebruikt. De dwergcipres kan namelijk zeer groot worden. Wie rekent daar nou op?

De mevrouw die nu de tuin bestierde, zat er niet echt mee. Ze was tevreden met haar tuin, maar al pratende bleek dat de nog steeds bestaande regeldruk haar niet echt beviel. Op de website van Linnaeus las ik later dat er een ledenraad is, met een vertegenwoordiger uit elk vak. Die tuinders adviseren het bestuur tot het beboeten of royeren van een lid wegens wangedrag of slecht onderhoud, als omschreven in de statuten en huishoudelijk reglement. Die tekst botst enigszins met het wervende: ‘Wij zien u graag terug op ons complex. Bedenk echter wel: langskomen is misschien niet meer weg willen!’

Dat alles niet altijd gaat zoals het moet op de volkstuin, blijkt ook uit een schrijven van de voorzitster met de titel ‘De

12
Naar de volkstuin © Theo Capel 2022

Toptien Ergernissen’. Het lijkt er bijna op dat ze geïnspireerd werd door mijn verhaal.

Die ergernissen gaan niet over rozen die last hebben van zwarte sterroet of slakken die je hosta’s opvreten. Nee, het is de mens die zich aan de werkplicht onttrekt, zijn hond los laat lopen of dreigt met een jurist als bestuursbesluiten hem niet aanstaan. En dan denk je dat je de wereld even achter je hebt gelaten als je op weg bent naar je volkstuin. En je je onderweg erop verheugt dat roos Lady Hillingdon vast en zeker nu is uitgekomen. En dat je geen stok nodig hebt om een loslopende hond van het lijf te houden. Het kan prachtig zijn in de natuur.

Naar de volkstuin © Theo Capel 2022 13

Ja, ik weet dat Ma Braun niet de moeder van Eva was, maar toch kon ik onderweg naar volkstuinpark T.I.G.E.N.O. een onbehaaglijk gevoel niet helemaal onderdrukken. Gelukkig trekt er vanzelf een glimlach over je gezicht als je de naam het complex prevelt en beseft wat erachter verscholen ligt. Iedereen begrijpt dat de puntjes tussen de letters aanduiden dat het hier om een afkorting gaat. Esthetisch gesproken zou ik het laatste puntje hebben weggelaten. Maar volkstuinders zijn precies en dat laten ze ook graag blijken.

Tuinieren Is Genoegen En Nuttige Ontspanning, zo is de volle naam. Onthoud dat tuinieren niet zo maar een beetje aanrommelen is. En van een beetje inspanning is nog nooit iemand dood gegaan.

Het complex ligt ver weg, helemaal achter de wijk Geuzenveld, samen met twee andere complexen. Voor de straten heeft men in een grabbelton met namen van sporters, bobo’s en officials getast. Zo is zwemtrainster Ma Braun bedacht met een fietspad en liggen de tuinen zelf aan een straat die de bedenker van het korfballen eert.

Het was er doodstil. Hoewel, dat was eigenlijk niet waar, want het complex ligt in de aanvliegroute van Schiphol. Het was net spitsuur. Elke paar minuten kwam zo’n prachtig toestel grommend en knorrend overvliegen. Het zou bijna de aandacht van de tuinen afleiden.

Of de tuinders waren op weg naar de Canarische Eilanden en verder, óf ze hadden het te druk met andere zaken. Het was zoeken naar iemand die met genoegen zich nuttig aan het ontspannen was. Het bleek een man te zijn die van de nood een deugd had gemaakt. Zijn

6. T.I.G.E.N.O.
Naar de volkstuin © Theo Capel 2022 14

dochter zou zijn tuin overnemen, maar na korte tijd bleek ze het te druk te hebben met andere zaken in haar leven, zodat in afwachting van dingen die zouden komen, haar vader de verzorging van de tuin weer op zich had genomen. Een bepaalde vorm van mantelzorg zou je het kunnen noemen, in ieder geval geen straf.

Als je in je tuin bezig bent, bijvoorbeeld met het planten van de bolletjes van Sneeuwroem (Chionodoxa) of Oude Wijfjes (Ipheion), vergeet je snel dat het volkstuinwezen een streng gereglementeerde mini-maatschappij is. Veel moet of mag niet. Vaak is dat bedoeld voor het welzijn van iedereen. Langzaam fietsen op de paden en dan alleen door mensen met een medische reden, die duidelijk zichtbaar een ontheffingspasje dragen. Die regel zou je eigenlijk ook de hele stad toewensen.

Dat je geen vlaggenmast in je tuin mag hebben, vind ik minder. Bij de ingang staan er twee en het is uitsluitend aan het bestuur om te bepalen welke vlag zal worden uitgehangen. Maar goed, daar valt mee te leven en zo blijft tuinieren toch genoegen.

En dan de haag of heg aan de paden langs de tuinen. Dat luistert nauw in de volkstuin. Hij mag niet te hoog worden, zodat je je afsluit van andere tuinders en natuurlijk hoort in het seizoen een maandelijkse knipbeurt, waarbij je ervoor zorgt dat hij niet breder wordt dan 30 centimeter. De hoogte stond ook altijd vast (50 centimeter), maar daarin is men soepeler geworden. Het mag om de rug van de tuinder te sparen nu tussen 60 en 80 cm worden. Oogt dat wel?

In de praktijk blijkt dat veel tuinders hier achter het haagje van de verplichte berberis thunbergii een tweede hoge heg hebben opgetrokken – vaak van coniferen - die alle zicht op de tuinen wegneemt en zo ook voorkomt dat je kunt zien wat in de tuin wordt uitgespookt. Regels zijn goed, maar regels zijn er om te worden

Naar de volkstuin © Theo Capel 2022 15

vermeden. Dat is iets anders dan overtreden. Dat weten we allemaal prima.

Je vraagt je soms wel eens af waar het allemaal naar toe gaat met de volkstuin en het gevoel van samenzijn. Straks gaan ze ook nog het clubhuis afbreken.

16
Naar de volkstuin © Theo Capel 2022

7. Nieuwe Levenskracht

Nieuwe Levenskracht is een volkstuincomplex in Oost dat tegen de Ring genesteld ligt. De naam klinkt als het vervolg op De Toverberg waaraan Thomas Mann nooit is begonnen. Die beschutting door de Ring geeft overigens een vals beeld van de werkelijkheid. Het complex was eerst veel groter en heeft moeten toestaan dat de aanleg van de snelweg een hap uit het terrein nam.

Levenskracht is mooi, maar wilskracht is beter voor de tuinder. Die weet dat de natuur altijd erop uit is om jou haar wil op te leggen. Een overstap naar natuurlijk tuinieren is dan een soort middenweg. De gestaalde kaders die deels nog op volkstuinen heersen, hebben daarmee moeite. Wat is er mooier dan een heg waarvan de beplanting, de hoogte en de breedte helder staan beschreven – verordonneerd moet je eigenlijk zeggen? Het duurt even voordat er geen rechte paadjes en strakke bedden meer zijn, maar een tuin met scharrelhoekjes, windschermen van planten en een erfafscheiding van bloeiende heesters. Die omslag maakten ze bij Nieuwe Levenskracht en trots melden ze dat ze vier stippen (het maximum te krijgen aantal) van de betrokken organisatie hebben verdiend voor hun inzet.

Het kostte de nodige wilskracht en beter nog doodsverachting om er te komen. Je moet een afslag van de Middenweg nemen die ter plekke meer een snelweg is met een oprit en afrit naar de Ring. Die afslag bleek voor auto’s te zijn. Fietsers moeten weten dat ze een stukje voorbij de grote begraafplaats kunnen oversteken en dan via een nieuwbouwwijk verderop de weg naar het complex achter de sportvelden kunnen vinden.

Met enig geluk kon ik met de fiets aan de hand toch ongeschonden de weg over komen en Nieuwe Levenskracht bereiken in plaats van op de Nieuwe Ooster te eindigen.

Het complex is al bijna een eeuw oud en dan zie je hoe hoog bomen kunnen worden. Dat gaat vanzelf, maar je ziet ook het effect van veel vlijt en ijver. Voor het eerst dat ik een stenen pergola tegenkwam, los van bezoeken aan statige tuinen in Engeland. En een

Naar de volkstuin ©
2022 17
Theo Capel

vijver met een fontein die vermoedelijk met hulp van veel ellebogenvet is ontstaan.

Een vrouw in een rode tuinbroek en een bakfiets met twee kleintjes gaf de opkomst van het natuurlijk tuinieren aan. Er kan veel als in ieder geval de paden onkruidvrij blijven. Dat is een niet te mijden plicht van de volkstuinder. Ik ben nog gewend dat dat gewoon ‘de werkplicht’ heette, maar er heersen andere tijden en zo heet het hier ‘Algemeen werk’, waar je wel gewoon aan mee moet doen (in de maand november twee maal zelfs vanwege ‘overvloedig bladval’).

Dat de tijden veranderen, bleek ook uit het opheffen van de regel dat er eveneens in het weekend niet op de paden gefietst mocht worden. Ik verbaasde me er al over dat mijn fiets als enige bij het toegangshek stond. Zou er dan niemand zijn op deze zondagmiddag?

Totdat binnen de eerste fietser me vriendelijk groette in het voorbijgaan. Door de week blijft het illegaal, het fietsen, niet het groeten.

Zo sluipen de nieuwe tijden de volkstuin binnen. Niet alleen de natuur wordt diverser. Dat geldt ook voor de tuinders. Dat dacht ik tenminste toen ik de sculptuur met de halve maan zag. Maar verder merkte ik weinig van invloeden uit de Levant. Ook papavers waren er niet te zien. Wie weet wat de sculptuur wel betekent.

Met een tuinder die ik aansprak om de weg naar buiten weer te vinden, kwamen we ook op bloemen en planten die je in de volkstuin niet kunt missen. Hij vond de zonnehoed (rudbeckia) en de bergamotplant (monarda) typisch bij de jaren vijftig horen. Dat tijdperk lag toch ver achter ons?

Maar over de dahlia waren we het eens. Die waren nog steeds een sieraad voor je tuin.

Bij de uitgang stond een kistje met appels voor het grijpen. Een beginnende regenbui dwong me naar een afdakje. Ik beet in mijn appel, keek eens naar de lucht of het op zou klaren en staarde wat voor me uit. Het heeft wel wat, een zondagmiddag in de volkstuin.

Naar de volkstuin ©
2022 18
Theo Capel

8. De Bongerd

In een uithoek van Amsterdam-Noord, dicht bij de Stoombootweg – een lied komt spontaan bij je op – vind je Tuinpark De Bongerd. Meer dan 130 tuinen liggen gecentreerd rond een grote vijver waarop je kunt suppen – iets heel anders dan souperen – als je even geen zin hebt om met je tuin bezig te zijn, maar liever de peddel ter hand neemt.

En verder kun je in De Bongerd ook voor heel veel activiteiten kiezen. Voortdurend is er wel een workshop, zoals die over werken met jute waar je je kunt bekwamen in het maken van plantenpottendecoraties van dit materiaal. Meer dan op andere tuinparken lijkt de natuur de tijdsbesteding te moeten delen met sociaal verkeer.

En meer dan op andere complexen houdt men er kinderen bezig, met kleurplaten in het clubblad, met een Kabouterbos en met een Stout Konijn dwaalspoor. Over dat laatste kun je meer lezen in de keutelkrant die door buitenstaanders is bedacht.

Het Kabouterbos is een strook bomen en struiken die het terrein van de doorgaande weg afscheidt en als een heemtuin dient. Toen ik er was, waren er geen kleine mensjes te zien, kabouters noch kinderen. En het stout konijn was er ook niet aan het keutelen. Vermoedelijk moet je wachten tot de duisternis valt. Dat schijnt in ieder geval voor kabouters te gelden die graag ‘s nachts hun werkjes doen.

‘s Avonds heb je ook kans om de laatvlieger te zien. Voor kennismaking met die bijzondere vleermuis was ik eveneens te vroeg. Zijn naam suggereerde het al.

Naar de volkstuin © Theo Capel 2022 19

Het complex leek in de middag uitsluitend met een enkele tuinder te zijn bevolkt. Het kan aangenaam stil zijn op de tuin en de biggetjes die een vrouw op haar gazonnetje had geïnstalleerd, lieten zich ook niet horen. Even nog dacht ik dat het lammetjes waren, maar er bestaan ook witte biggetjes blijkbaar. En wat zou een volkstuin verder zijn zonder een nonchalant gedrapeerd oud karrenwiel.

Genot van een volkstuin betekent ook dat je altijd thuis een vaas met verse snijbloemen kunt vullen. De kans op verse eieren is in het algemeen afwezig – vogelnestjes worden er geheel met rust gelaten; er is hier zelfs een workshop vogelhuisje timmeren – maar op de Bongerd houdt een tuinder een stel kippen die iedere dag voor aanvoer van eieren zorgen en die voor een sympathieke prijs te koop zijn.

Je zou zeggen dat je in de Bongerd in een paradijsje leeft, ware het niet dat in het clubblad een somber verhaal stond over misdragingen onder invloed van alcohol in het clubhuis. Gelukkig niet door een lid van de vereniging, maar door een vaste bezoeker. Geef zo’n man een spitvorkje en vraag hem bijvoorbeeld om witbol, struisgras, straatgras en ruwbeemd uit je gazon te verwijderen,of om eendagsbloemen op te binden, het stout konijn in de gaten te houden of een van die vele andere zaken die de tijd voor de volkstuinder doen vervliegen en tot een goed gevoel leiden. En wacht met de bar te openen totdat de arbeid is gedaan, de kabouters het werk misschien gaan overnemen en de vleermuizen vrolijk gaan fladderen, uitgezonderd natuurlijk de laatvlieger.

Op hem gaan we niet wachten voor een koud pilsje, terwijl de schemering invalt en de gewone vleermuizen alvast op jacht gaan naar vliesvleugelen, hoewel het schijnt dat er ook vegetariërs onder hen zijn. Bij ons zijn het echter nog steeds insecteneters.

Terwijl jij je glas nog nauwelijks leeg hebt, hebben zij al de eerste paar honderd van de ongeveer drie duizend dagelijkse muggen,

20
Naar de volkstuin © Theo Capel 2022

nachtvlinders en torren naar binnen hebben gewerkt. Hopelijk blijft er nog iets over voor de laatvlieger.

Naar de volkstuin © Theo Capel 2022 21

9. Ons Buiten

Tegen de waterplas De Nieuwe Meer ligt het enorme complex van Ons Buiten met 440 volkstuinen. Op de een of andere manier overvalt je meteen een Amsterdam-Zuid gevoel als je er rondloopt. Het ligt ook dicht tegen het welvarende stadsdeel aan, weliswaar net buiten de Ring. Maar net zoals mensen niet beseffen – of willen weten – dat Buitenveldert buiten de Ring ligt, krijg je hier ook het idee. Het gaat niet om het Zuid van het grote geld, maar meer om het Zuid van opleiding en cultuur, om tuinders die je eufemistisch ‘rustige mensen’ zou kunnen noemen.

Het gevoel ontstaat meteen door de aanblik van een groot grasveld met daarop een fraaie mozaïekbank die ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de vereniging werd geplaatst en die niet zou misstaan in het Vondelpark. De huisjes ogen iets meer op echte buitenhuizen dan op onderkomens. En de tuinen zien er iets meer als een gesamtkunstwerk uit dan op andere complexen.

Als je langs het brede hoofdpad loopt, zou het je niet verbazen als je opeens een etude van Chopin hoort.

En dan is er een grote bibliotheek. Verbazingwekkend op zich, want wie houdt er tijd over om te lezen als je een volkstuin bezit. Al was het alleen maar om planten-indringers te verwijderen, een strijd die nooit ophoudt. Japanse duizendknoop en hoge springbalsemien, heermoes en drieblad moeten worden verwijderd en bamboe wordt alleen toegestaan als deze in een bak staat of van wortelbegrenzer is voorzien. Dat schrijft de tuincontrolecommissie die zomers patrouilles uitvoert. En boetes zijn altijd mogelijk. Zo kennen we de klassieke volkstuin weer.

De tijd dat volkstuinverenigingen met vaste en harde hand door gestaalde kaders werden geregeerd, meestal door oudere, besnorde mannen, lijkt echter te vervagen. Ook op Ons Buiten rukken de

22
Naar de volkstuin © Theo Capel 2022

Hannekes, Maartjes, Saskia’s en Liesbeths op die een wat zachter klimaat met zich meebrengen.

Zo heeft Ons Buiten een gastvrouw die over het wel en wee van een ieder gaat en zieke tuinders probeert bij te staan en op te vrolijken.

En men heeft er een huisje dat openstaat voor mensen die er eens even uit moeten, maar geen kant hebben om naar toe te gaan. Prijzenswaardige burgerzin zou ik dat allemaal willen noemen.

Het kenmerk van de natuur is dat planten opkomen en weer afsterven. Die kringloop zou ik als ik in Ons

Buiten tuinierde, ook tot de bibliotheek willen uitbreiden. Men schrijft: ‘Het lenen is gratis en is het boek uit, kom het dan ruilen. Breng aan het eind van het seizoen in elk geval alle geleende boeken terug; gelezen of niet!’

Doe dat juist niet! Zeg dat je geleende boeken absoluut niet mag terugbrengen, maar dat je alleen nieuwe boeken mag inleveren. Net zoals mensen graag wekelijks even naar de kringloopwinkel lopen of er nieuwe schatten zijn te vinden, houdt zo’n aanpak de loop naar de tuinbibliotheek erin.

Lid worden van een volkstuinvereniging is geen lichtvaardige stap. Ons Buiten stelt een brochure van 48 pagina’s beschikbaar voor belangstellenden. Lees vooral het hoofdstuk ‘Wat mag wel, wat mag niet en wat moet’. Zoals meer in het leven is het lijstje van wat wel mag korter dan wat niet mag. En gelukkig is het lijstje van wat moet aangenaam kort, hoewel verplicht baggeren van de sloot waaraan je tuin grenst geen sinecure is.

Bij wat mag staat ook dat het complex een internetverbinding heeft die in elk huisje beschikbaar is. Alsof lezen al niet de tijd voor tuinieren inperkt, kun je je ook nog uitleven met netsurfen. En

23
Naar de volkstuin © Theo Capel 2022

voordat je het weet, zit je zo in een Zoom-overleg in plaats achter de handmaaier om je gazon perfect te houden of te proberen een bont gekleurde border te ontwerpen.

Bonte kleuren horen mijns inziens bij een volkstuin. Dan valt het weer tegen dat het verboden is de huisjes in kleuren te schilderen die het tuinpark ontsieren. Welke kleuren kunnen dat zijn? Het brengt het culturele Amsterdam-Zuid gevoel weer terug. Geen blingbling vertoon graag. En als je naar de tuin gaat gewoon oude kleren aantrekken en liefst op de fiets. En dan met je buren praten over Deutzia’s en Weigelia’s en zeggen dat het Chopinrecital in het Concertgebouw weer zo fantastisch was.

Naar de volkstuin ©
2022 24
Theo Capel

10. Eldorado & Langs de Akker

Een pastorale over volkstuinen die begint met De Hof van Eden kan niet beter eindigen dan met een bezoek aan Eldorado. Iets mooiers zou niet te vinden moeten zijn. Het is een tuincomplex aan de Kostverlorenweg net over de grens van Amsterdam in Amstelveen. ‘Het rustieke prestigieuze tuinpark Eldorado bevat chalets waar de eigenaren genieten van de rust en stilte,’ wordt het omschreven door een van de gelukkigen die daar hun pot met goud vonden.

Helaas moet je iemand kennen om er binnen te komen. Het bruggetje over de kade kun je over, maar dan stuit je op een hek en dat hek zit altijd op slot. Rust en stilte stralen je tegemoet. En bij rustig weer kun je de ijsblokjes in de g and t’s horen rinkelen. De sfeer en het gedrag van alle 'tuinders' is er één van rust en respect voor elkaars privacy, las ik op Funda. Leuk dat tuinders tussen aanhalingstekens staat. Het geeft de suggestie dat iemand anders de tuin voor je doet. ‘Er is een enorme rijkdom aan vogels in het gebied: van verschillende soorten uilen tot groene specht en heel veel klein grut,’ schrijft een makelaar verder. Vooral dat ‘klein grut’ gaf me veel plezier. Bankbiljetten kan een makelaar onderscheiden, maar al die zangvogeltjes dat is te veel van het goede.

Als volkstuinder heb ik geen verrekijker bij me. Die heb je in de tuin nooit nodig. Alles kun je er volgen met je blote oog. Maar nu was hij misschien wel van pas gekomen. Loeren door de spijlen van het hek, gaf alleen maar uitzicht op een parkeerplaats. Funda bleek achteraf een hulp. Het was er gewoner dan ik had verwacht. Geen gouden kranen, maar wel een pers op de vloer.

Naar de volkstuin ©
2022 25
Theo Capel

Verderop in Amstelveen was een vrij toegankelijk complex, gewoon Langs de Akker geheten. Een ouder echtpaar zat in hun tuin die ook op Eldorado had kunnen zijn. Hij las de krant en zij dopte uit een emaillen bak boontjes uit eigen tuin. Het was er rustig. Ik hoorde geen getjilp en gekwetter van klein grut, maar dat was niet erg. De cosmea stond in volle bloei. Tevredenheid omgaf je. Als Eva nou ook eens boontjes had gedopt en van die appel afgebleven was, dan hadden we allemaal in zo’n Hof van Eden kunnen blijven.

Van natuurlijk tuinieren weten ze bij Langs de Akker ook alles. Een tuinder legde me uit dat de brandnetels die ik bij hem zag, niet onwelkome aanwaaiers waren. Hij had ze er zelf geplant. Wist ik dat je een heerlijke salade ervan kunt maken? Net als rupsen kan de mens smullen van brandnetels. Gebruik uitsluitend jonge malse blaadjes van de toppen, kreeg ik te horen en geniet. Dat wist ik allemaal niet. Ik wist wel dat je je er gemeen aan kunt prikken. Ja, dat risico bestond, maar voor woekeren van brandnetels door windbestuiving hoefde ik niet bang te zijn als ik me zou beperken tot vrouwelijke planten. Die herkende je doordat ze langere zijtakjes hebben die de neiging hebben te gaan hangen.

In de eco-hoek, een apart deel van het complex, stond een bankje met een kringloopwinkelverleden klaar om de aantrekkelijkheid van natuurlijk tuinieren te overdenken. Je hebt er uitzicht op een groentetuin met oude gewassen en natuurlijk ook een insectenhotel. Het was er stil en vredig. Voordat je het wist zou een loomheid en, erger nog, een luiheid je kunnen overvallen. Daarvoor moet de tuinder waakzaam blijven. Die moet nooit vergeten dat er altijd wel wat te doen is in de tuin.

Naar de
26
volkstuin © Theo Capel 2022

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.